Notitie tijdelijke lesplaatsen in het OPDC binnen het Samenwerkingsverband Koers VO Definitieve versie Vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van Koers VO d.d. 24 mei 2014 Inleiding Deze notitie is bedoeld als basisdocument van Samenwerkingsverband Koers VO inzake de realisatie van tijdelijke lesplaatsen OPDC in het kader van de Wet op het Passend Onderwijs. De tijdelijke bovenschoolse lesplaatsen OPDC vinden haar inhoudelijke oorsprong in de per 1-8-2014 opgeheven projecten voor tijdelijke uitplaatsing uit regulier onderwijs en het tegengaan van thuiszittende leerlingen (Rebound, Op de Rails en Herstart). De notitie is gebaseerd op hoofdstuk 5.3 ‘Tijdelijke onderwijsopvang in een OPDC’ van het in april 2014 vastgestelde Ondersteuningsplan Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband Koers VO. Verder is gebruik gemaakt van de brochure ‘Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs’ (OCW 2012), de ‘Inventarisatie tijdelijke lesplaatsen binnen Koers VO’ (NJI 2013 in opdracht van Koers VO) en artikel XI, lid 26 uit het Staatsblad 2014, nr. 95 inzake het besluit d.d. 12 februari 2014 betreffende de Voorschriften orthopedagogisch-didactische centra. Opbouw notitie De notitie bestaat uit twee onderdelen met betrekking tot de bovenschoolse tijdelijke lesplaatsen in het OPDC, te weten: A. Algemene uitgangspunten landelijk (OCW) en Samenwerkingsverband Koers VO. B. Programma van eisen met betrekking tot het onderwijsdeel van de OPDC tijdelijke lesplaatsen ten behoeve van potentiële aanbieders van OPDC lesplaatsen. Aandachtspunt voor Koers VO: Voor de zomervakantie 2014 zal vanuit Koers VO nog een apart OPDC-document verschijnen voor scholen. Daarin zullen de procedures van voorbereiding van de aanmelding, de plaatsing en terugkeer van de leerling naar school beschreven staan. Dekkend netwerk en het OPDC De tijdelijke lesplaatsen binnen Koers VO vormen een onderdeel van het dekkend netwerk van Koers VO, waarbij het uitgangspunt is dat de prioriteit ligt bij het aanbieden van onderwijs en ondersteuning op de scholen zelf. De doelstellingen betreffende het dekkend netwerk, zoals geformuleerd in hoofdstuk 1 van het Ondersteuningsplan Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband Koers VO, zijn hierbij leidend. Dat betekent dat leerlingen die instromen in het voortgezet onderwijs meteen op de juiste school terecht moeten komen en dat het aanbod van regulier VO en VSO de vraag goed dekken. Hieruit volgt de opvatting van het Samenwerkingsverband Koers VO, namelijk dat zo min mogelijk leerlingen gebruik moeten maken van de tijdelijke lesplaatsen binnen het OPDC. Die lesplaatsen zijn namelijk bedoeld als tijdelijk ‘vangnet’ voor die leerlingen die weliswaar op de juiste school staan ingeschreven, maar door bijzondere omstandigheden een tijdelijke lesplaats nodig hebben. Het gaat om een tijdelijke lesplaats, waarbij de terugkeer naar de school waar de leerling staat ingeschreven het belangrijkste doel is. Leerlingen moeten bovendien ook zo 1 kort mogelijk verblijven op een tijdelijke lesplaats binnen het OPDC. Het uitgangspunt is dat leerlingen in principe niet langer dan drie maanden verblijven op het OPDC, dit mede vanwege de wettelijke eis dat wanneer de verblijfsperiode langer is er onderwijs moet worden aangeboden door bevoegde docenten. Capaciteit OPDC lesplaatsen Voor schooljaar 2014/2015 is het de bedoeling om de capaciteit aan bovenschoolse tijdelijke lesplaatsen van schooljaar 2013/2014 voor zover mogelijk te handhaven, waarbij in de begroting van het Samenwerkingsverband Koers VO bedrag van maximaal € 1,2 miljoen per schooljaar beschikbaar is voor het OPDC1. Het gaat hier om bovenschoolse lesplaatsen waarbij de bekostiging tot 1 augustus 2014 deels verloopt via de projectgelden c.q. regelingen ‘Rebound’, ‘Op de Rails’ en ‘Herstart’. Totaal ging het in schooljaar 2013/2014 om 124 tijdelijke lesplaatsen, als volgt gespecificeerd2: 1. 100 tijdelijke lesplaatsen binnen de Onderwijs Opvangvoorzieningen Rotterdam of OOVR’s: 60x Rebound, 32x Op de Rails en 8x Herstart. 2. 19 tijdelijke lesplaatsen in het Educatief Centrum van Horizon: 13x Op de Rails, 6x Herstart. 3. 5 tijdelijke lesplaatsen in de VMBO+ setting van het Maxima College in Ridderkerk: 5x Rebound. Samenhang met andere mogelijkheden Passend Onderwijs Het is van belang om een goed beeld te hebben van de samenhang tussen de OPDC lesplaatsen en de andere mogelijkheden binnen Passend Onderwijs. De mogelijkheden die vanuit het ministerie worden aangegeven in de brochure ‘Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs’ zijn: - Extra onderwijsondersteuning op de reguliere school. - Symbiosevormen: voor leerlingen die staan ingeschreven in het VSO is het bijvoorbeeld mogelijk om een deel van het onderwijs zoals dat is beschreven in het schoolplan op een reguliere school voor voortgezet onderwijs te volgen. - Onderwijsaanbod van het VSO. Onderwijsondersteuning in combinatie met jeugdhulp 1 Het uitgangspunt is niet de totale capaciteit aan bovenschoolse tijdelijke lesplaatsen in schooljaar 2013/2014, maar uitsluitend de capaciteit die mogelijk is door bekostiging vanuit onderwijsmiddelen via het Samenwerkingsverband in combinatie met de eigen bijdrage van de scholen. Hieronder vallen dus niet de tijdelijke lesplaatsen die op dit moment mogelijk zijn door exploitatiesubsidies van de gemeenten Rotterdam (OOVR) en Ridderkerk (Maxima College) omdat het Samenwerkingsverband geen verantwoordelijkheid draagt met betrekking tot deze middelen. 