De klepperman. Door Tanja van Arendonk, Historische Vereniging Felua Een klepperman is een nachtwacht, die in vroeger tijden met klep de ronde deed en daarbij riep hoe laat het was. Ook fungeerde hij in veel plaatsen als brandwacht en dorpsomroeper. Met het klepperapparaat maakte hij een luid en indringend geluid bij brand.1 De klepperman liep een van tevoren vastgestelde route waarbij hij op vaste plekken en vaste tijden met de klepper moest slaan. In de instructie voor de nachtwacht of klepperman in Apeldoorn uit 1777 staat dat hij om 10 uur moest beginnen tot 5 uur in de wintermaanden en 4 uur in de zomermaanden. Hij begon met drie maal klepperen en het duidelijk en verstaanbaar roepen van het uur. Behalve de bewaking moest de klepperman in de wintermaanden als het vroor ervoor zorgen dat de waterpomp niet vast kwam te zitten. Hij moest zijn werk nuchter en bekwaam doen anders kostte het hem zijn loon. Bij het tegenkomen van verdachte personen moest hij de naam noteren en mensen aanspreken op hun gedrag. Mochten mensen zich blijven misdragen kon hij klepperen en de diender ofwel veldwachter waarschuwen. Bij brand moest hij de brandmeesters wekken en ervoor zorgen dat de brandspuit klaarstond. Hij scheen de sleutel van ''t Luijhuijs' en het 'brandspuijtje' bij zich te moeten dragen. Om brand te voorkomen moest hij alert zijn op hete as of andere brandstoffen. Als hij dat vond mocht hij mensen wakker klepperen. Mensen moesten het zelf blussen. Ook moest hij letten op mensen die liepen met hun brandende pijp. Zij kregen een boete van 1 herenpond.2 De angst voor brand was groot. Er waren door het Kwartier van Veluwe allerlei voorschriften ter voorkoming en bestrijding van brand uitgevaardigd. En in 1751 werd het 'Regelement ter voorkoming van brand in de Heerlijkheid' opgesteld. Er kwamen allerlei functionarissen met een vaste taakomschrijving. En er wordt voor het eerst geschreven over een 1 Uit Wikipedia. 2 Onder red. van R. Kemperink (eindred.), Geschiedenis van Apeldoorn, Zutphen 1993, blz 74 brandspuit en een brandhuisje voor de opslag ervan.3 In het boek, “De Nederlanden Karakterschetsen, Kleederdragten, Houding en Voorkomen van verschillende standen,”door Henry Brown uit 1841, staan verschillende beroepen genoemd. Het is een negentiende eeuwse geromantiseerde beschrijving van wat men destijds als Nederlands karakteriseerde.4 Naast o.a. de omroeper, het wafelmeisje, de Zeeuwsche arbeider, de Scheveningse vischrouw5 staat de klapperman uit 's Gravenhage vermeld. De schrijver is lyrisch over de veiligheid die de klapperman hem in de nacht brengt, met termen als 'oh De Klapperman, ik vereer hem. Ik bemin hem.'6 wordt er aangegeven dat de bevolking de klepperman erg erkentelijk is voor het brengen van veiligheid en rust in de nacht. illustratie uit “kleine gedichten voor kinderen” door Hieronymus van Alphen. Hiëronymus van Alphen (1746 – 1803)7 heeft een kindergedicht geschreven over de klepperman waarin hij beschrijft hoe een kind rustig kan slapen terwijl de klepperman de wacht houdt: Klepperman Zou ik voor den klepper vreezen, O! die lieve brave man Maakt, dat ik gerust kan wezen, 3 ibidem 4 Henry Brown, De Nederlanden. Karakterschetsen, kleederdragten, houding en voorkomen van verschillende standen. Tekst van de meest geachte schrijvers, met gravuren van den heer Henry Brown, naar teekeningen van de voornaamste Nederlandsche kunstenaren, 's Gravenhage 1842; http://books.google.nl/books?id=2XpBAAAAcAAJ&pg=PA110&lpg=PA110&dq=klepperlieden& source=bl&ots=zEBBzj3vcH&sig=S7YiOaGcz4kfGDCD5MRTnovEmqY&hl=nl&sa=X&ei=AmO AUJniL4mJhQfHqYBA&ved=0CC4Q6AEwBTgK#v=onepage&q=klepperlieden&f=false 5 De sleper uit