Geneeskunde - Slimstuderen

Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Voorwoord
Hallo aankomende geneeskundestudent aan de Vrije Universiteit te Amsterdam!
Hoe ben jij op de Vrije Universiteit terecht gekomen? Stond je een acht gemiddeld, heb
je de toetsen van de decentrale loting goed gemaakt of ben jij een van de gelukkige door
via de centrale loting binnen te komen?
Na een fantastische IDEE-week zal jij toch echt aan het studiejaar moeten beginnen. Een
studiegroep volgen in de medische faculteit, college volgen in de Amstelzaal en studeren
in de medische bieb: het studentenleven is erg zwaar.
Daarom hebben wij voor alle geneeskundestudenten aan de VU samenvattingen
geschreven om het studeren gemakkelijker te maken. Vele andere studenten hebben al
dankzij onze Slimstuderen samenvattingen de tentamens gehaald. Dat wil jij toch ook?
Met een groep van ongeveer tien geneeskunde bachelor- en masterstudenten van de VU
schrijven wij een samenvatting van elk blok. Ook dit jaar zoeken wij weer
eerstejaarsstudenten die ons team komen versterken. Mocht je nog op zoek zijn naar
een studiegerelateerde bijbaan en beheers jij de Nederlandse taal goed, dan is werken bij
Slimstuderen.nl misschien iets voor jou! Heb je interesse? Stuur dan een e-mail voor
meer informatie naar [email protected].
Wil jij een idee krijgen van hoe onze samenvattingen eruit zien? Lees dit boekje dan
door! Als je benieuwd bent naar de rest van de verplichte literatuur, bestel het
kortingspakket dan NU via www.slimstuderen.nl want de verslagen worden op 10
september al verzonden!
Met onderstaande kortingscode kun jij via de site www.slimstuderen.nl het eerste
kortingspakket van Huid en afweer bestellen met 10% korting. De kortingscode is geldig
tot 1 oktober 2014.
Kortingscode: VUGNK2014B1
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
1
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Inhoudsopgave
VOORWOORD .......................................................................................... 1
INHOUDSOPGAVE .................................................................................... 2
A. MEDISCHE ETHIEK............................................................................. 3
B.
ARTS-PATIËNTRELATIE ..................................................................... 7
C.
FYSIOLOGIE .................................................................................... 12
D. CELINTRODUCTIE ............................................................................ 16
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
2
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
A. Medische Ethiek
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 2 uit Medische Ethiek.
Inleiding
De medische ethiek heeft zich ontwikkeld tot een apart vak en beïnvloedt de dagelijkse
praktijk in de gezondheidszorg. Er zijn richtlijnen en wetgevingen tot stand gekomen
waar een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zich aan moet houden. Waar
medische ethiek eerst een zaak was van de medici zelf, houdt nu iedereen zich ermee
bezig.
Medische ethiek in historisch perspectief
Medische ethiek is zo oud als de geneeskunde zelf. Hippocrates (460-377 v. Chr.) wordt
vaak gezien als de oprichter van de westerse geneeskunde. Hippocrates zag de
geneeskunde als een wetenschap op zichzelf die gebaseerd moest zijn op ervaring en
rationeel denken. Er moest een oorzaak-gevolg relatie zijn in het ziekteproces en het
was de taak van de arts om deze relatie aan te tonen door middel van experimenten en
vervolgens rationeel te handelen in een poging de patiënt te genezen. Zo kwam de
geneeskunde los van de godsdienst.
Tegelijkertijd vond Hippocrates ook dat een arts moest handelen naar bepaalde
ethische opvattingen over verantwoord handelen. De regels waar Hippocrates op
doelde zijn omschreven in de ‘Eed van Hippocrates’. Toch oefent een arts in zijn beroep
ook in zekere mate de rol van priester uit. Er wordt verwacht dat de arts een patiënt
‘heelt’. Een arts is naast deskundige, wetenschapper of technicus ook raadgever,
steunpilaar of zelfs leidsman en zingever. Juist vanwege de grote macht die een medicus
heeft, is het van belang dat medici zich aan bepaalde ethische richtlijnen houden.
Beroepsethiek
Medische ethiek werd lange tijd opgevat als beroepsethiek; de bezinning door
beoefenaars van een bepaald beroep gemeenschappelijk aanvaard complex van waarden
en normen. Wanneer er gekeken wordt naar ethiek in deze betekenis van het woord, zijn
er twee belangrijke kenmerken: de ideale arts en beroepscodes.
De ideale arts
Wanneer er gehandeld moet worden naar een bepaalde beroepsethiek, betekent dit dat
er bepaalde eigenschappen zijn die een arts hoort te bezitten. In de loop van de tijd
verandert de precieze opvatting over welke eigenschappen een arts moet bezitten, maar
er zijn enkele eigenschappen die altijd worden gezien als belangrijk. Zowel in de tijd van
Hippocrates, als in de tegenwoordige tijd staat het begrip deugdzaamheid centraal. Dit
houdt in dat een arts eigenschappen als trouw, eerlijkheid, moed en beleid bezit. Ook
keren bewoordingen als dienstbaarheid, zelfbeheersing en beschikbaarheid steeds terug.
Beroepscodes
Het ontstaan van beroepsorganisaties voor artsen in de 18 e en 19e eeuw, leidt er toe dat
deze organisaties regels op gaan stellen waar haar leden zich aan moeten houden.
Bovendien worden er ook sancties bedacht voor het overtreden van deze regels. Deze
regels vormen de zogenaamde beroepscodes. Beroepscodes hebben een interne en een
externe functie. De interne functie is het geven van normen aan de leden van de
beroepsorganisatie. De externe functie is het laten zien aan de samenleving dat de
beroepsgroep zich houdt aan bepaalde professionele maatstaven. Dit is belangrijk voor
het krijgen van vertrouwen van de samenleving.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
3
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Dit patroon zet zich ook door in het ontwikkelen van een betrouwbaar kennissysteem in
de tweede helft van de 19e eeuw: medische opleidingen krijgen hetzelfde patroon. Er
komen wetten voor het uitoefenen van de geneeskunst en er komt een bredere kennis
over fysiologie en pathologie van ziektes en behandelmethodes.
Een nieuwe oriëntatie
In 1969 verschijnen er twee boeken die de nieuwe oriëntatie van de medische ethiek
aangeven. Deze boeken gaan over de enorme vooruitgang van de medisch-technische
kennis, waardoor de relatie tussen arts en patiënt ingrijpend verandert. De nieuwe
oriëntatie is gericht op het inperken van macht van de arts en het inbrengen van het
perspectief van de patiënt.
De macht van de geneeskunde
De gangbare medische ethiek stelt dat een arts ethisch verantwoord handelt wanneer de
arts het leven van een zieke patiënt kan verlengen. De grote medische kennis kan veel
ziektes oplossen, maar er moet afgevraagd worden of de interventies wel altijd even
zinvol zijn. Voor het bepalen van de zinvolheid is de inbreng van de patiënt nodig.
Het perspectief van de patiënt
Er wordt gesteld dat ethiek te statisch is. Cultuur is steeds veranderlijk en de normen en
waarden die gelden in de ethiek dus ook. Voor de normen en waarden moet ook het
perspectief van de patiënt meegenomen worden. Zo worden problemen ingedeeld in de
verschillende levensfases van de patiënt. Niet de problematiek van de geneeskunde,
maar datgene wat patiënten kunnen ervaren in de loop van hun leven staat voorop.
Oorzaken van verandering
Als oorzaken van verandering worden vijf factoren aangegeven: wetenschappelijk
onderzoek, technologische ontwikkelingen, demografische veranderingen,
maatschappelijke veranderingen en morele onzekerheid.
