Lees meer… - ild care foundation

ZGV magazine
Magazine voor en door medewerkers van Ziekenhuis Gelderse Vallei | nr. 118 juni 2014
Themanummer: Wetenschap in de praktijk
Hoofdartikel
Ben Witteman
over
wetenschap
en praktijk
8
Goed voor de patiënt
Mogelijke
samenhang
voeding en
medicijnen
14
Wetenschap in de praktijk
Colin Sietses
en Simone
Velthuis
18
Quote
Wetenschap:
wat heb jij
ermee te
maken?
20
‘Ik ben graag
aan het werk’
Ben Witteman, MDL-arts en hoogleraar
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3 Onderzoek
4 Dik Snijdelaar
Wetenschap in een regionaal ziekenhuis. Ligt dat voor
de hand? Anesthesioloog en medisch manager leerhuis
Dik Snijdelaar vindt van wel: ‘Een regionaal ziekenhuis
is bij uitstek de plek om uitdagende wetenschappelijke
studies te doen!’
Vragen aan…
Emmelyne Vasse,
researchdiëtist
In ons ziekenhuis kan ze haar kennis over voeding en
gezondheid combineren met de praktijk. Maar wat
onderzoekt Emmelyne Vasse precies? En wat zien wij
daarvan terug?
15 Wij in de Vallei
16 Wat levert het op als je twee bevlogen
onderzoekers bij elkaar zet? Marlieke
Visser, researchcoördinator bij onze
research unit en Ellen Kampman, hoogleraar voeding en kanker aan de Wageningen Universiteit vertellen wat hun
samenwerking tot een succes maakt.
Patiënten begeleiden, protocollen
schrijven, coördineren van onderzoeken. Het is een greep uit de activiteiten
die de werkweek van researchverpleegkundige Lieneke Homans kenmerken.
Hoe combineert ze al haar taken en
rollen?
Marlieke Visser en
Ellen Kampman
In Beeld
Dagboek van
Lieneke Homans
19 Het team
Ild care
Maak kennis met een bijzonder multidisciplinair team in ons ziekenhuis: het ild care team. Met 25 collega’s werken zij eraan om patiënten met longziekten zo goed mogelijk te helpen.
En verder…
Vragen aan 4 Spraakmakers 5
Mijn droom 6 Kinderen van BZM’ers 7 Interview 8 Goed voor de patiënt 14 Wetenschap in de praktijk 18 De Quote 20
Colofon
ZGV Magazine is het blad voor en door medewerkers. Het verschijnt acht keer per jaar met nieuws, informatie en achtergrond. Het volgende nummer verschijnt op 17 juli 2014.
Redactie: Joke Erasmus-Kooiman (hoofdredactie), Janneke Drok (eindredactie), Gerda
Dogger, Saakje Elsinga, Petra van Hilten, Thera Koppenol, Artiene Robbertsen, Ton Sol
m.m.v. Marlieke Visser en Caroline Roozenboom
Fotografie: Ernst-Jan Brouwer
Ontwerp & realisatie: Avancé Communicatie, Zutphen
Redactieadres: [email protected]
Coverfoto: Ben Witteman, MDL-arts
Onderzoek
Wetenschap
in de praktijk
moet je doen
Wetenschap in een regionaal ziekenhuis…
dat is toch meer iets voor een academisch
ziekenhuis? Nou nee, juist een ziekenhuis als
het onze is bij uitstek de plek om uitdagende
wetenschappelijke studies te doen!
Tekst: Joke Erasmus-Kooiman en Marlieke Visser
De belangrijkste reden hiervoor is dat in een ziekenhuis als het onze, in grote aantallen patiënten komen die eenzelfde soort behandeling of (invasieve) ingreep moeten
ondergaan. Het is namelijk voor de meeste wetenschappelijke studies belangrijk om ‘variatie’ in de te onderzoeken groep patiënten of behandelingen zoveel mogelijk te
beperken. In academische ziekenhuizen is er juist vaak grote
diversiteit in patiënten(aanbod) en soorten behandelingen.
Verder is het doen van wetenschap een vereiste voor het
verwerven en behouden van (medisch-specialistische) opleidingen en diverse keurmerken of erkenningen. Hierdoor kunnen we vervolgens ook weer bepaalde patiëntenstromen behouden of krijgen.
‘Wetenschap opent
deuren’
Investeringen
Het afgelopen jaar is daarom door het ziekenhuis en de
medische staf fors geïnvesteerd in de voorwaarden om het
wetenschappelijk onderzoek binnen Ziekenhuis Gelderse
Vallei uit te breiden. Concrete voorbeelden hiervan: het
aanstellen van een nieuwe researchcoördinator, versterken van de Commissie Wetenschap, creëren van de functie
medisch manager leerhuis, oprichten van een researchfonds, aanstellen van een tweede researchverpleegkundige,
organiseren van een Wetenschapsavond, verwerven van een
grote provinciale subsidie door de Alliantie Voeding voor het
project Eat2Move, dit themanummer (!) en last but not least
de benoeming van MDL-arts Ben Witteman als hoogleraar
aan de Wageningen Universiteit. Hiermee houdt het uiteraard nog niet op; binnenkort start de verbouwing van de
medische bibliotheek om daar voor onderzoekers een eigen
werkruimte te realiseren.
intensief samen met de verpleging, diverse ondersteunende
afdelingen en meerdere (para)medisch specialismen. Hierdoor leer je elkaar beter kennen en wordt het eenvoudiger
om elkaar te vinden als er vragen of problemen zijn in de
reguliere patiëntenzorg.
Ik durf dan ook zeker de stelling aan dat
het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek
Nut voor de patiënt
De uitkomsten van de studies worden gebruikt om de zorg
voor onze patiënten te verbeteren. Maar het doen van wetenschappelijk onderzoek stimuleert ook de samen-
werking tussen verschillende disciplines binnen het ziekenhuis. Om een studie te kunnen uitvoeren werk je vaak
de kwaliteit van de zorg voor onze patiënten op
een nog hoger niveau brengt. Doen dus!
Dik Snijdelaar, anesthesioloog
Medisch manager leerhuis 3
4
Vragen aan…
4 v r a g e n a a n
Emmelyne Vasse,
researchdiëtist
Cater with Care
Ze voelt zich helemaal thuis in
haar rol als researchdiëtist in
Ziekenhuis Gelderse Vallei:
‘Ik kan hier mijn kennis over
voeding en gezondheid
combineren met de praktijk.’
Tekst: Ineke van de Boer
Emmelyne studeerde voeding en gezondheid aan Wageningen Universiteit (WUR) en promoveerde aan de
Radboud Universiteit op de kwaliteit van psychosociale zorg
bij dementie. Ze wilde de link met de praktijk houden en
volgde daarom de hbo-studie voeding en diëtetiek. Tijdens
haar studie aan de WUR koos ze voor een afstudeeronderzoek gericht op ouderen. Dat bleek een goede zet: ‘Er ging
een wereld voor mij open. Ik vind het motiverend om iets
aan de kwaliteit van leven voor ouderen te doen.’ Enthousiast: ‘Ik heb ook gewerkt in de patiëntenzorg en kan daardoor goed de vertaalslag maken van onderzoek
naar praktijk.’ En toen kwam het project Cater with Care op haar pad.
Waar bestaat jouw onderzoek onder andere uit?
‘Ik heb oudere patiënten geïnterviewd over ondervoeding.
En hen bijvoorbeeld gevraagd welke behoefte ze hebben op het gebied van voeding. Ook hebben we gegevens verzameld over wat oudere patiënten eten en drinken tijdens
hun ziekenhuisopname. Mede hierdoor is besloten dat we
ons binnen Cater with Care richten op de ontwikkeling van
eiwitverrijkte voeding.’
Wat zien wij in het ziekenhuis terug van jouw
onderzoek?
‘De inspanningen binnen Cater with Care hebben geholpen
bij het ontwikkelen van de nieuwe menukaart voor At Your
Het Cater with Care projectteam bestaat uit verschillende bedrijven, zoals Heinz, Sodexo, NIZO food research en de WUR. Kijk voor meer informatie op
www.caterwithcare.nl
Request. Daarop kunnen patiënten nu duidelijk zien welke
gerechten eiwitrijk zijn en dus verstandig zijn om te kiezen.
Daarnaast hebben we een eiwitverrijkte soep, sap, brood en aardappelpuree ontwikkeld. Ook krijgen geriatrische
patiënten in ons ziekenhuis sinds een paar maanden standaard een eiwitrijk dieet aangeboden.’ En wat kunnen we nog verwachten?
‘In het najaar start een studie bij de afdelingen geriatrie,
longgeneeskunde en interne geneeskunde. We gaan een
deel van de patiënten eiwitrijke voeding aanbieden die
ontwikkeld is binnen Cater with Care. Ik ben erg benieuwd
of het lukt om de eiwitinname van die patiënten daad-
werkelijk te laten stijgen tot het gewenste niveau. Herstellen zij sneller dan de groep patiënten die dit niet krijgt?’
