UC18: Statusrapport beheeraudit VS gegevens maken

Toelichting inhoud beheerauditrapportages
1.1 Inleiding
Voor het uitvoeren van de inspectie/audit worden rapportages gebruikt die bij het Kadaster
opvraagbaar zijn. Deze beheeraudit rapportage bestaat uit een statusrapport en een A-selecte
steekproef. De inhoud van deze rapportage wordt hieronder toegelicht.
1.2 Toelichting
1.2.1 Overzicht tellingen
In dit gedeelte van de rapportage wordt een overzicht gegeven van verschillende tellingen op zowel
de opgegeven peildatum als gedurende de opgegeven periode. Het ‘overzicht tellingen’ kent de
volgende opbouw:
Overzicht tellingen
Aantal objecten
op peildatum
Telling geconstateerde objecten
gedurende opgegeven periode
Aantal
Nieuw
Beëindigd
Gemuteerd
Bij start
% bij start
Bij einde
% bij einde
Gem. duur
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzzz9
zzzz9
zzzz9
zzzz9
zzzz9
zzzz9
Woonplaats
Openbare ruimte
Nummeraanduiding
Pand
Verblijfsobject
Ligplaats
Standplaats
Totaal
Aantal m utaties gedurende
opgegeven periode
zzzz9
Toelichting per kolom:
Aantal objecten op peildatum:
Het aantal objecten op de genoemde peildatum betreft het totaal aantal objecten van het betreffende
objecttype dat op de genoemde datum niet de status “ingetrokken” (verblijfsobject, standplaats,
ligplaats, woonplaats, openbare ruimte en nummeraanduiding), “gesloopt” (pand) of “niet
gerealiseerd” (pand en verblijfsobject) had. Objecten die op het moment van het aanmaken van het
rapport nog niet in de BAG LV zijn opgenomen worden niet meegeteld. Het moment van aanmaken
van de rapportage heeft invloed op de aantallen.
Aantal mutaties gedurende opgegeven periode:
Het aantal mutaties gedurende de opgegeven periode betreft het totaal aantal mutaties dat ten
aanzien van deze objecttypen heeft plaatsgevonden. Hierbij gaat het om de begindatum geldigheid
van het object en niet de datum waarop de gegevens in de BAG LV zijn terecht gekomen. Het totaal
aantal voorkomens, waarvan de begindatum in de opgegeven periode ligt, is in principe ook de som
1
van de aantallen in de kolommen nieuw, beëindigd en gemuteerd.
 Nieuw
Het aantal mutaties in de kolom nieuw betreft de telling van de eerste voorkomens van
objecten waarvan de begindatum binnen de selectieperiode valt. Dit betekent dat alle eerste
voorkomens van objecten die in de periode zijn opgevoerd worden geteld, onafhankelijk van
de status die het object heeft. Voorbeeld: Een verblijfsobject dat wordt opgevoerd met de
status 'in gebruik (niet ingemeten)', in plaats van 'gevormd' wordt wel geteld als nieuw
verblijfsobject als dit het eerste voorkomen in de LV BAG is. Ook een pand dat wordt
1
Er zijn twee uitzonderingen: 1: Een mutatie waarbij een object dat wordt opgevoerd met een beëindigde status wordt én als
nieuw geteld én als beëindigd. In het totaal wordt deze mutatie slechts een keer geteld. 2. Een mutatie waarbij een object
met een beëindigde status wordt gemuteerd, wordt niet als gemuteerd geteld. In het totaal wordt deze mutatie wel geteld.
In die gevallen is het totaalaantal niet gelijk aan de som van de aantallen in de kolommen nieuw, beëindigd en gemuteerd.
De aantallen in de kolommen nieuw en beëindigd is wel juist, zodat altijd duidelijk is hoeveel huidge objecten er in de
selectieperiode zijn bijgekomen en afgegaan.
opgevoerd met de status ‘bouw gestart’ wordt wel geteld als nieuw pand. Een pand dat met
status gesloopt wordt opgevoerd, wordt ook geteld als nieuw pand.
