donderdag 5 juni 2014 om 20.00 uu

Agenda voor de bijeenkomst
van het Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog
Datum en tijd: donderdag 5 juni 2014 om 20.00 uur
Plaats: Dorpshuis te Schiermonnikoog
Agenda
De agendapunten 3 tot en met 9 zijn voorzien van een toelichting en/of bijlagen. Alle stukken
staan vanaf vrijdag 23 mei 2014 op de website www.np-schiermonnikoog.nl (onder organisatie/vergaderstukken) en zijn vanaf 26 mei 2014 ook in te zien op het Bezoekerscentrum en
het gemeentehuis van Schiermonnikoog.
Het is een openbare bijeenkomst en belangstellenden zijn van harte welkom de vergadering bij te wonen. Vanwege de vele vrije dagen en beschikbaarheid van zalen wordt de eilander inspraakavond op
de agenda en stukken van het Overlegorgaan gehouden op dinsdag 3 juni 2014. Aansluitend wordt op
deze avond door de provincie Fryslân een presentatie en voorlichting gegeven over het concept Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog en toelichting gegeven wat dit betekent voor het Beheerplan
BIP plus van het Nationaal Park Schiermonnikoog. Deze presentatie en een bespreking staan ook
geagendeerd voor het Overlegorgaan op donderdag 5 juni 2014.
1) Opening en vaststellen agenda.
2) Gelegenheid voor het publiek om vragen te stellen naar aanleiding van de agenda.
3) Vaststellen van het verslag van de bijeenkomst van het Overlegorgaan NP Schiermonnikoog op 13 februari 2014.
4) Mededelingen en ingekomen stukken.
a) Mededelingen.
a. Natuurbeheer NP Schiermonnikoog:
a. Voortgang duinherstelprogramma. (bijlage)
b. Voorlichting en educatie:
a. Nieuwe medewerker V&E, openstelling en excursies bezoekerscentrum.
b. Nieuwsbrief NP Schiermonnikoog, jaargang 2, nr 1. (bijlage)
c. Programma 25 jaar jubileum NP Schiermonnikoog. Persbericht en open dagen 24 en 25 mei en jubileumnetwerkdag op 11 september 2014.
Start project Gastheerschap. (bijlagen en toelichting ter vergadering)
c. Secretariaat:
a. Vacature secretariaat NP Schiermonnikoog. De provincie Fryslân heeft, naast
een structurele financiële bijdrage zich tevens garant gesteld voor het secretariaat. (toelichting ter vergadering)
b. Promenade. (toelichting ter vergadering)
d. Overige organisaties en wat verder ter tafel komt.
a. Recreatie en Strandoverleg (verslag tkn; toelichting gemeente).
b. Industriële ontwikkelingen rondom Schiermonnikoog. Kabels en leidingen,
near shore windmolens, gasplatform GDF-Suez en andere zaken ter vergadering. (bijlage; toelichting gemeente)
c. Gezamenlijke gemeentelijke Beheerverordening Waddenzee (bijlage; toelichting gemeente)
b) Ingekomen en uitgaande stukken.
a. Postregistratie met adviezen, acties, vergunningen en zienswijzen. (bijlage)
b. Streekagenda en werkprogramma Waddeneilanden. De Streekagenda en het
werkprogramma Waddeneilanden is recent door de Stuurgroep vastgesteld.
Voorgesteld wordt in een volgende bijeenkomst van het Overlegorgaan dit onderwerp voor een toelichting en bespreking te agenderen.
5) Bespreking en instemmen met het Ontwikkelplan als uitwerking van de notitie Toekomst
Overlegorgaan NP Schiermonnikoog. (bijlagen: Ontwikkelplan met toelichting)
6) Begroting van het Overlegorgaan 2014 en 2015 en instemmen met aangepast werkprogramma 2014 V&E en Jaarplan 2014 Bezoekerscentrum.
a. Vaststellen aangepaste begroting 2014 conform besluit OO 13 februari 2014 en
instemmen met de concept begroting 2015 van het Overlegorgaan NP Schiermonnikoog. (bijlage met toelichting)
b. Instemmen met aangepast werkprogramma en begroting Jaarprogramma 2014
V&E, conform besluit OO 13 februari 2014. (bijlage)
c. Instemmen met Jaarplan 2014 Bezoekerscentrum van de St. Bezoekerscentrum
NP Schiermonnikoog, dit in het kader van de financiële bijdrage van het Overlegorgaan in 2014 aan de St. Bezoekerscentrum. (bijlage)
7) Vaststellen Jaarverslag 2013 V&E. (bijlage; en zo mogelijk ter vergadering ook de onderdelen Beheer en Secretariaat).
8) Bespreking voortgang BIP+ (bijlage)
a) Begrazingsplan.
a. Voortgang start 1e fase begrazingsplan en adviesaanvraag OBN. (bijlagen)
b. Herintroductie konijnen. (notitie bijgevoegd en rapport afzonderlijk bijgesloten)
b) Stuifdijk. NWO-project Dynamiek (en onderzoek naar verschillende aspecten die samenhangen met een eventuele doorbraak van de stuifdijk).
c) Watergebiedsplan.
9) 21.00 uur korte pauze.
10) Presentatie en bespreking concept Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog
In de presentatie wordt ingegaan op het totstandkomingsproces van het beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog, de inhoud van het plan -en wat dit betekent voor het Beheer- en Inrichtingsplan BIP+ van het NP Schiermonnikoog- en, de vervolgprocedure van
het beheerplan Natura 2000. (bijlagen met toelichting) Deze stukken worden in een afzonderlijk pakket gebundeld, waaronder ook het ingekomen verzoek namens de eilandvertegenwoordigers inzake voorstel inrichting en beheer Groenglop. Presentatie N2000
en bespreking ter vergadering.
11) Planning bijeenkomsten Overlegorgaan NP Schiermonnikoog in 2014.
12) Rondvraag en beantwoorden vragen publiek.
13) Sluiting.
Concept verslag van de openbare vergadering van het Overlegorgaan
Nationaal Park Schiermonnikoog op donderdag 13 februari 2014,
’s avonds om 20.00 uur in het Dorpshuis van Schiermonnikoog
Aanwezig:
J.J. de Graeff (voorzitter), K.H.C. Bik (secretaris), J. Stellinga (burgemeester van
Schiermonnikoog), H. Valk (provincie Fryslân), R. Talsma, H. Abma, C. Wiersma
(eilandvertegenwoordigers), K. Munting (Wetterskip Fryslân), W.J. Adema (Rijkswaterstaat),
W. Alblas (Natuurmonumenten) en M. Michels (notulist)
1. Opening en vaststelling agenda
De voorzitter heet de aanwezigen welkom en opent de vergadering. De voorzitter neemt een
moment stilte in acht om de heer J.B. Bazuin te herdenken. Een markant man, van vele
markten thuis, die altijd met hart en ziel de belangen van het eiland vertegenwoordigde.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
2. Gelegenheid voor het publiek om vragen te stellen naar aanleiding van de agenda
De heer Van Boven vraagt waarom er in het begrazingsplan gekozen is voor wisenten. Is daar
wel voldoende ervaring mee opgedaan? En waarom is er niet gekozen voor edelherten? De
voorzitter stelt voor om op deze vragen terug te komen bij agendapunt 6, vaststelling
begrazingsplan. De heer Alblas zal dan een reactie hierop geven.
Mevrouw Van Boven merkt op dat in de vergaderstukken de windmolens niet genoemd
worden. De secretaris zegt dat bij de ingekomen stukken een aantal zienswijzen opgenomen
is, waarin door het NP grote zorg uitgesproken wordt over geplande activiteiten. Niet alleen
de windmolens, maar ook het tracé van kabels en leidingen en andere voorgenomen
activiteiten rondom het NP. Vooral het cumulatieve effect van alle plannen gezamenlijk wordt
zeer zorgelijk geacht. De voorzitter geeft aan om bij de volgende vergadering dit als
agendapunt te agenderen en hiervoor enkele betrokken organisaties uit te nodigen.
De heer Smaling informeert naar de stand van zaken van het project herintroductie konijnen
om verruiging tegen te gaan. De heer Jansen (NM) reageert hierop dat er een bijplaatsingsplan
is geschreven en dat dit de volgende keer op de agenda komt. Uit onderzoek is naar voren
gekomen dat bijplaatsing mogelijk is.
3. Vaststellen van het verslag van de bijeenkomst van het Overlegorgaan NP
Schiermonnikoog op 3 oktober 2013
ad. pag. 2: De voorzitter zegt dat de kaart van gesloten gebieden niet bij de vergaderstukken is
gevoegd. Dit is aan de aandacht ontsnapt. De kaart zal bij de agenda van de eerstvolgende
overlegorgaanvergadering gevoegd worden.
ad. pag. 3: Ten aanzien van de Rijksbezuinigingen op de landelijke coördinatie V&E bij IVN
licht de secretaris toe dat via een motie in de 2e Kamer de bezuiniging is teruggebracht tot
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
1
eenmalig 33% (i.t.t. in totaal 66%). NP Schiermonnikoog heeft bij IVN aangegeven aan te
willen sluiten bij landelijke kennisuitwisseling en landelijke activiteiten.
ad. pag. 4: De heer Alblas vertelt dat de heer Overdijk aan de beterende hand is. Hij zit nog in
een revalidatieproces. De verwachting is dat hij per 1 april a.s. weer langzaamaan zal reintegreren in het werkproces.
ad. pag. 6: Op de inspraakavond is aan de eilander vertegenwoordigers gevraagd of zij menen
dat er voldoende gelegenheid is voor inspraak, zo meldt de heer Abma. Hij geeft aan dat hij
zich afvraagt wie hij in het OO vertegenwoordigt. De heer Abma weet dat er emoties spelen,
maar de toonzetting en op de persoon gerichte opmerkingen kunnen niet. Hij zegt voorts dat
we, toen het NP werd opgericht, een grote eilander vertegenwoordiging gekregen hebben. In
andere parken zul je geen grotere vertegenwoordiging zien. Schiermonnikoog is daarin uniek
en een voorbeeld voor andere parken. Inspraak is niet je mening roepen en vinden dat je dan
gelijk moet krijgen.
De voorzitter reageert hierop tweeledig. De vraag ‘wie vertegenwoordig ik eigenlijk?’ is een
lastig vraagstuk. Daar worstelen we allemaal mee. Die worsteling hoort erbij. Het enige wat
vertegenwoordigers kunnen doen is te handelen naar beste eer en geweten. Daar hoort helaas
ook narigheid bij. In het verslag stond het woord ‘inspraakavond’. De voorzitter heeft bedoeld
een avond waarin meer (achtergrond)informatie gegeven werd over het plan. Met de term
‘inspraakavond’ zijn verkeerde verwachtingen gewekt.
De heer Alblas voegt hieraan toe dat niet iedereen die zijn mening geeft mag verwachten dat
hij zijn zin krijgt. Wel mag hij verwachten dat de opmerkingen serieus genomen worden en
dat ze meegenomen worden in de te maken afwegingen.
Actielijst: De rapporten broedvogelmonitoring en vlinderinventarisatie zijn nog niet
gepubliceerd op de website van het NP. Dit actiepunt blijft staan.
De overige punten op de actielijst komen terug in de vergadering.
4. Mededelingen en ingekomen stukken
4a-1a. Voortgang duinherstelprogramma: de heer Alblas vertelt dat er momenteel
plagwerkzaamheden plaatsvinden bij de Reddingsweg. Onderdeel van het
duinherstelprogramma is een verkenning of het zinvol is konijnen bij te plaatsen. Volgens
deskundigen kan herintroductie een zinvolle maatregel zijn. De praktische uitwerking hiervan
wordt momenteel uitgevoerd.
De heer Munting meldt dat er binnenkort een informatieavond georganiseerd zal worden over
het peilbesluit, onderdeel van het watergebiedsplan. Na de informatieavond zullen een
adviescommissie en het DB van het Wetterskip zich hierover buigen. Daarna volgt de
officiële ter inzage legging.
4a-2a. Openstelling en excursies bezoekerscentrum: de voorzitter deelt mede dat het bestuur
van het bezoekerscentrum bezig is om op korte termijn de openstaande vacatures in te vullen.
4a-3a. De heer Adema merkt op dat hij bij Rijkswaterstaat werkzaam is in de functie van
districtshoofd West.
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
2
4a-3b. Grensaanpassing: de secretaris meldt dat er geen obstakels voor de grensaanpassing
zijn, ervan uitgaande dat de partijen die deelgenoot zijn zich aan de destijds gemaakte
afspraken houden.
4a-3d. Promenade: de heer Koning, kwartiermaker bij De Promenade, is vanavond door
omstandigheden verhinderd. De heer Stellinga licht toe dat het bestuur en de projectleiding
van De Promenade volgende week een bewonersavond organiseren. Er zullen geen
onomkeerbare stappen gezet worden vóórdat er een sluitende exploitatiebegroting is.
Hiervoor is het noodzakelijk dat alle partijen meegaan in De Promenade. Dit is na intensief
overleg gelukt. De gemeente is gevraagd garant te staan voor een aanzienlijk bedrag.
Daarover wordt nu gesproken en dit zal op 4 maart a.s. worden voorgelegd aan de
gemeenteraad.
4b-1a. Zienswijze bestemmingsplan buitengebied inzake strandpaviljoen einde Badweg: de
voorzitter geeft aan dat de zienswijze gericht is aan een partij vertegenwoordigd in het
overlegorgaan. Het overlegorgaan kan een zienswijze indienen, maar dan dient vastgelegd te
worden dat deze partij uitgesloten wordt van deze zienswijze.
De heer Alblas verzoekt het overlegorgaan een zienswijze in te dienen tegen de
garnalenvisserij binnen N2000 gebied. Uit recent wetenschappelijk onderzoek weten we dat
de invloed groter is dan er beweerd wordt. Het gaat om de wisselwerking tussen gebieden in
en buiten het NP. De heer Alblas biedt zijn hulp aan bij het opstellen van de zienswijze.
5. Vaststellen van de notitie Toekomst Overlegorgaan NP Schiermonnikoog
Ten aanzien van de begroting 2014 merkt de voorzitter op dat er enig voorbehoud in acht
genomen moet worden. Alle in de begroting vermelde partijen hebben toegezegd een bijdrage
te leveren, met dien verstande dat de gemeente nog geen garantie kan afgeven. Ook de
inkomsten uit procesgeld Natura2000 zijn nog niet zeker.
De provincie heeft voorts aangegeven dat zij vanaf 2015 de beschikbare middelen moet
verdelen over 3 Nationale Parken. Dat betekent dat er voor 2014 € 100.000 beschikbaar is
voor NP Schiermonnikoog, in 2015 € 80.000. In de volgende vergadering zal de begroting
2015 geagendeerd worden.
De voorzitter stelt de leden van het overlegorgaan voor om:
- kennis te nemen van rapport Noordtij;
- de beslisnotitie uit te werken in ontwikkelplan;
- de begroting 2014 vast te stellen met inachtneming van bovenstaande opmerkingen.
Er worden in deze vergadering geen toezeggingen gedaan voor 2015.
De heer Abma spreekt zijn zorg uit over het onderhoud van de schelpenpaden in de toekomst.
Nu liggen ze er goed bij, maar de bezuiniging op de financiële middelen zal in de toekomst
gevolgen hebben voor het onderhoud en dus de conditie van de paden. NP heeft de zorg voor
het natuurbeheer van het eiland gekregen en daar horen ook de schelpenpaden bij. Dit kan niet
zomaar afgeschoven worden naar de gemeente. De heer Alblas geeft aan dat hij reeds bij de
aankondiging van de bezuiniging heeft aangegeven dat de natuurbeheerder dit gat niet kan en
zal vullen. Temeer daar er al een aantal jaren extra activiteiten en projecten gefinancierd zijn
door de beheerder. Schade die door storm is ontstaan worden momenteel al door de beheerder
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
3
hersteld. Gezamenlijk (zoals in paragraaf 3f van de beslisnotitie vermeld) zal gezocht moeten
worden naar een oplossing.
De heer Stellinga merkt op dat de heer Abma gelijk heeft. Het kan niet zo zijn dat een
probleem dat hier niet gedragen kan worden, bij de buurman neergelegd wordt. De voorzitter
stelt voor het probleem eerst inhoudelijk in de werkgroep voor te leggen en aldaar te bekijken
of er gezamenlijk een oplossing gevonden kan worden.
Ten aanzien van het jaarprogramma V&E dient opgemerkt te worden dat, indien blijkt dat er
te weinig inkomsten zijn om de begroting volledig te dekken, dit in mindering gebracht wordt
op het beschikbare budget voor het jaarplan V&E. Met inachtneming van deze opmerking
wordt het jaarprogramma V&E vastgesteld.
6. Vaststellen begrazingsplan NP Schiermonnikoog
De voorzitter vraagt de heer Alblas een toelichting te geven op het begrazingsplan en kort in
te gaan op de opmerkingen van de heer Van Boven.
De heer Alblas meldt dat de visie is vastgelegd in het BIP+: zoveel mogelijk natuurlijkheid
met onder andere begrazing als middel. Begrazing leeft, er zijn veel vragen over en veel
belangen mee gemoeid. Er is ook veel meegedacht en meegepraat. Dat heeft geleid tot het
begrazingsplan zoals dat nu voorligt. Met enerzijds een hoog ambitieniveau, een zo natuurlijk
mogelijk NP en een zo aantrekkelijk mogelijk beheer. Aan de andere kant goed controleren
wat er gebeurt. En geen stappen zetten waarvan je niet helemaal weet hoe het uitpakt. Starten
met een voorzichtige aanpak dus, enerzijds aan de slag en anderzijds geleidelijk ervaring
opdoen. Wisenten zijn buitengewoon spectaculaire beesten, maar ook schuw. Van de
ervaringen uit het Kraansvlak wordt gebruik gemaakt. Een goede begeleiding is en blijft
noodzakelijk. NM is van mening dat het verantwoord kan. Als het overlegorgaan akkoord
gaat met het voorliggende plan, dan wordt dit nader uitgewerkt en zullen de grazers in 2015
geïntroduceerd worden.
De voorzitter vraagt de leden van het overlegorgaan:
- in te stemmen met het begrazingsplan;
- uitvoering 1e fase 2015-2018, evaluatie in 2018, startgebied ter grootte van 200 ha.
- het formeren van een kerngroep begrazing (met daaraan toegevoegd een vertegenwoordiger
van de Vereniging Boerenbelang Schiermonnikoog);
Vervolgens geeft de voorzitter het begrazingsplan in bespreking.
De heer Talsma merkt op dat in plan staat dat dode wisenten in het gebied blijven liggen. Dit
is niet aantrekkelijk voor het toerisme en kan mogelijk het overbrengen ziektes tot gevolg
hebben. De heer Alblas reageert hierop dat dit de visie / principiële lijn is, die mogelijk
confronterend is voor bezoekers. Als het beest langs een pad ligt, moet je het daar niet laten
liggen. De heer Talsma vraagt of NM de doodsoorzaak vast zal stellen? De heer Alblas
antwoordt dat de verwachting is dat er in de eerste 3 jaar geen wisenten zullen doodgaan. Dus
als er een dier doodgaat dan is er iets aan de hand, dan zullen we dat willen onderzoeken. Dan
zul je het dier moeten weghalen.
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
4
De heer Stellinga vraagt zich af, de opmerkingen van de heer Alblas afwegende, of de
passage er dan uitgehaald kan worden. Het is ook een toeristisch eiland. We moeten geen
kadavers in het gebied willen hebben liggen.
De heer Abma licht toe dat er onderscheid gemaakt wordt tussen wilde en gehouden dieren.
De wisent neemt een bijzondere plaats in. Het is een zeldzaam en wild dier. De wisent zou in
het veld kunnen blijven liggen. Gehouden dieren moeten levend het terrein verlaten. Als ze
dood gaan, dan moeten ze ter destructie worden aangeboden. De heer Abma doet de suggestie
om een dood beest te begraven in het gebied.
De heer Alblas merkt op dat in de periode 1e fase (2015-2018) verkend kan worden hoe we
hiermee zullen omgaan. De kans dat in deze periode een beest dood gaat is klein en als er een
dood gaat willen we die onderzoeken. In deze periode zullen er dus geen beesten blijven
liggen. Voor de periode erna (2e fase) zullen de opties / oplossingen hiervoor verkend worden.
De heer Valk deelt mede dat hij er vanuit gaat dat er ook een toetsing zal plaatsvinden in het
kader van de NB-wet.
De heer Abma heeft een opmerking over de voorzieningen voor drinkwater voor de grazers.
Er zal in extreme omstandigheden een grote druk komen op de primaire waterkering. De heer
Abma stelt voor om in het midden van de stuifdijk (dit is een dubbele stuifdijk) een put te
graven. Aan de noordoostzijde Prins Bernhardweg/Reddingsweg in de hogere duinen (>3.50
NAP) zou ook een plek gecreëerd kunnen worden. De heer Alblas zegt dat NM zal zorgen
voor voldoende drinkwatervoorzieningen voor de dieren.
In het plan staat de vraag of de dieren met een GPS-zender uitgerust zouden moeten worden.
De heer Abma denkt dat dit verstandig is. We kunnen de kuddes zo beter monitoren. Je kunt
ze ook ‘volgen’ in het bezoekerscentrum, waardoor dit weer een onderdeel zou kunnen
vormen van de voorlichting en educatie. Dit is een bijkomend voordeel. De heer Alblas zegt
dit graag te willen. Als je de dieren zichtbaar maakt op TV of in een bezoekerscentrum is dit
erg boeiend om te zien. Dit wordt meegenomen in het monitoringplan. De kosten moeten nog
uitgezocht worden. Enig voorbehoud is hierbij te maken.
De heer Abma merkt op dat de kartering van vegetatie van Schiermonnikoog is verouderd. Er
zou een 0-meting gedaan moeten worden. De heer Alblas zegt dat deze inderdaad nodig is. De
vraag is wel hoe gedetailleerd deze kaart moet zijn. Dit zal als goed advies meegegeven
worden aan de samenstellers van het monitoringplan.
