Lerend Netwerk Duurzame Wijken Lerend Netwerk

1/16
Lerend Netwerk Duurzame Wijken
5e KLANKBORDGROEP – TA – 27 mei 2014
2014 - Gent
Dagprogramma:
1. Inleiding, To Simons (CEDUBO), Ilse Dries (DAR.DO) en Peter Thoelen (VIBE)
2. Klimaatplan Gent: Strategie voor energierenovatie van woningen op grote schaal Schepen Tine Heyse, bevoegd voor Milieu, Klimaat, Energie en Noord-Zuid - Stad Gent
3. Lerend Netwerk Duurzame Wijken: 12 wijken in de kijker, kort ingeleid
4. 2x keuze uit 5 workshops/presentaties rond de wijken of voorstelling proeftuin Erenovatie
5. Keynote: Berlijn als inspirerend voorbeeld voor ‘Groen in de stad’, B. Beyer-Krahn, 2e
directrice "espaces verts", l'arrondissement Friedrichshain-Kreuzberg à Berlin
6. DuWoBo: online-tool voor nieuwe ideeën- en projecten, met demonstratie rond
‘duurzame wijken’
Presentaties zijn terug te vinden op:
- Website DUWOBO:
http://www.duwobo.be/index.cfm?n01=workgroups&n02=Levendekernen
4. Workshops rond wijken
Projecten
Projecthouders
Experts/moderator Timing/Verslag
A1. Wijnegem
Peter Vande Sompele
Tom Lagast
+D1 Diepenbeek
Tim Aerts
B1. Vilvoorde
Luc Wallays
Blok 1 om 11:00
Peter Thoelen: timing
Bruno Cassiers: verslag
Els Huigens
Sigrid Van Leemput:
timing+verslag
C1. Deinze
Peter Coppens
D1. Diepenbeek
Jean Luc Schepmans
+ A1. Wijnegem
Erik Rombaut
Hannelore Goens
+Alexis Versele
timing+verslag
Tom Lagast
Peter Thoelen: timing
+ Dirk Knapen
Bruno Cassiers: verslag
E1. Proeftuinen E-
Projecthouders 2à3
renovatie
proeftuinen
F1. De Vloei/Ieper
Ann Tack, WVI
Moderator:
Timing:
(Hein Lapauw, Ieper)
Stijn/Ilse
Stijn/Ilse
G1. Tondelier/Gent
o.v.
Aclagro-Oryx Trui
Tydgat
(Stad Gent)
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
2/16
Blok 2 om 12:00
A2. Turnhout
Ive van Bouwel
Han VD Vyvere
Sigrid Van Leemput:
timing+verslag
B2. Veurne
C2. Zulte
Bjorn Deneckere
Ludwig Vanluchene
Els Huigens
Hannelore Goens:
+Alexis Versele
timing+verslag
Luc Eeckhout
Koen Claes: timing
Bruno Cassiers: verslag
D2. Leuven
Wim Vandevorst
Guido Stegen
Peter Thoelen:
E2. Proeftuinen E-
Projecthouders 2à3
o.v
renovatie
proeftuinen
F2. De
Ilse Piers (Goedkope
Moderator:
Timing:
Venning/Kortrijk
Woning) of arch Buro II
Marjolijn/ Merijn
Marjolijn/ Merijn
timing+verslag
G2. Den Draad/Gent
Jelle Vandendriessche,
Re-Vive
A.1. Wijnegem
Sterke punten van het project:
-
Participatie met bewoners rond mobiliteit en wonen; aan de bewoners werd
gevraagd hoe ze zelf de dingen zouden aanpakken, welke stappen te nemen enz…
Stadsboerderij met gemeenschapsvoorzieningen; volkstuinen
Introduceren van ecologische woonvormen: cohousing, erfpacht, bescheiden
woningen, Community Land Trust.
Opmaak van ambitienota en vertalen naar programma van eisten (meetbare
elementen) op basis van duurzame parameters
Aandachtspunten/te verbeteren punten /uitdagingen:
-
-
Thema’s ‘energie’ en ‘grondstoffen’ uit de ambitienota:. hoe de ambities vertalen in
programma van eisen? hoe de ambities verwerken in/vertalen naar een masterplan?
De sociale Huisvestingsmaatschappij botst op regelgevingen als ze met nieuwe
woonvormen doelgroepen willen bereiken. (bijvoorbeeld bescheiden woningen).
Hierin moeten verdere stappen gezet worden. Het zou nuttig zijn om vanuit
verschillende projecten ervaringen met nieuwe woonvormen te delen en eruit te
leren.
Bewaken van sociale mix; wegwerken van negatieve perceptie van sociale
woningbouw (associatie met ‘gettovorming’, criminaliteit…). De sociale
huisvestingsmaatschappij ‘De Woonhaven’ heeft in Antwerpen geen probleem met
draagvlak van de buurt. Het gaat hier wel om lage concentraties sociale woningen.
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
3/16
-
-
-
Is er draagvlak voor gemeenschappelijk wonen?
Begeleiding rond ‘duurzaam wonen’ moet geïntegreerd worden in de begeleiding bij
sociale huur- en koopwoningen. Cfr. ‘De Woonhaven’ betrekt/informeert nieuwe
bewoners over het ‘functioneren’ van hun woning.