Rotterdam, de anspreker, de Hollandsche werkmeid, doodgraver, de veerschipper, straatjongen, schippersknecht, barbier, het luthersche weesmeisje ui Den Haag, de huurkoetsier, de brievenbestelder, het noord-brabantsche meisje, de hondendokter, haringkoper, duivenmelker, schaatsrijder, de kruier van Amsterdam, 6 7 De Nederlandsche karakterschetsen, Henry Brown, blz. 110 In totaal heeft Van Alphen 66 gedichten voor kinderen geschreven. Hij wilde het kind deugden als gehoorzaamheid, eerbied voor de ouders en voor God en bescheidenheid aanleren. uit Wikipedia En ook veilig slapen kan. Moeder lief ’k geloof het vast Dat hij op de dieven past. Schoon hij loopt door wind en regen, ’t Zingen wordt hij nimmer moe: Goede God! geef hem Uw zegen, Maar mijne oogjens vallen toe. Lieve klepper! hou de wagt! Ik ga slapen: goede nagt! Waarschijnlijk hebben de kleppermannen zelf bijgedragen aan deze idyllische voorstelling van hun beroep. “Net als bijvoorbeeld de lantaarnaanstekers, de vuilnisophalers en klokkenluiders werden ook de klepperlieden door de stedelijke overheid ( en de ambten) aangesteld. Dat het echter ‘geen gewone publieke ambtenaren waren konden ze accentueren in hun berijmde nieuwjaarswensen waarmede ze zich geslachten lang in de belangstelling der burgerij plachten aan te bevelen'. ”8 De Apeldoornse klepperman werd in de 18e eeuw niet uitbetaald door de heerlijkheidsgelden, het belastinggeld, maar van een extra ingestelde heffing. Deze heffing, een daalder in de maand in Apeldoorn, werd door de klepperlieden zelf geïnd op zaterdagavond. Dat was trouwens niet ongewoon. Ook in andere plaatsen moesten mensen 'kleppergeld' betalen.9 8 (S.J. Fockema Andreae,De Nederlandse staat onder de Republiek. Amsterdam 19693, p. 186-187). 9 http://binnekiekedotcom.wordpress.com/oude-beroepen Dat verklaart waarom zij jaarlijks groot uitpakken met nieuwjaarswensen. Op mooie pamfletten en in prachtige rijmen spreken de klapperlieden de bevolking van hun stad ieder jaar weer toe. Ook van de Apeldoornse Kleppermannen is er een nieuwjaarswens bekend uit 1841. Hierin wensen zij alle Heren, burgers en inwoners van het Loo, voorspoed, heil, zege en geluk. In deze ‘moeizame tijd’. Koning Willem I had in oktober 1840 afstand gedaan van de troon en koning Willem II volgde hem in november op. Ze hopen dat ieder zijn plichten gaat vervullen, zowel dag als bij nacht. Waakzaam te zijn in elke stand en goed te doen voor stad en land. Dat doen de kleppermannen per slot toch ook. Ze hopen dat eendracht en tevredenheid ons nader tot elkaar brengt. We kunnen namelijk gerust en blij, de toekomst gelaten wachten. 'En Gods bestel getrouw betrachten'. Want uiteindelijk is de tijd van de eeuwige morgen ( de Hemel) gekomen en is een einde gekomen aan ons lijden en strijden. 'Als deerste dag van 't nieuwe jaar'. In Apeldoorn werd om de veiligheid beter te waarborgen in 1777 twee kleppermannen aangesteld door de schout. Een voor het Loo en de ander voor de kern van Apeldoorn10. Waarom er in dat jaar tot de aanstelling van een klepperman is overgegaan wordt mij niet duidelijk. In 1751 werd het 'regelement ter voorkoming van brand in de Heerlijkheid werd opgesteld'. In 1754 werd Apeldoorn getroffen door een grote brand. Daarbij zijn 7 panden geheel of gedeeltelijk in de as gelegd.11 Een klepperman was bij uitstek geschikt om brand vroegtijdig te signaleren. Maar de aanstelling zou nog 26 jaar op zich doen wachten. Misschien kan het antwoord gezocht worden in de aanstellingsprocedure. In 1748 veranderde de bestuursstructuur in het schoutambt Apeldoorn. Het schoutambt, werd weer de Hoge Heerlijkheid het Loo. Na een stadhouderloze periode werd het schoutambt met een uitbreiding van het gebied geschonken door de Staten van Gelderland aan stadhouder Willem IV. Deze nieuwe Hoge Heerlijkheid kreeg de stadhouder persoonlijk als machthebber. Willen IV stelde een nieuw bestuur samen ingenomen door een drost en vijf schepenen. 