 Beëindigd
Het aantal mutaties in de kolom beëindigd betreft de telling van de laatste voorkomens binnen
de selectieperiode waarvan de begindatum binnen de selectieperiode ligt, waarbij aan het
object de status “ingetrokken” (verblijfsobject, standplaats, ligplaats, woonplaats, openbare
ruimte en nummeraanduiding), “gesloopt” (pand) of “niet gerealiseerd” (pand en
verblijfsobject) is toegekend. Voorbeeld: Een verblijfsobejct dat binnen de selectieperiode
gemuteerd wordt van ‘in gebruik’ naar ‘ingetrokken wordt als beëindigd geteld. Ook een pand
dat in de selectieperiode met status gesloopt wordt opgevoerd, wordt geteld als beëindigd.
 Gemuteerd
Het aantal mutaties in de kolom gemuteerd betreft in principe de mutaties die niet als ‘nieuw’
of ‘beëindigd’ zijn geteld. Het gaat hierbij dus om de overige mutaties.
Telling geconstateerde objecten gedurende opgegeven periode:
Het aantal geconstateerde objecten gedurende de opgegeven periode betreft het totaal aantal
objecten dat aan het begin en het eind van de opgegeven periode de aanduiding “geconstateerd”
kende.
 Bij start
Het aantal objecten in de kolom bij start betreft het aantal objecten waarvan op de startdatum
van de opgegeven periode het attribuut indicatie geconstateerd de waarde “J” bevatte.
 % bij start
De kolom % bij start bevat het aantal objecten uit de kolom bij start gedeeld door het totaal
aantal objecten van dit objecttype op die datum.
 Bij einde
Het aantal objecten in de kolom bij einde betreft het aantal objecten waarvan op de
einddatum van de opgegeven periode het attribuut indicatie geconstateerd de waarde “J”
bevatte.
 % bij einde
De kolom % bij einde bevat het aantal objecten uit de kolom bij einde gedeeld door het totaal
aantal objecten van dit objecttype op die datum.
 Gem. duur
In de kolom Gem. duur is aangegeven wat de gemiddelde duur is waarop een object de
status ‘geconstateerd’ heeft. Deze berekening vindt uitsluitend plaats over de objecten
waarvan gedurende de opgegeven periode het object de status “geconstateerd” heeft
gekregen en deze status weer hebben verloren.
1.2.2 Overzicht verdiepte tellingen voor enkele objecttypen (BRON BAG-VS)
In dit gedeelte van de rapportage wordt een overzicht gegeven van verschillende tellingen op de
opgegeven peildatum voor de objecttypen openbare ruimte, pand en verblijfsobject. Het gaat om de
overzichten:




Openbare ruimte (type)
Pand (status)
Verblijfsobject (status)
Verblijfsobject (gebruiksdoel)
Hieronder wordt de opbouw van deze overzichten toegelicht.
1.2.2.1 Openbare ruimte (type)
Het overzicht ‘openbare ruimte (type)’ kent de volgende opbouw:
Overzicht openbare ruimte (type)
Openbare ruimte (type)
Weg
Water
Spoorbaan
Terrein
Kunstwerk
Landschappelijk gebied
Administratief gebied
Totaal
Aantal
%
Aantal zonder
nummeraanduidingen
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzzz9
zzzz9
Toelichting per kolom:
Aantal:
Het aantal objecten in de kolom Aantal betreft het aantal objecten dat op de genoemde peildatum als
waarde van het attribuut Type openbare ruimte de in de eerste kolom opgenomen waarde kende.
Het totaal aantal openbare ruimten is het aantal openbare ruimten inclusief de openbare ruimten die
de status “ingetrokken” hebben. Dit aantal hoeft dus niet overeen te komen met het aantal openbare
ruimten uit het overzicht tellingen.
%:
Het percentage objecten in de kolom % bevat het aantal objecten uit de kolom Aantal gedeeld door
het totaal aantal objecten van dit objecttype op de peildatum.
Aantal zonder nummeraanduiding:
Het aantal objecten in de kolom Aantal zonder nummeraanduidingen betreft het aantal openbare
ruimten van het betreffende type waaraan geen nummeraanduidingen gerelateerd zijn.
