NVDV Standpunt Toepassing van Diphencyprone (DPCP) bij patiënten met alopecia areata (AA) Aanleiding Het bestuur van de NVDV heeft het verzoek geuit om een standpunt over de effectiviteit en veiligheid (bijwerkingen, bereiding) van off-label gebruik van diphencyprone (DPCP) bij alopecia areata (AA) te formuleren. Het betreft hier een standpunt. Een standpunt is een document waarin de NVDV zich uitspreekt over een kwestie met een zekere urgentie en waarvoor nog onvoldoende wetenschappelijke literatuur is om tot een richtlijn te komen. Doelgroep Het standpunt is bestemd voor dermatologen. Samenstelling van de werkgroep Mw. Dr. H.M.J. Van Baar Dhr. Drs L.J.G.M. Plusjé Dhr. Dr. B. Naafs Mw. Drs. R. A. Kuin Mw. Drs. A. Halk Werkwijze van de werkgroep Door middel van een gerichte literatuursearch en het natrekken van referenties werd systematisch gezocht naar relevante literatuur. Een pubmed search tot op december 2013 werd voltooid op basis van de zoektermen: “alopecia areata”[Mesh] AND "diphenylcyclopropenone" [Supplementary Concept] OR “topical sensitizer” OR “topical immunotherapy”. Dit werd aangevuld door het handmatig checken van de referenties. Deze gevonden artikelen werden gecheckt op titel en abstract. Van alle artikelen die de effectiviteit dan wel de bijwerkingen van DPCP bij alopecia areata behandelden, werd de volledige tekst gelezen. Studies met meer dan 15 patiënten en waarvan er een volledige tekst beschikbaar was, werden geïncludeerd. Er was geen taalrestrictie. De werkgroepleden beoordeelden de gevonden literatuur naar inhoud en kwaliteit, waarna zij conclusies trokken en aanbevelingen formuleerden voor het ‘off-label’ gebruik van DPCP bij Alopecia areata. Mate van bewijs Voor de ontwikkeling van dit standpunt is gebruik gemaakt van de EBRO- criteria. De richtlijn werd voor zover mogelijk gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Relevante artikelen werden gezocht door het verrichten van een systematische zoekactie. Na selectie bleven de artikelen over die als onderbouwing bij de verschillende conclusies staan vermeld. De geselecteerde literatuur is ook samengevat in evidence tabellen, die zijn opgenomen in de bijlagen. De gebruikte literatuur is daarnaast samengevat in de tekst van de hoofdstukken onder het kopje ‘wetenschappelijke onderbouwing’. Elke wetenschappelijke onderbouwing is afgesloten met één of meerdere conclusies. Deze conclusies en de daarvoor gebruikte literatuur zijn gegradeerd naar mate van bewijs. Hierbij is de volgende indeling gebruikt (tabel 1 en 2): Tabel 1: Indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies kwaliteit Interventie Schade/bijwerkingen*, etiologie, prognose A1 Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau A2 Gerandomiseerd Prospectief cohort onderzoek dubbelblind vergelijkend van voldoende omvang en klinisch onderzoek van follow-up, waarbij adequaat goede kwaliteit van gecontroleerd is voor voldoende omvang ‘confounding’ en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten. B Vergelijkend onderzoek, Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle maar niet met alle kenmerken kenmerken als genoemd als genoemd onder A2 of onder A2 (hieronder valt retrospectief cohort onderzoek ook patiënt-controle of patiënt-controle onderzoek onderzoek, cohortonderzoek) C Niet-vergelijkend onderzoek D Mening van deskundigen * Deze classificatie is alleen van toepassing in situaties waarin om ethische of andere redenen gecontroleerde trials niet mogelijk zijn. Zijn die wel mogelijk dan geldt de classificatie voor interventies. Tabel 2: Niveau van conclusies niveau Conclusie gebaseerd op 1 Onderzoek van niveau A1 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A2 2 1 onderzoek van niveau A2 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B 3 1 onderzoek van niveau B of C 4 Mening van deskundigen Totstandkoming van de aanbevelingen Voor het komen tot een aanbeveling zijn er naast het wetenschappelijke bewijs vaak andere aspecten van belang, bijvoorbeeld: beschikbaarheid van expertise, organisatorische aspecten, maatschappelijke consequenties of kosten. Ook bijwerkingen werden hierin meegenomen, voor zover die niet reeds uit