ZGV magazine Magazine voor en door medewerkers van Ziekenhuis Gelderse Vallei | nr. 118 juni 2014 Themanummer: Wetenschap in de praktijk Hoofdartikel Ben Witteman over wetenschap en praktijk 8 Goed voor de patiënt Mogelijke samenhang voeding en medicijnen 14 Wetenschap in de praktijk Colin Sietses en Simone Velthuis 18 Quote Wetenschap: wat heb jij ermee te maken? 20 ‘Ik ben graag aan het werk’ Ben Witteman, MDL-arts en hoogleraar 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Onderzoek 4 Dik Snijdelaar Wetenschap in een regionaal ziekenhuis. Ligt dat voor de hand? Anesthesioloog en medisch manager leerhuis Dik Snijdelaar vindt van wel: ‘Een regionaal ziekenhuis is bij uitstek de plek om uitdagende wetenschappelijke studies te doen!’ Vragen aan… Emmelyne Vasse, researchdiëtist In ons ziekenhuis kan ze haar kennis over voeding en gezondheid combineren met de praktijk. Maar wat onderzoekt Emmelyne Vasse precies? En wat zien wij daarvan terug? 15 Wij in de Vallei 16 Wat levert het op als je twee bevlogen onderzoekers bij elkaar zet? Marlieke Visser, researchcoördinator bij onze research unit en Ellen Kampman, hoogleraar voeding en kanker aan de Wageningen Universiteit vertellen wat hun samenwerking tot een succes maakt. Patiënten begeleiden, protocollen schrijven, coördineren van onderzoeken. Het is een greep uit de activiteiten die de werkweek van researchverpleegkundige Lieneke Homans kenmerken. Hoe combineert ze al haar taken en rollen? Marlieke Visser en Ellen Kampman In Beeld Dagboek van Lieneke Homans 19 Het team Ild care Maak kennis met een bijzonder multidisciplinair team in ons ziekenhuis: het ild care team. Met 25 collega’s werken zij eraan om patiënten met longziekten zo goed mogelijk te helpen. En verder… Vragen aan 4 Spraakmakers 5 Mijn droom 6 Kinderen van BZM’ers 7 Interview 8 Goed voor de patiënt 14 Wetenschap in de praktijk 18 De Quote 20 Colofon ZGV Magazine is het blad voor en door medewerkers. Het verschijnt acht keer per jaar met nieuws, informatie en achtergrond. Het volgende nummer verschijnt op 17 juli 2014. Redactie: Joke Erasmus-Kooiman (hoofdredactie), Janneke Drok (eindredactie), Gerda Dogger, Saakje Elsinga, Petra van Hilten, Thera Koppenol, Artiene Robbertsen, Ton Sol m.m.v. Marlieke Visser en Caroline Roozenboom Fotografie: Ernst-Jan Brouwer Ontwerp & realisatie: Avancé Communicatie, Zutphen Redactieadres: [email protected] Coverfoto: Ben Witteman, MDL-arts Onderzoek Wetenschap in de praktijk moet je doen Wetenschap in een regionaal ziekenhuis… dat is toch meer iets voor een academisch ziekenhuis? Nou nee, juist een ziekenhuis als het onze is bij uitstek de plek om uitdagende wetenschappelijke studies te doen! Tekst: Joke Erasmus-Kooiman en Marlieke Visser De belangrijkste reden hiervoor is dat in een ziekenhuis als het onze, in grote aantallen patiënten komen die eenzelfde soort behandeling of (invasieve) ingreep moeten ondergaan. Het is namelijk voor de meeste wetenschappelijke studies belangrijk om ‘variatie’ in de te onderzoeken groep patiënten of behandelingen zoveel mogelijk te beperken. In academische ziekenhuizen is er juist vaak grote diversiteit in patiënten(aanbod) en soorten behandelingen. Verder is het doen van wetenschap een vereiste voor het verwerven en behouden van (medisch-specialistische) opleidingen en diverse keurmerken of erkenningen. Hierdoor kunnen we vervolgens ook weer bepaalde patiëntenstromen behouden of krijgen. ‘Wetenschap opent deuren’ Investeringen Het afgelopen jaar is daarom door het ziekenhuis en de medische staf fors geïnvesteerd in de voorwaarden om het wetenschappelijk onderzoek binnen Ziekenhuis Gelderse Vallei uit te breiden. Concrete voorbeelden hiervan: het aanstellen van een nieuwe researchcoördinator, versterken van de Commissie Wetenschap, creëren van de functie medisch manager leerhuis, oprichten van een researchfonds, aanstellen van een tweede researchverpleegkundige, organiseren van een Wetenschapsavond, verwerven van een grote provinciale subsidie door de Alliantie Voeding voor het project Eat2Move, dit themanummer (!) en last but not least de benoeming van MDL-arts Ben Witteman als hoogleraar aan de Wageningen Universiteit. Hiermee houdt het uiteraard nog niet op; binnenkort start de verbouwing van de medische bibliotheek om daar voor onderzoekers een eigen werkruimte te realiseren. intensief samen met de verpleging, diverse ondersteunende afdelingen en meerdere (para)medisch specialismen. Hierdoor leer je elkaar beter kennen en wordt het eenvoudiger om elkaar te vinden als er vragen of problemen zijn in de reguliere patiëntenzorg. Ik durf dan ook zeker de stelling aan dat het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek Nut voor de patiënt De uitkomsten van de studies worden gebruikt om de zorg voor onze patiënten te verbeteren. Maar het doen van wetenschappelijk onderzoek stimuleert ook de samen- werking tussen verschillende disciplines binnen het ziekenhuis. Om een studie te kunnen uitvoeren werk je vaak de kwaliteit van de zorg voor onze patiënten op een nog hoger niveau brengt. Doen dus! Dik Snijdelaar, anesthesioloog Medisch manager leerhuis 3 4 Vragen aan… 4 v r a g e n a a n Emmelyne Vasse, researchdiëtist Cater with Care Ze voelt zich helemaal thuis in haar rol als researchdiëtist in Ziekenhuis Gelderse Vallei: ‘Ik kan hier mijn kennis over voeding en gezondheid combineren met de praktijk.’ Tekst: Ineke van de Boer Emmelyne studeerde voeding en gezondheid aan Wageningen Universiteit (WUR) en promoveerde aan de Radboud Universiteit op de kwaliteit van psychosociale zorg bij dementie. Ze wilde de link met de praktijk houden en volgde daarom de hbo-studie voeding en diëtetiek. Tijdens haar studie aan de WUR koos ze voor een afstudeeronderzoek gericht op ouderen. Dat bleek een goede zet: ‘Er ging een wereld voor mij open. Ik vind het motiverend om iets aan de kwaliteit van leven voor ouderen te doen.’ Enthousiast: ‘Ik heb ook gewerkt in de patiëntenzorg en kan daardoor goed de vertaalslag maken van onderzoek naar praktijk.’ En toen kwam het project Cater with Care op haar pad. Waar bestaat jouw onderzoek onder andere uit? ‘Ik heb oudere patiënten geïnterviewd over ondervoeding. En hen bijvoorbeeld gevraagd welke behoefte ze hebben op het gebied van voeding. Ook hebben we gegevens verzameld over wat oudere patiënten eten en drinken tijdens hun ziekenhuisopname. Mede hierdoor is besloten dat we ons binnen Cater with Care richten op de ontwikkeling van eiwitverrijkte voeding.’ Wat zien wij in het ziekenhuis terug van jouw onderzoek? ‘De inspanningen binnen Cater with Care hebben geholpen bij het ontwikkelen van de nieuwe menukaart voor At Your Het Cater with Care projectteam bestaat uit verschillende bedrijven, zoals Heinz, Sodexo, NIZO food research en de WUR. Kijk voor meer informatie op www.caterwithcare.nl Request. Daarop kunnen patiënten nu duidelijk zien welke gerechten eiwitrijk zijn en dus verstandig zijn om te kiezen. Daarnaast hebben we een eiwitverrijkte soep, sap, brood en aardappelpuree ontwikkeld. Ook krijgen geriatrische patiënten in ons ziekenhuis sinds een paar maanden standaard een eiwitrijk dieet aangeboden.’ En wat kunnen we nog verwachten? ‘In het najaar start een studie bij de afdelingen geriatrie, longgeneeskunde en interne geneeskunde. We gaan een deel van de patiënten eiwitrijke voeding aanbieden die ontwikkeld is binnen Cater with Care. Ik ben erg benieuwd of het lukt om de eiwitinname van die patiënten daad- werkelijk te laten stijgen tot het gewenste niveau. Herstellen zij sneller dan de groep patiënten die dit niet krijgt?’ Wat drijft jou in je werk voor Cater with Care? ‘Wij hebben een belang om de patiëntenzorg te verbeteren, zonder dat kosten te veel stijgen. Een heel ander belang dan de andere projectleden hebben. Ik vind het een uitdaging om de belangen van ons ziekenhuis daarin te behartigen.’ spraak makers Onderzoeker in levende lijve BCWO. Wie kent de betekenis van deze letters? De student die mij net belde zeker wel. ‘Ik kom eraan!’ zei hij. Hij wilde weten of de BeoordelingsCommissie Wetenschappelijk Onderzoek positief was over zijn onderzoek. De student was met de trein uit Breda gekomen en stond beneden bij de receptie, in de hoop dat er iemand van de commissie naar zijn plannen wilde kijken. De foto’s van de ‘bak’ had hij bij zich. Op mijn kamer vertelde hij enthousiast over de bak waarin de hoogte van het water zou kunnen aangeven in hoeverre er sprake was van oedeem als gevolg van verwijdering van lymfeklieren. Leerzaam. En leuk. Een ontmoeting met een onderzoeker in levende lijve! Om de week komen wij als BCWO bijeen. Dat is vaak: het helpt om onderzoeken zo min mogelijk te vertragen. Meestal beoordelen wij de uitvoerbaarheid van onderzoek in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Van een onderzoek van één hbo-student tot aan wereldwijde onderzoeken. Zo’n zestig per jaar en het worden er ieder jaar meer. Hoe belangrijk onderzoek ook is, het ziekenhuis blijft allereerst verantwoordelijk voor de patiënten. Daarvoor is het advies van de BCWO aan de Raad van Bestuur ook bedoeld. Nu ben ik wel benieuwd wat al die onderzoeken opleveren. Maar dat valt buiten het zicht van onze beoordeling… Gert F. Dekker Voorzitter BCWO Mind your step O ja, even opletten bij de ingang van gate 57; aangekomen bij het einde van de loopband hoor ik: ‘Mind your step’. Mijn eindbestemming is Verenigde Staten en dus: security check. Een boel vragen ( ja, ik heb een laptop bij me; nee, ik ben geen spion) en een uur later zit ik in mijn vliegtuigstoel op weg naar Orlando. Reis en tijd voor mezelf. Ik moet denken aan die 9-jarige jongen. Diagnose: reuma. Tweemaal heb ik hem en zijn moeder gezien: bij de intake voor een wetenschappelijke studie en na zes maanden. Vraagstelling: hoe is de kwaliteit van leven van jonge patiënten en hoe schatten dokters die in? Zit daar een verschil tussen? Bij het laatste bezoek vertelde moeder dankbaar en emotioneel dat ze zo blij was mee te hebben gedaan aan het onderzoek. Want wat bleek? Bij de start van het onderzoek vroeg de jongen thuis aan zijn moeder waarom zij de vragenlijst had ingevuld, in plaats van hijzelf. Hij was in tranen uitgebarsten: ‘Mam, je hebt het niet goed ingevuld. Je zegt dat ik veel meer kan, dan ik kan. Je zegt dat ik minder pijn heb, dan ik heb.’ Zo raakten zij samen in gesprek en gaandeweg realiseerde de moeder zich welke enorme impact de ziekte had op haar zoon en zijn dagelijks leven. Sindsdien begrijpen zij elkaar veel beter en vraagt moeder hoe hij zich voelt en hoe het gaat. Wat bijzonder… ‘Sindsdien begrijpen zij elkaar veel beter en vraagt moeder hoe hij zich voelt en hoe het gaat.’ Wetenschappelijk onderzoek kan soms zo onverwacht een pragmatisch effect hebben. Daarom: mind your step. Die is namelijk soms anders dan wij denken. Arieke Janse Kinderarts, klinisch epidemioloog 5 6 Mijn droom mijn droom Mijn droom. Een bijzondere rubriek in ZGV magazine. De redactie vraagt aan een ZGV’er: ‘Waar droom je van? Welke ideeën heb je?’ Ellen Oosting, fysiotherapeut en wetenschapper: ‘Voor elke patiënt een beweegplan op maat!’ Ellen Oosting promoveert op het thema preoperatieve fysiotherapie en Bibo (Better in, better out) bij patiënten die een totale heupprothese krijgen. ‘Mijn onderzoek heeft uitgewezen dat het haalbaar is om kwetsbare patiënten intensieve fysiotherapie te geven voordat ze geopereerd worden. Daardoor blijft de patiënt op hetzelfde fitheidsniveau of Activiteiten die voor de patiënt belangrijk zijn, kan hij thuis oefenen. Denk bijvoorbeeld aan traplopen of opstaan uit een stoel. Zowel functionele vaardigheden als de conditie worden getraind. Het idee dat een patiënt door een goede voorbereiding meer kans heeft om thuis te kunnen revalideren werkt motiverend!’ Onderzoek ‘Momenteel onderzoek ik met de data uit onze preoperatieve screening of we beter kunnen voorspellen hoe snel iemand na de operatie weer zelfstandig kan functioneren. Zodat je daar in het voortraject op kunt inspelen. Een vervolgstap is om mantelzorgers meer te betrekken bij de revalidatie, aangezien steeds meer patiënten direct naar huis zullen gaan na een operatie.’ gaat zelfs fitter de operatie in. Mijn droom: voor elke patiënt een beweegplan op maat!’ Tekst: Saakje Elsinga ‘De orthopeed stelt de indicatie voor de operatie, bijvoorbeeld een totale heupprothese. Vervolgens screent de fysiotherapeut de patiënt: kan de patiënt zijn dagelijkse activiteiten nog uitvoeren? Zijn er risicofactoren die de zelfstandigheid of het postoperatieve herstel van de patiënt bedreigen? Aan de hand van de uitslag van de screening wordt een oefentraject samengesteld dat aansluit bij de patiënt. ‘Fit blijf je door te bewegen’ Exercise = medicine ‘Om fit oud te kunnen worden moet je in beweging blijven. Zeker ook in het ziekenhuis zou ik patiënten veel meer in beweging willen zien. Dat kun je bijvoorbeeld realiseren door aanpassingen in de inrichting te doen. Een zithoek nodigt uit om naartoe te lopen en aan te gaan zitten. Dat is beter dan in bed te blijven liggen. En er zijn meer dingen die mensen in beweging helpen: een gezamenlijke tafel waaraan patiënten kunnen eten en koffie drinken, hometrainers op de afdeling of mensen zelf hun dienblad laten wegbrengen. Bewegen levert gezondheidswinst op: Exercise = medicine!’ 7 kinderen van bzm’ers In deze rubriek laten we kinderen aan het woord. De kinderen van BZM’ers. BZM’ers? Dat staat voor bekende, beroemde, beruchte of bescheiden ziekenhuismedewerkers. Deze keer is Marjolein (19 jaar), dochter van intensivist en wetenschapper Arthur van Zanten, aan het nten, Arthur van Za wetenschapper intensivist en woord. Vooral nu Marjolein zelf bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit studeert, wordt het haar steeds duidelijker waar haar vader een groot deel van zijn tijd mee bezig is. Tekst: Artiene Robbertsen ‘Mijn vader bijt zich graag in iets vast’ Het vak van wetenschapper, wat zegt dat je? ‘Het is keer op keer een uitdaging, kost veel tijd, maar wordt zeer gewaardeerd. We praten er regelmatig over. Mijn vader is ontzettend goed in wat hij doet, omdat hij zich graag in iets vastbijt. Een eigenschap die je nodig hebt om een goede wetenschapper te zijn, denk ik.’ Herken je dit in zijn aanpak thuis? ‘Mijn vader houdt, net als wij allemaal, van reizen. Onze reis naar Vietnam en Cambodja had hij tot in de details uitgewerkt en was daardoor een groot succes.’ Hoe heeft zijn vak invloed op jou? ‘In de ambities die ik heb ontwikkeld door hem als voorbeeld te hebben. Ik heb geleerd dat je met hard werken veel kunt bereiken, maar dat het soms ook moeilijk of teleurstellend kan zijn.’ Waar ben je het meest trots op? ‘Pas geleden is een artikel over zijn onderzoek naar sepsis gepubliceerd in een groot Amerikaans tijdschrift, iets waar hij al jaren veel van zijn tijd in stopt. De resultaten van het sepsisprogramma op de sterfte in Nederlandse IC-afdelingen waren verbluffend en hebben een grote impact op de gezondheidzorg. Daar ben ik ontzettend trots op.’ Marjolein van Zanten Als je vader geen arts/wetenschapper zou zijn, welk beroep vind je dan bij hem passen? ‘Dirigent. Hij vindt het nu stiekem ook wel leuk, het kost nu alleen te veel tijd. Bernard Haitink is een eind in de 80, dus een carrière in de muziek is zeker niet uitgesloten.’ Vertel eens iets grappigs over je vader, dat niemand weet…. ‘Als niemand het ziet, staat hij in de studeerkamer YouTube te dirigeren met een baton. Hij probeert dan zoveel mogelijk op Mariss Jansons (nu nog chef-dirigent van het Concertgebouw Orkest) te lijken. Een mooi, maar gek gezicht!’ 8 Hoofdartikel MDL-arts Ben Witteman ‘Ik ben graag aan het werk’ Hij werkt al 19 jaar in ons ziekenhuis en is sinds een half jaar ook hoogleraar aan de Wageningen Universiteit. Wat vindt Ben Witteman zo leuk aan wetenschap? En wat voegt zijn hoogleraarschap toe aan zijn werk als MDL-arts? Tekst: Janneke Drok Wetenschap in de praktijk Uit onderzoek blijkt dat hoe gezonder je een operatie in gaat, hoe beter je eruit komt. Ben Witteman vindt het belangrijk dat deze wetenschap in praktijk wordt gebracht. De volgende dingen helpen bij een sneller herstel: - Onderzoek toont aan dat een patiënt tot 6 uur vóór de operatie nog kan eten, en niet onnodig lang nuchter gehouden hoeft te worden. Het is net als bij topsport: hoe beter een patiënt gevoed is, des te beter kan hij de operatie aan. - Vlak voor de operatie een eiwit- glucose drankje nemen, bevordert het herstel erna. - Iedere verpleegkundige moet bekend zijn met het ERAS-protocol (Enhanced Recovery after Surgery) en dit ook zo adequaat mogelijk uitvoeren. - Na de operatie helpt het om kauwgom te kauwen: de maag kan hiermee sneller op gang komen. 9 over zijn twee banen als hoogleraar en medisch specialist: Het is eigenlijk nooit zijn ambitie geweest om hoogleraar te worden. Maar zoals dat met veel dingen gaat, is hij er ingerold. Zijn interesse voor wetenschap bestaat wel al langer. Twintig jaar geleden, toen hij van het Radboud UMC naar Ziekenhuis Gelderse Vallei ging, vond hij het al interessant dat de Wageningen Universiteit (WUR) om de hoek is: ‘Ik heb altijd wel wat zitten schurken tegen de WUR. Je kunt daar als ziekenhuis zoveel mee doen in de samenwerking. Maar ambitie om hoogleraar te worden? Nee, dat kwam pas later.’ Hoe het dan toch zo ver kwam? Men zocht een boegbeeld voor de Alliantie Voeding Gelderse Vallei, een initiatief van ons ziekenhuis en de afdeling Humane voeding van de WUR. Dat boegbeeld moest wel hoogleraar zijn. Ben kwam daarvoor in aanmerking; ook al was hij nog geen hoogleraar, hij was zogezegd ‘professorabel’. Ondanks de extra tijd die een hoogleraarschap hem zou kosten – tijd die bijvoorbeeld ten koste gaat van zijn hobby gitaren bouwen – heeft hij toegezegd: ‘Het hoogleraarschap bleek een goede keus toen het eenmaal op mijn pad kwam. Wetenschap bedrijven en lesgeven aan studenten is erg leuk om te doen.’ Specialisatie In welke onderwerpen geeft hij college? ‘Ik ben gespecialiseerd in transmurale voeding. Ik richt me, ook in mijn lesaanbod, met name op de vraag hoe je met voeding kunt zorgen dat je iemand uit het ziekenhuis houdt. Hoe voorkom je dat een onderliggende aandoening overgaat in ziekte? Hoe voorkom je bijvoorbeeld met aangepaste voeding dat iemand met een chronische darmziekte een opvlamming van zijn ziekte krijgt? En hoe houd je iemand met een spastische darm aan het werk? Voeding speelt hierin een belangrijke rol.’ Voeding op de kaart Zijn missie is om voeding bij alle professionals in het ziekenhuis op de kaart te krijgen: ‘Als je als voedingsziekenhuis kunt laten zien dat patiënten sneller door een operatie komen door goede voeding, is dat winst. In de afgelopen tien jaar hebben we al veel bereikt op het gebied van voeding. Maar het kan altijd beter!’ Is het lastig om een wetenschappelijke theorie in praktijk te brengen? ‘De afstand tussen wetenschap en praktijk is groot. Het duurt vaak lang voordat resultaten geïmplementeerd zijn. Het is onze taak als wetenschappers om te laten zien dat voeding een belangrijke factor is voor een snel herstel na een operatie.’ Ben noemt een voorbeeld van een patiënt die hij behandelde voor slokdarmkanker. De patiënt was sterk vermagerd en lichamelijk in slechte conditie. De man hield van wielrennen, dus heeft Ben hem geadviseerd om als voorbereiding op de komende operatie flink te gaan fietsen. Met zijn sondevoeding op zijn rug is de man gaan trainen. Hij sterkte binnen enkele weken enorm aan, en was binnen vijf dagen na de operatie weer thuis. Ben: ‘Natuurlijk is dit maar één verhaal, maar het laat wel het belang zien van een goede conditie. En die kun je bereiken met goede voeding en veel bewegen. Een operatie is in die zin net als topsport.’ Focus aanbrengen Hoe verdeelt Ben zijn tijd? ‘Ik ben drie dagen in Ede, soms vier. En één dag per week in Wageningen. Eigenlijk ben ik iedere dag en avond wel bezig: ik krijg veel mails, iedereen wil contact leggen en dan moet je ook nog van jezelf laten horen door onderzoek te doen. Dat is veel, maar het is wel erg leuk. De kunst is om je te focussen op dat wat onder je leerstoel valt.’ Toegevoegde waarde Wat merken patiënten van zijn hoogleraarschap? ‘Op zich niet veel, ik doe nog steeds hetzelfde klinische werk. En voor mij blijft de patiëntenzorg het belangrijkste. Ik zou dat niet willen opgeven voor de wetenschap. Maar wat leuk is, is dat in de lokale krant heeft gestaan dat ik professor ben geworden. Ik krijg ontzettend veel felicitaties van patiënten.’ Hij lacht: ‘En er zijn ineens veel meer patiënten die mij als behandelaar willen.’ En wat is zijn toegevoegde waarde bij de WUR? ‘Ik ben een echte clinicus met veel interesse in klinisch onderzoek en de patiënt. Het is goed voor de WUR om iemand aan boord te hebben met een medische achtergrond. Ik denk anders dan de gemiddelde wetenschapper. Beide inzichten vullen elkaar aan. Daardoor kunnen we als team een extra stap maken.’ De leerstoelopdracht van Ben Witteman is gericht op voeding en darmgezondheid in de transmurale zorg 10 Wetenschappelijke publicaties Ziekenhuis Gelderse Vallei 2013 Anesthesiologie de Graaff JC, Bijker JB, Kappen TH, van Wolfswinkel L, Zuithoff NP, Kalkman CJ. Incidence of intraoperative hypoxemia in children in relation to age. Anesth Analg. 2013 Jul;117(1):169-75. van den Boezem PB, Velthuis S, Lourens HJ, Samlal RA, Cuesta MA, Sietses C. Hybrid transvaginal cholecystectomy, clinical results and patient-reported outcomes of 50 consecutive cases. J Gastrointest Surg. 2013 May;17(5):907-12. Bijker JB, Gelb AW. Review article: the role of hypotension in perioperative stroke. Can J Anaesth. 2013 Feb;60(2):159-67. Dermatologie Balak DM, Oostveen AM, Bousema MT, Venema AW, Arnold WP, Seyger MM, Thio HB. Effectiveness and safety of fumaric acid esters in children with psoriasis: a retrospective analysis of 14 patients from the Netherlands. Br J Dermatol. 2013 Jun;168(6):1343-1347. Schneijderberg M, Arnold WP. Verwijzingen door huisarts naar polikliniek dermatologie. Modern Medicine. 2013 12: 333-336. Fysiotherapie Dronkers JJ, Chorus AM, van Meeteren NL, Hopman-Rock M. The association of pre-operative physical fitness and physical activity with outcome after scheduled major abdominal surgery. Anaesthesia. 