Transcript bij videofragment

Transcript bij videofragment Schiermonnikoog
Oefening 3.1 e.v.
(Presentator)
Eh eerst eh de Nederlandse stranden. Die worden al jaren opgespoten met zand om
hun beschermende kustfunctie te behouden. Door weer en wind verdwijnt er immers
eh veel zand. Maar op Schiermonnikoog daar vindt een tegengestelde ontwikkeling
plaats. Het eiland groeit! En wel zoveel dat een deel van Schiermonnikoog nu zelfs
over de gemeente- en provinciegrens valt. Natuurmonumenten is daar natuurlijk blij
mee, maar burgemeester Fennema die wil duidelijkheid, want wie is er bij
calamiteiten verantwoordelijk voor het nieuwe stuk Schiermonnikoog?
(O. Overdijk, beheerder Waddengebied; tekst in beeld)
Daarginds, aan de horizon, waarschijnlijk een beetje mistig, maar daar zie je het
Willemsduin. En dat Willemsduin, daar staat een baken op, dat zie je er bovenuit
steken. En dat was, vijftig jaar geleden, het allerlaatste duin van het eiland. Dat baken
staat recht tegenover paal veertien, kilometerpaal veertien. En hier zijn we bij
kilometerpaal zestien tweehonderd. Dat betekent dus dat er tot op hier al 2200 meter
is bijgegroeid. Maar dat is nog niet alles, want die kant op gaat het nog een dikke twee
kilometer verder. En ik schat al met al dat er zo vier kilometer is bijgekomen de
laatste vijftig jaar.
(B. Fennema, burgemeester Schiermonnikoog; tekst in beeld)
Nou, ik heb hier twee kaarten van de topografische dienst, één is van 1984, dat is
deze, en één is van 1998, dat is deze. En we zien eh op die kaarten dat in 1984 eh het
gebied van de eh van het eiland royaal binnen de grens van onze gemeente viel. Dit is
een grens tussen de gemeente Eemsmond in Groningen en de gemeente
Schiermonnikoog, deze lijn. Op die kaart van 98 zien we dat eh het eiland eh
behoorlijk over de grens is heengegroeid, over onze gemeentegrens. En dús ook over
de provinciegrens, want de gemeentegrens valt samen met de provinciegrens.
(Voice over)
Het nieuwe stuk Schiermonnikoog heeft ook voordelen. Er ontstaat natuur die op het
oorspronkelijke eiland niet kon leven.
1
(O.Overdijk, beheerder Waddengebied)
Als het eiland groter wordt en meer body krijgt, dan betekent het ook dat er
bijvoorbeeld eh een zoetwaterbel onder het eiland zich kan gaan vormen. Hè, als je
hier een gaatje graaft dan heb je zout water, want we staan hier op het strand. Maar als
er echt duinvorming gaat plaatsvinden en daar komt regenwater in, dan blijft dat
regenwater daar zitten en kan plasjes vormen. Nou, die plasjes, die kunnen weer
dienen als drinkwater voor vogels of voor hazen. En zo kan dus eh de natuur
meegroeien, zeg maar, met de natuurlijke ontwikkelingen die hier plaatsvinden.
(C. Visser, hoofd Rijkswaterstaat Schiermonnikoog; tekst in beeld)
We hebben een zeestroming van west naar oost. Dus van dat opgespoten zand op
andere eilanden, … zou best kunnen zijn dat Schiermonnikoog daarvan profiteert aan
de oostkant van Schiermonnikoog, waar minder stroming is.
(Interviewer, buiten beeld)
En is dat bijzonder, dat dat gebeurt?
(C. Visser, hoofd Rijkswaterstaat Schiermonnikoog)
Dat is in het Waddengebied wel bijzonder, omdat praktisch alle
eilanden problemen hebben om te blijven waar ze zijn. Schiermonnikoog is wat dat
aangaat een heel makkelijk eiland, zijn nooit kustproblemen en zelf groeit het.
(B. Fennema, burgemeester Schiermonnikoog)
Als in dat gebied iets gebeurt eh, ja, dan zouden we daar eigenlijk niet bevoegd zijn
om daar iets te doen en dat kan natuurlijk niet. En vandaar dat wij zeggen, ja, je moet
het óf oplossen door goede afspraken te maken met je buurgemeente, óf je moet de
grens opschuiven, zodat dat gebied ook binnen onze gemeente valt.