Wetenschappelijk onderzoek
Het medisch onderzoek kreeg tijdens de laatste wereldoorlog een enorme stimulans. Zo
werd er een effectieve productie van penicilline opgezet en werden er veel experimenten
gedaan met medicijnen tegen ziektes die voor militaire operaties bedreigend waren. Ook
na de Tweede Wereldoorlog zette dit onderzoek door. Er ontstonden grote
onderzoeksinstituten en nieuwe onderzoeksmethoden werden ingevoerd. In deze tijd
bleek dat er veel artsen waren die zich niet hielden aan ethische regels en dat er
patiënten opgeofferd werden voor de wetenschap.
Technologische ontwikkelingen
Het medisch kunnen, bleef maar stijgen doordat er nieuwe en effectievere technologische
mogelijkheden ontstonden en nog steeds ontstaan. In de jaren zestig bleek dat de
mogelijkheid tot het overnemen van vitale lichaamsfuncties door machines grotere
morele problemen met zich mee bracht.
Demografische behandelingen
De dubbele vergrijzing en de hiermee gepaard gaande stijgende vraag naar zorg roepen
ethische problemen op. Zijn interventies op hoge leeftijden nog wel nuttig? Ook de
verschuiving van acute infectieziektes naar chronische ziektes roept discussies op. Wordt
de lijdensweg van de patiënt zo niet verlengd? Het care-cure debat en begrippen als
‘kwaliteit van leven’ en ‘zinloos medisch handelen’ ontstaan hieruit.
Maatschappelijke veranderingen
Het ontstaan van een verzorgingsstaat met sociale verzekeringswetten en de
bijbehorende invloed van geld hierbij dragen ook bij aan ethische discussies. Deze
discussies gaan onder andere over grenzen aan het recht op zorg.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
4
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Morele onzekerheid
De toenemende rol van de patiënt en het afnemen van algemene normen en waarden in
de ethiek, zorgt voor morele onzekerheid bij de patiënt. Voorheen werden normen en
waarden vastgelegd door bijvoorbeeld de kerk. Nu ontstaat er een discussie over de
vraag wie er kan beslissen wat gangbare normen en waarden zijn.
Nieuwe terminologie
Medische ethiek richt zich niet meer alleen op problemen in de arts-patiëntrelatie, maar
ook op groepen, leefmilieu en beleid van de overheid. Bovendien hebben niet alleen
artsen meer de zorg of ethische problemen, maar ook alle andere spelers in het proces
van geneeskundige zorg. Deze schaalvergroting leidt tot het ontstaan van
gezondheidsethiek; het systematisch bestuderen van ethische vragen in en rond de
gezondheidszorg.
In de VS wordt er veel gesproken over bio-ethiek: een vakgebied waar niet alleen
morele problemen van patiëntenzorg aan de orde komen, maar ook morele vraagstukken
die samenhangen met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen in de
levenswetenschappen.
Mondialisering van bio-ethiek
Medische kennis en technologie hebben zich over de hele wereld verspreid. In de
westerse wereld zijn er ethische commissies die zich bezig houden met de ethische
verantwoordelijkheid van onderzoeken. In veel niet-westerse landen bestaan deze
commissies niet of functioneren deze commissies heel slecht. De klinische testen van
vele farmaceutische bedrijven worden uitgevoerd in deze landen, om zo ethische
commissies te omzeilen en makkelijk en snel geld te verdienen. De mondiale bioethiek is ontstaan, toen bleek dat ethische problemen zich niet meer beperken tot de
grenzen van één land.
Drie niveaus van medische ethiek
Ondanks de verschillende nieuwe termen, blijft men spreken over de medische ethiek. Er
zijn drie niveaus waarop een medicus rekening moet houden met ethische vraagstukken:
 Microniveau: het gaat hier om de arts-patiëntrelatie;
 Mesoniveau: het niveau van instellingen en organisaties waarbinnen patiëntenzorg
wordt verleend;
 Macroniveau: hier gaat het om de cultuur en de context van de samenleving
waarin gezondheidszorg wordt verleend.
Deze indeling in niveaus is belangrijk vanwege twee redenen. Allereerst om aan te geven
dat de problemen in het ene niveau voort kunnen komen uit problemen en
beslissingen uit andere niveaus (bijvoorbeeld het inzetten van een dure behandeling voor
een patiënt kan problemen opleveren door beslissingen over geld op een hoger niveau).
In de tweede plaats geeft het indelen aan dat er onderscheid is tussen het soort
vraagstukken dat zich aandoet op de verschillende niveaus.
Toepassing en interpretatie van ethiek
De medische ethiek wordt tegenwoordig voor een groot deel bepaald door externe
normen; normen die van buiten de gezondheidszorg komen (externe moraliteit). Er
wordt daarom gesproken van toegepaste ethiek; algemene normen worden toegepast in
de gezondheidszorg. De component van de ethiek die gericht is op ervaringen uit de
praktijk, is de interne moraliteit. Ook komen de kritische functies van ethiek en de
contextuele factoren voor ethiek in een ander licht te staan. Ethiek heeft voor een deel
dus te maken met het toepassen van regels en principes in de praktijk, maar
tegelijkertijd omvat het ook concrete normen en waarden uit de dagelijkse praktijk.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
5
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Deugdethiek
In de hedendaagse ethiek is er weer belangstelling ontstaan voor de deugdethiek. Een
arts hoort niet alleen op een bepaalde manier te handelen, maar ook op een bepaalde
manier te zijn. De gewenste eigenschappen hiervoor moeten vaak aangeleerd worden.
Zinvragen
Zoeken naar de zin van een leven dat steeds meer door beperkingen getekend wordt, is
een voorwaarde voor het leren accepteren van die beperkingen. Deze vragen worden
steeds belangrijker, omdat ze met name bij chronische en ongeneeslijke aandoeningen
een rol spelen.
Geneeskunde en zingeving
In de geneeskunde wordt geen onderscheid gemaakt tussen oorzaakvragen en
betekenisvragen. Oorzaakvragen zijn op te lossen, terwijl betekenisvragen gesteld
worden om naar middelen te zoeken zodat de vragen dragelijk worden. De meeste artsen
hebben moeite met het omgaan met betekenisvragen, omdat er geen antwoord op is.
Ethiek en zingeving
In de medische ethiek staan vragen naar zingeving veelal op de achtergrond. Wel is er
een toenemende aandacht voor de rol van ervaring en levensverhaal in de ethiek. Het is
belangrijk dat er openheid is voor zinvragen.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
6
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
B. Arts-patiëntrelatie
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 2 uit Engberts.
Ontwikkelingen in de gezondheidszorg
Volgens de Eed van Hippocrates is de arts-patiëntrelatie een afgeleide van de
verplichtingen van de arts. In de eed wordt de patiënt nog niet gezien als een zelfstandig
individu, maar als een object van professionele verplichtingen die een arts heeft door zijn
medisch beroep.
Deze wijze van denken is eeuwenlang zo geweest, waarbij de arts de dominante factor
was in de relatie tussen de arts en de patiënt.
Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is de hele westerse wereld veranderd. Na de
Tweede Wereldoorlog kwamen nieuwe geneesmiddelen, nieuwe behandelingen en nieuwe
chirurgische mogelijkheden beschikbaar. Dit had als resultaat dat artsen meer konden
doen voor patiënten, waardoor ze langer in leven bleven. Alle nieuwe ontwikkelingen
hadden echter ook een nadelig effect. Het kon zijn dat behandelingen niet succesvol
konden worden afgerond, waardoor patiënten in een toestand terecht kwamen van
langdurig lijden, weinig kans op herstel en een slechte levenskwaliteit.
Rechten van de patiënten
Deze ontwikkelingen hebben geleid tot de mogelijkheid om keuzes te maken, voor zowel
artsen als voor patiënten. De patiënten kregen zo invloed op de behandelingen die ze
ondergingen en daarom werden patiëntenrechten wettelijk vastgelegd.
Deze rechten van patiënten hebben geleid tot:
 De mogelijkheid om het eigen patiëntendossier in te zien;
 Het recht om niet behandeld te worden zonder toestemming;
 Het recht om behandelingen te weigeren.
De WGBO maakt deel uit van het Burgerlijk Wetboek, en bevat alle regels met
betrekking op de gezondheidszorg.
