Thesisonderwerpen 2014 -2015 Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie (KLEP) KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Pleegzorg, jeugdzorg en kinderen Beslissen in jeugdzorg: invloed van attitudes. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Pleegkinderen aan het woord: hoe kijken zij naar hun plaatsing. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Wie keert terug naar huis: voorspellende factoren van hereniging. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Validiteit van de Vlaamse I-cast. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Hoe succesvol zijn herenigingen? Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Trauma en pleegzorg: het voorkomen van traumatische gebeurtenissen bij pleegkinderen. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Trauma en pleegzorg: Traumatische stresssymptomen bij pleegkinderen. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Biologische kinderen van pleegmoeders: hoe beleven zij pleegzorg. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Laura Gypen Meer info? Laura Gypen ([email protected]) Grootouders voeden hun kleinkinderen op: ervaring en beleving van de grootouders als pleegouders". Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Frank Van Holen Meer info? Frank Van Holen ([email protected]) Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen Emotieregulatie bij lagere schoolkinderen Promotor: Prof. Dr. Smadar Celestin-Westreich Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen en hun gezin vanuit het FACE©-model (Faciliteren van de Afstemming van Cognities en Emoties). Onderzoeksbevindingen dragen bij tot de empirische onderbouw van het FACE©-programma voor cognitieve en emotievaardigheidstraining bij klinisch en niet-klinisch aangemelde kinderen. Emotieregulatie is een belangrijke ontwikkelingsvaardigheid. Verstoringen op één of meer niveaus van de emotieregulatie liggen ten grondslag aan vele problemen in de kindontwikkeling. Emotieregulatie is echter relatief weinig empirisch onderzocht bij kinderen van schoolgaande leeftijd, onder meer wegens een schaarste aan leeftijdsgeschikte instrumenten. In dit onderzoek bestudeer je op leeftijdsadequate manier hoe kinderen (leren) omspringen met het reguleren van emoties en welke kind- en gezinsfactoren hiermee samenhangen. Doelgroep: Schoolpopulatie, kan los van stageplaats. Meer info? Prof.Dr. Smadar Celestin-Westreich ([email protected]) Emotieregulatie bij kinderen met ADHD Promotor: Prof. Dr. Smadar Celestin-Westreich Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen en hun gezin vanuit het FACE©-model (Faciliteren van de Afstemming van Cognities en Emoties). Onderzoeksbevindingen dragen bij tot de empirische onderbouw van het FACE©-programma voor cognitieve en emotievaardigheidstraining bij klinisch en niet-klinisch aangemelde kinderen. KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Recent onderzoek toont dat kinderen met ADHD ook problemen vertonen met emotieregulatie. Zulke problemen vormen mogelijk mee een onderliggende verklaring voor de relationele en persoonlijke moeilijkheden die deze kinderen vaak ervaren. In deze vervolgstudie onderzoek je verder welke deelaspecten van de emotieregulatie moeizaam verlopen bij kinderen met ADHD. Er wordt nagegaan voor welke kinderen dit meer precies geldt, afhankelijk van het ADHDsubtype, de comorbiditeit en de gezinscontext, en welke impact dit heeft op hun functioneren. Daarnaast tracht je te ontdekken welke eigenschappen ertoe bijdragen dat sommige kinderen met ADHD meer dan andere veerkracht ontwikkelen ten aanzien van emotionele verstoringen. Doelgroep: Klinische populatie, combineren met stage. Meer info? Prof. Dr. Smadar Celestin-Westreich ([email protected]) Emotieregulatie bij kinderen met een vroegtijdige bipolaire stoornis Promotor: Prof. Dr. Smadar Celestin-Westreich Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen en hun gezin vanuit het FACE©-model (Faciliteren van de Afstemming van Cognities en Emoties). Onderzoeksbevindingen dragen bij tot de empirische onderbouw van het FACE©-programma voor cognitieve en emotievaardigheidstraining bij klinisch en niet-klinisch aangemelde kinderen. Bipolaire Stoornissen (BS) worden pas recent onderkend in kinderen ondanks de verregaande impact van deze emotie disregulatie stoornis op de levensloop. Kinderen met comorbiede ADHD en vroegtijdige BS vormen hierbij een bijzondere risicogroep die extra uitdagingen moet aangaan in het ontwikkelingstraject (gedragsproblemen, middelenmisbruik, zelfmoordrisico). In dit onderzoek ga je na welke emotieregulatie technieken het meest effect boeken bij jongeren met BS, al dan niet met ADHD, en welke bronnen van risico- en steun hiermee verband houden op individueel en gezinsniveau. Doelgroep: Klinische populatie, combineren met stage. Meer info? Prof. Dr. Smadar Celestin-Westreich ([email protected]) Persoonlijkheid en psychopathologie Psychopathie in de algemene populatie. