Tertiaalsignaal 2014-3 - Protestantse Kerk in Nederland

20
Tertiaalsignaal
oktober 2014
Dit is een uitgave van het Expertisecentrum
van de dienstenorganisatie van de
Protestantse Kerk in Nederland
H.G. Dane
20
Pagina 3 van 20
Inhoud
1
Inleiding
5
2
Wankele wereldorde
6
3
Globalisering loopt op zijn einde
7
4
Gaza-oorlog
8
5
Natiestaat in internationaal perspectief
9
6
Coöperatiemaatschappij
11
7
Neoliberalisme
12
8
Zingeving in plaats van zelfverwerkelijking
14
9
Kerk
15
10
Vrouwen en mannen
17
11
Arbeidsmarkt
18
12
Rijk en arm
19
13
Varia
20
Inhoudsopgave
20
Pagina 5 van 20
1
Inleiding
Zelden was de zomerperiode zo weinig komkommertijd als in 2014. De neergeschoten MH17 bepaalde Nederland op wrede wijze bij de nasleep van de Koude Oorlog en de lange tijd gekoesterde illusie “winner takes it all”. De oorlog in Gaza raakte ook dit keer weer de open zenuw in
Nederland aangaande de verhouding met Israël en de Palestijnen. De uitbraak van Ebola roept in
herinnering wat sociologen ooit ontdekten, namelijk dat mensen in een samenleving doorgaans
niet meer dan vijf of zes handdrukken van elkaar verwijderd zijn en dat dat wereldwijde netwerk
niet bij landsgrenzen ophoudt. En de schokkende opmars van IS zette alle toch al onzekere grenzen en wankele verhoudingen tussen bondgenoten en vijanden in de regio op de helling. En toen
Tony Blair op zijn blog opriep om nu niet meer terug te kijken naar mogelijke oorzaken van de
chaos in Irak maar eendrachtig IS te bestrijden, werden wij er weer even aan herinnerd dat ook
Nederland destijds bij monde van Jan Peter Balkenende “de oorlog in gerommeld werd” (met een
citaat van Arjan Plaisier uit zijn Commentaar bij de tijd).
Alleen over de verhitte debatten in ons land over de Gaza-oorlog een korte terugblik in dit derde
tertiaalsignaal van 2014 (de laatste onder redactie van Harm Dane, die in oktober met pensioen
gaat). Verder aandacht voor de veranderende of misschien wel op z’n einde lopende globalisering en de doordenking daarvan voor het buitenlandbeleid van Nederland. In het verlengde daarvan de vraag of “neoliberalisme” nu wel of niet het denken en doen in de (westerse) wereld
domineert. In dit verband ook een signaal van mentaliteitsverandering onder jonge goed opgeleide werknemers. Andere onderwerpen die blijvend de aandacht vragen zijn de arbeidsmarkt en de
verhouding tussen de seksen, om reden dat ontwikkelingen op deze gebieden diep ingrijpen in de
levens van mensen en de kwaliteit van samenleven.
Na deze zomer legt de regering via de troonrede de koning zes maal het woord “veerkracht” in de
mond, veerkracht als kenmerk van onze samenleving. Veerkracht die we hard nodig zullen hebben, gezien de verbouwing van het zorgstelsel en de verbouwing van het staatsbestel in één en
dezelfde beweging. Met de woorden van Marc Chavannes (NRC, 13 september): "Bij alle aandacht voor de rijksbegroting dreigt uit zicht te raken de optelsom van decentralisaties, dat is de
stille verbouwing van ons staatsbestel, een revolutie zonder aanpassing van de democratie. Al
die taken op het gebied van zorg, werk en bestaanszekerheid die bij de gemeenten te vondeling
worden gelegd (met te weinig geld, want bezuinigen is het hogere doel), zijn niet voorzien van
een passend model voor sturing en toezicht."
En na de zomer viert de Protestantse Kerk uitbundig haar tienjarig bestaan, eerst met een
event/viering in Nijkerk, daarna met een dag voor alle predikanten in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. De predikantendag geeft stof tot nadenken. Ook nieuws uit twee buurkerken, de EKD en de
Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken.
Pagina 6 van 20
2
Wankele wereldorde
Afgelopen zomer verscheen bij het HCSS (Haags Centrum voor Strategische Studies) de Strategische Monitor 2014, die werd aangeboden aan de minister van defensie, Jeanine HennisPlasschaert. Vrijwel gelijktijdig verscheen Een wankele wereldorde, aangeboden door het Instituut Clingendael aan de minister van buitenlandse zaken, Frans Timmermans. De studies zijn in
hun analyse en opzet vergelijkbaar.
Interessant is de terugblik van prof. Rob de Wijk (verbonden aan het HCSS), die constateert dat
de huidige ontwikkeling in de Krim en de Oekraïne al in 1993 als scenario geschetst werd in de
Prioriteitennota van 1993, een richtinggevend document voor defensiebeleid. Dat scenario werd
door de regeringen toen opzij geschoven. De toegenomen feitelijke assertiviteit (onder meer stijgende defensiebudgetten) en (opruiende) retorische assertiviteit van zowel China als Rusland
e
doen de vraag opkomen of we afstevenen op een “21 eeuwse Cuba Crisis”. Het HCSS rapport
wijst er op dat China en Rusland meer bereid zijn op de rand van conflict-escalatie te lopen (in
het Engels ‘brinkmanship’ genoemd). Het Clingendael-rapport schetst vier scenario’s en gebruikt
daarvoor de assenkruisen van de mate van samenwerking en de mate van invloed van staten en
niet-statelijke actoren. De analyse is dat de wereld opschuift naar minder samenwerking en een
grotere diversiteit van actoren. In scenario-termen: de wereld wordt meer multipolair en meer gefragmenteerd.
Een deelstudie van HCSS gaat in op de positie van de ‘scharnierstaten’, dat zijn staten die beschikken over militaire, economische of ideologisch strategische goederen die relevant zijn voor
de grootmachten. Vaak zijn die gevangen in de concurrerende invloedsferen van de grootmachten en bovendien intern verdeeld langs religieuze, etnische, culturele en andere breuklijnen. Irak,
Syrië en Oekraïne zijn er voorbeelden van. Er is een risico dat grootmachten zich door een
scharnierstaat een conflict in laten trekken. Het Clingendael-rapport noemt dit indirecte confrontaties van de grootmachten in proxy-conflicten.