(C. Visser, hoofd Rijkswaterstaat Schiermonnikoog)
Op de Noordzee worden allerlei stoffen vervoerd in containers met scheepvaart. Zou
hier nou iets gebeuren wat wat best best mogelijk is en je zou hier een stranding
krijgen van een container of van een schip met gevaarlijke stoffen, dan zul je nú met
2
mekaar af moeten spreken op wie z’n gebied het is en wie draagt daarvoor de
verantwoordelijkheid. En als die burgemeester Fennema dat nu aankaart, dan zeg ik,
ja, je kunt dat veel beter nú bespreken dan wanneer daar een eventuele ramp zich
voordoet en je dán moet afvragen wie daar eh verantwoordelijk voor is.
(O.Overdijk, beheerder Waddengebied)
Hier zijn we bij de laatstgevormde duintjes. Dat zijn de allerjongste duintjes van
Schiermonnikoog. Die zijn nog maar enkele jaren oud. En als je nog verder die kant
op kijkt, dan zie je dat de duinen steeds ouder worden en hoger worden en steeds
weelderiger begroeid. En in die duinvorming daar gaan dus weer andere processen
spelen, zoals die verzoeting van dat regenwater wat erin valt en wat daar zich
verzamelt en beschikbaar komt voor planten, maar ook voor dieren. Er zijn
vogelsoorten die zijn helemaal op dat zoete water eh gericht. Die kunnen eh niet
zonder zoet water leven. Dus in het verleden konden die hier gewoon niet niet niet
niet zijn, maar nú door dat zoete water kunnen ze hier ook leven. Recent heeft zich eh
hier een eh een lepelaarkolonie gevestigd. Dat is nou tien jaar geleden. En eh ja, door
dat de oppervlakte zo enorm gegroeid is, is ook die kolonie meegegroeid. En
inmiddels, zeggen we met enige trots, is het de grootste lepelaarkolonie van heel
Nederland.
(B. Fennema, burgemeester Schiermonnikoog)
Als wij moeten nadenken over een nieuwe grens dan moet je daar ook rekening mee
houden, moet je hem vrij royaal nemen eh, zodat ook niet over 10 jaar opnieuw die
discussie hoeft te worden gevoerd. Hè, je kan geen flexibele grens maken tussen
overheden, maar…dus je moet wel een marge inbouwen eh maar daar zullen we dus
ook over verder moeten praten we zullen ook moeten praten met Rijkswaterstaat
bijvoorbeeld, want die weet….voorspellingen heeft hoe die groei verder zal doorgaan.
3
Transcript bij videofragment De Koepel
Oefening 7.16 e.v.
De Koepel
(Presentatrice Studio-NL)
‘t Is één van de markantste gebouwen van Haarlem: de koepelgevangenis. Er staan in
Nederland maar drie van dit soort gevangenissen. En de koepel in Haarlem bestaat
precies honderd jaar. Aangepast aan de moderne tijd doet het gebouw, dat inmiddels
Rijksmonument is, namelijk nog steeds dienst als gevangenis.
(W. Spruit, schrijver “Bajes aan het Spaarne”)
’t Is niet gemakkelijk gegaan. Eh, men had hier al een aantal voorzieningen op dat
vlak, dus een klein huis van bewaring, een opvoedhuis, eh noem maar op. Dus men
men wilde eigenlijk in één klap eh dáár van af in de stad en dan net aan de rand van
de stad zo’n gebouw neerzetten. Nou, dan krijg je natuurlijk nog in Den Haag de
discussie van hoeveel geld moet dat kosten en dan spreek je niet over de miljoenen
van nu, maar toch ook wel over een aantal tónnén. Nou, dat hele verhaal heeft echt
wel een jaar of vijf, zes geduurd en uiteindelijk heeft men dus toch in eh in achttien eh
zevenennegentig definitief gekozen voor deze plek en is in negentienhonderd-en-één
eh de koepel uiteindelijk eh geopend.
‘t Was wel een verschijnsel in die tijd, dat er eh gezocht werd naar een model eh met
name een Brits model om een gevangenis zodanig te bouwen ja dat je van van
binnenuit toch zicht had op alle mensen die daar verbleven. Dus een eh een rotonde
een koepelvorm betekent toch dat je vanuit het middelpunt eigenlijk zicht hebt op alle
eh bewoners van eh van de gevangenis.
(F. Willems, oud bewaarder)
Dit is het centrum van de koepel. In deze k ruimte stond de hoofdbewaarder vroeger
en die stond dan te kijken en dan kon die alle hele cirkel kon die alle gedetineerden
die er nu nog eigenlijk uitkwamen en het personeel of ze op de plaats waren of ze niet
achter weggekropen waren kon die alles controleren op dit punt.
(kort muzikaal intermezzo)
4
Je voelt je eigen juist machtig. ‘t Is juist helemaal niet dat machteloze. ’t Is het fijne
eigenlijk dat je ken zien wat er alles gebeurt. Je hebt in wezen controle op dit hele
gebeuren, als jij hier staat.
