Kinderafdeling

AFDELINGSPROFIEL
KIND
AFDELINGSPROFIEL: KINDERAFDELING KIND W0
Algemene gegevens
Geneeskundig diensthoofd: Dr. A. Covents
Verpleegkundig diensthoofd: Lien Van Riet
Hoofdverpleegkundige: Cynthia Paelinck
Adjuncthoofdverpleegkundige:
Mentoren: Stefanie, Els, Tine en Marijke
Pediaters:
Dr. L. Callewaert
Dr. A. Coppens
Dr. A. Covents
Dr. H. Fivez
Dr. I. Ryckaert
Dr. J. Thijs
Dr. M. Maes
Dr. E. Maris
Alle specialisten van AZN die kinderen, opgenomen in het zorgprogramma voor
kinderen van het AZN, behandelen mbt:
algemene chirurgie
oftalmologie
mond- en kaakchirurgie
orthopedie
oto-rino-laryngologie
plastische chirurgie
dermatologie
neurologie
gynaecologie
gastro-enterologie
pneumologie
Aantal verpleegkundigen:
Pediatrisch verpleegkundigen 17.75 FTE +
Adjunct Hoofdverpleegkundige 0.5 FTE
Hoofdverpleegkundige 1 FTE
= 19.25FTE
Aantal logistiek medewerkers: 2,75 FTE
Psychosociale begeleidster: 1 FTE
Spelbegeleidster: 1 FTE
Aantal bedden:
Kinderafdeling: 35 erkende bedden, 42 operationele bedden
Kinderdagziekenhuis: 12 bedden
Tel.: 03 760 22 90
E-mail: [email protected] / [email protected]
Bezoekuren: van 14u00 tot 19u00
doorlopend voor de ouders
Locatie: campus Sint Niklaas SL, straat 954, gelijkvloers WO
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
2
Zorgcategorieën van de patiënten
De kinderafdeling is een afdeling waar kinderen in het zorgprogramma voor kinderen
gehospitaliseerd worden (leeftijd van de kinderen van 0 tot 15 jaar) voor onderzoeken,
diagnosestelling, observatie, behandeling en chirurgische ingrepen.
De afdeling omvat ook een controlecentrum wiegedood, waar 2 kinderen per dag kunnen
opgenomen worden (meestal enkel van maandag tem. donderdag).
Binnen AZN kunnen enkel op deze afdeling, op de campus SL, kinderen gehospitaliseerd
worden.
Het kinderdagziekenhuis, campus SL W0, is een aparte afdeling (met een eigen
personeelsbezetting) binnen het zorgprogramma voor kinderen, waar ambulante opnames
gebeuren: korte onderzoeken, korte observaties, kortdurende behandelingen en kleine
ingrepen.
Doelstelling van de afdeling
Onze Doelstelling:
1. Een zo spoedig mogelijk juiste diagnose, herstel of genezing van het kind
bewerkstelligen, door een optimale multidisciplinaire verzorging en behandeling in een
kindvriendelijke omgeving.
2. Een adequate diagnosestelling van het risico op wiegendood.
Hoe willen wij deze doelstelling bereiken?

