Bijzondere bijwerkingen Naomi Jessurun, klinisch-farmacoloog i.o. Ziekenhuisapotheker NP Wetenschappelijk beoordelaar Kengetallen 2013 2013 Totaal aantal meldingen geneesmiddelen en vaccins: Meldingen patiënten en zorgverleners 17.057 8.855 Meldingen van zorgverleners 4.894 Meldingen bij gebruik van geneesmiddelen 7.157 Meldingen bij gebruik van vaccins 1.698 Meldingen van farmaceutische bedrijven 8.202 BIJZONDERE BIJWERKINGEN Vier bijwerkingen: Twee bijwerkingen waar geneesmiddelinteracties een rol spelen Twee bijwerkingen waar metabolieten van geneesmiddelen (mogelijk) een rol spelen Student melding BIJWERKINGEN DOOR GENEESMIDDELINTERACTIES: EEN VERHOOGD INR Lareb werkt samen Lareb werkt samen met de Commissie Interacterende Geneesmiddelen Cumarines van de FNT Iets meer dan 20 meldingen van interacties met cumarines per jaar Jaar 2012 Acenocoumarol + Fenprocoumon 22 2013 25 2014 26 Melding Specialist ouderengeneeskunde meldt (september 2013): Mevrouw, 82 jaar met acenocoumarol voor atrium fibrilleren voorheen goed ingesteld op huidige doseerschema Na 13 dagen clotrimazol 2 dd smeren voor diffuse schimmelinfectie huid (grote oppervlakten) een doorgeschoten INR Behandeling: stop acenocoumarol (2 dagen), geen vitamine K Vraag: Komt dit door de clotrimazol? Interacties met cumarines CYP2C9 speelt een belangrijke rol speelt bij het metabolisme van cumarinederivaten (fenprocoumon, warfarine en acenocoumarol). Van miconazol is bekend dat het de werking van cumarines doet toenemen via remming van CYP3A4 en CYP2C9 FNT Standaard afhandeling cumarine-interacties www.fnt.nl Kan clotrimazol dit ook? KNMP-kennisbank: Interacties worden niet vermeld, wel: De FNA preparaten (zalf, ZOK-zalf en smeersel) zijn geïndiceerd bij contra-indicatie voor miconazol bij gebruik van cumarinederivaten Farmacotherapeutisch Kompas: Geen vermelding van interacties CBG: Ook in de SmPC wordt dit niet vermeld PubMed: Geen case-reports van deze interactie Melding 2 en 3 Januari 2014 (huisarts): verhoogde INR bij fenprocoumon na clotrimazol voor forse wat open intertrigo Juni 2014 (internist): clotrimazol (OTC preparaat) ook als crème een relevante interactie met fenprocoumon. Van 3 mei tot 1ste week juni is de INR waarde sterk verhoogd gebleven, ondanks meerdere vitamine K giften. Suggestie: deze interactie toevoegen aan bijsluiter. Vraag: Interacteert clotrimazol nu / wel of niet met cumarinederivaten? A) Nee, geen van de bronnen vermeldt dit B) Nee, want clotrimazol grijpt niet aan op CYP2C9 C) Ja, want clotrimazol grijpt wel aan op CYP2C9 Acenocoumarol en fenprocoumon Hebben allebei een R- en een S-enantiomeer, waarbij de Senantiomeer 2 tot 5 keer sterker werkzaam is dan de Renantiomeer Acenocoumarol is sterker werkzaam dan fenprocoumon (en warfarine) acenocoumarol fenprocoumon Acenocoumarol Metabolisme: S-enantiomeer: door CYP2C9 R-enantiomeer: door CYP1A2, CYP3A4, CYP2C9 en CYP2C19 omgezet. Eliminatie: S-enantiomeer circa 10x zo snel als die van de R-enantiomeer (t½ 8-14u). Dosering: op de R-enantiomeer Fenprocoumon Metabolisme: S-enantiomeer: door CYP2C9 R-enantiomeer: door CYP1A2, CYP3A4, CYP2C9 en CYP2C19. Eliminatie: Beide enantiomeren hebben een t½ van 160 uur Dosering: op beide enantiomeren Maar kan clotrimazol deze interactie doorgeven? Zang et al. ANTIFUNGAL IMIDAZOLE DERIVATIVES AS P450 INHIBITORS. Drug Metab Dispos. 2002 Mar;30(3):31 4-8. Antwoord: C (mogelijk) Want ook ook clotrimazol inhibeert CYP2C9 en CYP3A4 Conclusie Drie meldingen van stijging van het INR bij gelijktijdig gebruik van clotrimazol bij een cumarinederivaat Meerdere CYP-enzymen dragen bij aan het metabolisme van de cumarinederivaten Mogelijk kan door remming van het metabolisme de sterker werkzame S-enantiomeer van acenocoumarol langer in het bloed blijven waarna ↑ INR. Berichten gestuurd naar: De Commissie interacterende geneesmiddelen cumarines van de FNT (KNMP en Stichting Health Base) Het CBG samen met nog andere UA/OTC-middelen die interacteren met cumarines BIJWERKINGEN DOOR GENEESMIDDELINTERACTIES: METABOLE ACIDOSE Bij gebruik van