Planningskader wonen & zorg Gemeente Ede Samenvatting 5 maart 2014 Voorwoord Het streven is dat ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking zelfstandig in hun wijk kunnen (blijven) wonen. Dit kan alleen tot stand komen als het thema “wonen met ondersteuning en zorg” lokaal prominent op de agenda blijft staan. Maar agendasetting alleen is niet voldoende. Een vertaalslag naar concrete werkafspraken mag niet ontbreken. Hierbij zijn burgers, aanbieders van wonen, zorg en dienstverlening en gemeente nadrukkelijk aan zet. Gemeenten zijn in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk voor ondersteuning en regievoering; zij zijn ook verantwoordelijk voor het opstellen van een woonvisie en een Wmo - beleidsplan. Corporaties hebben een belangrijke verantwoordelijkheid bij het realiseren van voldoende aanbod van geschikte woningen, terwijl zorg- en dienstverlenende instellingen verantwoordelijk zijn voor de zorg en dienstverlening. Gezien de wisselwerking tussen deze actoren zal een gezamenlijke aanpak meer rendement opleveren dan de som der delen. Daarom heeft de gemeente Ede in 2013 het initiatief genomen om, samen met de woningcorporaties en de zorg- en welzijnsaanbieders, een planningskader wonen & zorg op te stellen. In het planningskader zijn verschillende vormen van wonen met zorg en de benodigde aantallen (zorg)woningen in beeld gebracht, om in de toekomstige vraag te kunnen voorzien1. Het onderzoek is uitgevoerd door projectbureau MAAT. De volgende organisaties hebben meegewerkt aan het onderzoek: In 2014 wil de gemeente Ede samen met de betrokken partijen verder vorm geven aan een gezamenlijke aanpak van de planningsopgave en aandachtspunten die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. In de voorliggende notitie volgt een uiteenzetting van de belangrijkste conclusies en vervolgstappen. Het volledige onderzoeksverslag is op te vragen bij de gemeente Ede, afdeling MOWES. 1 De planningsopgave is een indicatie en geen wetenschappelijke waarheid. Het is een hulpmiddel om met partners in gesprek te gaan over het gezamenlijk realiseren van voldoende aanbod van diverse vormen van wonen met zorg, uitgaande van de behoefte van de Edese bevolking. 2 Leeswijzer • In paragraaf 1 wordt de vraagontwikkeling naar wonen met zorg weergegeven. • In paragraaf 2 en 3 geven we conclusies en aandachtspunten weer uit het planningskader voor wonen met zorg. • In paragraaf 4 beschrijven we hoe gemeente Ede data wil vertalen naar daden. 3 1. Vraagontwikkeling naar wonen met zorg Om vast te stellen hoeveel zorgwoningen nodig zijn in de verschillende wijken van Ede tot het jaar 2040, zijn vraagprognoses opgesteld door ABF research voor de groepen: 1. inwoners met een mobiliteitsbeperking 2. ouderen met een woonzorgvraag 3. inwoners met een verstandelijke beperking met een woonzorgvraag 4. inwoners met een GGZ – achtergrond met een woonzorgvraag Het aantal mensen met een mobiliteitsbeperking en behoefte aan een aangepaste woning groeit, onder meer doordat de samenleving vergrijst. Daarnaast blijven mensen steeds langer zelfstandig wonen, deels omdat zij dat zelf willen en deels omdat de zorg haar werkzaamheden naar buiten de intramurale instellingen verplaatst. Daarom is in het planningskader wonen & zorg de categorie ‘gewoon wonen’ opgenomen. 'Gewoon wonen' betreft rolstoel-, rollator- en overige woningen die geschikt zijn voor mensen met een mobiliteitsbeperking. Volgens ABF Research stijgt de vraag naar een woning geschikt voor mensen met een mobiliteitsbeperking tot 2040 met 5.420 woningen2. Dit is een groei van 72% ten opzichte van 2011. De grootste absolute groei in de periode 2011 – 2040 zit in de vraag naar rollator geschikte woningen (2.860) gevolgd door stok – woningen (2.390) en dan de vraag naar rolstoelgeschikte woningen (170). De komende jaren zal ook de vraag naar vormen van wonen met zorg voor ouderen sterk toenemen. De vraag van ouderen naar een woonvorm met 24-uurs