In de wet staan regels geschreven waarvan partijen niet mogen afwijken, het
zogenoemde ‘dwingend recht’. Deze rechten hebben als doel om zwakke partijen
(patiënten) te beschermen zodat ze niet gedwongen worden om keuzes te maken die
niet voordelig zijn. Uit de formulering van het artikel blijkt dat afwijkende afspraken in
het voordeel van patiënten wel toegestaan zijn.
Behandelingsovereenkomst
Bij een behandeling komt een behandelingsovereenkomst tot stand tussen de
hulpverlener en de patiënt, of tussen de hulpverlener en de vertegenwoordiger van de
patiënt (bijvoorbeeld een minderjarige patiënt).
Een behandelingsovereenkomst ontstaat automatisch wanneer een patiënt naar de
zorgverlener toe gaat. Op de spoedeisende hulp zijn artsen verplicht om patiënten te
onderzoeken en ze te helpen wanneer het probleem inderdaad spoedeisend is.
Informatie verstrekken
Een patiënt heeft bij een behandelingsovereenkomst recht op informatie. De
behandelende arts is verplicht informatie te verschaffen aan de patiënt, zodat de patiënt
goed geïnformeerd is om over de voorgestelde behandeling te beslissen.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
7
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
De informatie die een arts moet verstrekken bestaat uit vier onderdelen:
 Aard en doel;
 Gevolgen en verbonden risico’s;
 Alternatieven;
 Toestand van de patiënt en zijn vooruitzichten.
Alle informatie wordt verstrekt aan de patiënt zelf. Bij een minderjarige patiënt of bij een
wilsonbekwame patiënt, wordt de informatie gegeven aan diens vertegenwoordiger.
Wanneer het geven van informatie aan de vertegenwoordiger van een patiënt in strijd is
met goed hulpverlenerschap, dan kan er voor worden gekozen om bepaalde informatie
weg te laten. Ook al is een patiënt wilsonbekwaam, informatie moet evengoed aan de
patiënt gegeven worden op een manier die past bij zijn bevattingsvermogen. Zo
worden patiënten zo veel mogelijk betrokken bij de besluitvorming.
Als een patiënt ernstig nadeel zal hebben van het krijgen van bepaalde informatie,
bijvoorbeeld suïcidedreiging, dan kan de informatieverstrekker er voor kiezen om de
informatie achter te houden. Dit wordt therapeutische exceptie genoemd, en mag
alleen worden toegepast wanneer de patiënt zeer ernstig nadeel van informatie zal
ondervinden. Er wordt wel verwacht dat de hulpverlener een collega vraagt om zijn
mening. Ook is het de bedoeling dat directe naasten wel worden ingelicht, om adequaat
op symptomen en complicaties te kunnen reageren. In de praktijk worden therapeutische
excepties bijna nooit gebruikt.
Welke informatie aan een patiënt moet worden gegeven is afhankelijk van de aard van
de behandeling of verrichting. Zelden voorkomende complicaties hoeven niet te worden
besproken, en onschuldige bijwerkingen of complicaties hoeven minder dringend te
worden besproken. Negatieve uitkomsten en regelmatig voorkomende complicaties en
bijwerkingen dienen wel te worden besproken met de patiënt.
Bij een levensbedreigende situatie zullen de complicaties niet uitgebreid worden
besproken omdat de tijd dringt. Complicaties van medische verrichtingen die niet of
weinig dringend zijn, dienen wel besproken te worden met de patiënt.
Een hulpverlener geeft mondeling informatie en dient dit in goed Nederlands te doen.
Als de patiënt geen Nederlands spreekt, is de hulpverlener niet verplicht om de
informatie in een andere taal te verstrekken. Het is vanzelfsprekend dat de hulpverlener
wel zijn best doet om informatie goed over te brengen. Dit kan bijvoorbeeld door de
tolkentelefoon.
Als een patiënt geen informatie wil ontvangen, dienen hulpverleners dit te respecteren.
De patiënt heeft namelijk het recht om geen informatie te willen ontvangen.
Toestemmingsvereiste
Een patiënt hoeft geen verrichtingen te ondergaan die hij niet wil, dit wordt negatieve
keuzevrijheid genoemd.
De toestemming die een patiënt geeft, wordt in de curatieve geneeskunde niet expliciet
vastgelegd in het medisch dossier. Er hoeft ook niet steeds gevraagd te worden om
toestemming. Wanneer een patiënt plaats neemt in een onderzoeksstoel is dit het teken
dat de patiënt toestemming geeft. Hoe minder ingrijpend de behandeling, hoe meer
stilzwijgend en impliciet toestemming zal worden gegeven door de patiënt.
Toestemming voor minderjarige- en wilsonbekwame patiënten wordt gegeven door diens
vertegenwoordiger.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
8
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Medisch dossier
Voor iedere patiënt wordt een medisch dossier bijgehouden, dit is een verplichting
waaraan de behandelende arts moet voldoen. Het medisch dossier bevat alle informatie
over de patiënt, dus zowel de door de patiënt gegeven informatie als de informatie die
verkregen is door onderzoek.
De patiënt kan zelf ook documenten in het dossier laten opnemen, zoals wilsverklaringen
inhoudende het weigeren van bepaalde behandelingen (niet-reanimeren verklaring),
schriftelijke verklaringen om euthanasie te kunnen plegen in bepaalde omstandigheden,
en patiënten kunnen een persoon aanwijzen die als vertegenwoordiger zal optreden
als de patiënt wilsonbekwaam is.
Werkaantekeningen van de hulpverlener zijn persoonlijk en hoeven niet in het dossier te
komen. Dat zijn namelijk persoonlijke notities of geheugensteuntjes.
Alles wat in het dossier van de patiënt staat, mag de patiënt zelf inzien.
Vertegenwoordigers van wilsonbekwame patiënten hebben ook inzagerecht, ook al is dit
wel minder vanzelfsprekend.
Er zit wel een grens aan het inzagerecht. Er wordt geen inzage geboden als de
persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt in gevaar komt.
In het WGBO staat niet vermeld hoe lang het dossier moet worden bewaard. Als een
patiënt vraagt om vernietiging van zijn dossier zal de hulpverlener dit binnen drie
maanden moeten doen. Wel is de patiënt verplicht dit verzoek schriftelijk te bevestigen.
Geheimhouding
Artsen zijn verplicht te zwijgen over alles wat zij in functie van arts hebben gezien en
gehoord. Hierdoor ontstaat een arts-patiëntrelatie van vertrouwelijk karakter. De arts
heeft een geheimhoudingplicht ten opzichte van iedereen, behalve ten opzichte van de
patiënt of diens vertegenwoordiger.
Beroepen met beroepsgeheim en dus zwijgplicht kunnen zich voor de rechter
verschonen van het afleggen van een getuigenverklaring, voor zover dat schending van
het beroepsgeheim zou betekenen. Hierbij moet de persoon die een getuigenverklaring
moet afleggen, zelf bepalen of het afleggen van een verklaring schending van het
beroepsgeheim zou zijn. Een arts zal zelf als getuige naar de rechter moeten komen om
zich daar op het verschoningsrecht te beroepen. De keuze om zich te beroepen op het
verschoningsrecht moet volgen uit professionele verplichtingen.
Personen die werken met of voor de verschoningsgerechtigde hebben een afgeleid
verschoningsrecht. Deze personen kunnen ook weigeren een verklaring af te leggen bij
de rechter.
Alles wat een arts te weten komt over een patiënt, in de rol van arts, valt onder het
beroepsgeheim. Wat een arts buiten op straat ziet en hoort valt niet onder het
beroepsgeheim, als een arts zich op dat moment niet in de rol van een arts bevindt.
Doorbreking van het beroepsgeheim
Soms moet het beroepsgeheim wijken voor een belang van nog groter gewicht. Dit kan
het geval zijn in drie situaties:
 Als een patiënt toestemming geeft het beroepsgeheim te doorbreken;
 Als een wettelijke regeling anders bepaalt;
 Als een arts in conflict van plichten verkeert.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
9
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
In de wet staat dat bepaalde infecties moeten worden gemeld aan de GGD wanneer
iemand daarmee is geïnfecteerd. Dit is een voorbeeld van doorbreking van het
beroepsgeheim omdat een wettelijke regeling anders bepaalt.