Betaalbaarheid woningen->De ideale woning zoekt met de VMSW naar oplossingen
om huur laag te houden.
Geluidshinder van Houtlaan is een probleem. Verschillende oplossingen worden
voorgesteld: creëren van een scherm of berm, bouwen van ‘walwoningen’ of
earthships in een berm, opleggen van een geluidsnorm en ontwerpers zelf met
creatieve oplossingen laten afkomen.
Mobiliteit; verkeersoverlast
Luchtkwaliteit en geluidsoverlast-> Is het wel verantwoord om op die plek te wonen?
Collectieve voorzieningen
Advies:
-
-
-
-
Fasering van uitvoering en voldoende flexibiliteit om in de toekomst binnen de site in
te spelen op nieuwe inzichten/noden
Integreren van verschillende functies; bijvoorbeeld volkstuinen en kinderopvang;
volkstuinen en ouderenopvang…
Gemeenschappelijk wonen: experimenteren met verschillende niveau’s en vormen
Alternatieve woonvormen: verder onderzoeken in functie van vraag toekomstige
bewoners.
We moeten los van doelgroepen denken; woningen moeten aanpasbaar (flexibel)
genoeg gebouwd zijn. Op die manier kunnen allerlei soorten bewoners aangetrokken
worden. Een voorbeeld van multifunctioneel bouwen: de verticale stad in Rotterdam.
Anderzijds moeten niet alle woningen ‘multifunctioneel’ zijn; het is eenvoudiger van
woning te verwisselen als de woning niet meer aangepast is (vb. te grote woonst
wanneer kinderen uit huis zijn…). Levenslang wonen is duur en heeft weinig zin.
Voldoende rekening houden met openbare voorzieningen bij uitbreiding met zoveel
gezinnen (scholen, kindercrèche, winkel..)
Akoestische maatregelen zijn zeer belangrijk (P. Claus VMSW)
Zachte geluidswanden uit draadconstructie met schors, compostvulling, begroeid
met klimplanten lijken een mogelijkheid om met een smalle opbouw toch relatief veel
geluid te absorberen.
stedenbouwkundige studie in opdracht van VMSW
D.1. Diepenbeek
Sterke punten van het project:
-
Integrale aanpak
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
4/16
-
-
Eén grondeigenaar/projectontwikkelaar, tevens eigenaar van bouwbedrijf (Machiels
Building Constructions), bouwt 96 units -> differentiatie in bevolkingssamenstelling
kan gestuurd worden!
Openleggen & integratie Dautenbeek -> wegwerken van hitte-eiland effect
Aandacht voor waterhuishouding: helofyten- en grijswaterzuivering, zwemvijver
Goede verbinding naar het centrum en voorzieningen op diverse niveaus
Ontsluiting aan de rand; geen ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer in het gebied
(woonerf)
Differentiatie en verscheidenheid
Aandacht voor ecologisch bouwen, energiezuinige woningen,houtskeletbouw
Collectief benaderen van energie
Aandachtspunten/te verbeteren punten/uitdagingen:
-
-
-
Hoge densiteit t.o.v. omgeving
100 woningen op 5 ha is niet erg dens naar duurzaamheidsnormen. Concept ‘huisje,
tuintje…’ is niet duurzaam en niet toekomstgericht
Er is veel tegenkanting van omwonenden omdat men de wijkontwikkeling ziet als
een getto met hoge dichtheid en veel sociale huurwoningen. Sensibilisering is nodig
om draagvlak te creëren in de buurt en nieuwe mensen te informeren. De nadruk
moet liggen op positieve aspecten: ecologisch en energiezuinig wonen, natuurlijke en
verkeersluwe omgeving, hernieuwbare energie…
2 parkeerplaatsen per wooneenheid voor een sociaal huurpubliek is te veel.
Uitdaging: reductie aantal auto’s; op termijn evolueren naar 1 parkeerplaats per WE.
Parkeerplaatsen zijn te weinig geclusterd
Uitdaging: hoe ga je ‘kiezen’ dat er enkel bewoners komen die ‘ecologisch’ willen
wonen (autovrij, HSB, energiezuinige woningen,…) temeer omdat voor sociale
woningen de toewijzingsprocedure geldt.
Samenwerking met SHM: welke procedures ?
Groen publieke ruimte lijkt op plan slechts ‘restruimte’ <> opportuniteit voor
kwaliteitsvolle publieke ruimte
‘muur’ van gekoppelde woningen aan één zijde van het project; relatie park /
omwonenden?
