Extrema Extrema Extrema Inhoud 3-0 3.1 Extrema x 7→ f (~x) Zij f : U ⊂ Rn → R : ~ • f bereikt in p~ ∈ U een absoluut maximum als 1. Extrema • Maximum en minimum / Kritieke punten • Tweede afgeleide test ∀~x ∈ U : f (~x) ≤ f (~p) • f bereikt in p~ ∈ U een absoluut minimum als ∀~x ∈ U : f (~x) ≥ f (~p) • Extrema van functies van 2 veranderlijken 2. Optimalisatieproblemen met nevenvoorwaarden • Ook wel globaal maximum of minimum. • Substitutiemethode Volgens de hoofdstelling voor continue functies bereikt • Lagrange techniek een continue functie op een gesloten en begrensd deel 3. Kleinste kwadraten benadering van Rn haar absolute minimum en maximum. Extrema Extrema 3-2 Lokale extrema Maximum en minimum • f bereikt in p~ een lokaal of relatief maximum als er een δ > 0 bestaat met ∀~x ∈ B(~p, δ) ∩ domf : f (~x) ≤ f (~p) 2 1.9 1.8 z1.7 • f bereikt in p~ een lokaal of relatief minimum als er een δ > 0 bestaat met 1.6 –1 1.5 –1 –0.5 –0.6 –0.2 0 y 0.4 0 x 0 x 0.5 0.8 1 1 ∀~x ∈ B(~p, δ) ∩ domf : f (~x) ≥ f (~p) • Het (lokale) maximum of minimum kan bereikt worden in een randpunt van het domein van f of in een inwendig punt. 1.4 1.2 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0 –1 z –1 –0.5 –0.6 –0.2 0 y 0.4 0.5 0.8 1 1 Extrema Extrema Kritieke punten 3-4 • Om de notatie eenvoudig te houden, geven we het bewijs voor n = 2. • Als f afleidbaar is en ∇f (~p) = ~0 dan is p~ een kritiek punt van f . • Neem aan dat f (x, y) een lokaal extremum bereikt ~ = (x0, y0). in p • Ook wel: stationair punt. • Dan geldt voor de e´ en-dimensionale ´ beperking g1(x) = f (x, y0) dat ze een lokaal extremum heeft in x = x0. STELLING: Als f afleidbaar is en een lokaal extremum bereikt in een inwendig punt p ~ van het domein van f , ~ een kritiek punt van f . dan is p • Omdat p~ een inwendig punt is van het domein van f , is x0 ook een inwendig punt van het domein van g1. • Uit de theorie van functies van 1 veranderlijke weten we dat dan g 0 (x0) = 0. ∂f 0 • Omdat ∂f ∂x (x0, y0) = g1(x0) is dus ∂x (x0, y0) = 0 • Op analoge wijze volgt ∂f ∂y (x0, y0) = 0 • Dus is de gradient ¨ van f in p ~ gelijk aan nul, en dus is p ~ een kritiek punt van f . Extrema Kandidaten voor extrema van functie f Extrema : U → R zijn • Inwendig punten van U die kritieke punten zijn. • Inwendige punten waar f niet afleidbaar is. • Alle randpunten van U. 3-6 Zadelpunten • In een kritiek punt wordt niet noodzakelijk een lokaal extreem bereikt. • Het kan ook een zadelpunt zijn. • Dit is een kritiek punt met de eigenschap dat de beperking van f tot een bepaalde richting een maximum bereikt in dat punt, terwijl de beperking tot een andere richting in dat punt een minimum bereikt. Extrema Extrema 3-8 Tweede afgeleide test Voor functie f van e´ en ´ veranderlijke: 1.7 1.6 1.5 1.4 1.3 1.2 1.1 1 –1 • Neem aan dat x0 een kritiek punt is van f (d.w.z. f 0(x0) = 0) en dat de tweede afgeleide f 00(x0) z bestaat. –1 –0.5 –0.6 0 –0.2 0 y 0.4 • Als f 00(x0) < 0 dan bereikt f in x0 een lokaal x 0.5 0.8 1 maximum. 