wetenschappelijke literatuur waren gedestilleerd. Deze aspecten worden besproken na de conclusie(s). Hierin wordt de conclusie op basis van de literatuur geplaatst in de context van de dagelijkse praktijk en vindt een afweging plaats van de voor- en nadelen van de verschillende behandelopties. De uiteindelijk geformuleerde aanbeveling is het resultaat van het beschikbare bewijs in combinatie met deze overwegingen en kan geformuleerd worden als een zwakke of sterke aanbeveling voor een behandeling of tegen een behandeling (zie hieronder). Juridische betekenis van het standpunt Een standpunt is geen wettelijke voorschrift, maar is wel een leidraad voor de praktijk. Als het standpunt breed wordt gedragen door de eigen beroepsgroep, heeft het in principe dezelfde juridische status als een richtlijn. Aangezien richtlijnen uitgaan van ‘gemiddelde patiënten’, kunnen zorgverleners in individuele gevallen zo nodig afwijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, soms zelfs noodzakelijk. Wanneer bewust van de richtlijn wordt afgeweken, moet dit echter beargumenteerd, gedocumenteerd en, waar nodig, in overleg met de patiënt worden gedaan. Implementatie en evaluatie Het standpunt wordt via het internet verspreid onder alle relevante beroepsgroepen, in dit geval de dermatologen. Daarnaast zal ook middels een mailing onder de dermatologen aandacht worden besteed aan het standpunt. Autorisatie De definitieve versie van dit standpunt werd goedgekeurd door de NVDV op […] Toepassing van Diphencyprone bij patiënten met alopecia areata Inleiding Diphenylcyclopropenone (DPCP) wordt sinds 1983 als topicale immuuntherapie toegepast in de behandeling van alopecia areata (AA).1 DPCP is een sterk potentieel contact allergen, waarbij er door middel van het induceren van een allergische reactie, haargroei gestimuleerd wordt. Geschat wordt dat 98-99% van de patiënten met alopecia areata (AA) gesensitiseerd kan worden.2 Wetenschappelijke onderbouwing Van de 201 gevonden abstracts zijn 28 studies geïncludeerd. Deze staan in tabel 1, naar voorbeeld van Buckley et al.2 Kwaliteit De kwaliteit van de gevonden studies is matig. De beste studies met de meeste bewijskracht tot en met 2001 zijn samengevat in twee systematische reviews.2,3 Er zijn geen RCT’s maar er is wel een prospectieve studie met een controle groep, DPCP versus tacrolimus 0.1% en placebo.4 Daarnaast zijn er 16 studies waar de linker kant van de hoofdhuid van de patiënt behandeld werd met DPCP en vergeleken werd met de rechter onbehandelde kant (‘half hoofd’ studies).5-20 Hierbij is de patiënt dus zijn eigen controle. Deze studies zijn niet geblindeerd, maar hebben door hun opzet wel een relatieve hoge bewijskracht. Van de 16 ‘half hoofd’ studies zijn er 8 prospectief van aard5,6,10,11,13,16,18,19 en twee studies hadden bovendien >50 patiënten.16,19 De andere acht ‘half hoofd’ studies zijn retrospectief, 7-9,12,14,15,17,20 waarvan vier studies >100 patiënten includeerden. 9,12,17,20 Prospectief van aard is ook nog de niet vergelijkende studie van El-Zawahry (n=97).21 De studies zijn lastig te vergelijken met elkaar. De onderverdeling in typen AA is niet uniform, het eindpunt van de studies is veelal niet duidelijk benoemd of is gedurende de studies vastgesteld. Ook de uitkomstmaat, namelijk de mate van het terugkeren van haargroei is veelal niet uniform. Daarbij is niet duidelijk wie de mate van teruggroei beoordeelde en zijn de follow-up gegevens matig gedocumenteerd. Effectiviteit In de enige studie met een aparte controle groep van Hunter et al.,4 werd DPCP op één helft van de hoofdhuid aangebracht in groep A (n=25) en vergeleken met groep B (n=25) , die tacrolimus 0.1% op een helft van de hoofdhuid en een placebo op de andere helft van hoofdhuid kreeg. Volledig terug groeien van het haar (>90%) op de helft van het hoofd werd gezien bij 40% in groep A binnen 18 maanden en bij 4% in groep B binnen 12 maanden (p=0.02). In de 16 ´half hoofd´ studies werd begonnen met DPCP aan te brengen op één helft van de hoofdhuid en bij enige vorm van haar teruggroei werd de hele hoofdhuid behandeld. In de twee prospectieve ‘half hoofd’ studies met meer dan 50 patiënten, trad volledige haar