Wat drijft jou in je werk voor Cater with Care?
‘Wij hebben een belang om de patiëntenzorg te verbeteren,
zonder dat kosten te veel stijgen. Een heel ander belang dan
de andere projectleden hebben. Ik vind het een uitdaging
om de belangen van ons ziekenhuis daarin te behartigen.’ spraak makers
Onderzoeker
in levende lijve
BCWO. Wie kent de betekenis van deze letters? De student die mij net belde zeker wel. ‘Ik kom eraan!’ zei hij.
Hij wilde weten of de BeoordelingsCommissie Wetenschappelijk Onderzoek positief was over zijn onderzoek.
De student was met de trein uit Breda gekomen en
stond beneden bij de receptie, in de hoop dat er iemand
van de commissie naar zijn plannen wilde kijken. De
foto’s van de ‘bak’ had hij bij zich. Op mijn kamer vertelde hij enthousiast over de bak waarin de hoogte van het
water zou kunnen aangeven in hoeverre er sprake was
van oedeem als gevolg van verwijdering van lymfeklieren. Leerzaam. En leuk. Een ontmoeting met een onderzoeker in levende lijve!
Om de week komen wij als BCWO bijeen. Dat is vaak:
het helpt om onderzoeken zo min mogelijk te vertragen.
Meestal beoordelen wij de uitvoerbaarheid van onderzoek in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Van een onderzoek
van één hbo-student tot aan wereldwijde onderzoeken.
Zo’n zestig per jaar en het worden er ieder jaar meer.
Hoe belangrijk onderzoek ook is, het ziekenhuis blijft
allereerst verantwoordelijk voor de patiënten. Daarvoor
is het advies van de BCWO aan de Raad van Bestuur ook
bedoeld.
Nu ben ik wel benieuwd wat al die onderzoeken opleveren. Maar dat valt buiten het zicht van onze beoordeling…
Gert F. Dekker Voorzitter BCWO Mind your step
O ja, even opletten bij de ingang van gate 57; aangekomen bij het einde van de loopband hoor ik: ‘Mind your
step’. Mijn eindbestemming is Verenigde Staten en dus:
security check. Een boel vragen ( ja, ik heb een laptop bij
me; nee, ik ben geen spion) en een uur later zit ik in mijn
vliegtuigstoel op weg naar Orlando. Reis en tijd voor
mezelf.
Ik moet denken aan die 9-jarige jongen. Diagnose:
reuma. Tweemaal heb ik hem en zijn moeder gezien: bij de intake voor een wetenschappelijke studie en na
zes maanden. Vraagstelling: hoe is de kwaliteit van leven
van jonge patiënten en hoe schatten dokters die in? Zit daar een verschil tussen?
Bij het laatste bezoek vertelde moeder dankbaar en
emotioneel dat ze zo blij was mee te hebben gedaan aan
het onderzoek. Want wat bleek? Bij de start van het onderzoek vroeg de jongen thuis aan zijn moeder waarom
zij de vragenlijst had ingevuld, in plaats van hijzelf. Hij
was in tranen uitgebarsten: ‘Mam, je hebt het niet goed
ingevuld. Je zegt dat ik veel meer kan, dan ik kan. Je zegt
dat ik minder pijn heb, dan ik heb.’ Zo raakten zij samen
in gesprek en gaandeweg realiseerde de moeder zich
welke enorme impact de ziekte had op haar zoon en zijn
dagelijks leven. Sindsdien begrijpen zij elkaar veel beter
en vraagt moeder hoe hij zich voelt en hoe het gaat. Wat
bijzonder…
‘Sindsdien begrijpen zij elkaar
veel beter en vraagt moeder hoe
hij zich voelt en hoe het gaat.’
Wetenschappelijk onderzoek kan soms zo onverwacht
een pragmatisch effect hebben. Daarom: mind your step.
Die is namelijk soms anders dan wij denken.
Arieke Janse
Kinderarts, klinisch epidemioloog 5
6
Mijn droom
mijn
droom
Mijn droom. Een bijzondere rubriek in ZGV magazine. De redactie vraagt aan een
ZGV’er: ‘Waar droom je van? Welke ideeën heb je?’
Ellen Oosting, fysiotherapeut en
wetenschapper:
‘Voor elke patiënt
een beweegplan
op maat!’
Ellen Oosting promoveert op het
thema preoperatieve fysiotherapie en Bibo (Better in,
better out) bij patiënten die
een totale heupprothese
krijgen. ‘Mijn onderzoek
heeft uitgewezen dat het
haalbaar is om kwetsbare
patiënten intensieve
fysiotherapie te geven voordat ze geopereerd worden.
Daardoor blijft de patiënt op
hetzelfde fitheidsniveau of
Activiteiten die voor de patiënt belangrijk zijn, kan hij
thuis oefenen. Denk bijvoorbeeld aan traplopen
of opstaan uit een stoel. Zowel functionele vaardigheden als de conditie worden getraind. Het idee dat een patiënt door een goede voorbereiding meer kans heeft
om thuis te kunnen revalideren werkt
motiverend!’
Onderzoek
‘Momenteel onderzoek ik met de data uit
onze preoperatieve screening of we beter
kunnen voorspellen hoe snel iemand na de
operatie weer zelfstandig kan functioneren.
Zodat je daar in het voortraject op kunt inspelen. Een vervolgstap is om mantelzorgers meer
te betrekken bij de revalidatie, aangezien steeds
meer patiënten direct naar huis zullen gaan na
een operatie.’
gaat zelfs fitter de operatie
in. Mijn droom: voor elke
patiënt een beweegplan op
maat!’
Tekst: Saakje Elsinga
‘De orthopeed stelt de indicatie
voor de operatie, bijvoorbeeld een
totale heupprothese. Vervolgens
screent de fysiotherapeut de patiënt:
kan de patiënt zijn dagelijkse activiteiten nog uitvoeren? Zijn er
risicofactoren die de zelfstandigheid
of het postoperatieve herstel van de
patiënt bedreigen? Aan de hand van
de uitslag van de screening wordt
een oefentraject samengesteld
dat aansluit bij de patiënt.
‘Fit blijf je door te
bewegen’
Exercise = medicine
‘Om fit oud te kunnen worden moet je in beweging
blijven. Zeker ook in het ziekenhuis zou ik patiënten
veel meer in beweging willen zien. Dat kun je bijvoorbeeld realiseren door aanpassingen in de inrichting te
doen. Een zithoek nodigt uit om naartoe te lopen en
aan te gaan zitten. Dat is beter dan in bed te blijven
liggen. En er zijn meer dingen die mensen in beweging
helpen: een gezamenlijke tafel waaraan patiënten kunnen eten en koffie drinken, hometrainers op de afdeling
of mensen zelf hun dienblad laten wegbrengen. Bewegen levert gezondheidswinst op: Exercise = medicine!’ 7
kinderen van bzm’ers
In deze rubriek laten we kinderen aan het woord. De kinderen van
BZM’ers. BZM’ers? Dat staat voor bekende, beroemde, beruchte of
bescheiden ziekenhuismedewerkers. Deze keer is Marjolein (19 jaar),
dochter van intensivist en wetenschapper Arthur van Zanten, aan het
nten,
Arthur van Za
wetenschapper
intensivist en
woord. Vooral nu Marjolein zelf bedrijfskunde aan de Erasmus
Universiteit studeert, wordt het haar steeds duidelijker waar haar
vader een groot deel van zijn tijd mee bezig is.
Tekst: Artiene Robbertsen
‘Mijn vader
bijt zich
graag in
iets vast’
Het vak van wetenschapper, wat zegt dat je?
‘Het is keer op keer een uitdaging, kost veel tijd,
maar wordt zeer gewaardeerd. We praten er
regelmatig over. Mijn vader is ontzettend goed in
wat hij doet, omdat hij zich graag in iets vastbijt.
Een eigenschap die je nodig hebt om een goede
wetenschapper te zijn, denk ik.’
Herken je dit in zijn aanpak thuis?
‘Mijn vader houdt, net als wij allemaal, van reizen.
Onze reis naar Vietnam en Cambodja had hij tot
in de details uitgewerkt en was daardoor een
groot succes.’
Hoe heeft zijn vak invloed op jou?
‘In de ambities die ik heb ontwikkeld door hem
als voorbeeld te hebben. Ik heb geleerd dat je met
hard werken veel kunt bereiken, maar dat het
soms ook moeilijk of teleurstellend kan zijn.’
Waar ben je het meest trots op?
‘Pas geleden is een artikel over zijn onderzoek
naar sepsis gepubliceerd in een groot Amerikaans
tijdschrift, iets waar hij al jaren veel van zijn tijd
in stopt. De resultaten van het sepsisprogramma
op de sterfte in Nederlandse IC-afdelingen waren
verbluffend en hebben een grote impact op de
gezondheidzorg. Daar ben ik ontzettend trots op.’
Marjolein van Zanten
Als je vader geen arts/wetenschapper zou zijn,
welk beroep vind je dan bij hem passen?