2 Dit overzicht betreft de situatie in 2013/2014; dit hoeft niet automatisch de verdeling te zijn vanaf 1 augustus 2014 en verder. E.e.a. hangt onder meer af van de vraag of aanbieders in staat zijn om aan de door Koers VO gestelde voorwaarden te voldoen zoals beschreven in deze notitie. 2 Een van de criteria op grond waarvan leerlingen mogelijk op een OPDC lesplaats onderwijs kunnen krijgen is dat er sprake is van een ‘multi-problem’ situatie. Het moet altijd gaan om een combinatie van een onderwijsprobleem en problemen die veroorzaakt worden door aspecten buiten het onderwijs en dan van een zodanige aard dat ondersteuning vanuit sector Jeugdzorg gelegitimeerd is. Verbinding tussen aanmeldingsproces en uitstroom De tijdelijk lesplaatsen binnen het OPDC toegankelijk voor leerlingen vanuit het regulier voortgezet onderwijs, mits aan de spelregels en voorliggende eisen wordt voldaan. Voor plaatsing op een OPDC tijdelijke lesplaats moet ook een ‘Ontwikkelingsperspectiefplan’ of OPP dat aan de eisen voldoet worden aangeleverd door de school waar de leerling staat ingeschreven om een besluit tot plaatsing te kunnen komen. In het OPP wordt o.a. aangegeven wat de school als perspectief ziet na de verblijfsperiode op de OPDC lesplaats. Elke leerling keert terug naar de school van herkomst na verblijf op een OPDC lesplaats. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan moet dit goed onderbouwd worden door de school. In het kader van de ‘Zorgplicht’ is de school verantwoordelijk voor het realiseren van de juiste onderwijsoplossing. Aanbieders Koers VO heeft in het Ondersteuningsplan vooralsnog de keuze gemaakt om vooralsnog niet zelfstandig eigen OPDC lesplaatsen aan te bieden, maar als inkoper contracten af te willen sluiten met partijen die in staat zijn om op de in deze notitie beschreven wijze OPDC lesplaatsen aan te bieden. Hierbij zijn de aanbieders van tijdelijke lesplaatsen die de afgelopen jaren binnen het geografisch werkgebied van Koers VO in eerste instantie in beeld vanwege de ervaring met de projecten Rebound, Herstart en Op de Rails. Regionalisering Vanaf schooljaar 2014/2015 wordt het mogelijk om eventueel een deel van de capaciteit ook in andere gemeenten dan Rotterdam en Ridderkerk aan te gaan bieden, mocht daar behoefte aan zijn en een verzoek daartoe gebaseerd zijn op een degelijke onderbouwing van de vraag in relatie tot het thuisnabijheidsprincipe en de wens tot regionalisering. Een besluit hierover wordt uiteindelijk genomen door het College van Bestuur van Koers VO. Verder zijn bij deze notitie de volgende bijlagen opgenomen: 1. Brochure ‘Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs’ 2. Artikel XI, lid 26 uit het Staatsblad 2014, nr. 95 inzake het besluit d.d. 12 februari 2014 betreffende de Voorschriften orthopedagogisch-didactische centra. 3. Inspectiekader Reboundvoorziening 4. Voorlopige lijst OPDC indicatoren (Rijksinspectie, februari 2013). 3 A. Algemene uitgangspunten met betrekking tot de OPDC lesplaatsen A.1 Landelijke eisen De belangrijkste voorschriften die vanuit het ministerie van OCW gelden voor de OPDC lesplaatsen zijn: 1. Indien een samenwerkingsverband een orthopedagogisch-didactisch centrum omvat, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het Passend Onderwijs, wordt dat vermeld in het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan is ook opgenomen welke typen leerlingen in aanmerking kunnen komen voor het volgen van (een deel van het) onderwijsprogramma op een OPDC. 2. Een leerling die is of wordt ingeschreven bij een school, kan gedurende ten hoogste 2 jaren het onderwijsprogramma of een gedeelte daarvan volgen bij een orthopedagogisch-didactisch centrum. Dit houdt in dat een OPDC zelf formeel geen leerlingen in kan schrijven zoals een school dat doet. Een leerling die op geen enkele school ingeschreven staat dient voorafgaand aan een plaatsing op een OPDC ingeschreven te worden op een school (uit de publicatie ‘Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs’ en ‘Artikel XI, lid 26 uit het Staatsblad 2014, nr. 95 inzake het besluit d.d. 12 februari 2014 betreffende de Voorschriften orthopedagogisch-didactische centra’). 3. Het onderwijs van leerlingen die langer dan 3 maanden een programma volgen bij het orthopedagogisch-didactisch centrum, wordt gegeven door daartoe bevoegde leraren (uit de publicatie ‘Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs’ en ‘Artikel XI, lid 26 uit het Staatsblad 2014, nr. 95 inzake het besluit d.d. 12 februari 2014 betreffende de Voorschriften orthopedagogischdidactische centra’). 