Als een patiënt een seksueel overdraagbare aandoening heeft en hij wil niet dat de
partner geïnformeerd wordt, bevindt de arts zich in een conflict van plichten. Het
beroepsgeheim mag een arts niet doorbreken, maar door niets te vertellen aan de
partner loopt hij of zij ook gevaar.
Bij verdenking op kindermishandeling of –verwaarlozing is doorbreking van het
beroepsgeheim gerechtvaardigd. In de wet staat geschreven dat bij verdenking op
kindermishandeling het beroepsgeheim mag worden doorbroken en, zonder toestemming
van de betrokken personen, informatie mag worden verstrekt aan de Raad voor de
Kinderbescherming.
Hierdoor heeft een arts dus meldrecht, maar geen meldplicht van kindermishandeling.
Criteria om in geval van conflict van plichten het beroepsgeheim te doorbreken:
 Alles er aan gedaan te hebben om toestemming te krijgen om het beroepsgeheim
te doorbreken;
 Wanneer het beroepsgeheim niet wordt doorbroken, zal ernstige schade ontstaan;
 Bij het handhaven van de zwijgplicht verkeert de zwijgplichtige in gewetensnood;
 Het probleem kan niet op een andere manier opgelost worden;
 Het doorbreken van het beroepsgeheim moet vrijwel zeker andere schade
voorkomen of beperken;
 Het beroepsgeheim moet zo worden doorbroken dat het geheim zo min mogelijk
geschonden wordt.
Gegevens van overledenen
Er zijn geen wettelijke regels die bepalen over de medische gegevens van overledenen.
Bij overleden patiënten geldt nog steeds het beroepsgeheim en het verschoningsrecht.
Erfgenamen hebben niet standaard het recht om het medisch dossier in te zien van de
overledenen. Personen van wie kan worden aangenomen dat de overledene ermee zou
instemmen, mogen het medisch dossier zien. De arts of de instelling van wie het dossier
is, zal dit bepalen. Het verzoek tot inzage zal dus altijd moeten worden uitgelegd.
Mensen die het medisch dossier van een overledene mogen inzien:
 Nabestaanden die door de overledene uitdrukkelijk zijn gemachtigd;
 Sommige nabestaanden hadden tijdens het leven van de patiënt al een
verantwoordelijke rol (bijvoorbeeld ouders van kinderen);
 Nabestaanden van wie verwacht worden dat de overledene hier geen bezwaar
tegen zou hebben.
Minderjarige patiënten
Minderjarige patiënten worden onderverdeeld in drie leeftijdscategorieën.
Kinderen tot 12 jaar
In deze leeftijdscategorie zijn de ouders van het kind de vertegenwoordigers. De
hulpverlener heeft dus een behandelingsovereenkomst met de ouders, en de ouders
hebben inzagerecht, informatierecht en toestemmingsplicht.
12- tot 16-jarigen
Ouders zijn vertegenwoordigers van 12- tot 16-jarigen, maar de kinderen hebben zelf
ook inspraak. Wanneer er een meningsverschil ontstaat over de behandeling zal ook naar
het kind worden geluisterd. Als het kind wilsbekwaam is, zal de wens van het kind
worden uitgevoerd.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
10
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
16- en 17-jarigen
In principe zijn jongeren van deze leeftijd zelf in staat beslissingen te nemen. Echter,
wanneer zij wilsonbekwaam zijn, zullen de ouders alle beslissingen nemen.
Vertegenwoordigers
Vertegenwoordigers van wilsonbekwame patiënten kunnen in volgorde van rangorde
zijn:
 Curator/mentor;
 Schriftelijk gemachtigde;
 Echtgenoot/geregistreerde partner/levensgezel;
 Ouder/kind/broer/zus van de patiënt.
Wanneer een rechter een patiënt wilsonbekwaam verklaart als gevolg van een geestelijke
stoornis, wordt een curator of mentor aangesteld. Een curator bepaalt over
vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke keuzes. Een mentor behartigt alleen
niet-vermogensrechtelijke belangen en financiële aangelegenheden vallen dus niet onder
de bevoegdheid van de mentor. Meestal wordt voor het mentorschap gekozen, omdat dit
minder formaliteiten met zich meebrengen bij het aanstellen van een mentor.
Iedereen kan iemand machtigen om door die persoon vertegenwoordigd te worden,
mocht hij of zij wilsonbekwaam worden. Een voorwaarde is dat de persoon iemand
machtigt op het moment dat hij nog wilsbekwaam is.
Het kan ook voorkomen dat een patiënt geen vertegenwoordiger heeft omdat er geen
familieleden zijn of omdat niemand vertegenwoordiger wil zijn. In dit geval heeft de
hulpverlener geen andere keus dan zelf het beleid te bepalen.
Vertegenwoordigers nemen beslissingen over concrete situaties waarover beslist moet
worden. De vertegenwoordiger dient de belangen van de patiënt zo goed mogelijk te
realiseren.
Er wordt regelmatig dwang uitgeoefend bij wilsonbekwame patiënten. Hierbij kan
worden gedacht aan fixatie, sedatie en toediening van medicatie, vocht en voedsel. In de
wet is geregeld welke dwangtoepassingen, al dan niet in crisissituaties, zijn geoorloofd.
Ook gedwongen opname is in de wet geregeld.
Plichten van de patiënt
Plichten van patiënten krijgen weinig aandacht in de wet. In de wet staat wel dat een
patiënt verplicht is de behandelaar te betalen. Als een behandeling niet goed is gegaan,
kan het de hulpverlener niet verweten worden als de patiënt nalatig is geweest bij het
nakomen van verplichtingen.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
11
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
C. Fysiologie
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 uit Vander’s.
Fysiologie bestudeert hoe levende organismen functioneren. De fysiologen zijn
geïnteresseerd in hoe verschillende onderdelen van het lichaam georganiseerd
functioneren binnenin het lichaam. Als men spreekt van het bestuderen van een ziekte
binnen de fysiologie, noem je dat pathofysiologie.
Hoe werkt het lichaam?
Ieder mens begint als één cel, een bevruchte eicel, die zich deelt in twee andere cellen
en zich zo vermeerdert. Tijdens deze ontwikkeling specialiseren de cellen zich, anders
zouden er miljoenen identieke cellen ontstaan. Dit proces noem je differentiatie. Er zijn
vier classificaties als het over de grootste functiesoorten van cellen gaat, namelijk
spiercellen, neuronen, epitheelcellen en bindweefsel. Cellen van dezelfde soort
vormen samen weefsels. Hierin is er de soortgelijke onderverdeling van spierweefsel,
zenuwweefsel, epitheelweefsel en bindweefsel.
Spiercellen en spierweefsel
Er zijn drie soorten spierweefsels, namelijk skelet-, hart- of glad- spierweefsel. Allemaal
gemaakt om mechanische kracht te verrichten. Skeletspieren zorgen voor een beweging
van de ledematen of romp. Maar spierweefsels zitten ook in de huid, zoals bijvoorbeeld
bij gezichtsuitdrukkingen. Een contractie van skeletspierweefsel gebeurt vrijwillig,
wanneer jij dat wilt. Hartspierweefsel contraheert als het bloed in het circulerend volume
moet pompen. Glad spierweefsel vind je bijvoorbeeld rondom de bloedvaten of darmen.
Het gladde spierweefsel rondom de oesophagus zorgt ervoor dat het eten richting de
maag wordt geduwd. Hart- en glad spierweefsel zijn niet zelf te besturen, deze zijn
onvrijwillig.
Neuronen en zenuwweefsel
Een neuron is een cel die gespecialiseerd is in het genereren van elektrische signalen,
soms over lange afstanden. Dit zal bijvoorbeeld een andere cel stimuleren om een
substantie uit te scheiden of een spiercel te laten contraheren.