2013 Jan;68(1):67-73. Geriatrie Heemels IM, Janse A, de Vries JH, de Groot CP Nutritional assessment of geriatric outpatients using MNA and MUST screening tools. J Aging Res Clin Practice. 2013 Jun;2(1):46-50. Meeuwsen EJ, Melis RJ, Geert CH, et al. including Verheijen D. Geheugenpolikliniek of huisarts bij dementie: vergelijking van de effectiviteit van de begeleiding van patiënten en mantelzorgers. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013 157:A6356. Meeuwsen E, Melis R, van der Aa G, de Leest B, van Raak F, Schölzel-Dorenbos C, Verheijen D, Verhey F, Visser M, Wolfs C, Adang E, Olde Rikkert M. Cost-effectiveness of one year dementia follow-up care by memory clinics or general practitioners: economic evaluation of a randomised controlled trial. PLoS One. 2013 Nov 25;8(11):e79797. Gynaecologie van Altena AM, van den Akker PA, de Hullu JA, Ottevanger PB, Aalders AL, Gerritse R, Happel M, Hoekstra MP, Janssen MJ, Samlal RA, Smeets KM, Snijders MP, Vasmel MJ, Vollebergh JH, Kiemeney LA, Massuger LF. Efficacy of a regional network for ovarian cancer care. Obstet Gynecol. 2013 Sep;122(3): 668-75. Wetenschappelijke publicaties Ziekenhuis Gelderse Vallei 2013 van den Boezem PB, Velthuis S, Lourens HJ, Samlal RA, Cuesta MA, Sietses CJ Hybrid transvaginal cholecystectomy, clinical results and patient-reported outcomes of 50 consecutive cases. J Gastrointest Surg. 2013 May;17(5):907-12. Nieboer TE, Massa M, Weinans MJ, Vierhout ME, Kluivers KB, Stegeman DF. Does training of the nondominant upper extremity reduce the surgeon’s muscular strain during laparoscopy?:Results from a randomized controlled trial. Surg Innov. 2013 Jun;20(3):292-8. Heelkunde Velthuis S, van den Boezem PB, Lips DJ, Prins HA, Cuesta MA, Sietses C. Comparison of short-term surgical outcomes after single-incision laparoscopic versus multiport laparoscopic right colectomy: a two-center, prospective case-controlled study of 100 patients. Dig Surg. 2012 Apr;29(6):477-83. Vennix S, Abegg R, Bakker OJ, van den Boezem PB, Brokelman WJ, Sietses C, Bosscha K, Lips D, Prins HA. Surgical re-interventions following colorectal surgery: open versus laparoscopic management of anastomotic leakage. J Laparoendosc Adv Surg Tech A. 2013 Sep;23(9):739-44. van den Boezem PB, Velthuis S, Lourens HJ, Samlal RA, Cuesta MA, Sietses C. Hybrid transvaginal cholecystectomy, clinical results and patient-reported outcomes of 50 consecutive cases. J Gastrointest Surg. 2013 May;17(5):907-12. Velthuis S, van den Boezem PB, van der Peet DL, Cuesta MA, Sietses C. Feasibility study of transanal total mesorectal excision. Br J Surg. 2013 May;100(6):828-31. Velthuis S, Weits T, van Rens MT. A smoker with progressive knee complaints. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013 157(9):A5750. Kaakchirurgie Perdijk FB, Meijer GJ, Soehardi A, Koole R. A lower border augmentation technique to allow implant placement after a bilateral mandibular fracture as a complication of vertical distraction osteogenesis: a case report. Int J Oral Maxillofac Surg. 2013 Jul;42(7):897-900. Intensive Care Bittner MI, Donnelly M, van Zanten AR, Andersen JS, Guidet B, Trujillano Cabello JJ, Gardiner S, Fitzpatrick G, Winter B, Joannidis M, Schmutz A. How is intensive care reimbursed? A review of eight European countries. Ann Intensive Care. 2013 Nov 12;3(1):37. van Zanten AR, van der Meer YG. Prolonged infusion of carbapenems in critically ill patients: time to extend our practice. Crit Care Med. 2013 Feb;41(2):676-7. van Zanten AR. Nutrition barriers in abdominal aortic surgery: a multimodal approach for gastrointestinal dysfunction. J Parenter Enteral Nutr. 2013 Mar;37(2):172-7. 11 Interne geneeskunde Boonstra K, Culver EL, de Buy Wenniger LM, van Heerde MJ, van Erpecum KJ, Poen AC, van Nieuwkerk CM, Spanier BW, Witteman BJ, Tuynman HA, van Geloven N, van Buuren H, Chapman RW, Barnes E, Beuers U, Ponsioen CY. Serum IgG4 and IgG1 for Distinguishing IgG4-Associated Cholangitis from Primary Sclerosing Cholangitis. Hepatology. 2013 Dec 21.[Epub ahead of print] Cremers JP, Drent M, Elfferich MD, Nelemans PJ, Wijnen PA, Witteman BJ, Schols AM. Body composition profiling in a Dutch sarcoidosis population. Sarcoidosis Vasc Diffuse Lung Dis. 2013 Dec 17;30(4):289-99. van Brunschot S, van Grinsven J, Voermans RP, Bakker OJ, Besselink MG, Boermeester MA, Bollen TL, Bosscha K, Bouwense SA, Bruno MJ, Cappendijk VC, Consten EC, Dejong CH, Dijkgraaf MG, van Eijck CH, Erkelens GW, van Goor H, Hadithi M, Haveman JW, Hofker SH, Jansen JJ, Laméris JS, van Lienden KP, Manusama ER, Meijssen MA, Mulder CJ, Nieuwenhuis VB, Poley JW, de Ridder RJ, Rosman C, Schaapherder AF, Scheepers JJ, Schoon EJ, Seerden T, Spanier BW, Straathof JW, Timmer R, Venneman NG, Vleggaar FP, Witteman BJ, Gooszen HG, van Santvoort HC, Fockens P. Transluminal endoscopic step-up approach versus minimally invasive surgical step-up approach in patients with infected necrotising pancreatitis (TENSION trial): design and rationale of a randomised controlled multicenter trial [ISRCTN09186711]. Dutch Pancreatitis Study Group. BMC Gastroenterol. 2013 Nov 25;13:161. Dura P, Berkers T, van Veen EM, Salomon J, te Morsche RH, Roelofs HM, Kristinsson JO, Wobbes T, Witteman BJ, Tan AC, Drenth JP, Peters WH. Polymorphisms in alcohol-metabolizing enzymes and esophageal carcinoma susceptibility: a Dutch Caucasian case-control study. J Hum Genet. 2013 Nov;58(11):742-8. Boonstra K, Weersma RK, van Erpecum KJ, Rauws EA, Spanier BW, Poen AC, van Nieuwkerk KM, Drenth JP, Witteman BJ, Tuynman HA, Naber AH, Kingma PJ, van Buuren HR, van Hoek B, Vleggaar FP, van Geloven N, Beuers U, Ponsioen CY. Population-based epidemiology, malignancy risk, and outcome of primary sclerosing cholangitis. EpiPSCPBC Study Group. Hepatology. 2013 Dec;58(6):2045-55. Dura P, Salomon J, Te Morsche RH, Roelofs HM, Kristinsson JO, Wobbes T, Witteman BJ, Tan AC, Drenth JP, Peters WH. No role for glutathione S-transferase genotypes in Caucasian esophageal squamous cell or adenocarcinoma etiology: an European case-control study. BMC Gastroenterol. 2013 Jun 3;13:97. He T, Spelbrink RE, Witteman BJ, Giuseppin ML. Digestion kinetics of potato protein isolates in vitro and in vivo. Int J Food Sci Nutr. 2013 Nov;64(7):787-93. Künzli HT, Timmer R, Schwartz MP, Witteman BJ, Weusten BL, van Oijen MG, Siersema PD, Vleggaar FP. Endoscopic ultrasonography-guided drainage is an effective and relatively safe treatment for peripancreatic fluid collections in a cohort of 108 symptomatic patients. Eur J Gastroenterol Hepatol. 2013 Aug;25(8):958-63. Dura P, van Veen EM, Salomon J, te Morsche RH, Roelofs HM, Kristinsson JO, Wobbes T, Witteman BJ,Tan AC, Drenth JP, Peters WH. Barrett associated MHC and FOXF1 variants also increase esophageal carcinoma risk. Int J Cancer. 2013 Oct 1;133(7):1751-5. Dura P, Bregitha CV, te Morsche RH, Roelofs HM, Kristinsson JO, Wobbes T, Witteman BJ, Tan AC, Drenth JP, Peters WH. GWAS-uncovered SNPs in PLCE1 and RFT2 genes are not implicated in Dutch esophageal adenocarcinoma and squamous cell carcinoma etiology. Eur J Cancer Prev. 2013 Sep;22(5):417-9. Faber J, Berkhout M, Fiedler U, Avlar M, Witteman BJ,Vos AP, Henke M, Garssen J, van Helvoort A, Otten MH, Arends J. Rapid EPA and DHA incorporation and reduced PGE2 levels after one week intervention with a medical food in cancer patients receiving radiotherapy, a randomized trial. Clin Nutr. 2013 Jun;32(3):338-45. Kok L, Elias SG, Witteman BJ, Goedhard JG, Romberg-Camps MJ, Muris JW, Moons KG, de Wit NJ. Application of the Rome III criteria is not likely to reduce the number of unnecessary referrals for colonoscopy in primary care. Eur J Gastroenterol Hepatol. 