4. Het definitieve inspectiekader OPDC dat nog moet verschijnen. Tot die tijd gaan we uit van het inspectiekader Reboundvoorzieningen. A.2 Positionering van de OPDC lesplaatsen in het Samenwerkingsverband Koers VO gaat per 1 augustus 2014 een andere rol krijgen met betrekking tot de bovenschoolse tijdelijke lesplaatsen in het werkgebied. Koers VO wordt inkoper ten opzichte van de aanbieders van OPDC lesplaatsen zoals is bepaald in het Ondersteuningsplan. De OPDC lesplaatsen worden gezien als vangnet in de vorm van bovenschoolse onderwijsondsteuningsarrangementen; deel uitmakend van het dekkend netwerk of aanbod dat moet worden gerealiseerd in het kader van Passend Onderwijs. Eventuele schoolinterne rebounds op scholen waar geen leerlingen van andere scholen worden opgevangen worden vallen niet onder het OPDC, maar vormen een onderdeel van de schooleigen onderwijsondersteuning. Dit laatste geldt ook voor mogelijke symbiosevormen tussen regulier VO en VSO. Er zijn drie belangrijke en onderscheidende kenmerken van toepassing op de tijdelijke lesplaatsen in het OPDC ten opzichte van schoolinterne onderwijsondersteuning: 1. De bovenschoolse lesplaatsen in het OPDC zijn toegankelijk voor VO leerlingen van alle bij Koers VO aangesloten reguliere scholen. Geplaatste leerlingen blijven 4 ingeschreven op de school van herkomst gedurende het verblijf op de OPDC lesplaatsen. 2. Er is bij de te plaatsen leerlingen altijd sprake van meervoudige problematiek (onderwijs in combinatie met maatschappelijke aspecten), waarbij een geïntegreerde aanpak van onderwijs en jeugdhulp noodzakelijk is. 3. De maximale verblijfsduur op een OPDC lesplaats is in principe beperkt tot drie maanden, na verblijf keert de leerling terug naar de school van herkomst. Bij een eventueel langer verblijf dient het onderwijs te worden verzorgd door bevoegde docenten; in uitzonderlijke gevallen kan een verlenging worden toegestaan van maximaal nog eens drie maanden mits wordt voldaan aan de genoemde wettelijke eisen. De verantwoordelijkheid voor deze eisen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de school van inschrijving van de leerling en de OPDC aanbieder. De eerste twee kenmerken zijn mede bepaald door de positieve ervaringen van de afgelopen jaren in de Onderwijs Opvangvoorzieningen Voortgezet Onderwijs in Rotterdam waar o.a. door het inzetten van onderwijs in combinatie met jeugdhulp goede resultaten zijn en worden behaald. Het derde kenmerk houdt verband met het feit dat vanaf 1 augustus 2014 geldt dat bij verblijf langer dan drie maanden het onderwijs moet worden verzorgd door bevoegde docenten. Daarbij komt nog dat het argument dat bij verblijf langer dan drie maanden ongewenste onderwijsachterstanden kunnen ontstaan bij de betreffende leerlingen. 3 Zoals al eerder werd aangegeven vormen de tijdelijke lesplaatsen in het OPDC het ‘vangnet’ van het dekkend aanbod voor leerlingen binnen het samenwerkingsverband. De OPDC lesplaatsen zijn in feite een noodoplossing, de visie van Koers VO is immers dat hetgeen de leerling nodig heeft in eerste instantie op de school wordt aangeboden. Het Samenwerkingsverband Koers VO wil zo min mogelijk leerlingen geplaatst hebben op dergelijke lesplaatsen en dan liefst ook zo kort mogelijk. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk leerlingen direct en/of zo snel mogelijk op de juiste vorm van structureel onderwijs te kunnen plaatsen dat aansluit bij de vastgestelde onderwijsondersteuningsbehoefte van de leerling. Deze visie is manifest opgenomen in het concept ondersteuningsplan van Koers VO. Aandachtspunten voor Koers VO: - Het aspect ‘aanmelding en plaatsing van leerlingen vanuit andere samenwerkingsverbanden VO’ wordt voor de zo snel als mogelijk geagendeerd en afgestemd in het periodieke regionale overleg met andere samenwerkingsverbanden waar Koers VO aan deelneemt. - Voorlopig wordt gebruik gemaakt van de calamiteitenregeling zoals die gebruikt werd in schooljaar 2013/2014 binnen de OOVR. 3 Zie de publicatie ‘Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs’ en ‘Artikel XI, lid 26 uit het Staatsblad 2014, nr. 95 inzake het besluit d.d. 12 februari 2014 betreffende de Voorschriften orthopedagogisch-didactische centra’. 5 A.2.1 Een geïntegreerd programma Algemeen Het is niet wenselijk dat leerlingen die verwezen worden naar een OPDC lesplaats een (extra) onderwijsachterstand oplopen. Het is immers de bedoeling om de leerlingen zo snel als mogelijk terug te brengen naar de eigen school met als doel om (alsnog) het diploma of de eindkwalificaties van het betreffende onderwijsniveau te behalen. In feite wordt via een OPDC plaatsing een arrangement aangeboden dat past binnen het geheel aan ‘Onderwijsondersteuningsroutes’ zoals dat door Koers VO en scholen ontwikkeld is. Het onderwijs inclusief de onderwijsondersteuning die voor de geplaatste leerlingen nodig is vormt de basis; voor deze leerlingen is echter meer nodig. 