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Sarah Gordts Psychopathie is een destructieve stoornis die zowel interpersoonlijk-affectieve en gedragsmatige kenmerken omvat. Hoewel psychopathische persoonlijkheidstrekken frequent worden teruggevonden in de forensische populatie, komt psychopathie ook voor in de algemene populatie, hetzij op een minder grote schaal. Over de conceptualisatie van psychopathie in de algemene populatie is echter relatief weinig gekend. Dit thesisonderzoek KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 spitst zich toe op de conceptualisatie van psychopathie in een community sample. Door middel van vragenlijstonderzoek worden de onderliggende factor-structuur en relaties met relevante concepten onder de loep genomen. Dergelijk onderzoek draagt bij tot het verder typeren van psychopathie in niet-forensische context. Meer info? Sarah Gordts ([email protected]) Onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de WHO-QoL Bref in een oudere populatie. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: De WHO-QoL Bref (verkorte versie World Health Organisation Quality of Life Questionnaire) is een zelfrapportagevragenlijst van 26 items die dient om algemeen welzijn te meten. Doel: In deze studie zal empirisch onderzocht worden of de betrouwbaarheid en validiteit van de WHO-QoL Bref behouden blijft in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Afname WHOQoL (+ nog te bepalen andere vragenlijsten) in een jongere volwassenen (35-55 jaar) en een oudere volwassenen populatie (65+). Extra info: voor de afnames vragenlijsten kan er eventueel samengewerkt worden met andere thesisstudent(e) (zie PANAS). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de PANAS in een oudere populatie. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: De PANAS (Positive and Negative Affect Schedule) is een zelfrapportagevragenlijst van 20 items die ook vaak in onderzoek gebruikt wordt om welzijn te meten. Doel: In deze studie wordt empirisch onderzocht of de betrouwbaarheid, validiteit en factorstructuur van de PANAS behouden blijft in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Afname PANAS (+ nog te bepalen andere vragenlijsten voor externe validiteit) in een jongere volwassenen (35-55 jaar) en een oudere volwassenen populatie (65+). Extra info: Voor de afnames vragenlijsten kan er eventueel samengewerkt worden met andere thesisstudent(e) (zie WHO-QoL-Bref). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Onderzoek naar de link tussen persoonlijkheid en welzijn in een oudere populatie. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Achtergrond: Eerder onderzoek heeft aangetoond dat persoonlijkheidstrekken een belangrijke rol spelen in algemeen welzijn. Doel: In huidig onderzoek zal nagegaan worden of deze link tussen persoonlijkheid en algemeen en affectief welzijn ook naar voor komt in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Om persoonlijkheid te meten zal de NEO-FFI, MMPI-2-RF met de PSY-5-r schalen afgenomen worden. Affectief welzijn wordt gemeten door de PANAS en algemeen welzijn door de WHO-QoL-Bref. Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Onderzoek naar de link tussen persoonlijkheid en welzijn in een oudere populatie. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut De socio-emotionele selectiviteitstheorie stelt dat oudere volwassenen (OV) hun aandacht vaker richten op positieve en minder op negatieve emotionele informatie dan JV (positiviteitseffect). De onderzoeksresultaten zijn echter inconsistent. In onderzoek met JV komt naar voor dat persoonlijkheid een rol speelt en daarom gaan we in deze studie na of deze link ook opgaat in een oudere populatie. De persoonlijkheidstrekken zullen gemeten worden a.d.h.v. de NEO-FFI en de MMPI-2-RF(-PSY-5). Het positiviteitseffect zal onderzocht worden met de Engagementdisengagement taak in de periode januari – juni 2015 in de labo’s van de UGent.. Er wordt van de student verwacht dat hij/zij meehelpt met de afnames in Gent. Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Onderzoek naar de link tussen persoonlijkheid en emotionele reactiviteit bij ouderen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Oudere volwassenen (OV) zouden minder fysiologische reactiviteit vertonen op emotionele stimuli dan jongere volwassenen (JV). De resultaten omtrent emotionele reactiviteit bij OV zijn echter inconsistent. Omdat er in onderzoek met JV een link tussen persoonlijkheid en subjectieve en gedragsreactiviteit op emotionele stimuli werd gevonden, vermoeden we dat persoonlijkheid een confounding factor kan zijn in de fysiologische emotionele reactiviteit bij OV. In huidig onderzoek gaan we eerst nagaan of de link tussen persoonlijkheid en emotionele reactiviteit ook blijft bestaan wanneer we ons focussen op het fysiologische aspect. Nadien gaan we nagaan of de link tussen persoonlijkheid (NEO-FFI en de MMPI-2-RF-PSY-5) en fysiologische emotionele reactiviteit (pupildilatie) een mediërend effect kan hebben op het positiviteitseffect (Engagement-disengagement taak ) bij ouderen. De student helpt bij de experimenten die zullen in de periode januari – juni 2015 afgenomen worden in de labo’s van de UGent. Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Link tussen persoonlijkheid en psychologische flexibiliteit bij ouderen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Uit onderzoek blijkt dat persoonlijkheidstrekken samenhangen met flexibiliteit. Zo zouden neuroticisme en negatieve emotionaliteit samenhangen met een lagere mate van flexibiliteit en zouden personen die hoger scoren op extraversie, openheid en positieve emotionaliteit een hogere mate van flexibiliteit vertonen. In dit onderzoek zal nagegaan worden of persoonlijkheidstrekken ook samenhangen met psychologische flexibiliteit bij ouderen (65 plussers). De persoonlijkheidstrekken zullen gemeten worden met de NEO-FFI en de MMPI-2RF-PSY-5 en de psychologische flexibiliteit zal gemeten worden a.d.h.v. de AAQ-II (zelfrapportagevragenlijsten). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de AAQ-II in een populatie oudere volwassenen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: De AAQ-II (Acceptance and Action Questionnaire II) is een zelfrapportagevragenlijst van 10 items die de mate van psychologische flexibiliteit meet. Doel: In deze studie zal empirisch onderzocht worden of de betrouwbaarheid en validiteit van de AAQ-II behouden blijft in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Afname AAQ-II (+ nog te bepalen andere vragenlijsten) in een jongere volwassenen (35-55 jaar) en een oudere volwassenen populatie (65+). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Error! Not a valid bookmark self-reference. Weerbaarheid en het alcoholgebruik bij ouderen in Vlaanderen. Promotor: Prof. Dr. Eva Dierckx (in het eerste semester: Prof. Dr. Bas van Alphen) Begeleider: Yannic van Gils Weerbaarheid is een concept dat meer en meer aandacht krijgt in onderzoek naar ouderen en wordt gezien als de vaardigheid om na een tegenslag terug een gezonde evenwicht te vinden. Alcoholgebruik bij ouderen is ook een thema dat meer en meer de aandacht krijgt. Heel wat Europese studies hebben aangetoond dat ouderen wel degelijk alcohol drinken. Bovendien geven deze studies aan dat ouderen zelfs meer drinken dan we in eerste instantie zouden verwachten. Er zijn echter nog geen onderzoeken die zich bezig gehouden hebben om beide concepten, namelijk weerbaarheid van ouderen en hun alcohol gebruik, in kaart te brengen. Meer info? Yannic van Gils ([email protected]) * KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Autismespectrumstoornissen (ASS) bij ouderen: Is de HAP bruikbaar als screener voor ASS? Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Prof. Dr. Bas van Alphen Empirische gegevens ontbreken over ASS bij ouderen. Zo zijn er geen specifieke screeningsinstrumenten, zelfrapportagevragenlijsten of interviews beschikbaar die zijn gevalideerd voor ASS op latere leeftijd. De Hetero-Anamnestische Persoonlijkheidsvragenlijst (HAP) is ontwikkeld voor het meten van de premorbide persoonlijkheid bij ouderen. Niettemin bieden enkele schalen van de HAP mogelijke aanknopingspunten voor de detectie van ASS bij 65-plussers. Doel van de studie is aan de hand van deze informantenvragenlijst (HAP) nagaan of deze ook geschikt is om te screenen naar ASS in een ouderenpopulatie. Toegang tot een (poli)klinische setting waar een DSM classificatie autismespectrumstoornis aanwezig is behoort tot de randvoorwaarden om de opzet te volgen die reeds uitgewerkt is in Nederland en dit uitvoeren in een Belgische zorginstelling (klinische of poliklinische groep ouderen) Meer info? Bas van Alphen ([email protected]) * Young Schema Questionnaire (YSQ) en ouderen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Promotor: Prof. Dr. Bas van Alphen Begeleider: Marjolein Legra De schematheorie en -therapie van Young bieden binnen een volwassen populatie tot vijftig jaar een bruikbaar theoretisch kader en een effectieve behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen. Vooralsnog ontbreken echter publicaties over ouderen en schema's. Deze studie zal schema's bij ouderen op gestandaardiseerde wijze in kaart brengen door de reconstructie van een betrouwbare en valide zelfrapportage- en informantversie van de Young Schema Questionnaire (YSQ) voor ouderen in een (poli)klinische setting in Nederland (regio Bergen op Zoom). Op basis van data van Rijkeboer (2008) werd