‘Dirigent. Hij vindt het nu stiekem ook wel leuk,
het kost nu alleen te veel tijd. Bernard Haitink is
een eind in de 80, dus een carrière in de muziek is
zeker niet uitgesloten.’
Vertel eens iets grappigs over je vader,
dat niemand weet….
‘Als niemand het ziet, staat hij in de studeerkamer YouTube te dirigeren met een baton. Hij probeert dan zoveel mogelijk op Mariss Jansons (nu
nog chef-dirigent van het Concertgebouw Orkest)
te lijken. Een mooi, maar gek gezicht!’ 8
Hoofdartikel
MDL-arts Ben Witteman
‘Ik ben graag aan
het
werk’
Hij werkt al 19 jaar in ons
ziekenhuis en is sinds een
half jaar ook hoogleraar aan
de Wageningen Universiteit.
Wat vindt Ben Witteman zo
leuk aan wetenschap?
En wat voegt zijn hoogleraarschap toe aan zijn werk als
MDL-arts?
Tekst: Janneke Drok
Wetenschap in de praktijk
Uit onderzoek blijkt dat hoe gezonder je
een operatie in gaat, hoe beter je eruit
komt. Ben Witteman vindt het belangrijk
dat deze wetenschap in praktijk wordt
gebracht. De volgende dingen helpen bij
een sneller herstel:
- Onderzoek toont aan dat een patiënt
tot 6 uur vóór de operatie nog kan
eten, en niet onnodig lang nuchter
gehouden hoeft te worden. Het is net
als bij topsport: hoe beter een patiënt
gevoed is, des te beter kan hij de operatie aan.
- Vlak voor de operatie een eiwit-
glucose drankje nemen, bevordert het herstel erna.
- Iedere verpleegkundige moet bekend
zijn met het ERAS-protocol (Enhanced
Recovery after Surgery) en dit ook zo
adequaat mogelijk uitvoeren.
- Na de operatie helpt het om kauwgom
te kauwen: de maag kan hiermee sneller op gang komen.
9
over zijn twee banen als hoogleraar en medisch specialist:
Het is eigenlijk nooit zijn ambitie geweest om hoogleraar te worden. Maar
zoals dat met veel dingen gaat, is hij
er ingerold. Zijn interesse voor wetenschap bestaat wel al langer. Twintig
jaar geleden, toen hij van het Radboud
UMC naar Ziekenhuis Gelderse Vallei
ging, vond hij het al interessant dat
de Wageningen Universiteit (WUR)
om de hoek is: ‘Ik heb altijd wel wat
zitten schurken tegen de WUR. Je kunt
daar als ziekenhuis zoveel mee doen
in de samenwerking. Maar ambitie om
hoogleraar te worden? Nee, dat kwam
pas later.’
Hoe het dan toch zo ver kwam? Men
zocht een boegbeeld voor de Alliantie
Voeding Gelderse Vallei, een initiatief
van ons ziekenhuis en de afdeling
Humane voeding van de WUR. Dat
boegbeeld moest wel hoogleraar zijn.
Ben kwam daarvoor in aanmerking;
ook al was hij nog geen hoogleraar, hij
was zogezegd ‘professorabel’. Ondanks
de extra tijd die een hoogleraarschap
hem zou kosten – tijd die bijvoorbeeld
ten koste gaat van zijn hobby gitaren
bouwen – heeft hij toegezegd: ‘Het
hoogleraarschap bleek een goede keus
toen het eenmaal op mijn pad kwam.
Wetenschap bedrijven en lesgeven aan
studenten is erg leuk om te doen.’
Specialisatie
In welke onderwerpen geeft hij college?
‘Ik ben gespecialiseerd in transmurale
voeding. Ik richt me, ook in mijn lesaanbod, met name op de vraag hoe je
met voeding kunt zorgen dat je iemand
uit het ziekenhuis houdt. Hoe voorkom
je dat een onderliggende aandoening
overgaat in ziekte? Hoe voorkom je
bijvoorbeeld met aangepaste voeding
dat iemand met een chronische darmziekte een opvlamming van zijn ziekte
krijgt? En hoe houd je iemand met een
spastische darm aan het werk? Voeding
speelt hierin een belangrijke rol.’
Voeding op de kaart
Zijn missie is om voeding bij alle professionals in het ziekenhuis op de kaart te
krijgen: ‘Als je als voedingsziekenhuis
kunt laten zien dat patiënten sneller
door een operatie komen door goede
voeding, is dat winst. In de afgelopen
tien jaar hebben we al veel bereikt
op het gebied van voeding. Maar het
kan altijd beter!’ Is het lastig om een
wetenschappelijke theorie in praktijk
te brengen? ‘De afstand tussen wetenschap en praktijk is groot. Het duurt
vaak lang voordat resultaten geïmplementeerd zijn. Het is onze taak als
wetenschappers om te laten zien dat
voeding een belangrijke factor is voor
een snel herstel na een operatie.’
Ben noemt een voorbeeld van een patiënt die hij behandelde voor slokdarmkanker. De patiënt was sterk vermagerd
en lichamelijk in slechte conditie. De
man hield van wielrennen, dus heeft
Ben hem geadviseerd om als voorbereiding op de komende operatie flink
te gaan fietsen. Met zijn sondevoeding
op zijn rug is de man gaan trainen. Hij
sterkte binnen enkele weken enorm
aan, en was binnen vijf dagen na de
operatie weer thuis. Ben: ‘Natuurlijk is
dit maar één verhaal, maar het laat wel
het belang zien van een goede conditie. En die kun je bereiken met goede
voeding en veel bewegen. Een operatie
is in die zin net als topsport.’
Focus aanbrengen
Hoe verdeelt Ben zijn tijd? ‘Ik ben drie
dagen in Ede, soms vier. En één dag per
week in Wageningen. Eigenlijk ben ik
iedere dag en avond wel bezig: ik krijg
veel mails, iedereen wil contact leggen
en dan moet je ook nog van jezelf
laten horen door onderzoek te doen.
Dat is veel, maar het is wel erg leuk. De
kunst is om je te focussen op dat wat
onder je leerstoel valt.’
Toegevoegde waarde
Wat merken patiënten van zijn hoogleraarschap? ‘Op zich niet veel, ik doe
nog steeds hetzelfde klinische werk.
En voor mij blijft de patiëntenzorg het
belangrijkste. Ik zou dat niet willen opgeven voor de wetenschap. Maar wat
leuk is, is dat in de lokale krant heeft
gestaan dat ik professor ben geworden. Ik krijg ontzettend veel felicitaties
van patiënten.’ Hij lacht: ‘En er zijn
ineens veel meer patiënten die mij als
behandelaar willen.’
En wat is zijn toegevoegde waarde bij
de WUR? ‘Ik ben een echte clinicus met
veel interesse in klinisch onderzoek en
de patiënt. Het is goed voor de WUR
om iemand aan boord te hebben met
een medische achtergrond. Ik denk
anders dan de gemiddelde wetenschapper. Beide inzichten vullen elkaar
aan. Daardoor kunnen we als team een
extra stap maken.’ De leerstoelopdracht van Ben Witteman is gericht op voeding en darmgezondheid in de transmurale zorg
10
Wetenschappelijke publicaties Ziekenhuis Gelderse Vallei 2013
Anesthesiologie
de Graaff JC, Bijker JB, Kappen TH, van Wolfswinkel L, Zuithoff NP, Kalkman CJ. Incidence of intraoperative
hypoxemia in children in relation to age. Anesth Analg. 2013 Jul;117(1):169-75.
van den Boezem PB, Velthuis S, Lourens HJ, Samlal RA,
Cuesta MA, Sietses C. Hybrid transvaginal cholecystectomy,
clinical results and patient-reported outcomes of 50
consecutive cases. J Gastrointest Surg. 2013 May;17(5):907-12.
Bijker JB, Gelb AW. Review article: the role of hypotension in
perioperative stroke. Can J Anaesth. 2013 Feb;60(2):159-67.
Dermatologie
Balak DM, Oostveen AM, Bousema MT, Venema AW, Arnold
WP, Seyger MM, Thio HB. Effectiveness and safety of fumaric
acid esters in children with psoriasis: a retrospective
analysis of 14 patients from the Netherlands. Br J Dermatol.
2013 Jun;168(6):1343-1347.
Schneijderberg M, Arnold WP. Verwijzingen door huisarts
naar polikliniek dermatologie. Modern Medicine. 2013 12:
333-336.
Fysiotherapie
Dronkers JJ, Chorus AM, van Meeteren NL, Hopman-Rock M.
The association of pre-operative physical fitness and
physical activity with outcome after scheduled major
abdominal surgery. Anaesthesia. 2013 Jan;68(1):67-73.
Geriatrie
Heemels IM, Janse A, de Vries JH, de Groot CP Nutritional
assessment of geriatric outpatients using MNA and MUST
screening tools. J Aging Res Clin Practice. 2013 Jun;2(1):46-50.
Meeuwsen EJ, Melis RJ, Geert CH, et al. including Verheijen
D. Geheugenpolikliniek of huisarts bij dementie: vergelijking
van de effectiviteit van de begeleiding van patiënten en
mantelzorgers. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013 157:A6356.