1. Kwalitatief goed onderwijs Het samenwerkingsverband Koers VO is formeel verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs zoals aangeboden op het OPDC. Binnen Koers VO wordt de uitvoerende onderwijspartij dan gedelegeerd verantwoordelijk gesteld voor de kwaliteit van het onderwijs op het OPDC. Hierbij zijn de criteria zoals geformuleerd vanuit het ministerie van OCW en het (nog vast te stellen) inspectiekader leidend. Uitgangspunt is het in het voortgezet onderwijs verplichte aantal lesuren per week en de vakken die de leerling hoe dan ook moet volgen om geen achterstand op te lopen. Binnen de lesuren moet ruimte gemaakt worden om het gedragsreguleringsprogramma van jeugdhulp mogelijk te maken. Een belangrijk aspect is het criterium dat leerlingen die langer dan drie maanden verblijven op een OPDC lesplaats onderwijs moet krijgen door bevoegde docenten. Er is een inspectiekader voor het huidige OPDC, daarnaast bestaan er ook toezichtskaders voor de projecten Rebound, Herstart en Op de Rails. Deze zijn echter per 1 augustus 2014 niet meer van toepassing op de tijdelijke bovenschoolse lesplaatsen. In afwachting van het definitieve toezichtskader OPDC gaan we uit van het Inspectiekader Rebound en een in februari 2013 door de Rijksinspectie gepubliceerde lijst met voorlopige OPDC indicatoren; zie ook bijlagen 2 en 3 van deze notitie. 2. Integraal aanbod onderwijs en jeugdhulp Naast onderwijs is het de bedoeling dat er ook jeugdhulp wordt aangeboden, dit geïntegreerd en in samenhang met het onderwijsprogramma. De kwaliteit van de onderwijscomponent in het OPDC moet voldoen aan de criteria zoals gesteld door OCW en valt formeel onder die van Koers VO. De verantwoordelijkheid van de inzet van jeugdhulp verandert; het gaat hierbij tot 2015 om de provincie of stadsregio en vanaf dat jaar de gemeenten in verband met de nieuwe Wet op de Jeugdzorg. De jeugdhulpaanbieder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp in de OPDC context; dit wordt afgestemd met de aanbieder van het onderwijsprogramma. De inzet van jeugdhulp binnen het OPDC is een van de onderwerpen die in het kader van de afspraken tussen gemeenten en het Samenwerkingsverband Koers VO zijn en worden gemaakt in het OOGO. Aandachtspunten ten behoeve van het overleg tussen gemeenten en Koers VO: - Tot 1 januari 2015 zal vooralsnog gebruik gemaakt worden van het door de schoolmaatschappelijk werker ‘Diagnostisch beeld’ om de inzet van jeugdhulp op het OPDC te legitimeren. Voor de genoemde datum moet helder zijn hoe vanaf dat moment wordt 6 - voldaan aan de vereisten om aanspraak te kunnen doen op jeugdhulp. Wellicht moet de ‘zelfredzaamheidsmatrix’ voor de leerlingen in de VO-leeftijd in samenspraak met gemeenten bekeken worden. Veel gemeenten hanteren de ‘zelfredzaamheidsmatrix’ om de zwaarte van de problematiek van jongeren in kaart te brengen. Een nadeel is dat de ‘zelfredzaamheidsmatrix’ minder geschikt is voor (VO)-leerlingen. De vraag hoe de verbindingen tussen jeugdhulp in een dekkend netwerk van voorzieningen eruit gaat zien (smw, jeugdhulp, jeugdggz etc.) laten verlopen via de gemeentelijke werkgroep OPDC (afspraken tussen gemeenten en Koers VO in het kader van het OOGO). 3. Monitoring onderwijs- en jeugdhulpproces Het is de bedoeling dat vanuit de OPDC periodiek naar de school van herkomst wordt gerapporteerd over de voortgang van leerling. De leerling moet in principe een ononderbroken leerproces volgen, de voortgang daarvan wordt gerapporteerd naar de school van herkomst. Met betrekking tot de gedragsregulatie en resultaten van de jeugdzorginterventie moeten nog nadere afspraken worden gemaakt, ook dat moet onderdeel zijn van de rapportages ten behoeve van de school van inschrijving van de leerling. 4. Thuisnabijheid en regionalisering Naar aanleiding van de wens tot thuisnabij onderwijs in het Ondersteuningsplan van Koers VO is het van belang om de OPDC lesplaatsen evenals regulier VO en VSO voor zover mogelijk thuisnabij te kunnen aanbieden. Hierbij wordt gedacht in subregio’s. Voor elke OPDC locatie met tijdelijke bovenschoolse lesplaatsen dienen dezelfde spelregels te gelden. Naast de vraagkant moet ook de aanbodkant aan de eisen voldoen; er moet partij zijn die een passend aanbod kan doen van tijdelijke lesplaatsen die voldoen aan de OPDC landelijke en lokale eisen. Het uiteindelijke besluit tot de realisatie van OPDC plaatsen op een nieuwe locatie is voorbehouden aan het College van Bestuur van Koers VO. Aandachtspunt voor Koers VO: - Koers VO maakt een beschrijving van de aanvraagprocedure met betrekking tot (nieuwe) decentrale OPDC locaties. Deze beschrijving is direct na de zomervakantie van 2014 beschikbaar. 