Onvoldoende uitbuiting van de oriëntatie
Geen nieuwe woonvormen voorgesteld; gemeenschappelijk wonen komt
onvoldoende aan bod; te weinig variatie in type woonunits
E-peil niet haalbaar tegen 2020; Passief bouwen ipv CO2-neutraal, anders niet
haalbaar
Financieren van extra kosten: biogas, waterzuivering,…
Passief wonen en ecologisch wonen is ongeveer 10 à 15% duurder. Hoe financieren
SHM meerkost? Zouden de SHM geen bonus moeten krijgen omdat ze extra return
en lagere kosten genereren voor huurders? Het heeft tenslotte een maatschappelijke
meerwaarde. OCMW-begeleiding kost ook geld. Kunnen we leren van buitenlandse
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
5/16
-
voorbeelden? In Oostenrijk wonen sociale huurders in passiefhuurwoningen. Hoe
krijgen ze daar de zaken financieel rond? Het gaat ook over EU-eisen. Dit kan een
invloed hebben op de prijzen van duurzaam en energiezuinig wonen
De HVM zit met een negatieve rentevoet. Kan het verschil in rente bijgelegd worden?
In Gent wordt het verschil bijgepast.
Advies:
-
-
-
-
Meer ratio’s: vastleggen van eisen in programma van eisen + ambities in normen
vertalen; niet afwijken van autovrije inrichting
Nog meer verdichten ten voordele van open ruimte (VMSW PClaus); nog compacter
bouwen
Meer inzetten op collectieve voorzieningen: fietsparkeren, deelvoertuigen (cfr.
Stellwerk Keulen)
CO2-neutraal is inclusief mobiliteit; meer geïntegreerd verhaal van maken
Meer aandacht voor gemeenschappelijk wonen, mogelijkheid tot cohousen, zorgen
dat mensen levenslang in de wijk kunnen blijven (in verschillende woningen)
Passieve woningen mogelijk? Energieneutraal? BEN?
Als de kavels niet zonverkaveld zijn en/of de woningen geen plat dak hebben, dan is
het E-peil niet meer te halen voor dezelfde kost en zal klimaatneutraal bouwen
meerkosten genereren.
Onderzoeken of een warmtenet mogelijk is.
Toekomstig te ontwikkeling noordelijk groenplein van stad mee integreren in het
project ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit en van de communicatie met de
omwonenden.
Potentieel voor omwonenden om door het gebied te (kunnen) wandelen
benadrukken
Gemeenschapsvoorziening aan het park -> samenbrengen van bewoners bestaande
en nieuwe wijk; gemeenschappelijke ruimten zijn interessant om elkaar te ontmoeten
Onderhandelen met de gemeente voor aansluitend park (en parkeernorm
versoepelen)
Strakke aanleg (zuid) organischer; achtertuinen zijn te strak, te monotoon; meer
variatie in type woningen
Concept woonerf uitbuiten
Overleg SHM-VMSW
Machiels Building Solutions kan lening over tien jaar laten lopen om meerkost van de
passiefhuizen te laten afschrijven zodat mensen toch de full option bekomen. Het
voordeel komt bij de bouwmaatschappij en het nadeel, minder energie verkopen bij
de energiemaatschappij.
Draagvlak verhogen in Diepenbeek door in de naam van de nieuwe woonzone de
naam van de beek in te brengen. De beek is van iedereen en kan gezien worden als
bindmiddel voor de hele wijk.
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
6/16
Advies met betrekking tot hergebruik van grijs water:
Dirk. Halet (VLAKWA)
Werkgroep rond regelgeving water opstarten
-
Welke criteria naar waterkwaliteit ifv toepassingen
Facturatie: niet alle water wordt op de riolering geloosd (in principe geen betaling
van boven/gemeentelijk bijdrage)
- Mogelijkheden om grondstoffen uit afvalwater te recupereren ifv stadstuintjes (recup
van fosfor )
Vragen, verbeterpunten:
- Is er een volledige loskoppeling van extern rioleringsstelsel; vb van decentrale
zuivering?
- Wat met organische voedselstoffen + zwart water: gaat dit naar vergistingsinstallatie?
TIP:
- Organiseer een bezoek aan SNEEK-project in Nederland ; afstemming cfr DOK9000
- Energie: zoek overbruggingskrediet tss investeren en recupereren van de kosten
(ESCO)
B.1. Vilvoorde - Koningslo
Sterke punten van het project:
-
Landschappelijke structuur (Beekvallei) als drager van het concept
Vrijwaren en versterken van het Valleigebied ten Oosten; samenwerking met ANB
voor beheer van groen rond het plein (ontmoetingsplek)
Landschappelijke inpassing op basis van het bestaande reliëf
Hoge dichtheid van woningen
Aansluiting bij het bestaande weefsel; creëren van doorwaadbaarheid
Beperken van infrastructuur op het terrein; ontsluiting via lus
Aandachtspunten/te verbeteren punten/uitdagingen:
-
Aandacht besteden aan participatie/sensibilisatie bewoners (o.a. rond parkeren)
Afstemmen van voorzieningen op toekomstige bewoners/potentiële kopers
Voldoende hoog ambitieniveau voor woningen; vasthouden van ambitieniveau in het
proces
Automobiliteit inperken (ligging vlak bij Brusselse ring)
Hergebruik van materialen bij sloop bestaande bedrijfsgebouwen
Toegankelijkheid bewoners, brandweer, bij verhuizingen…
Advies:
-
Het online platform van Duwobo gebruiken als instrument voor participatie, overleg
en consensus opbouw
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
7/16
-
Minder parkeerplaatsen voorzien om gebruik van fiets, openbaar vervoer te
promoten
Gedetailleerde sloopinventaris opmaken om na te gaan welke materialen hergebruikt
kunnen worden.