De derde deelstudie van HCSS gaat in op de toenemende betekenis van niet-statelijke actoren.
Zo neemt het belang van NGO’s als directe ontvangers van donorsteun toe ten opzichte van multilaterale instellingen en nemen zij een grotere rol op het gebied van het stichten en in stand houden van vrede. Er is eveneens sprake van agressieve niet-statelijke actoren die de mondiale
veiligheid bedreigen. Een suggestie die te denken geeft in het HCSS-rapport is dat NGO’s zich
gemakkelijker in dit soort netwerken begeven en voor de overheid een bron van informatie kunnen zijn.
De vierde en laatste deelstudie van HCSS gaat in op instabiliteit in de periferie van Europa, in het
bijzonder de MENA-regio die in rep en roer is (Middle East - North Africa; weer een afkorting erbij). Bootvluchtelingen spoelen aan op de stranden van Lampedusa en Europese jihadisten strijden in Syrië. Dreigingen en wegen naar conflict liggen in deze regio op vier terreinen: politieke
onrust, economische en sociale problematiek, afhankelijkheid van olie- en gasexport en religieuze
en etnische spanningen.
Het Clingendael-rapport noemt de MENA- en Sahel-regio een gordel van instabiliteit en verwacht
uit deze regio een toenemende vraag naar stabiliserende vredesmissies met een breed mandaat,
dat ook het gebruik van geweld impliceert. Haast ‘en passant’ wordt in de analyse van Clingendael gezegd dat het door Nederland bepleite multilaterale bestel onder druk staat. De EU en
NAVO bieden minder houvast voor Nederlands buitenlandbeleid en het VN-systeem weerspiegelt
niet de verhoudingen van vandaag en is onvoldoende toegesneden op de agenda van morgen.
In de rapporten wordt dit ‘sombere’ beeld vertaald naar dreigingen voor Nederland, zoals ontregelende cyberaanvallen, toegenomen internationaal georganiseerde criminele activiteit en jihadistisch geïnspireerd terrorisme. Ook massale migratiestromen en de mogelijke effecten daarvan op
de fysieke veiligheid, de rechtsorde en de maatschappelijke infrastructuur worden genoemd.
20
Pagina 7 van 20
3
Globalisering loopt op zijn einde
Deze kop boven een artikel van de columnist van de Financial Times Philip Stephens (NRC, 8
september) zou de korte samenvatting kunnen zijn van bovenstaande rapporten. De sancties tegen Oekraïne (en de Russische minachting ervoor, samen met de onverschilligheid van vele nietwesterse landen) passen in een groter geheel van afkalvende mondialisering sinds de financiële
crash van 2008. De mondiale kapitaalstromen omvatten nog maar ongeveer de helft van hun top
voor de crisis. China, Rusland, Turkije en andere landen hebben versperringen op de digitale
snelweg geplaatst. Het internet is op weg naar een opsplitsing in verschillende zones, die onderling weinig tot geen contact hebben. Het open handelssysteem valt uit elkaar. Ontwikkelde economieën gaan op zoek naar regionale coalities. De laatste poging om de
Wereldhandelsorganisatie nieuw leven in te blazen werd getorpedeerd door India. Een werkelijk
wereldwijde markt heeft een handhaver nodig, om een eerlijke toepassing van de regels te waarborgen. De VS stonden daarvoor garant. De globale markt wordt daarom meer en meer gezien
als een werktuig van Amerikaanse hegemonie. Regeringen van westerse landen uiten aarzelend
hun twijfel over mondialisering, hun kiezers staan er ronduit vijandig tegenover. De VS, de architect van de globalisering in de afgelopen jaren, zijn niet langer bereid ervoor garant te staan. Zij
zien geen wezenlijk nationaal belang in het handhaven van een orde die de macht onder rivalen
herverdeelt.
Pagina 8 van 20
4
Gaza-oorlog
De Gaza-oorlog tussen Israël en Hamas heeft in Nederland geleid tot een herhaling van zetten
door allen die een mening over het Palestijns-Israëlisch conflict naar buiten willen brengen. Kort
samengevat: veel morele verontwaardiging over en weer. Opvallend is het ontbreken van politieke nuchterheid. Zowel de kopstukken van Hamas als de regering van Israël handelen in politieke
termen volstrekt rationeel. Sinds generaal Sisi in Egypte aan de macht is, staat de leiding van
Hamas met de rug tegen de muur en kan ze geen andere kant uit dan een oorlog te forceren, om
wereldwijde aandacht te genereren en onder sympathisanten steun en geld te verwerven. “Mensen die niets te verliezen hebben, zijn tot alles in staat”, aldus de Israëlische historicus Tom Segev in NRC van 28 augustus. Voor de regering van Israël is oorlog met Hamas een goed middel
om alle binnenlandse tegenstellingen (sociale, religieuze) naar de achtergrond te doen verdwijnen. Maar belangrijker, blijvende vrede met de Palestijnen zou de regering van Israël voor de
onmogelijke opgave stellen om zich op te stellen tegenover de kolonisten en de voortgaande uitbreiding van de nederzettingen buiten de grenzen van 1967. “Je kunt de meeste steden niet ontmantelen, het zijn steden, plaatsen waar veel mensen leven. Er zal nooit een meerderheid in
Israël zijn voor een massale evacuatie van kolonisten. En er zal nooit een meerderheid zijn onder
de Palestijnen die de kolonisten accepteert.” (Aldus Tom Segev.)
Direct na de machteloze overwinningsclaim van Hamas confisqueert Israël het grootste gebied in
het Palestijnse gebied sinds dertig jaar. (Trouw, 2 september). De USA volstaat met de verklaring
dat dit contraproductief is voor de vrede. Hoe wrang ook, maar we zullen nog lang op blijvende
vrede moeten wachten. Schrijnend is een bericht in Trouw van 10 september, dat de wapenindustrie van Israël goede zaken doet, nu de nieuwe wapens getest konden worden in de Gaza.