5. Aanmelding en plaatsing Algemeen Het Samenwerkingsverband bepaalt welke leerlingen wel of niet gebruik kunnen maken van het OPDC. Deze ‘poortwachtersrol’ is belegd bij de consulent van het Koersloket. Hoe beter de school gebruik maakt van de eigen onderwijsondersteuningsroute(s) binnen de school en alle relevante mogelijkheden daarvan benut, hoe groter de kans dat er een goed onderbouwde aanvraag, voorzien van het vereiste ‘Ontwikkelingsperspectiefplan’ (OPP) ingediend kan worden. Een dergelijke aanvraag is dan een ‘hamerstuk’ op grond waarvan snel een juist besluit kan worden genomen door de betreffende ‘OPDC plaatsingscommissie’ (werktitel!). Dit kan bijvoorbeeld zijn: 1. De huidige CIC in Rotterdam 7 2. Varianten daarop in de regio (regionale plaatsingscommissies) 3. Een Koersbrede CIC voor alle OPDC’s binnen Koers VO) 4. Een subregionale plaatsingscommissie OPDC ; al dan niet gekoppeld aan de op te richten (algemene) regionale plaatsingsoverleggen van Koers VO. Aandachtspunt voor Koers VO: - Koers VO zal nog met een nadere uitwerking komen met betrekking tot de samenstelling en taken van de ‘OPDC Plaatsingscommissie’ (werktitel!) en daarbij een fasering ‘van CIC naar Plaatsingscommissie OPDC (werktitel)’ . Deze zal voor de zomervakantie verschijnen. Onderwijsdeel: aanmelding vanuit school Koers VO verspreid nog voor de zomervakantie van 2014 een OPDC-document voor scholen. Daarin zullen de procedures beschreven staan met betrekking tot de voorbereiding van de aanmelding voor een OPDC lesplaats, de plaatsing en terugkeer van de leerling naar school. Daarin staat in detail beschreven wat een school moet doen om een leerling een tijdelijke lesplaats op het OPDC te kunnen aanbieden. Koers VO is op de volgende wijze betrokken bij het intake- en plaatsingsproces van leerlingen met betrekking tot het onderwijsdeel: - Beoordeling kwaliteit onderwijsondersteuning op school en aanmelding door de consulent van het Koersloket. De reeds op school ingezette onderwijsondersteuning, (waarbij altijd de Begeleider Passend Onderwijs is betrokken!) en resultaten daarvan zoals verwoord in het dossier (waarin verplicht opgenomen het OPP voor de leerling) zijn leidend bij het verzoek tot plaatsing op een OPDC lesplaats met betrekking tot de onderwijscomponent. De consulent van het Koersloket fungeert als poortwachter na kennis te hebben genomen van de door de school aangeleverde documentatie. - Uitgangspunt is dat de op het OPDC te plaatsen leerling terugkeert naar school van herkomst. In uitzonderlijke situaties kan hier vanaf geweken worden, in die situaties moet dan in het dossier aangetoond worden op grond waarvan terugkeer onmogelijk zou zijn. Jeugdhulpdeel: Aanmelding vanuit de school Tot 1 januari 2015 blijft de systematiek van kracht waarbij op basis van een door het schoolmaatschappelijk werk aangeleverde ‘diagnostisch beeld’ de basis vormt voor het ‘Indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg’, zijnde het document op grond waarvan de inzet van de jeugdhulp mogelijk is. Per 1 januari 2015 zal dit proces er anders uitgaan zien in verband met de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Aanmelding vanuit gemeenten: thuiszitters In alle gevallen dient de aanmelding te verlopen via het Koersloket. Hierbij is het vast te stellen Protocol Thuiszitters tussen Koers VO en gemeenten leidend. Voor plaatsing op een OPDC moet eerst een school worden gevonden waar de leerling formeel ingeschreven kan worden aangezien een inschrijving op een school voorwaarde is om onderwijs te kunnen volgen op een OPDC lesplaats. Opmerkingen: A. In alle gevallen verloopt de aanmelding via het Koersloket. 8 B. Bij ‘worst-case’ scenario’s (geen informatie beschikbaar over de voorgeschiedenis leerling); altijd contact zoeken met laatst bekende school. Monitoring en evaluatie van vraag- en aanbod Het is van belang om voor het hele werkgebied de instroom en uitstroom de monitoren. Het signaleren van trends en knelpunten hierin is van belang, zowel met betrekking tot de kwaliteit van het arrangement dat we OPDC noemen alsmede het bewaken van de samenhang tussen het OPDC aanbod en andere componenten uit het Passend Onderwijs zoals binnen het Koers VO werkgebied wordt uitgevoerd. Aandachtspunt voor Koers VO: - Koers VO stelt per 1 augustus 2014 een Monitorgroep in ten behoeve van het Koers VO om tijdig trends m.b.t. vraag en aanbod tijdig te signaleren en te adresseren. 6. Terugkeer of herplaatsing Koers VO moet in alle gevallen betrokken zijn bij de terugkeer naar de school van inschrijving. De ‘Zorgplicht’ is van toepassing op alle leerlingen die uitstromen uit het OPDC. De consulent van het Koersloket die gekoppeld is aan de school van inschrijving is hierbij betrokken en vervult de rol van procesbegeleider; de school van inschrijving is en blijft tot en met de terugplaatsing is gerealiseerd verantwoordelijk. In uitzonderlijke gevallen kan afgeweken worden van het uitgangspunt dat de leerling altijd terugkeert naar de school. In die situaties moet dan in het dossier aangetoond worden op grond waarvan terugkeer onmogelijk wordt geacht. Zolang er nog niet op een andere school is ingeschreven geldt de Zorgplicht voor oorspronkelijke school. Ook is uiteraard de Leerplichtwet van toepassing. 