opvang in basisgroepen de Annaschool

Opvang in stamgroepen : Voegen, Achterwacht- en
3-uursregeling
Vestiging: De Optmist, Vijfhuizen
0.1.
Locatiegegevens kinderdagverblijf Optimist
0.2
Stamgroepen op de Optimist
0.3
Inzet beroepskrachten stamgroepen en opvang in stamgroepen
0.4
Werkwijze Optimist
-Samenvoegen van groepen
-Open deuren beleid
-Verlaten terrein
0.5.
Veiligheid en Gezondheid
0.6
Meldcode Kindermishandeling
0.1
Locatiegegevens NSO Annaschool
Samenstelling groepen
De Annaschool is gevestigd in het oude hart van Vijfhuizen, op 5 minuten loopafstand van onze KDVlokatie de Optimist.
De NSO is tijdens schoolweken geopend van 15.00 – 18.00 uur
Tijdens de vakantieweken van 07.30-18.00 uur.
Op de Annaschool zijn de volgende Basisgroepen aanwezig
1. NSO I- max 20 kinderen van 4-7 jaar
Mentorgroep Toffe Tijgers van max. 10 kinderen met 1 p.m.-er
Mentorgroep: Lachende Leeuwen van max. 10 kinderen met 1 p.m-er
2. NSO II Blauwe Beren max 20 kinderen van 7-12 jaar
1 basisgroep met 2.p.m-ers
2. NSO III max 10 kinderen (halve basisgroep) van 4-7 jaar
Mentorgroep: Zotte Zebra's met 1 p.m-er Is momenteel niet in gebruik.
Op deze lokatie hebben we op de Begane Grond 2 basisgroepen : 1 van 20 kinderen en 1 van 10 kinderen.
NSO I en NSO III voor de leeftijdscategorie van 4 tot 7 jarigen. Er zijn mentorgroepjes met de namen Toffe
Tijgers, Zotte Zebra's en Lachende Leeuwen. Aan elke mentorgroep wordt 1 p.m-er toegewezen. Op de
Verdieping is de basisgroep de Blauwe Beren voor de leeftijdscategorie 7 t/m 12 jarigen. In de taakverdeling
van de pedagogisch medewerkers is een herkenbare structuur gemaakt met betrekking tot welke
medewerker kinderen ophaalt op school en dat een vaste medewerker beschikbaar is voor de kinderen bij
binnenkomst op de NSO-locatie. Door deze werkwijze is de aandacht voor de basisgroep geborgd.
Per school is afgesproken met leerkrachten en met kinderen waar de kinderen verzamelen. De kinderen
worden opgehaald vanaf de Basisscholen de Tweemaster en de Waterwolf en zij worden hiervandaan
begeleid naar de locatie Annaschool. Alle kinderen dragen reflecterende hesjes.
De meeste kinderen lopen. Van de kinderen die met de fiets van de ene locatie naar de andere
fietsen, is een toestemmingsformulier aanwezig van de ouders.
Annaschool
Op woens- en vrijdag zijn de basisgroepen gevoegd.
Inzet medewerkers
Aanwezige medewerkers
Beleid
In alle opvangvormen van Robinson werken alleen professionele krachten. Er worden geen vrijwilligers
ingezet. Op alle groepen wordt de pedagogisch medewerker-kind ratio aangehouden conform de wettelijke
richtlijnen.
Er werken altijd twee pedagogisch medewerkers in een groep, bij een bezetting van meer dan 50%.
In de naschoolse opvang hebben 2 pedagogisch medewerkers de verantwoordelijkheid over een groep van
maximaal 20 kinderen van 4-7 jaar en maximaal 30 kinderen van 7-12 jaar. Bij een groep oudste kinderen
van 7-12 jaar kan het voorkomen dat twee pedagogisch medewerkers 30 kinderen begeleiden en een derde
persoon de pedagogisch medewerkers ondersteunt. In de regel wordt echter de p.m-er-kind ratio van één
pedagogisch medewerker op 10 kinderen aangehouden.