Honderdduizenden Israëliërs zijn direct afhankelijk van wapenexport, de wapenindustrie is uitgegroeid tot een miljardenbedrijf, een drijvende kracht in de economie van het land. Het wordt aan
de orde gesteld in de film The Lab van de Israëlische regisseur Jotam Feltman. Ook vanuit economisch oogpunt is blijvende vrede dus in strijd met de politieke logica. Slachtoffers van deze uitzichtloze situatie zijn de bewoners van Gaza en de Israëlische bevolking. 3000 doden aan de ene
kant, een toenemende verharding en intolerantie in de samenleving aan de andere kant. Wanneer een bruiloft tussen twee landgenoten moet plaatsvinden onder politiebescherming, omdat zij
Joodse en hij Arabisch is, dan gaat er iets goed fout in een land. “Wat Israël als samenleving bedreigt is de toekomst van de democratie. Er zijn de afgelopen tijd veel wetten ingediend om mensenrechtenorganisaties dwars te zitten, of de vrijheid van meningsuiting in te perken”, aldus
opnieuw Tom Segev.
20
Pagina 9 van 20
5
Natiestaat in internationaal perspectief
Nationaal belang in meervoud. Perspectieven op internationale politiek. Onder deze titel verscheen in juli 2014 een essaybundel bij de Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).
Dertien auteurs schetsen in twaalf essays dat ‘het’ nationaal belang gelaagd en complex is en dat
het lastig is om de balans tussen de feitelijk geïnternationaliseerde samenleving en (de waarden
van) de natiestaat te vinden. Een schets van de bundel in fragmenten.
Rob de Wijk laat zien hoe Nederlanders de uitgaven voor zogeheten binnenlandthema’s als zorg
en onderwijs afwegen tegenover en ten nadele van de uitgaven aan buitenlandbeleid en defensie. De reputatie van Nederland in het buitenland is de afgelopen decennia aanzienlijk verslechterd: geen ander land is zo tegen de EU, of neemt er een loopje mee. Vooral onder druk van
Nederland zijn de Europese begrotingsregels aangescherpt maar Nederland lapt die zelf juist grotendeels aan zijn laars. Nederland heeft een lage morele standaard waar het gaat om respect
voor andere godsdiensten, Nederland was ooit een voorloper in de discussie over klimaatverandering en duurzaamheid maar bungelt nu ergens onderaan en Nederland is een ‘free rider’ binnen de NAVO.
Met de woorden uit het essay van Abdelkader Benali: “De laatste paar jaar heb ik Nederland zien
veranderen in een reservaat. Een reservaat waar een onzichtbare muur omheen is gebouwd. Een
reservaat dat zichzelf in stand houdt door weg te kijken van de wereld. Dat reservaat hebben we
zelf gebouwd. Het is tijd om die muur neer te halen, om nieuwe uitzichten te creëren.”
Daarnaast René Cuperus: “Het clichébeeld en het clichéverwijt van Weldenkend Nederland is dat
ons land zich geheel en al ‘achter de dijken’ zou hebben teruggetrokken in een nuffig, naar binnen gekeerd provinciaal chauvinisme. Een chagrijnig land dat louter op zichzelf en zijn onderbuik
gericht zou zijn. Dat is een heel onscherp beeld. In een globaliserende wereld zijn er geen dijken
meer. De wereld wordt plat, landen krijgen juist meer reliëf. De wereld wordt een dorp, maar dorpen worden de wereld. Dat is de dialectiek van de globalisering, die tevens op wereld-regionale
schaal de dialectiek van de Europese Unie is. De langzaam aanzwellende Europakritiek tegen de
Totale Unie van Van Rompuy c.s. heeft met democratie te maken, niet met chauvinistische bekrompenheid. Zoals de multiculturele ontnuchtering in Nederland ook meer met reële samenlevingsproblemen rond criminaliteit en een fundamentalistische islam te maken heeft dan met
xenofobie of racisme.”
Bart Jan Spruyt analyseert het verzet tegen het modernisme en internationalisering (met name
wat betreft Europa) zoals dat politiek naar voren komt in het rechts en sociaal populisme bij de
PVV en de SP. “Zij richt zich tegen de Europese Unie, ofwel omdat het hier om een neo-liberaal
project bij uitstek gaat, ofwel omdat dit instituut onze nationale soevereiniteit belaagt. En in beide
gevallen gaat het om een onvrede die wordt gedragen door een gevoel van gemis aan gemeenschap: bij de SP gaat het dan om een gemis aan solidariteit in de klassiek-socialistische zin van
het woord en de weigering met elkaar te delen, bij de PVV om een gemis aan nationalisme en nationale symbolen en culturele eenheid.”
Hans Goslinga: “De reële machtsverhoudingen bepalen de koers van de natie, maar in het politieke bedrijf als schouwtoneel is er al een jaar of tien een pessimistisch soort verbeelding aan de
macht. In die verbeelding komt een Europa naar voren dat wordt bedreigd door een ‘tsunami aan
islamisering’ en een ‘bureaucratisch monster in Brussel’. Het zijn metaforen die inspelen op oeroude angsten. Om de feiten te laten spreken, is een Tom Poes nodig die met open blik en nuchter gemoed naar de herkomst van het monster Trotteldrom op zoek gaat. Enkele van die
ontnuchterende feiten:
 Het aantal moslims in de EU bedraagt ongeveer 16 miljoen, op een bevolking van ruim 500
miljoen.
 In Brussel werken ongeveer 50.000 ambtenaren voor de EU, slechts drie keer zo veel als
pakweg in Rotterdam.
 Het budget dat de Europese Commissie ter beschikking heeft, bedraagt nauwelijks meer dan
1% van de nationale welvaart van alle 28 lidstaten tezamen.
Pagina 10 van 20
De vraag is of de feiten, hoe koppig ook, veel uitrichten tegen het mythische goed/kwaad-schema
dat populisten hanteren. Voorlopige conclusie: de vertrouwenscrisis waarin wij verkeren is grotendeels een crisis van de verbeelding. Tegenover de spookbeelden van het populisme zetten de
traditionele politici weinig perspectieven die tegenwicht bieden.”