1.2.2.2 Pand (status)
Het ‘overzicht pand (status)’ kent de volgende opbouw:
Overzicht pand (status)
Pand (status)
Bouwvergunning verleend
Bouw gestart
In gebruik (niet ingemeten)
Pand in gebruik
Sloopvergunning verleend
Pand gesloopt
Pand buiten gebruik
Niet gerealiseerd pand
Totaal
Aantal
%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzzz9
Toelichting per kolom:
Aantal:
Het aantal objecten in de kolom Aantal betreft het aantal objecten dat op de genoemde peildatum als
waarde van het attribuut Pandstatus de in de eerste kolom opgenomen waarde kende.
Het totaal aantal minus aantal met status “pand gesloopt” en minus aantal met status “niet
gerealiseerd pand” geeft het aantal panden dat op het overzicht tellingen is afgedrukt.
%:
Het percentage objecten in de kolom % bevat het aantal objecten uit de kolom Aantal gedeeld door
het totaal aantal objecten van dit objecttype op de peildatum.
1.2.2.3 Verblijfsobject (status)
Het overzicht verblijfsobject (status) kent de volgende opbouw:
Overzicht verblijfsobject (status)
Verblijfsobject (status)
Verblijfsobject gevormd
Niet gerealiseerd verblijfsobject
Verblijfsobject in gebruik (niet ingemeten)
Verblijfsobject in gebruik
Verblijfsobject buiten gebruik
Verblijfsobject ingetrokken
Totaal
Aantal
%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzzz9
Toelichting per kolom:
Aantal:
Het aantal objecten in de kolom Aantal betreft het aantal objecten dat op de genoemde peildatum als
waarde van het attribuut Verblijfsobjectstatus de in de eerste kolom opgenomen waarde kende.
Het totaal aantal minus aantal met status “niet gerealiseerd verblijfsobject” en minus aantal met status
“verblijfsobject ingetrokken” geeft het aantal Verblijfsobjecten dat op het overzicht tellingen is
afgedrukt.
%:
Het percentage objecten in de kolom % bevat het aantal objecten uit de kolom Aantal gedeeld door
het totaal aantal objecten van dit objecttype op de peildatum.
1.2.2.4 Verblijfsobject (gebruiksdoel)
Het overzicht verblijfsobject (gebruiksdoel) kent de volgende opbouw:
Overzicht verblijfsobject (gebruiksdoel)
Verblijfsobject (gebruiksdoel)
woonfunctie
bijeenkomstfunctie
celfunctie
gezondheidszorgfunctie
industriefunctie
kantoorfunctie
logiesfunctie
onderwijsfunctie
sportfunctie
winkelfunctie
overige gebruiksfunctie
Totaal
Aantal
%
Aantal nevenadressen
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzzz9
zzzz9
Toelichting per kolom:
Aantal:
Het aantal objecten in de kolom Aantal betreft het aantal objecten dat op de genoemde peildatum als
waarde van het attribuut gebruiksdoel verblijfsobject de in de eerste kolom opgenomen waarde
kende. Het totaal aantal Verblijfsobjecten hoeft niet overeen te komen met het aantal Verblijfsobjecten
dat op het overzicht tellingen is afgedrukt. Dit heeft te maken met het verschil in status van de mee te
tellen Verblijfsobjecten en met het feit dat een verblijfsobject meerdere gebruiksdoelen kan hebben.
%:
Het percentage objecten in de kolom % bevat het aantal objecten uit de kolom Aantal gedeeld door
het totaal aantal objecten van dit objecttype op de peildatum.