Epitheelcellen en epitheelweefsel
Epitheelcellen zijn gespecialiseerd in selectieve secretie en absorptie van ionen en
organische moleculen, en dienen voor bescherming. Je hebt verschillende soorten
epitheelcellen vernoemd naar hun vorm, namelijk kubisch, cilindrisch, plat of
trilhaarepitheel. Het trilhaarepitheel zorgt voor de opwaartse verplaatsing van slijm in
de trachea, zodat de longen beschermd blijven. Epitheelcellen rusten op een
extracellulaire proteïne laag, de basale membraan, wat zorgt voor een verankering van
het weefsel. Waar het epitheel vastzit aan het basaalmembraan noem je de
basolaterale kant, de kant waar het epitheel uitkijkt op het lumen noem je de apicale
zijde en tussen de epitheelcellen in heb je tight junctions. Tight junctions zorgen voor
een grens tussen lichaamscompartimenten en reguleren de molecuuluitwisseling.
Bindweefselcellen en bindweefsel
Zoals de naam wellicht al doet vermoeden, zorgt het voor een verbinding van
lichaamsstructuren. Er is losmazig bindweefsel wat te vinden is onderliggend bij
epitheelcellen. Dicht bindweefsel is te vinden in ligamenten. Andere typen bindweefsel
zijn bot-, kraakbeen- en adipeus- (vetopslag) weefsel. Een andere functie van
bindweefsel is de extracellulaire matrix rondom cellen. Dit zorgt voor extra ruimte bij
cellulaire aanpassingen en kan informatie vervoeren in de vorm van chemische
boodschappers. De proteïnen van de extracellulaire matrix bestaan uit collageenvezels en
elastine vezels, en een mix van niet vezelige proteïnen die koolhydraten bevatten.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
12
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Organen en orgaansystemen
Organen bevatten eigenlijk alle soorten weefsels. De nier bestaat bijvoorbeeld uit een
serie kleine tunnels gemaakt van simpel epitheel, bloedvaten met wanden van glad
spierweefsel en bindweefsel, neuronen en een los netwerk van bindweefsel dat ook zorgt
voor een beschermend kapsel rondom de nier. De functionele eenheid van het orgaan
is bij de nier het nefron, het werkende deel van het orgaan.
Lichaamsvloeistof compartimenten
De vloeistoffen aanwezig in het bloed en de lumen rondom de cellen noem je
extracellulaire vloeistof. 20 tot 25 procent daarvan vind je in het plasma van het
circulerende bloed en de overige 75 tot 80 procent vind je in de interstitiële vloeistof
(te vinden rondom en tussen cellen). De ruimte waarin je de interstitiële vloeistof vindt,
noem je het interstitium.
De intracellulaire vloeistof is anders dan de extracellulaire vloeistof. De intracellulaire
vloeistof bevat verschillende eiwitten die belangrijk zijn voor het metabolisme en groei
van de cel. De verdeling van lichaamssappen is ongeveer 7% plasma, 26% interstitiële
vloeistof en 67% intracellulaire vloeistof.
Homeostase
Door de ontdekking van de microscoop, kwam men erachter dat het lichaam uit
triljoenen cellen bestaat. Ook kwam men erachter dat de interstitiële vloeistof altijd in
beweging is, zoals wanneer het ionen of gassen transporteert. Men zag dat er constant
een soort balans werd gecreëerd en bekroonde het met de naam homeostase.
Homeostase is een dynamisch proces, niet statisch, wat zorgt voor verschillende waarden
over een dag verspreid. De term hiervoor is dynamisch constant. Dat betekent dat
bijvoorbeeld iemands bloedsuikerwaarde verandert bij verschillende variabelen, maar
over lange termijn voorspelbaar is.
Karakteristieken van homeostatische controlesystemen
Homeostatische controlesystemen zijn er zodat een verandering zorgt voor een
aanpassing. Een voorbeeld is de lichaamstemperatuur. Zodra de omgevingstemperatuur
afneemt, zorgt het lichaam bijvoorbeeld voor constrictie van bloedvaten, waardoor het
lichaam in steady state blijft. De steady state van de lichaamstemperatuur is het
setpoint (zie figuur 1-5 voor allesomvattend homeostatisch controle systeem).
Feedback systemen
Als het lichaam refererend aan het setpoint zorgt voor een steady state, is dit een typisch
negatief feedback systeem. Je noemt dit negatief omdat het tegenovergesteld reageert
op de informatie. Bij een verlies van lichaamswarmte gaat het lichaam proberen de
lichaamstemperatuur te verhogen.
Als de energievoorraden van cellen op zijn, worden glucosemoleculen enzymatisch
afgebroken zodat de chemische energie, adenosine trifosfaat (ATP), wordt gebruikt.
Als de ATP voorraad in de cel stijgt, neemt de productie hiervan af door middel van
negatieve feedback. Omgekeerd als de ATP voorraad afneemt, wordt er meer glucose
afgebroken tot ATP.
Positieve feedback versnelt het proces, als het ware bijna explosief. Het heeft geen
duidelijke stop en komt veel minder voor dan negatieve feedback. Bij de geboorte is
sprake van positieve feedback. Hoe meer de baby tegen de cervix aanduwt, hoe meer
oxytocine wordt aangemaakt, hoe meer de uterus samenknijpt en de baby eruit duwt.
Het resetten van setpoints
Bij koorts wordt het setpoint verhoogd, waardoor de enzymen de pathogenen beter
kunnen aanvallen. Je lichaam reageert hierop door te rillen om warmte aan te maken. Dit
is een aanpassing van het lichaam op een externe factor. Een interne factor is dat de
setpoint van de lichaamstemperatuur ’s nachts hoger is dan overdag.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
13
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Feedforward regulatie
Een voorbeeld van een feedforward regulatie is dat de geur van eten een signaal van je
neusreceptoren naar de cellen in je spijsverteringssysteem triggert, wat zorgt dat de
maag al zuur produceert om het eten te gaan verteren. Het feedforward systeem zorgt
voor een efficiënte homeostatische reactie en vermindert de afstand tot het setpoint.
Men zegt ook dat veel voorbeelden van feedforward regulatie ontstaan door ‘leren’. Een
bekend voorbeeld is het verhoogde hartritme van de atleet net voordat de competitie
begint.
Componenten van homeostatische controlesystemen
Reflexen
Je kan je bewust zijn van je reflex, maar veel reflexen doen zich voor zonder dat je er
bewust van bent. Een ongecontroleerde reflex is bijvoorbeeld het wegtrekken van je
hand bij een te hete kop thee. Een verworven reflex is die van een chauffeur die
verschillende obstakels tijdens het rijden weet te ontwijken.
In een reflexboog zal een stimulus, zoals bijvoorbeeld een verandering in temperatuur,
worden gedetecteerd door een receptor. Deze receptor zal via de afferente weg
(afferent betekent ergens naartoe) het signaal naar het integratiecentrum sturen. In
het integratiecentrum wordt het vergeleken met het setpoint zodat er een passend
signaal kan worden afgegeven. Vervolgens gaat het signaal via de efferente weg
(efferent betekent ergens vanaf) naar de effector, als een soort commando. Tenslotte
zorgt de effector voor een reactie, zoals bijvoorbeeld rillen om de warmteproductie te
verhogen.
Een hormoon is een chemische boodschapper en kan ook als efferente weg in de
reflexboog dienen. Het integratiecentrum kan zich bevinden in het zenuwsysteem of in
een klier. De klier kan het signaal afgeven door middel van een hormoon en het
zenuwsysteem als elektrisch signaal.
Lokale homeostatische reacties
Een lokale reflex ontstaat door een verandering in het interne of externe milieu, dat een
stimulus geeft. Bij een lokale homeostatische reactie vindt de sequentie van effecten
alleen plaats in het gebied van de stimulus.