paracetamol en flucloxacilline Student melding Melding: metabole acidose met hoge aniongap Vrouw: 67 jaar, langdurig gebruik paracetamol en flucloxacilline Paracetamol: 4 dd 1000 mg voor pijn bij metastase urotheelcel carcinoom Flucloxacilline: 6 dd 1000 mg, daarna 6 dd 2000 mg voor S. epidermidis infectie Co-medicatie: simvastatine 1 dd 40 mg, metoclopramide 3 dd 10 mg, Movicolon® 2 dd 1 sachet, dalteparine 1 dd 25.000 IE/ml, oxycodon® 4 dd 5 mg, olanzapine 1 dd 5 mg, ibuprofen 2 dd 1 stuks Wat is een metabole acidose? Een metabole acidose wordt gekarakteriseerd door een lage pH van het bloed (<7,35) en een laag bicarbonaat (HCO3-) Oorzaken van een metabole acidose: Verlies van HCO3- via de nier Verlies van HCO3- via de darm Verminderde excretie van zuren (H+) Verhoogde productie van zuren (H+) Verhoogde anion gap De anion gap is het verschil tussen de gemeten kationen [Na+] en de som van anionen [Cl-] en [HCO3-] Een veel gebruikte berekening om na te gaan of er stapeling is van zuurresten Hoge anion gap door daling van het [HCO3- ] bij gelijkblijvend [Na+]en [Cl-]wijst op accumulatie van zuren Oorzaak metabole acidose Metabolisme van paracetamol in het lichaam Bij normale paracetamoldoseringen: 1% wordt onveranderd uitgescheiden door de urine 63% wordt geglucuronideerd 34% wordt door sulfaatgroepen gebonden <5% wordt gemetaboliseerd tot de reactieve metaboliet NAPQI (weg gevangen door GSH) Glutathionverbruik bij langdurig gebruik van hoge dosis paracetamol Bron: Ben-Shachar et al. The biochemistry of acetaminophen hepatotoxicity and rescue: a mathematical Model. Theoretical Biology and Medical Modelling 2012, 9:55 Bij gebruik van paracetamol Bij gebruik van flucloaxacilline In de melding: Metabole acidose door een te grote vorming van pyroglutamic zuur na een dosisverhoging van flucloxacilline Bevestiging: zeer sterk verhoogde concentratie pyroglutaminezuur in de urine Afloop Deze patiënte is kort na staken van beide geneesmiddelen hersteld. Paracetamol kan ook bij therapeutische doseringen metabole acidose geven bij patiënten met risicofactoren. Een relatief onbekende interactie tussen 2 veel gebruikte geneesmiddelen waarvan steeds meer casussen gepubliceerd worden BIJWERKINGEN DOOR METABOLIETEN VAN GENEESMIDDELEN Metabolisme van thiopurines in het lichaam Bron: Melding van azathioprine en fototoxische reacties Patiënte: azathioprine sinds 2000 Na een aantal jaar: zonneallergie. Eerst licht, toen mild. De laatste 2 jaar ernstig. Het volgt nagenoeg direct op blootstelling aan de zon. Wat zijn fototoxische reacties? 1. Lijkt op ernstige zonnebrand met erytheem, pijn en oedeem, de eerste symptomen al binnen enkele uren na bestraling 2. Bij fototoxiciteit zijn de laesies scherp begrensd en beperkt tot de aan licht blootgestelde delen. 3. De reactie verdwijnt over het algemeen na enkele dagen, wanneer men óf de fotoreactieve stof óf verdere blootstelling aan UV-licht vermijdt. 4. Later: mogelijk hyperpigmentatie of hypopigmentatie in de aangedane gebieden. Meerdere meldingen 17 meldingen van azathioprine en fotosensitiviteit (bericht 2007) 3 meldingen van 6-mercaptopurine en fotosensitiviteit Nog geen opname in de SmPC, KNMP-kennisbank of andere bron zoals de Micromedex Nieuwe literatuur waaruit relatie tussen thiopurines en UV-A blijkt Fototoxiciteit door thioguanine nucleotides? Bron: Attard NR, Karran P. UVA photosensitization of thiopurines and skin cancer in organ transplant Recipients. Photochem. Photobiol. Sci., 2012, 11, 62 Conclusie Door incorporatie van TG-N in DNA cellen kan het risico op fotosensitiviteit nog enige tijd na staken van azathioprine aanhouden Naast waarschuwingen ook opname onder het kopje bijwerkingen in de diverse naslagwerken en informatiebronnen Maar waar gaat het nu echt om? Student melding INTERSTITIËLE LONGZIEKTE DOOR CARBAMAZEPINE Meldingen in 2014: 10 meldingen van interstitiële longziekte (ILD) Waaronder bij gebruik van: Amiodaron (1), cyclofosfamide (1), nitrofurantoïne (1) Carbamazepine (2) Bekende bijwerkingen bij deze geneesmiddelen Wat is interstitiële