20
Pagina 11 van 20
6
Coöperatiemaatschappij
Trinus Hoekstra, beleidsmedewerker van Kerk in Actie, bezocht het Christelijk Sociaal Congres.
Het thema was ‘De participatiesamenleving – een verbond tussen mensen’. Gepresenteerd werd
het rapport van het Wetenschappelijk Instituut van de Christen Unie Coöperatiemaatschappij –
e
Solidariteit organiseren in de 21 eeuw. Korte samenvatting van het rapport: Zo vitaal is de samenleving niet. Het onbehagen in het rapport ten aanzien van de ‘participatiesamenleving’ heeft
vooral betrekking op de massieve oproep aan burgers die er momenteel in tot uitdrukking komt.
Onder verwijzing naar Govert Buijs werd tijdens de presentatie gesproken van een ‘burgerschaps-bubble’ onder beleidsmakers. Het rapport pleit voor een verbinding tussen burgers, gezinnen, maatschappelijke organisaties, ondernemingen én de overheid en spreekt in die zin van
een ‘coöperatiemaatschappij’.
Opmerkelijk en intrigerend in de discussie die volgde was de argeloze vraag van een reformatorische mijnheer. Hij leidde zijn vraag in met de woorden dat zijn vraag er misschien toe zou leiden
dat hij ter plekke met pek en veren besmeurd zou worden, omdat hij zich realiseerde dat het nogal een ‘liberale’ vraag zou kunnen zijn. Hij zei, dat als hij het goed begrijpt, het voor hem als burger nu eigenlijk om vier opeenvolgende vragen gaat, te weten: 1. Heb ik een probleem?
2. Kan ik het zelf oplossen?
3. Wie kan me helpen?
4. Wat kan de overheid doen?
In essentie dus om de ene vraag: Kan ik het rooien? Ik denk dat de mijnheer in zijn argeloosheid
volstrekt gelijk had. Burgers worden in het vertoog van de ‘participatiesamenleving’ in een neoliberale positie gedrongen: Hoe houd ik zelf het hoofd boven water? De vraag "wie kan ik helpen?"
kan daar wel als dooddoener tegenover worden geplaatst, maar legt het onder druk van de omstandigheden vroeg of laat altijd af.
Bezuinigingen
Het vertoog over de ‘participatiesamenleving’ is september 2013 op gang gekomen in verband
met een geheel van bezuinigingen ten behoeve van het begrotingstekort. De overheid treedt terug en dit betekent op allerlei fronten dat de markt een grotere sturende werking krijgt in en op de
samenleving. Onder invloed hiervan wordt de samenleving harder en ongelijker. Het rapport van
de Christen Unie bevestigt min of meer dat de civil society hier op het moment vrij weerloos tegenover staat. De oproep om tot een ‘Coöperatiemaatschappij’ te komen is sympathiek en terecht
(wederkerigheid is niet alleen iets van burgers onderling, maar vraagt een inbedding in instituties), maar bevestigt op het moment vooral dat die coöperatieve infrastructuur (afgezien van een
aantal initiatieven) grotendeels ontbreekt. Overigens wijst de Christen Unie de CDA-terminologie
van het maatschappelijk middenveld af, in de zin van organisaties die in een verticale lijn bemiddelen tussen overheid en samenleving. Het pleidooi van de Christen Unie voor verbinding heeft
duidelijk meer een horizontaal karakter.
Pagina 12 van 20
7
Neoliberalisme
Ongeveer gelijker tijd verschenen in Trouw (16 september) en NRC (13 september) bijdrages
over de waarde van het begrip neoliberalisme. In Trouw wordt het begrip als onbruikbaar van de
hand gewezen door Van Hees, hoogleraar ethiek aan de Vrije Universiteit en één van de auteurs
van het pas verschenen boekje Neoliberalisme. “Neoliberalisme” is de boksbal geworden waarop
iedereen zijn ongenoegen en frustraties kan projecteren en afreageren. "De term biedt een simpel verklaringskader en dat is aantrekkelijk. Een paar jaar terug heb ik het neoliberalisme een
vorm van 'tijdgeestdenken' genoemd. Hiermee doel ik op de neiging om uiteenlopende maatschappelijke verschijnselen allemaal te zien als manifestaties van dezelfde anonieme kracht.”
Marktfundamentalisme, graaicultuur, ongelijkheid. Zijn er nog maatschappelijke kwalen die níet
worden toegeschreven aan het neoliberalisme? De eurocrisis, flexibilisering van de arbeidsmarkt
- ook dat zou eraan te wijten zijn. "De klachten aan het adres van het neoliberalisme hebben me
overigens altijd verbaasd. Want hoe kan iets zo enorm invloedrijk zijn, terwijl we het massaal afwijzen? Zo is het neoliberalisme omgeven met meer paradoxen. Enerzijds zou het leiden tot een
extreme vorm van individualisme, anderzijds staan we er machteloos tegenover en slokt het alle
individualiteit op. Dat kan onmogelijk allebei waar zijn", aldus filosoof en politicoloog Martin van
Hees. Daarom dit boekje, waarin wordt ingegaan op wat heet het neoliberalisme. "Dit boekje
heeft twee boodschappen. Wij laten zien dat het neoliberalisme een fictie is. Maar waarom zou je
schrijven over iets wat bij nader inzien niet bestaat? Vandaar ook onze tweede boodschap. Ook
wij willen weten wat er is misgegaan in de financiële sector, onder welke omstandigheden er
sprake is van een graaicultuur en wanneer (semi-)privatisering een slecht idee is. Heel belangrijke thema's, alleen dan moet je begrippenapparaat wel op orde zijn. De discussie zou erbij gebaat
zijn als 'neoliberaal' niet meer fungeerde als een vage parapluterm waaronder alle kwaden vallen.
Sterker, daarna pas kan de discussie echt beginnen."
Martin van Hees, Patrick van Schie, Mark van de Velde: Neoliberalisme, uitgeverij Boom, 60 blz,
€ 16,50.