Intracellulaire chemische boodschappers
Essentieel voor reflexen en lokale homeostatische reacties is dat cellen met elkaar
kunnen communiceren. In het overgrote deel van de gevallen wordt deze communicatie
verricht door chemische boodschappers, zoals hormonen, neurotransmitters en
paracriene of autocriene substanties. Hormonen gebruiken het bloed als
vervoermiddel om bij hun doelwit (target cells) aan te komen. Neurotransmitters
komen vrij bij de uiteinden van neuronen, om op andere neuronen, spiercellen of
kliercellen over te springen. Chemische boodschappers die zorgen voor een lokale
communicatie noem je paracriene substanties. Paracriene substanties worden snel
geïnactiveerd door de enzymen rondom hen. Bij een autocriene substantie scheidt de cel
een stofje uit in de extracellulaire vloeistof, waarna de autocriene substanties reageren
op de cel die dit stofje produceerde.
Het stofje norepinefrine (adrenaline) zorgt bij de nieren voor een constrictie van
bloedvaten, maar zorgt er ook voor dat niercellen paracriene substanties uitscheiden
waardoor de bloedvaten dilateren. Dit is een voorbeeld van homeostase op hoog lokaal
niveau.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
14
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Processen gerelateerd aan homeostase
Adaptatie en acclimatisatie
Adaptatie is van belang bij het overleven in een situatie. Zodra het ergens erg heet is,
ga je zweten om af te koelen; een adaptatie. Zodra je hieraan gewend bent geraakt na
een week en al sneller gaat zweten om af te koelen, ben je geacclimatiseerd. De
acclimatisatie is vaak wel reversibel. Maar als deze acclimatisatie is opgetreden
gedurende een belangrijke ontwikkelingsperiode in iemands leven, noem je dat
ontwikkelingsacclimatisatie en kan het irreversibel zijn.
Biologische ritmes
Het circadiaans ritme duurt circa een dag. Het is een cyclus met slapen en waken,
verschillende lichaamstemperaturen, variaties in hormoonconcentraties in het bloed en
excretie van ionen in de urine.
De hypothalamus functioneert als de klok voor circadiaanse ritmes. De hypothalamus
ontvangt van de ogen input, waarna de hypothalamus output naar de pijnappelklier
stuurt, die vervolgens het hormoon melatonine afgeeft.
Lichaamsbalans
Er zijn drie niveaus van lichaamsbalans. De eerste is dat het verlies groter is dan de
aanwinst, dit noem je negatieve balans. De tweede is dat de aanwinst groter is dan het
verlies, de persoon is in positieve balans. De derde optie is dat de aanwinst gelijk is
aan het verlies, dit noem je een stabiele balans.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
15
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
D. Celintroductie
In dit hoofdstuk wordt hoofdstuk 1 van Alberts behandeld.
Verschillen en overeenkomsten tussen cellen
Alhoewel alle cellen onderdeel zijn van een groter organisme, zijn er veel onderlinge
verschillen in de soorten cellen.
Het verschil in cel functie en cel uiterlijk
Een van de verschillen tussen cellen is de grootte. Cellen van bacteriën zijn over het
algemeen veel kleiner dan menselijke cellen.
Verder zijn er veel verschillende vormen die passen bij de verschillende functies die
cellen kunnen hebben. Zo zijn cellen van planten vrij stevig en hebben ze een waterdicht
laagje om zich heen, zenuwcellen van de mens hebben enorme uitlopers om zo de
signalen door te kunnen geven en cellen van het afweersysteem (bijvoorbeeld
macrofagen) kunnen constant veranderen van vorm om zich zo tussen weefsels door te
kunnen bewegen.
Ook zijn er verschillen in wat cellen nodig hebben om te overleven; sommige cellen
kunnen niet zonder zuurstof terwijl zuurstof voor ander cellen dodelijk kan zijn. Ook
produceren sommige cellen stoffen, denk bijvoorbeeld aan hormonen of pigment.
Overeenkomst tussen levende cellen; chemische reacties
Alle cellen bestaan uit dezelfde moleculen die dezelfde chemische reacties ondergaan, dit
is de belangrijkste overeenkomst tussen cellen en ook de reden dat deze samenhang ‘het
leven’ genoemd wordt.
In al het leven bevindt zich genetische informatie, vastgelegd in genen in het DNA. Dit
DNA bevindt zich in elke cel en is in elke cel gemaakt van dezelfde moleculen;
nucleotiden genaamd.
DNA kan in de cel worden omgezet naar RNA. Dit RNA zorgt ervoor dat er van de
genetische informatie een eiwit gemaakt wordt, dit eiwit kan dan een functie in het
lichaam vervullen. Eiwitten worden in het lichaam gemaakt van aminozuren. Er zijn
twintig verschillende aminozuren en in verschillende volgorden vormen deze aminozuren
verschillende eiwitten.
Alle cellen dezelfde voorouder
Als cellen delen, wordt het DNA gesplitst, verdubbeld en verdeeld over de twee nieuwe
cellen; de dochtercellen. Hierdoor is elke dochtercel een kloon van de voorganger. Dit
splitsen gaat echter niet altijd volledig foutloos, soms worden er kleine foutjes gemaakt
in het verdubbelen van het DNA; mutaties. Mutaties zorgen voor een andere dochtercel.
Soms is dit slecht voor de cel, maar er kan ook sprake zijn van een gunstige mutatie. Bij
de evolutietheorie wordt er vanuit gegaan dat de gunstigste mutaties beter overleven;
natuurlijke selectie.
Genen bepalen de cel
Het genoom van de cel met daarin alle erfelijke informatie bepaalt de celvorm, de
celfunctie en het celgedrag. Het genoom, alle erfelijke informatie van het hele
organisme bij elkaar, is in alle cellen hetzelfde, maar door uiting van verschillende
stukjes van het genoom ontstaan er toch verschillende cellen met verschillende vormen
en functies in een organisme.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
16
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
De microscoop; cellen van dichtbij
In de 17e eeuw werd de lichtmicroscoop ontdekt en vanaf deze eeuw konden cellen
bestudeerd worden.
De ontdekking van cellen
Robert Hooke was de eerste die de cel onder de lichtmicroscoop ontdekte, dit was in
1665. Pas in de 19e eeuw werd de lichtmicroscoop gebruikt om echt naar cellen te kijken.
Cellen onder de microscoop
Als naar een cel gekeken wordt door een microscoop kunnen niet alleen de cellen
onderscheiden worden, maar ook de organellen in de cel. Zelfs de moleculen kunnen
zichtbaar worden. Het moeilijke aan het bekijken van celorganellen is niet alleen dat ze
heel klein zijn, maar dat ze vaak ook doorzichtig zijn. Een oplossing hiervoor is om het
preparaat te kleuren alvorens het onder de microscoop te bekijken.
De prokaryoot
Een cel is prokaryoot als het geen kern heeft om zijn DNA in te beschermen. Een cel met
een celkern met daarin het DNA heet een eukaryote cel. De bekendste prokaryoot is de
bacterie waardoor de termen bacterie en prokaryoot dan ook vaak door elkaar worden
gebruikt.
De meeste diversiteit zit bij de prokaryoten
Bijna alle prokaryoten zijn eencellig, soms vormen ze samen clusters of kettingen.
Bacteriën leven in verschillende leefomgevingen en er is veel verschil in wat ze nodig
hebben om te overleven.
Op eigenlijk elk organisch materiaal kan men bacteriën vinden, omdat er altijd wel een
bacteriesoort is dat het materiaal als voedingsbodem gebruikt. Sommige bacteriën leven
zelfs zonder organische componenten en maken hun voedingsstoffen van CO 2 uit te
lucht. Net als planten zijn deze prokaryoten in staat tot fotosynthese waarbij ze de
nodige energie van het zonlicht krijgen.
Twee domeinen; Bacteriën en Archaea
De prokaryoten kunnen worden onderverdeeld in twee domeinen; de bacteriën en de
archaea. Het verschil tussen deze twee bevindt zich op moleculair niveau. De archaea
zijn vaak in staat om in hele barre levensomstandigheden te overleven, bijvoorbeeld in
zure vulkanische bronnen of in de maag van een koe.