teruggroei op het hoofd na gemiddeld zes maanden op bij 37% (n=54),19 resp. 48% (n=52)16 van de patiënten. In een van de vier retrospectieve ‘half hoofd’ studies met meer dan honderd patiënten, vond Van der Steen et al. (n=139) bij 30% van de patiënten een volledig herstel van de haargroei op het hoofd na 7 maanden en 38% na 19 maanden9. Ook Ohlmeier et al.20(n=133) en Weise et al.12 (n=124) lieten dergelijke percentages zien, 38% en 40%, echter na onbekende termijn. Wiseman et al. (n= 148) hanteerden een iets andere uitkomstmaat, namelijk herstel van de hoofdhuid haargroei >75%, of cosmetisch acceptabel voor de patiënt. Na 32 maanden had 78% van de patiënten deze mate van herstel bereikt (95% CI, 56.8%-98.9%).17 Ook in de prospectieve studie van El-Zawahry et al.21 (n=97) was de uitkomstmaat herstel van de hoofdhuid haargroei >75%. Dit werd bij 15%, 49%, 53%, 56% van de patiënten bereikt na respectievelijk 6, 12, 18 en 24 maanden (mean mediane duur: 12 maanden). In een drietal studies werd de mate van uitgebreidheid van AA bij de start van de behandeling gevonden als belangrijkste prognostische factor voor een beter herstel.17, 20,21 Wiseman et al. verdeelden de studie populatie (n=148) in vier groepen op basis van uitgebreidheid van AA bij aanvang van de studie. In groep A (uitgebreidheid AA 25-49%, n=26) hadden alle patiënten >75%, hoofdhaar teruggroei (of voor de patiënt cosmetisch acceptabel). In groep B (uitgebreidheid AA 50-74%, n=39) was de respons 88%, in groep C (uitgebreidheid AA 75-99%, n=48) 60% en in groep D (uitgebreidheid AA 100%, n=35) 17%.17 El –Zawahry et al. gebruikten dezelfde onderverdeling in groepen (At/m D) en bekeken het herstel >75% van de hoofdhuid haargroei. Groep A (n=11) was de haar teruggroei 100%, in groep B ( n=9) 77%, in groep C (n=15) 54% en in groep D (n=22) 45%.21 Een tweede gevonden prognostische factor is oudere leeftijd bij het ontstaan van AA.17 Dat wil zeggen hoe ouder, des te beter het herstel. Cotelessa et al. suggereerden als negatieve prognostische criteria de duur van AA >4 jaar, nagel veranderingen en atopie in de familie.16 Wat betreft het behoud van het behaalde resultaat, liet de studie van Cotelessa et al. zien dat 40% van de patiënten met >90% teruggroei van hoofdhaar, opnieuw haaruitval had na 6 tot 18 maanden.16 Ohlmeier et al. en Wiseman et al. vonden bij respectievelijk 45% van de patiënten met volledige herstel20 en 63% van de patiënten met >75% teruggroei van het hoofdhaar opnieuw >25% haaruitval na 3 jaar (median 30.7 maanden, 95% CI 36%-89%).17 Bij Ohlmeier et al. was de opnieuw opgetreden haaruitval zowel bij patiënten die de behandeling hadden afgerond als tijdens onderhoudstherapie.20 Ook El-Zawahry et al. zag opnieuw haaruitval onder onderhoudstherapie. Na vier jaar had 25% van de patiënten met een respons >75% opnieuw haaruitval, waarbij het hebben van onderhoudstherapie (1x/1-4wkn), significant beter was dan de groep die gestopt was met de behandeling (n=7/39, 18% vs n=4/7, 57%; p0.025). Opvallend in deze studie was dat bij 10% van de patiënten opnieuw haaruitval ( >25%) plaats vond tijdens DPCP therapie.21 Bijwerkingen Over het algemeen zijn de patiënten met AA in de gevonden studies zeer gemotiveerd en doorstaan zij de meeste bijwerkingen2. Een gecontroleerde eczemateuze reactie is een obligaat onderdeel van de therapie en wordt niet als bijwerking gezien. Een heftige eczemateuze reactie werd wel als een bijwerking beschouwd. De overige bijwerkingen zijn lymfadenopathie, urticaria, en hypo- en hyper pigmentatie. Vitiligo is de enige beschreven bijwerking op lange termijn en kwam zelden voor. De studie-uitval door bijwerkingen bedraagt 57%.2,16-25 Conclusies Niveau 2 In de studies met een links/rechts vergelijking werd een volledig (>90%) herstelde haargroei van de hoofdhuid gezien in 30-48% van de patiënten. Hunter 2011, Van der Steen 1992, Weise 1996Cotelessa 2001, Avgerinou 2008, Ohlmeier 2012 Niveau 2 In de studies met een links/rechts vergelijking werd op de helft van het hoofd >75% herstelde haargroei van de hoofdhuid gezien in 56-78% van de patiënten. Wiseman 2001, El-Zawahry 2010 Niveau 2 Hoe uitgebreider AA bij aanvang van de behandeling