Meeuwsen E, Melis R, van der Aa G, de Leest B, van Raak F,
Schölzel-Dorenbos C, Verheijen D, Verhey F, Visser M, Wolfs
C, Adang E, Olde Rikkert M. Cost-effectiveness of one year
dementia follow-up care by memory clinics or general
practitioners: economic evaluation of a randomised
controlled trial. PLoS One. 2013 Nov 25;8(11):e79797.
Gynaecologie
van Altena AM, van den Akker PA, de Hullu JA, Ottevanger PB,
Aalders AL, Gerritse R, Happel M, Hoekstra MP, Janssen MJ,
Samlal RA, Smeets KM, Snijders MP, Vasmel MJ, Vollebergh
JH, Kiemeney LA, Massuger LF. Efficacy of a regional network
for ovarian cancer care. Obstet Gynecol. 2013 Sep;122(3):
668-75.
Wetenschappelijke publicaties Ziekenhuis Gelderse Vallei 2013
van den Boezem PB, Velthuis S, Lourens HJ, Samlal RA,
Cuesta MA, Sietses CJ Hybrid transvaginal cholecystectomy,
clinical results and patient-reported outcomes of 50
consecutive cases. J Gastrointest Surg. 2013 May;17(5):907-12.
Nieboer TE, Massa M, Weinans MJ, Vierhout ME, Kluivers
KB, Stegeman DF. Does training of the nondominant upper
extremity reduce the surgeon’s muscular strain during
laparoscopy?:Results from a randomized controlled trial.
Surg Innov. 2013 Jun;20(3):292-8.
Heelkunde
Velthuis S, van den Boezem PB, Lips DJ, Prins HA, Cuesta MA,
Sietses C. Comparison of short-term surgical outcomes after
single-incision laparoscopic versus multiport laparoscopic
right colectomy: a two-center, prospective case-controlled
study of 100 patients. Dig Surg. 2012 Apr;29(6):477-83.
Vennix S, Abegg R, Bakker OJ, van den Boezem PB, Brokelman WJ, Sietses C, Bosscha K, Lips D, Prins HA. Surgical re-interventions following colorectal surgery: open
versus laparoscopic management of anastomotic leakage.
J Laparoendosc Adv Surg Tech A. 2013 Sep;23(9):739-44.
van den Boezem PB, Velthuis S, Lourens HJ, Samlal RA,
Cuesta MA, Sietses C. Hybrid transvaginal cholecystectomy,
clinical results and patient-reported outcomes of 50
consecutive cases. J Gastrointest Surg. 2013 May;17(5):907-12.
Velthuis S, van den Boezem PB, van der Peet DL, Cuesta
MA, Sietses C. Feasibility study of transanal total mesorectal
excision. Br J Surg. 2013 May;100(6):828-31.
Velthuis S, Weits T, van Rens MT. A smoker with progressive
knee complaints. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013 157(9):A5750.
Kaakchirurgie
Perdijk FB, Meijer GJ, Soehardi A, Koole R. A lower border
augmentation technique to allow implant placement after
a bilateral mandibular fracture as a complication of vertical
distraction osteogenesis: a case report. Int J Oral Maxillofac
Surg. 2013 Jul;42(7):897-900.
Intensive Care
Bittner MI, Donnelly M, van Zanten AR, Andersen JS, Guidet
B, Trujillano Cabello JJ, Gardiner S, Fitzpatrick G, Winter B,
Joannidis M, Schmutz A. How is intensive care reimbursed?
A review of eight European countries. Ann Intensive Care.
2013 Nov 12;3(1):37.
van Zanten AR, van der Meer YG. Prolonged infusion of
carbapenems in critically ill patients: time to extend our
practice. Crit Care Med. 2013 Feb;41(2):676-7.
van Zanten AR. Nutrition barriers in abdominal aortic
surgery: a multimodal approach for gastrointestinal
dysfunction. J Parenter Enteral Nutr. 2013 Mar;37(2):172-7.
11
Interne geneeskunde
Boonstra K, Culver EL, de Buy Wenniger LM, van Heerde MJ,
van Erpecum KJ, Poen AC, van Nieuwkerk CM, Spanier BW,
Witteman BJ, Tuynman HA, van Geloven N, van Buuren H,
Chapman RW, Barnes E, Beuers U, Ponsioen CY. Serum IgG4
and IgG1 for Distinguishing IgG4-Associated Cholangitis from
Primary Sclerosing Cholangitis. Hepatology. 2013 Dec 21.[Epub
ahead of print]
Cremers JP, Drent M, Elfferich MD, Nelemans PJ, Wijnen PA,
Witteman BJ, Schols AM. Body composition profiling in a
Dutch sarcoidosis population. Sarcoidosis Vasc Diffuse Lung
Dis. 2013 Dec 17;30(4):289-99.
van Brunschot S, van Grinsven J, Voermans RP, Bakker OJ,
Besselink MG, Boermeester MA, Bollen TL, Bosscha K, Bouwense SA, Bruno MJ, Cappendijk VC, Consten EC, Dejong
CH, Dijkgraaf MG, van Eijck CH, Erkelens GW, van Goor H,
Hadithi M, Haveman JW, Hofker SH, Jansen JJ, Laméris JS, van Lienden KP, Manusama ER, Meijssen MA, Mulder
CJ, Nieuwenhuis VB, Poley JW, de Ridder RJ, Rosman C,
Schaapherder AF, Scheepers JJ, Schoon EJ, Seerden T, Spanier
BW, Straathof JW, Timmer R, Venneman NG, Vleggaar FP, Witteman BJ, Gooszen HG, van Santvoort HC, Fockens P.
Transluminal endoscopic step-up approach versus minimally
invasive surgical step-up approach in patients with infected
necrotising pancreatitis (TENSION trial): design and rationale
of a randomised controlled multicenter trial [ISRCTN09186711].
Dutch Pancreatitis Study Group. BMC Gastroenterol. 2013
Nov 25;13:161.
Dura P, Berkers T, van Veen EM, Salomon J, te Morsche RH,
Roelofs HM, Kristinsson JO, Wobbes T, Witteman BJ, Tan AC,
Drenth JP, Peters WH. Polymorphisms in alcohol-metabolizing
enzymes and esophageal carcinoma susceptibility: a
Dutch Caucasian case-control study. J Hum Genet. 2013
Nov;58(11):742-8.
Boonstra K, Weersma RK, van Erpecum KJ, Rauws EA, Spanier
BW, Poen AC, van Nieuwkerk KM, Drenth JP, Witteman BJ,
Tuynman HA, Naber AH, Kingma PJ, van Buuren HR, van
Hoek B, Vleggaar FP, van Geloven N, Beuers U, Ponsioen
CY. Population-based epidemiology, malignancy risk, and
outcome of primary sclerosing cholangitis. EpiPSCPBC Study
Group. Hepatology. 2013 Dec;58(6):2045-55.
Dura P, Salomon J, Te Morsche RH, Roelofs HM, Kristinsson
JO, Wobbes T, Witteman BJ, Tan AC, Drenth JP, Peters WH.
No role for glutathione S-transferase genotypes in Caucasian
esophageal squamous cell or adenocarcinoma etiology: an
European case-control study. BMC Gastroenterol. 2013 Jun
3;13:97.
He T, Spelbrink RE, Witteman BJ, Giuseppin ML. Digestion
kinetics of potato protein isolates in vitro and in vivo. Int J
Food Sci Nutr. 2013 Nov;64(7):787-93.
Künzli HT, Timmer R, Schwartz MP, Witteman BJ, Weusten
BL, van Oijen MG, Siersema PD, Vleggaar FP. Endoscopic
ultrasonography-guided drainage is an effective and
relatively safe treatment for peripancreatic fluid collections
in a cohort of 108 symptomatic patients. Eur J Gastroenterol
Hepatol. 2013 Aug;25(8):958-63.
Dura P, van Veen EM, Salomon J, te Morsche RH, Roelofs HM,
Kristinsson JO, Wobbes T, Witteman BJ,Tan AC, Drenth JP,
Peters WH. Barrett associated MHC and FOXF1 variants also
increase esophageal carcinoma risk. Int J Cancer. 2013 Oct
1;133(7):1751-5.
Dura P, Bregitha CV, te Morsche RH, Roelofs HM, Kristinsson
JO, Wobbes T, Witteman BJ, Tan AC, Drenth JP, Peters WH.
GWAS-uncovered SNPs in PLCE1 and RFT2 genes are not
implicated in Dutch esophageal adenocarcinoma and
squamous cell carcinoma etiology. Eur J Cancer Prev. 2013
Sep;22(5):417-9.
Faber J, Berkhout M, Fiedler U, Avlar M, Witteman BJ,Vos AP,
Henke M, Garssen J, van Helvoort A, Otten MH, Arends J.
Rapid EPA and DHA incorporation and reduced PGE2 levels
after one week intervention with a medical food in cancer
patients receiving radiotherapy, a randomized trial. Clin Nutr.