Verlangen naar vrijheid
In de NRC heeft Mark Lilla, hoogleraar geesteswetenschappen aan Columbia University, een andere insteek. Ook hij signaleert een heel brede consensus: rechtse Amerikaanse fundamentalisten, linkse Europese en Latijns-Amerikaanse anarchisten, pleitbezorgers voor meer
democratisering, absolutistische voorvechters van burgerrechten, kruisvaarders voor mensenrechten, neoliberale evangelisten van de groei, hackers, wapenfanatici, pornoproducenten en
economen van de Chicago School over de hele wereld, allemaal hebben ze het over vrijheid. Het
dogma dat hen verenigt behoeft geen andere uitleg; het is een mentaliteit, een gevoel. En precies
daar zit het manco. “We hebben niet nagedacht over het intellectuele gat dat het einde van de
Koude Oorlog sloeg.” Tussen 1789 en 1989 lagen twee eeuwen intensieve ideologische strijd,
waarin met alle beschikbare intellectuele middelen werd nagedacht over de meest wenselijke inrichting van de samenleving. Die intellectuele strijd heeft plaatsgemaakt voor een enorme intellectuele luiheid, dogmatisch gelegitimeerd met de slogan ‘vrijheid of de zondvloed’. Kortzichtige
pogingen om 'vrijheid' te implanteren in landen als Irak en Afghanistan geven blijk van het onvermogen om na te denken over aan de realiteit gerelateerde ideeën over de inrichting van een samenleving. “Onze hoogmoed is om te denken dat we niet meer hoeven na te denken of op te
letten of verbinding te zoeken, zolang we maar vasthouden aan onze ‘democratische waarden’ en
economische modellen en ons geloof in het individu, dan komt alles wel goed. Het einde van de
Koude Oorlog heeft elk vertrouwen in ideologie dat in het Westen nog over was verwoest. Maar
het lijkt ook de wil tot begrip te hebben verwoest. Het vrijheidsgezinde dogma van onze tijd zet
onze politiek, economie en cultuur op hun kop en maakt ons tegelijk daarvoor blind, omdat we
nog meer in onszelf gekeerd en nog onverschilliger worden dan we van nature al zijn.”
20
Pagina 13 van 20
Vrije markt
Een illustratie van deze ideologieloze vrijheidsbenadering is, gezien de analyse van Hendrik Jan
de Ru, emeritus hoogleraar staatsrecht aan de VU, te vinden in het door minister Blok voorgestelde beleid voor woningcorporaties (NRC, 28 augustus). Blok wil corporaties verbieden zich te
bemoeien met leefbaarheid en veiligheid in de directe woonomgeving. Dus ze mogen zich niet
meer inzetten voor buurtwerk, sport, maatschappelijk werk, bibliotheken, jeugdhonks in de buurten die ze beheren. Het argument van Blok: meer markt en vrij ondernemerschap. De Ru: “Dit is
een gotspe. Immers, de corporaties zijn bij uitstek particulier initiatief, van en voor burgers, georganiseerd in verenigingen en stichtingen, met een goed doel voor ogen en geen commercieel
doel. De roep van de minister om vrij ondernemerschap is een loze kreet en asociaal.” De paradox is dat Blok tegelijkertijd meer overheidsbemoeienis organiseert, zowel door overheveling van
woningbouwbeleid naar de gemeenten en door een hele ruime delegatie aan algemene maatregelen van bestuur en ministeriële besluiten. Vrijheid voor de overheid dus, buiten parlementaire
controle. “Voor zo’n belangrijke aangelegenheid voor onze samenleving als sociale woningbouw
is dat een ernstige zaak.” Ook een voorbeeld van een terloopse verbouwing van het staatsbestel.
Pagina 14 van 20
8
Zingeving in plaats van zelfverwerkelijking
Zestig procent van de jonge hoogopgeleiden verlaat binnen twee jaar het bedrijf, ondanks uitstekende arbeidsvoorwaarden. Ze zijn op zoek naar “het goede gevoel”, aldus een onderzoek van
selectiebureau Yacht. René Gude constateert op basis hiervan een verschuiving van zelfverwerkelijking (kern van het culturele klimaat in de afgelopen vijftien jaar) naar zingeving. (Als hij gelijk
heeft, is dat een belangrijk inzicht in vervolg op het onderzoeksrapport Kerk en dertigers 2.0, dat
vorig jaar door het Expertisecentrum werd gepubliceerd. Daarin wordt de generatie dertigers nog
getypeerd met de term 'zelfverwerkelijking'.) Het gaat bij deze verschuiving om het welhaast ambachtelijke vermogen om collectieven te vormen. De nadruk in de afgelopen jaren op zelfverwerkelijking en eigen verantwoordelijkheid is een strategie tot maatschappijvorming, waarbij je alleen
de delen traint, geen visie hebt op het geheel. Oudere generaties zitten vaak nog vast in de
weerzin tegen collectieven, voortkomend uit ervaringen in het verzuilde Nederland of nog uit de
e
collectieve traumatische ervaringen van de massa-ideologieën van de 20 eeuw. Generaties die
daar niet mee werden opgescheept, zoeken hoopvolle ontmoetingen. In de afgelopen decennia
zijn de traditionele civilisatie-offensieven filosofie, sport, religie en kunst, bedoeld voor het aanleren van sociale deugden, alleen nog maar ingezet om individueel beter te worden. Daar is nu een
kentering bespeurbaar. “Om te beginnen kun je die gevaarlijke activiteit ‘collectiefvorming’ veilig
beoefenen in het theater, de kerk, het stadion en de academie. In deze vrijplaatsen oefen je voor
een samenleving die er nog niet is. Dat is ambachtelijk zingeven. Deze vrijplaatsen kunnen niet
voor individuele doeleinden misbruikt worden. Dat is niet netjes.” (Trouw, 19 maart)
20
Pagina 15 van 20
9
Kerk
In deze rubriek drie onderwerpen: de Predikantendag van de Protestantse Kerk, statistische gegevens van de Duitse EKD en secularisatie bij de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt.
Predikantendag
De goede sfeer, de ambiance, de overtuigende berichten uit het veld en de gekwalificeerde en
bevlogen sprekers: de predikantendag op 22 september was een opsteker voor ieder die als
theologisch professional werkzaam is in en/of vanuit het instituut Protestantse Kerk in Nederland.