Aantal nevenadressen:
De in de kolom Aantal nevenadressen opgenomen aantallen nevenadressen betreft het aantal
nummeraanduidingen dat gerelateerd is aan verblijfsobjecten met het betreffende gebruiksdoel op
basis van het attribuut Aanduiding nevenadressen verblijfsobject
1.2.3 Overzicht termijnen
In dit gedeelte van de rapportage wordt een overzicht gegeven van verschillende berekeningen over
de opgegeven periode naar aantallen en termijnen van bepaalde typen mutaties. Het gaat om de
overzichten:



Verwerkingstermijn brondocumenten
Verwerkingstermijn definitieve pandgeometrie
Afhandeling onderzoek
1.2.3.1 Verwerkingstermijn brondocumenten
Met het overzicht verwerkingstermijn brondocumenten wordt inzicht gegeven in de (gemiddelde) duur
die is gelegen tussen de datum van het brondocument en het moment waarop de mutatie in de LV
BAG is verwerkt gedurende de selectieperiode. Er wordt dus niet naar de begindatum van
voorkomens gekeken zodat het aantal mutaties kan afwijken van de aantallen die genoemd zijn bij het
overzicht tellingen. Het overzicht kent de volgende opbouw:
Verwerkingstermijn brondocumenten
Verwerkingstermijn brondocumenten
Woonplaats
Openbare ruimte
Nummeraanduiding
Pand
Verblijfsobject
Ligplaats
Standplaats
Totaal
=< 7 dagen
%
> 7 dagen
%
Gem.> 7 dg
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzzz9
zzzz9
Toelichting per kolom:
Voor het bepalen van de verwerkingstermijn wordt gebruik gemaakt van de datum waarop een
mutatie is ontvangen door de BAGLV. De voor de gemeente geldende verwerkingstermijn van vier
werkdagen vermeerderd met de aanbiedtermijn aan de BAGLV van één werkdag, levert tezamen vijf
werkdagen op. De berekening wordt uitgevoerd aan de hand van kalenderdagen. Om ervoor te
zorgen dat de weekeinden worden meegenomen wordt de verwerkingstermijn berekend op basis van
zeven dagen. De 7 kalendagen betreffen altijd ten hoogste 5 werkdagen en een zaterdag en zondag.
In eerste instantie wordt geen rekening gehouden met feestdagen, die het aantal werkdagen zullen
verlagen.
=< 7 dagen:
Het aantal mutaties in de kolom =< 7 dagen betreft het aantal mutaties ten aanzien van het
betreffende objecttype waarvan de verwerking heeft plaatsgevonden binnen de genoemde 7 dagen.
%:
Het percentage mutaties in de kolom % bevat het aantal mutaties uit de kolom =< 7 dagen gedeeld
door het totaal aantal mutaties van dit objecttype gedurende de opgegeven periode
> 7 dagen:
Het aantal mutaties in de kolom > 7 dagen betreft het aantal mutaties ten aanzien van het betreffende
objecttype waarvan de verwerking heeft plaatsgevonden na de genoemde periode van 7 dagen.
%:
Het percentage mutaties in de kolom % bevat het aantal mutaties uit de kolom > 7 dagen gedeeld
door het totaal aantal mutaties van dit objecttype gedurende de opgegeven periode
Gem. > 7 dg:
De in de kolom Gem. > 7 dg. opgenomen waarde geeft aan wat de gemiddelde verwerkingstijd (in
dagen) is van de mutaties waarvan de verwerking heeft plaatsgevonden na de genoemde periode van
7 dagen. Het synchroniseren van voorkomens van met een brondocumentdatum in het verleden,
levert een langdurige periode tussen brondocumentdatum en mutatiedatum op. Hierdoor kan het
voorkomen dat in deze kolom een hoge waarde is opgenomen.
De ID’s van de voorkomens die te laat zijn verwerkt, zijn in een aparte bijlage bij de rapportage
opgenomen, zodat duidelijk is om welke voorkomens het gaat.
