Basismilitair (2014)

Basis Militair
Beroepscompetentieprofiel
Inhoudsopgave
Wat is een beroepscompetentieprofiel? ............................................................................................ 3
Wat is de functie van een beroepscompetentieprofiel? .................................................................. 3
Waarom een format beroepscompetentieprofiel? ........................................................................... 3
Colofon .................................................................................................................................................. 4
Brondocumenten .................................................................................................................................. 5
1
Algemene informatie over het beroep ......................................................................................... 6
1.1 Mogelijke functiebenamingen .................................................................................................... 6
1.2 Beschrijving van het beroep ...................................................................................................... 6
1.3 Loopbaanperspectief ................................................................................................................. 8
1.4 Trends en innovaties ................................................................................................................. 8
2
Overzicht van kerntaken en werkprocessen in het beroep ................................................... 11
3
Beschrijving van de kerntaken .................................................................................................. 12
3.1 Kerntaak 1 Voert militaire basisvaardigheden uit .................................................................... 12
3.2 Kerntaak 2 Ontwikkelen tot een vakbekwame professionele militair ...................................... 17
Nawoord .............................................................................................................................................. 17
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als
mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met
'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De
personen die in dit document de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze
optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
2
Wat is een beroepscompetentieprofiel?
Een beroepscompetentieprofiel (BCP) beschrijft de werkzaamheden en competenties die
nodig zijn om een bepaald beroep uit te oefenen. Hierbij wordt uitgegaan van een
vakvolwassen werknemer die al drie tot vijf jaar in het beroep werkzaam is.
Drie begrippen staan centraal in het beroepscompetentieprofiel: kerntaken, opgesplitst in
een aantal werkprocessen en de competenties die noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de
werkzaamheden. De inhoud van een beroepscompetentieprofiel moet herkenbaar zijn voor
het bedrijfsleven. Daarom worden deze profielen opgesteld in opdracht van of in
samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven. Om het document een formele status
te geven, is vaststelling door het georganiseerde bedrijfsleven noodzakelijk.
Wat is de functie van een beroepscompetentieprofiel?
Een beroepscompetentieprofiel kan verschillende functies vervullen. Binnen een branche
kan het een hulpmiddel zijn bij functiewaardering, het kan ook gebruikt worden voor verdere
professionalisering van werknemers, voor de ontwikkeling van competentie-instrumenten
en als voorlichtingsmateriaal. Daarnaast kan een beroepscompetentieprofiel dienen als
input voor opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Het bedrijfsleven is immers
‘afnemer’ van mbo-gediplomeerden en is daarom in hoge mate richtinggevend voor de
eisen die gesteld moeten worden aan deze gediplomeerden. De eisen hebben zowel
betrekking op de aard en inhoud van de werkzaamheden als op de mate van bekwaamheid
waarmee iemand handelt: zijn competenties. In het schema is deze laatste functie van het
beroepscompetentieprofiel weergegeven:
Bedrijfsleven
Beroepscompetentieprofielen
Kenniscentra in samenwerking met
onderwijs en bedrijfsleven
>
Opleidingseisen in
kwalificatiedossier
Onderwijs
>
Concrete
opleidingen en
examens
Conform deze ketengedachte is het bedrijfsleven verantwoordelijk voor het ontwikkelen en
onderhouden van beroepscompetentieprofielen. Kenniscentra ontwikkelen en onderhouden
op basis van deze beroepscompetentieprofielen de opleidingseisen in de vorm van
kwalificatiedossiers. Dit gebeurt in samenwerking met vertegenwoordigers van sociale
partners en onderwijs. Het onderwijs ontwikkelt op basis van de kwalificatiedossiers
concrete opleidingen en examens.
Waarom een format beroepscompetentieprofiel?
Uitgaande van het feit dat dit beroepscompetentieprofiel de basis vormt voor het eventueel
ontwikkelen of aanpassen van een kwalificatiedossier, is het van belang dat het
beroepscompetentieprofiel voldoet aan een aantal minimumeisen. Bij de ontwikkeling van
kwalificatiedossiers is het verder van belang dat beroepen onderling vergeleken kunnen
worden. Een bepaalde mate van uniformiteit is hierbij gewenst. Daarom is een format
beroepscompetentieprofiel ontwikkeld.