2013 Jun;32(3):338-45.
Kok L, Elias SG, Witteman BJ, Goedhard JG, Romberg-Camps
MJ, Muris JW, Moons KG, de Wit NJ. Application of the Rome
III criteria is not likely to reduce the number of unnecessary
referrals for colonoscopy in primary care. Eur J Gastroenterol
Hepatol. 2013 May;25(5):568-74.
Abouyahya I, Alhan C, Westers TM, te Boekhorst PA, KappersKlunne MC, Coenen JL, Heyning FH, Huls GA, de Wolf JT,
Imholz AL, Koene HR, Veth G, de Kruijf EJ, Muus P, Planken
EV, Segeren CM, Vasmel WL, van der Velden AM, Velders
GA, Koedam J, Ossenkoppele GJ, van de Loosdrecht AA.
Treatment with lenalidomide in myelodysplastic syndromes
with deletion 5q: results from the Dutch named patient
program. Leuk Lymphoma. 2013 Apr;54(4):874-7.
de Jong B, Klein Gunnewiek J, Bootsma H, de Kruijf EJ. Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn. Medisch Contact. 2013 Nov 28;48:2540-41.
Klok-Vonkeman S, Douw G, Janse AJ. Pancaking: An
underestimated problem among ostomates: A cross-sectional
study of the prevalence and consequences of pancakin,
World Council of Enterostomal Therapists Journal 2013 Oct/
Dec;33(4):16-25
Kindergeneeskunde
Aldenhoven M, van Enk JG, Avis WA. Minocycline-induced
autoimmune hepatitis. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013
157(3):A5465.
www.geldersevallei.nl
12
Klinische chemie
van Venrooij LM, Visser M, de Vos R, van Leeuwen PA,
Peters RJ, de Mol BA. Cardiac-Surgery-Specific Screening Tool
identifies preoperative undernutrition in cardiac surgery. Ann
Thorac Surg 2013 Feb;95(2):642-7.
Bronkhorst S, Schouten R, Lammers R, Klein Gunnewiek J.
Naar een volledig geautomatiseerd laboratorium. Analyse
2013 Feb;68:12-14.
Longgeneeskunde
van Zwam M, Wetzels JF, Willems HL. Als je creatinine laat
bepalen, dan ook altijd ureum? Ned Tijdschr Geneeskd 2013
157:A6357.
Baughman RP, Drent M, Costabel U. Om Prakash Sharma,
MD, FRCP, FCCP - 4 July 1936 - 19 August 2012. Internationally
acclaimed specialist in sarcoidosis. Sarcoidosis Vasc Diffuse
Lung Dis. 2013 Nov 25;30(3):3275.
de Jong B, Klein Gunnewiek J, Bootsma HP, de Kruijf EJ. Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn. Med Contact
2013 Nov;48:2540-2541.
Vulto-van Silfhout AT, de Vries BB, van Bon BW, Hoischen
A, Ruiterkamp-Versteeg M, Gilissen C, Gao F, van Zwam M,
Harteveld CL, van Essen AJ, Hamel BC, Kleefstra T, Willemsen
MA, Yntema HG, van Bokhoven H, Brunner HG, Boyer TG,
de Brouwer AP. Mutations in MED12 cause X-linked Ohdo
syndrome. Am J Hum Genet 2013 Mar 3;92(3):401-406.
Watts AO, van Lipzig MM, Jaeger WC, Seeber RM, van Zwam
M, Vinet J, van der Lee MM, Siderius M, Zaman GJ, Boddeke
HW, Smit MJ, Pfleger KD, Leurs R, Vischer HF. Identification
and profiling of CXCR3-CXCR4 chemokine receptor heteromer
complexes. Br J Pharmacol 2013 Apr; 168(7):1662-1674.
van Zwam M, Vinet J, Dijkstra IM, Brouwer N, van Weering
HR, Watts A, Meijer M,Fokkens MR, Kannan V, Verzijl D, Vischer HF, Smit MJ, Leurs R, Biber K, Boddeke HW. Inhibition of CXCR3-mediated chemotaxis by the human
chemokine receptor-like protein CCX-CKR. Br J Pharmacol 2013
Mar;168(6):1375-1387.
Balvers MG, Wortelboer HM, Witkamp RF, Verhoeckx KC. Liquid chromatography-tandem mass spectrometry analysis
of free and esterified fatty acid N-acyl ethanolamines in
plasma and blood cells. Anal Biochem 2013 Mar 15;434(2):
275-283.
Balvers MG, Verhoeckx KC, Meijerink J, Wortelboer HM, Witkamp RF. Measurement of palmitoylethanolamide
and other N-acylethanolamines during physiological and
pathological conditions. CNS Neurol Disord Drug Targets
2013 Feb 1;12(1):23-33.
Meijerink J, Balvers M, Witkamp R. N-acyl amines of
docosahexaenoic acid and other n-3 polyunsatured fatty
acids – from fishy endocannabinoids to potential leads. Br J
Pharmacol 2013 Jun;169(4):772-83.
Leerhuis
Visser M, van Venrooij LM, Vulperhorst L, de Vos R, Wisselink
W, van Leeuwen PA, de Mol BA. Sarcopenic obesity is
associated with adverse clinical outcome after cardiac
surgery. Nutr Metab Cardiovasc Dis 2013 Jun;23(6): 511-8.
Wetenschappelijke publicaties Ziekenhuis Gelderse Vallei 2013
Drent M, Baughman RP. Comparison of methods to diagnose
sarcoidosis. JAMA. 2013 Oct 16;310(15):1624-5.
Cremers JP, Drent M, Elfferich MD, Nelemans PJ, Wijnen PA,
Witteman BJ, Schols AM. Body composition profiling in a
Dutch sarcoidosis population. Sarcoidosis Vasc Diffuse Lung
Dis. 2013 Dec 17;30(4):289-99.
Travis WD, Costabel U, Hansell DM, King TE Jr, Lynch DA,
Nicholson AG, Ryerson CJ, Ryu JH, Selman M, Wells AU, Behr
J, Bouros D, Brown KK, Colby TV, Collard HR, Cordeiro CR,
Cottin V, Crestani B, Drent M, Dudden RF, Egan J, Flaherty
K, Hogaboam C, Inoue Y, Johkoh T, Kim DS, Kitaichi M,
Loyd J, Martinez FJ, Myers J, Protzko S, Raghu G, Richeldi
L, Sverzellati N, Swigris J, Valeyre D. An official American
Thoracic Society/European Respiratory Society statement:
Update of the international multidisciplinary classification of
the idiopathic interstitial pneumonias. ATS/ERS Committee on
Idiopathic Interstitial Pneumonias. Am J Respir Crit Care Med.
2013 Sep 15;188(6):733-48.
Mostard RL, van Kroonenburgh MJ, Drent M. The role of the
PET scan in the management of sarcoidosis. Curr Opin Pulm
Med. 2013 Sep;19(5):538-44.
Cremers JP, Drent M, Bast A, Shigemitsu H, Baughman RP,
Valeyre D, Sweiss NJ, Jansen TL. Multinational evidence-based
World Association of Sarcoidosis and Other Granulomatous
Disorders recommendations for the use of methotrexate in
sarcoidosis: integrating systematic literature research and
expert opinion of sarcoidologists worldwide. Curr Opin Pulm
Med. 2013 Sep;19(5):545-61.
Vanspauwen MJ, Schnabel RM, Bruggeman CA, Drent M,
van Mook WN, Bergmans DC, Linssen CF. Mimivirus is not
a frequent cause of ventilator-associated pneumonia in
critically ill patients. J Med Virol. 2013 Oct;85(10):1836-41.
Marcellis RG, Lenssen AF, de Vries J, Drent M. Reduced muscle
strength, exercise intolerance and disabling symptoms in
sarcoidosis. Curr Opin Pulm Med. 2013 Sep;19(5):524-30.
Marcellis RG, Lenssen AF, Kleynen S, De Vries J, Drent M.
Exercise capacity, muscle strength, and fatigue in sarcoidosis:
a follow-up study. Lung. 2013 Jun;191(3):247-56.
13
Mostard RL, Verschakelen JA, van Kroonenburgh MJ,
Nelemans PJ, Wijnen PA, Vöö S, Drent M. Severity of
pulmonary involvement and (18)F-FDG PET activity in
sarcoidosis. Respir Med. 2013 Mar;107(3):439-47.
Drent M, Baughman RB. Professor Om Prakash Sharma 19362012. Curr Opin Pulm Med. 2013 Jan;19(1):1-5.
Heij L, Niesters M, Swartjes M, Hoitsma E, Drent M, Dunne
A, Grutters JC, Vogels O, Brines M, Cerami A, Dahan A. Safety and efficacy of ARA 290 in sarcoidosis patients with
symptoms of small fiber neuropathy: a randomized, doubleblind pilot study. Mol Med. 2013 Jan 22;18:1430-6.
Wijnen PA, Verschakelen JA, Bast A, Bekers O, Drent M.