1 • Als f 00(x0) > 0 dan bereikt f in x0 een lokaal • minimum. Als f 00 (x0) = 0 dan is er geen uitspraak. Wat vervangt in hogere dimensies de tweede afgeleide? Extrema Extrema Hessiaan , j, k = 1, . . . , n. • We nemen aan dat de eerste en tweede orde partiele ¨ afgeleiden van f bestaan en continu zijn. • Dan is de Hessiaan H symmetrisch, omwille van • Deze kunnen we ordenen in een n × n matrix ∂ 2f ∂ 2f ∂ 2f · · · 2 ∂x1∂xn ∂x1 ∂x1∂x2 ∂ 2f 2f ∂ . · · · ∂x2∂x1 ∂x2 H= 2 . . . . . . 2 2 2 ∂ f ∂ f ∂ f · · · ∂xn∂x1 ∂xn∂x2 ∂x2n Hessiaan is symmetrisch • Er zijn n2 partiele ¨ afgeleiden van de tweede orde ∂ 2f ∂xj ∂xk 3-10 • De matrix H is de Hessiaan, of de matrix van Hesse de stelling van Schwarz en Young, die zegt dat ∂ 2f ∂ 2f ∂xj ∂xk = ∂xk ∂xj • Omdat H symmetrisch is, zijn alle eigenwaarden ¨ van H reeel. • Bovendien is er een orthonormale basis van Rn bestaande uit eigenvectoren van H . Extrema Extrema 3-12 Beperking langs rechte Gedrag rond minimum • Als f een lokaal minimum bereikt in p~, dan bereikt • Beschouw rechte door p~: F (t) = f (~p + t~a) L : ~x = p~ + t~a. een lokaal minimum in t • De beperking van f tot L is = 0. • Er volgt dan dat F 0(0) = 0 en F 00(0) ≥ 0. F (t) = f (~p + t~a). • Dus • Volgens de kettingregel is ~a · H~a ≥ 0 waarin H de Hessiaan is in p ~. F 0(t) = ~a · ∇f (~p + t~a). • Men kan laten zien dat • Dit moet gelden voor elke richtvector ~a. F 00(t) = ~a · H(~p + t~a)~a. waarin H(~ p + t~a) de Hessiaan is in het punt p~ + t~a. Extrema Kijk in richting van eigenvector • Neem voor ~a een eigenvector ~u met eigenwaarde λ. • Dus H~u = λ~u. • Dan ~u · H~u = ~u · (λ~u) = λk~uk2. • Als f in p~ een lokaal minimum bereikt, dan moet dit ≥ 0 zijn. • Dus dan moet λ ≥ 0 en dit zou moeten gelden voor elke eigenwaarde van H . Extrema 3-14 Conclusie • Als f in p~ een lokaal minimum bereikt dan zijn alle eigenwaarden van de Hessiaan ≥ 0. • Evenzo: Als f in p~ een lokaal maximum bereikt dan zijn alle eigenwaarden van de Hessiaan ≤ 0. Extrema Extrema 3-16 Omgekeerd geldt ook Functies van 2 veranderlijken ~ een kritiek punt, en H de Hessiaan in p~. Zij p • Als f : U → R een kritiek punt p~ = (a, b) heeft, • Als alle eigenwaarden van H positief zijn (d.w.z > 0), dan bereikt f in p ~ een lokaal minimum. dan berekenen we de Hessiaan ∂ 2f 2 (a, b) H = ∂x2 ∂ f ∂y∂x (a, b) • Als alle eigenwaarden van H negatief zijn (dus < 0), ~ een lokaal maximum. dan bereikt f in p ∂ 2f ∂x∂y (a, b) . ∂ 2f (a, b) ∂y 2 • Als H zowel positieve als negatieve eigenwaarden ~ een zadelpunt. heeft, dan is p ¨ eigen• Dit is een symmetrische matrix met twee reele waarden λ1 en λ2. • Als 0 een eigenwaarde van H is, en alle andere • Om te onderzoeken of het kritieke punten een (lokaal) eigenwaarden hebben hetzelfde teken, dan is er geen maximum of minimum is, is de preciese waarde van uitspraak. λ1 en λ2 niet van belang, maar alleen het teken. Extrema Extrema 3-18 Negatieve eigenwaarden Positieve eigenwaarden 0 2 –0.5 1.5 z –1 z1 –1 –1.5 –2 –1 –0.5 –0.6 0 –0.2 0 y 0.4 0 –1 x 0.5 0.8 1 1 –1 0.5 –0.5 –0.6 0 –0.2 0 y 1 0.4 0.5 0.8 1 x 1 1 0.8 0.8 y 0.6 y 0.6 0.4 0.4 0.2 0.2 –1 –0.8 –0.6 –0.4 –0.2 –0.2 –1 –0.8 –0.6 –0.4 –0.2 –0.2 0.2 0.4 0.6 0.8 x 1 –0.4 –0.4 –0.6 –0.6 –0.8 –0.8 –1 –1 0.2 0.4 0.6 0.8 x 1 Extrema Extrema Positieve en negatieve eigenwaarde Karakteristieke veelterm • De eigenwaarden zijn nulpunten van 2 ∂ f −λ ∂2f ∂x2 ∂x∂y det(H − λI) = 2 2 ∂ f ∂ f ∂y∂x ∂y2 − λ 2 2 2 2 ∂ f ∂ f ∂ f = − λ − λ − ∂x2 ∂x2 ∂x∂y 2 2! 