Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Voorwoord Hallo aankomende geneeskundestudent aan de Vrije Universiteit te Amsterdam! Hoe ben jij op de Vrije Universiteit terecht gekomen? Stond je een acht gemiddeld, heb je de toetsen van de decentrale loting goed gemaakt of ben jij een van de gelukkige door via de centrale loting binnen te komen? Na een fantastische IDEE-week zal jij toch echt aan het studiejaar moeten beginnen. Een studiegroep volgen in de medische faculteit, college volgen in de Amstelzaal en studeren in de medische bieb: het studentenleven is erg zwaar. Daarom hebben wij voor alle geneeskundestudenten aan de VU samenvattingen geschreven om het studeren gemakkelijker te maken. Vele andere studenten hebben al dankzij onze Slimstuderen samenvattingen de tentamens gehaald. Dat wil jij toch ook? Met een groep van ongeveer tien geneeskunde bachelor- en masterstudenten van de VU schrijven wij een samenvatting van elk blok. Ook dit jaar zoeken wij weer eerstejaarsstudenten die ons team komen versterken. Mocht je nog op zoek zijn naar een studiegerelateerde bijbaan en beheers jij de Nederlandse taal goed, dan is werken bij Slimstuderen.nl misschien iets voor jou! Heb je interesse? Stuur dan een e-mail voor meer informatie naar [email protected]. Wil jij een idee krijgen van hoe onze samenvattingen eruit zien? Lees dit boekje dan door! Als je benieuwd bent naar de rest van de verplichte literatuur, bestel het kortingspakket dan NU via www.slimstuderen.nl want de verslagen worden op 10 september al verzonden! Met onderstaande kortingscode kun jij via de site www.slimstuderen.nl het eerste kortingspakket van Huid en afweer bestellen met 10% korting. De kortingscode is geldig tot 1 oktober 2014. Kortingscode: VUGNK2014B1 Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 1 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Inhoudsopgave VOORWOORD .......................................................................................... 1 INHOUDSOPGAVE .................................................................................... 2 A. MEDISCHE ETHIEK............................................................................. 3 B. ARTS-PATIËNTRELATIE ..................................................................... 7 C. FYSIOLOGIE .................................................................................... 12 D. CELINTRODUCTIE ............................................................................ 16 Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 2 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 A. Medische Ethiek Dit is een samenvatting van hoofdstuk 2 uit Medische Ethiek. Inleiding De medische ethiek heeft zich ontwikkeld tot een apart vak en beïnvloedt de dagelijkse praktijk in de gezondheidszorg. Er zijn richtlijnen en wetgevingen tot stand gekomen waar een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zich aan moet houden. Waar medische ethiek eerst een zaak was van de medici zelf, houdt nu iedereen zich ermee bezig. Medische ethiek in historisch perspectief Medische ethiek is zo oud als de geneeskunde zelf. Hippocrates (460-377 v. Chr.) wordt vaak gezien als de oprichter van de westerse geneeskunde. Hippocrates zag de geneeskunde als een wetenschap op zichzelf die gebaseerd moest zijn op ervaring en rationeel denken. Er moest een oorzaak-gevolg relatie zijn in het ziekteproces en het was de taak van de arts om deze relatie aan te tonen door middel van experimenten en vervolgens rationeel te handelen in een poging de patiënt te genezen. Zo kwam de geneeskunde los van de godsdienst. Tegelijkertijd vond Hippocrates ook dat een arts moest handelen naar bepaalde ethische opvattingen over verantwoord handelen. De regels waar Hippocrates op doelde zijn omschreven in de ‘Eed van Hippocrates’. Toch oefent een arts in zijn beroep ook in zekere mate de rol van priester uit. Er wordt verwacht dat de arts een patiënt ‘heelt’. Een arts is naast deskundige, wetenschapper of technicus ook raadgever, steunpilaar of zelfs leidsman en zingever. Juist vanwege de grote macht die een medicus heeft, is het van belang dat medici zich aan bepaalde ethische richtlijnen houden. Beroepsethiek Medische ethiek werd lange tijd opgevat als beroepsethiek; de bezinning door beoefenaars van een bepaald beroep gemeenschappelijk aanvaard complex van waarden en normen. Wanneer er gekeken wordt naar ethiek in deze betekenis van het woord, zijn er twee belangrijke kenmerken: de ideale arts en beroepscodes. De ideale arts Wanneer er gehandeld moet worden naar een bepaalde beroepsethiek, betekent dit dat er bepaalde eigenschappen zijn die een arts hoort te bezitten. In de loop van de tijd verandert de precieze opvatting over welke eigenschappen een arts moet bezitten, maar er zijn enkele eigenschappen die altijd worden gezien als belangrijk. Zowel in de tijd van Hippocrates, als in de tegenwoordige tijd staat het begrip deugdzaamheid centraal. Dit houdt in dat een arts eigenschappen als trouw, eerlijkheid, moed en beleid bezit. Ook keren bewoordingen als dienstbaarheid, zelfbeheersing en beschikbaarheid steeds terug. Beroepscodes Het ontstaan van beroepsorganisaties voor artsen in de 18 e en 19e eeuw, leidt er toe dat deze organisaties regels op gaan stellen waar haar leden zich aan moeten houden. Bovendien worden er ook sancties bedacht voor het overtreden van deze regels. Deze regels vormen de zogenaamde beroepscodes. Beroepscodes hebben een interne en een externe functie. De interne functie is het geven van normen aan de leden van de beroepsorganisatie. De externe functie is het laten zien aan de samenleving dat de beroepsgroep zich houdt aan bepaalde professionele maatstaven. Dit is belangrijk voor het krijgen van vertrouwen van de samenleving. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 3 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Dit patroon zet zich ook door in het ontwikkelen van een betrouwbaar kennissysteem in de tweede helft van de 19e eeuw: medische opleidingen krijgen hetzelfde patroon. Er komen wetten voor het uitoefenen van de geneeskunst en er komt een bredere kennis over fysiologie en pathologie van ziektes en behandelmethodes. Een nieuwe oriëntatie In 1969 verschijnen er twee boeken die de nieuwe oriëntatie van de medische ethiek aangeven. Deze boeken gaan over de enorme vooruitgang van de medisch-technische kennis, waardoor de relatie tussen arts en patiënt ingrijpend verandert. De nieuwe oriëntatie is gericht op het inperken van macht van de arts en het inbrengen van het perspectief van de patiënt. De macht van de geneeskunde De gangbare medische ethiek stelt dat een arts ethisch verantwoord handelt wanneer de arts het leven van een zieke patiënt kan verlengen. De grote medische kennis kan veel ziektes oplossen, maar er moet afgevraagd worden of de interventies wel altijd even zinvol zijn. Voor het bepalen van de zinvolheid is de inbreng van de patiënt nodig. Het perspectief van de patiënt Er wordt gesteld dat ethiek te statisch is. Cultuur is steeds veranderlijk en de normen en waarden die gelden in de ethiek dus ook. Voor de normen en waarden moet ook het perspectief van de patiënt meegenomen worden. Zo worden problemen ingedeeld in de verschillende levensfases van de patiënt. Niet de problematiek van de geneeskunde, maar datgene wat patiënten kunnen ervaren in de loop van hun leven staat voorop. Oorzaken van verandering Als oorzaken van verandering worden vijf factoren aangegeven: wetenschappelijk onderzoek, technologische ontwikkelingen, demografische