namelijk een schemalijst voor ouderen gereconstrueerd en tevens bewerkt tot een informantversie. De dataverzameling is reeds opgestart, maar dient nog verder uitgebreid te worden. Voorwaarde is de bereidheid tot verzamelen van data en maken van afspraken met begeleider in Nederland. Meer info? Bas van Alphen ([email protected]) * Assessment van narcistische persoonlijkheidspathologie bij ouderen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Inge Debast De narcistische persoonlijkheidsproblematiek bij 65-plussers is ongetwijfeld onderbelicht in de wetenschappelijke literatuur. Gevalsbeschrijvingen geven echter aan dat specifieke uitingen van narcisme op oudere leeftijd zonder meer relevant is in het proces van ouder worden. Bovendien neemt de zekerheid van de diagnostische conclusie in het bijzonder bij narcisme toe door informantbeoordeling. KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Doel studie: relatie tussen pathologisch narcisme gemeten door de PNI en interpersoonlijke problemen (IIP-32) / algemeen persoonlijkheidsfunctioneren (SIPP-SF) / veerkracht (CD-RISC) / maladaptieve trekken (PID-5) nagaan vanuit zelf- versus informantrapportage. Methode: Vragenlijstonderzoek bij een niet-klinische ouderenpopulatie (of toegang tot klinische ouderenpopulatie via stageplaats). Meer info? Inge Debast ([email protected]) Validering van de Personality Inventory for DSM-5 (PID-5) korte en informantversie bij ouderen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Inge Debast De PID-5 is ontwikkeld om de traits/dimensies van persoonlijkheidsstoornissen voorgesteld in sectie III van DSM5 te meten. Doel: de psychometrische eigenschappen van de PID-5 vragenlijsten bij ouderen verkennen, door de betrouwbaarheid te vergelijken tussen de lange en korte versie van de zelf- en/of informantversie. Methode: data verzamelen in een niet-klinische ouderenpopulatie (of toegang tot klinische ouderenpopulatie via stageplaats). Meer info? Inge Debast ([email protected]) Persoonlijkheidspathologie bij ouderen in de GGZ. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Inge Debast In het kader van de publicatie van DSM-5 werd in sectie III voorgesteld persoonlijkheidsstoornissen te benaderen op basis van onder meer twee belangrijke componenten: Criterium A niveau van persoonlijkheidsdisfunctioneren en Criterium B maladaptieve trekdomeinen/facetten. Doel: Klinische bruikbaarheid van criterium B gemeten door de PID-5 in een klinische ouderensetting, m.a.w. nagaan in welke mate dit criterium B incrementele validiteit heeft bij persoonlijkheidsstoornissen (GPS), naast meten van criterium A (SIPP-SF). Methode: data verzamelen bij een klinische groep ouderen in één van volgende instellingen: PZ Asster Sint-Truiden, PC Sint-Jan Baptist Sint-Denijs-Westrem, PZ Sint-Camillus Gent of PC SintAmedeus Mortsel Meer info? Inge Debast ([email protected]) KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Meten van structurele persoonlijkheidsveranderingen tijdens het verloop van een behandeling. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Mercedes De Weerdt De Severity Indices of Personality Problems (SIPP-118) is een zelfrapportage vragenlijst die belangrijke kerncomponenten van (mal)adaptief persoonlijkheidsfunctioneren in kaart brengt. Dit instrument bestaat uit 118 items en meet 16 facetten die clusteren in 5 hogere-orde domeinen: Sociale concordatie, relationele capaciteiten, identiteitsintegratie, verantwoordelijkheid en zelfcontrole. Deze vragenlijst kan tevens gebruikt worden om veranderingen in persoonlijkheidsfunctioneren te meten, bv na een behandeling. Doel van de studie is het meten van structurele persoonlijkheidsveranderingen tijdens behandeling door afname van de MMPI-2 en de SIPP-118 bij een klinische populatie op twee tijdstippen tijdens de behandeling. Vereiste is klinische stageplaats of toegang tot klinische data. Meer info? Mercedes De Weerdt ([email protected]) Identificeren van MMPI-2 predictoren. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Mercedes De Weerdt Sinds kort is in de Verenigde Staten de nieuwe versie van de De Minnesota Multiphasic Personality Inventory- 2 (MMPI-2) uit nl. de MMPI-2-RF (Restructured Form) waarbij de RCschalen centraal staan. Bedoeling van deze thesis in nagaan in welke mate de schalen van de MMPI-2-RF een predictor kunnen zijn voor bvb fysieke gezondheid, agressie etc... Doel is dus de identificatie van een aantal predictoren of gedragsmaten aan de hand van de MMPI-2-RF door afname van de MMPI-2 en bijkomende persoonlijkheidsvragenlijsten. Vereiste is een klinische stageplaats of toegang tot klinische data. Meer info? Mercedes De Weerdt ([email protected]) Assessment van persoonlijkheidsstoornissen met de MMPI-2-RF. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Mercedes De Weerdt Voor de MMPI werden door Morey et al. Personality Disorder (PD) scales ontwikkeld die gebaseerd waren op de DSM III. Nadat in 1989 de MMPI-2 en vervolgens de DSM IV uitkwam, herwerkte Ben-Porath de bestaande PD schalen. Sinds kort is er in de Verenigde Staten een geherstructureerde versie van de MMPI-2 uitgekomen, nl de MMPI-2-RF. Het is nuttig om na te gaan of de bestaande PD schalen voor deze nieuwe versie kunnen gebruikt worden en tevens te onderzoeken of overeenkomen met persoonlijkheidsstoornissen zoals voorgesteld voor DSM5. Methode: Afname van de MMPI-2 en bijkomende persoonlijkheidsvragenlijsten bij een klinische populatie. Klinische stageplaats of toegang tot klinische data is een vereiste. KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Meer info? Mercedes De Weerdt ([email protected]) Zelfrapportage en informantenvragenlijsten: de Severity Indices of Personality Problems (SIPP-118) en de Personality Inventory for DSM5 (PID5). Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Mercedes De Weerdt De Severity Indices of Personality Problems (SIPP-118) is een zelfrapportage vragenlijst die belangrijke kerncomponenten van (mal)adaptief persoonlijkheidsfunctioneren in kaart brengt. Dit instrument bestaat uit 118 items en meet 16 facetten die clusteren in 5 hogere-orde domeinen: Sociale concordatie, relationele capaciteiten, identiteitsintegratie, verantwoordelijkheid en zelfcontrole. Deze vragenlijst kan tevens gebruikt worden om veranderingen in persoonlijkheidsfunctioneren te meten. Uit de klinische praktijk blijkt vaak dat er een discrepatie is tussen de informatie omtrent de persoonlijkheid die verkregen wordt door middel van zelfrapportage of door het bevragen van vrienden, familieleden, etc. van de patiënt aan de hand van informatenvragenlijsten. Doel van deze thesis is om bij een klinische groep enerzijds na te gaan of er een significant verschil is tussen het zelf beeld en dat van anderen maar anderzijds ook om te onderzoeken of er een significant verschil is op gebied van de eerder stabielere trekken (criterium B van de DSM5), gemeten aan de hand van de PID5 en de mate van functioneren (Criterium A van de DSM5) zoals gemeten aan de hand van de SIPP-118 (twee afnames met één maand tussen). Vereiste is een klinische stageplaats of toegang tot klinische data. Meer info? Mercedes De Weerdt ([email protected]) Niveau van persoonlijkheidsfunctioneren en persoonlijkheidsstoornissen: Validering van de SIPP-SF. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Later te bepalen In het kader van de publicatie van DSM-5 werd in sectie III voorgesteld persoonlijkheidsstoornissen te benaderen op basis van onder meer twee belangrijke componenten: Criterium A niveau van persoonlijkheidsfunctioneren (of disfunctioneren) en Criterium B persoonlijkheidsstoornistypes en beschrijving ahv trait domeinen/facetten. Centraal doel van de studie is het meten van algemeen persoonlijkheidsfunctioneren of ‘ernst’ van de persoonlijkheidspathologie en validering van de SIPP-SF. Bv. nagaan in welke dit criterium B gemeten door SIPP-SF incrementele validiteit heeft bij persoonlijkheidssstoornissen, naast meten van pathologische trekken of bv. externe validering van SIPP-SF door te vergelijken met andere instrumenten. Doel is dat de student zelf data verzameld in bij voorkeur klinische populatie; doelgroep zijn (oudere) volwassenen. Meer info? Prof. Dr. Gina Rossi ([email protected]) KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 (A)typische ontwikkeling & (speciale) opvoedingssituaties Problematisch genotmiddelengebruik bij adolescenten. Promotor: Prof. Dr. Caroline Andries Begeleider: Patrick Lambrecht Sinds 2003 participeert de vakgroep aan het European School survey Project on Alcohol and other Drugs – ESPAD, een 4-jaarlijkse bevraging bij 15-16 jarigen betreffende genotmiddelen in ongeveer 40 Europese landen met als doel vergelijkbare gegevens en trends te onderzoeken. Het onderzoek wordt herhaald in 2014-2015 en zal zo’n 100.000 Europese jongeren van de geboortecohort 1999 bevragen naar hun consumptie van legale of illegale genotmiddelen en ander risicogedrag. Gebruikmakend van de bestaande internationale databank probeert de student zicht te krijgen op: 1) Trends (2003 - 2014) in problematisch genotmiddelengebruik (1 student ) Meer info? Patrick Lambrecht ([email protected]) Verband tussen genotmiddelengebruik/-misbruik en internaliserende gedragsproblemen. Promotor: Prof. Dr. Caroline Andries Begeleider: Patrick Lambrecht Sedert 2007 wordt elke vier jaar een representatief staal van de Vlaamse reguliere secundaire onderwijspopulatie getrokken en bevraagd om een beeld van het genotmiddelengebruik van de Vlaamse vroege en midden (schoolgaande) adolescenten te krijgen. In het Vlaamse onderzoek wordt sedert 2010 naast het genotmiddelengebruik specifiek ingegaan