De informatie over het beroep is verdeeld over drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk
bevat algemene informatie over het beroep, loopbaanontwikkelingen en trends en
innovaties. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de hoofdtaken en
werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar (kerntaken en werkprocessen). Een uitwerking
van deze werkzaamheden en de daarbij behorende competenties komt in hoofdstuk 3 aan
bod. Het is daarbij belangrijk om per competentie normen aan te geven waaruit blijkt dat de
beroepsbeoefenaar de taak goed heeft uitgevoerd.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
3
Colofon
Ontwikkeld door
Expertgroep MBV in opdracht van Projectleider
Loopbaanlint (mei 2008)
Update van BCP (oktober 2013 – maart 2014) door:
CZSK Kltz P.M. Stähli
CLAS Lkol T.A.T.J de Bruijn bc
CLSK Lt-kol drs. M. van der Krogt
Kol drs. G.J.A. van Tintelen Ministerie van Defensie
Mevrouw L. Vleeming
ECABO
In opdracht van
Sectorraad Defensie
Verantwoording
Vastgesteld door
Regiegroep O&T
Op 13 maart 2014 te Den haag
Sectorraad Defensie ECABO
Op 25 september 2014 te Amersfoort
Sectorraad Defensie
Het ECABO bestuur wordt ondersteund door een sectorraad Defensie. Deze commissie
met afgevaardigden uit het bedrijfsleven en het onderwijs, behartigt de opleidingsbelangen
voor de beroepsgroep. De beroepseisen zijn vastgesteld door:
Namens de werkgevers / beroepsorganisaties
Naam
Werkzaam bij
Namens
Kolonel C.A. de Rijke
Defensie\DPOD
Defensie
Kolonel G.J.A. van Tintelen
Defensie\DPOD\BLIM
Defensie
De heer F.J.G. Kuijpers
Defensie\DPOD\DCC
Defensie
Naam
Werkzaam bij
Namens
De heer R. Schilperoort
Bond AMFP/FNV
AMFP/FNV
Naam
Werkzaam bij
Namens
De heer R. Texier
MBO Amersfoort
MBO Raad
De heer J.H.M. Rondeel
ROC van Amsterdam
MBO Raad
De heer M. van der Pijl
ROC Midden Nederland
MBO Raad
Namens de werknemers
Namens het onderwijs
BCP Basis Militair 22 mei 2014
4
Brondocumenten
CDS aanwijzing 700 A&B (CDS S.2006038819)
Land Doctrine Publicatie. Militaire Doctrine voor het Landoptreden (CDS, 05-10-2009)
Defensiebeleid Wereldwijd dienstbaar (18-09-2007)
Gedragscode Defensie (CDS, 2007)
Regelgeving Fysieke Inzetbaarheids Tests (LO/S & TGTF, 2009)
Instructiekaart Mentale Vorming (IK 2-16)
Handboek Mentale Vorming (2-9201)
Handboek Militair (HB 2-1352, december 2010)
Handboek Marinier
Defensie competentiewoordenboek (02-01-2009)
Leidraad Maritiem Optreden (2005)
Nota MBV (CZSK, 01-10-2007; CLAS 25-05-2007)
KP Basissoldaat KL (20-12-2012)
Handboek expeditionaire bewaking en beveiliging CLSK (mei, 2013)
BCP Matroos Operationele Dienst (mei 2008)
BCP Manschap Grondoptreden (mei 2008)
BCP Basis Militair 22 mei 2014
5
1
Algemene informatie over het beroep
1.1 Mogelijke functiebenamingen
Binnen Defensie zijn bijna alle functies mogelijk die ook in de civiele maatschappij in
Nederland mogelijk zijn. Defensie hanteert daarvoor specifieke functiebenamingen.
Kenmerkend voor de uitvoering van de werkzaamheden is dat de militair werkzaamheden
uitvoert die plaatsvinden in een binnenlandse of buitenlandse (militaire) omgeving waarbij
taken worden uitgevoerd die kunnen variëren van vredeafdwingende- tot vredebewarende
operaties en ook anti-terreur- en humanitaire operaties, evenals vele vormen van bijstand
en hulpverlening aan nationale en internationale (civiele) autoriteiten.
De basis militair wordt bij de krijgsmachtdelen als volgt genoemd:
 Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) Marinier / Matroos
 Commando Landstrijdkrachten (CLAS): Soldaat
 Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK): Soldaat
 Koninklijke Marechaussee (KMar): Marechaussee
1.2 Beschrijving van het beroep
Werkomgeving
Typerende
beroepshouding
De militair is werkzaam op kazernes, aan boord van een
varende eenheid, op een vliegbasis, base en/of compound en
in het (militaire) veld overal op de wereld.
Adequaat gedrag en houding conform de voor de krijgsmacht
geldende regels, waarden en normen zijn uitermate belangrijk.
Dit betekent: zich gedragen volgens en houden aan de
gedragscode Defensie, de militaire wet- en regelgeving en de
militaire hiërarchie.
In belangrijke mate dienen de volgende
persoonseigenschappen te zijn ontwikkeld of dienen
gedurende zijn loopbaan verder te worden ontwikkeld om goed
te kunnen functioneren:
 ethisch bewust zijn
 kameraadschappelijk zijn
 zelfstandig zijn
 trots zijn
 stressbestendig zijn
 incasseringsvermogen hebben
 doorzettingsvermogen hebben
 gedisciplineerd zijn
 prestatiegericht zijn
 actief zijn
 moedig zijn
 creatief zijn
 communicatief vaardig zijn
 initiatief nemen
 nauwkeurig zijn
 organisatie bewust zijn
 oplossingsgericht zijn
 verantwoordelijkheidsbewust zijn
 flexibel zijn
Daarbij dient de militair te beschikken over een goede fysieke
en mentale conditie.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
6
Aard van de werkzaamheden
De militair werkt in teamverband, maar voert ook
werkzaamheden zelfstandig uit. Hij ontvangt opdrachten van
en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo
nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de
randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten moeten worden
uitgevoerd. Na instructies van de leidinggevende voert hij
opdrachten met de groep uit. De opdrachten bestaan uit
militaire basistaken, bijvoorbeeld waarnemen in het terrein, het
uitvoeren van een militaire beveiliging en het optreden bij
incidenten. De militair heeft tevens een coördinerende rol op
een laag niveau. Dit betekent dat hij op verzoek van de
leidinggevende (een deel van) de groep instructies geeft
binnen een specifieke opdracht of dat hij de leidinggevende
ondersteunt. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de
leidinggevende. Naast het optreden als militair, ligt de nadruk
1
op het verder professionaliseren van zichzelf, zijn buddy of
medeteamlid en het team.
Essentiële beroepshouding
Voor de uitvoering van de werkzaamheden is het belangrijk dat
de militair goed kan samenwerken. Daarnaast moet hij ethisch
bewust zijn. Dat betekent dat hij in zijn gedrag en houding
onder andere de voor de Defensie geldende regels, waarden
en normen naleeft. Ook is het belangrijk dat hij bereid is te
leren en instructies, verbetervoorstellen e.d. aan te nemen.