Een volgend aspect is de financiering van de begrazing. Begrazing maakt deel uit van
duinherstelplan. De heer Abma vraagt of de begrazing gefinancierd zal worden uit de RWEmiddelen? De heer Alblas antwoordt dat het begrazingsplan geen deel uitmaakt van het
duinherstelplan gefinancierd uit RWE-gelden. Wel past het plan in Natura 2000 en de
maatregelen die voortvloeien uit de PAS. Financiering zal in eerste instantie daarop gericht
worden.
Tot slot: de laatste twee jaar ziet de heer Abma een voorzichtig herstel van de konijnenstand.
Er zijn nieuw gegraven holen zichtbaar. Er is sterfte, maar de trend is dat er tergend langzaam
herstel intreedt. Zal hiermee rekening gehouden worden bij herintroductie van konijnen? De
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
5
heer Alblas zegt dat het konijn er gewoon bij hoort. Onderzoekers hebben aangegeven dat de
kans dat huidige populatie zich kan herstellen heel klein is. Het zou helpen als je andere
konijnen bijplaatst. Als dit lukt dan zal het samenspel tussen konijn, paard, rund en wisent
ervoor moeten zorgen dat de natuurdoelen behaald worden.
Na een brede discussie vat de voorzitter samen dat het begrazingsplan wordt vastgesteld, met
inachtneming van de volgende opmerkingen:
1. het overlegorgaan benadrukt dat het gaat om het in uitvoering nemen van een eerste tranche
voor een eerste periode van 3 jaar (2015-2018).
2. gedurende die periode worden wisenten bij overlijden afgevoerd voor onderzoek.
Tegelijkertijd wordt tijdens die periode bepaald hoe om te gaan met dode wisenten na de 1e
fase.
3. er wordt gezorgd voor voldoende drinkwatervoorziening.
4. ten aanzien van monitoring wordt positief geadviseerd voor uitrusting met gps, mits te
financieren.
5. er zal een 0-meting plaatsvinden van de kartering van de vegetatie.
6. in de kerngroep begrazing zal ook een vertegenwoordiger van VBS zitting nemen.
Tevens wordt ingestemd dat het OBN een advies zal uitbrengen over het begrazingsplan. De
adviesvraag is in concept gereed en met het OBN wordt de juiste onderzoekformulering nader
uitgewerkt. Dat advies richt zich in het bijzonder of de aanpak zoals nu geformuleerd in het
begrazingsplan, leidt tot het halen van de gestelde N2000 doelen dan wel of daarvoor
aanvullende maatregelen of wijzigingen noodzakelijk worden geacht. Het advies zal dit
voorjaar worden opgesteld. De resultaten van dit onderzoek zullen te zijner tijd naar wij
veronderstellen antwoord geven op een aantal gestelde inhoudelijke vragen, en betrokken
worden bij de verdere invulling van het begrazingplan.
7. Bespreken en instemmen met projectvoorstel 25-jarig jubileum NP Schiermonnikoog
Een kernteam heeft een programma ontwikkeld voor de viering van het 25-jarig jubileum van
het Nationaal Park Schiermonnikoog. De voorzitter vraagt of het overlegorgaan een intentie
kan afgeven over de ambitie van het programma.
De heer Alblas vindt het een ambitieus programma. In kosten en dekking blijkt ook dat er
risico’s genomen worden. De heer Alblas zet vraagtekens bij het onderdeel
fototentoonstelling. De foto’s hebben een hoog abstractieniveau. Hij vraagt zich af of dit,
mede gezien de financiële risico’s, meegenomen moet worden. Ook vraagt hij zich af of er
mogelijkheden zijn om dichter bij het eiland te blijven.
Ten aanzien van een redactioneel artikel in het NM-kwartaalblad PUUR Natuur merkt de heer
Alblas op dat hij verwacht dat dit niet gaat lukken. In 2013 is immers reeds een redactioneel
artikel over Schiermonnikoog geplaatst. Vanzelfsprekend zal er vanuit NM aandacht besteed
worden aan het jubileum.
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
6
Het overlegorgaan, aldus de voorzitter, deelt de ambitie van het programma, maar plaatst
kanttekeningen bij de financiering ervan. Het zal niet het eerste feestje zijn, dat als een feestje
begint en niet als een feestje eindigt. Hij doet het verzoek aan de secretaris om samen met het
kernteam het programma om te buigen met sluitende begroting. Het overlegorgaan zal
hierover schriftelijk geïnformeerd worden. De datum voor de relatiedag zal zo spoedig
mogelijk vastgesteld worden.
8. Bespreking voortgang uitvoering BIP+
8.2 Beheerplan Natura 2000 en PAS
De heer Talsma vertelt dat de boeren bezig zijn met het opstellen van een ammoniakreductieplan. Hij benoemt in dit verband de invloed van ganzen op de ammoniakdepositie. In
de media wordt Schiermonnikoog als voorbeeld genoemd voor wat betreft de uitstoot van
ammoniak door de landbouw. Zelfs in het kwartaalblad Lytje Pole wordt genoemd dat de
boeren zouden moeten verdwijnen. Dit verbaast de landbouw.
De heer Valk kent het plan van aanpak ten aanzien van stikstofreductie. Dit is in overleg met
de boeren opgesteld. Hij gaat ervan uit dat dit goed is gecommuniceerd met de eilander
boeren door de trekker van het plan van aanpak (de heer Hofstee). In 2018-2019 zal er een
evaluatiemoment moeten plaatsvinden. De heer Valk merkt op dat de zwaarste categorie niet
van toepassing is op Schiermonnikoog. Taak is nu om financiering voor de uitvoering van het
plan van aanpak te vinden.
Dit is een ander traject dan de gebiedsanalyse en het beheerplan Natura 2000. Hiervoor is een
ander traject uitgezet. Nadat de PAS in inspraak is, zullen de beheerplannen worden afgerond.
Dan zal er ook een informatieavond georganiseerd worden. Er zal vinger aan de pols
gehouden worden of het tijdsschema hiervoor nog klopt.
De heer Stellinga merkt op dat, indien in de Lytje Pole staat vermeld dat de boeren zouden
moeten verdwijnen, dit zeer kwalijk is.
De heer Alblas stelt voor om het overlegorgaan als gebiedsgroep voor het Beheerplan aan te
wijzen. De secretaris reageert hierop dat er op 27 maart a.s. een klankbordbijeenkomst
gepland is met de leden van het overlegorgaan. Hiervoor is reeds een uitnodiging verzonden.
8.3 Westerplas
Op 6 februari jl. is een informatieavond gehouden over de resultaten van een
haalbaarheidsstudie naar herstel van de natuurwaarden van de Westerplas o.l.v. de heer Kok
(Vitens). Het overlegorgaan wordt gevraagd in te stemmen met de onderzoeksresultaten en
een verdere uitwerking van de voorkeursvariant.
De heer Munting wil daarbij weten wat de invloed van de maatregelen zijn op de polder. De
heer Alblas kan instemmen met voorkeursvariant, maar mist het baggeren als mogelijke
maatregel. Onderzoek hiernaar dient toegevoegd te worden.
9. Planning bijeenkomsten
De eerstvolgende vergadering van het overlegorgaan is op donderdag 5 juni 2014.
10 Rondvraag
De leden van het overlegorgaan hebben geen punten voor de rondvraag.
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
7
Vragen vanuit het publiek:
De heer Van Boven: een stuk van 200 ha wordt ‘natuur’ genoemd. Hoe klein moet het gebied
zijn, om het geen natuur meer te kunnen noemen? De heer Alblas zegt dat hier geen antwoord
op is.
Mevrouw Meerdink stelt voor om het NP als cadeau voor het 25-jarig jubileum een bijdrage
aan de herintroductie van konijnen te geven.
De heer Smaling doet de suggestie bagger te recyclen door het bij de boeren over het land te
verspreiden.
11. Sluiting
Om 22.30 uur sluit de voorzitter de vergadering.
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
8
Actiepunten
onderwerp
Uitnodigen organisaties inzake geplande
activiteiten, o.a. windmolens, kabels en
leidingen voor vergadering OO van 5
juni 2014
Agenderen plan herintroductie konijnen
wie
secretaris
wanneer
vergadering OO van
5 juni 2014
NM
Kaart gesloten gebieden
Noordzeekustzone
secretaris
Rapporten broedvogelmonitoring en
vlinderinventarisatie op website NP
Opstellen zienswijze tegen
garnalenvisserij binnen N2000 gebied
Agenderen begroting 2015
NM i.s.m. coördinator
V&E
Secretaris i.o.m. NM
vergadering OO van
5 juni 2014
toevoegen aan
agendastukken OO
vergadering 5 juni 2014
z.s.m.
Jubileumprogramma ombuigen met
sluitende begroting
Datum relatiedag z.s.m. vaststellen
Klankbordbijeenkomst Beheerplan
Natura 2000 Schiermonnikoog
secretaris i.o.m.
kernteam
secretaris
leden overlegorgaan
vóór 27 maart 2014
vergadering OO 5 juni
2014
z.s.m.
27 maart a.s. van 14.00
– 16.00 uur
Verslag vergadering Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog – 13 februari 2014
9
Nieuwsbrief Duinherstelprogramma
Jaargang 5, maart 2014
De Nieuwsbrief Duinherstelprogramma is een uitgave van Natuurmonumenten. Deze emailnieuwsbrief verschijnt regelmatig gedurende de looptijd van het duinherstelprogramma (10 jaar)
en heeft als doel betrokkenen op de hoogte te houden van de voortgang en resultaten van de
herstelmaatregelen. De nieuwsbrief wordt in beperkte mate verspreid. Voor vragen en opmerkingen
over de inhoud van de nieuwsbrief en de voortgang van het duinherstelprogramma kunt u contact
opnemen met Erik Jansen (email: [email protected] of telefonisch 06 – 21 20 14 00).
Gebrek aan winterweer bemoeilijkt plagwerk
De winter van 2013-2014 verliep vrijwel geheel vorstloos. In de afgelopen driehonderd jaar was er
maar één winter nog een beetje zachter. Voor het geplande plagwerk was het ontbreken van
winterweer ongunstig. Doorgaans voeren we het plaggen uit als het een weekje heeft gevroren. De
bodem is dan hard, zodat het zware materieel er op kan zonder sporen te maken of paden te
beschadigen. In de loop van februari werd langzaam duidelijk dat een vorstweekje er dit jaar niet in
zat. Om de plagwerkzaamheden toch voor het broedseizoen uit te voeren, moesten we snel in actie
komen. Met een pomp hebben we het te plaggen gebied wat droger gemaakt. Vervolgens hebben
we over een traject van ruim 500 meter rijplaten aangelegd om te voorkomen dat we het
schelpenpad stuk zouden rijden. Na het treffen van deze voorbereidingen kon het plagwerk op 17
februari beginnen. Ondanks enkele opstartproblemen – zo gleed er een trekker van de Reddinsgweg
af een greppel in – ging het plagwerk zelf zeer voorspoedig. Voor 1 maart waren de werkzaamheden
afgerond. Er zijn in totaal twee plekken geplagd met een totaal oppervlakte van ongeveer
anderhalve hectare.
Twee bruggen
De Reddingsweg ligt op de grens tussen zout en zoet water. Aan de oostkant ligt de kwelder, aan de
westkant het duinmassief. Omdat de Reddingsweg in het verleden is opgehoogd vormt deze
momenteel een soort dijkje. Regenwater kan zo moeilijker afstromen naar de kwelder en het water
van de Waddenzee kan de rietvelden ten westen van de Reddingsweg nauwelijks bereiken. Alleen
tijdens extreem hoge tijen, zoals tijdens de storm van 5 op 6 december 2013 kan het zeewater over
de Reddingsweg heen komen.
Zout water zorgt ervoor dat het gebied open blijft en niet overal dichtgroeit met struiken. Om ervoor
te zorgen dat zeewater gemakkelijker ten westen van de Reddingsweg terecht kan komen, hebben
we in februari twee vlonderbruggen aangelegd in de Reddingsweg. Op de plekken waar de bruggen
nu liggen, lagen daarvoor duikers onder de weg door. Deze konden echter gemakkelijk verstoppen
met bladeren en takken. Door de breedte van de bruggen (ongeveer 5 meter) is dit nu niet meer
mogelijk.
Schapen doen goed werk
Sinds januari 2013 lopen er in het duingebied ten oosten van de Prins Bernhardweg soayschapen
rond. De dieren moeten voorkomen dat de net opengemaakte duinen weer dichtgroeien met
stuiken. Ze nemen hun taak uiterst serieus en ze knagen veel uitlopende berken en amerikaanse
vogelkersen af. Ook vreten ze op de duinhellingen de stugge zandzegge op. Hierdoor krijgt de
typische flora van de duinen kans om terug te komen. Ondertussen werkt Natuurmonumenten aan
een begrazingsplan voor het hele eiland. Het is de bedoeling dat andere grazers zoals runderen,
paarden en wisenten uiteindelijk de rol van de schapen gaan overnemen en er voor zorgen dat het
een duingebied open blijft.
Zeldzame duinsoorten keren terug
Na plaggen ligt het landschap er altijd nogal
troosteloos bij: een kale, zanderige vlakte waar
helemaal niets op groeit. Gelukkig is dit altijd van korte
duur. Na enkele jaren hebben de planten het geplagde
gebied weer in bezit genomen. De gebieden in de
Westerduinen die we in 2011 in het kader van het
Duinherstelprogramma hebben afgeplagd beginnen nu
weer langzaam te begroeien. Voor onze boswachters is
dit een spannende tijd. Want welke planten zullen er
opkomen? Brandnetels en distels, of bijzondere
duinsoorten? Gelukkig blijkt in de Hertenbosvallei het
laatste het geval. De geplagde stukken zijn voor
plantenliefhebbers een waar Luilekkerland. Zeldzame
soorten die in de Hertenbosvallei groeien, zijn
hondsviooltje, kleine ratelaar, moeraswespenorchis,
rietorchis, parnassia en stijve ogentroost (afbeelding
hiernaast). Bijzonder is ook de vondst van een aantal
pollen stippelzegge. Dit is een onopvallende, maar
zeldzame plant die in Nederland slechts op drie
plekken voorkomt.
Konijnen als duinbeheerders
De afgelopen decennia is op Schiermonnikoog de konijnenstand sterk teruggelopen. Dit komt door
twee zeer besmettelijke virusziekten: myxomatose en het uit China afkomstige VHS. De gevolgen die
het wegvallen van het konijn heeft voor de duinen zijn tweeërlei. Zaailingen van bomen en struiken
worden niet langer afgeknaagd en kunnen zo
uitgroeien tot volwassen bomen. Hierdoor
verandert het open duin meer en meer in een
boslandschap. Anderzijds missen roofvogels zoals
blauwe kiekendief en velduil een belangrijk
prooidier. Natuurmonumenten heeft voor het
Duinherstelproject Groenglop twee onderzoekers
gevraagd te onderzoeken of het bijplaatsen van
konijnen kansrijk zou kunnen zijn. Marijke Drees
en Jasja Dekker gelden als specialisten op het
gebied van konijnen en hebben ervaring met
andere bijplaatsprojecten. De conclusie van hun
onderzoek is dat het uitblijven van herstel
waarschijnlijk komt doordat de konijnenpopulatie
klein is en er bovendien geen uitwisseling met
andere konijnenpopulaties plaatsvindt. Het
bijplaatsen van konijnen uit een gebied waar de
dieren beter bestand zijn tegen de dodelijke
ziekten zou de konijnenstand op het eiland een
impuls kunnen geven, concluderen de
onderzoekers.
Mia Michels
Van:
Verzonden:
Aan:
Onderwerp:
Mia Michels
woensdag 14 mei 2014 13:45
Mia Michels
Nieuwsbrief Nationaal Park Schiermonnikoog jaargang 2, nr. 1
Wenn Sie nicht lesen können diese E-Mail, klicken Sie hier.
Nieuwsbrief
Nationaal Park Schiermonnikoog
Geachte lezer,
Hierbij ontvangt u de tweede uitgave van de
nieuwsbrief van het Nationaal Park
Schiermonnikoog. 2014 staat in het teken
van de 25e verjaardag van het Nationaal
Park en dat zal waarschijnlijk ook aan u niet
onopgemerkt
voorbij
gaan.
De
jubileumfestiviteiten trappen af op 24 en 25
mei met een verrassende beleefroute over
het eiland. En er volgen meer feestelijke
evenementen.
Bekijk
het
complete
jubileum-programma
op
www.npschiermonnikoog.nl
Deze nieuwsbrief wordt eenmalig huis-aan-huis bezorgd. Wilt u op de
hoogte blijven van nieuws over het Nationaal Park en onze
jubileumactiviteiten, meldt u zich dan aan voor de digitale nieuwsbrief
op onze website www.np-schiermonnikoog.nl
Wetenschappelijk onderzoek
het Nationaal Park
in
Wetenschappelijk onderzoek en monitoring helpen ons bij het maken van
keuzes in het beheer en behoud van de rijke flora en fauna in het
gebied. Met deze nieuwsbrief willen wij u informeren over enkele
onderzoeken die momenteel in het Nationaal Park plaatsvinden.
1
Groot zeegras onder Schiermonnikoog
Onder Schiermonnikoog, tussen de beide havens, groeit sinds kort groot
zeegras. Dunne groene sprieten steken er uit het wad. Twee jaar geleden
startte het experiment, waarbij in het najaar Duitse zaaddragende stengels
op drie plekken in de Waddenzee zijn verspreid. Met succes. In het voorjaar
verschenen her en der sprieten zeegras.
Nu de zaaimethode lijkt te werken, pakt Natuurmonumenten het samen met
de Waddenvereniging en de Radboud Universiteit Nijmegen verder op. Dit
najaar komt uit Duitsland weer een lading zeegras. Een grote groep
vrijwilligers zorgt voor het oogsten en zaaien. Hopelijk zorgt de maatregel
voor een blijvende vestiging van zeegras onder het eiland. Onderzoekers
zullen het zeegras nauwlettend in de gaten houden.
Zeegras is belangrijk voor de Waddennatuur.
Ooit groeiden in de Waddenzee immense
zeegrasvelden, waar talloze dieren van
profiteerden. Er leefden schelpdier- en
vissoorten, zoals tong, haring en zelfs
zeepaardjes. Rotganzen graasden op het
zeegras.
Nieuwe
zeegrasvelden
zullen
bijdragen aan een rijke Waddenzee.
Quirin
Smeele,
Natuurmonumenten
programmamanager
Wadden
bij
Vereniging
Lepelaaronderzoek
Sinds 1992 broeden er Lepelaars op de
kwelder van Schiermonnikoog. De lepelaars
zijn vanaf het begin voorzien van
kleurringen waardoor
ze individueel
herkenbaar zijn. Het doel van het
kleurringen is om te ontdekken waar de
vogels heen trekken in herfst en winter.
Omdat honderden vrijwilligers in Europa het leuk vinden die lepelaarringen
af te lezen en te melden, weten we nu waar ze zich gedurende het hele jaar
bevinden. Daaruit kon ook afgeleid worden wanneer ze doodgaan.
2
In 2012 en 2013 hebben een aantal
lepelaars een GPS-logger op hun rug
gekregen. Daarmee kunnen we de
vogels van uur tot uur volgen. Zo
weten we inmiddels dat sommige
lepelaars van de kwelder iedere nacht
naar het Lauwersmeer vliegen om te
eten en anderen vlakbij Schier
blijven.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door Otto Overdijk van Werkgroep
Lepelaar, Petra de Goeij van Metawad- RUG en vele studenten en
vrijwilligers. Zie www.metawad.nl en www.werkgroeplepelaar.nl
Petra de Goeij, Metawad Rijksuniversiteit Groningen
(foto's: Petra de Goeij en Tom van der Meer)
Klimaatextremen
strand
beïnvloeden
het
Groene
De effecten van klimaatverandering op de natuur worden steeds duidelijker
zichtbaar. Zo breiden veel soorten zich naar het noorden uit, inclusief naar
de Waddeneilanden, terwijl andere soorten langzaam verdwijnen.
Voor veel planten en dieren is een langzame opwarming van de aarde niet
het grootste probleem. Ze komen pas echt in de moeilijkheden als ze
extreme temperaturen of droogte te verduren krijgen. Sommige soorten
kunnen klimaatextremen beter verdragen dan andere en dit kan grote
gevolgen hebben voor het goed functioneren van ecosystemen, zoals het
Groene strand.
Wetenschappers van de Vrije
Universiteit (Amsterdam) proberen
aan de hand van metingen van de
tolerantie voor hitte, droogte en
zout te voorspellen welke soorten
bodemdieren op het Groene strand
beter
tegen
klimaatextremen
kunnen
dan
andere.
Kleine
bodemdieren, zoals springstaarten,
kwelderspringers en spinnen kunnen
niet gemakkelijk aan extreem weer
ontsnappen,
maar
zijn
wel
belangrijk voor de voedselkringloop
van het Groene strand.
Tot dusver is gebleken dat hangmatspinnen en hun prooi (springstaarten),
twee dominante groepen op het Groene strand, verschillen in
hittegevoeligheid. Wat de uiteindelijke gevolgen zijn voor het Groene strand
moet nog blijken. De conclusies worden eind van de zomer van 2017
verwacht.
Oscar Franken en Matty P. Berg, VU Amsterdam
3
Klimaatverandering, zeespiegestijging en de
achteruitgang van scholeksters
In de laatste decennia komen overstromingen van kwelders steeds vaker
voor in de Waddenzee. Bij overstromingen tijdens het broedseizoen gaan
veel nesten verloren omdat eieren wegspoelen en jonge kuikens verdrinken.
Hoewel kwelderbroeders wel gewend
zijn aan een overstroming zo nu en
dan, laten berekeningen zien dat de
frequentie zo sterk is toegenomen
dat de populatie van scholeksters
niet meer levensvatbaar is als de
vogels hun nestplaatskeuze niet
aanpassen aan de veranderde
omstandigheden.