De eukaryoot
De eukaryote cel is over het algemeen beter ontwikkeld en groter dan de prokaryoot.
Verder is een vereiste voor de eukaryote cel om een celkern te hebben. Vaak gaat het
hebben van een celkern hand-in-hand met het hebben van meerdere organellen.
De celkern
De celkern is vaak het meest geziene organel in de cel. De kern is omgeven door een
dubbele membraan (de kernenvelop) en bevat het DNA.
Mitochondriën
Mitochondriën zijn lange wormvormige structuren die ook twee membranen hebben
waarbij de binnenste membraan plooien naar binnen vormt. Mitochondriën zorgen voor
de chemische energie van de cel door voedsel te oxideren en zo adenosine triphosphateATP te produceren. Bij het produceren van ATP gebruiken de mitochondriën zuurstof en
produceren ze CO2, daarom wordt dit proces cellulaire ademhaling genoemd.
Mitochondriën bevatten eigen DNA en kunnen zelf ook delen. Omdat ze zoveel op
bacteriën lijken, wordt er gedacht dat ze ooit zijn ontstaan uit een bacterie.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
17
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Chloroplasten
Chloroplasten zijn grote groene organellen in de cellen van planten en algen. Deze
organellen hebben een ingewikkelde structuur met twee membranen en interne stapels
van membranen die het groene pigment chlorofyl bevatten. De chloroplasten zorgen
voor de fotosynthese en daarmee voor de zuurstof van een heleboel organismen. Ook
chloroplasten hebben hun eigen DNA en kunnen zich vermenigvuldigen.
Endoplasmatisch reticulum(ER)
Het ER bestaat uit verbonden ruimtes die omgeven worden door een membraan. Het
endoplasmatisch reticulum maakt celmembranen en eiwitten die bedoeld zijn voor buiten
de cel.
Golgi apparaat
Het Golgi apparaat is een organel dat bestaat uit meerdere membraanzakjes die bij
elkaar liggen. Het Golgi apparaat is verantwoordelijk voor het bewerken en sorteren van
de stoffen die door het ER gemaakt zijn.
Lysosomen
Lysosomen zijn irreguliere, kleine blaasjes omgeven door een membraan, die voor de
intracellulaire vertering en voor de afbraak van ongewilde moleculen binnen de cel
zorgen.
Het transport tussen het ER, het Golgi apparaat en de celmembraan vindt plaats in
allemaal kleine blaasjes die ontspringen van de membraan; endosomen. Dit zijn de
voorlopers van lysosomen. Als een blaasje van buiten het membraan zo versmelt met het
membraan dat de inhoud van het blaasje binnen de cel of het organel terecht komt, dan
heet dit endocytose. Als er uit het membraan een blaasje wordt gevormd met daarin een
bepaalde stof, zodat dit aan de buitenkant van de cel of het organel terecht komt, dan
heet dit exocytose.
Peroxisomen zijn kleine blaasjes omgeven door een membraan. Hierin vindt de oxidatie
van toxische moleculen plaats.
Cytosol
Het cytosol is dat wat overgehouden wordt als je alle organellen uit de cel weg zou halen,
met andere woorden, het is dat deel van de cel dat buiten de interne membranen zit. Het
is een gel-achtige substantie vol met moleculen. Een ander belangrijk onderdeel van het
cytosol zijn de ribosomen. Ribosomen maken eiwitten van RNA, ze bevinden zich zowel
los in het cytosol als aan het ER.
Cytoskelet
Het cytoskelet is een wirwar van dunne eiwitfilamenten waardoor de cel stevigheid krijgt.
Er zijn een aantal verschillende filamenten:
 Actine filamenten: de dunste filamenten, ze komen voor in alle eukaryote cellen,
maar komen extra veel voor in spiercellen omdat ze daar een rol spelen in de
contractie van de spieren;
 Microtubuli: de dikste filamenten, deze filamenten zijn verantwoordelijk voor het
uit elkaar trekken van de chromosomen tijdens een celdeling;
 Intermediaire filamenten: deze bevinden zich qua dikte tussen de actine
filamenten en de microtubuli in en zorgen voor mechanische kracht van de cel.
Benieuwd naar de rest van de verplichte literatuur van het vak Huid en afweer?
SlimStuderen.nl vat alle literatuur van alle vakken van de studie Geneeskunde
aan de Vrije Universiteit van Amsterdam samen. Bestel ze eenvoudig online op
www.slimstuderen.nl en zorg ervoor dat je alle tentamens haalt!
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
18
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Dé SlimStuderen-methode
Iedereen kan samenvattingen maken, maar het maken van een goede samenvatting
waar je écht iets aan hebt, dat is een vak apart. Het is niet alleen een vak apart, het is
ook nog eens een vak waar wij ons al sinds 2002 mee bezig houden. In de afgelopen
twaalf jaar hebben wij onze methode van samenvatten steeds verder ontwikkeld,
waardoor we ons op dit moment met trots marktleider in Nederland mogen noemen.
Kwaliteit zit in ons DNA. We streven er dan ook altijd naar om jou tijdens je studietijd
optimaal te helpen bij het voorbereiden van je tentamen. Voor al onze literatuur- en
collegesamenvattingen hanteren we dan ook een aantal regels om jou de kwaliteit te
garanderen die je van ons mag verwachten.
Focus op hoofdlijnen
De universiteit schrijft vaak heel veel studiestof voor, zonder dat direct duidelijk is
waar de nadruk op komt te liggen tijdens het tentamen. Wij hebben alle studiestof
voor je gelezen en de belangrijkste punten eruit gelicht. Zo weet je zeker dat je
de juiste dingen leert voor het tentamen.
Vier ogen principe
Iedereen kan fouten maken, maar de kans dat twee mensen dezelfde fout maken,
is vele malen kleiner. Alle samenvattingen van SlimStuderen.nl worden altijd door
minimaal twee personen beoordeeld. Zo zorgen we ervoor dat we de kans op
fouten sterk verminderen, zodat je als student nooit voor vervelende verrassingen
komt te staan.
Actuele en specifieke inhoud
Elke samenvatting is specifiek voor jouw studie geschreven en op jouw tentamen
afgestemd. We weten precies wat je moet weten voor je tentamen en zorgen dat
we daar een goede samenvatting van maken. Heb je meerdere verplichte boeken,
readers of artikelen? Wij vatten dit allemaal samen in één overzichtelijke
samenvatting, elk collegejaar opnieuw. Zo weet je zeker dat je niet te weinig
maar ook niet te veel leert voor je tentamen.
Correct taalgebruik
Niets is zo vervelend als een samenvatting vol met taalfouten. Een d op de plek
van een t, slordige typfouten, verkeerde vertalingen, onze collega's zijn er op
gebrand om ervoor te zorgen dat je deze zaken nooit tegenkomt in een
samenvatting van SlimStuderen.nl.
Prettige leesbaarheid
Je zult tijdens je studie heel wat tijd doorbrengen met onze samenvattingen. In de
UB, in de trein naar je ouders of gewoon op je kamer, je zal misschien wel meer
moeten lezen dan je lief is. Hierom hebben we gekozen voor een rustig lettertype,
korte alinea's en overzichtelijke opsommingen. Zo heb je altijd goed overzicht
tijdens het studeren.
Met deze richtlijnen kunnen we jou een goede samenvatting bieden voor al je vakken.
Maar dit betekent niet dat we nu klaar zijn. We blijven continu nadenken over nieuwe
manieren om de samenvattingen nog prettiger voor je te maken. Hier kan jij zelf ook bij
helpen.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
19
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Heb je een goed idee om de samenvattingen te verbeteren, mail dit dan naar ons via
[email protected]. Zo kan je met jouw idee in één klap de vele tienduizenden
studenten helpen die jaarlijks studeren met de samenvattingen van SlimStuderen.nl.
Bedankt voor je interesse in onze samenvattingen en heel veel succes met je studie.