(Interviewer)
Mag ik uw handen eens zien? Want daar werd u vroeger op geselecteerd, heb ik me
laten vertellen.
(T. Voskuil, oud bewaarder)
Ja vroeger wel, vroeger wel. Dan werd je echt op eh op de handen eh geselecteerd,
inderdaad.
(Interviewer)
En deze handen zijn goed bevonden
(T.Voskuil)
Deze handen zijn inderdaad goed bevonden. Maar toen ik hier kwam toen eh was dat
al een beetje minder.
De eh de geluiden en eh dat is een eh een nadeel. En eh als je een beetje g eh ervaren
gevangene hebt, dan in de nachtdienst dan willen ze nog wel eens een keertje eh wat
uithalen en dan weet je eigenlijk niet waar het vandaan komt. En dat is dan wel weer
een nadeel.
(F. Willems)
Nou, als wij op een gegeven moment hier n in deze ruimte stonden en we deden zo,
naar buiten toe, dan gingen alle deuren die open stonden gingen dicht en dan was er
iets aan de hand. En op een gegeven moment werd er op een gegeven moment
gewezen naar een afdeling, twee, en dan werd dáár was iets aan de hand en dan werd
alles dichtge alle deuren gingen vroeger dicht, nu niet meer vroeger gingen ze dicht en
dan werd het gewoon eh werd er gewoon …(onverstaanbaar woord) opgetreden door
de bewaarders.
(W. Spruit)
5
Er is altijd eh getracht en daar is men eh denk ik ook wettelijk aan ge eh in in
geslaagd om er een een gebouw van te maken dat toch nog voldoet aan de eisen van
deze tijd. Er is altijd geprobeerd om eh van destijds zeg maar gezamenlijk op één zaal
daar toch voor de individuele eh eh cellen voor te maken eh waar een keuken nodig
was anders dan twintig jaar geleden werd er weer een gebouw bijgetrokken of in
intern wat verbouwd waardoor het ook kan blijven bestaan in deze vorm.
(T. Voskuil)
Dit is dus de standaardcel zoals die hier is. Eigenlijk sinds kort tenminste sinds kort
sinds een aantal jaren hebben we dus een eh natte hoek eh veel makkelijker dan
hebben we dat gezeur niet met die strontemmers wat nog wel eens een keer van boven
naar beneden viel.
Televisie, ’t lijkt leuk maar moeten ze wel huren, daar moeten ze voor betalen. In het
begin waren wij daar eh móórdisch (?) op tegen dat ze een eh televisie op cel krijgen
want eh ’t begon op een eh hotel te lijken. Eh, we waren er al heel snel achter dat dat
eh een hele goede beveiliging was dit. Kijk ’s avonds zitten ze op cel en eh dan zitten
ze lekker televisie te kijken en dan komen ze niet op eh rare gedachten.
(F. Willems)
De gedetineerden die in de cellen zit hebben toch een bepaalde humane benadering
gekregen. En niet meer dat afstandelijke niet meer ’t is een boef en wij zijn de goeden
en dat zijn de slechten. Dat is er niet meer. Dat zei: je moet proberen die mensen terug
te brengen in de maatschappij. En dat is de opzet geworden dus daar is ’t de wat
voorheen ’t gebouw was is nu eigenlijk ten gunste want je hebt veel meer contact met
ze.
(T. Voskuil)
Eén van de bekendste verhalen van eh dat we met eten langskwamen bij de gestoorde
gedetineerde dat hij met z’n laken om stond en eh hij was Julius Caesar en hij wilde
alleen eten als de rest van z’n troepen ook eten kreeg. Dus we keken zo eens die cel
binnen en zeiden van nou, op zoveel mensen hebben we dus niet gerekend. Hij zei,
nou dan hoef ik ook niet. Toen was het afgelopen klaar, we hebben hen ook niet meer
gehoord. Ja dat zijn schitterende dingen. Je moet daar moet je gewoon in meegaan.
Als je er tegen gaat dan dan dan dan dan gaat dat niet goed.
6
(F. Willems)
Het is eigenlijk één dorpje een gr dorpje van driehonderd, driehonderdvijftig man wat
eigenlijk in Haarlem is wat eigenlijk op zichzelf staat. ’t Is een dorpje in de stad.
7
Transcript bij videofragment Bakkum
Oefening 1.12 e.v.
Bakkum
Vandaag is de opening van het kampeerseizoen. Een van de oudste campings van
Nederland, kampeervereniging Bakkum, kent daarin een lange traditie. Iedereen stond
dit weekeinde te trappelen van geduld om de caravan naar zijn plek te slepen, de
kozijnen te soppen of het huisje weer in elkaar te zetten. Bakkum, bakermat van
kamperend Amsterdam.