Behalve pedagogisch medewerkers zijn stagiaires werkzaam (boventallig) en medewerkers in
opleiding/ontwikkeling.
Annaschool
Het aanbod van spelactiviteiten is afgestemd op de sportgerelateerde opleiding van in ieder geval
2 p.m-er(s), (ROC Sport- en Bewegingscoordinatie).
Robinson hanteert de regel 1 p.m-er voor 10 kinderen.
A.
Drie-urenregeling
De drie-urenregeling op de naschoolse opvang; wat houdt dit in?
• Gedurende reguliere schoolweken kan voor de buitenschoolse opvang ten hoogste een half uur per dag
minder pedagogisch medewerkers worden ingezet dan volgens de pedagogisch medewerker/kindratio is
vereist.
• Beslaat de opvang van de kinderen de gehele dag, bijvoorbeeld tijdens vakanties, dan geldt de regel van
de pedagogisch medewerker/kindratio hetzelfde als bij de hele dagopvang.
•Op een schooldag mag er maximaal 0,5 uur tijdelijk minder personeel ingezet worden. In dit half uur moet
minimaal de helft van het aantal benodigde pedagogisch medewerkers aanwezig zijn.
•In het kindercentrum is minimaal één pedagogisch medewerker en een andere volwassene aanwezig.
Voor kindercentra met een beperkt aantal openingsuren, bijvoorbeeld halve dagopvang of opvang
gedurende acht uur per dag, is er geen roostertechnische noodzaak tot afwijking van de pedagogisch
medewerker/kindratio met drie uren per dag, maar kan de tijdsduur van deze afwijking beperkt worden tot
bijvoorbeeld de tijd dat de beroepskrachten pauze hebben.
B.
Achterwachtregeling
Achterwacht
Beleid
Op locaties waar de naschoolse opvang de enige activiteit is of als minder dan 10 kinderen aanwezig zijn, en
de pedagogisch medewerker alleen voor de groep staat, zorgen wij ervoor dat er altijd een andere
volwassene beschikbaar is voor het geval zich een calamiteit voordoet.
Vaak is er een (volwassen) stagiaire aan deze groep toegevoegd. En soms is dit een medewerker, die ook op
betreffende locatie werkt, zoals een conciërge van een school of een leerkracht die in het gebouw aanwezig
is, als de opvang plaats vindt.
Als op de groep één pedagogisch medewerker aan het einde van de (vakantie)dag overblijft, is er
achterwacht geregeld voor het geval zich bijzonderheden voordoen. Er is minimaal één andere volwassene
in het pand aanwezig. Er is een andere volwassene bereikbaar waarop de medewerkers een beroep kunnen
doen in geval van een calamiteit. Deze persoon kan indien nodig binnen 15 minuten op de betreffende
locatie zijn of een andere volwassene sturen.
Annaschool
• De stagiaire zal op de NSO groep geplaatst worden op de woensdag.
In geval van calamiteit dat een p.m-er met een kind mee gaat, dan wordt er tussen 15:00-17:00 contact
opgenomen met Centraal Bureau of de locatiemanager. Een medewerker van CB of de locatiemanager komt
dan naar Annaschool.
Tussen 17:00 en 18:30 wordt er contact opgenomen met locatiemanager of de Optimist. Locatiemanager of
een p.m-er van de Optimist komt dan naar de Annaschool.
Er zijn twee verschillende vormen van de 'achterwachtfunctie'.
1.
Tijdens de drie-urenregeling moet er een andere volwassene aanwezig zijn in het pand
wanneer de beroepskracht alleen op de groep staat en als er afgeweken
wordt van de
pedagogisch medewerker/kindratio. Dit kan een stagiaire zijn of een andere volwassene.
Wanneer een beroepskracht de hele dag alleen op de groep staat (uiteraard afhankelijk
van
2.
de leeftijden van de kinderen) moet er een achterwacht 'geregeld zijn'.