Doe zo voort!
C.1. Deinze
Sterke punten van het project:
-
Locatie leent zich voor een hoge densiteit, autoluwe wijk, mix van functies, zicht op
de Leie…
Mobiliteitsvisie, aandacht voor trage verbindingen
Inbedding in het globale masterplan
Verschillende woontypologieën, integratie van nieuwe woonvormen
Deeltuinen / veel collectief groen, publieke ruimte
Aandachtspunten/te verbeteren punten/uitdagingen:
-
-
Goede onderbouwing met betrekking tot keuze van woontypologieën ontbreekt
Toren ligt het dichtst bij de groene structuur en niet bij de stadskern, is dit een
logische keuze? Is de inplanting van de toren correct met betrekking tot licht en zicht
voor de achterliggende gebouwen? Dit moet bekeken worden vanuit een globale
stedenbouwkundige visie.
Er zijn geen sociale/betaalbare woningen voorzien
Grens tussen privaat en publieke ruimte is niet duidelijk
Parkeren: waar en hoeveel? > bedoeling om zo autoluw mogelijk te maken + parking
voor bezoekers
Via participatie: bevragen van bewoners naar standpunt toren van 11 bouwlagen >
max 4-5 bouwlagen om sociale interactie te behouden? Wat zijn de consequenties van
hoogbouw op sociaal niveau, op parkeerniveau?
Advies:
-
-
-
De omvang van het project is klein; er ontbreekt een globaler ruimtelijk kader van de
voortgezette ontwikkeling van het centrum. Bijvoorbeeld: Is de geplande brug een
verbetering naar een toekomstige verdichting?
Pro’s en contra’s van stedenbouwkundige invulling goed aftoetsen en argumenteren;
verder onderzoek naar programma, volumetrie en typologie van gebouwen
Bij het ontwikkelen van een nieuw inbreidingsgebied is het zinvol om tevens (in het
kader van een ander project) in te zetten op renovatie van het bestaand patrimonium.
Niet enkel het historisch patrimonium, maar ook bestaande niet energie-efficiënte
gebouwen en het renoveren ervan kan aangemoedigd worden.
Uitvoeren van een klimaattoets; werken met klimaatscenario’s
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
8/16
-
Scoresysteem opnemen in bestekken waarbij ontwikkelaars/aannemers beloond
worden voor extra maatregelen richting duurzaamheid
In plaats van de ontwikkeling van het gebied op te splitsen in deelprojecten zou het
beter zijn om de het in 1 hand te houden om een betere grip te hebben op kwaliteit.
Aandacht voor spanningsveld tussen ambitieniveau qua duurzaamheid en wat
commercieel haalbaar is
groen-blauwe structuren in de stadskern proberen te trekken, eventueel via een
doorgang?
Waarom geen ondergronds parkeren ten voordele van groen gelijkvloers?
Troeven uitspelen t.o.v. wat mensen gewoon zijn
F.1. De Vloei
Sterke punten van het project:
-
Het oorspronkelijke ambitieniveau voor E-plan & groen-blauw netwerk is sinds de
Ecopolis-begeleiding nog verhoogd.
-
-
Het project is breed gedragen vanuit bewonersgroep. De wijk kan op veel publieke
interesse rekenen; sensibilisatie en illustratie/visualisatie zijn belangrijk om mensen
bewust te maken van de voordelen van een duurzame wijk.
Diversiteit in woontypes
Aandachtspunten/negatieve/te verbeteren punten/uitdagingen:
-
-
-
Bepaalde ambities zijn afgezwakt (autovrij werd autoluw; een verbodslijst voor nietduurzame materialen bleek juridisch niet sluitend, er werd getracht dit op te vangen
door sensibilisatie)
De densiteit is eerder laag – een compromis tussen de projectpartners. Ieper heeft als
geheel een veel lagere densiteit dan de Vlaamse grootsteden, dus in deze context leek
een grotere densiteit niet opportuun.
Geen keuze verwarmingsbron
Diversiteit in woontypes versus beeldkwaliteit en samenhang
Advies:
-
Meer aandacht besteden aan beeldkwaliteit (architectuur, groen)
Samenwerking met kwaliteitskamer tijdens de ontwikkeling
G.1. Tondelier
Sterke punten van het project:
-
Holistische aanpak
Toepassing van de duurzaamheidsmeter van de stad Gent wordt positief ervaren.
Het zorgt voor het verruimen van de visie, vestigt de aandacht op aspecten waar
eerder misschien niet over nagedacht was, niet in het minst op het procesmatige van
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
9/16
-
de wijkontwikkeling. Tondelier heeft architectenbureau evr onder de arm genomen
om een checklist op te stellen als ondersteuning.
Aandacht voor erfgoed
Parkgebied als centrale long/ waterstructuur zichtbaar
Autoluwe wijk
Aanpakken van zwakkere groepen
Er werd bewust gekozen om aansluiting op het geplande stadswarmtenet te
faciliteren; anderzijds biedt het project ook de nodige flexibiliteit voor alternatieve
verwarmingsoplossingen.