permanent aanwezige intensieve zorg, zoals verpleeghuiszorg of een verblijf in een hospice, neemt tot 2040 toe met 520 plaatsen. In het planningskader wordt deze vorm van wonen met zorg ‘beschermd wonen’ genoemd. De vraag naar lichtere vormen van wonen met zorg waar mensen zelfstandig wonen met ondersteuning uit een nabijgelegen zorgpunt, zoals aanleunwoningen, stijgt in diezelfde periode met 900 woningen. De vraag naar verzorgingshuiszorg neemt juist af met 170 plaatsen, mede door de extramuralisering. In het planningskader worden deze beide vormen van wonen met zorg ‘verzorgd - beschut wonen’ genoemd. Vraagontwikkeling 2011 - 2040 gewoon wonen en beschermd & verzorgd – beschut wonen ouderen3, ABF 2 3 Dit wil niet zeggen dat er een tekort ontstaat van 5.420 woningen. Pas door vraag en aanbod tegen elkaar af te zetten, blijkt of er een tekort ontstaat. De vraagontwikkeling voor deze groepen is in het onderzoeksverslag weergegeven per wijk. 4 De vraag naar beschermde en verzorgd - beschutte woonvormen is voor mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking kleiner, simpelweg doordat deze groepen in omvang kleiner zijn. Door de geringe aantallen is het niet mogelijk om de vraagontwikkeling van deze twee groepen naar wijk uit splitsen. Wel kan een onderscheid gemaakt worden tussen Ede stad en de dorpen. We zien dan dat het merendeel van de VG en GGZ vragen naar wonen met zorg uit Ede Stad komt. In de VG en GGZ sector zien we de vergrijzing ook terug. De grootste groei van de vraag naar wonen met zorg zit in de leeftijdscategorie 55+. De vraag van de VG doelgroep naar vormen van wonen met zorg, in een instelling of begeleide woonvorm, groeit van 457 personen in 2011 naar 515 in 2040. De vraag van de GGZ doelgroep naar vormen van wonen met zorg, zoals intramuraal wonen in een instelling of beschermde woonvorm, groeit van 258 personen in 2011 naar 290 in 2040. VG GGZ 2011 457 258 2020 483 270 2030 502 281 2040 515 290 Vraagontwikkeling naar wonen met zorg in de VG en GGZ sector in gemeente Ede, ABF 2. Planningopgave: match tussen vraag en aanbod Met behulp van Woonstede, Plicht Getrouw en zorgaanbieders is het huidige en geplande woon – zorgaanbod in kaart gebracht. De planningsopgave4 is bepaald door de toekomstige vraag en het huidige aanbod tegen elkaar af te zetten. 1. Gewoon wonen Voor de gehele gemeente Ede zijn voldoende rolstoelwoningen beschikbaar. In de inventarisatie van het aanbod zijn alleen de rolstoelgeschikte woningen van Woonstede en Plicht Getrouw meegenomen. De spreiding is echter beperkt. Het merendeel van het aanbod bevindt zich in Ede stad. Ook het aanbod rollator geschikte woningen is geconcentreerd in Ede stad. Tot 2020 heeft Ede in principe voldoende rollatorgeschikte woningen om aan de vraag te kunnen voldoen. Maar in de wijk Maandereng en de dorpen zien we flinke tekorten. Hierbij moet ook worden opgemerkt dat in de dorpen corporaties relatief weinig bezit hebben. Tot 2040 zijn er voldoende stok (overige) geschikte woningen voor mensen met een lichte mobiliteitsbeperking. In de aanbodinventarisatie van stok en overige geschikte woningen voor mensen met een mobiliteitsbeperking zijn ook ‘potentieel geschikte particuliere woningen5’ meegenomen. Van dit type woningen is een onderbouwde inschatting gemaakt van de mate van geschiktheid voor mensen met een lichte mobiliteitsbeperking. Het is onduidelijk of deze woningen ook daadwerkelijk geschikt zijn. Waarschijnlijk is er sprake van een beperkte opplus - opgave. We zien veel potentieel geschikte woningen in Veldhuizen, Bennekom en Lunteren. 4 5 De prognose- en aanbodcijfers van de woningcategorieën beschermd en verzorgd – beschut wonen zijn niet nader uitgewerkt in deze samenvatting omdat deze, voor een juiste interpretatie, eerst moeten worden afgestemd met het Zorgkantoor en de regiogemeenten. In het onderzoeksverslag is de (voorlopige) planningsopgave wel opgenomen. De definitie van ‘potentieel geschikte woningen’ en de wijze waarop dit is onderzocht, is opgenomen in het onderzoeksverslag in hoofdstuk 2. 