2013 May;25(5):568-74. Abouyahya I, Alhan C, Westers TM, te Boekhorst PA, KappersKlunne MC, Coenen JL, Heyning FH, Huls GA, de Wolf JT, Imholz AL, Koene HR, Veth G, de Kruijf EJ, Muus P, Planken EV, Segeren CM, Vasmel WL, van der Velden AM, Velders GA, Koedam J, Ossenkoppele GJ, van de Loosdrecht AA. Treatment with lenalidomide in myelodysplastic syndromes with deletion 5q: results from the Dutch named patient program. Leuk Lymphoma. 2013 Apr;54(4):874-7. de Jong B, Klein Gunnewiek J, Bootsma H, de Kruijf EJ. Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn. Medisch Contact. 2013 Nov 28;48:2540-41. Klok-Vonkeman S, Douw G, Janse AJ. Pancaking: An underestimated problem among ostomates: A cross-sectional study of the prevalence and consequences of pancakin, World Council of Enterostomal Therapists Journal 2013 Oct/ Dec;33(4):16-25 Kindergeneeskunde Aldenhoven M, van Enk JG, Avis WA. Minocycline-induced autoimmune hepatitis. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013 157(3):A5465. www.geldersevallei.nl 12 Klinische chemie van Venrooij LM, Visser M, de Vos R, van Leeuwen PA, Peters RJ, de Mol BA. Cardiac-Surgery-Specific Screening Tool identifies preoperative undernutrition in cardiac surgery. Ann Thorac Surg 2013 Feb;95(2):642-7. Bronkhorst S, Schouten R, Lammers R, Klein Gunnewiek J. Naar een volledig geautomatiseerd laboratorium. Analyse 2013 Feb;68:12-14. Longgeneeskunde van Zwam M, Wetzels JF, Willems HL. Als je creatinine laat bepalen, dan ook altijd ureum? Ned Tijdschr Geneeskd 2013 157:A6357. Baughman RP, Drent M, Costabel U. Om Prakash Sharma, MD, FRCP, FCCP - 4 July 1936 - 19 August 2012. Internationally acclaimed specialist in sarcoidosis. Sarcoidosis Vasc Diffuse Lung Dis. 2013 Nov 25;30(3):3275. de Jong B, Klein Gunnewiek J, Bootsma HP, de Kruijf EJ. Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn. Med Contact 2013 Nov;48:2540-2541. Vulto-van Silfhout AT, de Vries BB, van Bon BW, Hoischen A, Ruiterkamp-Versteeg M, Gilissen C, Gao F, van Zwam M, Harteveld CL, van Essen AJ, Hamel BC, Kleefstra T, Willemsen MA, Yntema HG, van Bokhoven H, Brunner HG, Boyer TG, de Brouwer AP. Mutations in MED12 cause X-linked Ohdo syndrome. Am J Hum Genet 2013 Mar 3;92(3):401-406. Watts AO, van Lipzig MM, Jaeger WC, Seeber RM, van Zwam M, Vinet J, van der Lee MM, Siderius M, Zaman GJ, Boddeke HW, Smit MJ, Pfleger KD, Leurs R, Vischer HF. Identification and profiling of CXCR3-CXCR4 chemokine receptor heteromer complexes. Br J Pharmacol 2013 Apr; 168(7):1662-1674. van Zwam M, Vinet J, Dijkstra IM, Brouwer N, van Weering HR, Watts A, Meijer M,Fokkens MR, Kannan V, Verzijl D, Vischer HF, Smit MJ, Leurs R, Biber K, Boddeke HW. Inhibition of CXCR3-mediated chemotaxis by the human chemokine receptor-like protein CCX-CKR. Br J Pharmacol 2013 Mar;168(6):1375-1387. Balvers MG, Wortelboer HM, Witkamp RF, Verhoeckx KC. Liquid chromatography-tandem mass spectrometry analysis of free and esterified fatty acid N-acyl ethanolamines in plasma and blood cells. Anal Biochem 2013 Mar 15;434(2): 275-283. Balvers MG, Verhoeckx KC, Meijerink J, Wortelboer HM, Witkamp RF. Measurement of palmitoylethanolamide and other N-acylethanolamines during physiological and pathological conditions. CNS Neurol Disord Drug Targets 2013 Feb 1;12(1):23-33. Meijerink J, Balvers M, Witkamp R. N-acyl amines of docosahexaenoic acid and other n-3 polyunsatured fatty acids – from fishy endocannabinoids to potential leads. Br J Pharmacol 2013 Jun;169(4):772-83. Leerhuis Visser M, van Venrooij LM, Vulperhorst L, de Vos R, Wisselink W, van Leeuwen PA, de Mol BA. Sarcopenic obesity is associated with adverse clinical outcome after cardiac surgery. Nutr Metab Cardiovasc Dis 2013 Jun;23(6): 511-8. Wetenschappelijke publicaties Ziekenhuis Gelderse Vallei 2013 Drent M, Baughman RP. Comparison of methods to diagnose sarcoidosis. JAMA. 2013 Oct 16;310(15):1624-5. Cremers JP, Drent M, Elfferich MD, Nelemans PJ, Wijnen PA, Witteman BJ, Schols AM. Body composition profiling in a Dutch sarcoidosis population. Sarcoidosis Vasc Diffuse Lung Dis. 2013 Dec 17;30(4):289-99. Travis WD, Costabel U, Hansell DM, King TE Jr, Lynch DA, Nicholson AG, Ryerson CJ, Ryu JH, Selman M, Wells AU, Behr J, Bouros D, Brown KK, Colby TV, Collard HR, Cordeiro CR, Cottin V, Crestani B, Drent M, Dudden RF, Egan J, Flaherty K, Hogaboam C, Inoue Y, Johkoh T, Kim DS, Kitaichi M, Loyd J, Martinez FJ, Myers J, Protzko S, Raghu G, Richeldi L, Sverzellati N, Swigris J, Valeyre D. An official American Thoracic Society/European Respiratory Society statement: Update of the international multidisciplinary classification of the idiopathic interstitial pneumonias. ATS/ERS Committee on Idiopathic Interstitial Pneumonias. Am J Respir Crit Care Med. 2013 Sep 15;188(6):733-48. Mostard RL, van Kroonenburgh MJ, Drent M. The role of the PET scan in the management of sarcoidosis. Curr Opin Pulm Med. 2013 Sep;19(5):538-44. Cremers JP, Drent M, Bast A, Shigemitsu H, Baughman RP, Valeyre D, Sweiss NJ, Jansen TL. Multinational evidence-based World Association of Sarcoidosis and Other Granulomatous Disorders recommendations for the use of methotrexate in sarcoidosis: integrating systematic literature research and expert opinion of sarcoidologists worldwide. Curr Opin Pulm Med. 2013 Sep;19(5):545-61. Vanspauwen MJ, Schnabel RM, Bruggeman CA, Drent M, van Mook WN, Bergmans DC, Linssen CF. Mimivirus is not a frequent cause of ventilator-associated pneumonia in critically ill patients. J Med Virol. 2013 Oct;85(10):1836-41. Marcellis RG, Lenssen AF, de Vries J, Drent M. Reduced muscle strength, exercise intolerance and disabling symptoms in sarcoidosis. Curr Opin Pulm Med. 2013 Sep;19(5):524-30. Marcellis RG, Lenssen AF, Kleynen S, De Vries J, Drent M. Exercise capacity, muscle strength, and fatigue in sarcoidosis: a follow-up study. Lung. 2013 Jun;191(3):247-56. 13 Mostard RL, Verschakelen JA, van Kroonenburgh MJ, Nelemans PJ, Wijnen PA, Vöö S, Drent M. Severity of pulmonary involvement and (18)F-FDG PET activity in sarcoidosis. Respir Med. 2013 Mar;107(3):439-47. Drent M, Baughman RB. Professor Om Prakash Sharma 19362012. Curr Opin Pulm Med. 2013 Jan;19(1):1-5. Heij L, Niesters M, Swartjes M, Hoitsma E, Drent M, Dunne A, Grutters JC, Vogels O, Brines M, Cerami A, Dahan A. Safety and efficacy of ARA 290 in sarcoidosis patients with symptoms of small fiber neuropathy: a randomized, doubleblind pilot study. Mol Med. 2013 Jan 22;18:1430-6. Wijnen PA, Verschakelen JA, Bast A, Bekers O, Drent M. Diffuse alveolar hemorrhage in coumarin users: a fibrosing interstitial pneumonia trigger? Lung. 2013 Feb;191(1):53-9. Marcellis RG, Lenssen AF, de Vries GJ, Baughman RP, van der Grinten CP, Verschakelen JA, De Vries J, Drent M. Is there an added value of cardiopulmonary exercise testing in sarcoidosis patients? Lung. 2013 Feb;191(1):43-52. de Kleijn WP, Drent M, De Vries J. Nature of fatigue moderates depressive symptoms and anxiety in sarcoidosis. Br J Health Psychol. 