op de aanwezigheid van een verhoogd risico op angst en depressie en het voorkomen van suiciditeit. In 2014 wordt het onderzoek voor een derde maal herhaald waardoor trends over genotmiddelengebruik en – misbruik in kaart gebracht kunnen maar ook de evolutie in deze internaliserende gedragsproblemen bekeken kan worden (max. 1 studenten). Meer info? Patrick Lambrecht ([email protected]) Trends in suicide en depressie bij adolescenten. Promotor: Prof. Dr. Caroline Andries Begeleider: Patrick Lambrecht Sinds 2010 wordt er elke vier jaar gegevens verzameld over suicide en depressie bij adolescenten via een populatiesurvey bij adolescenten van 12 tot 20 jaar. De eerste maal kan de trend in kaart gebracht worden (1 student). Meer info? Patrick Lambrecht ([email protected]) KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Cognitieve ontwikkeling en leerstoornissen De determinanten en effecten van diagnostische categorieën in het basisonderwijs. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Katrien Koolen Begeleider: Eva Staels Welke factoren een rol spelen in het totstandkomen van een diagnostisch label en wat de effecten zijn van diagnostische labels op de verdere leerontwikkeling en leermotivatie is in grote mate onbekend. In dit unieke onderzoek willen we d.m.v. een longitudinale studie deze vragen beantwoorden. Tevens wordt de lees- en rekenontwikkeling van de onderzochte leerlingen nauwkeurig in kaart gebracht. Max 2 studenten Meer info? Katrien Koolen ([email protected]); Eva Staels ([email protected]) Een onderzoek naar geheugenproblemen bij dyslectische kinderen. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Eva Staels Uit recent onderzoek blijkt dat leesvaardigheid (van echte woorden en pseudowoorden) samenhangt met het onthouden van betekenisloze vormen in een bepaalde volgorde. In dit thesisonderzoek willen we nagaan of deze geheugenproblemen een verklaring kunnen zijn voor de zwakke leesvaardigheid van dyslectische kinderen. Aan de hand van een aantal experimenten die afgenomen zullen worden bij lagere school kinderen zullen we nagaan of kinderen met dyslexie het inderdaad moeilijker hebben met het onthouden van betekenisloze vormen, of deze moeilijkheden zowel voorkomen bij het serieel aanbieden van deze vormen als het discreet aanbieden van deze vormen en of deze problemen zich minder/sterker voordoen bij het aanbieden van betekenisloze items dan verbale items (vb letters, cijfers). Max. 4 studenten Meer info? Eva Staels ([email protected]) De relatie tussen keuzevrijheid en intrinsieke motivatie in het basisonderwijs. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Matson Driesen Het gebruik van keuze is een veelgebruikte techniek om de intrinsieke motivatie en prestaties bij leerlingen te verhogen. Uit een recente meta-analyse (Patall et al., 2008) blijkt dat de samenhang tussen keuzevrijheid en de intrinsieke motivatie en prestaties een complexe aangelegenheid is. Zowel positieve als negatieve effecten van keuze werden in de KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 wetenschappelijke literatuur teruggevonden. Het onderzoek naar de effecten van keuze bij jonge kinderen is bovendien bijzonder schaars. Dit onderzoek heeft dan ook tot doel de effecten van keuzevrijheid op de intrinsieke motivatie en prestaties bij basisschoolkinderen verder te onderzoeken. Hierbij kunnen tevens modererende invloeden zoals geslacht, leeftijd en SES in rekening worden genomen. Max. 4 studenten Meer info? Matson Driesen ([email protected]) Een onderzoek naar de 'visual attention span' deficiet hypothese als een verklaring voor dyslexie. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Eva Staels De Visual Attention Span is het aantal verschillende visuele elementen (vb: letters) dat parallel verwerkt kan worden wanneer ze naast elkaar in een reeks aangeboden worden (vb: R H S D M). Volgens een aantal onderzoekers (Bosse, Tainturier & Valdois, 2007) zou een kleine visual attention span de zwakke leesvaardigheid van dyslecitische lezers mede kunnen verklaren. Deze verklaringshypothese werd vooral bevestigd door één onderzoeksgroep. In dit thesisonderzoek willen we deze hypothese kritisch onderzoeken aan de hand van een aantal experimenten die afgenomen zullen worden bij lagere school kinderen (dyslectici en controlekinderen). Max 2 studenten Meer info? Eva Staels ([email protected]) Opzettelijke zelfverwonding bij jongeren Opzettelijke zelfverwonding bij jongeren: de rol van gezinscommunicatie. Promotor: Prof. Dr. Imke Baetens Opzettelijk zelfverwondend gedrag is gedrag waarbij een persoon zichzelf opzettelijk en op een directe manier fysiek letsel toebrengt zonder de intentie zichzelf van het leven te benemen, zoals bijvoorbeeld krassen, snijden en branden. Opzettelijke zelfverwonding is een prevalent probleem onder Vlaamse