Beantwoording art. 38 vragen SP inzake handtekeningenacties op

Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem
Raadsfractie SP
t.a.v. mw. Ozügul en de heer Garretsen
Datum
Onskenmerk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
10 j u n i 2014
2014/142808
M r . K . Roos
023 - 5114607
E-mail [email protected]
Onderwerp Beantwoording vragen ex art. 38 RvO inzake handtekening acties op de openbare
weg
Geachte mevrouw Ozügul en de heer Garretsen,
Op 9 april 2014 heeft u vragen gesteld ex art. 38 RvO inzake handtekening acties
op de openbare weg.
Met deze brief geef ik antwoord op uw vragen. Hieronder is uw vraag steeds cursief
weergegeven waarna het antwoord volgt. Voor een compleet beeld van de context
voeg ik uw brief bij deze antwoordbrief.
/.
Is het juist dat voor het inzamelen van handtekeningen geen vergunning is
vereist. Geldt dit eveneens voor een op een statief geplaatst bord, waar het
doel van de actie wordt toegelicht?
Antwoord:
Voor het inzamelen van handtekeningen en het plaatsen van een bord bij een
dergelijke activiteit is geen vergunning vereist.
2. Is het u bekend dat het de heer H. meerdere malen door stadswachten
verboden is om op de openbare weg handtekeningen voor een
maatschappelijk doel in te zamelen?
Antwoord:
De heer H. is door de gemeentelijke handhavers niet verboden om op de openbare
weg handtekeningen voor een maatschappelijk doel te verzamelen; hem is
medegedeeld dat hij bij het verzamelen van handtekeningen geen hinder of overlast
mag veroorzaken.
3. Is het juist dat de stadswachten (BOA 's) direct hij aanvang van hun
arbeidsovereenkomst een opleiding ontvangen. Vindt tijdens deze opleiding
Gaarne bij beantwoording ons kenmerk vermelden.
Bezoekadres: Grote Markt 2, Haarlem www.haarlem.nl
I
I
ook voorlichting plaats over de APV en meer in het bijzonder over
activiteiten op de openbare weg die zonder meer zijn toegestaan?
Antwoord:
Het is juist dat de gemeentelijke handhavers bij hun aanstelling reeds opgeleid zijn
of opgeleid worden al s buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). In de opleiding
komt de toepassing van de regelgeving zoals deze is opgenomen in de APV ook aan
de orde.
4. Is u bereid om de stadswachten er nogmaals uitdrukkelijk op te wijzen dat
voor het inzamelen van handtekeningen geen vergunning is vereist en dat
een dergelijke actie zonder meer is toegestaan, ook na een klacht van een
winkelier?
Antwoord:
Neen. De handhavers zijn voldoende op de hoogte van de toepasselijke regelgeving
en doordrongen van de hun ter beschikking staande bevoegdheden.
5. Zy het juist dat u op 2 februari 2014 de heer van Broekhoven heeft
gesproken en heeft toegezegd een dergelijk instructie naar Bureau
Handhaving te sturen?
Antwoord:
Neen.
6. Op 8 februari 2014 ontving de heer H. een boete wegens hinder. Bent u het
met ons eens dat een dergelijke omschrijving te vaag is en niet aan de
vereiste zorgvuldigheid voldoet?
Antwoord:
Neen. De boete is gegeven voor "op of aan de weg zich zodanig ophouden dat voor
weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast
of hinder wordt veroorzaakt". In het bijgevoegde ambtsedig opgemaakte Proces
Verbaal van bevindingen is de context nader toegelicht. Hieruit blijkt voldoende
wat van de heer H. werd verwacht.
7. Bent u op bovengenoemde grond bereid om de opgelegde boete kwijt te
schelden?
Antwoord:
De bevoegdheid om opgelegde boetes te seponeren ligt niet bij de burgemeester,
maar bij de officier van justitie.
Haarlem
8. Kunt u alsnog aangeven welk handelen van de heer H. heeft geleid tot het
opleggen van deze boete. Vindt u het opleggen van de boete juist, zo ja op
welke gronden? Zo nee, maakt u dan het opleggen van de boete ongedaan?
Antwoord:
In het bijgevoegde Proces Verbaal van bevindingen staat de context waarin de boete
is opgelegd beschreven. Op basis hiervan acht ik het opleggen van een boete een
juiste beoordeling van de betrokken opsporingsambtenaren.
Hoogachtend,
de burgemeester,
mr.
chneiders
I
I