Een achterwacht is een andere volwassene die in geval van nood ingeschakeld kan worden.
Deze hoeft niet persé in het pand te zijn. In het laatste geval wordt doorgaans de aanrijtijd van een
ambulance aangehouden. De achterwacht is de locatiemanager: zij is vrijwel dagelijks aanwezig op
de Annaschool en/of de Optimist, omdat zij daar ook haar werkplek heeft. Zij kan binnen 5
minuten aanwezig zijn bij Robinson Kinderopvang. Op de dagen dat de locatiemanager niet
aanwezig is, is een beroepskracht van de Optimist de achterwacht. Dit is de situatie die geldt buiten
de drie-urenregeling.
In het geval onder 2. gelden nog de volgende regels voor de locatiemanager.
De locatiemanager/achterwacht:
• belt gedurende de achterwachttijd geregeld naar de kleine locatie en informeert naar eventuele
bijzonderheden. Indien de telefoon niet beantwoord wordt, gaat de achterwacht onmiddellijk naar de
‘kleine’ locatie.
• neemt direct contact met de ‘kleine’ locatie indien deze zich niet heeft gemeld bij
aanvang werktijd. Bij geen gehoor gaat de achterwacht onmiddellijk naar de kleine
locatie.
• kan bij afronden van de dag niet naar huis voordat de ‘kleine’ locatie zich afgemeld
heeft.
• is tijdens de openingstijden van het kindercentrum bereikbaar. Het is inzichtelijk wie
deze persoon is en waar deze te bereiken is.
0.3
Werkwijze Annaschool
Samenvoegen van groepen
Beleid
Basisgroepen op de NSO
In de wet- en regelgeving staat vermeld dat een kind in de naschoolse opvang in één vaste groep
kinderen geplaatst wordt. Deze groep kinderen wordt een ‘basisgroep’ genoemd. De wet biedt
ruimte om tijdelijk af te wijken van deze regel. Met schriftelijke toestemming van de ouders kan
(extra) opvang tijdelijk in een andere groep dan de basisgroep van het kind plaatsvinden.
In bepaalde situaties kan er voor gekozen worden om groepjes kinderen buiten hun vaste
basisgroep samen te voegen. Hierdoor is er meer keus voor kinderen om samen te spelen en
ontstaat meer gelegenheid om specifieke activiteiten aan te bieden, bijvoorbeeld aan kinderen van
dezelfde leeftijd of aan kinderen met dezelfde interesse. Bij de samenvoeging zijn vaste
pedagogisch medewerkers aanwezig en is de structuur van de dag gelijk, dus herkenbaar voor het
kind. Op vrijdag worden de basisgroepen gevoegd.
Wanneer wordt een kind in meer dan één basisgroep geplaatst?
Een kind kan op verschillende dagen in de week geplaatst zijn in verschillende basisgroepen, op
dezelfde locatie. Dit is het geval bij een (structureel) lagere bezetting van groepen op een
specifieke dag van de week.
Bij een incidenteel lagere bezetting van groepen - bijvoorbeeld in vakantie-periodes - kunnen
andere basisgroepen ontstaan, doordat groepjes kinderen worden samengevoegd.
Indien voor een aangevraagde ruildag geen plaats is op de vaste basisgroep van een vragen wij de
ouders om het het aanvraagformulier ruildag schriftelijke toestemming te geven.
Ouders kunnen een 'toestemmingsverklaring opvang in basisgroepen' invullen.
Met het invullen van dit formulier geven zij aan op de hoogte te zijn van bovenstaande informatie
en akkoord te gaan. De medewerkers op de groep informeren de ouders over de eventuele
incidentele of tussentijdse samenvoegingen of wijzigingen.
Overgaan
Wij werken met met horizontale groepen, echter soms zijn we genoodzaakt af te wijken en tot
samenvoegen van de basisgroepen over te gaan.