Een multidisciplinair team (artsen, verpleegkundigen, verzorgenden, psychosociaal
begeleidster, spelbegeleidster, kinesiste, diëtiste, …) vullen elkaar aan in de optimale zorg
voor het kind. Door ervaring, opleiding en blijvende bijscholing blijven zij op de hoogte van
actuele trends in behandeling, verzorging en begeleiding van het zieke kind.
 Kinderen en hun ouders worden zoveel mogelijk bijgestaan door dezelfde
verpleegkundigen, die onderling goed samenwerken.
 Ouders wordt de accommodatie en mogelijkheid tot rooming-in aangeboden. Zij worden
geholpen en gestimuleerd om deel te nemen aan de verzorging en verpleging van hun
kind.
 Kinderen en ouders worden met begrip, tact en respect benaderd en begeleid – in een
open sfeer- ongeacht ras, stand en sociale achtergrond. Hun privacy wordt zoveel
mogelijk gerespecteerd.
 Kinderen hebben het recht op mogelijkheden om te spelen en zich te vermaken, al
naargelang hun leeftijd en lichamelijke conditie – rekening houdend met de beperkingen
van isolatiemaatregelen.
 Een speelkamer, speelgoed en literatuur, aangepast aan de leeftijd, wordt voorzien.
Vooral de spelbegeleidster vervult hier een coördinerende rol.
 Kinderen en ouders hebben recht op informatie. Deze informatie wordt aangepast aan
leeftijd en bevattingsvermogen van het kind. Maatregelen worden genomen om pijn,
lichamelijk ongemak en emotionele spanningen te verlichten en tot een minimum te
beperken.
 Het verpleegkundig team werkt samen in een klimaat van open communicatie en
collegialiteit, met respect voor ieders eigenheid en kunde. Zij worden daarin begeleid en
aangemoedigd door regelmatige werkvergaderingen, onderling overleg en het inoefenen
van communicatieve vaardigheden.
,
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
3
c
Ziektebeelden
1. Gastro-intestinaal
 Infecties
 bacterieel & viraal
 appendicitis
 ziekte van Crohn

Traumatologie
 Vb. leverruptuur

Andere
 voedingsstoornissen:
 braken, anorexie,
diarree….
 gastro-oesophagale
reflux
 invaginatie
 N.E.C.
Behandeling




Onderzoeken
differentiaal diagnose
symptomatisch
medicamenteus
chirurgisch
 differentiaal diagnose
 conservatief
 chirurgisch






differentiaal diagnose
symptomatisch
medicamenteus
conservatief
chirurgisch
transfer
 labo: bloed, urine en
stoelgang
 echo
 RX: thorax ,abdomen,
SMD
 CT
 NMR
 gastroscopie
 PH-metrie
2. Neurologisch



Infecties
 . meningitis
(hersenvliesontsteking
 encephalitis
(hersenweefselontsteking)
Traumatologie
 commotio cerebri
 hersenbloeding
Andere
 epilepsie
 koortsstuipen
 gedragsproblemen: ADHD,
autisme
 SIDS
 differentiaal diagnose
 symptomatisch
 medicamenteus






differentiaal diagnose
symptomatisch
transfer
differentiaal diagnose
symptomatisch
medicamenteus
 labo: bloed, urine,
stoelgang en
hersenvocht
 RX
 CT
 NMR
 EKG
 EEG –holter EEG
 echo
screening, eventueel
doorverwijzing
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
4
3. Uro-genitaal
 Infecties
 cystitis
 nefritis
 pyelonefritis

Traumatologie
 Vb. nierruptuur

Andere
 fimosis
 hypospadia
 cryptorchidie
 liesbreuk
 torsio testis.
4. Gynaecologisch
 Infecties
 vulvitis
 vaginitis


5.



Traumatologie
 Vb. haematoom
Andere
 torsie van de
eierstokken
 cyste
 hymen imperforatus
 pijnlijke maandstonden
Dermatologisch
Infecties
 impetigo
 wratten
Traumatologie
 brandwonden
 hondenbeet
Andere
 aangeboren afwijkingen
 afstaande oren
 syntactylie
 parasieten: luizen,
schurft
 allergische reacties
 urticaria
 eczeem




differentiaal diagnose
symptomatisch
medicamenteus
eventueel verdere
diagnostiek naar
oorsprong





differentiaal diagnose
conservatief
chirurgisch
differentiaal diagnose
chirurgisch
 differentiaal diagnose
 symptomatisch
 medicamenteus




 labo: bloed, urine en
stoelgang
 echo
 RX: thorax ,slokdarmmaag-darm
 CT
 NMR
 cystografie
 IVP
 DMSA scan
 labo: bloed, urine en
stoelgang
 echo
 RX
conservatief
chirurgisch
differentiaal diagnose
chirurgisch
 medicamenteus
 medicamenteus
 chirurgisch
 medicamenteus
 chirurgisch
 labo: bloed, urine,
kweek en
stoelgang
 allergietesten
 huidtesten
 chirurgisch
 locale
 symptomatisch
 medicamenteus
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
5
6. Orthopedisch
 Infecties
 synovitis
 arthritis
 osteomyelitis