2013 May;18(2):439-52. Saketkoo LA, Mittoo S, Huscher D, et al. including Drent M. Connective tissue disease related interstitial lung diseases and idiopathic pulmonary fibrosis: provisional core sets of domains and instruments for use in clinical trials. Thorax 2013 Dec 24. [Epub ahead of print] Maag-, darm-, leverziekten Zie Interne geneeskunde Neurologie Snitselaar MA, Smits MG, van der Heijden KB, Spijker J. Sleep and Circadian Rhythmicity in Adult ADHD and the Effect of Stimulants: A Review of the Current Literature. J Atten Disord. 2013 Mar 18. [Epub ahead of print] Rovers JM, Brekelmans GJ, Visser LH. Piso-hamate hiatus syndrome in a patient with Riche-Cannieu anastomosis. BMJ Case Rep. 2013 Mar 20;2013. Keijzer H, Smits MG, Duffy JF, Curfs LM. Why the dim light melatonin onset (DLMO) should be measured before treatment of patients with circadian rhythm sleep disorders. Sleep Med Rev. 2013 Dec 10. [Epub ahead of print] Neurochirurgie Berghauser Pont LM, Dippel DW, Verweij BH, Dirven CM, Dammers R. Ambivalence among neurologists and neurosurgeons on the treatment of chronic subdural hematoma: a national survey. Acta Neurol Belg. 2013 Mar;113(1):55-9. Reumatologie ten Klooster PM, Vonkeman HE, Taal E, Siemons L, Hendriks L, de Jong AJ, Dutmer EA, van Riel PL, van de Laar MA. Performance of the Dutch SF-36 version 2 as a measure of health-related quality of life in patients with rheumatoid arthritis. Health Qual Life Outcomes. 2013 May 8;11:77. van Herwaarden N, van der Maas A, Jansen TL, Dutmer EA, Hartkamp A, van Riel PL, Kievit W, van den Bemt BJ, den Broeder AA. Can response duration after the first rituximab treatment be used in timing of rituximab retreatment? Scand J Rheumatol. 2013 Jun;42(3):251-2. van Dartel SA, Fransen J, Kievit W, Dutmer EA, Brus HL, Houtman NM, van de Laar MA, van Riel PL. Predictors for the 5-year risk of serious infections in patients with rheumatoid arthritis treated with anti-tumour necrosis factor therapy: a cohort study in the Dutch Rheumatoid Arthritis Monitoring (DREAM) registry. Rheumatology (Oxford). 2013 Jun;52(6):1052-7. Umic´ evic´ Mirkov M, Cui J, Vermeulen SH, Stahl EA, Toonen EJ, Makkinje RR, Lee AT, Huizinga TW, Allaart R, Barton A, Mariette X, Miceli CR, Criswell LA, Tak PP, de Vries N, Saevarsdottir S, Padyukov L, Bridges SL, van Schaardenburg DJ, Jansen TL, Dutmer EA, van de Laar MA, Barrera P, Radstake TR, van Riel PL, Scheffer H, Franke B, Brunner HG, Plenge RM, Gregersen PK, Guchelaar HJ, Coenen MJ. Genomewide association analysis of anti-TNF drug response in patients with rheumatoid arthritis. Ann Rheum Dis. 2013 Aug;72(8):1375-81. Ziekenhuisapotheek van Zanten AR, van der Meer YG. Prolonged infusion of carbapenems in critically ill patients: time to extend our practice. Crit Care Med. 2013 Feb;41(2):676-7. Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn. de Jong B, Klein Gunnewiek J, Bootsma HP, de Kruijf EJ. Med Contact 2013 Nov 28;48:2540-2541. Roskam-Kwint HM, Kruizinga SP, Kaal MJH, Bootsma HPR. Gevaarlijke designer drug “krokodil” voor het eerst in Nederland gesignaleerd. PW Wetenschappelijk Platform 2013 7:a1328. Voormolen EH, Froelich S, Woerdeman PA, Berkelbach van der Sprenkel JW, Braunius WW, Regli L. Surgical instrument tracking optimizes trans-sphenoidal endoscopic treatment of petrous apex cholesterol granuloma. J Neurol Surg A Cent Eur Neurosurg. 2013 Mar;74(2):109-12. www.geldersevallei.nl 14 Goed voor de patiënt Tekort aan vitaminen of mineralen als bijwerking geneesmiddel Mogelijke samenhang tussen voeding en medicijnen Bijwerkingen door gebruik van medicijnen komen regelmatig voor in de patiëntenzorg. Voordat een iten Wout van Orten-Lu Als dierenarts verbaasde Wout zich al over de invloed van voeding op de gezondheid van honden en katten. Vijf jaar geleden besloot ze zich verder te verdiepen in voeding en gezondheid. Ze volgde de gelijknamige studie aan de Wageningen Universiteit. In 2012 studeerde ze af. Sindsdien is zij één van de onderzoekers van het project ‘Medicatie en Micronutriënten’ van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei. Oudere patiënten Voor dit onderzoek worden gegevens gebruikt van een grote groep geriatrische patiënten, op dit moment 1793 personen. ‘We kozen voor deze populatie, omdat het medicijngebruik onder oudere patiënten vaak hoog is. Daarnaast is ondervoeding een veelvoorkomend probleem. De kans op een tekort aan voedingsstoffen in onze groep patiënten is groot. Dat maakt ons onderzoek bijzonder uitdagend,’ aldus Wout. medicijn op de markt mag komen, wordt het verplicht onderzocht. Medicijnen kunnen ook tekorten aan voedingsstoffen veroorzaken. Over dit soort bijwerkingen is echter nog weinig bekend. Wout van Orten-Luiten is één van de onderzoekers die zich hierover buigt. Tekst: Artiene Robbertsen Vitaminetekort Wout vertelt: ‘In de artsenopleiding krijgt voeding weinig aandacht. Een gemiste kans, want voeding kan een belangrijke rol spelen in het voor- komen van ziektes of behandelen van oorzaken. Een tekort aan vitaminen of mineralen, ook wel micronutriënten genoemd, kan klachten geven. Het is belangrijk dat een arts de belangrijkste symptomen hiervan herkent. Denk bijvoorbeeld aan polyneuropathie, een bekende en onomkeerbare complicatie van diabetes. Maar polyneuropathie kan óók worden veroorzaakt door een tekort aan vitamine B12. Ons project onderzoekt of medicatie ook invloed kan hebben op een tekort aan micronutriënten. Met eenvoudig bloed- Onderzoeksproject Alliantie Voeding Gelderse Vallei ‘Medicatie en Micronutriënten’ In de projectgroep zitten: • André Janse, geriater, Ziekenhuis Gelderse Vallei • Renger Witkamp, hoogleraar Voeding en Farmacologie, Wageningen Universiteit • Rosalie Dhonukshe-Rutten, Humane Voeding, Wageningen Universiteit • Wout van Orten-Luiten, Alliantie Voeding Gelderse Vallei prikken kan een arts een tekort opsporen en, waar nodig, behandelen met supplementen.’ Praktijk ‘Wat je hier in de praktijk mee kunt? Allereerst is het belangrijk om met een kritische blik naar het medicijn- gebruik van een patiënt te kijken. Verder hoop ik dat door dit onderzoek de medische wereld meer aandacht krijgt voor tekorten aan voedingsstoffen als oorzaak van klachten en als mogelijke bijwerking van geneesmiddelen. En dat artsen daardoor vaker micronutriënten zullen meenemen in hun aanvragen van bloedonderzoeken. Daarnaast kan een vragenformulier om ondervoeding op te sporen zinvol zijn. In ons onderzoek zien we dat patiënten die een voedingssupplement gebruiken, toch nog tekorten kunnen hebben. Dit moet je in de gaten houden door vaker bloed te prikken. Ten slotte kan het zijn dat klachten niet altijd worden opgelost, ondanks het voorschrijven van supplementen. Maar het kan verdere achteruitgang misschien wél voorkomen of afremmen. Mogelijk dat een patiënt daardoor toch nog wat opknapt. En daar doen we het voor!’ Wij in de Vallei Twee bevlogen onderzoekers met hart voor de mens: Marlieke Visser, researchcoördinator bij onze Research Unit en Ellen Kampman, hoogleraar voeding en kanker aan de Wageningen Universiteit (WUR). Wij in de Vallei Tekst: Saakje Elsinga Marlieke leerde Ellen kennen tijdens haar studie Voeding en gezondheid. Daarna werkte ze als onderzoeksassistent met Ellen samen: ‘Ellen is enthousiast en dat brengt ze over in haar projecten’. Ellen volgde Marlieke tijdens haar promotieonderzoek over Klinische voeding in Amsterdam en is blij dat Marlieke voor ons ziekenhuis werkt: ‘Marlieke weet veel, is een goede onderzoeker en vindt de samenwerking met de WUR belangrijk.’ Wat is de meerwaarde van jullie samenwerking? Marlieke en Ellen ontmoeten elkaar regelmatig in de onderzoekswereld van de Food Valley. Bijvoorbeeld op de Food for thought avonden. Deze wetenschapsavonden geven een impuls aan de samenwerking tussen de WUR en ZGV. ‘Er is veel belangstelling voor, ik vind de avonden inspirerend! Je bereikt veel als je elkaar daadwerkelijk ontmoet en aanvult. In deze samenwerking is Marlieke heel belangrijk’, vertelt Ellen. ‘Zij volgt het onderzoeksproces doordat ze beide partijen ontmoet. Ze overziet waar de bottleneck zit en waar we meer energie in de afstemming moeten steken.’ Marlieke Visser Marlieke, hoe heeft Ellen bijgedragen aan jouw enthousiasme voor wetenschappelijk onderzoek? Marlieke: ‘Ze vertelde wel eens over haar eigen traject tot hoogleraar, dat kansen dichterbij liggen dan je denkt, als je maar gelooft dat je het kunt. Daar denk ik regelmatig aan.’ Stel, jullie zetten samen een onderzoek op, welk onderwerp zou je voorstellen? Marlieke: ‘We hebben beide passie en wil om het effect van voeding en bewegen bij ziekte te onderzoeken.’ Ellen: ‘Patiënten met kanker in de schijnwerper zetten die er van de buitenkant gezond uit zien, maar dat van binnen misschien niet zijn. Op zo’n moment hebben mensen het nodig als individu gezien te worden.’ Wat kenmerkt jullie naast het feit dat je een vrouwelijke onderzoeker bent? Ellen: ‘Marlieke is sociaalvaardig en kan goed met allerlei soorten mensen omgaan: studenten, specialisten, onderzoekers. Ze weet veel, maar zal dat niet van de daken schreeuwen. En ze is gestructureerd, ze weet waar ze naartoe gaat.’ Marlieke: ‘Ellen is voor mij als persoon en onderzoeker een voorbeeld. Wat ik zo leuk vind, is dat ze leert van haar studenten, ze is oprecht geïnteresseerd in iedereen. Ze is benaderbaar, ik kan met haar praten over de inhoud van het onderzoek, maar ook over hoe je een baan als hoogleraar combineert met je privéleven.’ Ellen Kampman Een overzicht van onderzoeken op het gebied van voeding en kanker vind je op www.voedingenkankerstudies.nl. Voor informatie over wetenschap in ons ziekenhuis ga je naar http://ZIP/wetenschap of www.geldersevallei.nl/wetenschap. 15 12 In beeld Wat doet een researchverpleegkundige? Een kijkje in de van Lieneke Homans Papierwerk is een belangrijk onderde el van Lienekes we rk Lieneke Homans werkt al 22 jaar in ons ziekenhuis. Sinds 2006 is ze researchverpleegkundige interne geneeskunde/MDL. Ze coördineert en ondersteunt medisch wetenschappelijk onderzoek in het ziekenhuis. Hoe dat er in de praktijk uitziet? Je leest het in haar dagboek. Tekst: Joke Erasmus-Kooiman Vandaag heb ik overleg met MDL-arts Ben Witteman en een studente van de Wageningen Universiteit. Zij gaat onderzoeken hoe snel een bepaald eiwit/suikerdrankje de maag passeert bij proefpersonen met een vertraagde maag-darmwerking. We bespreken hoe het protocol eruit gaat zien. Ik ben voor deze studente het aanspreekpunt voor praktische zaken. Samen inventariseren we welke extra onderzoeken en welke kosten nodig zijn in deze studie, en welke afdelingen akkoord moeten geven. Een verpleegkundige van de dagbehandeling oncologie belt dat zij studiemedicatie moet geven met een injectieapparaat en nog niet de verplichte training heeft gevolgd. Ik wijs haar de informatie en geef uitleg. Als de patiënte geweest is voor de injectie, voer ik dit in op een website. Op deze manier wordt weer nieuwe medicatie gestuurd naar de apotheek. Op een website voor datamanagement voer ik gegevens in voor de studie over het invoeren van uitslagen van onderzoeken, tijdstip van toedienen, bijwerkingen en medicatiegebruik. 17 Ik werk aan het chemotherapie protocol op Q-portaal. Bij deze vertaalslag komen nogal eens onduidelijkheden naar voren uit het studieprotocol, bijvoorbeeld dat bepaalde dosisreductieschema’s niet met elkaar in overeenstemming zijn. Afhankelijk van de aard van de vragen bespreek ik deze met verpleegkundig consulent oncologie Wilma Kleijer, of met een apotheker of de verantwoordelijke arts van de studie. Deze protocollen worden altijd geaccordeerd door de apotheker. Dat er in ons ziekenhuis onderzoek wordt gedaan, is ook winst voor patiënten. Wij kunnen wetenschappelijke resultaten snel omzetten in de reguliere behandeling, omdat we in de onderzoeksfase al ervaring hebben opgedaan. Medicatie bij de behandeling van borstkanker is zo’n voorbeeld. Eerst ging dat per infuus in het ziekenhuis, nu zijn dat subcutane injecties die thuis gegeven kunnen worden. Een veel patiëntvriendelijker behandeling! Vandaag staat eerst een overleg met internist-hematoloog Gerjo Velders op het programma. We bespreken de lopende en nieuwe studies en de patiënten. Bij een nieuwe studie moet op bepaalde momenten een handknijpkrachtmeting gedaan worden. En ja, wie in ons ziekenhuis heeft een handknijpkrachtmeter?! Verder komen er twee patiënten op de polikliniek. Bij mijn werk is het belangrijk dat ik patiënten begeleid en informeer, voorafgaand aan een onderzoek maar ook tijdens. Ik regel toestemming en bied een luisterend oor. Ik geniet ervan als ik een echte vraagbaak kan zijn voor patiënten. De eerste patiënt die ik vandaag zie, heeft de voorbereidende chemotherapiebehandelingen gehad. In de studie waaraan hij meedoet, moet nu geloot worden voor het vervolg van de behandeling: stamceltransplantatie, die in een ander ziekenhuis plaatsvindt, of verdere chemotherapie in ons ziekenhuis. Een spannend moment voor patiënten. Samen met de arts bekijk ik of de patiënt mee kan doen, bijvoorbeeld aan de hand van bloeduitslagen. Ik voer de gegevens in op de website waar de loting wordt gedaan. De uitslag volgt direct. Ik geef uitleg aan de patiënt over wat hem te wachten staat in de behandeling en regel de vervolgafspraken. ‘Patiënten goed begeleiden is het leukste aan mijn vak’ De tweede patiënt is een oudere patiënte. Ik vraag naar haar klachten en medicatie en noteer deze in het EPD. Het optreden van bijwerkingen is belangrijke informatie in studies. Mevrouw gebruikt tabletten als studiemedicatie. Ze heeft de lege dozen meegenomen. Aan de hand daarvan kan ik controleren of ze haar medicatie trouw heeft ingenomen. Ik beantwoord haar vragen en leg uit hoe we verder gaan. Volgens het studieprotocol regel ik in overleg met arts en poliassistente de vervolgafspraken. Ik geef nieuwe studiemedicatie mee en noteer dit in het studiedossier. Lieneke Homans: ‘Ik moet nauwke urig werken, maa flexibel zijn. Wan r ook t elke dag komen er wijzigingen in programma. Er di mijn ent zich vaak onve rwacht een patië die geïncludeerd nt aan kan worden voor een onderzoek. Je je misschien af ho vr aagt e zo’n dynamisch rooster combineer met vier kinderen. t Maar eigenlijk is iedereen bij ons th flexibel. En de kin uis deren zitten inm iddels allemaal op dus op werkdagen sc hool, heb ik al meer vrijh eid.’ 14 Goed voor de patiënt Wetenschap in de praktijk Enthousiast vertelt Simone Velthuis haar verhaal op de vraag wat ze Colin Sietses en Simone Velthuis onderzoekt in samenwerking met Colin Sietses, chirurg. Ze is zijn ‘Zou je niet hoofdonderzoeker en hoopt aan het eind van dit jaar te promoveren op de uitvoerbaarheid van transanale operaties. Tekst: Gerda Dogger Simone: ‘Colin Sietses is heel ervaren op het gebied van operaties waarbij zo min mogelijk gesneden wordt: de zogenaamde sleutelgatoperaties. Deze operaties worden uitgevoerd via een paar kleine sneetjes in de buik. Door deze sneetjes van 1 cm worden een scoop, een grijptangetje en/of een nietapparaatje ingebracht. Het voordeel is dat de patiënt geen grote snee in z’n buik krijgt, zoals eerder bij dit soort operaties. Dat geeft veel minder complicaties. De patiënt herstelt sneller en bovendien zijn de sneetjes na afloop nauwelijks zichtbaar. Een bekende sleutelgatoperatie is de galblaasoperatie.’ Nieuwe techniek ‘Colin is voortdurend op zoek naar betere technieken. Hij ontwikkelt nu een nieuwe operatietechniek voor kanker in de endeldarm. Dit is het laatste stuk van je dikke darm. Hierbij wordt het deel van de endeldarm met de tumor via de anus losgemaakt en verwijderd. Bij deze techniek heb je beter zicht op het snijvlak onder de tumor. Het belangrijkste doel van deze nieuwe techniek is te voorkomen dat de kanker terugkeert op die plek. Daarom wordt niet alleen de tumor verwijderd en een stukje van de endeldarm weggenomen, maar ook het gebied er omheen met lymfeklieren en vetweefsel (mesorectum). Er blijven dan hopelijk geen verkeerde cellen achter die opnieuw tot een tumor kunnen uitgroeien. Het is een veelbelovende techniek met veel mogelijkheden.’ Onderzoek en oefenen ‘We onderzoeken of deze transanale operatie uitvoerbaar is. Of er complicaties zijn na de operatie en zo ja, welke. En op de lange termijn: of de patiënt net zolang, en hopelijk langer, kankervrij is. En of hij net zoveel, en hopelijk meer, overlevingskans heeft als bij de huidige operaties. eens wat gaan doen?!’ In het ziekenhuis staan twee oefenapparaten om de sleutelgatoperaties te trainen. Het apparaat heet de Simendo. Het is een soort videospel dat de operatie simuleert. Operatieassistenten kunnen hiermee ook trainen hoe ze moeten assisteren.’ Samenwerking ‘Aan de wieg van deze ontwikkeling staat Colin en ik vind het een voorrecht om als hoofdonderzoeker hierbij betrokken te zijn. Hij is heel enthousiast, heeft steeds nieuwe ideeën en probeert van alles uit. Bovendien is hij heel benaderbaar, daardoor durf ik ook allerlei vragen te stellen en zo leer ik sneller. Hij werkt zelf heel hard en verwacht dat ook van mij. Als ik in het weekend een momentje voor mezelf neem hoor ik hem bijna zeggen: ‘Zou je niet eens wat gaan doen?!’ En dan ga ik toch maar weer aan de slag.’ 19 Het team Ild care team begeleidt patiënten met ernstige longproblemen Soepele samenwerking en korte lijnen In ons ziekenhuis werkt een speciaal team: het ild care team. Ild staat voor interstitiële longaandoeningen, dit zijn ernstige, meestal zeldzame longaandoeningen zoals sarcoïdose en longfibrose. Behandelend specialisten uit heel Nederland verwijzen patiënten met ild naar Ede voor een diagnostisch probleem of therapieadvies. Op 26 juni promoveert arts- onderzoeker Anne Creme rs op het verbeteren van de therapeutische mogelijkhede n van sarcoïdose en de lichaa mssamenstelling van sarcoïdosep atiënten. Haar onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de ild car e foundation. Tekst: Gerda Dogger Hoofd van het ild care team is prof. dr. Marjolein Drent, longarts: ‘Het team bestaat uit ruim 25 specialisten uit ons ziekenhuis en enkele nationale en internationale experts. Het is teamwork op maat. We kijken heel goed wie en wat de patiënt van ons nodig heeft. De patiënt is een soort partner in het geheel.’ het web. Ze is erg betrokken bij iedere patiënt, hakt snel knopen door en heeft duidelijk het belang van haar patiënt voor ogen. Ze haalt er vlot een collega van het team bij als ze denkt dat dat nodig is. Binnen het team zijn de lijntjes zeer kort. Daardoor verloopt de samenwerking heel soepel en daar heeft de patiënt echt baat bij.’ Fysiotherapeuten Bewegen verbetert de conditie In het team zitten ook vijf fysiotherapeuten. Eén van hen is Bert Strookappe: ‘Het geeft veel voldoening om onderdeel te zijn van het ild care team. Marjolein is een echte spin in Bewegen is heel belangrijk. Niet voor niets is het een speerpunt van dit ziekenhuis. Vooral bij patiënten met longfibrose blijkt beweging een verbluffend resultaat te geven. Fysio- Op www.zgv/ild vind je alle specialisten van het ild care team. therapeut Bert legt uit: ‘We testen eerst conditie en spierkracht. Die zijn vaak sterk verminderd door de ziekte. De patiënten volgen dan drie maanden een op maat gemaakt trainingsprogramma, bestaande uit het trainen van spierkracht en uithoudingsvermogen. Ondanks hun verslechterende longfunctie, is hun conditie na drie maanden vaak sterk verbeterd. Daardoor voelen ze zich minder moe en kosten de dagelijkse dingen minder moeite. Zo houden ze energie over voor andere zaken.’ Wat is ild? Ild staat voor interstitiële longziekten. Het is een verzamelnaam voor ruim 150 verschillende longaandoeningen die te maken hebben met de longblaasjes en de ruimte ertussen (het interstitium). Door aangetast longweefsel wordt de uitwisseling van zuurstof en koolzuur ernstig bemoeilijkt. Patiënten hebben last van bijvoorbeeld kort- ademigheid, moeheid en afnemende conditie. Een aantal onderzoekers van het ild care team. Van links naar rechts: Bert Strookappe, fysiotherapeut, Marjolein Drent, longarts, hoogleraar en hoofd van het team, Duco Deenstra, student geneeskunde, Marjon Elfferich, case-manager Wetenschap in Ziekenhuis Gelderse Vallei: wat heb jij ermee te maken? Tekst: Henk van der Ouw yacintha koorevaar Secretaris RvB / bedrijfsjurist ‘Ik word betrokken bij het beoordelen van contracten voor wetenschappelijk onderzoek gefinancierd door derden. Ik controleer dan of de positie van de patiënten en het ziekenhuis, zoals aansprakelijkheid en privacy, voldoende is gewaarborgd.’ ‘Wetenschap levert waardevolle gegevens op’ willem van den heuvel, Hoofd applicatiebeheer & medisch archief ‘Wetenschap ontstaat op vele plekken en levert waardevolle gegevens op. Gegevens die op een eenduidige manier moeten worden vastgelegd en gearchiveerd. Het is zaak deze nog meer bij elkaar te brengen. Wat mij betreft een mooie uitdaging.’ caroline roozenboom Informatiespecialist bibliotheek en studiecentrum ‘Wetenschap kan niet zonder systematisch literatuuronderzoek. Het gaat er niet om dat je literatuur vindt, maar dat je precies de goede literatuur vindt. Samen komen tot een goede set referenties geeft steeds weer veel voldoening.’ ilja de lange Klinisch farmaceutisch analist en beheerder gevaarlijke stoffen ‘Over gevaarlijke stoffen is heel veel informatie. Maar om uit die informatie juist die informatie te halen om veilig met deze stoffen te werken, dat is een hele wetenschap!’ ‘Ik doe systematisch literatuuronderzoek’ rik eding Dataspecialist ‘Ik verzamel de nodige data uit bijvoorbeeld EPD, zodat men het onderzoek goed kan verwerken. Daarnaast bedenk ik samen met Marlieke Visser welke alternatieve manieren er zijn om onderzoeksgegevens vast te leggen.’ tineke holwerda Hoofd zorginnovatie ‘Ik vind het belangrijk dat verpleegkundigen hun vak ontwikkelen door bij te dragen aan de wetenschappelijke onderbouwing daarvan. Andersom kunnen verplegingswetenschappers die ook in de directe patiëntenzorg werken de vertaling van kennis naar praktijk versnellen.’ ‘Multidisciplinair onderzoek is ook goed voor de patiëntenzorg’
© Copyright 2024 ExpyDoc