De overgang naar de volgende groep is gebaseerd op leeftijd, ontwikkeling, plaatsing en/of doorstroming
van de wachtlijst. Het kan echter voorkomen dat een kind maximaal 3 maanden eerder of later doorstroomt
naar de volgende groep. De overgang naar de volgende groep wordt altijd eerst besproken met de ouders.
Thema’s en activiteiten
Beleid
Dagelijks wordt door de medewerkers minimaal één activiteit voorbereid en uitgevoerd die past bij de
thema’s van die locatie. De locaties met meerdere groepen zullen dagelijks in beide thema’s activiteiten
aanbieden.
Robinson vindt het belangrijk dat kinderen leren keuzes te maken op basis van hun eigen interesses.
Kinderen kiezen aan welke activiteit zij mee gaan doen. Meedoen wordt gestimuleerd door de pedagogisch
medewerkers, maar is niet verplicht. Met regelmaat worden ook activiteiten van andere thema’s
aangeboden. Bovendien zijn op iedere locatie voldoende materialen aanwezig om zelf activiteiten naar
keuze te ondernemen, zoals knutselmaterialen, boeken, spelletjes, etc.
Annaschool
De Annaschool heeft als thema’s sport en creativiteit. Er worden dagelijks sport- en/of creatieve-activiteiten
aangeboden, zowel binnen als buiten. Naast de hoofdthema’s worden er ook vaak andere themaactiviteiten aangeboden. Het aanbod van de middag staat op het whiteboard genoteerd. De kinderen
kunnen daardoor bij binnenkomst gelijk zien wat er gedaan kan worden. De pedagogisch medewerker legt
de activiteit tijdens het drinkmoment uit, waarna de kinderen kunnen kiezen om wel of niet deel te nemen.
Naast de begeleide activiteit is er ook genoeg ruimte voor vrij spel.
Activiteiten buiten de basisgroep en uitstapjes
Beleid
Het activiteitenaanbod vindt regelmatig plaats buiten de eigen groepsruimte, of in samenwerking met
kinderen van andere groepen (bijv. workshop-aanbod). Kinderen verlaten dan tijdelijk hun basisgroep om
mee te kunnen doen aan activiteiten. Dit aanbod zorgt ervoor dat kinderen kunnen deelnemen aan
activiteiten die aansluiten bij hun talenten en interesses. Ook worden kinderen zo gestimuleerd om hun
‘horizon’ te verbreden, hun zelfstandigheid te ontwikkelen en andere vriendjes en vriendinnetjes te
ontmoeten.
Incidenteel worden activiteiten of uitstapjes georganiseerd voor groepen groter dan de basisgroep.
Bijvoorbeeld een uitstapje naar de kinderboerderij of een speeltuin in de buurt. Dit kan zowel tijdens de
schoolweken als tijdens vakantieweken zijn.
In al deze situaties worden vooraf duidelijke afspraken met de kinderen gemaakt, bijvoorbeeld over
verzamelpunten en over de gedragsregels. De kinderen worden in groepen verdeeld, onder begeleiding van
een pedagogisch medewerker, waarbij zoveel mogelijk kinderen uit dezelfde basisgroep worden
samengevoegd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de persoonlijke voorkeur van de kinderen.
Bij activiteiten voor groepen groter dan de basisgroep krijgen de 4-7-jarigen en de begeleidende
pedagogisch medewerker gekleurde hesjes of T-shirts aan, zodat herkenbaar is tot welke groep zij behoren.
Indien nodig voor de veiligheid dragen ook de 8+-kinderen een gekleurd hesje (bijv. tijdens fietstochten).
Bij uitstapjes met meer dan 30 kinderen is er een duidelijke taakverdeling tussen de pedagogisch
medewerkers, zodat vertrouwdheid en veiligheid voor de kinderen is geborgd. Bijvoorbeeld tijdens in- en
uitstappen in de bus worden de kinderen uit een basisgroep samengevoegd. Ook de eet- en rustmomenten
worden samen met de basisgroep kinderen georganiseerd. Afspraken over het vervoer van kinderen tijdens
uitstapjes zijn vastgelegd in het protocol Vervoer en verlaten terrein.