en hoe jonger de patiënt bij het ontstaan van AA des te slechteris de prognose. Wiseman 2001, Ohlmeier 2012, El-Zawahry 2010 Het behaalde resultaat was bij 25-63% van de patiënten met AA niet blijvend. Niveau 2 Cotelessa 2001, Wiseman 2001, Ohlmeier 2012, El-Zawahry 2010 Niveau 2 Bijwerkingen zijn ernstige eczemateuze reactie, lymfadenopathie, urticaria, hypo- en hyper pigmentatie. Vitiligo is de enige beschreven bijwerking op lange termijn en kwam zelden voor. De studie-uitval door bijwerkingen bedraagt 5-7%. Buckley 2001, Cotellessa 2001, Wiseman 2001, Aghaei 2005, Avgerinou 2008, Ohlmeier 201, El – Zawahry 2010, Firooz 2005, Sotiriadis 2007, Luk 2012, El Khoury 2013 Overige overwegingen Over het algemeen wordt na sensitisatie 3 maanden proef behandeld met DPCP. Indien geen verbetering optreedt, wordt de behandeling gestopt. Indien verbetering optreedt, lopen de resultaten uiteen van alleen vellus haar, tot volledig herstel van haargroei. Bij driekwart ban de patiënten werkt het redelijk goed tot goed. Het behoud van resultaat is moeilijk te duiden, omdat na het voltooien van de behandeling van AA er doorgaans geen lange follow-up plaatsvindt. Daarbij is de ervaring van de dermatologen in de werkgroep dat de patiënt zelden opnieuw naar de dermatoloog gaat vanwege een relaps van AA, waarbij gedacht wordt dat de patiënt over het algemeen weet dat de behandel opties beperkt zijn bij AA en ervoor kiest af te zien van opnieuw behandelen met DPCP. Ook leert de ervaring dat DPCP een goede transitiefase kan zijn in de acceptatie van blijvende AA. De bijwerkingen die in de literatuur zijn beschreven en die door drie werkgroep leden met 25 jaar praktijkervaring zijn gezien, betreffen eczemateuze reacties (zowel lokaal op de hoofdhuid als opvlammingen van al bestaand eczeem), lymfadenopathie en hyperpigmentatie lokaal op de behandelde hoofdhuid. Deze bijwerkingen worden door patiënt en behandelend dermatoloog meestal als redelijk mild geduid , mits de patiënt van tevoren goed ingelicht was over de bijwerkingen. Langetermijn bijwerkingen zoals vitiligo, kruisallergiereacties of lymfomen zijn tot nu toe niet gezien. De behandeling is arbeidsintensief, voor dermatoloog, patiënt en apotheker. Het aanbrengen van de DPCP moet zorgvuldig plaatsvinden in verband met de aard van de behandeling, ter bescherming van dermatoloog, patiënt en apotheker om onnodige sensitisatie en eczemateuze reacties te voorkomen. Als gevolg hiervan moet de patiënt wekelijks bij de dermatoloog op het spreekuur komen. De behandelrelatie tussen patiënt en arts moet derhalve goed zijn. Ook de bereiding is arbeidsintensief, de DPCP moet gezuiverd worden tot 100% DPCP. Zeer grote zorgvuldigheid is hierbij geboden! De kosten van de chemische stof DPCP zelf zijn laag. Aanbevelingen o DPCP heeft als off-label product een plaats in de behandeling van AA, bij: - Gemotiveerde en goed voorgelichte patiënten, - mits DPCP op een veilige manier bereid is en - DPCP zorgvuldig wordt toegepast. o Patiënten met AA komen voor behandeling met DPCP met name in aanmerking als de patiënt gemotiveerd is om alles te proberen. Het speelt dan ook een rol in de acceptatie van AA, door het creëren van een transitiefase. Het verdient aanbeveling dat er enkele centra, maar tenminste één centrum in Nederland is waar deze therapie wordt toegepast, zodat patiënten die graag voor deze behandeling in aanmerking komen, hier terecht kunnen. Tabel 1, evidence tabel Kietzmann26 1985 Orecchia27 1985 Hatzis28 1988 Ashworth5 1989 Monk6 1989 Macdonald Hull29 1991 Macdonald Hull7 1991 Hoting8 1992 Prospective No No NS Yes Yes Yes No NS Randomized No No No No No No No No Controlled No No No Half head Half head No Half head Half head Observer(s) blinded No No No No No No No No Demographic details clear No No Yes No Yes Yes No No Exclusion criteria No No No NS Yes No Yes Yes Number enrolled 26 26 45 17 18 12 78 45 Number completed treatment 20 26 33 12 13 12 78 45 Sex (M/F) 8/12 15/11 26/19 NS 8/10 8/4 17/61 21/24 Age (years) NS 10–55 9–65 5–72 10–46 5–15 NS 14–57 Duration (years) NS 1–18 4 months–22 yrs NS 1–40 1–13 0·5–35 0·1–52 Totalis/Universalis 8 17 22 17 14 8 45 34 > 40% 0 9 0 0 4 0 0 0 < 