Namens het hele team van SlimStuderen.nl
Jaap Klok
Directeur
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
20
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Interview met Polonia Molengraaf (auteur)
Wie ben jij?
Mijn naam is Polonia Molengraaf
en ik ben 20 jaar. Ik ben
derdejaars student rechten aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam.
Als auteur heb ik voor
SlimStuderen.nl een verslag
geschreven.
Waarom ben je auteur
geworden bij SlimStuderen.nl?
Tijdens het studeren maak ik
altijd al samenvattingen voor
eigen gebruik. Op die manier
neem ik de studiestof goed in me
op en heb ik een handig
naslagwerk wanneer ik mijn
tentamens aan het voorbereiden ben. Omdat ik toch altijd al een samenvatting maakte,
besloot ik te informeren en vervolgens te solliciteren naar het auteurschap voor een
bepaald vak dat ik zou gaan volgen tijdens het eerstvolgende semester.
Wat doe je als auteur bij SlimStuderen.nl?
Tijdens mijn intakegesprek met de studiemanager van de studie rechten ontving ik een
handboek, dat tijdens het gesprek werd doorgenomen. In dit handboek staat precies
uitgelegd wat SlimStuderen.nl van een auteur verwacht en hoe je dingen als auteur aan
moet pakken. Hierbij kun je denken aan lay-out, maar bijvoorbeeld ook aan de schrijfstijl
waarin het verslag geschreven dient te worden.
Naast het handboek ontving ik tijdens het intakegesprek ook een weekplanning. Deze
planning mocht ik zelf invullen. Dit vond ik erg prettig aangezien ik zo zelf mijn werkdruk
kon bepalen en rekening kon houden met mijn agenda. De uiteindelijke deadline waarop
het volledige verslag af moet zijn, is steeds ruim voor het tentamen. Op die manier heb
je op het moment dat je je verslag afrondt niet alleen voldoende tijd om je voor te
bereiden op je tentamens, maar heb je één vak ook al extra goed voorbereid!
Ik ontving iedere week per email feedback van de studiemanager over mijn voortgang en
de kwaliteit. De studiemanager gaf steeds aan wat er positief was opgevallen aan mijn
verslag en wat er verbeterd moest worden. Deze verbeterpunten konden zowel
betrekking hebben op de inhoud, spelling en grammatica als de lay-out van mijn verslag.
De feedbackmomenten heb ik als zeer prettig ervaren. Niet alleen zorgt het ervoor dat je
automatisch bij blijft met de stof, ook leer je hierdoor kritisch te kijken naar je eigen
verslag. Deze kritische blik is bovendien handig tijdens het schrijven van essays voor
mijn studie. Overigens heb ik de studiemanager als oprecht ervaren. Er wordt weliswaar
zeer nauwkeurig gekeken naar je ingeleverde voortgang, maar de geleverde feedback
door de studiemanager is goed onderbouwd en wanneer mijn verslag er goed uitzag werd
dit ook aangegeven.
Hoe heb je het auteurschap voor SlimStuderen.nl ervaren?
Het auteurschap bij SlimStuderen.nl is mij goed bevallen. Ik schreef voor mezelf al
regelmatig samenvattingen, nu deed ik eigenlijk precies hetzelfde alleen werd ik ervoor
beloond. Het lezen van boeken kost misschien wel wat tijd, maar ongemerkt ben je
tegelijkertijd ook aan het studeren.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
21
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Een groot voordeel van het auteurschap vind ik dat je zelf een vak kunt kiezen waarvoor
je wilt schrijven, dus je bereidt tijdens het schrijven meteen je tentamen goed voor.
Bovendien werk je vanuit huis waardoor je volledig zelf kan bepalen wanneer je aan je
verslag werkt. Dit vond ik erg prettig aangezien ik vaak tussendoor wanneer ik een
uurtje vrij had, even kon samenvatten.
De begeleiding vanuit SlimStuderen.nl is naar mijn mening erg goed. Ik heb het
intensieve contact met de studiemanager als erg prettig ervaren. SlimStuderen.nl heeft
veel aandacht aan mijn werk besteed en ik kon merken dat ze mijn werk ook waarderen.
Kun je tot slot een aantal kenmerken noemen van het werken bij
SlimStuderen.nl?
 Goede begeleiding;
 Zelfstandig;
 Communicatie;
 Flexibel;
 Leerzaam;
 Goede beloning.
Tip: Lijkt het jou ook leuk om een keer zelf een samenvatting te schrijven voor
SlimStuderen.nl? Stuur dan je CV + motivatie op naar [email protected]. We nemen
dan geheel vrijblijvend contact met je op om de mogelijkheden door te nemen.
Een ideale combinatie van werken en studeren!
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
22
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
Tentamens halen? Volg een tentamentraining bij Capita Selecta!
Beste eerstejaars studenten,
Na een mooie vakantie en introductie periode is er een serieuzere periode aangebroken:
tijd om te studeren!
Om je net dat ene steuntje in de rug te geven, is er de mogelijkheid om bijlessen voor je
tentamen vakken te volgen bij Capita Selecta. Als grootste en oudste tentamentrainer
zorgen wij dat jij optimaal voorbereid je tentamens in gaat!
Wat is een Capita-cursus?
Capita Selecta is de standaard keuze voor studenten en er wordt dan ook vaak
gesproken over “even een Capitaatje nemen”. Maar wat doet Capita Selecta precies om
jou door je tentamentijd te loodsen?
Door het spreiden van de lesmomenten in 3, 4 of 5 lessen van 3 uur zorgt onze beste
student-docent er voor dat jij de kneepjes van het vak leert. Doordat we met kleine
groepen werken (max. 12 personen) is er voldoende ruimte voor jouw vragen en wordt
er intensief geoefend met (oude) tentamens.
Capita repetitoren
Onze student-docenten, ofwel repetitoren, worden streng geselecteerd waardoor er altijd
iemand voor de klas staat die én de stof goed beheerst én het goed kan uitleggen aan
jou. Deze combinatie is voor ons erg belangrijk en kwaliteit staat dan ook hoog in het
vaandel.
Fulltime klantenservice:
Omdat er zoveel studenten gebruik maken van onze tentamentrainingen hebben wij
sinds 2013 een professionele klantenservice. Wij worden graag op de hoogte gehouden
over onze cursussen en zijn daarom op werkdagen van 09.30 tot 16.00 bereikbaar. Ook
voor al jouw vragen kun je bellen naar 010-2142394 of een mailtje sturen naar
[email protected].
Genieten van je studententijd!:
Wij begrijpen maar al te goed dat er nog veel meer dingen te doen zijn naast studeren
en daarom werken wij met veel studie- en studentenverenigingen samen. In de meeste
gevallen ontvang je korting op onze cursus via jouw vereniging, vergeet hier niet naar te
informeren!
Namens heel het team van Capita Selecta, wens ik je een mooi begin van je
studententijd. Hopelijk zien we je in één van onze Capita-cursussen!
Groetjes,
Loes Hellemons
Business Unit Manager Capita Selecta
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
23
Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015
BON
10% korting
bij aankoop van het kortingspakket “huid en
afweer” op http://www.slimstuderen.nl
Gebruik bij het bestellen code VUGNK2014B1.
De code is geldig tot en met 1 oktober.
Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen
24
TENTAMENS HALEN?!
~ Volg een cursus bij CAPITA SELECTA ~







3,4 of 5 lessen van 3 uur
De beste student-docenten
Kleine klassen
Ruimte voor vragen
Oefenen met (oude) tentamenvragen
Optimaal voorbereid naar jouw tentamen
Korting via de MFVU!
 Inschrijven via www.capitaselecta.nl
 Vragen via [email protected] of
010-2142394
Komende periode biedt CAPITA SELECTA de
volgende cursussen voor jou aan:
1.1.1
Huid & Afweer
1.1.2:
Bouw en Bewegen
1.1.3:
Metabole systemen
1.1.5:
Leren dokteren 1
En alle herkansingen van deze periode!