12 Zo versterkte zich de band van Apeldoorn met de Oranjes. De drost had de politiek bestuurlijke macht met als uitvoerende macht de schout. Maar de verantwoording werd afgelegd aan de stadhouder. Deze zorgde op zijn beurt ook voor een aantal positieve ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en welzijn. De drost, ten tijde van de aanstelling van de klepperman, was Goosen Geurt baron Bentinck van Aller. Hij bekleedde pas een jaar deze functie. Dr. Hubert van Hamel was op datzelfde moment een van de langst zittende schouten. Hij zat al 45 jaar op zijn ambt. 13 Van Hamel had dus al veel eerder een klepperman kunnen aanstellen en voor de baron is het een voortvarend gebaar terwijl hij niet als erg voortvarend te boek staat. Hij werd door tijdgenoten omschreven “als een gek, brutaal en onverstandig mensch'. 14. 10 11 12 13 14 Kemerink (red.), Geschiedenis van Apedeldoorn, 74. Bron gemeentearchief Apeldoorn, inv.nr. 38 Ibidem, 74 Onder red. van R. Kemperink (eindred.), Geschiedenis van Apeldoorn, Zutphen 1993, blz 165. Ibidem, 71-74. Ibidem, 76 Ook zou het verklaarbaar zijn als de voorganger van de drost namelijk Andries Schimmelpenninck van der Oye, die Apeldoorn een “voor die tijd doelmatig, en modern bestuur”15 de aanstelling van een klepperman op zich had genomen. Veiligheid op straat is toch een wezenlijk onderdeel van een doelmatig modern bestuur. Wie er destijds nog meer in dienst waren in het schoutambt en de Heerlijkheid in publieke diensten ter bevordering van de veiligheid is mij ook onbekend. Er is in de 18e eeuw sprake van toenemende onveiligheid enerzijds en een strengere aanpak van de overheid anderzijds. Het is een interessant thema om verder te onderzoeken hoe dat destijds in Apeldoorn gesteld was. Een andere optie om dieper op in te gaan heeft te maken met de instructies van het Hof van Gelre. Die schijnen in deze tijdsperiode allerlei traktaten uit te dragen geheel in lijn “van de groeiende bemoeiingen van de overheid met het plaatselijke bestuur”. 16 Maar voor deze optie is ook nog verder archiefonderzoek nodig. Misschien is de verklaring te vinden in het beschavingsoffensief dat Franken en Kranenburgh beschrijven in hun verhandeling over de Culturele ontwikkelingen.17 In Apeldoorn is bijvoorbeeld het beschavingsoffensief in vergelijking met andere streken en steden veel later ingezet dan in het rijke Holland. Het beschavingsoffensief was een poging van de rijke burgerelite om haar eigen waarde en normen aan de andere lagen van de bevolking op te leggen om zo hun eigen macht te versterken. Er moest een eind worden gemaakt aan zedeloosheid, geweld, openbaar dronkenschap, vreemdgaan, ongetrouwd samenleven en kinderen krijgen en andere te grote uitspattingen van volksvermaak. Ook de calvinistische dominees werkten mee aan de disciplinering van het volk. Apeldoorn nam in de 2e helft van de 18e eeuw verschillende maatregelen om de bandeloosheid te temmen. Zo kwam er een tapverbod op zondag in 1758. Ook bepaalden de Staten Generaal in 1741 dat er niet meer dan 18 mensen bij een begrafenis mochten zitten om tegen te gaan dat de sobere, ingetogen plechtigheid van een begrafenis geen publieke ceremonie met veel toeters en bellen zou worden. In 1777 werd bepaald dat bij het verlaten of intreden van een dominee in een pastorie geen feest gehouden mocht worden. Apeldoorn was uiteindelijk een hoofdzakelijk een agrarische