40% 0 0 0 0 0 0 0 0 Other/mixed 12 0 23 0 0 4 33 11 Previously treated NS NS NS NS NS NS NS NS Treatment regimen 0·01–0·5% weekly 0·01–1·2% weekly 0·05–0·1% weekly 0·0001–2% weekly 0·01–1% weekly 0·01–2% weekly 0·01–2% weekly 0·0001–3% weekly Stated end-point 20–30 weeks No No 30 weeks No 8 months 8 months 20 applications Withdrawn (side-effects) 0 0 0 1 3 0 0 0 Withdrawn (non-compliance) 2 0 0 2 0 0 0 0 Withdrawn (other reasons) 4 0 12 4 2 0 0 0 Full regrowth 12 (60%) 1 (4%) 11 (24·4%) 1 (6%) 6 (33%) 3* (25%) 25 (32%) 9 (20%) Improved 5 13 6 1 0 5† 24 14 Same/worse 3 12 16 10 7 4 29 22 Duration of treatment at clearance 20–30 weeks 4–14 months 5–8 months 30 weeks 8–20 weeks 5–12 months 8 months 14–176 weeks No. of applications to clear NS NS NS 30 NS NS NS NS Side-effects (n =) NS 14 43 1 5 3 NS 24 Lost to follow-up N/A N/A 22 N/A 7 0 N/A 24 Follow-up period None None 6–24 months (n = 11) None 12 months (n = 6) 6 months (n = 12) None 2·6 years (n = 21) Failure to sensitize NS NS NS 1 2 0 NS NS – 6 of 11 relapsed within 3– Other half treated with 6 months tretinoin; no regrowth Study only included patients who had persisted with treatment All 9 with full regrowth relapsed, 1 after 2 years Type Other comments – *2 of 3 had minor relapse by 6 months, †1 regrew fully by 6 months Minor hair loss in some – responded to reapplication Vervolg tabel 1, evidence tabel Van der Steen9 1992 Shapiro10 1993 Gordon11 1996 Weise12 1996 Schuttelaar13 1996 Amer14 1997 Pericin15 1998 Prospective NS Yes Yes NS Yes No No Randomized No Yes No No No No No Controlled Half head Half head Half head Half head Half head Half head Half head Observer(s) blinded No No No No No No No Demographic details clear No Yes No No No No No Exclusion criteria No Yes Yes No Yes No No Number enrolled 139 15 48 124 26 49 68 Number completed treatment 139 13 43 124 26 49 67 Sex (M/F) NS 6/9 23/25 46/78 12/14 28/21 32/36 Age (years) 2–69 25–70 NS 14–62 4–15 10–40 13–66 Duration (years) NS 2–55 6 months– 36 yrs NS 6 months– 13 yrs NS 0·25–38 Totalis/Universalis 62 6 0 62 16 27 28 > 40% 77 9 48 0 0 0 16 < 40% 0 0 0 0 0 0 0 Other/mixed 0 0 0 62 10 22 24 Previously treated NS NS NS NS NS NS NS Treatment regimen 0·0000001–2% weekly 0·0001–2% weekly 0·001–2% weekly ?% weekly 0·001–2% weekly 0·01–0·075% weekly 0·00001–2% weekly Stated endpoint ≥ 7 months 24 weeks No No Up to 12 months 8 months ≥ 5 months Withdrawn (side-effects) 0 2 5 0 0 0 1 Withdrawn (non-compliance) 0 0 0 0 0 0 0 Withdrawn (other reasons) 0 0 0 0 0 0 0 Full regrowth 42 (30·2%) 5 (33%) 18 (37·5%) 50 (40%) 8 (30·8%) 13 (26·5%) 21 (31%) Improved 28 0 9 19‡ 4 14 27 Same/worse 69 8 16 55 13 22 19 Duration of treatment at clearance NS 24 weeks NS NS 8–12 months 8 months 5–64 months No. of applications to clear NS 24 NS NS NS NS NS Side-effects (n =) 7 11 5 NS 9 1 All patients Lost to follow-up None N/A 1 N/A 18 N/A N/A Follow-up period 19 months (n = 139) None Mean 30·8 months (n = 47) None 6 months (n = 8) None None Failure to sensitize 0 0 0 1 0 0 Other comments At 19 months, 53 had full regrowth; 25 of these were off treatment (mean 15 months) 9 of 18 had full regrowth off Addition of minoxidil had no all treatment for mean – additive effect follow-up of 19·8 months 6 of 8 had no hair loss at 6 months – 13 of 21 relapsed, some during treatment Type 0 Vervolg tabel 1, evidence tabel Cotellessa16 2001 Wiseman17 2001 Firooz22 2005 Aghaei18 2005 Sotiriadis23 2007 Avgerinou19 2008 El – Zawahry21 2010 Prospective Yes No yes Yes Yes yes Yes Randomized No No No No No no No Controlled Half head Half head No Half head No Half head No Observer(s) blinded No No No No No no No Demographic details clear Yes Yes Yes Yes No yes Yes Exclusion criteria Yes Yes Yes Yes No Yes Yes Number enrolled 56 148 56 28 41 * 64 **135 Nr completed treatment 52 Not clear 47 27 38 54 97 Sex (M/F) 30/26 57/91 14/33 12/16 22/19 12/15 78/57 Age (years) 18-50 8-77 24 10-35 12-47 27 2-60 Duration (years) 1-10 yrs 2 weeks-55 yrs Not clear 6 months -28 yrs 6 months -23yrs 5.8 yrs 1.5 month-30 yrs Totalis/Universalis - 35 (grp D) 17 16 17 6 (of 54) (grp E) 49 (22/27) grp. D > 40% - - - 11 - < 40% - - - - - 56 Scalp involvement: >90%= 42 