Diffuse alveolar hemorrhage in coumarin users: a fibrosing
interstitial pneumonia trigger? Lung. 2013 Feb;191(1):53-9.
Marcellis RG, Lenssen AF, de Vries GJ, Baughman RP, van der Grinten CP, Verschakelen JA, De Vries J, Drent M. Is there an added value of cardiopulmonary exercise testing
in sarcoidosis patients? Lung. 2013 Feb;191(1):43-52.
de Kleijn WP, Drent M, De Vries J. Nature of fatigue
moderates depressive symptoms and anxiety in sarcoidosis.
Br J Health Psychol. 2013 May;18(2):439-52.
Saketkoo LA, Mittoo S, Huscher D, et al. including Drent M.
Connective tissue disease related interstitial lung diseases
and idiopathic pulmonary fibrosis: provisional core sets of
domains and instruments for use in clinical trials. Thorax 2013
Dec 24. [Epub ahead of print]
Maag-, darm-, leverziekten
Zie Interne geneeskunde
Neurologie
Snitselaar MA, Smits MG, van der Heijden KB, Spijker J. Sleep and Circadian Rhythmicity in Adult ADHD and the
Effect of Stimulants: A Review of the Current Literature.
J Atten Disord. 2013 Mar 18. [Epub ahead of print]
Rovers JM, Brekelmans GJ, Visser LH. Piso-hamate hiatus
syndrome in a patient with Riche-Cannieu anastomosis.
BMJ Case Rep. 2013 Mar 20;2013.
Keijzer H, Smits MG, Duffy JF, Curfs LM. Why the dim
light melatonin onset (DLMO) should be measured before
treatment of patients with circadian rhythm sleep disorders.
Sleep Med Rev. 2013 Dec 10. [Epub ahead of print]
Neurochirurgie
Berghauser Pont LM, Dippel DW, Verweij BH, Dirven
CM, Dammers R. Ambivalence among neurologists and
neurosurgeons on the treatment of chronic subdural
hematoma: a national survey. Acta Neurol Belg. 2013
Mar;113(1):55-9.
Reumatologie
ten Klooster PM, Vonkeman HE, Taal E, Siemons L, Hendriks
L, de Jong AJ, Dutmer EA, van Riel PL, van de Laar MA.
Performance of the Dutch SF-36 version 2 as a measure of
health-related quality of life in patients with rheumatoid
arthritis. Health Qual Life Outcomes. 2013 May 8;11:77.
van Herwaarden N, van der Maas A, Jansen TL, Dutmer EA,
Hartkamp A, van Riel PL, Kievit W, van den Bemt BJ, den
Broeder AA. Can response duration after the first rituximab
treatment be used in timing of rituximab retreatment?
Scand J Rheumatol. 2013 Jun;42(3):251-2.
van Dartel SA, Fransen J, Kievit W, Dutmer EA, Brus HL,
Houtman NM, van de Laar MA, van Riel PL. Predictors
for the 5-year risk of serious infections in patients with
rheumatoid arthritis treated with anti-tumour necrosis factor
therapy: a cohort study in the Dutch Rheumatoid Arthritis
Monitoring (DREAM) registry. Rheumatology (Oxford). 2013
Jun;52(6):1052-7.
Umic´ evic´ Mirkov M, Cui J, Vermeulen SH, Stahl EA, Toonen
EJ, Makkinje RR, Lee AT, Huizinga TW, Allaart R, Barton
A, Mariette X, Miceli CR, Criswell LA, Tak PP, de Vries N,
Saevarsdottir S, Padyukov L, Bridges SL, van Schaardenburg
DJ, Jansen TL, Dutmer EA, van de Laar MA, Barrera P, Radstake
TR, van Riel PL, Scheffer H, Franke B, Brunner HG, Plenge
RM, Gregersen PK, Guchelaar HJ, Coenen MJ. Genomewide association analysis of anti-TNF drug response in
patients with rheumatoid arthritis. Ann Rheum Dis. 2013
Aug;72(8):1375-81.
Ziekenhuisapotheek
van Zanten AR, van der Meer YG. Prolonged infusion of
carbapenems in critically ill patients: time to extend our
practice. Crit Care Med. 2013 Feb;41(2):676-7.
Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn. de Jong B, Klein
Gunnewiek J, Bootsma HP, de Kruijf EJ. Med Contact 2013
Nov 28;48:2540-2541.
Roskam-Kwint HM, Kruizinga SP, Kaal MJH, Bootsma
HPR. Gevaarlijke designer drug “krokodil” voor het eerst in
Nederland gesignaleerd. PW Wetenschappelijk Platform 2013
7:a1328.
Voormolen EH, Froelich S, Woerdeman PA, Berkelbach van
der Sprenkel JW, Braunius WW, Regli L. Surgical instrument
tracking optimizes trans-sphenoidal endoscopic treatment of
petrous apex cholesterol granuloma. J Neurol Surg A Cent
Eur Neurosurg. 2013 Mar;74(2):109-12.
www.geldersevallei.nl
14
Goed voor de patiënt
Tekort aan vitaminen of mineralen
als bijwerking geneesmiddel
Mogelijke samenhang
tussen voeding
en medicijnen
Bijwerkingen door gebruik van medicijnen komen
regelmatig voor in de patiëntenzorg. Voordat een
iten
Wout van Orten-Lu
Als dierenarts verbaasde Wout zich
al over de invloed van voeding op de
gezondheid van honden en katten. Vijf jaar geleden besloot ze zich verder
te verdiepen in voeding en gezondheid.
Ze volgde de gelijknamige studie aan
de Wageningen Universiteit. In 2012
studeerde ze af. Sindsdien is zij één
van de onderzoekers van het project
‘Medicatie en Micronutriënten’ van de
Alliantie Voeding Gelderse Vallei.
Oudere patiënten
Voor dit onderzoek worden gegevens
gebruikt van een grote groep geriatrische patiënten, op dit moment
1793 personen. ‘We kozen voor deze
populatie, omdat het medicijngebruik
onder oudere patiënten vaak hoog is.
Daarnaast is ondervoeding een veelvoorkomend probleem. De kans op een
tekort aan voedingsstoffen in onze
groep patiënten is groot. Dat maakt
ons onderzoek bijzonder uitdagend,’
aldus Wout.
medicijn op de markt mag komen, wordt het verplicht
onderzocht. Medicijnen kunnen ook tekorten aan voedingsstoffen veroorzaken. Over dit soort bijwerkingen
is echter nog weinig bekend. Wout van Orten-Luiten is
één van de onderzoekers die zich hierover buigt.
Tekst: Artiene Robbertsen
Vitaminetekort
Wout vertelt: ‘In de artsenopleiding
krijgt voeding weinig aandacht. Een
gemiste kans, want voeding kan een
belangrijke rol spelen in het voor-
komen van ziektes of behandelen van
oorzaken. Een tekort aan vitaminen of
mineralen, ook wel micronutriënten
genoemd, kan klachten geven. Het is
belangrijk dat een arts de belangrijkste
symptomen hiervan herkent. Denk
bijvoorbeeld aan polyneuropathie, een
bekende en onomkeerbare complicatie
van diabetes. Maar polyneuropathie
kan óók worden veroorzaakt door een
tekort aan vitamine B12. Ons project
onderzoekt of medicatie ook invloed
kan hebben op een tekort aan micronutriënten. Met eenvoudig bloed-
Onderzoeksproject Alliantie Voeding Gelderse Vallei ‘Medicatie en Micronutriënten’
In de projectgroep zitten:
• André Janse, geriater, Ziekenhuis Gelderse Vallei
• Renger Witkamp, hoogleraar Voeding en Farmacologie,
Wageningen Universiteit
• Rosalie Dhonukshe-Rutten, Humane Voeding, Wageningen Universiteit
• Wout van Orten-Luiten, Alliantie Voeding Gelderse Vallei
prikken kan een arts een tekort opsporen en, waar nodig, behandelen
met supplementen.’
Praktijk
‘Wat je hier in de praktijk mee kunt? Allereerst is het belangrijk om met een kritische blik naar het medicijn-
gebruik van een patiënt te kijken. Verder
hoop ik dat door dit onderzoek de
medische wereld meer aandacht krijgt
voor tekorten aan voedingsstoffen als
oorzaak van klachten en als mogelijke
bijwerking van geneesmiddelen. En dat artsen daardoor vaker micronutriënten zullen meenemen in hun
aanvragen van bloedonderzoeken.
Daarnaast kan een vragenformulier om
ondervoeding op te sporen zinvol zijn.
In ons onderzoek zien we dat patiënten
die een voedingssupplement gebruiken, toch nog tekorten kunnen hebben.
Dit moet je in de gaten houden door
vaker bloed te prikken. Ten slotte kan
het zijn dat klachten niet altijd worden
opgelost, ondanks het voorschrijven van
supplementen. Maar het kan verdere
achteruitgang misschien wél voorkomen of afremmen. Mogelijk dat een
patiënt daardoor toch nog wat opknapt.