En zoals een goede theologendag betaamt, gaat de bezoeker naar huis met vragen, misschien
geen nieuwe, maar dan tenminste met een beter inzicht in vragen.
In de verschillende bijdragen op de dag werd een dilemma speurbaar dat waarschijnlijk veel predikanten in hun beroepsopvatting bewust of onbewust parten speelt en dat resoneert in de verschillende benaderingen van pionieren. Het dilemma namelijk tussen waarheid en realiteit, tussen
“heilsgeheim” en “public good”, tussen verkondiging en presentie, tussen bekeren en behagen.
Arjan Plaisier legde in zijn overdenking de nadruk op het belang van de waarheid, in plaats van
scepsis en wantrouwen. McGrath stelde voorop dat het mensen vandaag de dag gaat om de
vraag of het werkt wat ze horen, of het aansluit bij hun vragen en behoeften. Van den Brink wilde
toch liever meer oog voor het belang van het weerbarstige, het vreemde van de verkondiging,
ook als daar even geen belangstelling voor is. Misschien is er eerder sprake van een collectieve
verlegenheid dan van een beredeneerd dilemma, een verlegenheid die de dagelijkse praktijk van
dominees kenmerkt. Een praktijk, die gevoed wordt vanuit verschillende theologische concepten,
meer dan dat die gestoeld is op theologische consistentie. De onduidelijke situatie waarin kerk en
christendom zich bevinden in onze cultuur geven wellicht ook eerder aanleiding tot een eclectische praktijk, tot de toepassing van een bricolage van theologische concepten. In dit licht is de
voorkeur bij dominees voor preken en pastoraat te begrijpen als de voorkeur waarbinnen een
theologisch zelfverstaan en daarmee een theologische consistentie nog het beste realiseerbaar
is. De predikantendag geeft er aanleiding toe om dit dilemma, deze verlegenheid en eclectische
praktijk expliciet te thematiseren en tot onderwerp van reflectie te maken. En dan nauwkeuriger
stil te staan bij de alom erkende ingrijpende maatschappelijke en culturele veranderingen die we
ondergaan. Want welke veranderingen bedoelen McGrath en Van den Brink eigenlijk? Is er de
afgelopen vijf eeuwen ooit een moment geweest dat theologen niet spraken van de “ingrijpende
veranderingen in staat, maatschappij en kerk”? Is er in al die tijd niet steeds bezorgdheid geweest
over de toekomst van kerk en christendom? Het ontbreken van zelfs een begin van actuele maatschappijanalyse is opvallend, als zozeer de nadruk gelegd wordt op het belang van oog hebben
voor de contextualiteit van de kerk met het oog op een adequate verkondiging of presentie. Over
drie jaar (want dat de predikantendag herhaald moet worden lijkt me duidelijk) toch ook maar een
sociale wetenschapper uitnodigen. Een aanzet tot sociale analyse werd gegeven door Mechteld
Jansen, met haar opmerking dat de tijd definitief voorbij is dat we kunnen spreken van binnen en
buiten, gelovigen en niet gelovigen, christenen en niet-christenen. Niet alleen de kerkelijke gemeenschap is een fluïdum geworden, waar mensen zich voor kortere of langere tijd mee verbinden, ook (in mijn woorden) de ziel is fluïde geworden, puttend uit vele bronnen, neigend naar
velerlei verleidingen.
Duitsland
Het ledental van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) is in 2012 met 200.000 mensen afgenomen. Aan het einde van dat jaar telde het grootste Duitse protestantse kerkverband 23,4 miljoen leden. Dat blijkt uit de brochure van de EKD met cijfers en feiten over het kerkelijke leven.
Van de ruim 80,5 miljoen Duitsers zijn er bijna 50 miljoen lid van een kerk. De Rooms-Katholieke
Kerk is met 24,4 miljoen leden de grootste, op de voet gevolgd door de EKD. Die telt volgens de
meest recente cijfers 23.356.096 leden. Het ledental loopt ieder jaar met tienduizenden terug. Als
reden voor de teruggang van het aantal kerkleden wordt aangevoerd dat er meer mensen werden
begraven dan dat er werden gedoopt. Bovendien ligt het aantal uittreders beduidend hoger dan
het aantal toetreders. Binnen de EKD keerden in 2012 zo'n 138.000 mensen de kerk de rug toe.
Pagina 16 van 20
Dat is 0,6%, heel wat lager dan de 2,5% die uitgeschreven werden bij een gemeente van de Protestantse Kerk.
Uit de statistieken blijkt verder dat er in Duitsland in 2012 ongeveer 1,1 miljoen kerkdiensten zijn
belegd, waarvan zo'n 210.000 kinderdiensten. Dat zijn er 18 000 per week. Ongeveer 850.000
Duitsers bezoeken iedere week een protestantse eredienst. Gemiddeld volgen 700.000 mensen
(6,7 procent) een kerkdienst op televisie. Aan de 237.000 avondmaalsvieringen namen in totaal
meer dan 9 miljoen EKD-leden deel.
De Evangelische Kerk in Duitsland telt zo'n 21.000 kerken en kapellen, waarvan er 17.000 op de
monumentenlijst staan. Er werden 168.000 kinderen en 19.000 volwassenen gedoopt. Vooral in
de oostelijke deelstaten laten veel mensen die als volwassene tot geloof zijn gekomen, zich dopen.
De EKD is een verband van lutherse, protestantse en verenigde landskerken.