7. Bekostiging De bekostiging van de OPDC plekken bestaat in grote lijnen uit drie hoofdonderdelen, namelijk De kosten bestaan in grote lijnen in ieder geval uit drie hoofdonderdelen: 1. Onderwijs (docenten, OOP’ers, lesmaterialen en inrichtingskosten) 2. Inzet Jeugdhulp 3. Huisvestingskosten Het onderwijsdeel wordt bekostigd door het Samenwerkingsverband in combinatie met de bijdrage die van scholen wordt gevraagd bij plaatsing van leerlingen. De bekostiging van de jeugdhulp verloopt via lokale overheden (Stadsregio of provincie) en per 1 januari 2015 via de gemeenten. De huisvestingskosten moeten gezien worden als ‘pro memorie’ post en de eventuele bekostiging van dat onderdeel moet geregeld worden tussen de aanbieder en de gemeente waar de OPDC gevestigd is. In ieder geval is het ook van belang om die bekostiging in het algemeen duurzaam te laten zijn en geen onstabiliteit te laten ontstaan met betrekking tot de exploitatie van de OPDC lesplaatsen. Met betrekking tot de rol van Koers VO inzake de bekostiging zijn de volgende uitgangspunten van kracht: 9 - - - - Op jaarbasis wordt per lesplaats maximaal € 15.000 bekostigd door Koers VO De bijdrage vanuit scholen wordt bepaald op € 2.000 per plaatsing van drie maanden c.q. een bedrag van € 150,-- per leerling per week als uitgangspunt. Hiermee wordt vooralsnog het beleid van voor 1 augustus 2014 gecontinueerd. Uitgangspunt hierbij is het motto ‘geld volgt de leerling’. Bij algemene wijzigingen van de hoogte van de eigen bijdrage van scholen wordt dit vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de ALV van het Samenwerkingsverband Koers VO. De kosten op jaarbasis van alle OPDC plaatsen binnen Koers VO moet passen binnen de begroting van het samenwerkingsverband. Er moet sprake zijn van een redelijke en transparante kostprijs per lesplaats op jaarbasis, waarbij het streven is om zo min mogelijk overheadskosten te hebben en de middelen zo maximaal mogelijk ten behoeve van de geplaatste leerlingen in te zetten. Er moet een redelijke balans zijn tussen de jaarkosten voor een reguliere VO lesplaats, een VSO lesplaats en de kosten voor een OPDC lesplaats. Koers VO gaat uit van een transparante, realistische en vooral ook redelijke ‘begroting per lesplaats’ voor het onderwijsdeel van het OPDC aanbod. Hierbij wordt uitgegaan van de ‘Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs’ van het ministerie van OCW, zoals die geldt voor het betreffende kalenderjaar. Het is mogelijk dat andere partijen ook lesplaatsen blijven bekostigen naast het OPDC deel zoals dat op dit moment het geval in Rotterdam en in Ridderkerk. Dit valt buiten de af te sluiten contracten tussen Koers VO als inkoper en de aanbieder; aanbieders dienen dit onderdeel zelfstandig met gemeenten te regelen. Aandachtspunt voor aanbieders en gemeenten: - Co-financiering via exploitatiesubsidie is een zaak tussen gemeenten en aanbieders. Een aanbeveling daarbij is om de uitgangspunten en spelregels (o.a. de financiële bijdrage van scholen) overeenkomstig met de OPDC lesplaatsen vorm te geven om verwarring bij scholen en andere partijen te voorkomen. A.3 Verantwoordelijkheden Koers VO wordt verantwoordelijk voor het dekkend netwerk van het onderwijsbod voor leerlingen in de VO-leeftijd, voor de monitoring en verantwoording daarvan. Ook wordt Koers VO expliciet verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijsdeel van het aanbod in het OPDC. Leerlingen die geplaatst worden op een OPDC lesplaats blijven ingeschreven op de school van herkomst, de betreffende school is verantwoordelijk voor het aanleveren van een goed onderbouwd en gevuld dossier bij de aanmelding en voor het aanleveren van informatie over het lesprogramma dat de leerling moet doorlopen inclusief het concrete schoolwerk en toetsing van de leerlingen op de verschillende vakgebieden. Lokale overheden (nu nog provincie en stadsregio en per 1 januari 2015 gemeenten) zijn verantwoordelijk voor de inzet van Jeugdzorgdeel in de OPDC’s ten behoeve van geplaatste leerlingen. 10 Rolverdeling en deelverantwoordelijkheden In het OPDC construct zijn een aantal partijen te onderscheiden: Onderwijsdeel: Koers VO, aanbieders van OPDC lesplaatsen en scholen. Verantwoordelijkheden Koers VO: - Realisatie en in stand houden van dekkend netwerk - Verantwoordelijke voor kwaliteit van het onderwijsprogramma binnen het OPDC. - Inkoper van de tijdelijke OPDC lesplaatsen. - Bepalen welke leerlingen al dan niet op een OPDC plaats toegelaten worden. - Regievoering bij situaties waar partijen zich niet (lijken) te houden aan de Zorgplicht. - Monitoring en verantwoording met betrekking tot de onderwijskwaliteit. Verantwoordelijkheden aanbieders van OPDC tijdelijke lesplaatsen: - In stand houden en exploiteren van de OPDC tijdelijke lesplaatsen. - Verzorgen onderwijsdeel van OPDC programma. - Waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs in het OPDC, zodanig dat voldaan wordt aan de eisen van de rijksinspectie. - Mogelijk maken van geïntegreerd aanbieden van jeugdhulp op het OPDC door een jeugdhulpaanbieder. - Verzorgen