G E M E E N T E B E L A N GE N SWF 30 januari 2014 1

G E M E E N T E B E L A N GE N SWF
30 januari 2014
1.
Dorpshuizen, mfc`s, wijkgebouwen en de para – commerciële verordening
SWF, een kernengemeente van “net om è nocht” en ruim voorzien van dorpshuizen, mfc`s en
wijkgebouwen. Decennia lang is hier met gemeenschapsgeld volop in geïnvesteerd.
Diverse heel uiteenlopende activiteiten en ruimte voor ontmoeting in “mannich” opzicht vervullen
daarin een spilfunctie.
En met uiterste inspanning is daar “yn it ferliene” en zet ook - “hjoed de dei”- een dorp, een wijk
zich in om dat draaiende te houden.
Bar- en keukenomzet zijn daarbij in de meeste gevallen onmisbaar.
Oneerlijke mededinging t.o.v. de horeca?
Dan moet die in de eerste plaats er in die kern nog wel zijn.
Maar zelfs als dat het geval is, zal bij het aanbrengen van beperkingen in de exploitatie
mogelijkheden van een dorpshuis / wijkgebouw de horeca daar nauwelijks van profiteren.
Aan hoe een dorpshuis / wijkgebouw vandaag de dag functioneert, gaat een ontwikkeling van zo`n
30, 40 en misschien wel 50 jaar vooraf.
En met een paar beperkende maatregelen draai je dat niet terug zo dat de horeca daar nu beter van
wordt.
Bij een eventueel eerder sluiten fiets de bezoeker van het dorpshuis naar huis toe en voor een te
vieren feestje bedenkt hij wel iets anders.
De kroeg schiet er niks mee op en het dorpshuis heeft het nakijken.
Geen winnaars, enkel verliezers.
Maar dat kan toch nooit de opzet van deze verordening zijn?
De uitdaging die hier ligt, zit toch in het vinden van een win-win situatie?
De VNG zat al op dat spoor waarna ook het college nu over de brug komt met ruimere sluitingstijden
en het toestaan van een beperkt aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard.
Maar pas nadat ze eerst “ it paed hielendal bjuster wie” door te stellen dat deze zgn. bpa`s ook best
in horeca gelegenheden buiten de eigen kern kunnen plaats vinden.
Met als flutargument dat men op het platteland wel gewend is om te reizen.
Nu als je die filosofie gaat aanhangen, sluit dan alles maar: de nog bestaande winkel, de school, het
voetbalveld en – bij het uitblijven van ruim maatwerk – de basisvoorziening bij uitstek het dorpshuis.
En van ons kernenbeleid blijft dan enkel nog het bewaken van een uitgekleed dorp over.
Prachtig om te zien hoe snel de kracht van de “mienskip” de niet goed staande antennes van het
college toch nog wat weet bij te stellen. Met dank – heer Koster - aan de regie functie van de FNP.
In haar eindspurt zal het college met de ontmoetingscentra die niet met deze beperkingen uit de
voeten kunnen, bezien of deze bij commerciële horeca vallen onder te brengen.
Toepassing van het handhaven van deze verordening is dan voor hen van de baan
Maar wordt de bestaande horeca daar nu echt beter van als ze er een concurrent bij krijgen?
En behoudt het dorpshuis /wijkgebouw dan wel haar nu bestaande – niet te missen - voordelen in
de vorm van subsidies en dergelijke?
2.
Al met al krijgt deze oplossing in onze optiek dan wat de status van “symbool -politiek” waarbij het
enkel gaat om het rond krijgen van deze verordening zonder dat het echt iets oplost.
GemeenteBelangen haar insteek was en blijft het zoeken van een win-win oplossing d.m.v.
maatwerk.
Dan komt het in een kern of wijk aan op dat de daar aanwezige paracommercie en horeca elkaar
opzoeken en afspraken met elkaar maken waar elk mee gebaat is.
Wat dus overeen komt met de conclusies van het FNP rapport.
Maar we zien de coalitie al weer druk in actie om de gelederen te sluiten in de lijn van het college om
het aantal bpa`s toch vooral beperkt te houden.
En dan heeft het voor ons weinig zin om nu met een amendement, motie of wat ook maar over hoe
wij dat zien op de proppen te komen.
Maar ons standpunt verandert niet; dat blijft gelijk. Ook na de verkiezingen!
En dan uiteraard – zo de FNP dat ook aangeeft in haar motie – de uitkomst van vanavond wat het
ook mag worden, voor eind dit jaar zeker evalueren.
Ruurd Abma.
fractievoorzitter GemeenteBelangen swf