5 In het particulier bezit liggen kansen om woningen geschikt te maken voor mensen met een lichte of matige mobiliteitsbeperking. 80% van de Edese woningvoorraad is immers particulier bezit. Aanbod 2013 Vraag 2020 Vraag 2030 Vraag 2040 Rolstoel toegankelijke woningen 529 140 210 250 Rollator toegankelijke woningen 4.029 3.990 4.920 5.850 Stok en overige toegankelijke woningen 7.806 5.590 6.480 6.950 12.364 9.720 11.610 13.050 Totaal Aanbod en Vraag woningen voor mensen met mobiliteitsbeperking Conclusies Ede heeft voldoende rolstoelgeschikte woningen om aan de vraag te kunnen voldoen. De grootste opgave zit in het particulier bezit, zowel voor de rollator als de overige(stok) geschikte woningen. Met name in de dorpen ontstaan tekorten. Er is een voorzichtige inschatting gemaakt van de mate van geschiktheid van de particuliere woningvoorraad voor mensen met een mobiliteitsbeperking. De mogelijkheid bestaat dat meer woningen geschikt blijken en dat de daadwerkelijke planningsopgave kleiner is dan dat het planningskader schetst. Zowel het planningskader als de praktijk laat een groeiende vraag zien van de groepen ouderen, VG en GGZ naar vormen van verzorgd - beschut wonen. Wanneer de woningen van Woonstede en Plicht Getrouw met een seniorenlabel (het betreft 1.100 rollatorgeschikte woningen zonder voordrachtrecht) en de particuliere seniorenwoningen (322 woningen) worden gelabeld als ‘verzorgd – beschut wonen’ in plaats van ‘gewoon wonen’, kan dit het tekort aan dit type wonen met zorg grotendeels invullen. Hierbij is de aanname gedaan dat bij alle seniorenwoningen zorg uit een nabij gelegen steunpunt georganiseerd kan worden en dat de woningen geclusterd zijn (appartementen-complexen). Nader onderzoek is nodig om de geschiktheid van seniorencomplexen voor verzorgd – beschut wonen vast te stellen. 2. Beschermd en verzorgd – beschut wonen voor ouderen Tot 2030 wordt geen tekort verwacht aan het aanbod beschermd wonen. Het huidige aanbod is niet evenredig verdeeld over de wijken, maar gezien de omvang en het type voorziening is de vraag of het realistisch en wenselijk is om in elke wijk een beschermde woonvorm te realiseren. Daarentegen zien we wel een gelijke spreiding van het aanbod tussen Ede Stad en de dorpen. Beschermd wonen is in de toekomst alleen nog bedoeld voor de intensieve zorgvragers. De minder intensieve zorgvragers zullen zelfstandig (blijven) wonen. De vraag naar zelfstandig wonen met zorg in nabijheid, verzorgd – beschut wonen, zal daarom naar verwachting groeien. 6 Conclusies • Ede beschikt over voldoende beschermde woonvormen voor ouderen tot 2030. • Wanneer alleen het geïnventariseerde aanbod verzorgd - beschut wonen van de ouderenzorgorganisaties wordt gerekend onder het aanbod verzorgd – beschut wonen voor ouderen, zien we een tekort in 2020. • Ouderenzorgorganisaties hebben aangeven dat de prognosecijfers uit het planningskader en de prognosecijfers van het Zorgkantoor verschillen. Voor een juiste interpretatie zal de gemeente de planningopgave afstemmen met het Zorgkantoor. 3. Beschermd en verzorgd – beschut wonen voor VG en GGZ Opvallend voor de doelgroep uit de VG is dat er voor Ede als geheel veel meer aanbod is aan beschermd wonen dan noodzakelijk vanuit de vraagprognose. Daarbij zien we een concentratie van het aanbod in de dorpen. Een belangrijk aandachtspunt is echter dat de cijfers uit het planningskader m.b.t. de vraag gebaseerd zijn op de inwoners van de gemeente Ede, terwijl de aanwezige VG-instellingen regionaal werken. Hierdoor is het mogelijk dat Ede een opvang voor regiogemeenten vervult. In 2020 is de totale vraag naar wonen met zorg van de GGZ doelgroep 270 plaatsen. Het totale woon - zorgaanbod van de lokale GGZ partijen telt 157 plaatsen. Hierbij moet worden opgemerkt dat in de vraagontwikkeling ook de vraag naar intramurale verblijfplaatsen zijn meegenomen (zoals in een psychiatrisch ziekenhuis). Dit type wonen met zorg wordt niet aangeboden in Ede maar wel in Wolfheze. De spreiding van het aanbod is sterk geconcentreerd in Ede stad. Zowel in de VG als de GGZ wordt een tekort verwacht aan verzorgd – beschut wonen, ook wel centraal wonen genoemd. Hierbij wonen mensen zelfstandig maar geclusterd en hebben een gezamenlijke ontmoetingsruimte. Deze tussenvorm van intramuraal en zelfstandig wonen wordt nu nog beperkt aangeboden, maar vanuit beide sectoren is interesse om dit concept verder door te ontwikkelen. Als aandachtpunt wordt zowel door de GGZ als de Maatschappelijke opvang de zorg uitgesproken over een groep waarvoor het reguliere aanbod beschermd en verzorgd – beschut wonen niet toereikend is. Vaak is er sprake van multi - problematiek. Alternatieve vormen van beschutte huisvesting ontbreken. Conclusies • Ede beschikt over voldoende beschermde woonvormen voor de doelgroep VG en GGZ. Een belangrijk aandachtspunt is wel dat de cijfers uit het planningskader gebaseerd zijn op gemeente Ede, terwijl GGZ en VG voorzieningen soms een regionale functie vervullen, zoals de Hartenberg. Daarom raden wij aan om vraag en aanbod af te stemmen met de regiogemeenten. • Zowel voor de VG als de GGZ komt uit de cijfers een fors tekort aan verzorgd – beschut wonen plaatsen in 2020 naar voren. Voor een juiste interpretatie van de planningsopgave zal de gemeente met de betreffende zorginstellingen in gesprek gaan. 4. Wonen met zorg voor andere klantgroepen Specifieke doelgroepen, zoals oudere doven (ZG), Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) en Maatschappelijke Opvang zijn niet meegenomen in het planningskader, omdat vraagramingen voor deze groepen niet beschikbaar waren bij ABF. Zorgorganisatie Siza heeft aangegeven dat de groep mensen met NAH landelijk gezien groeit. Aanbod in regio gemeenten is niet inzichtelijk gemaakt. Over een eventuele planningsopgave kan daarom 7 geen uitspraak worden gedaan. De klantgroep oudere doven (ZG) is eveneens buiten beschouwing gelaten. Momenteel zijn VWS, VGN en ZG – aanbieders in gesprek over een landelijk inkoopbeleid. 3. Andere aandachtspunten Naast de kwantitatieve planningsopgave zijn ook inhoudelijke aandachtspunten benoemd voor het realiseren van voldoende aanbod van wonen met zorg. De juiste mensen in de juiste woning De aanwezigheid van geschikte woningen betekent niet dat deze woningen ook beschikbaar zijn voor mensen met een functiebeperking. Daarnaast kan het ook zo zijn dat iemand met een matige functiebeperking genoegen neemt met een woning die minder geschikt is. Wonen de juiste mensen in de juiste woning? Deze vraag is niet direct te beantwoorden. Wel kan een aantal maatregelen worden getroffen om mensen te informeren, sturen en motiveren om hun eigen woning aan te passen of te verhuizen naar een woning die beter past bij hun (fysieke) beperking. Het organiseren van welzijn Het langer zelfstandig thuis of verzorgd - beschut wonen brengt vraagstukken rondom eenzaamheid en sociaal isolement met zich mee. Het realiseren van laagdrempelige ontmoetingsfuncties in de wijk, hetzij gekoppeld aan een woonvorm of in bijvoorbeeld een wijkcentrum, is daarom een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast is veiligheidsbeleving van belang. Welke dienstverlening of woonsetting kan een bijdrage leveren aan de veiligheidsbeleving van kwetsbare bewoners die behoefte hebben aan een beschut woonklimaat in de wijk? Servicediensten & voorzieningenaanbod Naast de aanwezigheid van geschikte (toegankelijke) woningen, stelt verzorgd - beschut wonen andere eisen aan het dienstenaanbod van zorgorganisaties en het voorzieningenaanbod in de wijk. De beschikbaarheid van het (service)dienstenaanbod van woon-, welzijn- en zorgorganisaties is minstens zo belangrijk als een geschikte woning. Samenwerkingspartners wonen De mogelijkheden van Woonstede en Plicht Getrouw zijn veel beperkter dan een aantal jaren geleden. Voor