30-90%= 14 113 Scalp involvement: 25-49%= 26 (grp.A) 50-74% = 39 (grpB) 75-99% = 48 (grp.C) 30 Scalp involvement: 0-25% = 6 26-49% = 6 50-74% = 6 75-99% = 12 - 24 Scalp involvement: >50% 48 (of 54) Scalp involvement: 0-25% = 6 (grp A) 26-49% = 14 (grp B) 50-74% =20 (grp C) 75-99% = 8 (grpD) 48 Scalp involvement: 25–49%= 11 (grp.A) 50–74% = 9 (grp.B) 75–99% = 28 (grp.C) Not clear Yes Not clear yes Not clear Not clear 0.001%-2%, weekly 0.001% -0.1%, weekly 0.001%-2%, weekly 0.001%-5%, weekly Not clear - 6-12 months - no resp. at 6months - 6-12 months: - Compl. Resp. - part. resp. 12 months -2 years (54) Not clear Type Other/mixed Previously treated Yes: N=48 No: N=8 Treatment regimen 0.001%-2%, weekly 0.0001% -2%, weekly 6-18 months Stated endpoint - Withdrawn (side-effects) 4 Not clear 1 0 3 *4 **7 Withdrawn (non-compliance) 0 Not clear 0 0 0 0 0 Withdrawn (other reasons) 0 Not clear 8 1 0 *6 **31 Full regrowth 25 (48%) after 6 months - Not clear 6 (22.2% ) 15 (39,9%) after 6 months 37% (20 of 54) Not clear 11 (21%) After 6 months cum. resp. (cosm. acceptable): overall at -3 months:2.3% -6 months: 22.5% -9 months: 44.4% -12 months: 52.0% -18 months: 63.5% -24 months: 70.3% 32 months 77.9% 24 (51.1%) 16 (59.3%) 18 cum. resp.: 83.3% (45 of 54) Grp A: 100% Grp B: 100% Grp C: 90% Grp D: 62.2% Grop E: 33.3% >75% regrowth Grp. A:11 (100%) Grp. B:7 (77%) Grp. C :15 (54%) Grp. D: 22 (45%) Improved Grp A: 100% Grp B: 88.1% GrpC: 60.3% Grp D: 17.4% 15 (15.4%) 6 months 48 (48.5%) 12 months 51 (52.6%) 18 months 55 (55.7%) 24 months: Vervolg tabel 1, evidence tabel Same/worse Relapse Cotellessa16 2001 Wiseman17 2001 Firooz22 2005 Aghaei18 2005 Sotiriadis23 2007 Avgerinou19 2008 El – Zawahry21 2010 16 (31%) Not clear Not clear 5 (18.5%) 14 17% (9 of 54) Not clear 10 of full regrowth (40%) after 6 to 18 months Overall: 62.6% 5 (11%) 13 (50.9%) 5 (33.3%) 12 months 68.9% (31 of 54) 9.5% (loss >25% of re-grown hair) - mainten. tx (17.9%) - stop(57.1%) *P 0.025 6 months (med. time) 12.2 months Gp A: 10.8 mnd Grp B: 8.3 mnd Grp C: 32.4 m Grp D: 8 mnd 2 -30 months Not clear 6.14 (+-1.48) months (mean med. time) overall: 12 months (CI 11.2-12.8) Not clear Not clear - Gener.erup.(4) - Cont eczema (2) - edema eyelids (3) - erythema, itching, - lymphadenopathy -blistering 45.3% -hyperpigm 12.2% -auto ecz. 10.1% -hypopigm 2.0% -lymphadenop. 2.0% 0 6-18 months Duration of treatment at clearance No. of applications to clear Side-effects (n =) Lost to follow-up Not clear 20 weekly treatments Not clear Not clear -Blisters (1) - lymphadenop. (11) - Sev. ecz./ blister (6) - Hyperpigm (5) - sev. eczema (3). - lymphadenop. (2) - headache (1) - Hoofdpijn (1) - itching (3) - dyschr. in confetti (1) - blisters (discont.) (2) - sev. ecz. (discont.)(2) - loc. cont. dermatitis -Sev.irritation 19(14%) -Hyperpigm. 7 (5.2%) -Vitiligo 3 (2.2%) -Tolerance 4 (2.9%) Not clear Not clear Not clear None 0 9 3- 37 months Not clear 6-12mnd 1 year 2 years -maintenance tx: 1-48 months -stop tx: 2-20 months 0 Not clear Not clear Not clear Not clear 0 Not clear - dur. of AA >4 yrs. - nail changes - fam. hist. of atopy - Extent of AA - Age onset AA - highest conc - nr. tx init.resp. - time init. resp. - intrales. cc’s tx None found None found None found Extent of AA *10 patients were lost to F-U in the first 6 months (5 due to lack of efficiency) and were not included in the study results! **38 patients were lost to F-U, 16 did not complete 3 months, 22 dropped out most commonly by lack of response. These 38 pt were not incl in the study results! Follow-up period Failure to sensitize Prognostic factors -low methodological quality Other comments Vervolg tabel 1, evidence tabel Hunter 4 2011 Ohlmeier20 2012 Salsberg30 2012 Luk24 2012 El Khoury25 2013 Prospective Yes No No No No Randomized No No No No No Half head No No No Controlled Half head and Conc grp tacrolimus 0.1%/ hlf hd placebo Observer(s) blinded No No No No No Demographic details clear Yes Yes No Yes Yes Exclusion criteria Not clear Not clear Not clear Yes No *142 108 31 34 Number enrolled Total 50 Grp A (DPCP ) : 25 Grp B (tacrolimus 0.1% / half head placebo) : 25 Number completed treatment Grp A 25 Grp B 25 133 