Voor meer vergelijkingsmateriaal met de Protestantse Kerk, zie de Statistische Jaarbrief 2014:
http://www.pkn.nl/overons/protestantse-kerk/feiten-en-cijfers
Vrijgemaakt
Vrijgemaakt-gereformeerde dertigers hebben een 'snelkookpan'-secularisatie ondergaan: ze
groeiden op in een hechte zuil die openbrak juist toen deze generatie volwassen werd. Dat schrijft
Lammert Kamphuis (31) in de bundel Vrijgemaakt? Dertigers over het leven in een gereformeerde zuil, waarvan hij de eindredactie voerde. Hij bevat bijdragen van vijftien leeftijdgenoten van
Kamphuis die stilstaan bij hun opgroeien in een hechte, maar voor de meesten ook benauwende
zuil, die bovendien langzaam openging. Uiteindelijk gingen de wegen van de vijftien auteurs ver
uiteen: de een is nu predikant in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, een ander heeft zijn vrijgemaakte veren volledig afgeschud. Kamphuis munt in het voorwoord de term 'snelkookpan'secularisatie: wat de westerse cultuur in enkele eeuwen doormaakte, ondergingen vrijgemaakte
dertigers in sneltreinvaart. 'Naarmate wij ouder werden, kwamen wij meer en meer in contact met
de wereld buiten onze afgeschermde zuil - en daarmee kwam dan vaak de verwarring en de worsteling op. Het veilige en bekende wereldbeeld uit de zuil verloor zijn vanzelfsprekendheid. Je
godsbeeld, mensbeeld en wereldbeeld moesten allemaal grondig worden herzien.' 'Ik wil absoluut
niet natrappen. Een gefrustreerd iemand als Maarten 't Hart hoop ik niet te worden. Aan de andere kant: mensen die in de jaren zestig zijn opgegroeid en de kerk achter zich lieten, hebben volop
een stem gekregen. Nu doen wij ons verhaal.' (Nederlands Dagblad, 5 september)
20
Pagina 17 van 20
10
Vrouwen en mannen
Monique Samuel, politicoloog, trok bijna zes jaar door de wereld (NRC, 13 september): “NoordIrak, Zuid Libanon, Oeganda, Santo Domingo, overal kwam ik tot de conclusie dat vrouwen niet
alleen de ruggengraat vormen van de samenleving, maar ook van de economie, het sociale leven, de religieuze instellingen, het huishouden en het gezin, ja van alles eigenlijk, behalve de
staat en de straat. Maar ook daar wint zij snel terrein. De mate van vrouwelijke zichtbaarheid in
de media en de politiek loopt in landen van noordwest Europa ver achter op die in Zuid-Amerika,
Sub-Sahara Afrika en in sommige delen van Azië.
Er is sprake van een zeer snelle opkomst van de vrouw in niet-westerse samenlevingen en van
de emancipatie van niet-westerse vrouwen in westerse landen. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in het hoger onderwijs (in Iran meer dan drie vrouwelijk studenten op elke mannelijke). In
veel landen zijn vrouwen de belangrijkste kostwinnaars (in Egypte in de laagste klasse in meer
dan 60%). Het gevolg is een enorme toename van seksueel geweld tegen vrouwen. Berichten uit
India en Egypte dringen tot ons door, maar de epidemie is wereldwijd.”
Pijnlijk is daarom de uitkomst van een UNICEF-onderzoek in 28 Afrikaanse landen, waaruit blijkt
dat meer vrouwen dan mannen begrip hebben voor vrouw-slaan. Afhankelijk van de regio is van
ruim tien tot boven de 90% van de ondervraagden van mening dat een man zijn vrouw mag slaan
als ze uitgaat zonder hem dat te vertellen, als ze de kinderen verwaarloost, als ze ruzie maakt
met haar man, als ze seks weigert, als ze het eten laat aanbranden. Jonge vrouwen (15-19) zijn
niet verlichter dan oudere (40-45). De onderzoekers opperen de verklaring dat moeders (die uiteraard de kinderen opvoeden) zonen weliswaar leren om niet te slaan, maar dochters waarschuwen voor kastijding bij het overtreden van conventies. Slaan bij overtreding van de mores
blijft op die manier de norm. (Trouw, 20 september)
De eerste hoogleraar Vaderschap in Nederland wordt gepresenteerd onder de kop De Nederlandse vader bungelt onderaan. “Voor elk uur dat een Nederlandse moeder met haar kinderen
doorbrengt, staan 27,6 minuten van de vader. Alleen Oostenrijk zit wat dat betreft in Europa onder ons”, aldus Renske Keizer, sinds 1 september bijzonder hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam, in het bijzonder voor de rol en pedagogische betekenis van vaderschap.
“Een kwart van de Nederlanders vindt dat vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen dan mannen. Er heerst ook een sterke moederschapsideologie in Nederland, je bent een slechte moeder
als je je kind meer dan drie dagen per week naar de opvang brengt. We weten dat vaders meer
actieve werkwoorden gebruiken, meer abstracte woorden en vaker de gebiedende wijs. Wat we
niet weten is of kinderen van betrokken vaders een betere taalontwikkeling doormaken.” (NRC, 5
september.)
Pagina 18 van 20
11
Arbeidsmarkt
In zijn nieuwe boek Megatrends Werk beschrijft trendwatcher Adjiedj Bakas de arbeidsmarkt van
vandaag en morgen. Op dit moment heeft 50 procent van de volwassen Nederlanders een vaste
baan in loondienst, tien jaar geleden was dat 70 procent en over 10 jaar is dat nog 30 à 40 procent. Dat betekent dat 50 tot 70 procent van de mensen dan als zp’er (zelfstandige professional
oftewel freelancer) door het leven zal gaan, baantjes en taakjes aan elkaar wevend. ‘Hosselen’,
zoals dit fenomeen in Suriname heet, zal straks normaal worden. Werkgevers kunnen nu voor iedere vacature kiezen uit vele kandidaten, behalve voor functies voor schaars toptalent. Bovendien legt de overheid werkgevers steeds meer verplichtingen op. Werkgevers zullen dus kritischer
dan ooit worden in de werving en selectie van medewerkers.
"De zp’ers horen tot de nieuwe armen. Veel zp'ers zijn niet goed in zelfmarketing en zijn feitelijk
parttime werkloos, zoals Reiner Castelein, voorzitter van NZW, de vakbond van zp’ers, opmerkt.