veranderingen, maatschappelijke veranderingen en morele onzekerheid. Wetenschappelijk onderzoek Het medisch onderzoek kreeg tijdens de laatste wereldoorlog een enorme stimulans. Zo werd er een effectieve productie van penicilline opgezet en werden er veel experimenten gedaan met medicijnen tegen ziektes die voor militaire operaties bedreigend waren. Ook na de Tweede Wereldoorlog zette dit onderzoek door. Er ontstonden grote onderzoeksinstituten en nieuwe onderzoeksmethoden werden ingevoerd. In deze tijd bleek dat er veel artsen waren die zich niet hielden aan ethische regels en dat er patiënten opgeofferd werden voor de wetenschap. Technologische ontwikkelingen Het medisch kunnen, bleef maar stijgen doordat er nieuwe en effectievere technologische mogelijkheden ontstonden en nog steeds ontstaan. In de jaren zestig bleek dat de mogelijkheid tot het overnemen van vitale lichaamsfuncties door machines grotere morele problemen met zich mee bracht. Demografische behandelingen De dubbele vergrijzing en de hiermee gepaard gaande stijgende vraag naar zorg roepen ethische problemen op. Zijn interventies op hoge leeftijden nog wel nuttig? Ook de verschuiving van acute infectieziektes naar chronische ziektes roept discussies op. Wordt de lijdensweg van de patiënt zo niet verlengd? Het care-cure debat en begrippen als ‘kwaliteit van leven’ en ‘zinloos medisch handelen’ ontstaan hieruit. Maatschappelijke veranderingen Het ontstaan van een verzorgingsstaat met sociale verzekeringswetten en de bijbehorende invloed van geld hierbij dragen ook bij aan ethische discussies. Deze discussies gaan onder andere over grenzen aan het recht op zorg. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 4 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Morele onzekerheid De toenemende rol van de patiënt en het afnemen van algemene normen en waarden in de ethiek, zorgt voor morele onzekerheid bij de patiënt. Voorheen werden normen en waarden vastgelegd door bijvoorbeeld de kerk. Nu ontstaat er een discussie over de vraag wie er kan beslissen wat gangbare normen en waarden zijn. Nieuwe terminologie Medische ethiek richt zich niet meer alleen op problemen in de arts-patiëntrelatie, maar ook op groepen, leefmilieu en beleid van de overheid. Bovendien hebben niet alleen artsen meer de zorg of ethische problemen, maar ook alle andere spelers in het proces van geneeskundige zorg. Deze schaalvergroting leidt tot het ontstaan van gezondheidsethiek; het systematisch bestuderen van ethische vragen in en rond de gezondheidszorg. In de VS wordt er veel gesproken over bio-ethiek: een vakgebied waar niet alleen morele problemen van patiëntenzorg aan de orde komen, maar ook morele vraagstukken die samenhangen met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen in de levenswetenschappen. Mondialisering van bio-ethiek Medische kennis en technologie hebben zich over de hele wereld verspreid. In de westerse wereld zijn er ethische commissies die zich bezig houden met de ethische verantwoordelijkheid van onderzoeken. In veel niet-westerse landen bestaan deze commissies niet of functioneren deze commissies heel slecht. De klinische testen van vele farmaceutische bedrijven worden uitgevoerd in deze landen, om zo ethische commissies te omzeilen en makkelijk en snel geld te verdienen. De mondiale bioethiek is ontstaan, toen bleek dat ethische problemen zich niet meer beperken tot de grenzen van één land. Drie niveaus van medische ethiek Ondanks de verschillende nieuwe termen, blijft men spreken over de medische ethiek. Er zijn drie niveaus waarop een medicus rekening moet houden met ethische vraagstukken: Microniveau: het gaat hier om de arts-patiëntrelatie; Mesoniveau: het niveau van instellingen en organisaties waarbinnen patiëntenzorg wordt verleend; Macroniveau: hier gaat het om de cultuur en de context van de samenleving waarin gezondheidszorg wordt verleend. Deze indeling in niveaus is belangrijk vanwege twee redenen. Allereerst om aan te geven dat de problemen in het ene niveau voort kunnen komen uit problemen en beslissingen uit andere niveaus (bijvoorbeeld het inzetten van een dure behandeling voor een patiënt kan problemen opleveren door beslissingen over geld op een hoger niveau). In de tweede plaats geeft het indelen aan dat er onderscheid is tussen het soort vraagstukken dat zich aandoet op de verschillende niveaus. Toepassing en interpretatie van ethiek De medische ethiek wordt tegenwoordig voor een groot deel bepaald door externe normen; normen die van buiten de gezondheidszorg komen (externe moraliteit). Er wordt daarom gesproken van toegepaste ethiek; algemene normen worden toegepast in de gezondheidszorg. De component van de ethiek die gericht is op ervaringen uit de praktijk, is de interne moraliteit. Ook komen de kritische functies van ethiek en de contextuele factoren voor ethiek in een ander licht te staan. Ethiek heeft voor een deel dus te maken met het toepassen van regels en principes in de praktijk, maar tegelijkertijd omvat het ook concrete normen en waarden uit de dagelijkse praktijk. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 5 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Deugdethiek In de hedendaagse ethiek is er weer belangstelling ontstaan voor de deugdethiek. Een arts hoort niet alleen op een bepaalde manier te handelen, maar ook op een bepaalde manier te zijn. De gewenste eigenschappen hiervoor moeten vaak aangeleerd worden. Zinvragen Zoeken naar de zin van een leven dat steeds meer door beperkingen getekend wordt, is een voorwaarde voor het leren accepteren van die beperkingen. Deze vragen worden steeds belangrijker, omdat ze met name bij chronische en ongeneeslijke aandoeningen een rol spelen. Geneeskunde en zingeving In de geneeskunde wordt geen onderscheid gemaakt tussen oorzaakvragen en betekenisvragen. Oorzaakvragen zijn op te lossen, terwijl betekenisvragen gesteld worden om naar middelen te zoeken zodat de vragen dragelijk worden. De meeste artsen hebben moeite met het omgaan met betekenisvragen, omdat er geen antwoord op is. Ethiek en zingeving In de medische ethiek staan vragen naar zingeving veelal op de achtergrond. Wel is er een toenemende aandacht voor de rol van ervaring en levensverhaal in de ethiek. Het is belangrijk dat er openheid is voor zinvragen. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 6 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 B. Arts-patiëntrelatie Dit is een samenvatting van hoofdstuk 2 uit Engberts. Ontwikkelingen in de gezondheidszorg Volgens de Eed van Hippocrates is de arts-patiëntrelatie een afgeleide van de verplichtingen van de arts. In de eed wordt de patiënt nog niet gezien als een zelfstandig individu, maar als een object van professionele verplichtingen die een arts heeft door zijn medisch beroep. Deze wijze van denken is eeuwenlang zo geweest, waarbij de arts de dominante factor was in de relatie tussen de arts en de patiënt. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is de hele westerse wereld veranderd. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen nieuwe geneesmiddelen, nieuwe behandelingen en nieuwe chirurgische mogelijkheden beschikbaar. Dit had als resultaat dat artsen meer konden doen voor patiënten, waardoor ze langer in leven bleven. Alle nieuwe ontwikkelingen hadden echter ook een nadelig effect. Het kon zijn dat behandelingen niet succesvol konden worden afgerond, waardoor patiënten in een toestand terecht kwamen van langdurig lijden, weinig kans op herstel en een slechte levenskwaliteit. Rechten van de patiënten Deze ontwikkelingen hebben geleid tot de mogelijkheid om keuzes te maken, voor zowel artsen als voor patiënten. De patiënten kregen zo invloed op de behandelingen die ze ondergingen en daarom werden patiëntenrechten wettelijk vastgelegd. Deze rechten van patiënten hebben geleid tot: De mogelijkheid om het eigen patiëntendossier in te zien; Het recht om niet behandeld te worden zonder toestemming; Het recht om behandelingen te weigeren. De WGBO maakt deel uit van het Burgerlijk Wetboek, en bevat alle regels met betrekking op de gezondheidszorg. In de wet staan regels geschreven waarvan partijen niet mogen afwijken, het zogenoemde ‘dwingend recht’. Deze rechten hebben als doel om zwakke partijen (patiënten) te beschermen zodat ze niet gedwongen worden om keuzes te maken die niet voordelig zijn. Uit de formulering van het artikel blijkt dat afwijkende afspraken in het voordeel van patiënten wel toegestaan zijn. Behandelingsovereenkomst Bij een behandeling komt een behandelingsovereenkomst tot stand tussen de hulpverlener en de patiënt, of tussen de hulpverlener en de vertegenwoordiger van de patiënt (bijvoorbeeld een minderjarige patiënt). Een behandelingsovereenkomst ontstaat automatisch wanneer een patiënt naar de zorgverlener toe gaat. Op de spoedeisende hulp zijn artsen verplicht om patiënten te onderzoeken en ze te helpen wanneer het probleem inderdaad spoedeisend is. Informatie verstrekken Een patiënt heeft bij een behandelingsovereenkomst recht op informatie. De behandelende arts is verplicht informatie te verschaffen aan de patiënt, zodat de patiënt goed geïnformeerd is om over de voorgestelde behandeling te beslissen. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 7 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 De informatie die een arts moet verstrekken bestaat uit vier onderdelen: Aard en doel; Gevolgen en verbonden risico’s; Alternatieven; Toestand van de patiënt en zijn vooruitzichten. Alle informatie wordt verstrekt aan de patiënt zelf. Bij een minderjarige patiënt of bij een wilsonbekwame patiënt, wordt de informatie gegeven aan diens vertegenwoordiger. Wanneer het geven van informatie aan de vertegenwoordiger van een patiënt in strijd is met goed hulpverlenerschap, dan kan er voor worden gekozen om bepaalde informatie weg te laten. Ook al is een patiënt wilsonbekwaam, informatie moet evengoed aan de patiënt gegeven worden op een manier die past bij zijn bevattingsvermogen. Zo worden patiënten zo veel mogelijk betrokken bij de besluitvorming. Als een patiënt ernstig nadeel zal hebben van het krijgen van bepaalde informatie, bijvoorbeeld suïcidedreiging, dan kan de informatieverstrekker er voor kiezen om de informatie achter te houden. Dit wordt therapeutische exceptie genoemd, en mag alleen worden toegepast wanneer de patiënt zeer ernstig nadeel van informatie zal ondervinden. Er wordt wel verwacht dat de hulpverlener een collega vraagt om zijn mening. Ook is het de bedoeling dat directe naasten wel worden ingelicht, om adequaat op symptomen en complicaties te kunnen reageren. In de praktijk worden therapeutische excepties bijna nooit gebruikt. Welke informatie aan een patiënt moet worden gegeven is afhankelijk van de aard van de behandeling of verrichting. Zelden voorkomende complicaties hoeven niet te worden besproken, en onschuldige bijwerkingen of complicaties hoeven minder dringend te worden besproken. Negatieve uitkomsten en regelmatig voorkomende complicaties en bijwerkingen dienen wel te worden besproken met de patiënt. Bij een levensbedreigende situatie zullen de complicaties niet uitgebreid worden besproken omdat de tijd dringt. Complicaties van medische verrichtingen die niet of weinig dringend zijn, dienen wel besproken te worden met de patiënt. Een hulpverlener geeft mondeling informatie en dient dit in goed Nederlands te doen. Als de patiënt geen Nederlands spreekt, is de hulpverlener niet verplicht om de informatie in een andere taal te verstrekken. Het is vanzelfsprekend dat de hulpverlener wel zijn best doet om informatie goed over te brengen. Dit kan bijvoorbeeld door de tolkentelefoon. Als een patiënt geen informatie wil ontvangen, dienen hulpverleners dit te respecteren. De patiënt heeft namelijk het recht om geen informatie te willen ontvangen. Toestemmingsvereiste Een patiënt hoeft geen verrichtingen te ondergaan die hij niet wil, dit wordt negatieve keuzevrijheid genoemd. De toestemming die een patiënt geeft, wordt in de curatieve geneeskunde niet expliciet vastgelegd in het medisch dossier. Er hoeft ook niet steeds gevraagd te worden om toestemming. Wanneer een patiënt plaats neemt in een onderzoeksstoel is dit het teken dat de patiënt toestemming geeft. Hoe minder ingrijpend de behandeling, hoe meer stilzwijgend en impliciet toestemming zal worden gegeven door de patiënt. Toestemming voor minderjarige- en wilsonbekwame patiënten wordt gegeven door diens vertegenwoordiger. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 8 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Medisch dossier Voor iedere patiënt wordt een medisch dossier bijgehouden, dit is een verplichting waaraan de behandelende arts moet voldoen. Het medisch dossier bevat alle informatie over de patiënt, dus zowel de door de patiënt gegeven informatie als de informatie die verkregen is door onderzoek. De patiënt kan zelf ook documenten in het dossier laten opnemen, zoals wilsverklaringen inhoudende het weigeren van bepaalde behandelingen (niet-reanimeren verklaring), schriftelijke verklaringen om euthanasie te kunnen plegen in bepaalde omstandigheden, en patiënten kunnen een persoon aanwijzen die als vertegenwoordiger zal optreden als de patiënt wilsonbekwaam is. Werkaantekeningen van de hulpverlener zijn persoonlijk en hoeven niet in het dossier te komen. Dat zijn namelijk persoonlijke notities of geheugensteuntjes. Alles wat in het dossier van de patiënt staat, mag de patiënt zelf inzien. Vertegenwoordigers van wilsonbekwame patiënten hebben ook inzagerecht, ook al is dit wel minder vanzelfsprekend. Er zit wel een grens aan het inzagerecht. Er wordt geen inzage geboden als de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de patiënt in gevaar komt. In het WGBO staat niet vermeld hoe lang het dossier moet worden bewaard. Als een patiënt vraagt om vernietiging van zijn dossier zal de hulpverlener dit binnen drie maanden moeten doen. Wel is de patiënt verplicht dit verzoek schriftelijk te bevestigen. Geheimhouding Artsen zijn verplicht te zwijgen over alles wat zij in functie van arts hebben gezien en gehoord. Hierdoor ontstaat een arts-patiëntrelatie van vertrouwelijk karakter. De arts heeft een geheimhoudingplicht ten opzichte van iedereen, behalve ten opzichte van de patiënt of diens vertegenwoordiger. Beroepen met beroepsgeheim en dus zwijgplicht kunnen zich voor de rechter verschonen van het afleggen van een getuigenverklaring, voor zover dat schending van het beroepsgeheim zou betekenen. Hierbij moet de persoon die een getuigenverklaring moet afleggen, zelf bepalen of het afleggen van een verklaring schending van het beroepsgeheim zou zijn. Een arts zal zelf als getuige naar de rechter moeten komen om zich daar op het verschoningsrecht te beroepen. De keuze om zich te beroepen op het verschoningsrecht moet volgen uit professionele verplichtingen. Personen die werken met of voor de verschoningsgerechtigde hebben een afgeleid verschoningsrecht. Deze personen kunnen ook weigeren een verklaring af te leggen bij de rechter. Alles wat een arts te weten komt over een patiënt, in de rol van arts, valt onder het beroepsgeheim. Wat een arts buiten op straat ziet en hoort valt niet onder het beroepsgeheim, als een arts zich op dat moment niet in de rol van een arts bevindt. Doorbreking van het beroepsgeheim Soms moet het beroepsgeheim wijken voor een belang van nog groter gewicht. Dit kan het geval zijn in drie situaties: Als een patiënt toestemming geeft het beroepsgeheim te doorbreken; Als een wettelijke regeling anders bepaalt; Als een arts in conflict van plichten verkeert. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 9 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 In de wet staat dat bepaalde infecties moeten worden gemeld aan de GGD wanneer iemand daarmee is geïnfecteerd. Dit is een voorbeeld van doorbreking van het beroepsgeheim omdat een wettelijke regeling anders bepaalt. Als een patiënt een seksueel overdraagbare aandoening heeft en hij wil niet dat de partner geïnformeerd wordt, bevindt de arts zich in een conflict van plichten. Het beroepsgeheim mag een arts niet doorbreken, maar door niets te vertellen aan de partner loopt hij of zij ook gevaar. Bij verdenking op kindermishandeling of –verwaarlozing is doorbreking van het beroepsgeheim gerechtvaardigd. In de wet staat geschreven dat bij verdenking op kindermishandeling het beroepsgeheim mag worden doorbroken en, zonder toestemming van de betrokken personen, informatie mag worden verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming. Hierdoor heeft een arts dus meldrecht, maar geen meldplicht van kindermishandeling. Criteria om in geval van conflict van plichten het beroepsgeheim te doorbreken: Alles er aan gedaan te hebben om toestemming te krijgen om het beroepsgeheim te doorbreken; Wanneer het beroepsgeheim niet wordt doorbroken, zal ernstige schade ontstaan; Bij het handhaven van de zwijgplicht verkeert de zwijgplichtige in gewetensnood; Het probleem kan niet op een andere manier opgelost worden; Het doorbreken van het beroepsgeheim moet vrijwel zeker andere schade voorkomen of beperken; Het beroepsgeheim moet zo worden doorbroken dat het geheim zo min mogelijk geschonden wordt. Gegevens van overledenen Er zijn geen wettelijke regels die bepalen over de medische gegevens van overledenen. Bij overleden patiënten geldt nog steeds het beroepsgeheim en het verschoningsrecht. Erfgenamen hebben niet standaard het recht om het medisch dossier in te zien van de overledenen. Personen van wie kan worden aangenomen dat de overledene ermee zou instemmen, mogen het medisch dossier zien. De arts of de instelling van wie het dossier is, zal dit bepalen. Het verzoek tot inzage zal dus altijd moeten worden uitgelegd. Mensen die het medisch dossier van een overledene mogen inzien: Nabestaanden die door de overledene uitdrukkelijk zijn gemachtigd; Sommige nabestaanden hadden tijdens het leven van de patiënt al een verantwoordelijke rol (bijvoorbeeld ouders van kinderen); Nabestaanden van wie verwacht worden dat de overledene hier geen bezwaar tegen zou hebben. Minderjarige patiënten Minderjarige patiënten worden onderverdeeld in drie leeftijdscategorieën. Kinderen tot 12 jaar In deze leeftijdscategorie zijn de ouders van het kind de vertegenwoordigers. De hulpverlener heeft dus een behandelingsovereenkomst met de ouders, en de ouders hebben inzagerecht, informatierecht en toestemmingsplicht. 12- tot 16-jarigen Ouders zijn vertegenwoordigers van 12- tot 16-jarigen, maar de kinderen hebben zelf ook inspraak. Wanneer er een meningsverschil ontstaat over de behandeling zal ook naar het kind worden geluisterd. Als het kind wilsbekwaam is, zal de wens van het kind worden uitgevoerd. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 10 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 16- en 17-jarigen In principe zijn jongeren van deze leeftijd zelf in staat beslissingen te nemen. Echter, wanneer zij wilsonbekwaam zijn, zullen de ouders alle beslissingen nemen. Vertegenwoordigers Vertegenwoordigers van wilsonbekwame patiënten kunnen in volgorde van rangorde zijn: Curator/mentor; Schriftelijk gemachtigde; Echtgenoot/geregistreerde partner/levensgezel; Ouder/kind/broer/zus van de patiënt. Wanneer een rechter een patiënt wilsonbekwaam verklaart als gevolg van een geestelijke stoornis, wordt een curator of mentor aangesteld. Een curator bepaalt over vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke keuzes. Een mentor behartigt alleen niet-vermogensrechtelijke belangen en financiële aangelegenheden vallen dus niet onder de bevoegdheid van de mentor. Meestal wordt voor het mentorschap gekozen, omdat dit minder formaliteiten met zich meebrengen bij het aanstellen van een mentor. Iedereen kan iemand machtigen om door die persoon vertegenwoordigd te worden, mocht hij of zij wilsonbekwaam worden. Een voorwaarde is dat de persoon iemand machtigt op het moment dat hij nog wilsbekwaam is. Het kan ook voorkomen dat een patiënt geen vertegenwoordiger heeft omdat er geen familieleden zijn of omdat niemand vertegenwoordiger wil zijn. In dit geval heeft de hulpverlener geen andere keus dan zelf het beleid te bepalen. Vertegenwoordigers nemen beslissingen over concrete situaties waarover beslist moet worden. De vertegenwoordiger dient de belangen van de patiënt zo goed mogelijk te realiseren. Er wordt regelmatig dwang uitgeoefend bij wilsonbekwame patiënten. Hierbij kan worden gedacht aan fixatie, sedatie en toediening van medicatie, vocht en voedsel. In de wet is geregeld welke dwangtoepassingen, al dan niet in crisissituaties, zijn geoorloofd. Ook gedwongen opname is in de wet geregeld. Plichten van de patiënt Plichten van patiënten krijgen weinig aandacht in de wet. In de wet staat wel dat een patiënt verplicht is de behandelaar te betalen. Als een behandeling niet goed is gegaan, kan het de hulpverlener niet verweten worden als de patiënt nalatig is geweest bij het nakomen van verplichtingen. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 11 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 C. Fysiologie Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 uit Vander’s. Fysiologie bestudeert hoe levende organismen functioneren. De fysiologen zijn geïnteresseerd in hoe verschillende onderdelen van het lichaam georganiseerd functioneren binnenin het lichaam. Als men spreekt van het bestuderen van een ziekte binnen de fysiologie, noem je dat pathofysiologie. Hoe werkt het lichaam? Ieder mens begint als één cel, een bevruchte eicel, die zich deelt in twee andere cellen en zich zo vermeerdert. Tijdens deze ontwikkeling specialiseren de cellen zich, anders zouden er miljoenen identieke cellen ontstaan. Dit proces noem je differentiatie. Er zijn vier classificaties als het over de grootste functiesoorten van cellen gaat, namelijk spiercellen, neuronen, epitheelcellen en bindweefsel. Cellen van dezelfde soort vormen samen weefsels. Hierin is er de soortgelijke onderverdeling van spierweefsel, zenuwweefsel, epitheelweefsel en bindweefsel. Spiercellen en spierweefsel Er zijn drie soorten spierweefsels, namelijk skelet-, hart- of glad- spierweefsel. Allemaal gemaakt om mechanische kracht te verrichten. Skeletspieren zorgen voor een beweging van de ledematen of romp. Maar spierweefsels zitten ook in de huid, zoals bijvoorbeeld bij gezichtsuitdrukkingen. Een contractie van skeletspierweefsel gebeurt vrijwillig, wanneer jij dat wilt. Hartspierweefsel contraheert als het bloed in het circulerend volume moet pompen. Glad spierweefsel vind je bijvoorbeeld rondom de bloedvaten of darmen. Het gladde