Rol en
verantwoordelijkheden
De militair functioneert als uitvoerende en ondergeschikte. Hij
voert in opdracht zijn taken zelfstandig of in teamverband uit
en vraagt ondersteuning waar nodig.
Naast zijn functionele werkzaamheden wordt de militair belast
met algemene opdrachten en deeltaken die los staan van zijn
organieke functie. Deze taken komen voort uit de
vredesbedrijfsvoering en de verschillende fases van een actie
in een operationele omgeving die de eenheid waartoe hij met
zijn groep behoort moet uitvoeren.
Binnen de kazerne c.q. vliegbasis of omgeving of aan boord
van een schip neemt de militair deel aan en is hij
verantwoordelijk voor het:
 verder ontwikkelen van de mentale en fysieke fitheid,
beroepskennis, professionele basisvaardigheden en
persoonlijke eigenschappen
 onderhouden en in bedrijf houden van bewapening,
uitrusting en materieel
 voorbereiden op een operationele inzet
 in stand houden van de leefbaarheid van de woon- en
werkomgeving
 uitvoeren van diverse vormen van militair ceremonieel
 verzorgen van opgedragen in- en externe
steunverleningen, etc.
Complexiteit
Bij de door de militair uit te voeren taken is geen sprake van
een grote mate van complexiteit. Echter de militaire context
1
De basis van het militair opleiden, trainen en opereren is het zogenaamde "buddy"systeem. Dit houdt niet alleen
in dat de militair nooit wat alleen doet, maar dat hij blindelings leert vertrouwen op zijn buddy (een militair die deel
uitmaakt van dezelfde groep) die hem zowel onder vredes- als crisisomstandigheden assisteert, controleert,
aanmoedigt en ondersteunt.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
7
Wettelijke
beroepsvereisten
Branche vereisten
Nederlands en (moderne)
vreemde talen
waarbinnen hij functioneert kan, in sommige situaties, zorgen
voor een grote mate van stress en tijdsdruk voor kortere of
langere tijd bij het uitvoeren van taken onder (operationele)
omstandigheden. Een andere complicerende factor is dat hij
binnen een specifieke (deel)opdracht verschillende rollen moet
kunnen aannemen, namelijk als uitvoerder of als ondersteuner
van de leidinggevende. Dit vereist steeds andere competenties
van de militair.
N.v.t.
Om als militair te werken bij Defensie moet hij voldoen aan de
door Defensie gestelde aanstellingseisen. Voor meer
informatie, zie:
www.werkenbijdefensie.nl/defensie-alswerkgever/toelatingseisen-en-keuring/
Nederlands
Past Nederlands toe in de militaire context (niveau ERK:
luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken B1,
schrijven B1).
Engels
Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK:
luisteren A2+, lezen A2, gesprekken voeren A2+, spreken A2+,
schrijven A1; STANAG 6001-niveau: listening 1, speaking 1,
reading 1, writing 1). De nadruk ligt op luisteren en gesprekken
voeren, zodat met internationale collega’s kan worden
samengewerkt.
1.3 Loopbaanperspectief
De militair start op het niveau van soldaat, marechaussee, matroos of marinier.
Na indiensttreding bestaat zijn opleiding uit een algemeen (militair) deel en een
vaktechnisch deel (bij een specialistisch opleidingscentrum) dat per militair kan verschillen.
Binnen Defensie wordt een leerweg gedurende de carrière van de militair gevolgd. De
leerweg is sterk afhankelijk van de functies die de militair vervult. Hij keert voor het
vervullen van een geheel nieuwe functie terug naar een opleidingscentrum voor het volgen
van (aanvullende) vakopleidingen. Hij heeft ruime mogelijkheden om zich verder te scholen.
De militair wordt opgeleid voor taken op het uitvoerende niveau. De militair heeft de
mogelijkheid om verschillende functies op het niveau van soldaat te vervullen, maar heeft
ook de mogelijkheid om door te groeien.
Loopbaanmogelijkheden:
De militair kan, bij goed functioneren en afhankelijk van de behoefte, doorgroeien naar de
rang van (leidinggevende) korporaal en/of onderofficier. Doorgroei naar officierfuncties
is eventueel mogelijk na het afronden van een HBO / WO studie en mede afhankelijk van
de behoefte aan officieren.
1.4 Trends en innovaties
Hieronder worden relevante ontwikkelingen voor het beroep beschreven. Trends en
innovaties geven aan in hoeverre het beroep nog kan veranderen onder invloed van
vernieuwingen. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, in wetgeving en
overheidsregulering en in de beroepsuitoefening zelf (bijvoorbeeld technologische
veranderingen of marktontwikkelingen in de sector).
BCP Basis Militair 22 mei 2014
8
Arbeidsmarkt
De opleiding Veiligheid en Vakmanschap (WEB niveau 2, 3
en 4) geeft een goede kans op een baan bij Defensie. Dit
blijkt onder andere uit de (jaarlijkse) arbeidsmarktmonitor
(Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs) van ECABO. Zie
voor actuele informatie: http://www.ecabo.nl Leerlingen met
een diploma Veiligheid en Vakmanschap die zijn
goedgekeurd bij Defensie en het veiligheidsonderzoek met
positief resultaat hebben doorlopen, krijgen een aanstelling
aangeboden als militair. Voor startende beroepsbeoefenaars
op niveau 2, 3 en 4 heeft Defensie voldoende banen. Het
flexibele personeelssysteem van Defensie voorziet in een
continue instroom en uitstroom van jonge militairen, waardoor
er jaarlijks een substantiële behoefte bestaat aan nieuw
personeel.