Aandachtspunten/ te verbeteren punten/uitdagingen:
-
-
-
Lange doorlooptijd
Duurzaamheid en de duurzaamheidsmeter is voortdurend in evolutie, dus het
instrument moet flexibel gebruikt worden. Veel zaken moeten tussentijds opnieuw
bekeken worden zodat de inspanningen relevant blijven.
Het ontwerp van Tondelier lijkt op plan minder organisch. Dit komt doordat is
voortgeborduurd op het bestaand stratenplan van de wijk. Is de densere stedelijke
context een bepalende factor in (de openheid in) het ontwerp van een duurzame
wijk?
Is 40% sociaal/bescheiden woningen voldoende?
Groenbeheer-> ecologisch?
Advies:
-
Meer aandacht voor beeldkwaliteit in architectuur
Duurzame materiaalkeuze
Verschillende architecten/ontwerpers in een poule
A.2. Turnhout
Deelnemers:
Sterke punten van het project:
-
-
Locatie: ontmoeting stad-landschap
Aandacht voor trage netwerk; fietsbrug reeds aangelegd voor de wijkontwikkeling
Fiets als ruggengraat voor het project
In ruil voor ontwikkelingsrechten staan projectontwikkelaars kosteloos gronden af
aan de stad om een landschapspark te realiseren, dat door de stad ingericht een
beheerd zal worden.
Inzetten van publieke ruimte als bindend element (sociale cohesie), aanwezigheid
van stadsboerderij.
De stad die aanstuurt op duurzame ontwikkeling; deelnemer van Belfius was positief
verrast door de impuls die de gemeenten (durven) geven naar ontwikkelaars toe
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
10/16
-
Enthousiasme en wil om vooruit te geraken met het project
Aandachtspunten/te verbeteren punten/uitdagingen:
- Al zeer grote weg afgelegd, weg van de klassieke opzetten m.b.t. verkavelingen,
ontwikkelaars,… actoren zijn duidelijk een heel eind meegetrokken richting meer
duurzaamheid, maar contrast met wat bv. in Duitsland mogelijk is en ook gebeurt
(baugruppen, energiecoöperatieven,…) blijft bestaan… (ter illustratie: in Duitsland
worden er momenteel per week drie energiecoöperatieven opgericht)
- Onduidelijkheid over noordelijke ontsluiting van de ring
- Oppassen voor de impact van de twee steenwegen/invalswegen naar Turnhout
- Duurzame sectoren betrekken in het overleg en niet enkel ontwikkelaars/ontwerpers
- Ambitieniveau van gebouwschil ligt nog niet vast -> ambitieniveau standhouden
d.m.v. voorschriften
- Openbaar vervoer mag ambitieuzer. Bij goede buitenlandse voorbeelden is de OVinfrastructuur vaak het eerste wat wordt uitgerold…ook aandacht voor koppeling
van verschillende vervoersmodi.
- Aanpakken van de bestaande woonwijk uit de jaren ’70
- (toekomstige) bewoners meer betrekken. Dat leidt niet alleen tot de gewenste
participatie, maar creëert meteen ook een sensibiliseringsgolf (er ontstaat een debat,
er wordt naar voorbeelden gekeken, peer-to-peer netwerken worden geactiveerd…)->
marketingverhaal op stadsregionaal niveau
- Vanuit Clementwijk Sint-Niklaas komt signaal dat alternatieve woontypologieën wel
degelijk aanslaan: hier is duidelijk en ook snel een marktvraag voor aan het ontstaan,
en niet alleen vanwege progressieve tweeverdienende gezinnen. Op het vlak van
ambitie kan men hier dus zeker een tandje bijsteken (NVDR: samenwerking tussen
projecten kan dit versterken, en waarom ook niet inzetten op positief competitieelement tussen projecten/steden?). 25 à 32 % van de bevolking is geïnteresseerd in
gemeenschappelijk wonen. Kijk ook naar nieuwe ideeën zoals cohousing voor
senioren
- Goed kijken naar afweging warmtenetten – bijna energieneutrale gebouwen; dit is
een optimisatie die project per project moet uitgeklaard worden en ook onderhevig is
aan evoluties in de technologie (multi-energiesystemen met een ‘cocktail’ van
bronnen, zeer lage temperatuur warmtenetten, buffermechanismen, uitwisseling van
energie (ook thermisch-elektrisch en vice versa),… aankoppelen van bestaande
(moeilijk energetisch te renoveren woonwijken) bestuderen
- de stad moet meer gueule durven hebben
Advies:
-
Zorgen dat ontwikkeling niet leidt tot de vorming van eilandjes, integratie intern
maar ook extern in de gaten houden. Dat laatste vooral door de cohesie met de
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
11/16
-
-
-
bestaande buurt te versterken. (NVDR: misschien hier een spoor omtrent collectieve
renovatie te ontwikkelen, cf. proeftuinen IWT?)
Meer ruimte creëren voor kleine initiatieven, kleinere aannemers/ontwikkelaars, rol
van bewonersgroepen en mensen die samen een project willen opzetten, meer
inzetten op alternatieven zoals houtskeletbouw (cf. idee baugruppen, zie hieronder).