van rapportages op leerlingniveau en rapportages c.q. evaluaties op OPDC niveau. Dit alles op basis van de bepalingen zoals opgenomen in het contract dat is afgesloten tussen de inkoper Koers VO en de aanbieder en binnen het kader van de vast te leggen afspraken tussen gemeenten en Koers VO ten behoeve van de OPDC’s inzake de jeugdhulp. Verantwoordelijkheden scholen: - Het zonder ‘verborgen agenda’ aanmelden van leerlingen, dus een realistisch ingevuld OPP met uitstroomperspectief dat van kracht blijft als het OPDC traject naar wens verloopt. - Aanleveren van schoolwerk, uitvoering van toetsing, leveren van werkplanningen en communiceren met de relevante betrokkenen rondom de leerling; kortom: Alles doen om de geplaatste leerling zo goed mogelijk in staat te stellen onderwijs te volgen op het OPDC zonder onwenselijke achterstanden op te lopen. - Voorbereiding van de terugkeer van de leerling na verblijf op het OPDC en het bieden van reële kansen om alsnog het diploma c.q. eindtermen van de school te halen; of wanneer terugkeer geen optie is alles in het werk stellen om in het kader van de voor de leerling geldende Zorgplicht een andere school te vinden met de juiste combinatie van onderwijs en ondersteuning. Jeugdzorgdeel: Gemeenten (tot 1 januari 2015 Stadsregio en Provincie), aanbieders jeugdhulp. Verantwoordelijkheden gemeenten (Stadsregio en Provincie tot 1-1-2015): 11 De inzet van jeugdhulp is gebaseerd op de afspraken die door het Samenwerkingsverband zijn of worden gemaakt met lokale overheden (provincie, Stadsregio en de afspraken die in 2014 zijn of worden gemaakt tussen het Samenwerkingsverband en gemeenten in het kader van het OOGO). 12 B. Programma van eisen voor aanbieders van bovenschoolse tijdelijke lesplaatsen in het OPDC 1. Algemeen Aanbieders van tijdelijke bovenschoolse lesplaatsen op een OPDC realiseren voor de geplaatste leerlingen een geïntegreerd programma met de componenten onderwijs en jeugdhulp, waarbij dat laatste onderdeel verzorgd wordt door een jeugdzorgaanbieder. Koers VO sluit met aanbieders van het onderwijsdeel van het beoogde programma contracten af, met als voorwaarde dat er naast het onderwijsdeel ook een jeugdhulpprogramma wordt aangeboden door een jeugdhulpaanbieder waarmee separate afspraken worden gemaakt in lijn met de doelstellingen van het OPDC en de afspraken die daarover tussen gemeenten en Koers VO worden gemaakt. Dat betekent dat de betreffende aanbieder (opdrachtnemer) verantwoordelijk is voor het laten verzorgen van het jeugdhulpdeel van het programma voor de leerlingen door een jeugdzorgaanbieder. De opdrachtenemer draagt de verantwoordelijkheid over het onderwijsprogramma dat wordt aangeboden aan de leerlingen en de kwaliteit daarvan, de eindverantwoordelijkheid over dit onderdeel ligt wettelijk bepaald bij Koers VO. Leidend met betrekking tot het onderwijsprogramma zijn dan ook de wettelijke uitgangspunten vanuit het ministerie inzake de OPDC lesplaatsen en het (nog te verschijnen) inspectiekader. Er is sprake van ‘extra ondersteuning’ op basis van de lichte ondersteuningsmiddelen van Koers VO. Derhalve worden in het leer- en ontwikkelingsproces ondersteunende maatregelen genomen die boven de basisondersteuning uitgaan. Naast het onderwijsdeel en het jeugdhulpdeel is de opdrachtnemer ook de partij die huisvesting regelt in samenspraak met de gemeente waar de betreffende OPDC vestiging wordt of is gerealiseerd. Dit geldt ook voor de eventuele bekostiging van de huisvesting. Het is toegestaan om naast de OPDC plekken meer lesplaatsen in stand te houden door bekostiging van derden (bijvoorbeeld gemeenten). Dit valt buiten de verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband Koers VO. 2. Speficieke eisen waaraan de OPDC lesplaatsen moeten voldoen De algemene beschrijving van de OPDC uitgangspunten zoals beschreven in hoofdstuk A van deze notitie zijn van toepassing. In het kort gaat het om de volgende aspecten: Leerlingen - Leerlingen kunnen aangemeld worden wanneer er sprake is van een onhoudbare situatie op school, veroorzaakt door het gedrag van de leerling. Er moet daarbij sprake zijn van onderwijs- en maatschappelijke problematiek. - Leerlingen kunnen vanuit alle scholen voor regulier VO binnen het Koers VO aangemeld worden en wanneer aan de spelregels is voldaan worden geplaatst. - Thuiszitters in de VO leeftijd en woonachtig binnen het werkgebied van Koers VO moeten worden aangemeld worden door de betreffende gemeente via het Koersloket. Er dient dan voorafgaand aan de OPDC plaatsing een school gevonden te worden waar de leerling wordt ingeschreven. Onderwijs op het OPDC - Het geboden onderwijs moet voldoen aan de landelijke eisen en het inspectiekader voor het VO en specifiek het OPDC (nog op te leveren door de Rijksinspectie). 