Wetenschappers van het Nederlands Instituut voor Ecologie, Stichting
Vogelonderzoek Nederland en de Rijksuniversiteit Groningen onderzoeken
daarom of de scholekster op de kwelder van Schiermonnikoog over de jaren
heen hun nest op een steeds hogere plek zijn gaan leggen. Hiervoor maken
ze gebruik van lange termijn gegevens die verzameld zijn gedurende de 31
jaar dat het scholeksteronderzoek nu loopt vanuit de Herdershut. Dit lange
termijn perspectief maakt het ook mogelijk het relatieve belang en het
samenspel van de effecten van overstromingen te vergelijken met andere
factoren die de achteruitgang van scholekster bepalen, zoals veranderingen
in het voedsel op het wad. De conclusies en resultaten van dit onderzoek
worden in de loop van 2015 en 2016 verwacht.
Martijn van de Pol, Nederlands Instituut voor Ecologie
Herstel van mosselbanken
Mosselbanken bruisen van het leven. Vogels, kleine schollen, krabben: een
waslijst dieren leeft op en rond een mosselbank. Er zitten veel méér soorten
dan op een zandplaat. Dat blijkt uit een recente deelstudie van
Waddensleutels,
een
vierjarig
onderzoeksproject,
waarbij
natuurbeschermers en wetenschappers samenwerken om herstel van de
waddennatuur in de vingers te krijgen.
4
In het verleden zijn grote arealen
mosselbanken verdwenen. Herstel
zou de waddennatuur goed doen. De
vraag is: hoe? Aan de zuidoostkant
van
Schiermonnikoog
zijn
de
afgelopen
jaren
kleinschalige
experimenten uitgevoerd. Er zijn
mosselen gestort, in de hoop dat ze
bleven liggen, kooien geplaatst om
krabben en garnalen te weren, en
mosselen
in
verschillende
dichtheden neergelegd.
Elk experiment leverde nieuwe inzichten op. Zo blijken krabben en garnalen
de grootste natuurlijke vijand van mosselzaad. Om deze vijanden weg te
houden, bedachten de onderzoekers een innovatieve aanpak: het
mosselkrat. De kratten bestaan uit een fijnmazige structuur, zodat het
mosselzaad zich veiliger kan nestelen. De eerste kratten op het wad lijken
hun werk te doen.
Onlangs startte bij Ameland een experiment met biologisch afbreekbare
kratjes, gemaakt van aardappelzetmeel uit de patatfabriek. Het ei van
Columbus? De resultaten zullen het uitwijzen.
Quirin
Smeele,
Natuurmonumenten
programmamanager
Wadden
bij
Vereniging
Wilt u op de hoogte blijven van nieuws over het Nationaal Park
Schiermonnikoog?
Meldt u zich dan nu aan voor onze nieuwsbrief op www.npschiermonnikoog.nl
privacy policy - subscribe -
unsubscribe - newsletter powered by webalive
5
-­-­PERSBERICHT-­-­ Schiermonnikoog, 13 mei 2014 Nationaal Park Schiermonnikoog viert feest! Schiermonnikoog is sinds 1989 een Nationaal Park. Dit jaar viert het eiland dan ook dat het al 25 jaar dit unieke predicaat mag dragen. De bijbehorende jubileumfestiviteiten trappen op 24 en 25 mei af met een verrassende beleefroute over het eiland. En er volgen meer feestelijke evenementen. Op zondag 25 mei vindt landelijk de jaarlijkse Dag van het Nationaal Park plaats. Uiteraard krijgt deze dag op Schiermonnikoog een extra feestelijk tintje. Sterker nog: dat hele weekend staat in het teken van het jubileumfeestje. Eilander en toerist krijgen twee dagen de kans een unieke route te fietsen of wandelen, met ‘proeven en beleven’ als thema. Muziek is hierbij een belangrijke pijler, want biedt de natuur niet één groot openluchtconcert? Maar werkelijk álle zintuigen komen aan bod. Dus jazeker: ook de smaak wordt op de proef gesteld middels culinaire verrassingen van de eilander ondernemers. En natúúrlijk neemt de prachtige eilander natuur een belangrijke plek in, met langs de route interessante natuur-­‐doe-­‐dingen. Het kunstdoosje van galerie Ogygia vormt de basis van deze beleefroute. Op een groot aantal natuurrijke plekken op het eiland staan frames geplaatst, die corresponderen met de prachtige kunstkaarten uit het doosje. Deze route is voor € 15,-­‐ (per maximaal 5 personen) bij het Bezoekerscentrum verkrijgbaar. Dit is inclusief de schilderachtige kaarten en de bonnen voor de (culinaire) verrassingen tijdens de tocht, die op beide dagen tussen 11 uur en 15 uur te beleven zijn. En dit is nog lang niet alles. Werkelijk iedereen mag weten dat het Nationaal Park jarig is. Een groot aantal evenementen en activiteiten op Schiermonnikoog heeft daarom het zogeheten jubileumetiket van het Nationaal Park gekregen. In de maanden mei en juni is bijvoorbeeld in het Bezoekerscentrum een expositie van de eilander schilderclub De Kwast te bezichtigen. Op 27 mei plus 12 en24 juni is het mogelijk met de boswachter in een huifkar op kraamvisite bij de meeuwenkolonie op de kwelder te gaan. En kinderen kunnen bijvoorbeeld de natuur in tijdens de survivaldagen op 30 juli en 6 augustus. Kijk voor alle unieke jubileumactiviteiten op de website: www.np-­‐schiermonnikoog.nl. Of loop eens binnen bij het Bezoekerscentrum aan de Torenstreek op Schiermonnikoog. Extra informatie Het Nationaal Park Schiermonnikoog is onderdeel van een keten van 20 Nationale Parken die samen een beeld van de verscheidenheid aan natuurlijke landschappen in ons land bieden. De natuur van Schiermonnikoog staat bekend om haar diversiteit. -­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­-­ Noot voor de redactie Meer informatie over dit persbericht is verkrijgbaar via mevrouw Mia Michels, coördinator Nationaal Park Schiermonnikoog. Zij is telefonisch bereikbaar via 06-­22392806 of per e-­mail: [email protected]. Projectplan
Programma 25-jarig jubileum Nationaal Park Schiermonnikoog
Op 19 juli 1989 heeft de Rijksoverheid het Nationaal Park
Schiermonnikoog ingesteld. In 2014 vieren we ons 25-jarig
jubileum. Onderstaand programma geeft een overzicht van
de doelen, projecten, organisatie, publiciteit en promotie,
budget en planning.
Doelen
Een 25-jarig jubileum laten we natuurlijk niet voorbij gaan zonder er een feest van te
maken. Maar we doen meer! De projecten die we in het kader van het jubileum
organiseren, zetten naast het Nationaal Park ook het eiland Schiermonnikoog en het
Werelderfgoed Waddenzee op de kaart. We ontwikkelen nieuwe producten en leggen
verbindingen met bestaande activiteiten. We intensiveren de samenwerking met lokale
(recreatie)ondernemers, kunstenaars en natuurorganisaties.
De doelen die we hiermee willen bereiken zijn:
 het ontwikkelen van nieuwe innovatieve producten en activiteiten, die niet alleen
tijdens het jubileum maar ook in de jaren daarna deel uitmaken van het
productaanbod;
 het bevorderen van de samenwerking met de lokale (recreatie)ondernemers;
 het vergroten van de bewustwording van de natuurwaarden in het Nationaal
Park en de biodiversiteit;
 het bevorderen van natuurbeleving;
 profilering van het Nationaal Park.
Projecten
Een aantal activiteiten die we in het kader van het jubileum organiseren vindt eenmalig
plaats, andere hebben een meer structureel karakter (II-1 en II-2).
Project
Doelen
Doelgroepen
I.
Themaweekend ‘Er zit muziek
in de Nationale Parken’
- Natuurbeleving
- Profilering
Recreanten en
bewoners
II.
1. Gastheerschap
2. Smaakroute
- Lokale innovatie
- Samenwerking
- Bewustwording
biodiversiteit
Recreanten, i.s.m.
eilander ondernemers
III.
Verbindingen met eilander
activiteiten
- Natuurbeleving
- Samenwerking
Recreanten en
bewoners
IV.
Feestelijke Dag van het Park
- Profilering
Relatienetwerk NP
1
I. Themadag ‘Er zit muziek in de Nationale Parken’
Omschrijving
Jaarlijks organiseren de Nationale Parken de ‘Dag van het Nationaal Park’. Het doel
hiervan is om zowel landelijk, regionaal én lokaal de Nationale Parken meer bekendheid
te geven. De dag bij uitstek om het jubileum van Nationaal Park Schiermonnikoog onder
de aandacht te brengen van omwonenden en recreanten en hen een typische beleving in
en van het park te laten ervaren.
De Dag van het Nationaal Park wordt dit jaar ingestoken met het concept ‘Er zit muziek
in de Nationale Parken’. Elk park heeft zijn eigen geluid en zijn unieke kenmerkende
belevingen. Als je goed luistert hoor je per park een eigen symfonie: de geluiden van de
golven, het geritsel van bladeren, het opgewekte deuntje van de tjiftjaf en het gezoem
van hommels. De focus van de dag ligt op streekgebonden belevenissen, producten en
ondernemers.
Doelen
- bewoners en recreanten de activiteiten en typerende kenmerken van het Nationaal
Park laten beleven;
- bevorderen van samenwerking met de (recreatie)ondernemers op het eiland;
- profilering van het Nationaal Park.
Hoe werkt het?
De Dag van het Nationaal Park vindt plaats in het weekend van 24 en 25 mei 2014. Dit
weekend is als het ware de aftrap van het jubileumjaar. Het concept ‘Er zit muziek in de
Nationale Parken’ is een kapstok voor verschillende natuurgerichte belevingsactiviteiten. Op Schiermonnikoog bieden wij eilander en toerist twee dagen de
mogelijkheid een route te wandelen of te fietsen die in het teken staat van ‘proeven en
beleven’. Tijdens deze route lanceren we de smaakroute, als letterlijk voorproefje van
een kookboek, dat we samen met de lokale horeca zullen samenstellen en later in het
jubileumjaar zullen uitgeven. Alle zintuigen moeten tijdens de smaakroute aan bod
komen, met onder meer ook yoga, kunst en stilte/rust als onderdelen.
Uitvoering
Projectteam jubileum
Kosten
€ 4.000,- voor o.a. excursiegidsen, muzikanten, vormgeving en drukwerk
€ 1.000,- publiciteit en promotie
II-1. Gastheerschap
Omschrijving
Gastheerschap Nationale Parken is een succesvol landelijk project voor
recreatieondernemers, ontwikkeld door IVN in samenwerking met Recron en
Koninklijke Horeca Nederland. In Nationale Parken werkt IVN hiervoor samen met
lokale partners, zoals de recreatiesector en de terreinbeheerders. Inmiddels zijn in de
Nationale Parken in Nederland zo’n 1.000 ondernemers opgeleid.
2
Doelen
Wat levert gastheerschap op?
- Ondernemers kunnen hun gasten beter informeren over mooie locaties van natuur en
landschap en routes in de omgeving;
- ondernemers kunnen zich in hun promotie onderscheiden als gastheer van het
Nationaal Park en daarmee als duurzame onderneming met aandacht voor natuur en
landschap;
- het netwerk levert nieuwe initiatieven en arrangement op;
- extra profilering van de gemeente als groene, duurzame gemeente, aangenaam om in te
wonen en te recreëren en goed voor de lokale economie;
- win-win voor natuur, recreatie en economie: draagvlak bij ondernemers voor het
Nationaal Park en voor natuurbeleid en -beheer.
Hoe werkt het?
In
een
aantal
bijeenkomsten
verrijken
recreatieondernemers hun kennis over het ontstaan
van het landschap en over de natuur, cultuurhistorie
en recreatiemogelijkheden van het Nationaal Park.
Om zo de eigen gasten beter te kunnen informeren en
meer te kunnen bieden. De bijeenkomsten vormen
een opmaat voor een netwerk van gastheren, om
vervolgens samen met het Nationaal Park
arrangementen en evenementen te organiseren.
Uitvoering
Projectteam jubileum
Kosten
Materiaal en (gast)sprekers: € 5.000,II-2. Smaakroute en kookboek Nationaal Park
Omschrijving
In de omgeving van een Nationaal Park wordt veel heerlijks en gezonds geproduceerd
en aangeboden. ‘Natuurlijke’ producten die veelal hun wortels hebben in de streek zelf.
Een smaakroute laat de bezoeker zien en proeven hoe de natuur en het landschap van
een Nationaal Park verbonden zijn met ons voedsel.
Jaarlijks zal het Nationaal Park enkele malen in het teken staan van de smaak. Een
smaakroute voert deelnemers dan langs een aantal eilander horecaondernemers, waar
ze een lekkernij van de Wadden kunnen proeven. Aandacht voor streek- en
Waddenproducten geven we ook door het ontwikkelen van een kookboek met een
presentatie van speciale recepten van eilander horecaondernemers, gebruikmakend van
ingrediënten die voorkomen in de natuur van het Nationaal Park. Met informatie van
ondernemers over hun bedrijf en over ‘hun’ park.
Doelen
Doelstellingen van het project zijn:
- onder de aandacht brengen van biodiversiteit;
- aansporing tot ‘echt’ eten en voor gebruik van lokale en streekproducten;
3
- promotie voor leveranciers, producten en verkooppunten van natuurlijke streek- en
Waddenproducten;
- profilering van horecaondernemers als gastheer van het Nationaal Park;
- bewoners en bezoekers de relatie tonen tussen regio, Nationaal Park, natuur en
natuurlijke producten;
- het Nationaal Park wordt ook buiten de grenzen van het park herkenbaar.
Hoe werkt het?
Een smaakroute is een fietsroute langs leveranciers, producenten en verkooppunten in
en rond een Nationaal Park. De fietsers komen bij de route langs bedrijven waar
natuurlijke (streek)producten verkrijgbaar zijn, geproduceerd worden of waar het
lekkers te proeven is. De smaakroute zal enkele malen per jaar georganiseerd worden.
Naast een smaakroute zullen de
streek- en Waddenproducten ook
onder de aandacht van bezoekers
gebracht worden door de publicatie
van
een
kookboek,
dat
in
samenwerking met de eilander
horeca wordt ontwikkeld. De
deelnemende ondernemers maken
een voorstel voor de samenstelling en bereiding van een eigen recept, gebruikmakend
van streekproducten en ingrediënten die in de natuur van het park voorkomen en
beschikbaar zijn. De uitverkoren recepten van de deelnemende bedrijven komen met
een presentatie van het bedrijf in het kookboek. Daarnaast vertelt elk bedrijf over de
eigen favoriete plek in het park. Het concept is al eerder uitgevoerd in andere Nationale
Parken, o.a. Texel. De smaakroute en het kookboek krijgen ook aandacht op de website
van het park en op de websites van de ondernemers. Daarbij kan men ook informatie
vinden over natuur en landschap en de deelnemende bedrijven en hun
productenaanbod.
Uitvoering
Projectteam jubileum i.s.m. horecaondernemers
Kosten
Fotografie, vormgeving en drukwerk (oplage 1.000): € 10.000,Verkoopprijs kookboek: € 6,95
B.2 Verbindingen met eilander activiteiten
Omschrijving
Schiermonnikoog kent een groot scala van kleinschalige
activiteiten die bezoekers het Nationaal Park vanuit een
ander perspectief laten beleven. Denk hierbij aan een natuur
survivalparcours voor kinderen of met de huifkar over het
strand naar de kwelder, waarbij een kraambezoek bij de
meeuwen gebracht wordt, of een expositie van eilander
schilders, die de natuur ieder op hun eigen karakteristieke
wijze in beeld brengen.
4
Doelen
- bewoners en bezoekers bewust maken van het belang van natuurbeheer en
biodiversiteit in het Nationaal Park;
- (eilander) kinderen op een speelse wijze laten kennismaken met natuurbeheer;
- bezoekers vanuit een beeldend perspectief bewust maken van de uitgestrektheid,
variatie, dynamiek en schoonheid van het Nationaal Park;
- verbindingen leggen met andere natuurgerichte activiteiten op het eiland;
- samenwerking met eilander schilders en kunstenaars.
Hoe werkt het?
De natuur in en rondom het Nationaal Park vormt een prachtige inspiratiebron voor
vele eilander schilders en kunstenaars, zowel amateurs als professionals. In het kader
van het 25-jarig jubileum zullen er twee tentoonstellingen gehouden worden. Een
tentoonstelling met werken van de eilander schilderclub ‘De Kwast’ en een tweede
tentoonstelling met werken van eilander kunstenares Stella van Acker. De werken
worden omlijst met verhalen en gedichten over beleving en inspiratie.
Ook zal aansluiting gezocht worden bij een aantal bestaande activiteiten (o.a. survival,
kweldertocht en de November Wandelmaand). In ruil voor een ‘NP-jubileumetiket’ zal
het Nationaal Park de activiteiten in het kader van het jubileumjaar extra onder de
aandacht brengen van potentiële bezoekers.
Uitvoering
Projectteam jubileum in nauwe samenwerking met eilander kunstenaars en
organisatoren van evenementen en activiteiten.
Kosten
€ 1.000,- drukwerk en promotie
IV. Feestelijke Jubileumdag
Omschrijving
Een feestelijke bijeenkomst voor relaties uit het netwerk van Nationaal Park
Schiermonnikoog.
Doelen
Het markeren van een moment waarop we met de relaties van het Nationaal Park
stilstaan bij het 25-jarig bestaan.
5
Hoe werkt het?
De Feestelijke Dag van het Park, voor relaties, staat in het teken van gastheerschap. Op
deze dag krijgen de eilander gastheren een certificaat uitgereikt en ontvangen alle
genodigden het kookboek waarin een aantal gastheren zichzelf presenteert. Via een
aangepaste smaakroute kunnen de genodigden de gerechten en drankjes van de
gastheren uit het kookboek nuttigen, waarbij ook het veld ingegaan wordt.
De gastheren krijgen de mogelijkheid een overnachting aan te bieden aan de
genodigden, waar ze uitgebreid hun gerechten kunnen presenteren. De avond krijgt een
muzikaal tintje met eilander muziek. Zo markeren we het jubileum met een feestelijk
moment waarop muziek (thema van de Dag van het Nationaal Park), eten (gekoppeld
aan het kookboek) en gastheerschap (thema van de Feestelijke Dag van het Park)
centraal staan.
Uitvoering
De jubileumdag zal gehouden worden op donderdag 11 september 2014. Organisatie
door het projectteam jubileum.
Kosten
Verblijfkosten en catering: € 5.000,Gastspreker: € 1.500,Dit onderdeel zal gefinancierd
(activiteitenbudget NP 2009-2013).
worden
uit
eigen
gereserveerde
middelen
Organisatie
Een kernteam zal zich buigen over de programmering en monitoring van het jubileum.
Het kernteam bestaat uit vertegenwoordigers van: Vereniging Natuurmonumenten,
Bezoekerscentrum, SOV en VrijwilligersCollectief. Daarnaast zullen de secretaris NP en
de coördinator V&E zitting hebben in het kernteam.
De inschatting is dat de uitvoering van de activiteiten niet binnen de bestaande formatie
van het Bezoekerscentrum/ Natuurmonumenten/ Gemeente/ IVN (coördinator V&E)
gerealiseerd kan worden. Uiteraard kunnen betrokkenen wel ingeschakeld worden om
aan een of meerdere projecten mee te werken. De coördinator V&E is 4 uur per week
vanuit het reguliere coördinatiebudget beschikbaar voor de ontwikkeling en uitvoering
van het jubileumprogramma. Daarnaast zal extra personele inzet aangetrokken worden
om het jubileumprogramma tot een succes te maken. Samen vormen zij het projectteam
jubileum.
6
Samenwerking
Het projectteam ontwikkelt het programma niet alleen, maar zoekt samenwerking met
tal van (eilander) organisaties en ondernemers, ondermeer:
- Bezoekerscentrum Nationaal Park Schiermonnikoog
- Vereniging Natuurmonumenten
- eilander horeca- en recreatieondernemers
- eilander schilders en kunstenaars en organisatoren van kleinschalige eilander
activiteiten en evenementen
- Stichting Noorderbreedte
- IVN
- provincie Fryslân
- Werelderfgoed Waddenzee.
Publiciteit en promotie
Via verschillende kanalen zullen de activiteiten uit het jubileumprogramma onder de
aandacht gebracht worden.
 Online:
- publiciteit via websites (Nationaal Park, wadden.nl, lytjepole.nl e.a.),
twitter en facebook
- digitale nieuwsbrief
- direct mail
 Media:
- persberichten naar lokale, regionale en landelijke media
- aandacht voor jubileumprogramma in PUUR (kwartaalblad Vereniging
Natuurmonumenten)
- redactioneel artikel in tijdschrift Noorderbreedte
- advertenties in Lytje Pole, het Baken en artikelen in de Dorpsbode
 Lokaal:
- posters en flyers bij het Bezoekerscentrum, de VVV en de eilander
ondernemers
Begroting
Naast de kosten die per project zijn weergegeven (o.a. materiaalkosten, drukwerk,
fotografie, vormgeving, verblijfkosten), wordt in onderstaande begroting de post
‘coördinatie, ontwikkeling en uitvoering’ opgenomen. Dit zijn de kosten die door het
projectteam jubileum gemaakt worden voor de coördinatie, ontwikkeling en uitvoering
van het totale programma.
Kosten *
I
Themadag ‘Er zit muziek in de Nationale Parken’
II-1 Gastheerschap
II-2 Smaakroute en kookboek
III Verbinding met eilander activiteiten
IV Feestelijke jubileumdag
Coördinatie, ontwikkeling en uitvoering
Totaal
*
in €
5.000
5.000
10.000
1.000
6.500
12.900
40.400
Inclusief BTW
7
Dekkingsplan
Middelen activiteitenbudget NP 2009-2013
Provincie Fryslân
Vereniging Natuurmonumenten
MAPS
Wetterskip Fryslân
Vitens
Inkomsten uit verkoop kookboek **
Totaal
**
In €
8.590
14.810
5.000
6.000
2.500
2.500
1.000
40.400
Aanvraag / toezegging
Toezegging
Aanvraag
Toezegging
Toezegging
Aanvraag
Aanvraag
Inschatting van inkomsten uit verkoop in 2014. De opbrengsten uit verkoop vanaf 2015
zullen aangewend worden om de structurele activiteiten (II-1 en II-2) ook in de toekomst
te kunnen uitvoeren.