Ondanks de bezuinigingen bij Defensie blijft de behoefte aan
instroom van nieuw personeel (manschappen en
onderofficieren) uit de VeVa opleiding groot. Defensie heeft
een jaarlijkse behoefte aan de instroom van ongeveer 3.000
militairen. Om dit te realiseren is er ook jaarlijks een behoefte
van ongeveer 3.000 leerlingen aankomend medewerker
(niveau 2) of aankomend onderofficier (niveau 3 of 4).
Defensie heeft ook continu een grote behoefte aan technisch
hoogwaardig geschoold personeel dat binnen en buiten
Nederland kan worden ingezet.
Wetgeving en regelgeving
De krijgsmacht heeft als instrument van de overheid een
specifieke positie in de rechtstaat. De doelstellingen en
hoofdtaken van de krijgsmacht zijn vastgelegd in de
grondwet. De krijgsmacht is een verlengstuk van de politiek.
Ontwikkelingen in de
beroepsuitoefening
Nationale en internationale ontwikkelingen:
Er is sprake van (toenemende) gevoelens van onveiligheid,
zowel nationaal als internationaal, wat kan leiden tot een
toename van de inzet van militairen. Als de politiek hiertoe
besluit voert Defensie de betreffende activiteiten uit.
Tevens is er sprake van een (toenemend) gevaar voor
terrorisme, wat samenwerking vereist met andere landen in
de VN, de NAVO, de OVSE en de EU. Deze ontwikkeling
heeft tot gevolg dat internationale vredes- en
crisisbeheersingsoperaties een steeds belangrijker rol krijgen
binnen de krijgsmacht. Nederlandse militairen zijn daardoor
veelvuldig buiten Nederland werkzaam. Van de militair wordt
verwacht dat hij flexibel om kan gaan met uitzendingen en dat
hij tijdens de uitvoering van zijn werk steeds vaker in militair
Engels met zijn (buitenlandse) collega's moet communiceren.
Het onderscheid tussen internationale en binnenlandse
veiligheid vervaagt steeds meer. De krijgsmacht is een
structurele partner in de nationale veiligheidsketen, naast
bijvoorbeeld politie en brandweer. De militair zal tijdens zijn
werkzaamheden steeds vaker met collega's van buiten
Defensie samenwerken.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
9
Technologische ontwikkelingen:
De militair krijgt tijdens zijn werkzaamheden in toenemende
mate te maken met technologische ontwikkelingen. Deze
ontwikkelingen vragen aanvullende competenties van de
militair. De belangrijkste technologische ontwikkelingen zijn:
 toename automatisering, bijvoorbeeld wat betreft
beveiligingssystemen
 toename van het gebruik van informatietechnologie
 nieuwe communicatiesystemen en navigatie- systemen
 voortschrijdende technologische ontwikkelingen op het
gebied van militaire hulpmiddelen en materieel
 toename van dreiging van cybercrime
Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen
Defensie is de afgelopen tien jaar geherstructureerd en
verkleind. Dit betekent dat met minder mensen, meer taken
verricht moeten worden. Een militair moet daardoor over meer
verschillende competenties beschikken. Verder betekent het
dat eenheden (militairen) flexibeler en sneller ingezet worden.
Defensie heeft een flexibel personeelssysteem. Gedurende
de aanstelling heeft de militair gelegenheid om richting te
geven aan de eigen loopbaan. Er vindt daarom actieve
loopbaanbegeleiding plaats. Uiterlijk rond het 35e levensjaar
wordt bepaald of hij zijn loopbaan bij Defensie kan
voortzetten. Dat is uiteraard afhankelijk van de behoefte en
kwaliteiten van de persoon en de behoefte van de organisatie.
Als de militair niet kan blijven dan zorgt Defensie voor
begeleiding van werk naar werk, eventueel ondersteund door
aanvullende opleidingen. De militair heeft hierin zelf ook een
eigen verantwoordelijkheid.
Om de employability van de militair te vergroten streeft
Defensie er naar dat iedere militair ten minste beschikt over
een MBO-2 startkwalificatie.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
10
2
Overzicht kerntaken en werkprocessen in het beroep
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen die
kenmerkend zijn voor het beroep.
Een kerntaak is een kenmerkende taak binnen de beroepsuitoefening. Het betreft een
substantieel deel van de beroepsuitoefening naar omvang, tijdsbeslag, frequentie en/of
belang.
Een werkproces is een afgebakend onderdeel van een kerntaak. Het werkproces kent een
begin en een eind, heeft een resultaat en wordt kenmerkend herkend in de beroepspraktijk.
De werkprocessen worden in handelingen beschreven opdat duidelijk is wat de
beroepsbeoefening inhoudt.
Basis militair
Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1: Handhaaft zich in de militair “veilige”omgeving
1.1. Bereidt een militaire opdracht voor
1.2
Maakt en houdt zijn uitrusting/materiaal inzetgereed
1.3
Besteedt aandacht aan persoonlijke hygiëne en preventieve
gezondheidszorg
1.4
Bouwt zijn fysieke conditie op en onderhoudt deze
1.5
Maakt gebruik van zijn persoonlijk wapen
1.6
Treedt op bij incidenten en calamiteiten
1.7
Treft beschermende maatregelen tegen en reageert op de
inzet van CBRN en dreiging als gevolg van TIM
1.8
Is alert op en neemt maatregelen bij het ontdekken van
munitie, mijnen en IED’s
1.9
Draagt bij aan de beveiliging van de veilige plaats
1.10 Evalueert zijn optreden
Kerntaak 2: Ontwikkelt zich tot een vakbekwame professionele militair
2.1
Neemt deel aan de militaire vervolgopleidingen die van hem
een vakbekwame professionele militair maken.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
11
3
Beschrijving van de kerntaken
In dit hoofdstuk zijn de verschillende kerntaken in dit beroepscompetentieprofiel
beschreven. Daarnaast worden in de rechterkolom de werkprocessen benoemd en
resultaten die een werkproces moet opleveren.