13 - Leerlingen mogen niet langer dan drie maanden geplaatst worden. De leerling blijft tijdens het verblijf op het OPDC ingeschreven op de school van herkomst c.q. de school die de leerling na de fase van thuiszitten heeft ingeschreven. Integraal aanbod onderwijs-jeugdhulp - Er wordt naast de onderwijscomponent ook een jeugdhulpcomponent aangeboden door een jeugdzorgaanbieder en dan bij voorkeur in een geïntegreerd programma. De aanbieder van de OPDC lesplaatsen biedt hier de gelegenheid voor. Thuisnabijheid - Zo mogelijk moeten er ook in de regio OPDC lesplaatsen ontstaan, dit bij een voldoende kwantitatief onderbouwde vraag in combinatie met een aanbieder van OPDC lesplaatsen die bereid is om dit te realiseren in overleg met Koers VO. Aanmelding, plaatsing en uitstroom - Leerlingen die het plaatsingsoverleg (CIC/Koersloket of vergelijkbaar) passeren na positief advies van de betreffende de consulent van het Koersloket worden altijd geplaatst. - De school van herkomst blijft verantwoordelijk, in het kader van de Zorgplicht ook als de leerling niet terug kan keren. Dit geldt tot het moment dat de leerling op een andere school wordt ingeschreven en geplaatst. - Er wordt altijd nazorg geboden, daar waar mogelijk via de schoolloopbaancoaches van de OOVR of wanneer dat niet (meer) mogelijk is vanuit het OPDC zelf. Dit dient afgestemd te worden reeds tijdens het verblijf op de OPDC met de school waar de leerling naar terugkeert of doorstroomt na verblijf op het OPDC. Bekostiging - De bekostiging van de OPDC lesplaatsen verloopt zoals beschreven in deel A van deze notitie. Fasering in de realisatie onderwijs en jeugdhulp - Wanneer op een potentiele OPDC locatie nog niet voldoet aan de eisen dat er ook jeugdhulp ingezet wordt voor de niet-onderwijsbelemmeringen van leerlingen kan in onderling overleg in de periode tot 1 januari 2015 worden gewerkt aan de voorbereidingen daarvan. Per 1 januari 2015 moet de inzet van jeugdhulp gerealiseerd zijn. 3. Concrete schets van een geïntegreerd programma ten behoeve van de leerlingen op het OPDC met de componenten onderwijs en jeugdhulp Er is sprake van een ‘trajectplan’ waarbij 3 fasen worden onderscheiden: a. Aanmelding en plaatsing - Dossiervorming conform richtlijnen; in ieder geval moet een OPP worden aangeleverd door de school van herkomst en moet er goedkeuring zijn van de consulent van het Koersloket. Het dossier moet compleet zijn. - Duidelijkheid of er sprake is van terugkeer (zo niet wordt op grond van het OPP alternatieven in beeld gebracht en meegenomen in het traject) . - Doorgaande leerlijn door o.a. het ‘meegeven’ van studieplanning, lesmaterialen en alles wat nodig is om de uiteindelijke terugkeer naar school te ondersteunen. 14 - Indien aan de orde gaandeweg afstemming op het programma van de alternatieve school. - - - - - b. Tijdens het verblijf In principe verblijven leerlingen niet langer dan 3 maanden op een OPDC lesplaats (in verband met de eis van OCW dat na 3 maanden les moet worden gegeven door bevoegde docenten!). Er wordt gewerkt volgens de uitgangspunten in het aangeleverde OPP. Desnoods kan het OPP in overleg met de school van herkomst gaandeweg worden aangepast wanneer zich relevante ontwikkelingen voordoen. Er is sprake van een geïndividualiseerd programma wat betreft de aanpak van onderwijsbelemmeringen. Er is een onderwijsprogramma op maat waarin aandacht voor de belangrijke kernvakken (taal, rekenen; referentieniveaus), vakken met doorstroomrelevantie m.b.t. het behalen van kwalificaties met civiel effect. Er is sprake van individuele en groepstrainingen wat betreft weerbaarheid, sociale vaardigheden, agressieregulatietrainingen etc. Dit onderdeel wordt geboden door een jeugdhulpinstelling op grond van goedkeuring van Bureau Jeugdzorg (tot 1 januari 2015); daarna goedkeuring van gemeente (onder voorbehoud van de nog te maken afspraken tussen Koers VO en gemeenten). Er is sprake van multidisciplinair overleg (Plan van Aanpak, regie, evaluatiemomenten) Een integraal Plan van Aanpak (één jongere, één aanpak, een regie op alle domeinen: onderwijsbelemmeringen, gedragsproblematiek, thuissituatie, vrije tijd. c. Uitstroom, terugkeer en/of herplaatsing - Warme overdracht. - Terugkeer (eventueel in fasen, in deeltijd) met betrokkenheid/ondersteuning door een BPO-er van de school van herkomst. - Nazorg door het OPDC in het regulier onderwijs om de terugkeer te ondersteunen (voor zover mogelijk door schoolloopbaancoaches nazorg; of als dit niet mogelijk is vanuit de bestaande formatie van het OPDC) Kwaliteit onderwijsdeel a. Gebruik maken van een leerlingvolgsysteem (en OPP) die voldoen aan de criteria van handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht werken. b. Gebruik maken van de toetsen van de toeleverende school, dan wel van de school waarnaar de leerling wordt uitgeplaatst. c. Er is een systeem voor kwaliteitszorg. En het toetsingskader van de inspectie is richtlijn voor de kwaliteit van het onderwijsaanbod. - het leerstofaanbod - de leertijd - integrale aanpak en afstemming: onderwijsondersteuning en jeugdhulp - pedagogisch klimaat, veiligheid - effecten handelen leerkrachten en ondersteuningsfunctionarissen; opbrengsten 15
© Copyright 2025 ExpyDoc