hen ligt het accent op het segment Gewoon wonen, en in veel mindere mate bij verzorgd – beschut wonen. Daarnaast is 80% van de Edese woningvoorraad is particulier bezit. Dit betekent dat voor het realiseren van de planningsopgave verzorgd – beschut wonen ook gezocht moet worden naar andere samenwerkingspartners. Optimaal benutten van (bestaand) vastgoed Door de doelgroepsegmentatie los te laten in vastgoedvraagstukken kan optimaal gebruik worden gemaakt van bestaand en beschikbaar vastgoed. Voorbeelden hiervan zien we bij de vergrijzende doelgroepen in de VG en GGZ, waar met ouderenzorgorganisaties op zowel vastgoed als expertise wordt samengewerkt. Maar kan bijvoorbeeld een leegstaand verzorgingshuis dienst doen als woon – school voor VG jongeren? 8 Samenwerking met het zorgkantoor & regiogemeenten De huidige AWBZ wordt opgeknipt: een groot deel van de extramurale zorg zal naar de gemeenten gaan. Het meer medische en verpleegkundige deel zal naar de Zorgverzekeringswet gaan. Verder blijft er een aparte kern-AWBZ voor de zware langdurige intramurale ouderen-, GGZ en gehandicaptenzorg. Dit betekent dat zorgaanbieders te maken krijgen met diverse opdrachtgevers en kaders. De gemeente zal daarom de opgave, die uit het planningskader naar voren is gekomen, afstemmen met het Zorgkantoor en regiogemeenten. 4. Van data naar daden Uit het planningskader en de gesprekken met de betrokken partijen is een aantal aandachtsthema’s naar voren gekomen: 1) De juiste mensen in de juiste woning. 2) De opplus – opgave in het particuliere bezit. 3) Diversiteit en spreiding van het aanbod verzorgd – beschut wonen in de ouderenzorg (seniorencomplexen, aanleunwoningen, verzorgingshuisplaatsen, e.d.) 4) Diversiteit en spreiding van het aanbod verzorgd – beschut wonen, ook wel centraal wonen genoemd, in de VG en GGZ. 5) Optimaal gebruik van bestaand en beschikbaar zorg- en maatschappelijk vastgoed. Gemeente Ede onderkent de opgave die er ligt op het gebied van wonen en zorg. Zij blijft werken aan voldoende aanbod van diverse vormen van wonen met zorg en (levensloop)geschikte woningen per wijk. De inzichten uit het planningskader worden door de gemeente Ede op de volgende manieren toegepast: a) Het planningskader vormt de richting voor nieuwe ontwikkelingen op gebied van wonen met zorg. De woonopgave voor ouderen en voor mensen met een mobiliteitsbeperking (gewoon wonen) wordt per wijk bekeken. Voor de GGZ- en VGdoelgroep wordt de opgave benaderd op stadsdeel niveau (Ede stad – dorpen). b) Het thema wonen met zorg wordt in samenhang opgepakt met de lopende trajecten in het sociale domein (dagbesteding, sociale wijkteams, 0de lijn, e.d.). c) De VG - opgave wordt afgestemd met de regiogemeenten vanwege de regionale functie van de aanbieders. d) Optimaal gebruik van bestaand en beschikbaar zorg- en maatschappelijk vastgoed: zijn slimme combinaties te maken? e) De planningsopgave en het daaruit voortvloeiende beleid wordt afgestemd met het Zorgkantoor en de regiogemeenten. f) Het planningskader vormt het toetsingskader voor nieuwe initiatieven op het gebied van wonen met zorg. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de spreiding van het aanbod wonen met zorg. De gemeente Ede wil de opgaven en aandachtspunten uit het planningskader in samenwerking met zorgaanbieders, welzijnsorganisaties, Woonstede, Plicht Getrouw en het Zorgkantoor oppakken. De afweging welke thema’s wel of niet tot verdere verkenning of ontwikkeling komen, is aan bestuurders en beleidsmakers. Deze keuze zal sterk gebaseerd zijn op de visie en strategie van de desbetreffende organisatie. De verschillende onderwerpen vragen om verschillende (combinaties van) partijen. 31 maart 2014 wordt met Woonstede, Plicht Getrouw, zorg- en welzijnsorganisaties verder gesproken over hun bijdrage aan het realiseren van voldoende aanbod wonen met zorg, zodat de mensen in Ede zo lang en zelfstandig mogelijk kunnen (blijven) wonen. 9
© Copyright 2025 ExpyDoc