1.2.3.2 Verwerkingstermijn definitieve pandgeometrie
Met het overzicht verwerkingstermijn definitieve pandgeometrie wordt inzicht gegeven in de
gemiddelde duur die is gelegen tussen het gereed melden van een pand en de opname van de
definitieve geometrie van dat pand. Bij het berekenen van de verwerkingstijd wordt uitgegegaan van
de begindatum van de voorkomens van het pand. Het overzicht kent de volgende opbouw:
Verwerkingstijd definitieve pandgeometrie
x
x
x
x
x
x
x
x
%
x
x
a
t
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
n
x
x
x
x
x
x
x
x
a
x
A
)
d
n
d
n
e
t
n
e
e
e
e
e
d
l
m
l
n
r
e
r
k
a
e
g
e
i
v
v
u
p
n
i
g
r
d
g
b
r
n
i
t
n
i
e
e
e
i
t
g
e
)
n
t
n
p
s
s
n
r
n
(
n
o
n
i
u
u
a
u
o
e
l
t
g
t
k
k
g
l
t
a
a
r
s
i
i
r
s
i
e
t
e
e
u
u
e
e
u
r
s
(
v
g
r
r
v
g
b
e
l
b
b
p
g
a
d
w
w
e
e
d
d
n
u
u
g
g
o
n
n
t
a
t
o
e
i
a
o
o
n
n
l
a
a
o
P
B
B
I
I
S
P
P
N
T
x
zzz9
x
z9,99%
x
zzz9
Pand
x
Gem. >6 mnd
x
%
x
>6 mnd
l
Verwerkingstijd definitieve pandgeometrie
Toelichting per kolom:
> 6 mnd:
Het aantal mutaties in de kolom > 6 mnd betreft de telling van het aantal mutaties waarbij de waarde
“in gebruik (niet ingemeten)” meer dan 6 maanden na het ontstaan van deze status wordt vervangen
door de waarde “in gebruik”. In deze telling worden alleen panden meegenomen, die voor de eerste
keer tijdens de levenscyclus de status ‘’in gebruik” krijgen, en waarbij de begindatum in de
selectieperiode ligt. Panden die nog een keer de status “in gebruik (niet ingemeten)” hebben
gekregen (vanwege een verbouwing) worden niet (meer) meegenomen in deze telling.
%:
Het percentage mutaties in de kolom % bevat het aantal mutaties uit de kolom > 6 mnd gedeeld door
het totaal aantal mutaties met deze statusovergang gedurende de opgegeven periode.
Gem. 6 mnd
De in de kolom Gem. > 6 mnd. opgenomen waarde geeft aan wat de gemiddelde verwerkingstijd (in
maanden) is van de mutaties waarvan de verwerking langer heeft geduurd dan 6 maanden. Dit is dus
de gemiddelde tijd van de mutaties die geteld zijn in de eerste kolom.
De ID’s van de panden waarvan de geometrie te laat is verwerkt, zijn in een aparte bijlage bij de
rapportage opgenomen, zodat duidelijk is om welke panden het gaat.
1.2.3.3 Afhandeling onderzoek
Met het overzicht ‘afhandeling onderzoek’ wordt inzicht gegeven in de gemiddelde duur van het
onderzoek bij de objecten, die gedurende de selectieperiode in onderzoek geplaatst zijn en uit
onderzoek gehaald zijn. Het overzicht kent de volgende opbouw:
Afhandeling onderzoek
Afhandeling onderzoek
Woonplaats
Openbare ruimte
Nummeraanduiding
Pand
Verblijfsobject
Ligplaats
Standplaats
Totaal
Aantal
>6 mnd
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzzz9
zzzz9
% Gem. Totaal Gem. > 6 mnd
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
z9,99%
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
Toelichting per kolom:
Aantal:
Het aantal genoemd in de kolom Aantal betreft het aantal malen dat objecten van het betreffende
objecttype gedurende de opgegeven periode in én vervolgens uit onderzoek zijn geplaatst. Als een
object dus meerdere malen in onderzoek is geplaatst, telt dit als meerdere mutaties.
> 6 mnd:
Het aantal in de kolom > 6 mnd betreft het aantal malen dat objecten van het betreffende objecttype
gedurende de opgegeven periode in én uit onderzoek zijn geplaatst en daar langer dan 6 maanden in
hebben gestaan. Dit wordt gemeten met behulp van de wijzigingen van het attribuut In onderzoek.
%:
Het percentage in de kolom % bevat het aantal malen uit de kolom > 6 mnd gedeeld door het aantal
uit de kolom Aantal.
Gem. totaal:
De in de kolom Gem. totaal opgenomen waarde geeft aan wat de gemiddelde duur (in dagen) is
waarop objecten van het betreffende objecttype de indicatie In onderzoek hebben gekend.