2 ∂ 2f ∂ 2f ∂ f ∂ f ∂ 2f + λ + · − = λ2 − ∂x2 ∂y 2 ∂x2 ∂x2 ∂x∂y 1 0.5 z0 –1 –0.5 –1 –1 –0.5 –0.6 0 –0.2 0 y 0.4 x 0.5 0.8 1 1 1 3-20 0.8 y 0.6 = λ2 − sp (H)λ + det(H). 0.4 0.2 –1 –0.8 –0.6 –0.4 –0.2 –0.2 0.2 0.4 0.6 0.8 x 1 • Spoor van H is de som van de diagonaalelementen: –0.4 –0.6 sp (H) –0.8 –1 Extrema Extrema = ∂ 2f ∂ 2f + . ∂x2 ∂y 2 3-22 Spoor en determinant • Omdat λ2 −sp (H)λ+det(H) = (λ−λ1)(λ−λ2) geldt sp (H) = λ1 + λ2 en det(H) = λ1 · λ2. • Als det H < 0 dan hebben λ1 en λ2 verschillend teken. Het kritieke punt is dan een zadelpunt. • Als det H > 0, dan hebben λ1 en λ2 hetzelfde teken. Er is dan een extremum. • Als sp H > 0, dan zijn λ1, λ2 > 0 en er is een lokaal minimum. • Als sp H < 0, dan zijn λ1, λ2 < 0 en er is een lokaal maximum. 3.2 Optimalisatie met nevenvoorwaarden • Stel er is een bedrag b te besteden voor het kopen van twee producten. • Het eerste product kost 2 Euro/stuk en het tweede product kost 1 Euro/stuk. • We kopen x stuks van product 1 en y stuks van product 2. • De ‘nut’ van het het pakket (x, y) wordt uitgedrukt door een nutsfunctie, bv: n(x, y) = xy + 2x Wat is het ‘nuttigste’ pakket binnen ons budget b ? Maximaliseer xy + 2x onder de nevenvoorwaarde 2x + y = b. Extrema Extrema 3.2.1 Substitutiemethode 3-61 3.2.2 Lagrange-techniek • Los e´ en ´ variabele op uit de nevenvoorwaarde en substitueer deze in de doelfunctie. • Functie van twee veranderlijken f (x, y). • Maximaliseer (of minimaliseer) f (x, y) onder de nevenvoorwaarde h(x, y) = c. • In het voorbeeld is • De nevenvoorwaarde h(x, y) = c bepaalt een kromme K in het xy -vlak. Dit is een niveaukromme van h. y = b − 2x • Vul in in n(x, y) = xy + 2x n(x, b−2x) = x(b−2x)+2x = −2x2+(2+b)x. • Dit resulteert in optimalisatieprobleem zonder nevenvoorwaarde met e´ en ´ variabele minder voor functie N (x) = −2x2 + (2 + b)x. Extrema Extrema Grafisch 3-63 Meer niveaulijnen van f p • Maximaliseer f (x, y) = x2 + y 2 onder nevenvoorwaarde h(x, y) = x2 + y 2 + 2x − 2y + 1 = 0 2 y 3 1 2 –2 y –1 0 1 2 x 1 –1 –3 –2 –1 2 1 3 –2 x –1 Maple commando’s –2 –3 Maple commando’s > > > > with(plots): f:= (x^2+y^2)^(1/2): h := x^2+y^2+2*x-2*y+1: plotf := contourplot(f, x=-3..3, y=-3..3, contours=[1/2,1,3/2,2,5/2,3],grid=[50,50],color=black): plotq := contourplot(q, x=-3..3, y=-3..3, contours=[0], color=black,thickness=3,grid=[50,50]): display(plotq,plotf,scaling=constrained); > > > > with(plots): f:= (x^2+y^2)^(1/2): h := x^2+y^2+2*x-2*y+1: plotf := contourplot(f, x=-3..3, y=-3..3, contours=[2.1,2.2,2.3,2.4,2.5,2.6,2.7],grid=[50,50],color=black): plotq := contourplot(q, x=-3..3, y=-3..3, contours=[0], color=black,thickness=3,grid=[50,50]): display(plotq,plotf,scaling=constrained); Extrema Extrema 3-65 Voorwaarde voor extremum FEIT: In een extremum onder nevenvoorwaarde raakt K aan