Annaschool
De kinderen op de Annaschool kunnen deelnemen aan externe activiteiten (workshops) of speciale
uitstapjes.
Verlaten terrein en zelfstandigheid van kinderen
Beleid
We willen tegemoet komen aan de behoefte van ouder wordende kinderen om zelfstandig de buurt te
verkennen. Door het geven van vrijheid bevorderen we de zelfstandigheid van de kinderen. In deze visie is
het vanzelfsprekend dat kinderen zich ook buiten het hek van het eigen speelterrein begeven en
bijvoorbeeld ook uitstapjes maken of meedoen aan activiteiten op andere locaties.
Op iedere NSO-locatie worden – afhankelijk van de aard van de accommodatie en van de leeftijd van de
kinderen – afspraken gemaakt over de zelfstandigheid van de kinderen. De basisafspraken hierover staan
beschreven in de locatieregels. Dit wordt vooraf (tijdens het kennismakingsgesprek) met ouders besproken.
Specifieke afspraken over het zelfstandig verlaten van het terrein per kind worden eveneens vooraf
schriftelijk vastgelegd.
De afspraken over zelfstandigheid hebben betrekking op de plekken (binnen of buiten het buitenterrein van
de NSO) waar de kinderen zelfstandig mogen buitenspelen of naar toe mogen gaan. Soms wordt het eigen
terrein verlaten voor een bezoek aan een andere locatie of gaan kinderen met de pedagogisch
medewerkers op stap. Bijvoorbeeld als sportclinics zijn georganiseerd of andere activiteiten/workshops
waar een deel van de kinderen of de hele groep naar toe kan gaan.
Dit doen we zoveel mogelijk lopend of op de fiets en onder begeleiding van een pedagogisch medewerker.
Alleen als ouders daarvoor vooraf toestemming hebben gegeven kan een kind zelfstandig binnen of buiten
het eigen terrein spelen of zelfstandig naar een activiteit of naar huis gaan.
Over het verlaten van de eigen locatie en over het vervoer bij uitstapjes zijn afspraken gemaakt die te
vinden zijn in de notitie: protocol vervoer en verlaten terrein NSO.
Dagelijks begeven de kinderen zich buiten het terrein van de NSO als zij zich van school naar de NSO gaan.
Dit kan lopend, met de fiets met de Robinsonbus of met een taxi zijn. In het protocol Vervoer en verlaten
terrein NSO zijn de richtlijnen vastgelegd met betrekking tot de verschillende vormen van vervoer van
school naar de NSO. Ook in de groepsregels NSO wordt hieraan aandacht besteed. In de locatieafspraken
per NSO-locatie staat beschreven van welke scholen kinderen worden gehaald, hoe laat, met welk
vervoersmiddel en waar de verzamelplaats is.
0.4 Veiligheid en gezondheid, omgaan met calamiteiten
Robinson voert een beleid dat er toe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in
elke groep zo veel mogelijk is gewaarborgd. Wij verstaan hieronder het bieden van emotionele veiligheid
aan de kinderen (zie pedagogisch beleidsplan), maar ook een veilige fysieke omgeving en het zorgvuldig en
hygiënisch omgaan met materialen en met voeding. Op elke locatie worden de mogelijke risico’s
geïnventariseerd. Op grond van de inventarisatie worden risico beperkende maatregelen genomen. Een
plan van aanpak voor verbeteringen en de registratie van (bijna) ongevallen wordt aan de oudercommissie
voorgelegd ter informatie en advies.
De groepsregels en locatie-afspraken zijn gericht op het waarborgen van veilige situaties in de
groepsruimten of buiten. Want veiligheid wordt ook bepaald door gedrag – van kinderen en van
pedagogisch medewerkers.