Dus meer ruimte creëren weg van het klassieke ontwikkelingspatroon. Hierop wordt
natuurlijk wel een bepaalde hypotheek gezet door de structuur van de
grondeigendom; waar mogelijk kan de overheid toch proberen zo ver mogelijk te
gaan met dit soort experimenten
Meer rekening houden met ‘kansen voor anderen’ en ‘zorgwonen’; ‘anders’ en
‘aanpasbaar ‘wonen in voorschriften vastleggen.
Bij de invulling van het terrein voldoende rekening houden met de
eigenheid/structuur van het landschap
De stad zou op zoek moeten gaan naar alternatieve financiering; oprichten van
coöperaties voor energievoorziening…
Flexibiliteit van ontwikkeling en plannen in de tijd borgen: het gaat over
verschillende decennia, de toekomst zal nog veranderen; ontwerp, instrumentarium
en regels moeten hierop voorzien zijn
Trends vóór zijn op vlak van ‘alternatieve’ woonvormen.
B.2. Veurne
Sterke punten van het project:
-
Enkele duurzaamheidsprincipes zijn vastgelegd in het RUP (opgenomen in het RUP:
gemeenschappelijk groen, vernieuwende woningtypes…)
Randvoorwaarden voor publiek-private samenwerkingen: stopprincipe, mobiliteit,
Zuid-gerichte woningen
Oproep aan bestaande bedrijven naar interesse voor medewerking aan warmtenet
(restwarmte) -> onderzoek naar haalbaarheid
Principes van groene stroom en zuiver ruimtegebruik worden opgenomen in de
verkoopovereenkomsten.
Mix van functies: wonen, kantoren, vrije beroepen, diensten, horeca…
Integratie van het landschap
Park als bufferzone tussen industrie/KMO en wonen
Aandachtspunten/te verbeteren punten/uitdagingen:
-
Energetisch niveau van woningen: nood aan strengere normen dan wettelijk
vastgelegd.
Parkeernorm = 1,2 voor bewoners en 0,15 voor bezoekers. In fase 1 wordt enkel
rekening gehouden met de parkeernorm voor de bewoners. De rest blijft voorlopig
groen. Indien het onvoldoende blijkt, wordt het groen opgegeven voor nog extra 0,15
extra parking voor de bezoekers.
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
12/16
-
Integraal waterbeheer.
Advies:
-
-
Opmaken van stedenbouwkundige studie
Inzetten op diversiteit van bewoners: ouderen, nieuw samengesteld gezin…->
flexibele woningen ontwerpen (2 samenvoegen, kangoeroe, alles op 1 niveau…),
mogelijkheden voor cohousing voorzien
Zorgen dat het geen wijk wordt achter het station
Beheercentrum: ook inzetten voor sensibilisatie-> eventueel demonstratiecentrum
duurzaam wonen
Mogelijkheden voor carpooling en carsharing onderzoeken
Sensibiliseringscampagne voor het promoten van autodelen/cambio; site ligt vlak
naast station waar enkele cambioparkeerplaatsen zijn voorzien
Mobiliteit herbekijken: doortrekken van de kusttram, extra voetgangers- en fietsbrug
naar centrum, meer treinen (2 ipv 1/uur naar Brussel)
Concept van ‘parkmanagement’ uitwerken, o.a. voor delen van infrastructuur en
uitwisselen stromen tussen bedrijventerrein/wonen
Voldoende hoog ambitieniveau op vlak van duurzaamheid: E-peil, grijs
waterrecuperatie, regenwateropvang, PV, groendaken…
Onderzoek naar mogelijkheden voor zachte bodemsanering (bijvoorbeeld met riet)
C.2. Zulte
Sterke punten van het project:
-
Potenties om groenstructuur van de Leievallei in de stads/dorpskern binnen te
trekken->creëren van groene vingers
Goede locatie, dicht bij centrum, verbinding en doorwaadbaarheidmogelijkheden met
omliggende wijken, straten…
Aandachtspunten/te verbeteren punten/uitdagingen:
-
-
-
De verkoop van de wooneenheden zal de kostprijs van de sanering moeten dragen
Aandacht voor het traject/proces: vooraf zelf de oefening maken naar lokale noden en
opportuniteiten van de site. Goede onderbouwing met betrekking tot keuzes is
noodzakelijk.
Gemeente kan eisen stellen en veel bepalen omdat ze de vergunning aflevert. Ook bij
het aantrekken van de ontwerper en kiezen van de ontwerper kan gemeente sturend
optreden.
Tijdsduur van het project is lang (10 à 20 jaar). Het project kan best gefaseerd
verlopen (saneren, bouwen) met tussentijdse onderbrekingen, zodat wijkbewoners
niet continu op een bouwwerf moeten leven. De bouwtijd kan ingekort worden door
prefabbouw (bijvoorbeeld prefab bio-ecologische houtskeletbouw)
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
13/16
-
Het grond- en panden decreet: VMSW kan sociale woningen overnemen vóór of na
de realisatie van de woningen. De gemeente kan vergunning verlenen en sociale
aspecten overnemen.
Advies:
-
-
-
-
-
Haalbaarheid van ambities onderzoeken; haalbaarheidsplan/studie opmaken.