3.1 Kerntaak 1 Handhaaft zich in de militair “veilige” omgeving
Kerntaak 1 Handhaaft zich in de militair “veilige”
Werkprocessen bij kerntaak 1
omgeving
Beschrijving werkproces:
1.1 Bereidt een militaire opdracht
voor
De militair ontvangt een mondelinge of schriftelijke opdracht
van zijn leidinggevende. Hij bereidt deze opdracht alleen of
samen met zijn buddy of teamleden voor. Hij verzamelt alle
Competenties 1.1:
relevante informatie en maakt zo nodig een eenvoudig plan
besluitvaardigheid, initiatief,
van aanpak (inclusief tijdsplan). Hij maakt daarbij gebruik
samenwerken, communicatie,
van instructiekaarten en/of andere bronnen. Hij stelt vragen
organisatiebewustzijn,
en controleert of hij de opdracht(en) begrepen heeft. Hij
resultaatgerichtheid, flexibiliteit,
onderzoekt en ordent de gegevens zodanig dat hij een goed stressbestendigheid
beeld krijgt van wat de opdrachtgever met de opdracht(en)
wil bereiken. Hij maakt in opdracht van zijn leidinggevende
een lijst met aandachtspunten en de te hanteren werkwijze.
Resultaat:
De opdracht is begrepen en de voorbereiding is conform de eisen uitgevoerd.
Het gestelde doel is binnen de gestelde tijd bereikt.
Er is ingespeeld op veranderende eisen en omstandigheden.
Beschrijving werkproces:
1.2 Maakt en houdt zijn
uitrusting/materiaal
De militair maakt zijn eigen basisgevechtsuitrusting en
inzetgereed
overige gevechtsuitrusting (organieke en niet organieke
uitrustingsstukken, materialen en hulpmiddelen) passend,
stelt deze op uniforme wijze samen en maakt deze
Competenties 1.2:
gebruiksgereed. Hij assisteert zijn buddy en/of teamleden bij organisatiebewustzijn, plannen,
het uitvoeren van deze handelingen. Hij signaleert gebreken resultaatgerichtheid, samenwerken,
aan materialen en hulpmiddelen en meldt deze aan zijn
flexibiliteit, stressbestendigheid
leidinggevende. Ook onderhoudt hij zijn materialen en
hulpmiddelen. Voor aanvang van een opdracht inspecteert
hij de samenstelling van tenue, uitrusting en bepakking.
Resultaat:
Zijn eigen tenue en uitrusting zijn compleet, passend en op tijd gebruiksgereed.
Materialen en middelen zijn onderhouden en gebreken zijn gesignaleerd en gemeld aan de
leidinggevende.
De functionele werkzaamheden zijn effectief en efficiënt uitgevoerd en de gebruikte middelen zijn
gereed voor inzet.
Beschrijving werkproces:
1.3 Besteedt aandacht aan
persoonlijke hygiëne en
De militair garandeert zijn persoonlijke inzetbaarheid en die
preventieve gezondheidszorg
van zijn buddy en/of overige teamleden door aandacht te
besteden aan persoonlijke hygiëne, persoonlijke mentale
fitheid, het voorkomen en bestrijden van stress en het
Competenties 1.3:
hanteren van een gezonde leefstijl. Hij treft daarvoor de
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
voorgeschreven preventieve maatregelen, zoals het
verantwoordelijkheidsbesef
verzorgen van het lichaam, op tijd drinken, kleding drills,
zoals het aanpassen van de kleding aan de
omstandigheden. Hij doet dit zowel op de kazerne,
vliegbasis, aan boord van een schip, op de base/compound
als in het (militaire) veld overal op de wereld.
Resultaat:
De militair blijft inzetbaar.
Hij heeft preventieve maatregelen getroffen conform de voorschriften van Defensie.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
12
Beschrijving werkproces:
1.4 Bouwt zijn fysieke conditie op
en onderhoudt deze
De militair garandeert zijn persoonlijke inzetbaarheid door
aandacht te besteden aan zijn fysieke fitheid. Hij traint zijn
kracht en uithoudingsvermogen door middel van sport,
Competenties 1.4:
verplaatsingen te voet, grensverleggende en vormende
resultaatgerichtheid, initiatief,
(groeps) activiteiten en andere fysieke (groeps)opdrachten.
verantwoordelijkheidsbesef
Bij het opwerken van de conditie hanteert hij zijn persoonlijk
trainingsprogramma, schat hij zijn eigen kunnen in, merkt hij
blessures op en laat hij deze zo nodig behandelen. Hij let er
ook op dat zijn teamleden bovenstaande handelingen
uitvoeren. Wanneer zij dit niet doen spreekt hij hen hierop
aan. Om te bepalen of hij over de vereiste fysieke conditie
beschikt neemt hij tussentijds en aan het einde van een
opwerkperiode deel aan de Defensie conditieproef, de
Fysieke Inzetbaarheids Test (FIT) en/of eventuele andere
testen. Wanneer hij te water raakt weet hij zichzelf te redden
of drijvende te houden.
Resultaat:
De militair beschikt over een goede fysieke gesteldheid die hem in staat stelt zijn werkzaamheden uit
te voeren.