Door alert te zijn op een goede hygiëne werken we aan een gezond leefklimaat en het bestrijden van
ziektekiemen. Desondanks worden kinderen ziek, thuis of bij ons op de opvang. In dat geval moeten we
bepalen of wij het zieke kind de zorg kunnen bieden die het nodig heeft.
Voor pedagogisch medewerkers zijn werkinstructies opgesteld m.b.t. het hygiënisch werken en over het
zorgvuldig omgaan met en aanbieden van voedingsproducten (zie website: de dagelijkse praktijk op de
NSO/ het dagelijks voedingsaanbod op de NSO, etc.).
Over hoe te handelen in het geval kinderen ziek zijn of worden zijn duidelijke afspraken gemaakt, ouders
worden daarover geïnformeerd via de website/informatieboekje en tijdens het kennismakingsgesprek.
Op elke groep zijn richtlijnen bekend over hoe te handelen in geval van calamiteiten. In de richtlijnen wordt
aangegeven wie bij een ongeval of brand of andere calamiteit voor een bepaalde taak verantwoordelijk is.
Elk jaar wordt op elke locatie van Robinson één of twee keer met de kinderen een ontruimingsoefening
gedaan. Op elke locatie zijn één of meer personen bevoegd om op te treden als bedrijfshulpverlener (BHV)
en bij een calamiteit de coördinatie op zich nemen, totdat professionele hulpverleners aanwezig zijn. Vrijwel
alle pedagogisch medewerkers hebben een EHBO-diploma en/of een certificaat voor EHBO voor kinderen.
0.5 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Kindercentra dragen een eigen verantwoordelijkheid voor het signaleren van kindermishandeling en voor
het ondernemen van actie na het signaleren. De signalen moeten worden doorgegeven aan de instanties
die hulp kunnen bieden aan het gezin. De pedagogisch medewerkers hebben hierin een duidelijke taak. Zij
zien de kinderen regelmatig en kunnen opvallend of afwijkend gedrag signaleren. Nadat zij signalen hebben
opgemerkt is het ook hun taak actie te ondernemen.
De meldcode geeft via een stappenplan aan hoe te handelen wanneer er signalen zijn die kunnen duiden op
huiselijk geweld of kindermishandeling. Daarnaast zijn aan deze meldcode twee stappenplannen
toegevoegd: een stappenplan hoe te handelen bij vermoedens van kindermishandeling gepleegd door een
beroepskracht en een stappenplan hoe te handelen wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend
gedrag tussen kinderen onderling. Elke stap wordt afzonderlijk uitgebreid toegelicht.
Binnen Robinson is een aandachtfunctionaris aangesteld. De aandachtfunctionaris bewaakt het proces
i.v.m. privacy van ouders en betrokkenen, zij verstrekt informatie (schriftelijk of mondeling) aan derden na
overleg met ouders, beroepskrachten en/of leidinggevende. De aandachtfunctionaris is op de hoogte van
de diverse signalen vanuit Robinson. Zij heeft overleg en onderhoudt contacten met externe instanties zoals
JGZ (Jeugdgezondheidszorg) en JPN (Jeugd preventie netwerk), AMK en Consultatiebureau.
De medewerkers van de naschoolse opvanglocaties zijn geschoold in het handelen bij signalen of
vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling: Bij een ‘niet pluis’ gevoel bespreekt de
pedagogisch medewerker dit met de directe collega en leidinggevende.
Bij vermoedens van kindermishandeling neemt de medewerker altijd contact op met de leidinggevende.
Zijn er signalen, dan worden de signaallijsten gebruikt om observatiegegevens te verzamelen. Op basis van
het stappenplan Meldcode en In overleg met de leidinggevende kan besloten worden om de
aandachtfunctionaris in te schakelen ter ondersteuning, bemiddeling en voor vragen. Samen met de
aandachtfunctionaris en leidinggevende wordt vervolgens het stappenplan uit de Meldcode gevolgd.