Is de densiteit voldoende om brownfieldsanering te betalen? Hoe hoog moet ze
liggen in geval van ‘break even’? Is het project dan nog duurzaam te noemen? Ratio
van (verkoopprijs alle woningen samen)/( sanering + ontwikkelen terrein +
materiaalkost huizen) moet groter zijn dan 1. Dit bepaalt de densiteit en
betaalbaarheid woningen. Als alles becijferd is, zal het project niet gegijzeld worden
door twijfels en onzekerheden.
De gronden van de twee eigenaars in een grondenbank steken en de saneringskosten
verdelen zodat beide deelprojecten gelijktijdig ontwikkeld kunnen worden.
Solidariteit tussen eigenaars leidt tot een ‘vlotte’ en ook ‘doeltreffende’
samenwerking en tot het algemeen succes dat door iedereen beoogd wordt.
Contact opnemen met VLM i.v.m. grondenbank
Stel gemeenschapsbelang boven de winst
Een goede projectdefinitie opmaken (doelstellingen, toekomstvisie, verdere
ruimtelijke ontwikkeling..), aanduiden van project (proces) regisseur.
Voor het aanstellen van een ontwerper is een publieke oproep een interessanter
instrument dan een openbare aanbesteding. Bij de keuze zou de jury de ontwerper
ook moeten beoordelen als onderhandelaar, coördinator, procesbegeleider van het
project. Belangrijk criteria hierbij zijn:
o In welke mate houdt de ontwerper rekening met het veranderende principe?
Hoe speelt hij bijvoorbeeld in op onverwachte financiële wijzigingen,
veranderingen in context, nieuwe inzichten, noden…?
o Kan de ontwerper duurzaam (vanuit een geïntegreerde visie) bouwen? Gaat
het om meer dan mooie plaatjes? Is er aandacht voor ‘procesmanagement’ ?
Hoe brengt de ontwerper het project tot een goed einde? Hoe wordt het
project in de markt gezet? In de toekomst zal dit meer mee van onderuit
gerealiseerd worden (co-creatie). Hoe gaat de ontwerper daar mee om? De
ontwerper moet mee vorm geven aan participatie in het proces en zaait mee
de kiemen voor het draagvlak later.
o Het procesmatige zit in het ontwerpteam. Het team voert de juiste
communicatie en de juiste communicatietiming;
Draagvlak creëren bij bewoners van Zulte voor de ontwikkeling van de sites door het
organiseren van klankbordgroepen, workshops-> bevragen, peilen naar
verwachtingen (duidelijk aangeven binnen welk kader), sensibiliseren rond
meerwaarde gemeenschappelijk groen.
Participatie kan men verhogen door het project bekend te maken, een wandeling te
organiseren, een theater voorstelling of tijdelijke invulling. De verzekeringskost of
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
14/16
-
-
investering in nutsleidingen bij een tijdelijke invulling zijn de moeite waard om
financieel gedragen te worden door ontwikkelaar omdat ze een goede return geven
die het draagvlak en participatie vergroot.
De projectgrenzen kunnen vastgelegd worden. Soms is het interessant om buiten de
projectgrenzen te kleuren in omliggende straten. Zo kan je de integratie bevorderen
van het nieuwe gebied in de omgeving. Bv een restauratie van gebouw of
pleintje/parkje aanleggen, of een trage route/weg herwaarderen. Cultuur,
geschiedenis, duurzaamheid, sociale verbanden zoeken en toegevoegde waarde
creeren.
Absoluut 100% zongericht verkavelen
D.2. Leuven
Sterke punten van het project:
-
Integraal project; invloed op externe projecten
De centrale ligging in stedelijke gebied is vrij uniek; het gaat om een inbreiding
waarbij bestaande bebouwing en nieuwbouw geïntegreerd zijn
Behoud van erfgoed; zichtbaar maken van de oude omwalling
Mix van functies; integratie van cultuur, zorg, wonen, handel, horeca, hotel
Densiteit/woondichtheid (tot 8 bouwlagen): 38% van de oppervlakte (= 2,85 ha) zal
‘openbaar domein’ zijn (vs. gangbaar 20-25%)
Openleggen van de Dijle-arm met aansluitend ‘groen Dijlepark’ en koppeling aan
‘fietsroute Dijlepad’ -> grotere leefbaarheid van de stad
De grote oppervlakte van het projectgebied biedt mogelijkheden voor gemeentelijke
energievoorziening..
Er is een participatietraject voorzien ( ‘klankbordgroepen’).
Aandachtspunten/ te verbeteren punten/ uitdagingen:
- Nog geen duidelijke visie over interactie tussen de geplande activiteiten en het
stedelijk netwerk
- Mobiliteitsbeleid in functie van openbare voorzieningen (podiumkunsten,
congreszalen) versus wonen: het parkeren is enkel voor bewoners voorzien; parkeren
bij de podiumzaal is enkel na de winkeluren. Bij de podiumzaal zijn 800 à 1.000
parkeerplaatsen nodig. Alternatieven worden onderzocht in een mobiliteitsstudie. In
de buurt is er bv. de parking van de St.-Jacobsmarkt.