En er is niet genoeg werk voor alle 17 miljoen Nederlanders, autochtoon of allochtoon. Iedere
zp’er, van welke huidskleur ook, zal zichzelf dus moeten scholen, bijscholen en herscholen. Iedere zp’er moet investeren in persoonlijke ontwikkeling, talentontwikkeling, netwerken, zelfmarketing. De analfabeten van de toekomst zijn straks niet degenen die niet kunnen lezen of schrijven,
maar degenen die niet kunnen bijleren, afleren en omdenken, degenen die zichzelf niet opnieuw
kunnen uitvinden. Je leeft één keer, iedere dag telt 24 uur en het is dus zaak voor zp’ers en mensen die werken in loondienst om de schaarse tijd en energie verstandig te besteden. Slim werken
in een gezonde work-life-balance heeft de toekomst. Een bedrijf heeft straks een kortere levensloop dan nu. Als een bedrijf straks langer dan tien jaar floreert, heeft het mazzel. Dat betekent dat
het voor ondernemers zaak is slim en wendbaar te ondernemen, met de inzet van het beste talent. Het is niet in het belang van ondernemers om mensen op iets anders dan hun talent te selecteren. Natuurlijk zijn er over allerhande bevolkingsgroepen vooroordelen en stereotypen in
omloop, maar of je nu dik, roodharig, zwart, gehandicapt, oud, homo, provinciaal of wat dan ook
bent, je ‘handicap’ wordt steeds minder relevant. Je talent is en blijft het belangrijkst."
Reorganisatie arbeidsmarkt
We hebben het voortdurend over de kenniseconomie, terwijl 60% van de jongeren naar het
VMBO gaat. Hans Kamps, afscheid nemend als voorzitter van werkgeversorganisatie Abu, wijst
op het pijnlijk verschil in maatschappelijke investering voor een gymnasium-leerling die via het
e
VWO medicijnen gaat studeren en zich specialiseert en de VMBO'er die zich vanaf z’n 18 zelf
moet zien te redden, nagenoeg kansloos is op de arbeidsmarkt en dus met een uitkering het
maatschappelijke leven in wordt gestuurd, te weinig om te creperen, te veel om een fijn leven op
te bouwen. "Als we met elkaar zo verstandig zouden zijn onze handen niet van hem af te trekken
als hij 18 is, zou hij waarschijnlijk niet levenslang een beroep moeten doen op de sociale zekerheid. Met wat sleutelen aan de flexwet of het ontslagrecht kom je er niet. Er moet worden gedacht
over een totaal nieuwe organisatie van de arbeidsmarkt. We moeten zoeken naar een nieuw instrument. Er is een grote stroom van jongeren met problemen die niet het niveau van MBO 3 of 4
halen, het niveau dat werkgevers vragen. Tegen hen kunnen we toch niet zeggen: je gaat levenslang de bijstand in!?" (Trouw, 14 mei)
Actieve overheid
Werk ontstaat niet wanneer een overheid zich beperkt tot ‘faciliteren’ of ‘dereguleren’. Er is een
overheid nodig die actief mede wil vormgeven aan een nieuwe economie. Door zelf deel te nemen, te investeren, garanties te geven, technici op te leiden of andere sectoren bij de les te houden. Nu komt het op actie aan. (Diederik Samson, op weg naar Prinsjesdag in NRC, 13 sept.)
20
Pagina 19 van 20
12
Rijk en arm
Door corrupte activiteiten als omkoping, witwassen en belastingontduiking lopen ontwikkelingslanden ieder jaar meer dan 760 miljard euro aan inkomsten mis. Dat komt zeker niet alleen door
misstanden in de landen zelf, maar ook door financiële constructies en regels in de Westerse
landen die dit mogelijk maken (NRC, 4 september). Het beleid van de G20-landen vergemakkelijkt deze uitstroom van geld uit de armste landen. Aldus een rapport van ONE, wereldwijde actiegroep voor armoedebestrijding. Geschat wordt dat in belastingparadijzen tegoeden worden
aangehouden van twintig biljoen dollar. Daarvan is naar schatting 2,4 biljoen euro aan zwart vermogen van mensen in ontwikkelingslanden. Maar de strijd tegen corruptie heeft succes. Uit een
onderzoek van de BBC in 2011 bleek corruptie het meest besproken onderwerp ter wereld, meer
dan milieu of werkloosheid. Twintig jaar geleden was dat ondenkbaar, stelt Ben Elbers, manager
bij Transparency International (TI), wereldwijd een van de belangrijkste organisaties in strijd tegen
corruptie. Belangrijk instrument is geweest het mobiliseren van de publieke opinie. In 2003 heeft
TI een hotline opgezet in Roemenië, Bosnië en Macedonië om mensen in de gelegenheid te stellen gevallen van corruptie te melden. Zou er wel iemand bellen? Het kantoor in Roemenië moest
kort na de start een week sluiten omdat de lijnen overbezet waren. Nu zijn er wereldwijd 90 van
dergelijke centra in zestig landen, goed voor 150.000 telefoontjes per jaar.
Twee misverstanden. Corruptie gaat niet alleen om het grote geld, maar komt ook voor in alle
mogelijke dagelijkse praktijken, zoals de vrouwen in een ziekenhuis in Zimbabwe, die voor elke
kreet tijdens de bevalling vijf dollar moesten betalen aan de verpleging. Wie niet betaalde, mocht
het ziekenhuis niet uit. En corruptie komt niet alleen in arme landen voor. De schimmige eigendomsconstructies van veel westerse bedrijven zijn ook een vorm van corruptie.
Pagina 20 van 20
13
Varia
De jeugd van de USA (jongeren onder 30, vooral onder 20) is de Bic Mac beu, ze eten liever bij
gezonde voedselketens. In de afgelopen twee jaar kreeg McDonalds al twee keer een nieuwe
baas. (Trouw, 2 september)
Crowdfunding is van 2011 tot 2013 opgelopen van 2,5 miljoen euro per jaar naar 32 miljoen, en
de verwachting is dat dit jaar een bedrag van 100 miljoen wordt opgehaald door ondernemers,
kleine bedrijfjes, zelfstandigen voor het realiseren van plannen en producten. (Trouw, 25 september)
Ook niet-katholieke media in Italië hebben sinds de komst van de nieuwe paus respect voor wat
de kerk zegt, meldt Trouw (2 september). Vrijwillige hulpverleners aan daklozen en armen merken opeens dat hun werk gewaardeerd wordt. Zoals iemand het uitdrukt: “De paus heeft een klimaat geschapen waardoor mensen meer ogen hebben voor hun naaste.” Niet de opvatting van
het pontificaat is veranderd, wel de taal.