Planning
Het jubileumprogramma start in het weekend van 24 en 25 mei 2014 en duurt tot en
met december 2014. De voorbereiding en ontwikkeling van de activiteiten zijn gepland
vanaf maart 2014.
4 april 2014, NPS
8
VERSLAG VAN DE BIJEENKOMST OVER STRANDRECREATIE
Datum bijeenkomst:
vrijdag 7 maart 2014 in de raadzaal van het gemeentehuis
Aanwezig:





















1.
Atelier Schier, mevrouw Marlinde Meerdink
Atelier Schier, de heer Willem Meerdink
Harthoorn Huifkarren, de heer Jan Harthoorn
Kitemobile, de heer Stef de Jong
Marlijn, mevrouw Joke Eijer
Nationaal Park Schiermonnikoog, mevrouw Mia Michels
Natuurmonumenten, de heer Erik Jansen
Paal 3, de heer Henk Spoelma
Paal 3, de heer Luit Balk
Politie Schiermonnikoog, de heer Koene Tuinenga
Provincie Fryslân, de heer Richard Deen
Reactief, de heer Jan Bert Arends
Ruitervereniging, mevrouw Aukje Klopstra
Ruitervereniging, mevrouw Ina Harthoorn
Strandpaviljoen (in oprichting), de heer Ger van Langen
Surfclub/Kitemobile, de heer Coen Bouman
Surfclub, de heer Carel Zeegers
Surfclub, de heer Jos Verkerk
Thijs’ Vliegerparadijs, de heer Eddy Knot
Gemeente Schiermonnikoog, burgemeester Sjon Stellinga
Gemeente Schiermonnikoog, mevrouw Martje Huizing (verslag)
Opening
Burgemeester Stellinga heet alle aanwezigen welkom.
2.
Verslag vorige overleg
Er zijn geen opmerkingen over en naar aanleiding van het verslag. Het verslag wordt zonder wijziging
vastgesteld.
Mededeling naar aanleiding van het verslag:
Onze lifeguards maken gebruik van een pick-up truck voor het vervoeren van de waterscooter.
Doordat er een waterscooter kan worden ingezet op Schiermonnikoog is het bereik van de lifeguards
groter.
Op het Noordzeestrand is veel oud puin aangespoeld de laatste weken. Dit puin is gevaarlijk voor met
name de kitesurfers. De gemeente zegt toe het puin zoveel mogelijk te gaan verwijderen. Dit zal voor
het hoogseizoen gebeuren (geprobeerd wordt voor Pasen). Tot die tijd zullen de locaties worden
gemarkeerd met prikken. Ook de scherpe uitstekende palen zullen zo spoedig mogelijk door de
gemeente worden verwijderd.
3.
Evaluatie seizoen 2013
In 2011 heeft het activiteitenstrand een plaats gekregen op ons Noordzeestrand. Het strandvak tussen
Strandpaviljoen Paal 3 en strandpaal 5 is aangewezen als activiteitenstrand/vliegergebied. Dit is
verwerkt in het BIP+. Tevens is de folder ‘Welkom op Schiermonnikoog’ aangepast en zijn de
strandinformatieborden doormiddel van stickers geactualiseerd. Het strandvak tussen paal 2 en 3
wordt weer gebruikt conform de voorschriften van zone 2, waardoor de ruiters, (zonne-)baders en de
atelierbus wel kunnen blijven, maar de intensieve recreatie niet meer is toegestaan.
Het activiteitenstrand wordt door bezoekers als positief ervaren. Er zijn veel terugkerende gasten die
genieten van alle actie. Wel wordt het steeds drukker op het activiteitenstrand. Er zijn nog geen
ongelukken gebeurd, maar er zijn wel wat zorgen over het intensieve gebruik, vooral rond het
strandpaviljoen Paal 3. De verschillende strandgebruikers houden wel erg goed rekening met elkaar,
er zijn complimenten over en weer. Het komende jaar zullen de verschillende groepen proberen het
strand wat breder richting het Jacobspad te gaan gebruiken. Reactief neemt hiervoor het initiatief.
Ook de badgasten gedragen zich goed en houden zich aan de regels. Als het toch voorkomt dat zij de
regels niet naleven dan worden zij hier door de strandgebruikers op aangesproken. Merendeel blijkt
dan niet op de hoogte van de regels. Voornamelijk voor de badgasten zijn de strandovergangborden
geplaatst, waarop is te lezen wat waar wel en niet mag. Deze borden zijn niet bij iedereen bekend.
Men heeft het vermoeden dat de borden niet gezien of gelezen worden. En er staan teveel regels op
het bord. Ook de locatie van het bord is niet goed gekozen. Het zou verder naar voren moeten, op de
locatie waar het strand begint. De gemeente zal kijken of het mogelijk is het bord richting strand te
verplaatsen.
Omdat tijdens het overleg duidelijk is geworden dat communicatie van de regels en bewustwording
van de gevaren nog steeds vooral van belang is voor individuele recreanten moet hier ook de nodige
aandacht aan worden besteed. De folder werkt als communicatiemedium prima, maar de lytjepole,
schiermonnikoogtv en wagenborgtv zouden ook kunnen worden ingeschakeld. De toekomst bevat
misschien mogelijkheden op het gebied van social media of integratie van de strandregels in een
algemene ‘schiermonnikoog app’.
Vliegeraars bevinden zich toch nog vrij vaak aan de linkerkant van het paviljoen. Een klein duidelijk
bordje aan het einde van de strandovergang zou hierbij kunnen helpen. Actie wordt ondernomen door
de strandgebruikers zelf.
4.
Bestemmingsplan buitengebied
Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied van
Schiermonnikoog. Ongetwijfeld zijn er aanwezigen benieuwd naar de plannen voor de locaties die hen
aangaan. De inspraakperiode is inmiddels voorbij en binnenkort zal de mogelijkheid worden geboden
voor het indienen van zienswijzen. Hiervan zal een ieder via de gebruikelijke kanalen op de hoogte
worden gesteld (nieuwsbrief/website). Contactpersoon bij de gemeente is Rens van den Berg. Het
bestemmingsplan ‘strandpaviljoen’ bevindt zich momenteel in dezelfde fase.
5.
Staand want visserij
Het recreatief vissen met een staand want langs de kustwateren is in zijn algemeenheid verboden. Op
verzoek van de Waddeneilanden is besloten om recreatieve staandwantvisserij in de visserijzone
(noordzeestrand) en de kustwateren (waddenzee) toe te staan, omdat er sprake is van bestaand
gebruik. Afgesproken is wel dat staandwantvissers zich moeten laten registreren bij de gemeente. Die
registratie is geldig voor 1 kalenderjaar.
Vorig jaar is op verzoek van de surfers met de vissers afgesproken dat zij beide zijden van het net
markeren met een drijver. Dat gebeurt ook. De beide activiteiten zitten elkaar niet in de weg.
6.
Kampvuren
Afgelopen jaar hebben de kampvuurlocaties voor het eerst gestookt op stelconplaten in plaats van de
oude stookbakken. De bakken voldeden niet meer. De stelconplaten zijn goed bevallen: ze zijn
makkelijker schoon te houden en hebben geen scherpe randen. Op verzoek van het GRAS mogen er
nu ook kampvuren worden gehouden buiten het zomerseizoen, omdat de stelconplaten kunnen blijven
liggen.
7.
Onderlinge afspraken tussen de strandgebruikers voor komend seizoen
Dit punt is uitvoerig behandeld bij punt 3. De afspraken zijn niet direct gewijzigd. Alle aanwezigen
voelen de verantwoordelijkheid om veilig en bewust met het strandgebruik bezig te zijn en hier de
toerist in mee te nemen. Ook houden de verschillende vormen van recreatie rekening met elkaars
wensen en belangen. Geprobeerd wordt in ieder geval de activiteiten wat meer te spreiden tussen
paal 3 en het Jacobspad.
8.
Rondvraag
Werkzaamheden
De buslus aan het einde van de Badweg wordt steeds gevaarlijker. De plannen voor vernieuwing zijn
klaar. Niet bekend is wanneer de werkzaamheden daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Dit geldt ook
voor de strandovergang Badweg.
NL Doet
Natuurmonumenten roept de strandgebruikers op mee te doen met de strandschoonmaakactie van NL
Doet op 22 maart aanstaande. Op die datum is ook de monnikenloop, waardoor enkele aanwezigen
verhinderd zijn.
Bewaking strand
In de zomer komen er in de nachtelijke uren mensen met minder goede intenties het strand op. Er
wordt, vooral bij Paas 3, nog wel een wat vernield. Het zou fijn zijn als de politie op die tijdstippen een
extra ronde zou willen doen om de aanwezigen te laten zien dat er wel degelijk controle is op het
strand. Het strand wordt regelmatig meegenomen in de nachtdiensten, maar er is maar beperkt
nachtdienst aanwezig. Het zal bij de politie nog eens extra onder de aandacht worden gebracht, ook
bij de gedetacheerden.
Ruiterpaden
De kaarten van de ruiterpaden voldoen al een tijd niet meer. Ze zijn onduidelijk en niet correct. Als de
manege verplaats wordt naar Florida zullen deze kaarten en de locaties van de paden worden
herzien.
Horecatelefoon
De horecatelefoon (0612044301) is een aantal jaren geleden ingesteld als een bijzondere service voor
Schiermonnikoog. Op dit telefoonnummer is de eilander politie direct te bereiken. Het nummer is in
werking gesteld om meldingen waar de meldkamer niks mee doet (dreigende onlusten, maar nog
geen echt incident) toch op tijd bij de eilander politie terecht te laten komen. Essentieel blijft om bij
daadwerkelijke incidenten altijd 112 te bellen.
9.
Sluiting
Het overleg strandrecreatie heeft in deze vorm nu voor de derde maal plaatsgevonden. De intentie is
om zo nodig jaarlijks, maar in ieder geval eens in de twee jaar, bij elkaar te komen om mogelijkheden
en knelpunten voor het gebruik van het strand te bespreken. Communicatie gaat per e-mail, dus
wijzigingen graag doorgeven. Aanspreekpunten bij de gemeente zijn Kees Boer en Martje Huizing.
Martje Huizing
26 maart 2014
Reactie gemeente op rondvraag
Strandovergang en buslus
De strandovergang en de buslus worden nog in 2014 aangepakt. Met de buslus zal worden begonnen
in september, direct na het hoogseizoen.
CJB
26-03-2014
Publicatie van de strandregels zal worden bekeken voor de lytje pole, schiermonnikoogtv en de
dorpsbode.
MH
26-03-2014
Puin
Het puin blijkt lastiger te verwijderen dan gedacht. De scherpe palen bij het Badstrand zijn inmiddels
verwijderd. Gekeken wordt of er bij paal 3 nog uitsteeksels zijn. Het puin zal worden gemarkeerd et
prikken.
CJB
26-03-2014
Industriële ontwikkelingen rondom Schiermonnikoog
Kabels en leidingen
De Milieueffectstudie (MES) rond een aantal verschillende kabeltracés in de Waddenzee is alweer enige tijd
afgerond en is in te zien op http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/milieueffectstudie-kabels-en-leidingenwaddengebied-mes. Een van de beoogde tracés ligt dwars over/door Schiermonnikoog.
Het is nu al een tijd stil rondom dit MES. Wel is er contact met een medewerker op het ministerie. Zij weet
te melden dat het op het ministerie erg druk is. De prioriteit ligt tijdelijk ergens anders. De volgende stap
is in elk geval dat het ministerie stappen wil gaan ondernemen qua proces omdat er zich mogelijk nieuwe
ontwikkelingen gaan voordoen met betrekking tot kabels, waarvan ze graag willen dat die op de meest
milieuvriendelijke manier getraceerd gaan worden (daarbij rekening houdend met de toekomst).
Wanneer ze weer verder gaan is het wel de bedoeling om met alle bevoegde gezagen (en daar zal de
gemeente Schiermonnikoog ook bij zitten) om de tafel te gaan zitten en te bezien welke ontwikkelingen er
zijn en hoe op basis van de MES voorkomen kan worden dat ruimtelijk gezien kabels en pijpleidingen zo
gelegd gaan worden dat ze toekomstige ontwikkelingen blokkeren.
Het ministerie deelt de vrees voor een tracé onder Schiermonnikoog door overigens niet. Schijnbaar is dat
niet waar de kabelaars naar kijken en dat is qua kosten, technieken en overige factoren op dit moment ook
niet wat voor de hand ligt.
Onlangs werd bekend dat de financiering van windpark Gemini (55km uit de kust) zo goed als rond is. De
kabels hiervan komen niet langs Schiermonnikoog, maar volgen het
NorNedtracé (via de Eemsmonding, langs de rand van het EDV) en steken over naar de ballonplaat. De
kabel Cobra zit ook in de pijplijn en volgt ook dat tracé. Daarna ligt dat tracé vol en moet men
overschakelen op alternatieven.
Een medewerker van het ministerie laat weten dat er op dit moment geen projecten bekend zijn die door
het betreffende gebied aangelegd zouden gaan worden.
We onderhouden contact met het ministerie en wachten vooralsnog af.
Near shore windmolens
Er is een haalbaarheidsstudie gedaan naar windmolenparken binnen de 12-mijlszone. Een van die parken is
gepland boven de gehele lengte van Ameland, een deel Terschelling (alweer afgevallen) en een deel
Schiermonnikoog. Samen met de andere Waddeneilanden hebben we onze zorgen geuit over dit
windmolenpark zo dicht bij onze kust.
In maart hebben de Waddeneilanden zich aangesloten bij de andere kustgemeenten waar near shore
windparken zijn gepland. Alle kustgemeenten zijn tegen de komst van windmolenpark zo dicht bij de
(toeristische) kust.
In april zouden, tijdens het Algemeen Overleg van het ministerie, de nearshorewindmolenparken aan de
orde komen, maar dit is uiteindelijk niet gebeurd. Er zou ook een beslissing van de minister komen, maar
ook dat is uitgesteld. Half mei zou hier meer informatie over komen, maar dat is nog niet gebeurd.
Mogelijk is er ter vergadering meer te melden.
Gasplatform GDF-Suez
Gaz du France-Suez heeft plannen voor het boren naar gas even ten noorden van Schiermonnikoog. Eerst
moet er een proefboring plaatsvinden en daarna, als er voldoende wordt gevonden, moet er geproduceerd
worden met een langdurig platform.
Na een periode van stilte is Gaz du France nu weer aan de slag met het beoogde boorplatform ten noorden
van Schiermonnikoog. Het lijkt erop dat GDF-Suez heeft besloten - als er daadwerkelijk gas wordt
aangetroffen - te kiezen voor een exploitatieplatform op ruim 18 km afstand van de kust. Hoewel deze
optie veel duurder zou zijn dan winning op de beoogde exploratielocatie (op 7 km afstand van de kust) is
die laatste optie dus van de baan. Ook is de mogelijke keuze van de baan om gebruik te maken van het
NAM-exploitatieplatform boven Ameland. Daar bleken te veel haken en ogen aan te zitten.
Omdat nu al zeker is dat het winningsplatform niet op de zelfde plek komt als het exploratieplatform, wil
GDF Suez de locatie van het exploratieplatform optimaal richten op de exploratie. Dat betekent dat in
eerste instantie het exploratieplatform recht boven het zgn. Schoenerveld wordt geplaatst. Dat is op een
afstand van 5 km van de kust. Iets dichterbij dus dan de oorspronkelijke 7 km, daar staat echter tegenover
dat vanaf de nieuwe opsporingslocatie in plaats van drie maanden, maar twee maanden naar gas hoeft te
worden gezocht. Als hier geen of onvoldoende gas wordt gevonden, houdt verder alles op. Als er wel gas
wordt gevonden, vindt het jaar daarop een tweede proefboring plaats, meer in de buurt van de
oorspronkelijke proefboringslocatie op 7 km afstand. Die proefboring duurt wel drie maanden. Het is de
bedoeling dat de proefboringen in de periode januari- maart plaatsvinden.
GDF SUEZ en Arcadis hebben het MER (en de Passende Beoordeling) ondertussen in concept gereed. Deze
documenten zullen de komende periode nog worden besproken in een RCR-regio-overleg (waar in elk
geval de gemeente voor zal worden uitgenodigd) en klankbordgroep. Daarna worden ze afgerond en
worden de aanvragen (m.n. de NB-wetvergunningaanvraag) ingediend. Vervolgens kunnen dan de
ontwerpbesluiten (m.n. NB-wetvergunning) worden opgesteld.
De bedoeling is dat de ontwerpbesluiten voor de proefboring dit najaar (samen met MER en PB) ter
inzage worden gelegd.
Hoe de plannen precies zijn, krijgen wij te horen tijdens het RCR-overleg, halverwege juni.
Achtergrondsdocument beheersverordening Wadde nzee
Karakter van de beheersverordening
Bij de behandeling van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) door het parlement is het instrument
beheersverordening toegevoegd aan de ruimtelijke gereedschapskist van gemeenten. De gedachte
hierachter was dat voor laag dynamische gebieden de verplichting om een bestemmingsplan op te
stellen een te zware en onnodige bestuurlijke last voor gemeenten zou opleveren. De introductie
van de beheersverordening heeft de mogelijkheid gecreëerd om voor gebieden waar geen nieuwe
ontwikkelingen zijn voorzien, op een snelle en eenvoudige wijze een herzien planologisch regiem
vast te stellen. Hiermee kan eveneens aan de herzieningsplicht ten aanzien van bestemmingsplannen (tienjaarlijks) van de wet worden voldaan.
De beheersverordening heeft het karakter van een consoliderende regeling van reeds bestaand
recht. Dat betekent dat alles wat in de geldende planologische regelingen in het verordeningsgebied is toegestaan ten aanzien van de gebruiks-, de bouw- en de inrichtingsmogelijkheden, in de
nieuwe beheersverordening worden overgenomen. Niet meer, minder mag en soms moeten we
verplicht wat regelen:
-
Niet meer: het uitbreiden van bijvoorbeeld een jachthaven past niet binnen het karakter
van de beheersverordening. In dat geval zal een bestemmingsplan moeten worden opgesteld. Maar “niet meer” moet ook weer niet al te letterlijk worden genomen. Enige ontwikkelingsmogelijkheid ten behoeve van het goed kunnen beheren van het gebied is toegestaan. Het aanpassen van bijvoorbeeld de constructie van de Pollendam, zodat deze dam
zijn functie kan blijven vervullen, is toelaatbaar.
-
Minder mag wel: voorstelbaar is dat in de geldende regeling gebruiksmogelijkheden worden
toegestaan, die in het kader van de beheersverordening worden uitgesloten. Om een voorbeeld te geven: het storten van slib is in het geldend bestemmingsplan voor de Waddenzee
zonder meer toegestaan. Gezien de Natura 2000-status van de Waddenzee en het Noordzeekustgebied ligt het voor de hand om het storten van slib niet langer zonder nadere beoordeling toe te staan.
-
Op basis van het Barro moeten we voor bepaalde aspecten een regeling opnemen (zie ook
verderop).
Een goede inventarisatie van de geldende regelingen vormt de basis van iedere beheersverordening. Hiermee bedoelen wij niet alleen de planologische regelingen maar ook andere wetgeving.
Indien andere wetgeving immers reeds voorziet in de benodigde sturing of afwegingskaders, dan is
regeling in een beheersverordening niet noodzakelijk (of kan eventueel worden bezien of de betreffende regeling misschien kan vervallen).
In de praktijk betekent dit in de eerste plaats dat dient te worden nagegaan welke planologische
regelingen binnen het verordeningsgebied gelden. In veel gevallen zal dat het bestemmingsplan
Waddenzee zijn, maar het is mogelijk dat er in afwijking van dit bestemmingsplan functies of
bebouwing mogelijk zijn gemaakt. Het is ook mogelijk dat er voor delen van het verordeningsgebied nog geen planologisch-juridische regeling geldt. In dat geval dienen de feitelijke functies te
worden vastgesteld en vormen planologische kernbeslissingen of structuurvisies en streekplannen
de formele basis.
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) heeft voorts invloed op de regeling in de
beheersverordening. Ook verschillende verordeningen van de diverse gemeenten zullen moeten
worden meegenomen. Wij verwachten van de gemeenten dat zij hiervoor inbreng leveren.
Om een goede regeling op te kunnen stellen, dient het geldend beleidskader goed in beeld te worden gebracht. Daarmee wordt duidelijk welke beleidskeuzen (nog) kunnen worden gemaakt.
Een beheersverordening is vormvrij. De beheersverordening bevat in ieder geval een kaart waarop
de grens van het verordeningsgebied is aangegeven. Logischerwijs bevat de verordening een regeling waarin de gebruiks-, bouw- en inrichtingsmogelijkheden worden aangegeven. Voor een beheersverordening is voorts enige vorm van toelichting op de verordening noodzakelijk. Hoewel in
de Wro niet uitdrukkelijk over een toelichting wordt gesproken, is het op grond van hoofdstuk 3
van de Algemene wet bestuursrecht wel noodzakelijk dat de belangenafweging ten aanzien van de
regels in de verordening wordt toegelicht. Bovendien is op grond van bijvoorbeeld het Besluit
m.e.r. ook een afweging ten aanzien van de m.e.r.-plicht verplicht (ook bij een beheersverordening!). Daarmee lijkt een beheersverordening qua opbouw dan ook sterk op een bestemmingsplan.
Ook ten aanzien van de inhoud van de beheersverordening stelt de wet geen nadere eisen. Omdat
veel gemeenten gewend zijn aan de opbouw en de structuur van bestemmingsplannen, stellen wij
een beheersverordening bij voorkeur volgens deze opbouw en structuur op. We hebben daarmee
inmiddels goede ervaringen opgedaan.
Wat regelt de beheersverordening?