scholieren: Bijna 1 op 5 jongeren geven aan zich minstens eenmaal opzettelijk te hebben verwond. In samenwerking met de universiteit van Cornell wordt in deze masterproef de associatie tussen opzettelijk zelfverwondend gedrag bij jongeren en communicatiepatronen binnen gezinnen onderzocht. Daarenboven wordt onderzocht of coping een medierende rol speelt in de associatie tussen gezinscommunicatie en opzettelijke zelfverwonding. Deze masterproef omvat een uitgebreide literatuurstudie omtrent de rol van gezinscommunicatie en coping in relatie tot opzettelijk zelfverwondend gedrag bij jongeren, en KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 het statistisch analyseren van een omvangrijke dataset (bevraging van 2.000 Amerikaanse studenten). Meer info? Imke Baetens ([email protected]) Helpende reacties van ouders ten aanzien van opzettelijk zelfverwondend gedrag. Promotor: Prof. Dr. Imke Baetens Opzettelijk zelfverwondend gedrag is gedrag waarbij een persoon zichzelf opzettelijk en op een directe manier fysiek letsel toebrengt zonder de intentie zichzelf van het leven te benemen, zoals bijvoorbeeld krassen, snijden en branden. Bijna 1 op 5 gezinnen in Vlaanderen wordt ermee geconfronteerd. Het is als ouder even slikken als je verneemt dat je zoon/dochter zichzelf opzettelijk verwond. Wat kan je dan als ouder doen? Deze masterproef concentreert zich op helpende interventies van ouders ten aanzien van opzettelijk zelfverwondend gedrag. Door middel van kwalitatieve onderzoeksmethoden worden gegevens van zowel een Vlaams als een Amerikaans onderzoek (in samenwerking met universiteit van Cornell) geanalyseerd. Naast de inhoudsanalyse, wordt van deze masterproef een cross-culturele vergelijking van Vlaamse en Amerikaanse gegevens verwacht: Verschillen Amerikaanse en Vlaamse jongeren in welke interventies van ouders als helpend worden gepercipieerd? Meer info? Imke Baetens ([email protected]) Psychotherapie Ontwikkelen van een monitoring instrument miv zelfevaluatie cliënten. Promotor: Begeleider: Bert Van Puyenbroek Meer info? Bert Van Puyenbroek ([email protected]) * Retroactieve bevraging van ex-cliënten/ minderjarigen naar hun evaluatie van een klinische praktijk, miv zowel ervaringen met het klinisch-therapeutische aanbod als organisatie en beleid van de praktijk. Promotor: Begeleider: Bert Van Puyenbroek Meer info? Bert Van Puyenbroek ([email protected]) * KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 Onderzoek naar coherentie / discrepantie tussen inschatting van problematiek door therapeut vs zelfinschatting cliënt. Promotor: Begeleider: Bert Van Puyenbroek Meer info? Bert Van Puyenbroek ([email protected]) * Onderzoek naar noden aan supervisie bij therapeuten. Promotor: Begeleider: Bert Van Puyenbroek Meer info? Bert Van Puyenbroek ([email protected]) * UZ Brussel: Dienst Klinische Psychologie Opvolging van kinderen geboren na in vitro maturatie van eicellen (IVM). Promotor: Prof. Dr. Julie Nekkebroeck Het doel van deze studie is na te gaan of 2 jarige kinderen geboren na IVM zich op dezelfde manier ontwikkelen m.b.t. groei, gezondheid en mentale/motorische ontwikkeling, als kinderen geboren na ICSI of kinderen die op spontane manier verwekt werden. Met behulp van vragenlijsten onderzoeken we eveneens het ouderlijk welbevinden en de ouder-kindrelatie. De mentale en motorische ontwikkeling wordt geëvalueerd met de Bayley ontwikkelingsschalen. Meer info? Julie Nekkebroeck ([email protected]; 02/477.40.38 (di & vrij); 02/477.64.67 (ma & do)) * Zelf-georiënteerd perfectionisme en de DSM persoonlijkheidsstoornissen. Promotor: Prof. Dr. Christiaan Schotte Zelfgeoriënteerd perfectionisme omvat twee basisdimensies: "striving for high standards of performance" en "evaluation concerns/self-critical evaluative concerns". Recent onderzoek met de Almost Perfect Scale-Revised vragenlijst (APS-R, Slaney et al., 2001) toonde de associatie aan tussen hoge standaarden en de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis, maar bracht ook aanwijzingen psychometrische problemen van de "Discrepancy" schaaal van de APS-R perfectionisme die het "zelfkritische evaluatie" perfectionisme beoogt te meten. Het huidig onderzoek stelt zich tot doel om in een klinische groep die zich in hun zelfbeschrijving als "perfectionistisch" omschrijft (n= 900) de prevalentie van de DSM persoonlijkheidsstoornissen te exploreren en om deze groep op een dimensioneel vlak te vergelijken met een steekproef uit de Vlaamse bevolking (n=659). Tevens kan de vergelijking KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 KLEP gemaakt worden tussen de subjecten die "perfectionistisch" als een positieve en als een negatieve eigenschap beschrijven. Meer info? Chris Schotte ([email protected]; [email protected]) * Evaluatie van de associatie van trekken persoonlijkheidsstoornissen