Beschrijving werkproces:
1.5 Maakt gebruik van zijn
persoonlijk wapen
De militair maakt indien noodzakelijk gebruik van zijn
persoonlijk wapen. Hij doet dit vanuit een gedekte positie
om zijn overlevingskans te vergroten. Hij gebruikt
Competenties 1.5:
verplaatsingstechnieken om gedekt te blijven om zo zijn
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
verantwoordelijkheidsbesef,
wapen effectief te (kunnen) gebruiken. Hij observeert en
neemt waar in het gebied, om de vijand te lokaliseren. Hij
besluitvaardigheid, initiatief
verdedigt zowel zichzelf als de leden van zijn team, als
organisatiebewustzijn, flexibiliteit,
mede het hem toevertrouwde materieel. Gebreken aan zijn
stressbestendigheid, durf
wapen meldt hij aan de leidinggevende en lost hij indien
mogelijk zelf op.
Resultaat:
De juiste maatregelen zijn getroffen, er is alert, juist en kalm opgetreden, waardoor verdere (ernstige)
consequenties van het incident zijn voorkomen of beperkt.
Er is zo weinig mogelijk materiële en immateriële schade.
De overlevingskansen zijn vergroot, zowel voor hem zelf als ook voor zijn teamleden.
Beschrijving werkproces:
1.6 Treedt op bij incidenten en
calamiteiten
De militair treedt in het geval van een incident en/of
calamiteit handelend op. Hierbij neemt hij alle noodzakelijke
maatregelen die zijn eigen veiligheid, die van het (de)
Competenties 1.6:
slachtoffer(s) en die van anderen waarborgen. Hij past de
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
juiste procedures toe. Hij instrueert slachtoffers en andere
verantwoordelijkheidsbesef,
betrokkenen. Hij maakt een snelle overname van de zorg
organisatiebewustzijn, samenwerken,
flexibiliteit, stressbestendigheid,
voor (het) slachtoffer(s) mogelijk. Hij zet zo mogelijk het
communicatie, besluitvaardigheid,
gebied af en onderhoudt met behulp van communicatiemiddelen contact met zijn leidinggevende en met (externe)
initiatief, integriteit, durf, plannen
hulpdiensten.
Hij beoordeelt als hulpverlener de toestand van het
slachtoffer, verricht levensreddende handelingen, behandelt
letsels en hij voorkomt dan wel beperkt verslechtering in
zowel de lichamelijke als de geestelijke toestand van het
slachtoffer.
Hij neemt op de kazerne, vliegbasis, base/compound of aan
boord maatregelen die betrekking hebben op
brandpreventieve voorzieningen. Bij tekortkomingen meldt
hij deze aan zijn leidinggevende. Indien er zich een brand
voordoet blust hij deze met de aanwezige of
geïmproviseerde middelen.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
13
Resultaat:
Het incident of de calamiteit is volgens de procedures afgehandeld, de juiste maatregelen zijn
getroffen en er is zo veel mogelijk rust ontstaan.
Er is zo weinig mogelijk materiële en immateriële schade ontstaan.
De juiste hulp is ingeroepen: er is voldoende contact geweest en goed samengewerkt met collega’s /
leidinggevende / hulpdiensten, zo nodig met behulp van communicatiemiddelen.
Door het alerte, juiste en kalme optreden zijn verdere (ernstige) consequenties van het incident of
calamiteit voorkomen of beperkt.
Er is snel en nauwkeurig gerapporteerd aan leidinggevende en hulpdiensten.
Beschrijving werkproces:
1.7 Treft beschermende
maatregelen tegen en reageert
De militair neemt beschermende maatregelen tegen de
op de inzet van CBRN en
gevaren van besmetting door de inzet van Chemische,
dreiging als gevolg van TIM
Biologische, Radiologische en Nucleaire middelen (CBRN)
en de gevolgen van Toxic Industrial Materials (TIM). Hij
doet dit volgens vaste procedures. Hij neemt preventieve
Competenties 1.7:
maatregelen bij dreiging van CBRN-TIM. Bij de inzet van
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
een middel reageert hij onmiddellijk en past de aangeleerde verantwoordelijkheidsbesef,
persoonlijke reactie drills toe. Zodra de dreiging voorbij is,
flexibiliteit, stressbestendigheid,
voert hij de persoonlijke ontsmettingsmaatregelen uit.
besluitvaardigheid, initiatief, plannen
Daarnaast is de militair zich bewust van de aanwezigheid
van giftig industrieel afval.
Resultaat:
Door preventieve en beschermende maatregelen zijn de gevolgen tot een minimum beperkt doordat
er volgens procedures gehandeld is en de juiste maatregelen zijn getroffen. Hierdoor is zo weinig
mogelijk materiële en immateriële schade ontstaan.
Door het snelle en alerte optreden zijn verdere (ernstige) consequenties voorkomen of beperkt.
Er is snel en nauwkeurig gerapporteerd aan de leidinggevende.
Beschrijving werkproces:
1.8 Is alert op en neemt
maatregelen bij het ontdekken
De militair is bij het uitvoeren van controles aan personen
van munitie en mijnen en IED’s
en voertuigen alert op de aanwezigheid van munitie, mijnen
en IED’s die hij tegen kan komen. Deze controles bestaan
uit het fouilleren van personen en doorzoeken van
Competenties 1.8:
voertuigen.
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
Bij constatering van munitie en mijnen en IED’s reageert en verantwoordelijkheidsbesef,
handelt hij volgens voorgeschreven procedures. De militair
organisatiebewustzijn, samenwerken,
beheerst daarom minimaal het niveau van “Search Aware”.
stressbestendigheid, communicatie,
Bij het signaleren van munitie meldt hij dit aan zijn
besluitvaardigheid, initiatief, integriteit,
leidinggevende. Vervolgens markeert hij de plaats waar de
plannen, flexibiliteit, durf
munitie ligt. Bij het ontdekken van een mijn, maakt hij
melding van de ligging aan zijn leidinggevende.