En daar doen we het voor!’ Wij in de Vallei
Twee bevlogen onderzoekers met hart voor de
mens: Marlieke Visser, researchcoördinator bij
onze Research Unit en Ellen Kampman, hoogleraar voeding en kanker aan de Wageningen
Universiteit (WUR).
Wij in
de Vallei
Tekst: Saakje Elsinga
Marlieke leerde Ellen kennen tijdens haar studie Voeding en
gezondheid. Daarna werkte ze als onderzoeksassistent met
Ellen samen: ‘Ellen is enthousiast en dat brengt ze over in
haar projecten’. Ellen volgde Marlieke tijdens haar promotieonderzoek over Klinische voeding in Amsterdam en is blij
dat Marlieke voor ons ziekenhuis werkt: ‘Marlieke weet veel,
is een goede onderzoeker en vindt de samenwerking met de
WUR belangrijk.’
Wat is de meerwaarde van jullie samenwerking?
Marlieke en Ellen ontmoeten elkaar regelmatig in de onderzoekswereld van de Food Valley. Bijvoorbeeld op de Food for
thought avonden. Deze wetenschapsavonden geven een
impuls aan de samenwerking tussen de WUR en ZGV. ‘Er is
veel belangstelling voor, ik vind de avonden inspirerend! Je
bereikt veel als je elkaar daadwerkelijk ontmoet en aanvult.
In deze samenwerking is Marlieke heel belangrijk’, vertelt
Ellen. ‘Zij volgt het onderzoeksproces doordat ze beide partijen ontmoet. Ze overziet waar de bottleneck zit en waar
we meer energie in de afstemming moeten steken.’
Marlieke Visser
Marlieke, hoe heeft Ellen bijgedragen aan jouw
enthousiasme voor wetenschappelijk onderzoek?
Marlieke: ‘Ze vertelde wel eens over haar eigen traject tot
hoogleraar, dat kansen dichterbij liggen dan je denkt, als je
maar gelooft dat je het kunt. Daar denk ik regelmatig aan.’
Stel, jullie zetten samen een onderzoek op, welk
onderwerp zou je voorstellen?
Marlieke: ‘We hebben beide passie en wil om het effect van
voeding en bewegen bij ziekte te onderzoeken.’
Ellen: ‘Patiënten met kanker in de schijnwerper zetten die
er van de buitenkant gezond uit zien, maar dat van binnen
misschien niet zijn. Op zo’n moment hebben mensen het
nodig als individu gezien te worden.’
Wat kenmerkt jullie naast het feit dat je een vrouwelijke onderzoeker bent?
Ellen: ‘Marlieke is sociaalvaardig en kan goed met allerlei
soorten mensen omgaan: studenten, specialisten, onderzoekers. Ze weet veel, maar zal dat niet van de daken schreeuwen. En ze is gestructureerd, ze weet waar ze naartoe gaat.’
Marlieke: ‘Ellen is voor mij als persoon en onderzoeker
een voorbeeld. Wat ik zo leuk vind, is dat ze leert van haar
studenten, ze is oprecht geïnteresseerd in iedereen. Ze is
benaderbaar, ik kan met haar praten over de inhoud van het
onderzoek, maar ook over hoe je een baan als hoogleraar
combineert met je privéleven.’ Ellen Kampman
Een overzicht van onderzoeken op het gebied van
voeding en kanker vind je op
www.voedingenkankerstudies.nl.
Voor informatie over wetenschap in ons ziekenhuis
ga je naar http://ZIP/wetenschap of
www.geldersevallei.nl/wetenschap.
15
12
In beeld
Wat doet een researchverpleegkundige?
Een kijkje in de
van
Lieneke Homans
Papierwerk is een
belangrijk onderde
el van Lienekes we
rk
Lieneke Homans werkt al 22 jaar in ons ziekenhuis. Sinds 2006 is ze researchverpleegkundige interne geneeskunde/MDL. Ze coördineert en ondersteunt medisch wetenschappelijk
onderzoek in het ziekenhuis. Hoe dat er in de praktijk uitziet? Je leest het in haar dagboek.
Tekst: Joke Erasmus-Kooiman
Vandaag heb ik overleg met MDL-arts Ben Witteman en een studente van de Wageningen Universiteit. Zij gaat onderzoeken hoe snel een bepaald eiwit/suikerdrankje
de maag passeert bij proefpersonen met een vertraagde maag-darmwerking. We bespreken hoe het protocol eruit gaat zien. Ik ben voor deze studente het aanspreekpunt voor praktische zaken. Samen inventariseren we welke extra onderzoeken en welke
kosten nodig zijn in deze studie, en welke afdelingen akkoord moeten geven.
Een verpleegkundige van de dagbehandeling oncologie belt dat zij studiemedicatie
moet geven met een injectieapparaat en nog niet de verplichte training heeft gevolgd.
Ik wijs haar de informatie en geef uitleg. Als de patiënte geweest is voor de injectie,
voer ik dit in op een website. Op deze manier wordt weer nieuwe medicatie gestuurd
naar de apotheek. Op een website voor datamanagement voer ik gegevens in voor de
studie over het invoeren van uitslagen van onderzoeken, tijdstip van toedienen, bijwerkingen en medicatiegebruik.
17
Ik werk aan het chemotherapie protocol op Q-portaal. Bij
deze vertaalslag komen nogal eens onduidelijkheden naar
voren uit het studieprotocol, bijvoorbeeld dat bepaalde
dosisreductieschema’s niet met elkaar in overeenstemming
zijn. Afhankelijk van de aard van de vragen bespreek ik deze
met verpleegkundig consulent oncologie Wilma Kleijer,
of met een apotheker of de verantwoordelijke arts van de
studie. Deze protocollen worden altijd geaccordeerd door de
apotheker.
Dat er in ons ziekenhuis onderzoek wordt gedaan, is ook
winst voor patiënten. Wij kunnen wetenschappelijke resultaten snel omzetten in de reguliere behandeling, omdat we in de onderzoeksfase al ervaring hebben opgedaan. Medicatie bij de behandeling van borstkanker is
zo’n voorbeeld. Eerst ging dat per infuus in het ziekenhuis,
nu zijn dat subcutane injecties die thuis gegeven kunnen
worden. Een veel patiëntvriendelijker behandeling!
Vandaag staat eerst een overleg met internist-hematoloog
Gerjo Velders op het programma. We bespreken de lopende
en nieuwe studies en de patiënten. Bij een nieuwe studie
moet op bepaalde momenten een handknijpkrachtmeting
gedaan worden. En ja, wie in ons ziekenhuis heeft een
handknijpkrachtmeter?!
Verder komen er
twee patiënten op de
polikliniek. Bij mijn
werk is het belangrijk dat ik patiënten
begeleid en informeer,
voorafgaand aan
een onderzoek maar
ook tijdens. Ik regel
toestemming en bied
een luisterend oor. Ik geniet ervan als ik een echte vraagbaak
kan zijn voor patiënten.
De eerste patiënt die ik vandaag zie, heeft de voorbereidende chemotherapiebehandelingen gehad. In de studie waaraan hij meedoet, moet nu geloot worden voor het vervolg
van de behandeling: stamceltransplantatie, die in een ander
ziekenhuis plaatsvindt, of verdere chemotherapie in ons ziekenhuis. Een spannend moment voor patiënten. Samen met
de arts bekijk ik of de patiënt mee kan doen, bijvoorbeeld
aan de hand van bloeduitslagen. Ik voer de gegevens in op
de website waar de loting wordt gedaan. De uitslag volgt
direct. Ik geef uitleg aan de patiënt over wat hem te wachten staat in de behandeling en regel de vervolgafspraken. ‘Patiënten goed begeleiden is het
leukste aan mijn vak’
De tweede patiënt is
een oudere patiënte.
Ik vraag naar haar
klachten en medicatie
en noteer deze in het
EPD. Het optreden
van bijwerkingen is
belangrijke informatie
in studies. Mevrouw
gebruikt tabletten als
studiemedicatie. Ze
heeft de lege dozen
meegenomen. Aan
de hand daarvan kan
ik controleren of ze haar medicatie trouw heeft ingenomen. Ik beantwoord haar vragen en leg uit hoe we verder gaan. Volgens het studieprotocol regel ik in overleg met
arts en poliassistente de vervolgafspraken. Ik geef nieuwe
studiemedicatie mee en noteer dit in het studiedossier. Lieneke Homans:
‘Ik moet nauwke
urig werken, maa
flexibel zijn. Wan
r ook
t elke dag komen
er wijzigingen in
programma. Er di
mijn
ent zich vaak onve
rwacht een patië
die geïncludeerd
nt aan
kan worden voor
een onderzoek. Je
je misschien af ho
vr
aagt
e zo’n dynamisch
rooster combineer
met vier kinderen.
t
Maar eigenlijk is
iedereen bij ons th
flexibel. En de kin
uis
deren zitten inm
iddels allemaal op
dus op werkdagen
sc
hool,
heb ik al meer vrijh
eid.’