In het voorbereidende proces voor de beheersverordening Waddenzee dat inmiddels is afgerond, is
duidelijk geworden dat de betrokken gemeenten hebben besloten om alle ontwikkelingen buiten
de beheersverordening te laten. De beheersverordening is dan ook louter gericht op beheer. Dit
sluit aan bij het Barro dat ervan uitgaat dat er in ieder geval geen activiteiten mogen worden toegelaten die significante gevolgen voor landschap en cultuurhistorie kunnen hebben.
In het Barro is voorts bepaald dat een aantal aspecten zonder meer moeten worden geregeld in
een ruimtelijke regeling voor de Waddenzee, zoals we eerder al opmerkten. Uiteraard zullen wij
deze regels volgen bij het opstellen van de beheersverordening.
Buiten hetgeen in het Barro wordt genoemd, is het de vraag in hoeverre specifiek gebruik moet
worden benoemd in de gebruiksregels van de op te stellen beheersverordening. Als voorbeeld kan
gedacht worden aan de functie visserij als onderdeel van de functie scheepvaart. Wij zijn van mening dat dit soort specifieke functies alleen moeten worden benoemd als dat vanuit het oogpunt
datum 07-02-2014
Projectnummer 550.42.50.00.01.04
2
van de bescherming van de ruimtelijke waarden (natuur, landschap, cultuurhistorie) dan wel vanuit andere omgevingsrechtelijke belangen noodzakelijk is en niet reeds via andere wetgeving een
voldoende beschermende regeling kent. Het rijk heeft de beleidsbepaling voor de visserij naar zich
toegestrokken. Er is dan ook geen aanleiding – sterker nog: het rijk zal dit niet accepteren – om
een op de visserij gerichte regeling in de beheersverordening op te nemen.
Voor de natuur is het beleid in de vorm van instandhoudingsdoelen in het kader van Natura 2000
geformuleerd. Deze doelen zijn in (concept) beheerplannen uitgewerkt of worden momenteel uitgewerkt. Voor de Waddenzee is inmiddels een concept Beheerplan opgesteld (DHV, 2012). Zoals
hierna specifieker wordt aangegeven onder het kopje “Relatie met de Natuurbeschermingswet”,
zal er dus in het algemeen moeten worden bezien of reeds voldoende bescherming van bepaalde
waarden via andere wetgeving wordt geboden en op basis daarvan moeten worden beoordeeld of
een functie een aparte regeling in de verordening behoeft. Het lijkt ons wenselijk dat de beheersverordening naadloos aansluit op al bestaande regelingen en beheerplannen. Het kan dus blijken
dat de beheersverordening voor diverse functies een tamelijk beperkt sturingsinstrument zal worden.
Het bovenstaande vraagt studie van het beleid, maar ook goede afstemming met de verschillende
overheden die betrokken zijn bij de bescherming van de Waddenzee (zoals Rijkswaterstaat i.v.m.
het ontwikkelen van het Beheerplan Waddenzee in het kader van Natura 2000). Juist dit overleg
met de opstellers van deze beheerplannen is van groot belang, omdat wij het onwenselijk achten
dat de op uitvoering gerichte beheerplannen “voor de voeten worden gelopen” door de beheersverordening. In dit overleg moet duidelijk worden welke planvorm de beste plek is voor het opnemen van een bepaalde regeling.
In dit project zullen wij alle belangrijke gebruiksvormen die voorkomen inventariseren en aan de
hand van geldend recht met de projectgroep bespreken en keuzes maken voor het al dan niet benoemen en regelen in de beheersverordening.
Relatie met de Natuurbeschermingswet
Hiervoor is de relatie met Natura 2000 al even gelegd. Gemeenten dienen in het kader van de planologische uitvoerbaarheid en het zorgvuldigheidsbeginsel bij het opstellen van een nieuwe planologisch-juridische regeling voor hun grondgebied op voorhand rekening te houden met de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden. Op grond van artikel 19j, lid 2 van de Natuurbeschermingswet 1998 (kortweg: NB-wet) moet een Passende Beoordeling worden gemaakt voor een
plan dat afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, significant negatieve gevolgen kan hebben voor de instandhoudingsdoelen van een Natura 2000-gebied. Om na te gaan of
er sprake is of kan zijn van significant negatieve gevolgen dient een voortoets (ook wel “verstoringstoets” genoemd) te worden uitgevoerd. In deze voortoets wordt een beeld geschetst van de
effecten van de beheersverordening. Daarbij gaat het dan niet alleen om de Natura 2000-gebieden
die binnen het verordeningsgebied liggen, maar ook de Natura 2000-gebieden die in de nabijheid
liggen.
datum 07-02-2014
Projectnummer 550.42.50.00.01.04
3
Indien in het kader van deze voortoets blijkt dat significant negatieve gevolgen op de instandhoudingsdoelen van de relevante Natura 2000-gebieden niet met wetenschappelijke zekerheid zijn uit
te sluiten, dan moet een passende beoordeling worden opgesteld. In dat geval wordt de beheersverordening ook plan-m.e.r.-plichtig! Gezien het conserverend karakter van het plan verwachten
wij geen significant negatieve effecten als gevolg van de beheersverordening. De m.e.r.-plicht en
de noodzaak tot het opstellen van een passende beoordeling zullen dus vermoedelijk niet aan de
orde zijn, maar een voortoets achten wij noodzakelijk. Vele uitspraken met betrekking tot bestemmingsplannen en Natura 2000-gebieden van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State laten de noodzaak hiervan zien. In deze uitspraken wordt telkenmale aangegeven dat ook
(zelfs!)bestaande planologische mogelijkheden tot verstoring kunnen leiden en dat die meegenomen moeten worden bij de vaststelling van een planologische regeling 1. Omdat het Besluit Mer
geen onderscheid maakt tussen bestemmingsplan en beheersverordening (en de NB-wet ook in die
zin zal moeten worden gelezen) is dit in principe voor de beheerverordening Waddenzee niet anders.
1
Onder andere recente uitspraak 201208230/1/R1, 20 maart 2013.
datum 07-02-2014
Projectnummer 550.42.50.00.01.04
4
Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog
Bijeenkomst: 5 juni 2014
Agendapunt:
Onderwerp: Ingekomen en uitgaande stukken oktober 2013 tot en met januari 2014
Ingekomen en uitgaande stukken van januari 2014 t/m mei 2014
2014
2014
2014
2014
2014
Jan 2014
060114
Afzender
Min EZ
Onderwerp
Voortgang MER studie
proefboring GDF
SUEZ boven Schiermonnikoog
Advies
Nauwlettend volgen
090114
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Besluit kabinet van 20
dec 2013 instemming
met OntwerpStructuurvisie Windenergie op Zee
140114
Min EZ
Uitnodiging indienen
zienswijze aanvraag
NB wet 1998 garnalenvisserij
Inhoud
Belangrijk alternatief
meegenome4n in MER
studie, een sub sea
winningslocatie die aangesloten wordt op bestaande leiding naar het
productieplatform AWG1
van de NAM. Hiermee
zou naar de proefboring
en als het komt tot exploitatie, geen opstanden boven
|Schiermonnikoog komen.
Besluit en stukken zijn
gestuurd naar de colleges van de provincies
Zeeland, ZH, NH, Fryslân en Groningen. publicatie 9 januari 2014 is
Staatscourant en periode indienen zienswijzen
van 10 januari t/m 20
februari 2014.
Uitnodiging mogelijkheid
zienswijze in te dienen
betreffende aanvraag
garnalenvisserij binnen
N2000 gebeid. Zienswijzen indienen tot 6 weken na 13 februari2014
Bij dit agendaonderwerp
bijgevoegd de gezamenlijke reactie van de
Waddeneilanden en het
persbericht. Bespreken
en betrekken bij overige
energie initiatieven op
de Noordzee en Waddenzee.
Bespreken noodzaak
zienswijze. De beoordeling effecten op de
N2000 doelen en habitattypen worden vrijwel
allemaal aangemerkt als
geen effect, in enkele
gevallen wel effect maar
dan allemaal niet significant. Advies NM verzoeken. In het kader van
VISWAD en VIBEG
worden visserijafspraken gemaakt, waaronder sluiting van enkele
N2000 gebieden. Opvragen om welke gebieden het gaat in de Waddenzee en Noordzeekustzone.
1
Vervolg
Jan 2014
150114
Afzender
Onderwerp
Inhoud
Advies
Min EZ
Voortgang MER en
MES studie aanlanding kabels en leidingen Noordzee en
Waddenzee
Nauwlettend volgen,
afspraken maken met
partijen in het Overlegorgaan wie daar eerst
aanspreekpunt voor is.
150114
De heer W. Penning
Begrazingsplan
170114
IVN namens Commissie V&E
Openstelling Bezoekerscentrum
270114
L.J. Draaijer
Begrazingsplan
270114
Gemeente Schiermonnikoog
Ontvangst bevestiging
zienswijze bestemmingsplan Strandpaviljoen
Feb 2014
100214
Afzender
Provincie Fryslân
100214
J. van Boven
Onderwerp
Verlenging termijn
afhandeling NB wet
aanvraag strandovergang Badweg
Reactie op inspraakavond begrazingsplan
NP Schiermonnikoog
Studie wordt met een
half jaar verlengd. De
vrees dat een kabel en
leidingen straat onder
Schiermonnikoog zou
worden gerealiseerd
(wel een van de alternatieven) wordt i.v.m. kosten en gewenste tracés
door de kabelaars, door
de medewerker van het
Min van EZ niet gedeeld. Mes staat online.
Verzoek door onafhankelijk orgaan het begrazingsplan te laten toetsen
Het Bezoekerscentrum
is van af januari niet
meer open op zondag,
evenals dat geen af nog
slechts zeer beperkt op
zondag excursies kunnen worden aangeboden.
Verzoek (aan vz.) antwoord op drie gestelde
vragen en instemmend
met voornemen advies
OBN
Zienswijze bestemmingsplan strandpaviljoen. Aandacht gevraagd voor integrale
afweging, samen met
ontsluiting en toelevering Nutsvoorzieningen
en leveranciers evenals
landschappelijke inpassing
Inhoud
Mededeling verlenging
termijn afhandeling NB
wet aanvraag strandovergang Badweg
Reactie op begrazingsplan NP Schiermonnikoog
180214
NP Schiermonnikoog
Zienswijze op NB-wet
aanvraag garnalenvisserij
Zienswijze op NB-wet
aanvraag garnalenvisserij. Gewezen op BIP+
herstel van mosselbanken en zeegrasvelden.
In vergunning opnemen
dat op die plaatsen in de
Waddenzee en het NP
niet is toegestaan.
Verzoek is opgenomen
in voorstel vaststellen en
toets begrazingsplan NP
Schiermonnikoog
Zie annotatie in oplegnotitie bij het agendapunt mededelingen. Met
St. Bestuur zoeken naar
passende oplossing.
Actie
tkn
Advies
Tkn
Betrekken bij nadere
uitwerking begrazingsplan en start 1e fase
begrazingsplan
Conform besluit van het
Overlegorgaan 13 februari 2014 i.s.m. NM
2
Maart
2014
050314
Afzender
Onderwerp
Inhoud
Advies
Gemeente Schiermonnikoog
Evenementenvergunning Standplaatsvergunning Reactief
Vergunning voor het
ontplooien van activiteiten strandzeilen, vliegeren, branding kanovaren, boogschieten en
diverse spel- en wateractiviteiten. Voor het
oprichten van een gebouw is een omgevingsvergunning nodig. Reactief Buitensportcentrum
Schiermonnikoog wordt
daar in de vergunningsbrief activiteiten expliciet
op gewezen.
070314
Provincie Fryslân
Afschrift aan College
van B&W gemeente
Schiermonnikoog Nb
wet vergunning werkzaamheden strandovergang Badweg
240314
IVN
Afrekening ILG periode 2009 t/m 2013
260314
NP Schiermonnikoog
Webalive, mailbox
overname
April 2014
010414
Afzender
Europarc
080414
NP Schiermonnikoog
Onderwerp
Lidmaatschap Europarc
Financiële bijdrage
WS Fryslân aan begroting 2014 NP
Schiermonnikoog
NB wet vergunning
werkzaamheden strandovergang Badweg. NP
Schiermonnikoog heeft
in eerdere fase gevraagd om integrale
planvorming fietsenstalling en toiletvoorzieningen, buslus en uitkijkpunt en relatie leggen
met omsluiting bestemmingsplan Strandpaviljoen
Afschrift van IVN inzake
eindafrekening V&E
Jaarprogramma’s NP
Schiermonnikoog over
de ILG periode 2009 t/m
2013. Restant budget ca
8.000, - ten goede gebracht van jubileum NP
Schiermonnikoog
Webalive, overname
mailbox [email protected] door
NP Schiermonnikoog
Inhoud
Lidmaatschap Europarc
€ 585,=
Verzoek bij te dragen
aan begroting NP
Schiermonnikoog €
5000, =
Werkgroep beheer kan
instemmen met voornoemde activiteiten,
betreurt het dat zonder
een omgevingsvergunning wel een opstand is
neergezet. Had graag
gezien dat daar welstandseisen aan gesteld
worden en een gezamenlijk beeld ontstaat
van de verschillende
voorzieningen die nu al
op het recreatief strand
staan. Het ontbreekt aan
een integrale gebruiksen inrichtingsvisie waar
ook deze en andere en
nieuwe ontwikkelingen
aan getoetst kunnen
worden. Advies aan de
gemeente dat in het
kader van het omgevingsbeleid op te pakken.
tkn
tkn
tkn
Advies
tkn
tkn
3
April 2014
080414
Afzender
NP Schiermonnikoog
Onderwerp
Financiële bijdrage
RWS Noord Nederland
aan begroting 2014
NP Schiermonnikoog
Financiële bijdrage
Vereniging Natuurmonumenten aan begroting 2014 NP Schiermonnikoog
Financiële bijdrage
Vitens aan begroting
2014 NP Schiermonnikoog
Financiële bijdrage
gemeente Schiermonnikoog aan begroting
2014 NP Schiermonnikoog
Jaarplan 2014 St. Bezoekerscentrum NP
Schiermonnikoog
Inhoud
Verzoek bij te dragen
aan begroting NP
Schiermonnikoog €
5000, =
Verzoek bij te dragen
aan begroting NP
Schiermonnikoog €
5000, =
Advies
tkn
080414
NP Schiermonnikoog
080414
NP Schiermonnikoog
Verzoek bij te dragen
aan begroting NP
Schiermonnikoog €
5000, =
Verzoek bij te dragen
aan begroting NP
Schiermonnikoog €
10.000, =
tkn
080414
NP Schiermonnikoog
100414
St. Bezoekerscentrum
Aanbieden Jaarplan
2014 van de St. Bezoekerscentrum NP
Schiermonnikoog
NP Schiermonnikoog
Verlenen voorschot
aan St. Bezoekerscentrum NP Schiermonnikoog ten gunste van
Bezoekerscentrum NP
Schiermonnikoog.
Verlenen voorschot
groot € 53.600, = (totale
bijdrage € 67.000, =)
uitvoering Jaarplan 2014
St. Bezoekerscentrum
NP Schiermonnikoog
150414
NP Schiermonnikoog
Verlenen voorschot
aan St. Bezoekerscentrum NP Schiermonnikoog ten gunste van
medewerker V&E
Verlenen voorschot
groot € 22.400, = (totale
bijdrage € 28.000, =)
aanstelling medewerker
V&E (mede) t.b.v. uitvoering Jaarplan 2014
V&E
150414
NP Schiermonnikoog
Verlenen voorschot
aan IVN inzake Jaarplan V&E 2014
Verlenen voorschot
€ 10.000, = (totale bijdrage € 15.000, =) ten
behoeve van uitvoering
(aangepast) Jaarplan
V&E 2014.
Bespreken en mee instemmen. Als basis
hanteren voor bijdrage
de van het Overlegorgaan aan St. Bezoekerscentrum NP
Schiermonnikoog.
Advies: instemmen met
Jaarplan 2014.Bijlage bij
ingekomen stukken.
Voorschot verstrekt
onder voorwaarden
instemming van het
Overlegorgaan met
Jaarplan 2014 van de
St. Bezoekerscentrum
NP Schiermonnikoog.
Bijlage bij ingekomen
stukken, zie hierboven.
Voorschot verstrekt
onder voorwaarden
instemming van het
Overlegorgaan met het
(aangepaste) Jaarplan
2014 V&E van de coördinator V&E conform
besluit Overlegorgaan
13 februari 2014. Bijlage
bij ingekomen stukken.
Voorschot verstrekt
onder voorwaarden met
instemming van het
Overlegorgaan met het
(aangepaste) Jaarplan
2014 V&E van de coördinator V&E (conform
besluit Overlegorgaan
13 februari 2014). Jaarplan 2014 V&E meegestuurd bij ingekomen
stukken.
150414
tkn
tkn
4
April 2014
150414
Afzender
M.T. van Heijningen
Onderwerp
Afschrift aan de provincie en brief aan de
werkgroep beheer met
verzoek medewerking
te verlenen aan project
‘Strandslapen Schiermonnikoog’.
Inhoud
Verzoek medewerking
te verlenen aan project
‘Strandslapen Schiermonnikoog’. Bijdrage
opbrengst in het vooruitzicht gesteld ten bate
van het natuurbeheer in
relatie tot natuurbehoud
en beleving.
170414
NP Schiermonnikoog
Nota aangeboden aan
Tweede Kamer: “Natuurlijk verder – Rijksnatuurvisie 2014” met mogelijkheid door te linken.
280414
Provincie Fryslân
april
Gemeente Schiermonnikoog
Doorstuurmail aan OO
en leden werkgroepen
inzake aangeboden
aan Tweede Kamer:
“Natuurlijk verder –
Rijksnatuurvisie 2014”
met mogelijkheid door
te linken.
Uitnodiging presentatie
in het Overlegorgaan
van 5 juni 2014 betreffende het concept
Beheerplan Natura
2000 Schiermonnikoog; idem presentatie
op inspraakavond NPS
op 3 juni 2014.
Bekendmaking verlening diverse evenementenvergunningen
(ism en namens ook
NM)
Presentatie in het Overlegorgaan van 5 juni
2014 betreffende het
concept Beheerplan
Natura 2000 Schiermonnikoog; idem presentatie op inspraakavond NPS op 3 juni
2014.
+ Eilanden vijfdaagse 20
juli op Schiermonnikoog
Advies
Er bestaan in de werkgroep beheer meer vragen dan antwoorden.
Het ontbreekt aan een
integrale (toekomst)
visie inrichting en gebruik activiteitenstrand.
Van uit de gemeente en
het strandoverleg zou
gezamenlijk een visie
moeten worden opgesteld waar dit en andere
nieuwe initiatieven aan
worden getoetst. Ook
vraagt dit coördinatie.
Veel partijen (NM, WS
Fryslân, RWS Noord,
gemeente Schiermonnikoog en provincie (NBwet)) zijn ieder op hun
gebied, bevoegd gezag.
Advies: Coördinatie
leggen bij gemeente
Schiermonnikoog, ruimtelijk beleid en omgevingsvergunning. Advies
van relevante partijen
inwachten.
tkn
Zie agendapunt 8 van
de agenda en bijeenkomst het Overlegorgaan NPS op 5 juni
2014
Tkn
+ Kleinschalige golfwedstrijd 22 juli 2014
+ Theatervoorstelling
berkenplas op 21 juni
2014
+ Horizontoer op 7 augustus 2014 op diverse
locaties
5
+ Beachsoccertoernooi
5 en 6 juli 2014
Mei 2014
Afzender
Onderwerp
Inhoud
Advies
070514
Gemeente Schiermonnikoog
+ Beachsoccertoernooi
5 en 6 juli 2014
Tkn
110514
R. Talsma namens de
eilandvertegenwoordigers
Bekendmaking verlening diverse evenementenvergunningen
(i.s.m. en namens ook
NM)
Natura 2000 reactie
inrichting en beheer
Groenglop
140514
Ministerie van Economische Zaken
Subsidie voor projectplan ondersteuning
educatie en communicatie nationale parken
in Nederland
De eilandvertegenwoordigers pleiten voor een
extensief kruidenrijk
agrarisch gebruik van
het Groenglop.
Subsidie € 1.000.000, =
voor projectplan ondersteuning educatie en
communicatie nationale
parken in Nederland
140514
Commissie V&E,
coördinator V&E
Overlegorgaan NP
Schiermonnikoog
Nieuwsbrief NP
Schiermonnikoog
Promenade
Antwoord NM, past niet
in voorgenomen beheer.
Advies: Betrekken bij
presentatie en bespreking N 2000
Betrekken bij Jaarplan
V&E en ondersteuning
door IVN inzake V&E in
het NP Schiermonnikoog. Inzet coördinator
V&E. Uren afspraak
maken.
Bij stukken Overlegorgaan gevoegd.
Betrekken bij mededelingen Promenade
160514
Nieuwsbrief NP Schiermonnikoog
Benadrukken belang
van doorgaan en realisatie Promenade, voor
Schiermonnikoog en in
het bijzonder ook voor
het NP Schiermonnikoog.
6
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan
Nationaal Park Schiermonnikoog
Ontwikkelplan
Speerpunten 2014 – 2015
Versie: 2.1 / AK
Datum: 19 mei 14
Samenvatting
In de vergadering van 13 februari 2014 van het overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog is,
aan de hand van een vastgestelde beslisnotitie besloten een ontwikkelplan op te stellen voor een toekomstbestendig overlegorgaan.
Er is niet getracht in één keer een compleet ontwikkelplan op te stellen, het is een groeidocument.
Deze eerste aanzet van het ontwikkelplan gaat specifiek in op een vijftal speerpunten - aandachtspunten die in de periode 2014 – 2015 een hoge prioriteit hebben.
1. Hoe krijgen we een beter inzicht in de opbrengsten van de jaarlijkse financiële bijdrage van het
overlegorgaan aan het programma voorlichting & educatie en het bezoekerscentrum.