62 29 34 Sex (M/F) Grp A 15/10 Grp B 17/8 44/98 Not clear 16/15 19/15 Age (years) Grp A 20.6 (+/- 9.1) Grp B 24.0 (+/- 8.8) Not clear 4 months- 18 yrs (mean 11,4 yrs) 12 to 48 years (mean 28.9) 24.72 (mean) Not clear Not clear 1 months- 10 yrs (mean 3.8 11.2 yrs average yrs) Grp A 11 Grp B 11 24 Duration (years) Type Totalis/Universalis Not reported > 40% - 14 - < 40% - > 30% scalp involvement ltd AA (mean scalp inv. 39%): 20 Not in the 6 months prior to Not clear study Topical steroids (67%), and/or intrales. steroids (34%), and/ or minoxidil (11%) Yes, Not clear Grp A: DPCP 0.001–2% weekly Grp B: tacrolimus 0.1% twice weekly 0.000001%-2%, weekly 0.0001%, Weekly 0.001% - 2.0%, weekly 0.001–2% weekly Treatment regimen Stated endpoint Grp A: up to 18 months Grp B: 12 months No regrowth after 6-9 months Not clear -no resp. at 6 months Not clear Withdrawn (side-effects) 0 2 Yes (N=not clear) 2 0 Withdrawn (non-compliance) 0 0 Yes (N=not clear) 0 0 Withdrawn (other reasons) 0 *7 Yes (N=not clear) 0 0 Grp A: 10 (40%) Grp B: 1 (4%) *P=0.02 re growth > 90%: 51 (37.8%) -6 months: 14 (13%) -12 months: 12 (11%) re growth > 90%: 4 (13.8%) 5 Other/mixed Previously treated Full regrowth Grp A 14 Grp B 14 111 Vervolg tabel 1, evidence tabel Improved Same/worse Hunter 4 2011 Ohlmeier20 2012 Salsberg30 2012 Luk24 2012 El Khoury25 2013 Grp A: 7 (28%) Grp B: 4 (16%) >50–90% : 20 (14.8%) 10–50% : 26 (19.3%) -6 months: 27 (25%) -12 months: 23 (21%) >50–90% : 7 (24.1%) 10–50% : 5 (17.2%) 22 Grp A: 8 (32%) Grp B: 20 (80%) <10%: 38 (28.1%) -6 months: 40 (37%) 12 months: 27 (25%) <10%: 13 (44.8%) 7 Overall (stop + maintance tx): 23 (45.1%) Relapse Overall at 18 months: 69% Duration of treatment at clearance Grp A: 21-360 days Grp B: 60-240 days 4 months Not clear Not clear 32 weeks No. of applications to clear Not clear Not clear Not clear Not clear Not clear Not reported - sev. contact ecz. not on scalp: 1. - sev. lymphadenop. :1 58 (54%) -Sev. bullous/ urticarial react.: 2 (7%) -sev. eczema.: 16 (55%) -Vesiculation: 22 (76%) -lymfadenop. :15 (52%) Hyperpigm: 13 (45%) -vitiligo 1 - Itching: (85.3%) - Cont dermatitis: 58.8%) Blistering and lymphadenop.: (17.6%) Lost to follow-up 0 Not clear Not clear Not clear 0 Follow-up period Grp A :18 months Grp B: 12 months Not clear 12 months 6-18 months Mean 63 weeks (range 15-316) Failure to sensitize Yes *7 (4.9%) Not clear, Not clear Not clear Childhood onset (P=0.015) None found Side-effects (n =) -ext of AA Prognostic factors Other comments -Within grp A. the other half *7 patients were lost to F-U Study on children of the head showed no due to failure to sens) and improvement. were not incl in the study results! Literatuurlijst 1. Happle R, Hausen B,Wiesner-Menzel L. Diphencyprone in the treatment of alopecia areata. Acta Derm Venereol (Stockh) 1983;63:49-52. 2. Buckley D.A., Du Vivier A.W.P. The therapeutic use of topical contact sensitizers in benign dermatoses. Br J of Dermatol 2001; 145: 385±405. 3. Rokhsar CK, Shupack JL, Vafai JJ, Washenik K. Efficacy of topical sensitizers in the treatment of alopecia. J Am Acad Dermatol 1998; 39: 751±61. 4. Hunter N, Shaker O, Marei N. Diphencyprone and topical tacrolimus as two topical immunotherapeutic modalities. Are they effective in the treatment of alopecia areata among Egyptian patients? A study using CD4, CD8 and MHC II as markers. J Dermatolog Treat. 2011 Feb;22(1):2-10. doi: 10.3109/09546630903410182. Epub 2010 Jun 5. 5. Ashworth J, Tuyp E, Mackie RM. Allergic and irritant contact dermatitis compared in the treatment of alopecia totalis and universalis. A comparison of the value of topical diphencyprone and tretinoin gel. Br J Dermatol 1989; 120:397±401. 6. Monk B. Induction of hair growth in alopecia totalis with diphencyprone sensitization. Clin Exp Dermatol 1989; 14:154±7. 7. Macdonald Hull S, Pepall L, Cunliffe WJ. MacDonald Hull S, Cunliffe W. Successful treatment of alopecia areata using the contact allergen diphencyprone. Br J Dermatol 1991; 124: 212±13. 8. Hoting E, Boehm A. Therapy of alopecia with diphencyprone. Br J Dermatol 1992; 127: 625±9. 9. Van der Steen P, Happle R. `Dyschromia in confetti' as a sideeffect of topical immunotherapy with diphenylcyclopropenone. Arch Dermatol 1992; 128: 518±20. 