Traumatologie
 fracturen

Andere
 aangeboren afwijkingen
 klompvoeten
7. Oftalmologisch
 Infecties
 conjuctivitis
 Traumatologie
 vreemd voorwerp
8. ORL
 Infecties
 rhinitis
 sinusitis
 amandelonsteking
 otitis
 Traumatologie
 vreemd voorwerp
 trommelvliesperforatie
 Andere
 Adenoïdhypertrofie
9. Stofwisselingsziekten
 diabetes
10. Kindermishandeling
 Zie protocol
11. Respiratoir
 Infecties
 bronchitis
 pneumonie
 RSV
 Traumatologie
 vreemd voorwerp
 Andere
 astma
 D.D.
 Medicamenteus en /of
chirurgisch
 immobilisatie en / of
punctie
 tractie
 immobilisatie
 conservatief
 chirurgisch
 immobilisatie
 chirurgisch
 kinesitherapie
 labo: bloed en urine
 echo
 RX
 CT
 NMR
 DMSA-scan
 medicamenteus
 labo:
bloed,neuskweek,
RSV
 chirurgisch
 D.D.
 medicamenteus
 chirurgisch
 labo: bloed en kweek
 bronchoscopie
 neuskweek
 chirurgisch
chirurgisch
 D.D.
 Transfer
 labo: bloed en urine
D.D. en doorverwijzing
 D.D.
 medicamenteus
 chirurgisch
 labo: bloed, neuskweek
en RSV
 RX
 CT
 zweetproef
 D.D.
 medicamenteus
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
6
12. Intoxicaties
 CO-intoxicatie
 vergiftiging met
vloeistoffen
 vergiftiging met
geneesmiddelen
13.






14.




Infectieziekten
windpokken
toxoplasmose
stomatitis
klierkoorts
CMV
scarlatina
Auto-immuumziekten
Henoch Schônlein
mucovisidose
lupus
ITP
15. Stomatologie
 Infecties
 cariës

Traumatologie
 vreemd voorwerp

Andere
 orthodontie
 conservatief en transfer
 conservatief en/of
symptomatisch
 en /of maagspoeling
en / of medicamenteus:
antidood
 labo: bloed, urine en
stoelgang
 D.D.
 medicamenteus
 chirurgisch
 labo: bloed en urine
 D.D.
 conservatief en/of
medicamenteus
 doorverwijzing en
transfer
 labo: bloed, urine en
stoelgang
 zweetproef
 RX
 tandextractie
 RX
 chirurgisch
 conservatief
tandextractie ter
voorbereiding van een beugel
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
7
gie, observaties en behandelingen
Onderzoeken

diagnostische onderzoeken
 labo
 bacteriologisch onderzoek van lichaamsvochten
 biopsie
 RX / echo
 NMR en CT scan
 scopie: laparo / gastro / arthro
 IVP
 cystografie
 EKG
 EEG / HOLTER
 DMSA-scan
 longfunctie
 lumbaalpunctie
 screening: slaaponderzoek
 PH-meting
 zweetproef
Overlegstructuren op de afdeling
Op verpleegkundig niveauSBAR
 dagelijkse patiëntenoverdracht: 06u54- 07u15 / 21u45- 22u06
 patiëntenbespreking: 14u00-15u00
 personeelsvergadering
Met de artsen
 dagelijkse zaalronde met de pediaters en andere behandelende artsen
 maandelijks multidisciplinair overleg
 maandelijks overleg diensthoofd – middenkader - hoofdverpleegkundige
Met anderen
 dagelijks:
 overleg met voedingsassistent / diëtist
 overleg met psychosociale medewerker / spelbegeleider / intercultureel
bemiddelaar
 wekelijks:
 multidisciplinair overleg met kinderpsychologe / sociale dienst / doktersassistent
eventueel, in functie van de noodzaak: diëtist / kinesist…
 maandelijks:
 werkoverleg hoofdverpleegkundige - middenkader
 clustervergadering
 vergadering hoofdverpleegkundigen
 4-maandeijks
 gezamenlijke vergadering hoofdverpleegkundigen
 2x / jaar
 intervisie
 indien nodig:
 werkoverleg met andere diensten: materniteit, radiologie, spoedopname, OK,
opnameplanning
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
8
Verpleegkundige dagindeling op de afdeling
De totaalzorg van het zieke kind wordt bekomen door middel van integrerende verpleging.
Elke verpleegkundige is verantwoordelijk voor één zone en doet alles bij het kind:
verzorging, medicatie, voeding, observatie en transport.
morgen
 briefing
 medicatie toedienen
 opname en ontslag van kindjes
 bloedafname
 ontbijt en hulp / flesvoedingen
 transport OK en onderzoeken
 zaaltoer met de pediaters
 assistentie bij onderzoeken
 verzorging en preoperatieve voorbereiding
 briefing
namiddag
 middagmaal, fruitpap, 4 uurtje en flesvoedingen
 verpleegkundige continuïteit
 opname en ontslag
 transport en begeleiding
 medicatie toedienen
 zaaltoer
 postoperatieve observatie
 controle van vitale en fysische parameters volgens procedure bij operatiepatiënten
 briefing
avond
 avondmaal en flesvoedingen
 medicatie toedienen
 verpleegkundige continuïteit
 18u30 - 20u00 avondtoer
 controle van vitale en fysische parameters
 briefing nachtdienst
Observatie en verpleegkundige continuïteit over het ganse tijdschema
Samenwerking met andere disciplines