14
Goed voor de patiënt
Wetenschap in
de praktijk
Enthousiast vertelt Simone Velthuis haar verhaal op de vraag wat ze
Colin Sietses en Simone Velthuis
onderzoekt in samenwerking met Colin Sietses, chirurg. Ze is zijn
‘Zou je niet
hoofdonderzoeker en hoopt aan het eind van dit jaar te promoveren
op de uitvoerbaarheid van transanale operaties.
Tekst: Gerda Dogger
Simone: ‘Colin Sietses is heel ervaren
op het gebied van operaties waarbij
zo min mogelijk gesneden wordt: de
zogenaamde sleutelgatoperaties. Deze
operaties worden uitgevoerd via een
paar kleine sneetjes in de buik. Door
deze sneetjes van 1 cm worden een
scoop, een grijptangetje en/of een
nietapparaatje ingebracht. Het voordeel is dat de patiënt geen grote snee
in z’n buik krijgt, zoals eerder bij dit
soort operaties. Dat geeft veel minder
complicaties. De patiënt herstelt
sneller en bovendien zijn de sneetjes
na afloop nauwelijks zichtbaar.
Een bekende sleutelgatoperatie is de
galblaasoperatie.’
Nieuwe techniek
‘Colin is voortdurend op zoek naar betere technieken. Hij ontwikkelt nu een
nieuwe operatietechniek voor kanker
in de endeldarm. Dit is het laatste stuk
van je dikke darm. Hierbij wordt het
deel van de endeldarm met de tumor
via de anus losgemaakt en verwijderd.
Bij deze techniek heb je beter zicht op
het snijvlak onder de tumor. Het belangrijkste doel van deze nieuwe techniek is te voorkomen dat de kanker
terugkeert op die plek. Daarom wordt
niet alleen de tumor verwijderd en een
stukje van de endeldarm weggenomen, maar ook het gebied er omheen
met lymfeklieren en vetweefsel (mesorectum). Er blijven dan hopelijk geen
verkeerde cellen achter die opnieuw
tot een tumor kunnen uitgroeien. Het
is een veelbelovende techniek met veel
mogelijkheden.’
Onderzoek en oefenen
‘We onderzoeken of deze transanale
operatie uitvoerbaar is. Of er complicaties zijn na de operatie en zo ja, welke.
En op de lange termijn: of de patiënt
net zolang, en hopelijk langer, kankervrij is. En of hij net zoveel, en hopelijk
meer, overlevingskans heeft als bij de
huidige operaties.
eens wat
gaan doen?!’
In het ziekenhuis staan twee oefenapparaten om de sleutelgatoperaties
te trainen. Het apparaat heet de
Simendo. Het is een soort videospel dat de operatie simuleert. Operatieassistenten kunnen hiermee ook
trainen hoe ze moeten assisteren.’
Samenwerking
‘Aan de wieg van deze ontwikkeling
staat Colin en ik vind het een voorrecht om als hoofdonderzoeker hierbij
betrokken te zijn. Hij is heel enthousiast, heeft steeds nieuwe ideeën en
probeert van alles uit. Bovendien is
hij heel benaderbaar, daardoor durf ik
ook allerlei vragen te stellen en zo leer
ik sneller. Hij werkt zelf heel hard en
verwacht dat ook van mij.
Als ik in het weekend een momentje
voor mezelf neem hoor ik hem bijna
zeggen: ‘Zou je niet eens wat gaan
doen?!’ En dan ga ik toch maar weer
aan de slag.’ 19
Het team
Ild care team begeleidt patiënten met ernstige longproblemen
Soepele samenwerking en
korte lijnen
In ons ziekenhuis werkt een speciaal team: het ild care team. Ild staat
voor interstitiële longaandoeningen, dit zijn ernstige, meestal zeldzame longaandoeningen zoals sarcoïdose en longfibrose. Behandelend
specialisten uit heel Nederland verwijzen patiënten met ild naar Ede
voor een diagnostisch probleem of therapieadvies.
Op 26 juni promoveert
arts-
onderzoeker Anne Creme
rs op
het verbeteren van de
therapeutische mogelijkhede
n van
sarcoïdose en de lichaa
mssamenstelling van sarcoïdosep
atiënten.
Haar onderzoek is mede
mogelijk
gemaakt door de ild car
e foundation.
Tekst: Gerda Dogger
Hoofd van het ild care team is prof. dr.
Marjolein Drent, longarts: ‘Het team
bestaat uit ruim 25 specialisten uit
ons ziekenhuis en enkele nationale en
internationale experts. Het is teamwork op maat. We kijken heel goed wie
en wat de patiënt van ons nodig heeft.
De patiënt is een soort partner in het
geheel.’
het web. Ze is erg betrokken bij iedere
patiënt, hakt snel knopen door en
heeft duidelijk het belang van haar
patiënt voor ogen. Ze haalt er vlot een
collega van het team bij als ze denkt
dat dat nodig is. Binnen het team zijn
de lijntjes zeer kort. Daardoor verloopt
de samenwerking heel soepel en daar
heeft de patiënt echt baat bij.’
Fysiotherapeuten
Bewegen verbetert de conditie
In het team zitten ook vijf fysiotherapeuten. Eén van hen is Bert
Strookappe: ‘Het geeft veel voldoening
om onderdeel te zijn van het ild care
team. Marjolein is een echte spin in
Bewegen is heel belangrijk. Niet voor
niets is het een speerpunt van dit ziekenhuis. Vooral bij patiënten met
longfibrose blijkt beweging een verbluffend resultaat te geven. Fysio-
Op www.zgv/ild vind je alle specialisten van het ild care team.
therapeut Bert legt uit: ‘We testen
eerst conditie en spierkracht. Die zijn
vaak sterk verminderd door de ziekte. De patiënten volgen dan drie maanden een op maat gemaakt trainingsprogramma, bestaande uit het trainen
van spierkracht en uithoudingsvermogen. Ondanks hun verslechterende
longfunctie, is hun conditie na drie
maanden vaak sterk verbeterd. Daardoor voelen ze zich minder moe
en kosten de dagelijkse dingen minder
moeite. Zo houden ze energie over
voor andere zaken.’ Wat is ild?
Ild staat voor interstitiële longziekten. Het is een verzamelnaam voor ruim 150
verschillende longaandoeningen die te maken hebben met
de longblaasjes en de ruimte
ertussen (het interstitium).
Door aangetast longweefsel
wordt de uitwisseling van
zuurstof en koolzuur ernstig
bemoeilijkt. Patiënten hebben
last van bijvoorbeeld kort-
ademigheid, moeheid en afnemende conditie.
Een aantal onderzoekers van het ild care team.
Van links naar rechts: Bert Strookappe, fysiotherapeut,
Marjolein Drent, longarts, hoogleraar en hoofd van
het team, Duco Deenstra, student geneeskunde,
Marjon Elfferich, case-manager
Wetenschap in Ziekenhuis Gelderse Vallei:
wat heb jij ermee te maken? Tekst: Henk van der Ouw
yacintha koorevaar
Secretaris RvB / bedrijfsjurist
‘Ik word betrokken bij het beoordelen van contracten voor
wetenschappelijk onderzoek gefinancierd door derden. Ik controleer dan of de positie
van de patiënten en het ziekenhuis, zoals aansprakelijkheid en
privacy, voldoende is gewaarborgd.’
‘Wetenschap levert waardevolle gegevens op’
willem van den heuvel,
Hoofd applicatiebeheer
& medisch archief
‘Wetenschap ontstaat
op vele plekken en levert
waardevolle gegevens
op. Gegevens die op een
eenduidige manier moeten worden vastgelegd
en gearchiveerd. Het is
zaak deze nog meer bij
elkaar te brengen. Wat
mij betreft een mooie
uitdaging.’
caroline roozenboom
Informatiespecialist
bibliotheek en
studiecentrum ‘Wetenschap kan niet
zonder systematisch
literatuuronderzoek. Het
gaat er niet om dat je
literatuur vindt, maar
dat je precies de goede
literatuur vindt. Samen
komen tot een goede set
referenties geeft steeds
weer veel voldoening.’
ilja de lange
Klinisch farmaceutisch
analist en beheerder
gevaarlijke stoffen
‘Over gevaarlijke stoffen
is heel veel informatie.
Maar om uit die informatie juist die informatie te
halen om veilig met deze
stoffen te werken, dat is
een hele wetenschap!’
‘Ik doe systematisch literatuuronderzoek’
rik eding
Dataspecialist ‘Ik verzamel de nodige data
uit bijvoorbeeld EPD, zodat
men het onderzoek goed kan verwerken. Daarnaast
bedenk ik samen met Marlieke Visser welke alternatieve manieren er zijn om onderzoeksgegevens
vast te leggen.’
tineke holwerda
Hoofd zorginnovatie
‘Ik vind het belangrijk dat
verpleegkundigen hun
vak ontwikkelen door bij
te dragen aan de wetenschappelijke onderbouwing daarvan. Andersom
kunnen verplegingswetenschappers die ook
in de directe patiëntenzorg werken de vertaling
van kennis naar praktijk
versnellen.’
‘Multidisciplinair onderzoek is ook goed voor de patiëntenzorg’