10. Shapiro J. Topical immunotherapy in the treatment of chronic severe alopecia areata. Dermatol Clin 1993; 11: 611±7. 11. Gordon PM, Aldridge RD, McVittie E, Hunter JAA. Topical diphencyprone for alopecia areata: evaluation of 48 cases after 30 months follow-up. Br J Dermatol 1996; 134: 869±71. 12. Weise K, Kretschmar L, John SM, Hamm H. Topical immunotherapy in alopecia areata: anamnestic and clinical criteria of prognostic significance. Dermatology 1996; 192:129±33. 13. Schuttelaar M-La, Hamstra JJ, Plinck EPB et al. Alopecia areata in children: treatment with diphencyprone. Br J Dermatol 1996;135: 581±5. 14. Amer M, Metwalli M, Tosson Z. Successful treatment of alopecia areata and alopecia totalis with diphencyprone. J Eur Acad Dermatol Venereol 1997; 9: 83±4. 15. Pericin M, Trueb RM. Topical immunotherapy of severe alopecia areata with diphenylcyclopropenone: evaluation of 68 cases.Dermatology 1998; 196: 418±21. 16. Cotellessa C, Peris K, Caracciolo E, Mordenti C, Chimenti S. The use of topical diphenylcyclopropenone for the treatment of extensive alopecia areata. J Am Acad Dermatol. 2001 Jan;44(1):73-6. 17. Wiseman MC, Shapiro J, MacDonald N, Lui H. Predictive model for immunotherapy of alopecia areata with diphencyprone. Arch Dermatol. 2001 Aug;137(8):1063-8. 18. Aghaei S. Topical immunotherapy of severe alopecia areata with diphenylcyclopropenone (DPCP): experience in an Iranian population. BMC Dermatol. 2005 May 26;5:6. 19. Avgerinou G, Gregoriou S, Rigopoulos D, Stratigos A, Kalogeromitros D, Katsambas A. Alopecia areata: topical immunotherapy treatment with diphencyprone. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2008 Mar;22(3):320-3. Epub 2007 Nov 12. 20. Ohlmeier MC, Traupe H, Luger TA, Böhm M. Topical immunotherapy with diphenylcyclopropenone of patients with alopecia areata--a large retrospective study on 142 patients with a self-controlled design. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2012 Apr;26(4):503-7. doi:10.1111/j.1468-3083.2011.04114.x. Epub 2011 May 14. 21. El-Zawahry BM, Bassiouny DA, Khella A, Zaki NS. Five-year experience in the treatment of alopecia areata with DPC. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2010 Mar;24(3):264-9. doi: 10.1111/j.1468-3083.2009.03401.x. Epub 2009 Sep 8. 22. Firooz A, Bouzari N, Mojtahed F, Pazoki-Toroudi H, Nassiri-Kashani M, Davoudi M, Dowlati Y. Topical immunotherapy with diphencyprone in the treatment of extensive and/or long-lasting alopecia areata. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2005 May;19(3):393-4. 23. Sotiriadis D, Patsatsi A, Lazaridou E, Kastanis A, Vakirlis E, Chrysomallis F. Topical immunotherapy with diphenylcyclopropenone in the treatment of chronic extensive alopecia areata. Clin Exp Dermatol. 2007 Jan;32(1):48-51. Epub 2006 Sep 27. 24. Luk NM, Chiu LS, Lee KC, Chau CT, Lee VW, Chang M, Lam YK, Lee HC. Efficacy and safety of diphenylcyclopropenone among Chinese patients with steroid resistant and extensive alopecia areata. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2012 Oct 12. doi: 10.1111/jdv.12009. [Epub ahead of print] 25. El Khoury J, Abd-El-Baki J, Succariah F, Abbas O, Kibbi AG, Kurban M. Topical immunomodulation with diphenylcyclopropenone for alopecia areata: the Lebanese experience. Int J Dermatol. 2013 Dec;52(12):1551-6. doi: 10.1111/ijd.12226. Epub 2013 Oct 18. 26. Kietzmann H, Hardung H. Treatment of alopecia areata with diphenylcyclopropenone. Acta Derm Venereol (Stockh) 1985; 65:274±5. 27. Orecchia G, Rabbiosi G. Treatment of alopecia areata with diphencyprone. Dermatologica 1985; 171: 193±6. 28. Hatzis J, Gourgiotou K, Tosca A et al. Vitiligo as a reaction to topical treatment with diphencyprone. Dermatologica 1988; 177: 146±8. 29. Macdonald Hull S, Pepall L, Cunliffe WJ. Alopecia areata in children: response to treatment with diphencyprone. Br J Dermatol 1991; 125: 164±8. 30. Salsberg JM, Donovan J. The safety and efficacy of diphencyprone for the treatment of alopecia areata in children. Arch Dermatol. 2012 Sep;148(9):1084-5. doi: 10.1001/archdermatol.2012.1622.
© Copyright 2024 ExpyDoc