Voorlichting & educatie over het NP en de natuurwaarden, is de belangrijkste taak en speerpunt
van het overlegorgaan. Een significant gedeelte van de jaarlijks beschikbare middelen worden
hieraan besteed. Bij een toekomstbestendige rol van het overlegorgaan hoort ook een ‘transparante’ verantwoording van uitgegeven financiële middelen. Voorgesteld wordt een actie uit te zetten om meer grip op deze uitgaven te krijgen met als belangrijkste vraag: hoe dragen deze beschikbaar gestelde middelen bij aan de doelen van het Nationaal Park? Een korte verkenning leert
dat de beschikbare gelden voor Voorlichting & Educatie, via jaarplannen en –verslagen, op een
zorgvuldige wijze wordt verantwoord. Voor de bijdrage aan Stichting Het Bezoekerscentrum kan
een en ander scherper.
Bovengenoemde opdracht zal in 2015 worden uitgevoerd als er meer zicht is op de realisering van
het nieuwe bezoekerscentrum “ De Promenade”. Resultaat kan zijn dat in de toekomst gewerkt
gaat worden met resultaatafhankelijke en dus variabele budgetten.
2. Hoe krijgen we het toeristische product op Schiermonnikoog in samenhang met het Nationaal
Park op een hoger niveau?
De lokale economie van het eiland is sterk afhankelijk van het toerisme. Een minder aantrekkelijk
eiland, betekent minder toeristen en dus minder inkomsten. Kan Schiermonnikoog door de status
Nationaal Park zich onderscheiden van de andere eilanden? Deze discussie is een goed vervolg
op een workshop over krimp & voorzieningenniveau die in het begin van 2014 is uitgevoerd door
de woningbouwvereniging Partoer en andere partijen. Het overlegorgaan Nationaal Park is bereid
deze discussie, via een in te stellen project- of werkgroep te faciliteren. Aangezien de eventuele
extra inkomsten van een op te zetten “Nationaal Park – offensief” direct ten goede komt aan de
toeristische ondernemer en de gemeente ligt het voor de hand dat het initiatief voor een dergelijke
discussie bij de gemeente en ondernemers neer te leggen. Nu de resultaten van de eerste workshop nog vers zijn, zou het goed zijn deze tweede stap in het najaar 2014 met elkaar te zetten.
3. Hoe kunnen we de toeristische voorzieningen in het Nationaal Park (fietspaden, bebording ed.) in
de toekomst bekostigen?
Schiermonnikoog kent een uitgebreid net van fietspaden door de duinen, het bos en de kwelder.
Vele toeristen maken, veelal op hun gehuurde fiets, hiervan intensief gebruik. Deze fietspaden,
bebording en stallingsgelegenheid vragen jaarlijks het nodige onderhoud. Dit geld is vanaf 2014
niet meer beschikbaar. Om te voorkomen dat voorzieningen een armoedige aanblik krijgen, of dat
er gevaarlijke situaties zich gaan voordoen is het noodzakelijk dat er een oplossing komt voor dit
acute financieringsvraagstuk, zonder ‘probleemeigenaar’. Omdat deze toeristische voorzieningen
in het Nationaal Park liggen, en in feite ‘de aders’ zijn om de waarden van het NP te ontdekken
voelt het overlegorgaan zich verantwoordelijk om het initiatief te nemen om tot een oplossing te
komen voor deze problematiek. Samen met de betrokken partijen zal antwoord moeten komen op
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
2
de vraag over welke voorzieningen hebben we het en wat zijn de jaarlijkse kosten om deze te onderhouden? Als daar consensus over is dient een plan te worden opgesteld om deze toeristische
voorzieningen op Schiermonnikoog duurzaam te onderhouden, zowel financieel als organisatorisch. Gezien de urgentie van de problematiek dient dit in het najaar van 2014 te worden uitgevoerd.
4. Welke organisatiestructuur krijgt het overlegorgaan om een efficiënt en adequate financieel beheer te kunnen uitvoeren?
Het Overlegorgaan beschikt over eigen middelen, in belangrijke mate gelabeld aan enkele doeluitgaven, waaronder voorlichting en educatie en het eigen secretariaat. Met het vervallen van de
Rijksbijdrage is voor de parken een geheel nieuwe situatie ontstaan en moeten zij zelf zorgdragen
voor hun financiële administratie. Bij een toekomstbestendig overlegorgaan hoort ook een efficiënte financiële organisatiestructuur. Voor de transitieperiode naar deze nieuwe organisatie is de provincie bereid gevonden de financiële administratie te voeren. Dat kan wel voor een kortere periode, op langere termijn is dit vanwege de financiële regelgeving gericht op de eigen provinciale taken, niet optimaal. Gezocht is naar een eigen financiële werkstructuur.
Alle alternatieven afwegende wordt geadviseerd een beheerstichting in te stellen en de financiële
administratie onder te brengen bij een erkend boekhoudbureau. Voorstel is de stichting in het najaar van 2014 op te richten zodat in 2015 volgens deze nieuwe structuur gewerkt kan worden.
5. Hoe ziet de begroting van het overlegorgaan de komende jaren eruit?
De komende jaren zal strak gestuurd moeten worden op de beschikbare financiële middelen. Ook
is het zo dat de Provincie Fryslân vanaf 2015 in verhouding minder gaat bijdragen. Daar tegenover staan extra inkomsten doordat deelnemende partijen vanaf 2014 een bijdrage leveren aan de
kosten van het overlegorgaan. In de periode 2014 – 2015 heeft de Provincie Fryslân bovenop de
jaarlijkse bijdrage zogenaamde transitiegelden ter beschikking gesteld. In de begroting van 2014 –
2015 worden tal van activiteiten benoemd en gefinancierd, om met dit geld, deze ‘professionaliseringslag’ te kunnen maken. Een en ander vergt een andere en strakkere begrotingsdiscipline dan
voorheen. Naast de kerntaken en de organisatie van het overlegorgaan zal er geen geld beschikbaar zijn voor afzonderlijke projecten. Deze kennen een zelfstandige financiering. De begroting is
in principe dekkend. Inkomsten en uitgaven zijn met elkaar in balans. Mogelijke lagere inkomsten
zullen keuzes tot gevolg hebben aan de uitgavenkant.
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
3
Aanleiding & leeswijzer
In de vergadering van 13 februari 2014 van het overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog is,
aan de hand van een vastgestelde beslisnotitie (DeGraeff/Bik/21-1-2014) besloten een ontwikkelplan
op te stellen voor een toekomstbestendig overlegorgaan.
Op dit moment draagt de Provincie Fryslân de verantwoordelijkheid (organisatorisch en voor een groot
gedeelte financieel) voor de twee NP’s in haar provincie (Alde Feanen en Schiermonnikoog). De provincie onderschrijft het belang en de functie van het Nationaal Park, maar heeft wel de nadrukkelijke
vraag gesteld: hoe zit de toekomstbestendige en slagvaardige organisatie van het overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog eruit?
Er is niet getracht in één keer een compleet ontwikkelplan op te stellen, het zal een groeidocument
zijn. Deze eerste aanzet van het ontwikkelplan gaat specifiek in op een vijftal speerpunten - aandachtspunten die in de periode 2014 – 2015 een hoge prioriteit hebben.
Het gaat hierbij om:
1. Hoe krijgen we een beter inzicht in de opbrengsten van de jaarlijkse financiële bijdrage van het
overlegorgaan aan het programma voorlichting & educatie en het bezoekerscentrum.
2. Hoe krijgen we het toeristische product op Schiermonnikoog in samenhang met het Nationaal
Park op een hoger niveau?
3. Hoe kunnen we de toeristische voorzieningen in het Nationaal Park (fietspaden, bebording ed.) in
de toekomst bekostigen?
4. Welke organisatiestructuur krijgt het overlegorgaan om een efficiënt en adequate financieel beheer te kunnen uitvoeren?
5. Hoe ziet de begroting van het overlegorgaan de komende jaren eruit?
In de bijlage is een overzicht opgenomen van de organisatie, taken en werkwijze van het overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog. De inhoud is niet nieuw, deze is ontleed aan de vastgestelde
beslisnotitie, maar gerangschikt naar het format zoals ook bij het ontwikkelplan NP Alde Feanen is
toegepast.
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
4
Speerpunten 2014 – 2015
In de beslisnotitie (DeGraeff/Bik/21-1-2014) welke op 13 februari 2014 in het overlegorgaan is behandeld en
vastgesteld wordt op bladzijde 4 onder punt f een eerste uitwerking geschetst van het thema Gezamenlijk ontwikkelen van toeristische producten en verdienmogelijkheden. In verband met de aard en een verschil eigenaarschap zijn in deze notitie de onderdelen ‘het toeristisch product Schiermonnikoog in relatie tot het Nationaal
Park’ en ‘bekostiging recreatieve voorzieningen’ als aparte thema’s / speerpunten benoemd.
1. Financiële bijdrage van het overlegorgaan aan het programma
voorlichting & educatie en bezoekerscentrum
Aanleiding:
Voorlichting & educatie over het NP en de natuurwaarden, is de belangrijkste taak en speerpunt van
het overlegorgaan. Een significant gedeelte van de jaarlijks beschikbare middelen worden hieraan
besteed. Afgelopen jaren wordt vanuit het overlegorgaan € 67.000,-- per jaar bijgedragen aan het
bezoekerscentrum, € 30.000,-- aan de uitvoering van het jaarprogramma en werkplan V&E Nationaal
Park alsmede € 28.000,-- voor de medewerker ondersteuning V&E. Samen dus € 125.000,-- op een
totaal beschikbaar begrotingsbudget van krap € 140.000,--.
Bij een toekomstbestendige rol van het overlegorgaan hoort ook een ‘transparante’ verantwoording
van uitgegeven financiële middelen. Nu is dat niet altijd bekend of wordt een en ander onvoldoende
vastgelegd dan wel teruggekoppeld
Opdracht:
In overleg met de betrokken partijen (Stichting Bezoekerscentrum en het IVN) zal een analyse worden
uitgevoerd naar de besteding van de door het overlegorgaan beschikbaar gestelde middelen. Belangrijke vragen daarbij zijn:
 Wat wordt met het geld gedaan, is dit te herleiden / te ontrafelen / toe te wijzen?
 Beide ‘partijen’ het bezoekerscentrum en V&E zullen moeten kunnen verantwoorden wat met de
jaarlijkse bijdrage van het overlegorgaan wordt gedaan.
 Doel van deze exercitie is een scherper beeld te krijgen hoe deze middelen bijdragen aan de doelen van het Nationaal Park?
 Afhankelijk van de antwoorden op bovenstaande vragen is de vraag reëel of een gedeelte van de
uitgaven resultaatafhankelijk kunnen worden gemaakt, en dus ook jaarlijks qua bijdrage kunnen
variëren.
Tussentijds resultaat
Bijdrage V&E:
De visie op communicatiebeleid rondom het Nationaal Park is door de commissie V&E vastgelegd in
het opgestelde Strategisch Meerjarenplan 2011 – 2015 (Michels 2011). In deze planperiode is de
communicatiestrategie uitgewerkt in vijf communicatiedoelen:
 Stimulering van beleving van natuur- en landschapswaarden
 Vergroten van kennis, inzicht en bewustwording van de natuurwaarden
 Versterken van het draagvlak onder bewoners en bezoekers
 Vergroten van inzicht in de veranderende vraag van de doelgroepen
 Uitdragen van de gezamenlijke identiteit van het stelsel Nationale Parken
Ieder jaar wordt door de commissie V&E een jaarplan (activiteitenplan) en jaarverslag (verantwoording) opgesteld ter accordering van het overlegorgaan. Naast de inhoudelijk voorgenomen activiteiten
wordt in het jaarplan ook aangegeven welke deel van het budget van V&E wordt gebruikt. Conclusie is
dat middels het jaarplan en jaarverslag V&E de beschikbare middelen van het overlegorgaan op een
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
5
zorgvuldige wijze worden verantwoord. Misschien dat daarin nog kleine wijzigingen of aanscherpingen
kunnen plaatsvinden, zoals ook een financiële verantwoording in het jaarverslag.
Mogelijk kan in de toekomst de jaarlijkse bijdrage van het overlegorgaan (voor een gedeelte) resultaatafhankelijk worden.
Bijdrage bezoekerscentrum:
In 2014 is voor het eerst een jaarplan opgesteld door de Stichting Bezoekerscentrum Nationaal Park
Schiermonnikoog (Michels 2014). Het jaarplan geeft (inhoudelijk) inzicht in de uit te voeren kernactiviteiten: publieksinformatie, exposities en natuureducatie. Tevens is een jaarbegroting opgenomen.
Naast het overlegorgaan dragen de gemeente en Natuurmonumenten bij aan de exploitatie van het
bezoekerscentrum.
Onduidelijk is welk gedeelte van de kosten van het bezoekerscentrum gaan zitten in de vaste lasten
als huisvestings- en personeelskosten en welk gedeelte in het uitdragen van de communicatieboodschap van het Nationaal Park en dus wellicht resultaatafhankelijk zou kunnen zijn. Algemene indruk is
dat de status Nationaal Park prominenter tot uiting kan komen in de boodschap die het bezoekercentrum over Schiermonnikoog brengt. Een en ander heeft mede te maken met het feit dat de basis van
de huidige expositie stamt uit de tijd dat het Nationaal Park net was opgericht. Inmiddels zijn we bijna
25 jaar verder en valt er, veel meer dan toen, te vertellen over nut & noodzaak en behaalde resultaten
van het Nationaal Park Schiermonnikoog!
Planning:
Op dit moment heerst nog onduidelijkheid over de realisatie en exploitatie van het nieuwe bezoekerscentrum “De Promenade”. Exploitatie van het vernieuwde centrum en de invulling van het thema NP
zijn hierin nog onduidelijk. Voorstel is af te wachten hoe een en ander komend jaar wordt uitgewerkt.
Verwacht wordt dat eind 2014 daarover meer duidelijk is. Dat betekent dat de gelden zoals ze altijd al
werden besteed in 2014 en 2015 onveranderd op de begroting staan. Voor 2016 zal getracht worden
conform bovenstaande opdracht een meer toegespitste begroting ten aanzien van V&E en de bijdrage
aan het bezoekerscentrum op te stellen. In 2015 zullen daarvoor aanvullende gesprekken met de
commissie V&E en Stichting Bezoekerscentrum plaatsvinden.
2. Hoe krijgen we het toeristische product op Schiermonnikoog in
samenhang met het Nationaal Park op een hoger niveau?
Aanleiding:
De lokale economie van het eiland is sterk afhankelijk van het toerisme. Een minder aantrekkelijk eiland, betekent minder toeristen en dus minder inkomsten. Minder inkomsten voor de ondernemers,
minder inkomsten voor de gemeente. Hetgeen weer van invloed is op het voorzieningenniveau op het
eiland. Deze samenhangende en complexe problematiek is niet nieuw, en is zeker in deze tijd van
krimp een veel besproken onderwerp, in de plaatselijke politiek, bij de lokale ondernemers, noem
maar op.
Opdracht:
Kan Schiermonnikoog door de status Nationaal Park zich onderscheiden van de andere eilanden?
Met andere woorden kan het Nationaal Park extra toeristen “lokken” en dus meer inkomsten genereren? Deze discussie is een goed vervolg op een workshop over krimp & voorzieningenniveau die in
het begin van 2014 is uitgevoerd door de woningbouwvereniging Partoer en andere partijen. Randvoorwaarde van een dergelijk vervolg is natuurlijk wel dat betrokken partijen, met name de gemeente
en de ondernemers nut en noodzaak van het ‘vermarkten van het NP’ inzien. Als deze wil aanwezig is,
is het overlegorgaan Nationaal Park bereid deze discussie, via een in te stellen project- of werkgroep
te faciliteren. Algemeen aandachtspunt is dat ‘het wiel niet twee keer moet worden uitgevonden’. Het
bundelen van alle partijen en al lopende initiatieven op dit vlak is essentieel voor kans op succes.
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
6
Initiatief & planning
Aangezien de eventuele extra inkomsten van een op te zetten “Nationaal Park – offensief” direct ten
goede komt aan de toeristische ondernemer (extra omzet) en de gemeente (extra inkomsten via de
toeristenbelasting), ligt het voor de hand dat het initiatief voor een dergelijke discussie en wellicht het
opstellen van een aanvullend uitvoeringsplan, in eerste instantie bij de gemeente en ondernemers
neer te leggen. Nu de resultaten van de eerste workshop nog vers zijn, zou het goed zijn deze tweede
stap in het najaar 2014 met elkaar te zetten.
3. Hoe kunnen we de toeristische voorzieningen in het Nationaal Park
in de toekomst bekostigen?
Aanleiding:
Schiermonnikoog kent een uitgebreid net van fietspaden door de duinen, het bos en de kwelder. Vele
toeristen (ook de dagrecreanten) maken, veelal op hun gehuurde fiets, hiervan intensief gebruik. Deze
schelpenpaden, bebording en stallingsgelegenheid bij bijvoorbeeld de strandovergangen vragen jaarlijks het nodige onderhoud. Voorheen werd het onderhoud gedeeltelijk bekostigd uit de middelen van
het overlegorgaan. Dit geld is vanaf 2014 niet meer beschikbaar. Om te voorkomen dat voorzieningen
een armoedige aanblik krijgen, of dat er gevaarlijke situaties zich gaan voordoen, of zelfs fietspaden
moeten worden afgesloten, is het noodzakelijk dat er een oplossing komt voor dit acute financieringsvraagstuk (waarvoor er in feite geen echte ‘probleemeigenaar’ valt aan te wijzen).
Opdracht:
Omdat deze toeristische voorzieningen in het Nationaal Park liggen, en in feite ‘de aders’ zijn om de
waarden van het NP te ontdekken voelt het overlegorgaan zich verantwoordelijk om het initiatief te
nemen om tot een oplossing te komen voor deze problematiek. Samen met de betrokken partijen (Natuurmonumenten, de gemeente Schiermonnikoog en de fietsenverhuurders / ondernemers) zal, vanuit
een positieve grondhouding, overleg moeten plaatsvinden hoe hier uit te komen. Volgordelijk worden
de onderstaande stappen onderscheiden.
Stap 1: over welke voorzieningen hebben we het en wat zijn de jaarlijkse kosten om deze te onderhouden? Uitgaven en ervaringen uit het verleden moeten daar snel antwoord op kunnen geven.
Stap 2: stel in gezamenlijkheid een plan op om deze toeristische voorzieningen op Schiermonnikoog
duurzaam te onderhouden, zowel financieel als organisatorisch.
Planning:
Gezien de urgentie van de problematiek is het de bedoeling zowel stap 1 en 2 in het najaar van 2014
uit te voeren zodat een op te stellen plan van aanpak vastgesteld kan worden in de vergadering van
het overlegorgaan in het najaar van 2014. Vanuit het overlegorgaan zal initiatief worden ondernomen
om deze opdracht in het najaar op te pakken.
4. Welke organisatiestructuur krijgt het overlegorgaan om een efficient en adequaat financieel beheer te kunnen uitvoeren?
Aanleiding:
Het Overlegorgaan beschikt over eigen middelen, in belangrijke mate gelabeld aan enkele doeluitgaven, waaronder voorlichting en educatie en het eigen secretariaat. Afgelopen jaren zijn deze middelen
gefinancierd middels de Rijksbijdrage aan de nationale parken via doeluitkeringen in de ILG. Bijdragen
konden op basis van aanvragen en beschikkingen, besteed worden. De financiële administratie van
projecten lag bij onderhavige partijen. De provincie draagt zorg voor de financiële administratie van
het secretariaat. Met het vervallen van de Rijksbijdrage als ook het aflopen van de ILG in 2013, is voor
de parken een geheel nieuwe situatie ontstaan en moeten zij zelf zorgdragen voor hun financiële ad-
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
7
ministratie. Bij een toekomstbestendig overlegorgaan hoort ook een efficiënte financiële organisatiestructuur.
Voor de transitieperiode naar een nieuwe organisatie is de provincie bereid gevonden de financiële
administratie te voeren. Dat kan wel voor een kortere periode, op langere termijn is dit vanwege de
financiële regelgeving gericht op de eigen provinciale taken, niet optimaal. De administratie van de
provincie dient eigen doelen en is van geheel andere opzet dan wenselijk voor het overlegorgaan.
Uitgevoerde opdracht en conclusie
Gesproken en gezocht is naar een eigen financiële werkstructuur. De financiële administratie van het
overlegorgaan is relatief eenvoudig en beperkt van omvang. Het aantal jaarlijks aantal inkomsten en
uitgaven, conform begroting en jaarplannen, is beperkt.
Verschillende financiële structuren zijn besproken en onderzocht.
1. De financiële administratie bij de provincie houden of bij een andere partij van het overlegorgaan onder brengen, dit vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen alle partijen,
zo mogelijk vastgelegd in een convenant,
2. Het financiële beheer zelf organiseren en uitvoeren middels een beheerstichting.
De financiële administratie onderbrengen bij een van de partijen oogt eenvoudig en lijkt voor de hand
te liggen. Toch vraagt dit de nodige juridische stappen en inhoudelijke onderbouwing, dit om de juridische verantwoordelijkheid van de uitvoerende partij te zekeren en wederzijds naar alle partijen te
waarborgen. Dit zou kunnen worden vastgelegd in een convenant en samenwerkingsovereenkomst.
De vraag is of alle partijen hieraan kunnen en willen meewerken. Afgezien daarvan is deze vorm vrij
statisch. Een convenant en samenwerkingsovereenkomst wordt voor een bepaalde periode aangegaan, maar juist nu in een transitieperiode is dit niet echt slagvaardig.
Het vormen van een beheerstichting is praktischer en meer haalbaar. Dit ook in navolging van vrijwel
alle nationale parken in Nederland. Daar zijn goede ervaringen mee opgedaan en verschillende statuten kunnen als voorbeeld dienen. Partijen hoeven zich niet contractueel vast te leggen, geen convenant en samenwerkingsovereenkomst te sluiten.