Gem. > 6 mnd:
De in de kolom Gem. > 6 mnd opgenomen waarde geeft aan wat de gemiddelde duur (in dagen) is
waarop objecten van het betreffende objecttype de indicatie In onderzoek hebben gekend, indien dit
onderzoek langer dan 6 maanden heeft geduurd.
1.2.4 Overzicht specifieke tellingen
In dit gedeelte van de rapportage wordt een overzicht gegeven van enkele kengetallen met een
specifiek karakter. Het bevat voornamelijk overzichten die gedurende de eerste cyclus van
beheeraudits relevant zijn. Het gaat om de overzichten:


Overzicht maatwerkwaarden
Overzicht statuscompleetheid
Hieronder wordt de opbouw van deze overzichten toegelicht.
1.2.4.1 Overzicht maatwerkwaarden
Met het overzicht maatwerkwaarden wordt inzicht gegeven in de mate waarin binnen de registratie
nog gebruikt wordt gemaakt van maatwerkwaarden. Het overzicht kent de volgende opbouw:
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
Overzicht maatwerkwaarden
Overzicht maatwerkwaarden
Aantal mutaties bouwjaren
Aantal mutaties pandgeometrie
Aantal mutaties gebruiksdoel
Aantal mutaties oppervlakte woningen
Aantal mutaties oppervlakte niet-woningen
Aantal
Aantal maatwerkwaarden
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
Toelichting per kolom:
Aantal:
Het aantal in de kolom Aantal betreft het aantal mutaties die hebben plaatsgevonden gedurende de
opgegeven periode ten aanzien van de in de eerste kolom opgenomen mutatiesoort. Het gaat daarbij
dus om het aantal mutaties waarbij:
 het attribuut bouwjaar van bestaande panden is gewijzigd (dus niet de mutaties waarbij een
geheel nieuw pand wordt opgevoerd);
 de pandstatus bij bestaande panden (dus niet de mutaties waarbij een geheel nieuw pand
wordt opgevoerd), gewijzigd is van de waarde “in gebruik (niet ingemeten)” naar “in gebruik”;
 het attribuut gebruiksdoel van bestaande verblijfsobjecten is gewijzigd (dus niet de mutaties
waarbij een geheel nieuw verblijfsobject wordt opgevoerd);
 het attribuut oppervlakte is gewijzigd van verblijfsobject met het gebruiksdoel
“woondoeleinden” (dus niet de mutaties waarbij een geheel nieuw verblijfsobject wordt
opgevoerd);
 het attribuut oppervlakte is gewijzigd van verblijfsobject met een ander gebruiksdoel dan het
gebruiksdoel “woondoeleinden” (dus niet de mutaties waarbij een geheel nieuw verblijfsobject
wordt opgevoerd).
Aantal maatwerkwaarden:
De in de kolom Aantal maatwerkwaarden opgenomen waarde geeft aan hoeveel objecten er op de
opgegeven peildatum bestaan, die voor het betreffende attribuut een maatwerkwaarde bevatten,
zoals deze door gemeenten zijn gehanteerd:
 voor ontbrekende bouwjaren wordt de maatwerkwaarde “9999” opgenomen;
 voor ontbrekende oppervlakten wordt de maatwerkwaarde “999999” opgenomen.
 Bij het bepalen van het aantal maatwerkwaarden, worden de VBO’s met een historische
status op de opgegeven peildatum niet meegenomen. De VBO’s met de status “niet
gerealiseerd verblijfsobject” of “verblijfsobject ingetrokken” blijven dus buiten beschouwing in
de telling van het aantal maatwerkwaarden.
1.2.4.2 Overzicht statuscompleetheid
Met het overzicht statuscompleetheid wordt inzicht gegeven in de mate waarin gemeenten de status
“bouw gestart” van panden bijhouden. Het overzicht kent de volgende opbouw:
Overzicht statuscompleetheid
Overzicht statuscompleetheid
Pand
Aantal
zzz9
Toelichting:
Het aantal in de kolom Aantal betreft het aantal panden waarbij gedurende de opgegeven periode de
pandstatus direct is overgegaan van “bouwvergunning verleend” naar “in gebruik (niet ingemeten)”,
zonder dat de status “bouw gestart” is opgenomen.