de niveaukromme van f . • ∇h is de normaal op K. • ∇f is de normaal op de niveaukromme van f . Lagrange multiplicator • We krijgen drie vergelijkingen ∇f − λ∇h = ~0 h(x, y) = c • Ook drie onbekenden x, y en λ. • Nodige voorwaarde voor extremum is dat deze twee normalen in dezelfde richting staan. • Ze moeten dus lineair afhankelijk zijn: ∇f = λ∇h voor zekere λ ∈ R. • λ heet de Lagrange multiplicator (of Lagrange vermenigvuldiger). Extrema Extrema Voorbeeld 3-67 Het probleem Probleem Vind optimale afmetingen van een conservenblik met inhoud L liter. • Optimaal betekent hier dat de totale oppervlakte van de zijkanten minimaal is. • Het conservenblik is cilindervormig. De straal van de cilinder is r en de hoogte is x. • De inhoud is dan πr 2x. • De oppervlakte van de ronde zijde is 2πrx. • De oppervlakte van de boven- en onderkant is πr 2. • Totale oppervlakte is 2πrx + 2πr 2. f (r, x) = 2πrx + 2πr 2 onder de nevenvoorwaarde h(r, x) = πr 2x = L. Minimaliseer • Lagrange-techniek: Bepaal ∇f en ∇h. ∂f ∂f ∇f = , = (2πx + 4πr, 2πr). ∂r ∂x ∂h ∂h ∇h = , = (2πrx, πr 2). ∂r ∂x • Dit leidt tot stelsel 2πx + 4πr = λ2πrx 2πr = λπr 2 2 πr x =L Extrema Oplossing Extrema 3-69 Conclusie • Uit 2πr = λπr 2 en r = 6 0 volgt λr = 2. • In een perfect blik is de hoogte twee keer zo groot als • Uit eerste vergelijking volgt x + 2r = λrx en omdat λr = 2 betekent dit dat x + 2r = 2x, zodat x = 2r. • Controleer dit eens in de GB (of zo)! de straal. • Omdat πr 2x = L volgt dan L = 2πr 3 • Dus L 1/3 r= 2π 1/3 L x = 2r = 2 . 2π en Extrema Extrema 3-71 Algemene formulering Lagrange-techniek Maximaliseer of minimaliseer de functie van n veran- derlijken Vergelijkingen • Als in een punt ~x een lokaal extremum wordt bereikt dan f (x1, x2, . . . , xn) onder de m nevenvoorwaarden (met m < n) h1(x1, x2, . . . , xn) = c1 h2(x1, x2, . . . , xn) = c2 .. .. .. hm(x1, x2, . . . , xn) = cm • Neem aan dat ∇h1(~x), . . . , ∇hm(~x) lineair onafhankelijke vectoren zijn in Rn. • Neem m Lagrange multiplicatoren λ1, λ2, . . . , λm ∇f (~x) = λ1∇h1(~x) + · · · + λm∇hm(~x) h1(~x) = c1 .. .. hm(~x) = cm • Dit zijn n+m vergelijkingen voor n+m onbekenden x 1 , x 2 , . . . , x n , λ1 , . . . , λ m Extrema Extrema Voorbeeld Bepaal het extremum van de functie 2 2 f (x, y, z) = (x − 1) + (y − 1) + (z − 1)2, onder nevenvoorwaarden h1(x, y) = 2x+y−z = 1, h2(x, y) = x−y+z = 2. • Interpretatie: Elk van de nevenvoorwaarden bepaalt een vlak een R3. De twee nevenvoorwaarden samen bepalen een rechte L. • f (x, y, z) is het kwadraat van de afstand van (x, y, z) tot het punt (1, 1, 1). • Het probleem is dus om het punt (x, y, z) op de rechte L te zoeken dat het dichtst bij (1, 1, 1) ligt. • Het gezochte extremum is dan de kwadraat van de minimale afstand. 3-73 Lagrange-techniek • ∇f = (2(x − 1), 2(y − 1), 2(z − 1)) • ∇h1 = (2, 1, −1) en ∇h2 = (1, −1, 1). • Vergelijkingen 2(x − 1) = 2λ1 + λ2 2(y − 1) = λ1 − λ2 2(z − 1) = −λ1 + λ2 2x + y − z = 1 x−y+z = 2 • Dit zijn 5 lineaire vergelijkingen met 5 veranderlijken. • Oplossing is 1 3 1 2 x = 1, y = , z = , λ1 = − , λ2 = . 2 2 3 3
© Copyright 2024 ExpyDoc