longziekte? Interstitiële longziekten is een verzamelnaam voor een brede groep aandoeningen die over het algemeen beide longen diffuus aantasten. Het interstitium is de ruimte tussen de longblaasjes en de bloedvaten echter ook de bloedvaten en longblaasjes alsmede de longvliezen en de luchtwegen kunnen zijn aangedaan. Andere term is diffuse longziekten. Interstitiële longziekte Bij verdenking op een interstitiële longziekte is meestal aanvullende diagnostiek noodzakelijk, zoals een longfoto (X-thorax), CT-scan van de longen, longfunctie -en bloedonderzoek. Voor de uiteindelijke diagnose is vaak zelfs het verkrijgen van weefsel nodig. Melding: Man met koorts, benauwdheid, hoesten en pijn in de bovenbuik. Longen: paracardiale consolidatie in de rechter long Buik: geen afwijkingen Jaar ervoor in gediagnosticeerd met epilepsie, waarvoor Carbamazepine (2 dd 200 mg) Valproïnezuur (2 dd 100 mg) Geen andere medicatie Diagnose en behandeling Diagnose: pneumosepsis Behandeling: • amoxicilline/clavulaanzuur 4 dd 1000/200 mg i.v. • gentamicine 180 mg i.v Echter: • Na 2 dagen CT borst pleurale effusie aan beide zijden met ground glass consolidations Bij presentatie Spiegels van de geneesmiddelen VPA: VPA(vf): CBZ: CBZE: 71 mg/l 30 mg/l 6.0 mg/l 4.3 mg/l (therapeutisch 50-100 mg/l) (therapeutisch 4-12 mg/l) (therapeutisch 4-12 mg/l) < 2 mg/l ILD ten gevolge van CBZ is bekend; kan de metaboliet een rol gespeeld hebben? Metabolisme van carbamazepine in het lichaam Stepan AF, Walker DP, Bauman J, et al. Structural alert/reactive metabolite concept as applied in medicinal chemistry to mitigate the risk of idiosyncratic drug toxicity. Chem.Res.Toxicol. 2011;24(9):1345-410. Metabolisme van carbamazepine in het lichaam Stepan AF, Walker DP, Bauman J, et al. Structural alert/reactive metabolite concept as applied in medicinal chemistry to mitigate the risk of idiosyncratic drug toxicity. Chem.Res.Toxicol. 2011;24(9):1345-410. Na stop carbamazepine: herstel Bij presentatie 6 dagen later Tweede melding: Vrouw 62 jaar opgenomen voor urosepsis en gedurende de opname ontwikkelde de patiënt acute benauwdheid. Er wordt gedacht aan een interstitieel longbeeld veroorzaakt door carbamazepine Verlenging van de opname, verder onderzoek: ground glass opacities Behandeling: prednison Geneesmiddelspiegels: Spiegel CBZ en VPA worden bepaald: CBZ: CBZE: VPA: VPA vf: 13,9 mg/l (hoog) niet bepaald 73 mg/l (therapeutisch) niet bepaald Zal deze patiënt ook een hoog CBZE hebben? Toch een hoge Carbamazepine-epoxidespiegel? Interactie valproïnezuur en carbamazepine VPA inhibeert de epoxide dehydrolase welke CBZE moet wegvangen. Met als gevolg stijging van de [CBZE] Robbins DK, Wedlund PJ, Kuhn R, Baumann RJ, Levy RH, Chang SL. Inhibition of epoxide hydrolase by valproic acid in epileptic patients receiving carbamazepine. Br.J.Clin.Pharmacol. 1990;29(6):759-62 Is dit eerder in de literatuur vermeld? KNMP-kennisbank: geen vermelding ILD en CBZE Farmacotherapeutisch Kompas: geen vermelding ILD en CBZE SmPC: geen vermelding van ILD door CBZE, wel worden andere bijwerkingen toegeschreven aan deze metaboliet Pubmed: 14 case-reports van ILD en CBZ, maar geen enkele vermelding van een mogelijke relatie met CBZE Vraag: Kan de reactieve metaboliet een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van deze bijwerkingen op de longen? a) Nee, dit is puur toeval geweest b) Ja, meerdere reactieve metabolieten van geneesmiddelen zijn in verband gebracht met dit soort reacties c) Mogelijk, maar pas na een derde, vierde, vijfde melding zou ik overtuigd zijn van een relatie Geneesmiddel geïnduceerde interstitiële longziekte Geneesmiddel Metaboliet Geftinib Quinone-imine Erlotinib Quinone-imine Amiodaron Desethylamiodaron Paracetamol NAPQI Conclusies Antwoord B: er bestaat een mogelijkheid dat de reactieve metabolieten van carbamazepine een rol spelen bij het ontstaan van deze reacties Wij vinden 2 meldingen voldoende om dit te d.m.v. case– reports te publiceren Uiteraard zouden we meerdere meldingen bijzonder op prijs stellen
© Copyright 2024 ExpyDoc