spierweefsel rondom de oesophagus zorgt ervoor dat het eten richting de maag wordt geduwd. Hart- en glad spierweefsel zijn niet zelf te besturen, deze zijn onvrijwillig. Neuronen en zenuwweefsel Een neuron is een cel die gespecialiseerd is in het genereren van elektrische signalen, soms over lange afstanden. Dit zal bijvoorbeeld een andere cel stimuleren om een substantie uit te scheiden of een spiercel te laten contraheren. Epitheelcellen en epitheelweefsel Epitheelcellen zijn gespecialiseerd in selectieve secretie en absorptie van ionen en organische moleculen, en dienen voor bescherming. Je hebt verschillende soorten epitheelcellen vernoemd naar hun vorm, namelijk kubisch, cilindrisch, plat of trilhaarepitheel. Het trilhaarepitheel zorgt voor de opwaartse verplaatsing van slijm in de trachea, zodat de longen beschermd blijven. Epitheelcellen rusten op een extracellulaire proteïne laag, de basale membraan, wat zorgt voor een verankering van het weefsel. Waar het epitheel vastzit aan het basaalmembraan noem je de basolaterale kant, de kant waar het epitheel uitkijkt op het lumen noem je de apicale zijde en tussen de epitheelcellen in heb je tight junctions. Tight junctions zorgen voor een grens tussen lichaamscompartimenten en reguleren de molecuuluitwisseling. Bindweefselcellen en bindweefsel Zoals de naam wellicht al doet vermoeden, zorgt het voor een verbinding van lichaamsstructuren. Er is losmazig bindweefsel wat te vinden is onderliggend bij epitheelcellen. Dicht bindweefsel is te vinden in ligamenten. Andere typen bindweefsel zijn bot-, kraakbeen- en adipeus- (vetopslag) weefsel. Een andere functie van bindweefsel is de extracellulaire matrix rondom cellen. Dit zorgt voor extra ruimte bij cellulaire aanpassingen en kan informatie vervoeren in de vorm van chemische boodschappers. De proteïnen van de extracellulaire matrix bestaan uit collageenvezels en elastine vezels, en een mix van niet vezelige proteïnen die koolhydraten bevatten. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 12 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Organen en orgaansystemen Organen bevatten eigenlijk alle soorten weefsels. De nier bestaat bijvoorbeeld uit een serie kleine tunnels gemaakt van simpel epitheel, bloedvaten met wanden van glad spierweefsel en bindweefsel, neuronen en een los netwerk van bindweefsel dat ook zorgt voor een beschermend kapsel rondom de nier. De functionele eenheid van het orgaan is bij de nier het nefron, het werkende deel van het orgaan. Lichaamsvloeistof compartimenten De vloeistoffen aanwezig in het bloed en de lumen rondom de cellen noem je extracellulaire vloeistof. 20 tot 25 procent daarvan vind je in het plasma van het circulerende bloed en de overige 75 tot 80 procent vind je in de interstitiële vloeistof (te vinden rondom en tussen cellen). De ruimte waarin je de interstitiële vloeistof vindt, noem je het interstitium. De intracellulaire vloeistof is anders dan de extracellulaire vloeistof. De intracellulaire vloeistof bevat verschillende eiwitten die belangrijk zijn voor het metabolisme en groei van de cel. De verdeling van lichaamssappen is ongeveer 7% plasma, 26% interstitiële vloeistof en 67% intracellulaire vloeistof. Homeostase Door de ontdekking van de microscoop, kwam men erachter dat het lichaam uit triljoenen cellen bestaat. Ook kwam men erachter dat de interstitiële vloeistof altijd in beweging is, zoals wanneer het ionen of gassen transporteert. Men zag dat er constant een soort balans werd gecreëerd en bekroonde het met de naam homeostase. Homeostase is een dynamisch proces, niet statisch, wat zorgt voor verschillende waarden over een dag verspreid. De term hiervoor is dynamisch constant. Dat betekent dat bijvoorbeeld iemands bloedsuikerwaarde verandert bij verschillende variabelen, maar over lange termijn voorspelbaar is. Karakteristieken van homeostatische controlesystemen Homeostatische controlesystemen zijn er zodat een verandering zorgt voor een aanpassing. Een voorbeeld is de lichaamstemperatuur. Zodra de omgevingstemperatuur afneemt, zorgt het lichaam bijvoorbeeld voor constrictie van bloedvaten, waardoor het lichaam in steady state blijft. De steady state van de lichaamstemperatuur is het setpoint (zie figuur 1-5 voor allesomvattend homeostatisch controle systeem). Feedback systemen Als het lichaam refererend aan het setpoint zorgt voor een steady state, is dit een typisch negatief feedback systeem. Je noemt dit negatief omdat het tegenovergesteld reageert op de informatie. Bij een verlies van lichaamswarmte gaat het lichaam proberen de lichaamstemperatuur te verhogen. Als de energievoorraden van cellen op zijn, worden glucosemoleculen enzymatisch afgebroken zodat de chemische energie, adenosine trifosfaat (ATP), wordt gebruikt. Als de ATP voorraad in de cel stijgt, neemt de productie hiervan af door middel van negatieve feedback. Omgekeerd als de ATP voorraad afneemt, wordt er meer glucose afgebroken tot ATP. Positieve feedback versnelt het proces, als het ware bijna explosief. Het heeft geen duidelijke stop en komt veel minder voor dan negatieve feedback. Bij de geboorte is sprake van positieve feedback. Hoe meer de baby tegen de cervix aanduwt, hoe meer oxytocine wordt aangemaakt, hoe meer de uterus samenknijpt en de baby eruit duwt. Het resetten van setpoints Bij koorts wordt het setpoint verhoogd, waardoor de enzymen de pathogenen beter kunnen aanvallen. Je lichaam reageert hierop door te rillen om warmte aan te maken. Dit is een aanpassing van het lichaam op een externe factor. Een interne factor is dat de setpoint van de lichaamstemperatuur ’s nachts hoger is dan overdag. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 13 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Feedforward regulatie Een voorbeeld van een feedforward regulatie is dat de geur van eten een signaal van je neusreceptoren naar de cellen in je spijsverteringssysteem triggert, wat zorgt dat de maag al zuur produceert om het eten te gaan verteren. Het feedforward systeem zorgt voor een efficiënte homeostatische reactie en vermindert de afstand tot het setpoint. Men zegt ook dat veel voorbeelden van feedforward regulatie ontstaan door ‘leren’. Een bekend voorbeeld is het verhoogde hartritme van de atleet net voordat de competitie begint. Componenten van homeostatische controlesystemen Reflexen Je kan je bewust zijn van je reflex, maar veel reflexen doen zich voor zonder dat je er bewust van bent. Een ongecontroleerde reflex is bijvoorbeeld het wegtrekken van je hand bij een te hete kop thee. Een verworven reflex is die van een chauffeur die verschillende obstakels tijdens het rijden weet te ontwijken. In een reflexboog zal een stimulus, zoals bijvoorbeeld een verandering in temperatuur, worden gedetecteerd door een receptor. Deze receptor zal via de afferente weg (afferent betekent ergens naartoe) het signaal naar het integratiecentrum sturen. In het integratiecentrum wordt het vergeleken met het setpoint zodat er een passend signaal kan worden afgegeven. Vervolgens gaat het signaal via de efferente weg (efferent betekent ergens vanaf) naar de effector, als een soort commando. Tenslotte zorgt de effector voor een reactie, zoals bijvoorbeeld rillen om de warmteproductie te verhogen. Een hormoon is een chemische boodschapper en kan ook als efferente weg in de reflexboog dienen. Het integratiecentrum kan zich bevinden in het zenuwsysteem of in een klier. De klier kan het signaal afgeven door middel van een hormoon en het zenuwsysteem als elektrisch signaal. Lokale homeostatische