Het overlegorgaan is de raad van toezicht voor de beheerstichting. Een te vormen stichtingsbestuur
bestaat uit drie leden, te weten de voorzitter van het overlegorgaan aangevuld met twee leden van de
aangesloten partijen, ondersteund door het secretariaat van het overlegorgaan. De beheerstichting
draagt zorg voor de ontvangsten en uitgaven van het Overlegorgaan op basis van de goedgekeurde
begroting, treedt niet in de bevoegdheden van het overlegorgaan en laat alle partijen vrij hun inbreng
en deelname aan het overlegorgaan te blijven geven zoals dat nu ook het geval is.
Het grote voordeel van een stichting is dat deze, statutair zo vastgelegd en gewenst door het overlegorgaan, namens het overlegorgaan ook in voorkomende gevallen kan optreden en opdrachten kan
aangaan c.q. verstrekken. Het secretariaat kan, net zoals voor het overlegorgaan de ondersteuning
leveren aan het stichtingsbestuur. Gelet op de beschikbare tijd van de secretaris wordt aangeraden de
financiële administratie bij een boekhoudbureau onder te brengen. Jaarlijks wordt aan het overlegorgaan een financiële verantwoording afgelegd en belegd met een verkorte accountantsverklaring.
Daarmee wordt aan alle vereisten van een stichting en behoorlijk bestuur voldaan.
Advies & planning
Geadviseerd wordt een beheerstichting in te stellen en de financiële administratie onder te brengen bij
een erkend boekhoudbureau. Kosten verbonden aan het oprichten van een beheerstichting kunnen
volledig gefinancierd worden uit de door de provincie beschikbaar gestelde transitiegelden.
Voorstel is de stichting in het najaar van 2014 op te richten zodat in 2015 volgens deze nieuwe structuur gewerkt kan worden.
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
8
5. Hoe ziet de begroting van het overlegorgaan er de komende jaren
uit?
Achtergrond:
De komende jaren zal strak gestuurd moeten worden op de beschikbare financiële middelen. Bij de
bijdragen aan V&E en het bezoekerscentrum is daarover al een en ander gezegd. Ook is het zo dat
de Provincie Fryslân vanaf 2015 in verhouding minder gaat bijdragen omdat vanuit de financiële middelen bij de provincie vanaf dat moment er ook een bijdrage gaat naar het Nationaal Park Rottige
Meenthe – Weerribben Wieden. Dat betekent dat de structurele bijdrage niet meer € 100.000,- maar €
80.000,- per jaar wordt. Daar tegenover staan extra inkomsten doordat partijen als gemeente, Natuurmonumenten, Wetterskip Fryslân , Rijkswaterstaat en Vitens vanaf 2014 een bijdrage leveren aan
de kosten van het overlegorgaan.
In de periode 2014 – 2015 heeft de Provincie Fryslân bovenop de jaarlijkse bijdrage zogenaamde
transitiegelden ter beschikking gesteld. Dit ‘extra geld’ dient om de kanteling te kunnen maken naar
een toekomstbestendig overlegorgaan. In de begroting van 2014 – 2015 worden tal van activiteiten
benoemd en gefinancierd om deze ‘professionaliseringslag’ te kunnen maken. In 2016 zijn deze transitiegelden niet meer ter beschikking.
Een en ander vergt een andere en strakkere begrotingsdiscipline dan voorheen. Naast de kerntaken
en de organisatie van het overlegorgaan zal er geen geld beschikbaar zijn voor afzonderlijke projecten
(bijvoorbeeld uitvoeringsprojecten uit het BIP+). Alhoewel deze natuurlijk wel een relatie hebben met
net Nationaal Park kennen zij een zelfstandige financiering.
De begroting is in principe dekkend. Dat kan tot gevolg hebben als er aan de inkomstenkant veranderingen plaatsvinden (welke niet kunnen worden opgevangen) er keuzes moeten worden gemaakt aan
de uitgavenkant, lees financiering van de kerntaken van het overlegorgaan – Nationaal Park.
De begroting voor 2014 – 2015 is als apart agendapunt (meer in detail) opgevoerd op de agenda van
de vergadering van het overlegorgaan van 5 juni 2014.
Naar een toekomstbestendig overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog, ontwikkelplan periode 2014 - 2015
9
Agendapunt 6 bijeenkomst Overlegorgaan 5 juni 2014
Onderwerp begroting 2014 en 2015 Overlegorgaan NP Schiermonnikoog.
Toelichting.
Begroting 2014.
De begroting 2014 is aangepast aan het besluit van het Overlegorgaan van 13 februari 2014
waarbij de inkomsten en uitgaven met elkaar in overeenstemming zijn gebracht. De
geraamde inkomsten procesgelden Natura 2000 zijn vervallen. Een bijdrage is niet mogelijk
als daar geen vastgesteld Beheerplan N2000 en werkafspraken aan ten grondslag liggen.
Van alle partijen is een positief signaal ontvangen om de gevraagde bijdrage beschikbaar te
stellen.
De uitgaven kant is aangepast door de bijdrage aan het Jaarplan V&E van € 30.000, - terug
te brengen naar € 15.000, -.
Het eindresultaat van de begroting is € 7.600, - positief. Voorgesteld wordt dit geld te
reserveren voor een eigen bijdrage aan het jubileum programma, in het bijzonder
communicatie en ondersteuning 25 jaar jubileum NP Schiermonnikoog.
Begroting 2015.
De begroting 2015 is een raming op basis van de huidige begroting en lopende afspraken.
Dit met de Toekomstnotitie en het Ontwikkelplan als achtergrond documenten. De bijdrage
van de provincie is in overeenstemming gebracht met de door haar toegezegde jaarlijkse
structurele bijdrage van € 80.000, -. Ook is wederom rekening gehouden met een bijdrage
van WS Fryslân, vereniging natuurmonumenten, RWS Noord en Vitens ieder groot € 5.000, en van de gemeente Schiermonnikoog, groot € 10.000, -. De ‘lagere’ bijdrage van de
provincie heeft direct consequenties voor het saldo van de begroting die eindigt op bijna
€ 20.000, - negatief.
Een belangrijk deel van het budget van het Overlegorgaan is ‘gelabeld’ aan bijdragen aan
V&E, het Bezoekerscentrum, medewerker V&E en het Jaarprogramma V&E. De V&E
afspraken zijn in de begroting gestand gedaan. Voor het Jaarprogramma V&E is voor 2015
in een bijdrage van € 25.000, - voorzien. Dat is € 10.000, - meer dan in 2014 maar nog altijd
minder dan in de voorgaande jaren, toen gemiddeld € 30.000, - per jaar. Dit van uit de
gedacht dat V&E een speerpunt is uit het programma van het Overlegorgaan. De
ontwikkelingen inzake De Promenade zijn niet meegewogen maar kunnen van wezenlijke
invloed zijn op de afspraken en daarmee op de begroting voor 2015.
In de begroting 2015 is zowel aan de inkomsten kant als aan de uitgaven € 7.500, procesgeld Natura 2000 opgenomen. Deze inkomsten en uitgaven zijn doeluitgaven en
lopen budgettair neutraal. Daarnaast is een werkbudget voor de kosten en deskundigen
ondersteuning voor de commissie V&E opgenomen. Daarmee is het functioneren van de
commissie V&E en in het bijzonder ook het organiseren van de voorlichting en
inspraakavonden mede t.b.v. de bijeenkomsten van het Overlegorgaan, niet afhankelijk meer
van het budget voor het Jaarprogramma V&E.
Bezuinigingen op de uitgaven zijn eigenlijk alleen te vinden in het onderdeel V&E. Het
Jaarprogramma V&E zou wederom gereduceerd kunnen worden tot € 15.000, -. Daar kan
een principe uitspraak over gedaan worden. Maar dat is nog niet voldoende. Ook de bijdrage
aan het Bezoekerscentrum (investeringen zijn de afgelopen jaren tot een minimum beperkt,
inkomsten tarieven voor excursies en andere diensten worden aan de huidige tijd
aangepast), en de inzet van de medewerker V&E kan hier bij betrokken (moeten) worden.
Voorgesteld wordt de komende maanden te werken aan een sluitende begroting en in
oktober 2015 een definitieve begroting vast te stellen. Dit ook in relatie tot de Promenade en
de voorgenomen transitie. De komende maanden kunnen dan ook benut worden om
mogelijk op onderdelen aanvullend (Europees) krediet te verwerven.
Transitiemiddelen 2014 en 2015.
In de begroting 2014 en 2015 zijn ook de transitiegelden, beschikbaar gesteld door de
provincie, “vastgelegd”. De notitie Toekomst NP Schiermonnikoog en het Ontwikkelplan zijn
de basis van deze voorstellen.
De voorstellen zijn gericht op de transitie naar een nieuwe toekomstbestendige en
slagvaardige organisatie. De netwerkdag op 11 september 2014 staat ook in het thema van
deze transitie en daarvoor worden ook deskundige sprekers uitgenodigd. Daarnaast is
rekening gehouden in 2014 met het verkennen en opstellen (opdracht) van een toeristische
productontwikkeling(plan) en de uitvoering daarvan in 2014 en 2015, voor zover dat nu al in
beeld gebracht kan worden. Twee onderwerpen zijn daarvoor al opgenomen, het
Gastheerschap -een start naar een nieuwe en versterkte samenwerking met de
ondernemers van Schiermonnikoog- en het predicaat Sustainable Tourism, dat mondiaal de
kwaliteit van het park aangeeft en voor veel reisbureaus -en dus bezoekers aan
Schiermonnikoog en het NP Schiermonnikoog- reden is dit in hun reisprogramma op te
nemen. Daarbij kan ook verbinding gezocht worden met het Wereld Erfgoed.
De provincie heeft verzocht deze transitiegelden dit jaar vast te leggen opdat zij als
verplichting aangemerkt kunnen worden en niet onderdeel zullen zijn van jaarlijkse
stofkambezuinigingen. Maar daar moet dan wel een realistisch plan onder liggen.
Voorgesteld wordt nu met inachtneming van uw opmerkingen, in te stemmen met
voorliggend voorstel voor 2014, en de voorstellen voor 2014 voor zover ook aan de orde als
die voor 2015 de komende maanden verder uit te werken en in oktober vast te leggen en
aan de provincie aan te bieden.
Advies.
1. Begroting 2014 definitief vast stellen.
2. Kennis nemen van de concept begroting 2015, partijen verzoeken ook voor 2015 hun
bijdrage te reserveren en begroting 2015 met inachtneming van deze bespreking
nader uitwerken en in oktober 2014 ter vaststelling aan alle Overlegorgaan partijen
aanbieden
3. Kennis nemen van het voorstel inzet transitiegelden, met inachtneming van uw
opmerkingen in te stemmen met voorliggend voorstel voor 2014, en de voorstellen
voor 2014 voor zover aan de orde en voor 2015 de komende maanden verder uit te
werken en in oktober vast te leggen en aan de provincie aan te bieden.
#######
!"#$%&'(%)&*+,-)#./01#234#56+,*-667#86&'#9:;,%&<*--,'**)#
#
#
#
#
#
B:+,C,+%,+#
#
#
D*E+%-#?FA#
=6>6:,+%,+#?@&%-A#
=*G&H,-6+*&# <%H%I%&'%&#
!"#$%&#$$'()*+,*-#$#.'()*(/&0012*#(*$/(3%45/6%7//13#(**
!"!#$%&'()*$+(,-(.//.#
!"0#1.2''(($&($.2*$3#4,$+(,-(.//.#
!"5#6.14$783*$2)(,'2$)#*")"/"#9998:;#
!"<#(,14=$#1,,(4$7*=>$#+.(>$1#
!"?#1.2''(2@$.2$(#
!"A#)+$$7B,)#
!"C#B'*2$1+(,-(.//.#7,>.7$#)&@,7$1#
!"D#+(,-(.//.#!0E!D#=("#
!"F#$%&'()*$)#.14$()2.7*-$1#
!"!G#2,$-.1>$7*=>@$*4#/*14$(#/,B*$7#
!"!!#7$)>*)2$1#
!"!0#B*=)&@,7*1-#HI(*=6*77*-$J#-*4)$1#
0"?GG#
?GG#
!"?GG#
0?G#
G#
G#
?GG#
?GG#
C?G#
?GG#
<GG#
!"0GG#
0G#
E#
E#
?#
E#
E#
!G#
?#
E#
?#
E#
0G#
00G#
!?#
!G#
E#
E#
E#
0G#
0G#
0G#
E#
?#
!G#
!"#$%&#$$'()*8,*.#1)1"&#(*./(*9#(('%:*'(;'45&*#(*-#70%&7"13'()*./(*3#*(/&0017//13#(*
0"!#3,74$()#
0"0#/.-.K*1$#:L#M&@*$(/,11*>,,-#
0"5#$%+,)*2*$#
0"<#B$@$$(#6$B)*2$#
0"?#1*$'6)B(*$3#$1#),&*.7#/$4*.#
0"A#I$(2.7*1-#6$B)*2$#
0"C#*13,B'77$2*1#NO2=$#L,7$#
0"D#*13,K'*7$1#
0"F#)+($$>B$'(2$1+.>>$2#
<"?GG#
+"/"#
0"?GG#
!"0?G#
G#
<GG#
?"GGG#
G#
0?G#
!G#
+"/"#
0?#
0?#
0G#
?#
!G#
E#
E#
<G#
+"/"#
0?#
<G#
0?#
?#
5G#
E#
!G#
!"#$%&#$$'()*<,*.#1%&#19#(*./(*5#&*31//).$/9*"(3#1*-#7"(#1%*#(*-#;"#9#1%*
5"!#*1)+(..>#$1#*13,(/.2*$.I,14$1#
5"0#,/-$I*1-)&,//'1*&.2*$#
5"5#7$K*1-$1#B$6,1$()#
5"<#-$4(.-)3,74$(#
5"?#B$B,(4*1-#
C?G#
5GG#
<?G#
?GG#
?GG#
<G#
?#
!G#
E#
?#
!?#
0G#
!G#
!G#
E#
!"#$%&#$$'()*=,*.#1)1"&#(*./(*'(;'45&*'(*3#*.#1/(3#1#(3#*.1//)*./(*3#*3"#$)1"#6#(*
<"!#,14$(K,$>#1..(#B$@,$32$1##
<"0#.((.1-$/$12$1#
<"5#,14$(@,'4#1$26$(>#-.)2@$($1#
<"<#&'()')#-.)2@$$()&@.+#
G#
G#
G#
G#
E#
E#
E#
E#
E#
E#
E#
E#
!"#$%&#$$'()*>,*0'&31/)#(*./(*3#*)#;/?#($'@9#*'3#(&'&#'&*./(*5#&*%&#$%#$*A/&'"(/$#*B/19#(*
?"!#0?E=.(*-#='B*7$'/#
?"0#M:L#B(,&@'($#:.2*,1.7$#L.(>$1#
?"5#1../)B$>$14@$*4#:.2"#L.(>$1#
?"<#@'*))2*=7#$1#7,-,#
G#
G#
0"G?G#
G#
!CG#
E#
!G#
?#
?G#
?#
<G#
E#
?GG#
!"GGG#
!!G#
!G#
AG#
?#
J*+667#
5G"GGG#
?0?#
C!G#
J*+667#HB*11$1#B$)&@*>B..(#B'4-$2J#
0K"///#
C$)#?##(*
A"!#9PQ#
A"0#,1I,,(K*$1#
#
#
!"
#$%&'($$)*+$,-*./0&1,2'((&-''3
!
JAARPROGRAMMA EN WERKBEGROTING Voorlichting & Educatie Nationaal Park Schiermonnikoog 2014 NB: De doelstellingen in dit jaarplan verwijzen naar het Strategisch meerjarenplan communicatie 2011-­2015. Inleiding Graag presenteren wij het jaarprogramma en de werkbegroting 2014 van de Commissie Voorlichting & Educatie (V&E) van Nationaal Park Schiermonnikoog. 25 Jaar Nationaal Park Schiermonnikoog In 2014 vieren we ons 25-­‐jarig jubileum. De eerste verkenning en beschrijving van het Nationaal Park Schiermonnikoog in oprichting vond plaats in 1984. Op 19 juli 1989 verkreeg het park definitief de status van Nationaal Park Schiermonnikoog. Een status die we uitdragen en waar we trots op zijn. In 2014 zullen we stilstaan bij de 25ste verjaardag van het Nationaal Park Schiermonnikoog. Een voorbereidingsgroep heeft een boeiend, attractief en toekomstgericht jubileumprogramma samengesteld. Er zullen activiteiten worden georganiseerd voor eilanders en gasten, schoolgroepen van het eiland en de vaste wal, bestuurders en het relatienetwerk van het Nationaal Park. Er zal sterk ingezet worden op het intensiveren van de relatie met de recreatieondernemers op Schiermonnikoog. Gezamenlijk zullen producten ontwikkeld worden die niet alleen tijdens het jubileumjaar maar ook in de toekomst het aanbod verrijken. Het jubileum-­‐
programma kent een eigen projectorganisatie en begroting en wordt in nauwe samenwerking met de Commissie V&E ten uitvoer gebracht. Activiteitenbudget in 2014 Behalve het vieren van het 25-­‐jarig bestaan van het Nationaal Park en de organisatie van tal van activiteiten rondom het jubileum, worden in 2014 ook activiteiten verricht binnen het jaarprogramma Voorlichting & Educatie. Het jaarprogramma is uitgewerkt op basis van het Strategisch meerjarenplan communicatie 2011–2015, waarin de strategische keuzes tot en met 2015 nader toegelicht worden. De ambitie in het Strategisch meerjarenplan communicatie is hoger dan we in 2014 kunnen waarmaken. Door een korting op de rijksbijdrage voor de inzet van de coördinator zijn er minder uren beschikbaar dan in het meerjarenplan voorzien. Daarnaast is het activiteitenbudget voor het jaar 2014 lager dan begroot in het meerjarenplan. Dit betekent dat we de ambitie zullen moeten bijstellen en keuzes dienen te maken in de programmering. Actuele ontwikkelingen Actuele ontwikkelingen waarmee we in 2014 te maken hebben zijn de realisatie van De Promenade en de ontwikkeling van deelplannen, voortvloeiend uit het Beheer-­‐ en Inrichtingsplan plus 2011-­‐2022. De Commissie V&E is bij beide projecten nauw betrokken. Programmatische aanpak Op Schiermonnikoog werken we met de Commissie V&E al lange tijd op een programmatische manier aan het aanbod van activiteiten. Die werkwijze helpt ons aan een groeiend draagvlak en legt een sterke, professionele basis onder het werk dat we doen. Alle activiteiten worden uitgevoerd in nauwe wisselwerking tussen de coördinator en educatief medewerker V&E, het secretariaat van het Overlegorgaan Nationaal Park en de Commissie V&E. Het jubileumprogramma zal worden ontwikkeld en bewaakt door een kernteam. De uitvoering is in handen van de coördinator V&E, ondersteund door de medewerker V&E en een projectmedewerker. Schiermonnikoog, december 2013 Mia Michels, coördinator Voorlichting & Educatie Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
1
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................. 1 1. Stimuleren van beleving van natuur-­‐ en landschapswaarden.......................................... 3 1.1 Excursieprogramma ...................................................................................................................................................3 1.2 Natuurrecreatief doeprogramma voor gezinnen m.b.v. nieuwe digitale media...............................4 1.3 Wandel-­‐ en fietsroutes op kaart ............................................................................................................................4 1.4 Rondje Noordelijke Parken......................................................................................................................................4 1.5 Natuurtheater ................................................................................................................................................................5 1.6 Speelbos ...........................................................................................................................................................................5 1.7 Buitenprogramma voor lokale scholen ..............................................................................................................5 1.8 Programma of activiteit voor leeftijdsgroep 12 -­‐ 18 jaar ...........................................................................5 1.9 Excursies voor anderstaligen..................................................................................................................................6 1.10 Toegankelijkheid minder mobiel .......................................................................................................................6 1.11 Leskisten voor mensen met een verstandelijke handicap.......................................................................6 1.12 Cursussen / bijscholing voor (vrijwillige) gidsen .......................................................................................7 2. Vergroten van kennis, inzicht en bewustwording van de natuurwaarden ....................... 8 2.1 Folders ..............................................................................................................................................................................8 2.2 Magazine Nationaal Park Schiermonnikoog ....................................................................................................8 2.3 Expositie...........................................................................................................................................................................8 2.4 Beheer website met interactieve kaart...............................................................................................................9 2.5 Digitale nieuwsbrief en social media...................................................................................................................9 2.6 Vertaling website in En/Du/Fries ........................................................................................................................9 2.7 Informatiebulletin Nationaal Park in Lytje Pole.......................................................................................... 10 2.8 Informatiezuilen ........................................................................................................................................................ 10 2.9 Educatiemateriaal basisscholen op minimaal 2 niveaus ......................................................................... 10 3. Versterken van het draagvlak onder bewoners en bezoekers ....................................... 11 3.1 Inspraak en informatieavonden ......................................................................................................................... 11 3.2 Omgevingscommunicatie Nationaal Park over beleid en projecten................................................... 11 3.3 Lezingen voor lokale bevolking .......................................................................................................................... 12 3.4 Gedragsfolder ............................................................................................................................................................. 12 3.5 Bebording ..................................................................................................................................................................... 12 4. Vergroten van inzicht in de veranderende vraag in overleg met de doelgroepen .......... 13 4.1 Behoefteonderzoek .................................................................................................................................................. 13 4.2 Arrangementen .......................................................................................................................................................... 13 4.3 Onderhoud netwerk gastheren / recreatieondernemers........................................................................ 13 4.4 Cursussen gastheerschap voor recreatieondernemers............................................................................ 14 5. Uitdragen van de gezamenlijke identiteit van het stelsel Nationale Parken .................. 15 5.1 25-­‐jarig jubileum....................................................................................................................................................... 15 5.2 SNP brochure alle parken...................................................................................................................................... 15 5.3 Naamsbekendheid Nationaal Park .................................................................................................................... 15 5.4 Huisstijl en logo.......................................................................................................................................................... 16 6. Algemeen ..................................................................................................................... 17 6.1 Voorlichting & Educatie ......................................................................................................................................... 17 6.2 Onvoorzien................................................................................................................................................................... 17 7. Werkbegroting 2014 V&E Nationaal Park Schiermonnikoog.......................................... 18 2