(Polygoonjournaal 1951)
Dit is de start voor de vreemdste veldloop die Nederland kent en die met atletiek niets
te maken heeft, wel met kamperen. Al deze mensen rennen namelijk om het hardst om
de plaats te veroveren waarop ze van de zomer graag letterlijk hun tenten willen
opslaan. Het kampeerterrein in Bakkum moet telken jaren op deze wijze worden
verdeeld, omdat er anders ruzie gemaakt wordt over de plaatsen. Dat wordt nu
vermeden. Wie een nummer heeft veroverd is er nog niet. Hij moet direct bezit nemen
van het terrein en dat kan op vele manieren gebeuren. Hij moet er in ieder geval een
eigendom neerpoten
(mevrouw M. van Berkum)
Mijn caravan die staat daar verderop helemaal en eh ik ben al zo’n beetje klaar. Dus
eh nou ja, dan help je elkaar natuurlijk. Dat is ook leuk. Het is wel eh een werk
natuurlijk, maar het is ook wel weer leuk werk.
- Komt u hier eigenlijk al lang? Of eh …
Ruim 50 jaar ja, een hele tijd, hè?
- En veel veranderd?
Niet zo veel, niet zo veel nee. Ik vind het wel lekker zo, zoals het nou is.
- Wat dan? Waarom is het lekker hier?
Lekker, lekker, eh ja. Je bent buiten hè? Ik zit in Amsterdam, in de Jordaan, ook
heerlijk, maar zomers vind je dit wel lekker ja.
- Het is hier eigenlijk ook toch een soort Amsterdam op de camping?
8
Niet meer hoor, niet meer, vroeger wel, maar dat is niet meer.
- Hoe was het dan vroeger?
Ja eh, Amsterdammers zaten hier en wat Zaanders, maar nou zitten ze van het hele
land hier, ook veel uit Duitsland zitten hier.
- En mengt dat een beetje?
Eh met de Zaanders wel, voor de rest nou nee. Ja, nou laat ik niet liegen, daar die
komen uit Zutphen, die staan hier dus nou voor het derde jaar. Ja, daar kunnen we
heel leuk mee opschieten ook.
(Polygoonjournaal)
Er zijn er die uit Amsterdam of Zaandam of waar ze ook wonen een heel zomerhuisje
hebben meegenomen en die dat meteen maar beginnen op te bouwen. Er zijn er ook,
en dat zijn de echte kampeerders, die met een paar handgrepen de tent opzetten en
meteen blijven.
(mevrouw J. van de Hoek)
We hebben hier dus eh gas. Het lijkt heel echt, maar het gaat dus via een slangetje
buiten van de gasfles, butagas. En en ja elektra hebben we dus ook sinds een jaar of
zes, ja zoiets zes jaar, maar dat is maar een bepaald gedeelte hier van de camping die
dus eh elektra heeft. En nou ja, onze koelkast, dat kan niet missen, vroeger hadden we
die op gas, maar nu is dat allemaal elektra. Er staat wat in ook, kijk even, een dooie
kip. Nou en eh dan hebben we hier onze slaapkamer. Mag wel even binnenkomen.
Nou, het is voor andere mensen die zeggen: ‘Oh, wat een klein bedje!’, maar in
Bakkum is het heerlijk.
(meneer A. keizer)
Kijk, ome, ome Greet eh tante Pietje, tante Klaasje, dat bestaat niet meer. Dat is echt
vroeger, was dat echt voor ja meer toch voor arm … minder draagkrachtigen, maar …
- En nu?
Ja, dat verandert wel. Oké nu zitten er ook ja internisten, en eh economen, dat soort
allemaal, wat vroeger toch niet was. Je werd er eigenlijk een beetje met de nek
aangekeken, maar nu niet. Nu ontdekken ze gewoon dat ja dat bos heerlijk is en eh zo.
- En hoe vindt u dat?
9
Nou, als de mensen gewoon doen net zoals iedereen, vind ik het heerlijk. Nee, ik vind
het nou niet zo verkeerd. Dat zeggen ze bij ons in de buurt ook: ‘Die yuppen komen
eraan.’ Maar ze brengen toch een bepaalde inbreng. Nee, ik vind het niet, ik vind het
niet verkeerd.
(Polygoonjournaal)
Hoe het zij. Iedereen heeft in Bakkum zijn plaatsje onder de bomen gekregen. Over
enkele weken hebben ze datzelfde plaatsje onder de zon, in de buitenlucht ver van de
grote stad en dat betekent: gezondheid.
10