1.2.5 Afhandeling geweigerde berichten
Met het overzicht ‘afhandeling geweigerde berichten’ wordt inzicht gegeven in het aantal door de
BAGLV geweigerde berichten en het totaal aantal aangeboden berichten in de periode. Het overzicht
kent de volgende opbouw:
Afhandeling geweigerde berichten
Afhandeling geweigerde berichten
woonplaats
openbare ruimte
nummeraanduiding
pand
verblijfsobject
ligplaats
standplaats
overig
Totaal
Aantal geweigerd
Totaal aantal
zz9
zz9
zz9
zz9
zz9
zz9
zz9
zz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzz9
zzzz9
Steekproef van geweigerde berichten
<<bericht identificatie>>
<<bericht identificatie>>
Toelichting:
Het aantal in de kolom Aantal geweigerd betreft het aantal berichten dat gedurende de opgegeven
periode is geweigerd.
Het aantal in de kolom Totaal aantal betreft het aantal berichten dat gedurende de periode is
binnengekomen.
Uit het aantal geweigerde berichten wordt een steekproef getrokken van 10% van het aantal. Met een
maximum van 100. De bericht identificaties van deze berichten worden opgesomd.
Bij een samenwerkingsverband waarbij gebruik gemaakt wordt van één certificaat, worden de
berichten van alle gemeenten meegeteld die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband.
1.2.6 Afhandeling terugmeldingen
Pas wanneer het mogelijk is terugmeldingen op de BAG te doen via digimelding, kunnen er cijfers
worden geleverd over de afhandeling van terugmeldingen.
1.2.7 A-selecte steekproef
De omvang van deze steekproef wordt bepaald aan de hand van de volgende tabel:
Aantal mutaties in objecten in de
periode waarover de audit zich uitstrekt
25 of minder mutaties
26 – 39 mutaties
40 – 59 mutaties
60 – 79 mutaties
80 – 149 mutaties
150 – 199 mutaties
200 – 399 mutaties
400- 799 mutaties
800 - 1999 mutaties
2000 – 2499 mutaties
2500 of meer mutaties
Omvang van de steekproef
Alle mutaties
25
30
40
50
65
75
85
90
95
100
Voor de selectie die voortkomt uit deze steekproef geldt dat van alle zeven objecttypen die in de BAG
voorkomen (woonplaats, openbare ruimte, nummeraanduiding, pand, verblijfsobject, standplaats en
ligplaats, er ten minste één mutatie in de selectie is opgenomen. Alleen indien in de opgegeven
periode geen mutaties van een bepaald objecttype hebben plaatsgevonden wordt dit objecttype
buiten de steekproef gehouden. Zo ligt het voor de hand dat er geen wijzigingen in de geregistreerde
woonplaatsen zijn doorgevoerd. Mutaties liggen in de opgegeven selectieperiode als de
verwerkingsdatum van de mutatie in LV BAG in de selectieperiode ligt.
Eerst worden van elk van de objecten aselect twee mutaties geselecteerd. De rest van de steekproef
wordt als volgt opgebouwd: voor 20% worden aselect mutaties op panden uit de BAG getrokken, voor
20% worden mutaties op verblijfsobjecten met de gebruiksfunctie ‘woonfunctie’ uit de BAG getrokken
en voor 20% worden mutaties op verblijfsobjecten met een gebruiksfunctie anders dan
woondoeleinden uit de BAG getrokken.
De mutaties op de Nummeraanduidingen worden apart getrokken (totaal 40%). Eerst worden de
mutaties op de Nummeraanduidingen geselecteerd die horen bij de getrokken VBO’s. Deze
nummeraanduidingen worden getoond als ze in de periode zijn gewijzigd. Dit aantal wordt aangevuld
tot een totaal van 40% met overige Nummeraanduidingen die in de periode zijn gemuteerd.
Bij het bepalen van de aantallen wordt naar boven toe afgerond om gehele getallen te krijgen.