wat wil de reiziger?

HOV
Wat wil de reiziger?
Fred van der Blij
HOV vanuit het
perspectief van de reiziger
• Wie is de reiziger
• Wat wil de reiziger
• Wat doet de reiziger
Wie is de reiziger
• 75% jonger dan 40 jaar, 5% ouder dan 60 jaar
• 40% onderwijs, 35% woon-werk
• 40% heeft geen alternatief
• 50% reist vier keer per week of vaker
• 60% loopt naar de halte
• 50% reist in de spits
• 10% reist ‘s avonds na 20:00 uur
Wat wil de reiziger
Klantenwenspyramide
Naar Maslov
Snel, betrouwbaar
en gemakkelijk
• Snel
• Deur tot deur
• In het voertuig
• Betrouwbaar
• Stiptheid
• Altijd beschikbaar
• Gemakkelijk
• Spoorboekloos
• Duidelijke routes
• Tariefsysteem
Snel en frequent
• Snelheid
• Vf factor
• Exploitatiesnelheid
• Frequentie
• Spits
• Dal
• Avond en zondag
Vf factor
• Hoe te berekenen?
Van huisadres naar knooppunt
• Vf < 1,2
• 1,2 < Vf < 1,5
• Vf > 1,5
OV sterk concurrerend met de auto
OV Concurrerend met de auto
OV nauwelijks concurrerend
• Sterk bepalend voor de mogelijkheden van HOV
• Combinatie van voortransport en reistijd
Bekijk de gehele keten
Haltecirkel versus
Halteafstanden
HOV op loopafstand
Afstand van voortransport
naar type halte en vervoerwijze
HOV: lopend
HOV: fiets
ontsluitend: lopend
35%
aantal reizigers (relatief)
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
hemelsbrede afstand van herkomstadres naar halte in meters
1600
1800
2000
Invloedsgebied
Lopend
Lopend
Onderliggend net HOV
Fiets
HOV
Gemiddeld
450 m.
800 m.
2500 m.
Maximaal
90%-percentiel
500 m.
900 m.
3000 m.
Kringentheorie
Aantal OV-ritten
per inwoner
Onderliggend net
HOV
Klein station
0 – 500 m.
100
100
100
500 – 1000 m.
3
20
50
1000 – 1500 m.
0
5
25
Compensatie doordat elke volgende kring een
groter oppervlakte heeft leidt voor HOV tot:
Eerste kring
100 instappers
Tweede kring
65 instappers
Derde kring
25 instappers
Ontwerp een HOV-lijn
• Hoge hoeden in de
huidige lijnvoering
• Alles moet strak bij
HOV
• Het optimum?
HOV en onderliggend net
• Twee systemen
• Dubbele kosten
• Halve kwaliteit
• Wat doe je ‘s avonds
en op zondag?
Het zone-model
• De streekbus
• HOV met
grote halteafstanden
• HOV als zonebus
Een ‘gezonde’ exploitatie
• Voor een HOV-verbinding minimaal 3000 á 4000
reizigers per dag
En als die er niet zijn?
• Hogere kosten en lagere kostendekkingsgraad
• Minder ritten in de dal en vooral ‘s avonds
 Aangepaste eisen R-net
• Sjoemelen met de normen
of
• Afzien van HOV-status
Het dilemma
• HOV moet echt hoogwaardig zijn.
• Dus…
• Hoge snelheden
• Hoge frequenties
• Goede voorzieningen
 Sterk imago > reizigersgroei (de HOV-factor)
• Maar
• Zijn er dan genoeg realistische projecten?
• Het risico
• Te vaak sjoemelen met de normen
 Imago wordt zwakker
De normen en de Valkuilen
1. Hoge snelheden…
• Snelheid max 20 km. lager dan autoverkeer
• Wat als de max snelheid niet door de auto gehaald kan
worden?
 Laatste stukje door de dorpskern dan maar geen HOV
 Makkelijkste oplossing was de 80 km/h naar 70 km/h terug te brengen.
• Grote halteafstanden
• Te weinig haltes voor een goede oppervlakteontsluiting. Vooral
als het een aaneengesloten bebouwing betreft.
• Zonebus past niet binnen de normen
 Wel HOV maar geen reizigers…
 Aanvullend net in stand houden
De normen en de Valkuilen
2. Hoge frequenties…
• Minimaal 6 keer per uur in de spits en kwartierdienst
daarbuiten.
• Frequentie is voor het laatste deel van de route niet haalbaar.
• Wat doe je met vork-bundels?
• Wat doe je met lens bundels?
 Vanwege de HOV-formule voortaan overstappen
 Hogere exploitatiekosten
 Minder reizigers
 Neerwaartse spiraal want er is altijd een laatste stuk…
De normen en de Valkuilen
3. Goede voorzieningen…
• Haltes en knooppunten moeten comfortabel zijn
 Als daar te weinig ruimte voor is dan wordt de halte op een ongunstiger plek
gesitueerd. Op die manier wordt de loopafstand wel erg lang.
 Comfortabele busstations om over te stappen liggen verder van de
doorgaande route, hetgeen extra tijd en geld kost.
Tot slot…
Gebruik het gezond verstand en…
Verlies nimmer de reiziger uit het oog