Resultaat:
Het gebied of terrein is veilig doordat de handelingen alert, juist en kalm volgens de regels zijn
uitgevoerd, waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan.
Er is tijdig gerapporteerd aan de leidinggevende.
De juiste stabiliserende activiteiten zijn uitgevoerd met behulp van de effectieve inzet van benodigde
materialen en middelen.
Controles zijn alert, juist, kalm, volgens regels en op basis van instructies van de leidinggevende
uitgevoerd, waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan.
De personen, de voertuigen of het gebied is veilig, omdat de juiste stabiliserende activiteiten zijn
uitgevoerd met behulp van de effectieve inzet van benodigde materialen en middelen.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
14
Beschrijving werkproces:
1.9 Draagt bij aan de beveiliging
van de veilige plaats
De militair voert op en/of bij de veilige plaats (zowel op de
kazerne, vliegbasis, base/compound, als aan boord van een
Competenties 1.9:
schip) toe- en uitgangscontroles, wacht-, observatie- en
samenwerken, communicatie,
openings-, brand-, en/of sluitrondes uit. Hij voert de juiste
organisatiebewustzijn, integriteit
afgesproken controlerende werkzaamheden uit op locaties en
bij objecten met een belangrijke infrastructurele waarde. Hij
controleert legitimatie- en identiteitsbewijzen. Hij neemt
bezittingen zonodig in bewaring of weigert de toegang, zodat
zijn eigen veiligheid en die van anderen niet in gevaar komt.
Daarnaast verwijst hij bezoekers door en spreekt hen aan als
zij de veiligheid in gevaar brengen.
Hij realiseert een veilige omgeving door zich te houden aan
de voorgeschreven regels en gebruiken. Wanneer hij een
situatie constateert die de veiligheid in gevaar kan brengen,
neemt hij maatregelen om risico's te beperken of weg te
nemen. Hij realiseert de veilige omgeving door het uitvoeren
van de passieve en actieve beveiligingsmaatregelen.
Hij meldt opvallende zaken en onveilige situaties aan zijn
leidinggevende. Hij spreekt collega’s aan op de naleving van
huisregels en relevante andere wetgeving. Als hij gevoelige
gegevens aantreft, zorgt hij ervoor dat die niet in verkeerde
handen vallen. Hij rapporteert en draagt zijn dienst over.
Resultaat:
Het inzet-, woon/werkgebied, de verblijfslocatie, werkruimtes, technische centrale en infrastructuur
zijn zo goed mogelijk beschermd tegen beveiligings- en veiligheidsrisico’s, conform de instructies en
procedures.
De eigen veiligheid, die van collega’s en van anderen is geborgd.
Bedrijfsprocessen zijn zo min mogelijk verstoord.
Er zijn rapportages opgesteld ten dienste van de leidinggevende.
Beschrijving werkproces:
1.10 Evalueert zijn optreden
De militair participeert actief in de evaluatie van het
optreden met het team. Hij levert een bijdrage in de
Competenties 1.10:
bespreking van het proces en het resultaat, vraagt op eigen leervermogen, samenwerken,
initiatief feedback aan buddy, teamleden en
communicatie, resultaatgerichtheid,
leidinggevende, verwoordt wat goed en/of fout is gegaan en initiatief, integriteit
stelt samen met de leidinggevende verbeterpunten op.
Resultaat:
Er is een substantiële bijdrage geleverd aan de evaluatie van de opdracht.
Hij heeft een actieve en constructieve feedback geleverd en stond open voor feedback van anderen.
Hij kent zijn eigen verbeterpunten en de verbeterpunten van de groep.
Vakkennis:
Heeft kennis van persoonlijke- en groepswapens
Heeft kennis van gebruiksmogelijkheden, werking en functionaliteit van (letale en minder-letale)
wapens
Heeft kennis van (samenwerking met) International Organisations (IO's), Non Gouvernementele
Organisations (NGO's) en humanitaire hulpverleningsorganisaties
Heeft kennis van humanitair oorlogsrecht
Heeft kennis van militair tuchtrecht
Kent de doelen, leden en hoofdactiviteiten van de NAVO en VN en de passage uit de grondwet
over Defensie
Kent de kenmerken van en werkzaamheden binnen verschillende posten (observatie-,
waarnemings- en luisterpost)
Kent de hoofdtaken van Defensie
Kent van (de gevolgen van) Toxic Industrial Materials (TIM)
Vaardigheden:
Formuleert en stelt persoonlijke verbeterpunten vast (eventueel vastleggen in een POP)
Gebruikt reddingsmiddelen (reddingsvlotten, zwemvesten)
Gebruikt sjormateriaal en voert schiemanswerkzaamheden uit (knopen en splitsen)
BCP Basis Militair 22 mei 2014
15
-
-
Gebruikt technische handleidingen (als naslagwerk)
Hanteert reflectie- en evaluatietechnieken van Defensie
Hanteert trainingsleer en trainingsschema's
Kan zich zwemmend redden
Maakt verantwoord gebruik (vanuit de functie) van communicatiemiddelen en (social) media
Past bedrijfsinstructies en procedures voor het optreden bij incidenten en calamiteiten toe
(m.b.t. brand, averij, ongevallen en/of veelvoorkomende criminaliteit)
Past ammunition awareness (AAW) toe
Past Basic Search toe: Search Aware en/of Patrol Search
Past beschermende maatregelen tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire
middelen toe (CBRN)
Past brandpreventie toe
Past de Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren A2+, lezen A2,
gesprekken voeren A2+, spreken A2+, schrijven A1; STANAG 6001: listening 1, speaking 1,
reading 1, writing 1)
Past de gedragscode Defensie toe
Past de juiste verplaatsingsmethoden toe
Past geweldsinstructies en Rules of Engagement (ROE) toe
Past het ethisch bewustwordingmodel (EBM) toe
Past het NATO spellingsalfabet toe
Past hygiëne en preventieve geneeskunde (HPG) toe
Past navigatie/plaatsbepaling toe (kaartlezen, kompas, gps en geïmproviseerde middelen)
Past omgangsnormen van Defensie toe (aanspreken met de juiste rang en/of stand)
Past wettelijke regels, procedures en (veiligheidsregels-) voorschriften van Defensie toe
Past zelfhulp kameradenhulp (ZHKH) toe
Zorgt voor een basisconditie die beter is dan de minimale eisen van Defensie (de Defensie
conditieproef)
Keuzes en dilemma:
De militair kan individueel of met zijn buddy in situaties terecht komen waarin hij (snel) een keuze zal
moeten maken. Dit geldt ook voor dilemma’s. In beide gevallen zal hij in principe altijd terugvallen op
zijn leidinggevende. De militair blijft altijd zelf verantwoordelijk voor de keuze die hij maakt met de
daarbij behorende gevolgen.