reacties Een lokale reflex ontstaat door een verandering in het interne of externe milieu, dat een stimulus geeft. Bij een lokale homeostatische reactie vindt de sequentie van effecten alleen plaats in het gebied van de stimulus. Intracellulaire chemische boodschappers Essentieel voor reflexen en lokale homeostatische reacties is dat cellen met elkaar kunnen communiceren. In het overgrote deel van de gevallen wordt deze communicatie verricht door chemische boodschappers, zoals hormonen, neurotransmitters en paracriene of autocriene substanties. Hormonen gebruiken het bloed als vervoermiddel om bij hun doelwit (target cells) aan te komen. Neurotransmitters komen vrij bij de uiteinden van neuronen, om op andere neuronen, spiercellen of kliercellen over te springen. Chemische boodschappers die zorgen voor een lokale communicatie noem je paracriene substanties. Paracriene substanties worden snel geïnactiveerd door de enzymen rondom hen. Bij een autocriene substantie scheidt de cel een stofje uit in de extracellulaire vloeistof, waarna de autocriene substanties reageren op de cel die dit stofje produceerde. Het stofje norepinefrine (adrenaline) zorgt bij de nieren voor een constrictie van bloedvaten, maar zorgt er ook voor dat niercellen paracriene substanties uitscheiden waardoor de bloedvaten dilateren. Dit is een voorbeeld van homeostase op hoog lokaal niveau. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 14 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Processen gerelateerd aan homeostase Adaptatie en acclimatisatie Adaptatie is van belang bij het overleven in een situatie. Zodra het ergens erg heet is, ga je zweten om af te koelen; een adaptatie. Zodra je hieraan gewend bent geraakt na een week en al sneller gaat zweten om af te koelen, ben je geacclimatiseerd. De acclimatisatie is vaak wel reversibel. Maar als deze acclimatisatie is opgetreden gedurende een belangrijke ontwikkelingsperiode in iemands leven, noem je dat ontwikkelingsacclimatisatie en kan het irreversibel zijn. Biologische ritmes Het circadiaans ritme duurt circa een dag. Het is een cyclus met slapen en waken, verschillende lichaamstemperaturen, variaties in hormoonconcentraties in het bloed en excretie van ionen in de urine. De hypothalamus functioneert als de klok voor circadiaanse ritmes. De hypothalamus ontvangt van de ogen input, waarna de hypothalamus output naar de pijnappelklier stuurt, die vervolgens het hormoon melatonine afgeeft. Lichaamsbalans Er zijn drie niveaus van lichaamsbalans. De eerste is dat het verlies groter is dan de aanwinst, dit noem je negatieve balans. De tweede is dat de aanwinst groter is dan het verlies, de persoon is in positieve balans. De derde optie is dat de aanwinst gelijk is aan het verlies, dit noem je een stabiele balans. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 15 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 D. Celintroductie In dit hoofdstuk wordt hoofdstuk 1 van Alberts behandeld. Verschillen en overeenkomsten tussen cellen Alhoewel alle cellen onderdeel zijn van een groter organisme, zijn er veel onderlinge verschillen in de soorten cellen. Het verschil in cel functie en cel uiterlijk Een van de verschillen tussen cellen is de grootte. Cellen van bacteriën zijn over het algemeen veel kleiner dan menselijke cellen. Verder zijn er veel verschillende vormen die passen bij de verschillende functies die cellen kunnen hebben. Zo zijn cellen van planten vrij stevig en hebben ze een waterdicht laagje om zich heen, zenuwcellen van de mens hebben enorme uitlopers om zo de signalen door te kunnen geven en cellen van het afweersysteem (bijvoorbeeld macrofagen) kunnen constant veranderen van vorm om zich zo tussen weefsels door te kunnen bewegen. Ook zijn er verschillen in wat cellen nodig hebben om te overleven; sommige cellen kunnen niet zonder zuurstof terwijl zuurstof voor ander cellen dodelijk kan zijn. Ook produceren sommige cellen stoffen, denk bijvoorbeeld aan hormonen of pigment. Overeenkomst tussen levende cellen; chemische reacties Alle cellen bestaan uit dezelfde moleculen die dezelfde chemische reacties ondergaan, dit is de belangrijkste overeenkomst tussen cellen en ook de reden dat deze samenhang ‘het leven’ genoemd wordt. In al het leven bevindt zich genetische informatie, vastgelegd in genen in het DNA. Dit DNA bevindt zich in elke cel en is in elke cel gemaakt van dezelfde moleculen; nucleotiden genaamd. DNA kan in de cel worden omgezet naar RNA. Dit RNA zorgt ervoor dat er van de genetische informatie een eiwit gemaakt wordt, dit eiwit kan dan een functie in het lichaam vervullen. Eiwitten worden in het lichaam gemaakt van aminozuren. Er zijn twintig verschillende aminozuren en in verschillende volgorden vormen deze aminozuren verschillende eiwitten. Alle cellen dezelfde voorouder Als cellen delen, wordt het DNA gesplitst, verdubbeld en verdeeld over de twee nieuwe cellen; de dochtercellen. Hierdoor is elke dochtercel een kloon van de voorganger. Dit splitsen gaat echter niet altijd volledig foutloos, soms worden er kleine foutjes gemaakt in het verdubbelen van het DNA; mutaties. Mutaties zorgen voor een andere dochtercel. Soms is dit slecht voor de cel, maar er kan ook sprake zijn van een gunstige mutatie. Bij de evolutietheorie wordt er vanuit gegaan dat de gunstigste mutaties beter overleven; natuurlijke selectie. Genen bepalen de cel Het genoom van de cel met daarin alle erfelijke informatie bepaalt de celvorm, de celfunctie en het celgedrag. Het genoom, alle erfelijke informatie van het hele organisme bij elkaar, is in alle cellen hetzelfde, maar door uiting van verschillende stukjes van het genoom ontstaan er toch verschillende cellen met verschillende vormen en functies in een organisme. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 16 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 De microscoop; cellen van dichtbij In de 17e eeuw werd de lichtmicroscoop ontdekt en vanaf deze eeuw konden cellen bestudeerd worden. De ontdekking van cellen Robert Hooke was de eerste die de cel onder de lichtmicroscoop ontdekte, dit was in 1665. Pas in de 19e eeuw werd de lichtmicroscoop gebruikt om echt naar cellen te kijken. Cellen onder de microscoop Als naar een cel gekeken wordt door een microscoop kunnen niet alleen de cellen onderscheiden worden, maar ook de organellen in de cel. Zelfs de moleculen kunnen zichtbaar worden. Het moeilijke aan het bekijken van celorganellen is niet alleen dat ze heel klein zijn, maar dat ze vaak ook doorzichtig zijn. Een oplossing hiervoor is om het preparaat te kleuren alvorens het onder de microscoop te bekijken. De prokaryoot Een cel is prokaryoot als het geen kern heeft om zijn DNA in te beschermen. Een cel met een celkern met daarin het DNA heet een eukaryote cel. De bekendste prokaryoot is de bacterie waardoor de termen bacterie en prokaryoot dan ook vaak door elkaar worden gebruikt. De meeste diversiteit zit bij de prokaryoten Bijna alle prokaryoten zijn eencellig, soms vormen ze samen clusters of kettingen. Bacteriën leven in verschillende leefomgevingen en er is veel verschil in wat ze nodig hebben om te overleven. Op eigenlijk elk organisch materiaal kan men bacteriën vinden, omdat er altijd wel een bacteriesoort is dat het materiaal als voedingsbodem gebruikt. Sommige bacteriën leven zelfs zonder organische componenten en maken hun voedingsstoffen van CO 2 uit te lucht. Net als planten zijn deze prokaryoten in staat tot fotosynthese waarbij ze de nodige energie van het zonlicht krijgen. Twee