via de ADP-IV. Promotor: Prof. Dr. Christiaan Schotte en disfunctioneren in de DSM In het domein van de persoonlijkheidsstoornissen wordt momenteel veel belang gehecht aan het onderzoek naar de associatie tussen persoonlijkheidstrekken en de mate van pathologie, disfunctioneren of ernst (e.g. Bastiaansen et al. (2013)). De ADP-IV vragenlijst (Schotte et al., 1998) is een vragenlijst voor de beschrijvende en therapeutische diagnostiek van de DSM-IV/DSM-5 persoonlijkheidsstoornissen. Bijzonder is de itempresentatie, die de typicaliteit van de criteria aan de hand van een Trait-schaal en de disfunctionaliteit aan de hand van een Distress-schaal meet. De Trait- en Distress-metingen in de ADP-IV bieden een invalshoek om de associatie tussen de persoonlijkheidstrekken en de maladaptiviteit, distress, en verstoring van het functioneren. Met behulp van correlationeel en factor analytisch onderzoek kan de associatie tussen trek en disfunctie voor de criteria en DSM-IV/5 persoonlijkheidsstoornissen geëvalueerd worden in bestaande ADP-IV databases. Meer info? Chris Schotte ([email protected]; [email protected]) * Systematische review over leer- en gedragsproblemen bij jongens met Klinefelter en de (on)zin van een screeningsvragenlijst. Promotor: Begeleider: Kim Van der velde Deze thesis houdt een literatuurstudie in over leer- en gedragsproblemen bij jongens met het syndroom van Klinefelter om vervolgens te komen tot de ontwikkeling en eerste evaluatie van een screeningsvragenlijst die richting kan geven aan het diagnostisch proces en het zorgtraject. Meer info? Kim Van der velde ([email protected]) * Opmerking: Er dient in overleg met de begeleider een gepaste promotor gevonden te worden vooraleer het onderwerp kan doorgaan. UZ Brussel: PAika Ervaringen vanuit mentorperspectief op de stage in de Klinische Psychologie. Promotor: Prof. Dr. Christiaan Schotte Thesisonderwerpen 2014 -2015 Begeleider: Bart Colson Stage is een essentieel onderdeel van de opleiding tot psycholoog. Er is echter geen enkel empirisch onderzoek in het Nederlandstalige grondgebied. Wat zijn de verwachtingen van stagementoren? Hoe organiseren stagementoren hun stagebegeleiding intern? (Het opzet is om dit onderwerp aan de verschillende universiteiten tegelijk te laten opvolgen.) Meer info? Bart Colson ([email protected]) Vragenlijst Ouderlijke Ankerfunctie. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Bart Colson Nieuwe autoriteit en Geweldloos Verzet (Haim Omer, 2009) zijn al enige jaren en steeds meer een aanvullende visie op de aanpak van dwinggedrag door kinderen en jongeren. Een basisattitude en -vaardigheid, genaamd 'ouderlijke ankerfunctie', is hierbij onontbeerlijk. Om deze attitude en vaardigheden in kaart te brengen ontwikkelde Haim Omer zelf een beperkte vragenlijst. We wensen hierop verder te bouwen om in een later stadium het denkgoed en de behandelingen beter te kunnen afstemmen op de vaardigheden en attitudes die bij specifieke ouders al dan niet aanwezig zijn. De thesis omvat het uitdiepen van de concepten die 'ouderlijke ankerfunctie' omvatten en het operationaliseren ervan in een empirisch verantwoorde vragenlijst. De toepassing dient te gebeuren op een klinische of niet-klinische Vlaamse populatie. Voor de toepassing op een klinische populatie is een stage op de dienst PAika (Teens/Kids) van het UZ Brussel aangewezen. Deze thesis kadert binnen een doctoraatstudie. Meer info? Bart Colson ([email protected]) Vragenlijst Ouderlijk Reflectief Functioneren. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Bart Colson Mentaliseren verwijst naar ons vermogen om aandacht te hebben voor 'mental states' van onszelf en anderen, om ons eigen en andermans gedrag te begrijpen op basis van intenties. Mentaliseren omvat zowel een model rond de sociale en psychische ontwikkeling, als een theorie rond psychopathologie, als een hypothese rond het mechanisme van therapeutische acties. (Fonagy & Bateman, 2012) We wensen het mentaliserend vermogen, Reflectief Functioneren, van ouders van adolescenten in kaart te brengen door de ontwikkeling van een vragenlijst. In een later stadium verwachten we hiermee het denkgoed en de behandelingen beter te kunnen afstemmen op de vaardigheden en attitudes die bij specifieke ouders al dan niet aanwezig zijn. KLEP Thesisonderwerpen 2014 -2015 De thesis omvat het uitdiepen van de concepten die 'ouderlijke reflectief functioneren' omvatten en het operationaliseren ervan in een empirisch verantwoorde vragenlijst. De toepassing dient te gebeuren op een klinische of niet-klinische Vlaamse populatie. Voor de toepassing op een klinische populatie is een stage op de dienst PAika (Teens/Kids) van het UZ Brussel aangewezen. Deze thesis kadert binnen een doctoraatstudie. Meer info? Bart Colson ([email protected]) KLEP
© Copyright 2024 ExpyDoc