Toelichting:
Om de genoemde werkprocessen goed te kunnen uitvoeren, dienen de aangeleerde kennis en
vaardigheden periodiek op het vereiste niveau te worden gebracht en gehouden.
De militair voert in opdracht van de leidinggevende werkzaamheden uit. Hij coördineert bijvoorbeeld
een eenvoudig incident (inclusief verlenen van Eerste Hulp) of een opdracht voor het opbouwen van
zijn fysieke conditie. De leidinggevende is eindverantwoordelijk voor de opdracht.
De militair staat (in beginsel) voor de opgave te handelen volgens de regelgeving en procedures van
de krijgsmacht. Als het uitvoeren van deze opgave niet in overeenstemming is met zijn ethisch besef
kan hij een opdracht weigeren. Dit houdt in dat hij zich voor zijn handelen in de organisatie zal
moeten verantwoorden.
De militair onderneemt verschillende activiteiten. Tijdens het optreden dient alert en snel te worden
gehandeld. Het is daarom belangrijk dat hij overzicht over de situatie houdt en de consequenties
zoveel mogelijk beperkt. In geval van gebrek aan materialen en hulpmiddelen vereist de uitvoering
van het optreden een improviserend vermogen van de militair.
Afkortingen / begrippenlijst:
CBRN & TIM
Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire middelen (CBRN) en de gevolgen van Toxic
Industrial Materials (TIM) houdt in de persoonlijke bescherming tegen de uitwerking van CBRNstrijdmiddelen en het vrijkomen van Toxic Industrial Materials.
AAW
Ammunition Awareness (munitie veiligheid)
Het bewust worden van de gevaren van munitie om de risico’s op een ongeval te minimaliseren.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
16
Search
Het organiseren, leiden en toepassen van systematische procedures en geschikte uitrustingsstukken
om als steun aan militaire operaties specifieke doelen te lokaliseren.
IED’s
Improvised Explosive Device (IED) is een explosief voorwerp dat op geïmproviseerde wijze geplaatst
of gemaakt is dat destructieve, dodelijke, schadelijke, pyrotechnische of brandstichtende chemicaliën
bevat met het oogmerk te vernietigen, incapaciteren (tijdelijk uitschakelen van personeel), te
hinderen of af te leiden.
HPG
Hygiëne en preventieve gezondheidszorg hebben tot doel het verbeteren en waarborgen van de
gezondheid van de mens.
Passieve beveiligingsmaatregelen
Onder passieve beveiligingsmaatregelen vallen die maatregelen waarvoor geen personeel nodig is
tijdens de uitvoering (bijvoorbeeld een goede camouflage).
Actieve beveiligingsmaatregelen
Onder actieve beveiligingsmaatregelen vallen die maatregelen waarvoor personeel nodig is tijdens
de uitvoering (bijvoorbeeld het lopen van rondes).
3.2 Kerntaak 2 Ontwikkelt zich tot een vakbekwame professionele militair
Kerntaak 2 Ontwikkelt zich tot een vakbekwame
professionele militair
Beschrijving werkproces:
De militair volgt na zijn algemene vorming in de militaire
basis vaardigheden, aanvullende opleidingen om zich te
ontwikkelen tot een professionele beroepsmilitair.
Werkprocessen bij kerntaak 2
2.1 Neemt deel aan de militaire
vervolgopleidingen die
van hem een vakbekwame
professionele militair maken
Nawoord
Voor de militair in een startfunctie is het van groot belang dat hij competenties ontwikkelt
die hem in staat stellen succesvol te presteren binnen de complexiteit en de dynamiek van
de huidige krijgsmacht. Om succesvol te kunnen functioneren is het boven alles van belang
dat hij de militaire basisvaardigheden beheerst. Hij voldoet aan de fysieke en mentale
basiseisen om ook onder de moeilijkste omstandigheden een opdracht zo goed mogelijk te
kunnen uitvoeren. De militair staat (in beginsel) voor de opgave te handelen volgens de
regelgeving en procedures van de krijgsmacht. Als het uitvoeren van deze opgave niet in
overeenstemming is met zijn ethisch besef, kan hij een opdracht weigeren. Dit houdt in dat
hij zich voor zijn handelen in de organisatie zal moeten verantwoorden.
BCP Basis Militair 22 mei 2014
17