domeinen; Bacteriën en Archaea De prokaryoten kunnen worden onderverdeeld in twee domeinen; de bacteriën en de archaea. Het verschil tussen deze twee bevindt zich op moleculair niveau. De archaea zijn vaak in staat om in hele barre levensomstandigheden te overleven, bijvoorbeeld in zure vulkanische bronnen of in de maag van een koe. De eukaryoot De eukaryote cel is over het algemeen beter ontwikkeld en groter dan de prokaryoot. Verder is een vereiste voor de eukaryote cel om een celkern te hebben. Vaak gaat het hebben van een celkern hand-in-hand met het hebben van meerdere organellen. De celkern De celkern is vaak het meest geziene organel in de cel. De kern is omgeven door een dubbele membraan (de kernenvelop) en bevat het DNA. Mitochondriën Mitochondriën zijn lange wormvormige structuren die ook twee membranen hebben waarbij de binnenste membraan plooien naar binnen vormt. Mitochondriën zorgen voor de chemische energie van de cel door voedsel te oxideren en zo adenosine triphosphateATP te produceren. Bij het produceren van ATP gebruiken de mitochondriën zuurstof en produceren ze CO2, daarom wordt dit proces cellulaire ademhaling genoemd. Mitochondriën bevatten eigen DNA en kunnen zelf ook delen. Omdat ze zoveel op bacteriën lijken, wordt er gedacht dat ze ooit zijn ontstaan uit een bacterie. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 17 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Chloroplasten Chloroplasten zijn grote groene organellen in de cellen van planten en algen. Deze organellen hebben een ingewikkelde structuur met twee membranen en interne stapels van membranen die het groene pigment chlorofyl bevatten. De chloroplasten zorgen voor de fotosynthese en daarmee voor de zuurstof van een heleboel organismen. Ook chloroplasten hebben hun eigen DNA en kunnen zich vermenigvuldigen. Endoplasmatisch reticulum(ER) Het ER bestaat uit verbonden ruimtes die omgeven worden door een membraan. Het endoplasmatisch reticulum maakt celmembranen en eiwitten die bedoeld zijn voor buiten de cel. Golgi apparaat Het Golgi apparaat is een organel dat bestaat uit meerdere membraanzakjes die bij elkaar liggen. Het Golgi apparaat is verantwoordelijk voor het bewerken en sorteren van de stoffen die door het ER gemaakt zijn. Lysosomen Lysosomen zijn irreguliere, kleine blaasjes omgeven door een membraan, die voor de intracellulaire vertering en voor de afbraak van ongewilde moleculen binnen de cel zorgen. Het transport tussen het ER, het Golgi apparaat en de celmembraan vindt plaats in allemaal kleine blaasjes die ontspringen van de membraan; endosomen. Dit zijn de voorlopers van lysosomen. Als een blaasje van buiten het membraan zo versmelt met het membraan dat de inhoud van het blaasje binnen de cel of het organel terecht komt, dan heet dit endocytose. Als er uit het membraan een blaasje wordt gevormd met daarin een bepaalde stof, zodat dit aan de buitenkant van de cel of het organel terecht komt, dan heet dit exocytose. Peroxisomen zijn kleine blaasjes omgeven door een membraan. Hierin vindt de oxidatie van toxische moleculen plaats. Cytosol Het cytosol is dat wat overgehouden wordt als je alle organellen uit de cel weg zou halen, met andere woorden, het is dat deel van de cel dat buiten de interne membranen zit. Het is een gel-achtige substantie vol met moleculen. Een ander belangrijk onderdeel van het cytosol zijn de ribosomen. Ribosomen maken eiwitten van RNA, ze bevinden zich zowel los in het cytosol als aan het ER. Cytoskelet Het cytoskelet is een wirwar van dunne eiwitfilamenten waardoor de cel stevigheid krijgt. Er zijn een aantal verschillende filamenten: Actine filamenten: de dunste filamenten, ze komen voor in alle eukaryote cellen, maar komen extra veel voor in spiercellen omdat ze daar een rol spelen in de contractie van de spieren; Microtubuli: de dikste filamenten, deze filamenten zijn verantwoordelijk voor het uit elkaar trekken van de chromosomen tijdens een celdeling; Intermediaire filamenten: deze bevinden zich qua dikte tussen de actine filamenten en de microtubuli in en zorgen voor mechanische kracht van de cel. Benieuwd naar de rest van de verplichte literatuur van het vak Huid en afweer? SlimStuderen.nl vat alle literatuur van alle vakken van de studie Geneeskunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam samen. Bestel ze eenvoudig online op www.slimstuderen.nl en zorg ervoor dat je alle tentamens haalt! Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 18 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Dé SlimStuderen-methode Iedereen kan samenvattingen maken, maar het maken van een goede samenvatting waar je écht iets aan hebt, dat is een vak apart. Het is niet alleen een vak apart, het is ook nog eens een vak waar wij ons al sinds 2002 mee bezig houden. In de afgelopen twaalf jaar hebben wij onze methode van samenvatten steeds verder ontwikkeld, waardoor we ons op dit moment met trots marktleider in Nederland mogen noemen. Kwaliteit zit in ons DNA. We streven er dan ook altijd naar om jou tijdens je studietijd optimaal te helpen bij het voorbereiden van je tentamen. Voor al onze literatuur- en collegesamenvattingen hanteren we dan ook een aantal regels om jou de kwaliteit te garanderen die je van ons mag verwachten. Focus op hoofdlijnen De universiteit schrijft vaak heel veel studiestof voor, zonder dat direct duidelijk is waar de nadruk op komt te liggen tijdens het tentamen. Wij hebben alle studiestof voor je gelezen en de belangrijkste punten eruit gelicht. Zo weet je zeker dat je de juiste dingen leert voor het tentamen. Vier ogen principe Iedereen kan fouten maken, maar de kans dat twee mensen dezelfde fout maken, is vele malen kleiner. Alle samenvattingen van SlimStuderen.nl worden altijd door minimaal twee personen beoordeeld. Zo zorgen we ervoor dat we de kans op fouten sterk verminderen, zodat je als student nooit voor vervelende verrassingen komt te staan. Actuele en specifieke inhoud Elke samenvatting is specifiek voor jouw studie geschreven en op jouw tentamen afgestemd. We weten precies wat je moet weten voor je tentamen en zorgen dat we daar een goede samenvatting van maken. Heb je meerdere verplichte boeken, readers of artikelen? Wij vatten dit allemaal samen in één overzichtelijke samenvatting, elk collegejaar opnieuw. Zo weet je zeker dat je niet te weinig maar ook niet te veel leert voor je tentamen. Correct taalgebruik Niets is zo vervelend als een samenvatting vol met taalfouten. Een d op de plek van een t, slordige typfouten, verkeerde vertalingen, onze collega's zijn er op gebrand om ervoor te zorgen dat je deze zaken nooit tegenkomt in een samenvatting van SlimStuderen.nl. Prettige leesbaarheid Je zult tijdens je studie heel wat tijd doorbrengen met onze samenvattingen. In de UB, in de trein naar je ouders of gewoon op je kamer, je zal misschien wel meer moeten lezen dan je lief is. Hierom hebben we gekozen voor een rustig lettertype, korte alinea's en overzichtelijke opsommingen. Zo heb je altijd goed overzicht tijdens het studeren. Met deze richtlijnen kunnen we jou een goede samenvatting bieden voor al je vakken. Maar dit betekent niet dat we nu klaar zijn. We blijven continu nadenken over nieuwe manieren om de samenvattingen nog prettiger voor je te maken. Hier kan jij zelf ook bij helpen. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 19 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Heb je een goed idee om de samenvattingen te verbeteren, mail dit dan naar ons via [email protected]. Zo kan je met jouw idee in één klap de vele tienduizenden studenten helpen die jaarlijks studeren met de samenvattingen van SlimStuderen.nl. Bedankt voor je interesse in onze samenvattingen en heel veel succes met je studie. Namens het hele team van SlimStuderen.nl Jaap Klok Directeur Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 20 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Interview met Polonia Molengraaf (auteur) Wie ben jij? Mijn naam is Polonia Molengraaf en ik ben 20 jaar. Ik ben derdejaars student rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Als auteur heb ik voor SlimStuderen.nl een verslag geschreven. Waarom ben je auteur geworden bij SlimStuderen.nl? Tijdens het studeren maak ik altijd al samenvattingen voor eigen gebruik. Op die manier neem ik de studiestof goed in me op en heb ik een handig naslagwerk wanneer ik mijn tentamens aan het voorbereiden ben. Omdat ik toch altijd al een samenvatting maakte, besloot ik te informeren en vervolgens te solliciteren naar het auteurschap voor een bepaald vak dat ik zou gaan volgen tijdens het eerstvolgende semester. Wat doe je als auteur bij SlimStuderen.nl? Tijdens mijn intakegesprek met de studiemanager van de studie rechten ontving ik een handboek, dat tijdens het gesprek werd doorgenomen. In dit handboek staat precies uitgelegd wat SlimStuderen.nl van een auteur verwacht en hoe je dingen als auteur aan moet pakken. Hierbij kun je denken aan lay-out, maar bijvoorbeeld ook aan de schrijfstijl waarin het verslag geschreven dient te worden. Naast het handboek ontving ik tijdens het intakegesprek ook een weekplanning. Deze planning mocht ik zelf invullen. Dit vond ik erg prettig aangezien ik zo zelf mijn werkdruk kon bepalen en rekening kon houden met mijn agenda. De uiteindelijke deadline waarop het volledige verslag af moet zijn, is steeds ruim voor het tentamen. Op die manier heb je op het moment dat je je verslag afrondt niet alleen voldoende tijd om je voor te bereiden op je tentamens, maar heb je één vak ook al extra goed voorbereid! Ik ontving iedere week per email feedback van de studiemanager over mijn voortgang en de kwaliteit. De studiemanager gaf steeds aan wat er positief was opgevallen aan mijn verslag en wat er verbeterd moest worden. Deze verbeterpunten konden zowel betrekking hebben op de inhoud, spelling en grammatica als de lay-out van mijn verslag. De feedbackmomenten heb ik als zeer prettig ervaren. Niet alleen zorgt het ervoor dat je automatisch bij blijft met de stof, ook leer je hierdoor kritisch te kijken naar je eigen verslag. Deze kritische blik is bovendien handig tijdens het schrijven van essays voor mijn studie. Overigens heb ik de studiemanager als oprecht ervaren. Er wordt weliswaar zeer nauwkeurig gekeken naar je ingeleverde voortgang, maar de geleverde feedback door de studiemanager is goed onderbouwd en wanneer mijn verslag er goed uitzag werd dit ook aangegeven. Hoe heb je het auteurschap voor SlimStuderen.nl ervaren? Het auteurschap bij SlimStuderen.nl is mij goed bevallen. Ik schreef voor mezelf al regelmatig samenvattingen, nu deed ik eigenlijk precies hetzelfde alleen werd ik ervoor beloond. Het lezen van boeken kost misschien wel wat tijd, maar ongemerkt ben je tegelijkertijd ook aan het studeren. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 21 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Een groot voordeel van het auteurschap vind ik dat je zelf een vak kunt kiezen waarvoor je wilt schrijven, dus je bereidt tijdens het schrijven meteen je tentamen goed voor. Bovendien werk je vanuit huis waardoor je volledig zelf kan bepalen wanneer je aan je verslag werkt. Dit vond ik erg prettig aangezien ik vaak tussendoor wanneer ik een uurtje vrij had, even kon samenvatten. De begeleiding vanuit SlimStuderen.nl is naar mijn mening erg goed. Ik heb het intensieve contact met de studiemanager als erg prettig ervaren. SlimStuderen.nl heeft veel aandacht aan mijn werk besteed en ik kon merken dat ze mijn werk ook waarderen. Kun je tot slot een aantal kenmerken noemen van het werken bij SlimStuderen.nl? Goede begeleiding; Zelfstandig; Communicatie; Flexibel; Leerzaam; Goede beloning. Tip: Lijkt het jou ook leuk om een keer zelf een samenvatting te schrijven voor SlimStuderen.nl? Stuur dan je CV + motivatie op naar [email protected]. We nemen dan geheel vrijblijvend contact met je op om de mogelijkheden door te nemen. Een ideale combinatie van werken en studeren! Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 22 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 Tentamens halen? Volg een tentamentraining bij Capita Selecta! Beste eerstejaars studenten, Na een mooie vakantie en introductie periode is er een serieuzere periode aangebroken: tijd om te studeren! Om je net dat ene steuntje in de rug te geven, is er de mogelijkheid om bijlessen voor je tentamen vakken te volgen bij Capita Selecta. Als grootste en oudste tentamentrainer zorgen wij dat jij optimaal voorbereid je tentamens in gaat! Wat is een Capita-cursus? Capita Selecta is de standaard keuze voor studenten en er wordt dan ook vaak gesproken over “even een Capitaatje nemen”. Maar wat doet Capita Selecta precies om jou door je tentamentijd te loodsen? Door het spreiden van de lesmomenten in 3, 4 of 5 lessen van 3 uur zorgt onze beste student-docent er voor dat jij de kneepjes van het vak leert. Doordat we met kleine groepen werken (max. 12 personen) is er voldoende ruimte voor jouw vragen en wordt er intensief geoefend met (oude) tentamens. Capita repetitoren Onze student-docenten, ofwel repetitoren, worden streng geselecteerd waardoor er altijd iemand voor de klas staat die én de stof goed beheerst én het goed kan uitleggen aan jou. Deze combinatie is voor ons erg belangrijk en kwaliteit staat dan ook hoog in het vaandel. Fulltime klantenservice: Omdat er zoveel studenten gebruik maken van onze tentamentrainingen hebben wij sinds 2013 een professionele klantenservice. Wij worden graag op de hoogte gehouden over onze cursussen en zijn daarom op werkdagen van 09.30 tot 16.00 bereikbaar. Ook voor al jouw vragen kun je bellen naar 010-2142394 of een mailtje sturen naar [email protected]. Genieten van je studententijd!: Wij begrijpen maar al te goed dat er nog veel meer dingen te doen zijn naast studeren en daarom werken wij met veel studie- en studentenverenigingen samen. In de meeste gevallen ontvang je korting op onze cursus via jouw vereniging, vergeet hier niet naar te informeren! Namens heel het team van Capita Selecta, wens ik je een mooi begin van je studententijd. Hopelijk zien we je in één van onze Capita-cursussen! Groetjes, Loes Hellemons Business Unit Manager Capita Selecta Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 23 Voorbeeldverslag Huid en afweer VU Geneeskunde 2014-2015 BON 10% korting bij aankoop van het kortingspakket “huid en afweer” op http://www.slimstuderen.nl Gebruik bij het bestellen code VUGNK2014B1. De code is geldig tot en met 1 oktober. Twitter.com/SlimStuderen | Facebook.com/SlimStuderen 24 TENTAMENS HALEN?! ~ Volg een cursus bij CAPITA SELECTA ~ 3,4 of 5 lessen van 3 uur De beste student-docenten Kleine klassen Ruimte voor vragen Oefenen met (oude) tentamenvragen Optimaal voorbereid naar jouw tentamen Korting via de MFVU! Inschrijven via www.capitaselecta.nl Vragen via [email protected] of 010-2142394 Komende periode biedt CAPITA SELECTA de volgende cursussen voor jou aan: 1.1.1 Huid & Afweer 1.1.2: Bouw en Bewegen 1.1.3: Metabole systemen 1.1.5: Leren dokteren 1 En alle herkansingen van deze periode!
© Copyright 2025 ExpyDoc