gemeenschap met veel papiermolens en herbergen om de reizigers door het gebied onderdak te bieden. Om het 'rauwe plattelandsvolk' in te tomen moest er natuurlijk ook de wacht worden gehouden. Wie 15 Ibidem, 72 16 Ibidem, 72 17 Ibidem, 117-123 lette er in de nacht op dronken volk en beboette ze? Wie lette er op de naleving van de kleine regels en kon alarm slaan als het niet goed ging en voor kleine vergrijpen, en flink beboeten? Wie liet de klepper op vaste tijden en plekken in de nacht verplicht horen zodat je eraan herinnerd werd dat er toezicht was? Dat was inderdaad de Klepperman die ons in zijn moraliserende nieuwjaarswensen op het rechte pad wilde krijgen en houden. Ter illustratie dit onderstaand gedicht waarin dit prachtig wordt verwoord. De amusante Nachtwacht en zijn makker. Eerwaarde burgerij, de nachtwachten groeten u, buiten of binnen Nu we aan het Nieuwe jaar deugdzaam gaan beginnen Gezegend zij die hun levenstijd boetvaardig willen besteden en van 't ondeugdelijke pad, dat slecht is, af gaan treden Kiest een andere weg die goed en zuiver is Zo wordt uw geweten rein en fris Neemt dit ter harte en mag het u behagen Ghy weet ons uur is om, 't is negen daar geslagen 't Is let op, zorg voor ons en houd goed de wacht zo dat het onvoorziene ons niet schaadt in deze nacht Brand, inbraak ,behoed ons voor dergelijke problemen Daarvoor zijn we aangesteld,de plicht serieus te nemen Al moeten we dwars door de herrie en 't geweld van wilde, woeste venten dat op naam komt van baldadige studenten Wij moeten toch door alle wijken Totdat we eindelijk thuis zijn, waar we welkom blijken Worden gekust door 't lieve bed van harde Noordse veren en vriendelijk toegelachen bij elk omkeren Zeker als de Stads- Trompet een vrolijk deuntje neurt Daar slaat de klok al tien, kom Maat, wij zijn weer aan de beurt Nu moeten we op duivels jacht aan 't prevelen en aan 't trillen rondwarende geesten en spoken zien zonder dat we 't willen nou die makkers ontmoeten we niet Maar zien soms iets wits dat voorbij schiet Door Venus lieve lust of door 't minnevuur ontstoken Voor zo 'n spook is nog niemand weggedoken Wij kijken streng, versnellen de pas, zonder 't spul te storen oh nee, zeker niet, dat zou ook niet zo horen We schoppen niet zomaar tegen 't zere been Voort voort maat , waakt wel, voort daar slaat de klok al één Dit is de beste tijd nu zijn er doodse straten Nu hoort men geen gerucht van enige onverlaten Een goede tijd voor wie op reis wil gaan Die zie je dan wel, maar dat gaat ons niet aan Ze passeren ons op weg naar Culemburg of Roermond Soms is er een groepje vrouwen, dat samenkomt Vol van deze of gene bevalling kletsen ze midden in de nacht Maar Moeder overste lost het op, zoals verwacht die heeft het allemaal wel gezien, daarom gaat ze ook mee nou maat , een pijpje opgestoken, daar speelt de klok al twee Zy zingen: Wie slaapt wy moeten waken Een plicht voor alle zaken Wel hem die waakt en bidt Voor komend dat of dit 't is waarlijk ons van noden Dan God heeft het geboden hierom wel waeckend syt Want daer is uur nog tijd Dus wilt u ons gedenken en van uw gaven schenken 't is voor de nachtwacht die waakt en spreekt u aan In 't gaan voorbij uw stoepen Zo hoorde je hem luide roepen Verhoort die stem, eens maar Vooral in 't nieuwe jaar aanschouw het eind J.Z.Baron18 18 Dit is een gedeelte van het gedicht, Den vermakelijken LEYTZE KLAPPERMAN door J.Z.BARON gespeelt bij 't broederschap der Witte Acoleyen of de oude Hollandse Rederijkerskamer Liefde ist foundament ,binnen Leyden Op vastenavonds-dach den 14e february 1679 uit; http://www.kluchten.museum- jcroelandse.com/De_Leytze_Klapperman.html
© Copyright 2024 ExpyDoc