- Knelpunten openbaar vervoer (passagemogelijkheden, draaicirkels…): nog op te
lossen
- Geen duidelijke overgang tussen publieke en private ruimte; opletten voor gevoel
van ‘restruimtes’
- Aandacht voor betaalbaarheid woningen, co-housing, andere woonvormen: de stad is
geen eigenaar van de site, er kan enkel via het RUP gestuurd worden. Er kunnen
overeenkomsten opgenomen worden in het Masterplan.
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
15/16
-
-
Aandacht voor woontypologieën en de invloed ervan op het openbaar domein
(bijvoorbeeld grondgebonden woningen met eigen tuin…)
Functies worden vooral per bouwblok ingekleurd; geen mix in verticale zin
(gelijkvloers<->verdiepingen)
Potentieel rond duurzame energievoorziening? Is een warmtenet rendabel? Verder
onderzoek naar hergebruik restwarmte uit de welzijnstoren. Warmte uit de
Dijlestroming halen bleek niet mogelijk. In een nieuwe call voor ‘smart cities’ (binnen
2 jaar) worden aanvullende mogelijkheden nog bekeken
Aandacht voor groenaanleg, groenbeheer
Advies:
-
Structuurplanning die de connectiviteit beschrijft tussen openbaar domein en private
functies.
Diepgaand onderzoek naar ontwerp van publiek domein en aansluiting met de
omgeving
Nodige aandacht voor bereikbaarheid; toegankelijkheid ook meenemen naar de
bredere omgeving en in de ontsluiting naar St. Jacobsmarkt en de binnenstad.
In kaart brengen van ruimere context en situering t.o.v. Leuven (met betrekking tot
diverse functies, mobiliteit...)
Ideeën met betrekking tot mobiliteit:
o fietsstallingsnorm: 2 per woning + 1 per slaapkamer?
o parkeernorm nog verlagen van 0,8 naar 0,5?
o abonnementen autodelen mee verkopen met de woning?
-
evenwicht zoeken tussen densiteit en leefkwaliteit; schaduwstudie laten uitvoeren
vooral voor de hoge torens (podiumzaal met toneeltoren, ‘welzijnstoren’)
Meer inzetten op mogelijkheden/opportuniteiten van passieve energieproductie
(oriëntatie woningen)
Geef toekomstige buurtbewoners (en niet alleen de happy few) een prominente plaats
in de invulling van de verschillende ruimten of moedig hen aan zelf plaats te nemen.
Onderzoek welke handelsfuncties een meerwaarde kunnen zijn voor de stad Leuven
F.2. De Venning
G.2. Den draad
Sterke punten van ‘De Venning’:
-
Experiment met sociale huisvesting / bewonersparticipatie
Hoog ambitieniveau, monitoring voor CO2 neutrale woonwijk
Duidelijk procesverloop en planning
Gemeenschappelijke groene ruimtes
Aandachtspunten/ te verbeteren punten/uitdagingen‘De Venning’:
-
Inplanting van buurtvoorzieningen
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag
16/16
-
Centraal beheer voor afval?(sorteerstraatjes,…)
Sterke punten van ‘Den Draad’:
-
Reconversie van een brownfield
Kunnen starten met RUP
Diversiteit en individualiteit van de woningen; architecturaal ensemble
Afwerking van de randen van het projectgebied
Passiefbouw en lage energie
Parkomgeving
Aandachtspunten/ te verbeteren punten/uitdagingen ‘Den Draad’:
-
Woondichtheid
Klassieke verkaveling
Systeem van gemeenschappelijke energieopwekking mogelijk?
Aandachtspunten algemeen:
-
-
-
De lange doorlooptijd van de projecten is niet te wijten aan de
duurzaamheidsambities, maar eerder aan de administratieve lasten waar elke nieuwe
ontwikkeling zich door moet worstelen.
Betaalbaarheid: de prijzen van Den Draad zijn behoorlijk marktconform – in Gent is
er heel weinig nieuwbouw te koop. De Venning (sociale woningbouw) biedt erg
betaalbare woningen, maar dit is ingecalculeerd in het totaalplan van het
patrimonium van de sociale huisvestingsmaatschappij.
Onderhoudsaspecten (oa mechanische ventilatie): nazorg is essentieel, niet alleen bij
huurwoningen maar ook voor kopers. In de Venning neemt de SMH dit op, met
monitoring door UGent. In Den Draad biedt Re-Vive een optioneel
onderhoudscontract aan.
Advies:
-
-
Een centraal aanspreekpunt bij de overheid zou het proces van wijkontwikkelingen
een stuk makkelijker maken.
Er is nood aan regelluwe experimenteerruimte en een kortere doorlooptijd . Een
convenant duurzame wijken, naar het voorbeeld van de brownfieldconvenant, zou
hiervoor nuttig zijn. Als tegenprestatie zou het ambitieniveau afgetoetst en verzekerd
kunnen worden met de duurzaamheidsmeter wijken. Sneller werken kan – dat
bewijst Eco-Life ook: met de Europese subsidie als stok achter de deur werd op
minder dan een jaar tijd het RUP opgesteld.
Draagkracht bij adviesorganen zoals Gecoro
Netwerk duurzame wijken_KBG5_20140527_verslag