ondersteunende diensten
apotheek
medisch-technische diensten: labo, medische beeldvorming, nucleaire geneeskunde
operatiekwartier en recovery
materniteit: melkkeuken
afdeling kinderpsychiatrie
secretariaat van de consultatie van pediaters
externe partners: andere ziekenhuizen en andere instellingen voor kinderen
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
9
Vereiste voorkennis en vaardigheden van de studenten
Voldoende theoretische kennis over:
 de ontwikkeling van het kind
 basisnoties van pediatrische ziekteleer
 heelkundige verpleging
Basisnotie van:
 hygiënische zorg
 ziekenhuishygiëne
Praktisch:
 volgens studieniveau gekende doelen
Doelstelling van de stageperiode
Algemeen:
Economisch kunnen omspringen met materiaal en tijd
Ergonomische werkvormen kunnen hanteren
Basisprincipes van hygiëne en steriliteit kunnen toepassen bij verpleegkundig handelen.
Het verpleegkundig dossier als leidraad in de verzorging kunnen gebruiken.
Mondeling en schriftelijk rapporteren
Leren werken in teamverband
Specifiek pediatrisch:
Inzicht verwerven in de werking van de pediatrie
De afdeling kunnen plaatsen binnen het ziekenhuis
Inzicht verwerven in de situering van de pediatrie binnen het globaal netwerk van de
kinderzorg
Luisterend en begrijpend omgaan met ouders en kinderen
Rationele vaardigheden ontwikkelen op multicultureel vlak
Kunnen anticiperen op onverwachte situaties
Correct uitvoeren van isolatieprocedures en preventieve pediatrische maatregelen
Handige weetjes






Inkijken van dossiers is toegestaan maar eerst toelating vragen.
Heb aandacht voor huilende kinderen.
Ga regelmatig troosten of/en geef hen aangepast speelgoed.
Geef kinderen regelmatig te drinken.
Gebruik resorptiedoeken op een verantwoorde manier.
Gebruikt linnen direct in de linnenzak bergen.
Volle linnenzakken worden vervangen.
Voorkom kruisinfecties!
 Bij opname steeds gele schorten op de kamer hangen + aantrekken bij elk contact met
het kind.
 Voor luiers enkel Sangenic gebruiken (uitleg geven aan de ouders!)
 Elk patiëntje met een infectie wordt als “besmettelijk” beschouwd
d.w.z. patiënt blijft op de kamer tot hij 24u zonder koorts is.
 Een isolatie kaart wordt gehangen bij infectieuze aandoeningen.
 Steeds handschoenen dragen bij alle mogelijke contacten met lichaamsvochten (urine,
bloed…).
 Gebruik een gele linnenzak op de isolatiekamers, voor het vuile linnen.
 Geen ringen, armbanden, horloges en kunstnagels!
Afdelingsprofiel KIND 2014-2015
10