Nationaal Park Schiermonnikoog
1. Stimuleren van beleving van natuur-­ en landschapswaarden 1.1 Excursieprogramma Algemeen doel: Doelgroepen: Operationele doelen: Inhoud/middelen: Evaluatiemethode: Organisatie: Tijdsplanning: Kostenraming: Tijdsinvestering (uren): Het aanbieden en vernieuwen van een gevarieerd activiteitenaanbod (veldwerk en excursies) in samenwerking met het Bezoekerscentrum (BC), Natuurmonumenten (NM) en Vrijwilligerscollectief (VC), waarbij de nadruk naast kennis ook op natuurbeleving ligt. Hiermee willen we zoveel mogelijk bezoekers informeren over en helpen bij het beleven van het Nationaal Park. Alle recreanten. In de periode april-­‐juni en september ligt de nadruk op bezoekende schoolklassen (bovenbouw basisschool en onderbouw voortgezet onderwijs). -­‐ Het bewaken van het werving-­‐ en selectieproces van nieuwe (vrijwillige) excursieleiders. -­‐ Het organiseren van wekelijkse bijeenkomsten in het excursieseizoen met alle excursieleiders over weekplanning en actuele zaken in het veld (flora, fauna, beheer). -­‐ Het op orde houden van het materiaal voor excursies en veldwerk. -­‐ De educatief medewerker voert excursies uit voor het Bezoekerscentrum. -­‐ Streefcijfers: Individuen: 1.500 pax Groepen volwassenen: 3.500 pax Groepen scholen: 6.000 pax -­‐ Wekelijks afstemmingsoverleg -­‐ Aankoop of reparatie benodigde materialen -­‐ Steekproefsgewijs evaluatieformulieren laten invullen bij excursies van VC, BC en NM. In totaal minimaal 25 keer. -­‐ Deelname wordt via bestaande administraties vastgelegd. -­‐ Evaluatiebijeenkomst aan het einde van het seizoen -­‐ Advisering van en toezicht op kwaliteit van de voorzieningen: coördinator -­‐ Coördinatie en begeleiding: educatief medewerker -­‐ Materialen/boekingen: Bezoekerscentrum Het hele jaar met nadruk op april t/m oktober (voor scholen april-­‐juni en september) € 2.500,-­‐ -­‐ coördinator: 20 -­‐ educatief medewerker: 220 Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
3
1.2 Natuurrecreatief doeprogramma voor gezinnen m.b.v. nieuwe digitale media Algemeen doel: Het aanbieden van een educatieve route met gebruik van nieuwe media: Schier Explorer Doelgroep(en): Alle (met nadruk op gezinnen met kinderen in de leeftijd van 8-­‐14 jaar) Operationele doelen: In 2013 is een educatieve GPS-­‐route ontwikkeld, de zogenaamde ‘Schier Explorer’. In 2014 zullen we het product monitoren op de volgende punten: -­‐ verkoop -­‐ after sales (wat is goed? Wat kan beter?) -­‐ onderhoud van de route (locaties letterboxen vrijhouden, vervanging materialen) Organisatie: V&E / Bezoekerscentrum Tijdsplanning: Gehele jaar Kostenraming: € 500,-­‐ (onderhoud) Tijdsinvestering (uren): -­‐ coördinator: -­‐ -­‐ educatief medewerker: 20 1.3 Wandel-­ en fietsroutes op kaart Algemeen doel: Op peil houden en aanpassen van bestaande natuurroutes in samenwerking met VVV en Natuurmonumenten. Doelgroep(en): Alle (met nadruk op recreanten) Operationele doelen: Tijdige herdruk van goed lopende natuurroutes Organisatie: V&E Tijdsplanning: Voorbereiding en uitvoering eerste kwartaal Kostenraming: € 1.500,-­‐ Tijdsinvestering (uren): -­‐ coördinator: -­‐ -­‐ educatief medewerker: 10 1.4 Rondje Noordelijke Parken Algemeen doel: Bezoekers op een educatieve wijze kennis laten maken met de zeven Noordelijke Nationale Parken en de Ecologische Hoofdstructuur. Hierbij wordt nadruk gelegd op het slow-­‐
principe: het eten moet goed smaken, is zonder schade voor de leefomgeving, dierenwelzijn en gezondheid geproduceerd en producenten krijgen een eerlijke vergoeding voor hun werk. Doelgroep(en): Alle (met de nadruk op recreanten) Operationele doelen: In 2012 is de app ‘Neem de Tijd! ontwikkeld. -­‐ Monitoring -­‐ Promotie van de route via website Nationaal Park en flyers in het Bezoekerscentrum. Organisatie: V&E i.s.m. projectleider IVN Tijdsplanning: Jaarrond Kostenraming: € 250,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 5 -­‐ educatief medewerker: 0 4
Nationaal Park Schiermonnikoog
1.5 Natuurtheater Algemeen doel: Doelgroep(en): Organisatie: 1.6 Speelbos Algemeen doel: Doelgroep: Organisatie: Jonge bezoekers van het Nationaal Park op speelse wijze laten kennismaken met natuur. Gezinnen met kinderen en eilander basisscholen Vanwege de relatief hoge kosten zal in 2014 geen natuurtheater georganiseerd worden. Stimuleren van beleving van natuur door middel van spel Kinderen / jongeren In 2014 zullen vanuit het jaarprogramma V&E geen investeringen gedaan worden in het Speelbos. 1.7 Buitenprogramma voor lokale scholen Algemeen doel: Draagvlak Nationaal Park vergroten bij de eilander jeugd en hun ouders. Doelgroep: Leerlingen en leerkrachten van de basisschool en het voortgezet onderwijs op het eiland Operationele doelen: -­‐ Het organiseren van een aantal activiteiten met de eilander scholen. Diverse excursies (paddenstoelen, vogels, kwelder), hierbij uitgaande van het in overleg met de basisschool opgestelde natuurplan. -­‐ Ter beschikking stellen van veldwerkmaterialen voor de eilander scholen. Inhoud/middel: Excursies en veldwerk Evaluatiemethode: In gesprek met de leerkrachten Organisatie: V&E i.s.m. de scholen, Natuurmonumenten en VC Tijdsplanning: Jaarrond (niet in de schoolvakanties) Kostenraming: € 500,-­‐ uit jaarbegroting V&E € 1.000,-­‐ cofinanciering door de Natuur-­‐ en Vogelwacht Schiermonnikoog Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 10 -­‐ educatief medewerker: 20 1.8 Programma of activiteit voor leeftijdsgroep 12 -­ 18 jaar Algemeen doel: Leerlingen door middel van eigen onderzoek natuurlijke processen en verbanden op Schiermonnikoog laten ontdekken. Doelgroep: Bovenbouw HAVO en VWO Operationele doelen: -­‐ Uitvoering van een scholenprogramma in samenwerking met de Waddenzeeschool, dat door Ecomare vanaf Texel wordt gecoördineerd. -­‐ Een aanbod van onderwerpen voor praktische opdrachten over diverse aspecten van de natuur, ecologie en maatschappelijke belangen in het waddengebied. -­‐ Inrichten van een veldwerklokaal met verschillende materialen om veldonderzoek te doen. Tijdens de bouw van de Promenade zal er i.o.m. de groepsaccommodatie een geschikte ruimte gereserveerd worden. Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
5
-­‐ Aanbieden van een driedaags veldwerkprogramma. Inhoud/middel: (Driedaags) veldwerkprogramma Evaluatiemethode: Schriftelijk. Vragenlijst ontwikkeld door Ecomare. Organisatie: Programma in ontwikkeling bij samenwerkende waddencentra, uitvoering jaarrond 2014 Kostenraming: € 500,-­‐ (aanschaf materialen) Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 5 -­‐ educatief medewerker: 20 1.9 Excursies voor anderstaligen Algemeen doel: Vergroten van de beleving van natuur voor anderstaligen. Operationeel doel: Het op aanvraag uitvoeren van excursies in de talen Engels, Duits en Frans Doelgroep(en): Anderstaligen Inhoud/middel: Excursies Evaluatiemethode: Steekproefsgewijs invullen (meerkeuze) evaluatieformulier Organisatie: Coördinatie en uitvoering excursies: educatief medewerker Evaluatie en monitoring: coördinator Tijdsplanning: Jaarrond Kostenraming: € 750,-­‐ (ontwikkeling en aanschaf materialen in andere taal) Tijdsinvestering (uren): -­‐ coördinator: -­‐ -­‐ educatief medewerker: 20 1.10 Toegankelijkheid minder mobiel Algemeen doel: Betere toegankelijkheid realiseren. Operationele doelen: Aanpassing van voorzieningen in overleg met de ondernemer of zorgaanbieder Doelgroep(en): Lichamelijk gehandicapten Inhoud / middel: Materiële voorzieningen stimuleren. Evaluatiemethode: Praktijkervaringen doorspreken Organisatie: V&E i.s.m. betrokken organisaties Tijdsplanning: Jaarrond, ook in relatie tot ontwikkelingen nieuw bezoekerscentrum Kostenraming: € 500,-­‐ bijdrage in (onderhouds)projecten Tijdsinvestering : -­‐ coördinator: 5 -­‐ ed. medewerker: -­‐ 1.11 Leskisten voor mensen met een verstandelijke handicap Algemeen doel: Ontsluiten van natuur en natuureducatie voor gehandicapten. Operationeel doel: Onderhoud en stimuleren van bestaande programma. Doelgroep(en): Groepen waar gehandicapten deel van uitmaken Inhoud / middel: Diverse leskisten met bijbehorende programma’s Evaluatiemethode: Beoordelingsformulier voor gebruikers Organisatie: V&E in samenwerking met zorgaanbieders Tijdsplanning: Voorjaar 2014 Kostenraming: € 400,-­‐ Tijdsinvestering : -­‐ coördinator: -­‐ -­‐ educatief medewerker: 5 6
Nationaal Park Schiermonnikoog
1.12 Cursussen / bijscholing voor (vrijwillige) gidsen Doelgroep: Excursieleiders van Vrijwilligerscollectief, Bezoekerscentrum en Natuurmonumenten Operationele doelen: -­‐ De gidsen binnen het Nationaal Park bijscholen op het gebied van kennis en vaardigheden met als doel de excursiekwaliteit te verhogen. -­‐ Uitwisseling tussen de gidsen van de diverse organisaties Inhoud / middelen: -­‐ Scholingsweekend in het voorseizoen, met als onderwerp natuurbeheer en training excursietechnieken. -­‐ Voorbereidings-­‐ en evaluatieweekend in resp. voor-­‐ en naseizoen Evaluatiemethode: -­‐ Schriftelijke enquête na afloop van het scholingsweekend -­‐ Enquête voor deelnemers excursies Organisatie Coördinator V&E i.s.m. Natuurmonumenten Tijdsplanning: Uitvoering bijscholing op 15 februari, voorbereidingsweekend in juni en evaluatieweekend in september Kostenraming: € 1.200,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 20 -­‐ educatief medewerker: 10 Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
7
2. Vergroten van kennis, inzicht en bewustwording van de natuurwaarden 2.1 Folders Algemeen doel: Jaarlijkse uitgave van algemeen foldermateriaal Doelgroep(en): Alle (met nadruk op recreanten) Operationele doelen: Beschikken over actuele folders over het bezoekerscentrum en activiteiten. -­‐ Het boekje over Nationaal Park Schiermonnikoog is in de Nederlandstalige versie niet meer beschikbaar. Het boekje zal in 2014 gedeeltelijk herschreven worden en opnieuw worden opgemaakt en gedrukt. Organisatie: V&E Tijdsplanning: Voorbereiding en uitvoering eerste en tweede kwartaal Kostenraming: € 4.500,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 10 -­‐ educatief medewerker: 40 2.2 Magazine Nationaal Park Schiermonnikoog Algemeen doel: Doelgroepen informeren over actuele activiteiten binnen de doelstellingen van het Nationaal Park, zoals beheeractiviteiten, onderzoek, natuurgerichte recreatie en het educatieve programma. Doelgroep(en): Alle Operationele doelen: Ontwikkelen van een informatief magazine over Nationaal Park Schiermonnikoog, dat ondermeer actuele parkzaken belicht en een activiteitenkalender bevat. Organisatie: V&E Kostenraming en tijd: Afhankelijk van beschikbare capaciteit en middelen; vooralsnog geen uitvoering hiervan in 2014. 2.3 Expositie Algemeen doel: Onderhoud bestaande expositie en voorbereiding expositie van het Nationaal Park in het kader van de Promenade Doelgroep(en): Alle Operationele doelen: -­‐ Onderhoud bestaande expositie en afbouw bestaande expositie en inrichting (nieuwe) tijdelijke expositie zodra overgegaan moet worden naar een tijdelijke huisvesting i.v.m. de realisatie van de Promenade. -­‐ Het tot stand brengen van een expositie Nationaal Park Schiermonnikoog in de Promenade, eventueel in combinatie met andere exposities. De minimale afmeting van deze expositie bedraagt 60 m2 en is gratis toegankelijk. Organisatie: V&E/Stichting de Promenade Tijdsplanning: Onderhoud bestaande expositie: eerste kwartaal Afbouw bestaande expositie en inrichting tijdelijke expositie: tweede en derde kwartaal Ontwikkeling expositie Promenade: jaarrond 8
Nationaal Park Schiermonnikoog
Kostenraming: € 2.500,-­‐ t.b.v. onderhoud huidige expositie en herinrichting (nieuwe) expositie in tijdelijke huisvesting -­‐ coördinator: 25 -­‐ ed. medewerker: 25 Tijdsinvestering: 2.4 Beheer website met interactieve kaart Algemeen doel: In 2013 is de nieuwe website van het Nationaal Park online gegaan. In 2014 zal een interactieve kaart toegevoegd worden aan de website. Deze extra module wordt gefinancierd vanuit SNP-­‐middelen die in 2013 hiervoor gereserveerd zijn. De gezamenlijke opzet van websites Nationale Parken is een apart project met een eigen budget. Operationeel doel: Continu actualiseren van de nieuwe website Ontwikkeling van een module met een interactieve kaart Inhoud/middel: Internet Evaluatiemethode: Via bezoekcijfers en reacties Doelgroepen: Alle internetgebruikers Organisatie: Commissie V&E/ coördinator V&E Tijdsplanning: Jaarrond Kostenraming: € 1.250 (t.b.v. beheer) Tijdsinvestering (uren): -­‐ coördinator: 25 -­‐ educatief medewerker: 40 -­‐ webmaster: 60 2.5 Digitale nieuwsbrief en social media Algemeen doel: -­‐ Publiek informeren over actuele ontwikkelingen en activiteiten in het park. -­‐ Forum bieden voor reacties, opmerkingen of recente waarnemingen. Operationeel doel: -­‐ Ontwikkelen digitale nieuwsbrief (verzending 1x per kwartaal) -­‐ Regelmatig verzenden van tweets via twitteraccount Nationaal Park (in eerste instantie minimaal 2x per week). Inhoud/middel: Internet en twitter Evaluatiemethode: Via bezoekcijfers en reacties Doelgroepen: Alle internetgebruikers en twitteraars Organisatie: Commissie V&E/ coördinator V&E Tijdsplanning: Jaarrond Kostenraming: € 0,-­‐ Tijdsinvestering (uren): -­‐ coördinator: 20 -­‐ educatief medewerker: 25 2.6 Vertaling website in En/Du/Fries Algemeen doel: Content website vertalen en toegankelijk maken voor buitenlanders. Operationeel doel: Inventarisatie maken van de te vertalen content, laten vertalen en op de website plaatsen. Doelgroep(en): Anderstaligen Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
9
Inhoud/middel: Doorlopend onderhoud Evaluatiemethode: In ieder geval bezoekcijfers verzamelen Organisatie: V&E Tijdsplanning: regelmatig onderhoud en actualisatie Kostenraming: € 400,-­‐ (vertaalkosten) Tijdsinvestering : -­‐ coördinator: 5 -­‐ ed. medewerker: 5 2.7 Informatiebulletin Nationaal Park in Lytje Pole Algemeen doel: Inwoners en bezoekers van Schiermonnikoog informeren over actuele activiteiten in het Nationaal Park. Doelgroep(en): Alle (met nadruk op recreanten) Operationele doelen: Ontwikkelen van een full color katern over Nationaal Park Schiermonnikoog in de Lytje Pole, dat ondermeer actuele parkzaken belicht en een activiteitenkalender bevat. Organisatie: V&E i.s.m. redactie Lytje Pole Tijdsplanning: Ieder kwartaal Kostenraming: € 5.000,-­‐ Tijdsinvestering : -­‐ coördinator: 10 -­‐ ed. medewerker: 30 2.8 Informatiezuilen Algemeen doel: Doelgroepen informeren over het Nationaal Park. Doelgroep(en): Alle Operationele doelen: De zuilen zijn inmiddels dermate verouderd dat plaatsing ervan tevens zou betekenen dat alle informatie herzien moet worden. Natuurmonumenten plaatst in 2014 nieuwe gebiedsinformatieborden. Het Nationaal Park wordt hierop vermeld (duo-­‐branding). 2.9 Educatiemateriaal basisscholen op minimaal 2 niveaus Algemeen doel: Onderhoud en innovatie van educatiemateriaal, door leerlingen zelf te downloaden van de website Doelgroep: Basisonderwijs (onderbouw en bovenbouw) Operationele doelen: Belangstellende kinderen beschikken via internet over een actueel en aantrekkelijk basispakket voor het maken van spreekbeurten en presentaties. Tijdsplanning: Doorlopend Kostenraming: € 250,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: -­‐ -­‐ educatief medewerker: 10 10
Nationaal Park Schiermonnikoog
3. Versterken van het draagvlak onder bewoners en bezoekers 3.1 Inspraak en informatieavonden Algemeen doel: Voorlichting geven over parkzaken: beleid, uitvoering van projecten, taakverdeling en onderzoek. Doelgroep: Inwoners van Schiermonnikoog / belangstellenden van buiten Operationele doelen: -­‐ Organiseren van een voorlichtings-­‐ en inspraakavond (soms gecombineerd) die een week voorafgaand aan iedere bijeenkomst van het Overlegorgaan plaatsvindt. In 2014 zullen mogelijk ook bijeenkomsten plaatsvinden die voortvloeien uit de planontwikkeling van de maatregelen uit het BIP+. -­‐ Een minimale deelname van 30 personen per avond (op 950 inwoners) -­‐ Schriftelijke uitnodiging huis-­‐aan-­‐huis -­‐ Mondelinge voorlichting gecombineerd met schriftelijke -­‐ Inspraak voor en tijdens iedere vergadering van het Overlegorgaan -­‐ Organisatie van aanvullende informatieavonden BIP+ Inhoud/middel: Inleidingen, vragenuur, discussie, Dorpsbode en informatiebrieven huis-­‐aan-­‐huis Evaluatiemethode: Evaluatieformulieren uitdelen bij de inspraakavonden. Organisatie: V&E en Overlegorgaan, bijeenkomsten inzake planvorming BIP+ in samenwerking met de Werkgroep Beheer. Tijdsplanning: Ieder kwartaal. De actualiteit kan meer voorlichtings-­‐
avonden noodzakelijk maken. Kostenraming: € 750,-­‐ (zaalhuur, publiciteit) Tijdsinvestering (uren): -­‐ coördinator: 40 -­‐ ed. medewerker: 15 3.2 Omgevingscommunicatie Nationaal Park over beleid en projecten Algemeen doel: Informeren van de lokale bevolking over het beleid en projecten van het Nationaal Park. Operationele doelen: Bevolking wordt op de hoogte gesteld van nieuws van het Nationaal Park en van projecten die gepland worden of in uitvoering zijn. Doelgroep(en): Inwoners Schiermonnikoog Inhoud/middel: Iedere maand een vaste rubriek over het Nationaal Park Schiermonnikoog in de Dorpsbode. Indien de inhoud daartoe aanleiding geeft wordt informatie via huis-­‐aan-­‐huis brief verspreid. Evaluatiemethode: De belangstelling voor informatie-­‐ en inspraakavonden vormt een indicatie. Ook de spontane aanlevering van ‘nieuwtjes’ vormt een belangrijke richtsnoer. Organisatie: V&E (coördinator en educatief medewerker) i.s.m. redactie Dorpsbode Tijdsplanning: Jaarrond. De Dorpsbode verschijnt iedere 14 dagen. Kostenraming: € 300,-­‐ Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
11
Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 5 -­‐ educatief medewerker: 20 3.3 Lezingen voor lokale bevolking Algemeen doel: Uitgebreid informeren van belangstellenden over onderwerpen die nauw samenhangen met het Nationaal Park. Doelgroep: Inwoners van Schiermonnikoog en in het bijzonder leden van de Natuur en Vogelwacht Schiermonnikoog (NVWS) Operationele doelen: Twee lezingen per jaar in coproductie met NVWS Inhoud middel: Lezingen al of niet gecombineerd met een excursie Evaluatiemethode: Op basis van bezoekersaantallen en reacties in de zaal Organisatie: V&E en NVWS Tijdsplanning: Maart en november Kostenraming: € 450,-­‐ (zaalhuur, publiciteit) Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 10 -­‐ educatief medewerker: 10 3.4 Gedragsfolder Algemeen doel: Natuurbescherming in het Nationaal Park Doelgroep: Alle (met nadruk op onderwijs en recreanten) Operationele doelen: Publiek informeren over gedragsregels aansluitend bij de handhaving. Inhoud/middel: Herdruk bestaande folder over gedragsregels Organisatie: Gemeente i.s.m. Natuurmonumenten en V&E Tijdsplanning: Jaarrond of zodra (nieuwe) maatregelen aanleiding geven tot aanpassingen Kostenraming: € 500,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: -­‐ -­‐ educatief medewerker: 10 3.5 Bebording Algemeen doel: Natuurbescherming en natuurgerichte recreatie in het Nationaal Park Doelgroep: Alle Operationele doelen: Publiek informeren over gedragsregels, veiligheid en zonering/tijdelijke afsluiting van gebieden. Inhoud/middel: Onderhoud en actualisatie van waarschuwings-­‐ en informatieborden Organisatie: V&E i.s.m. gemeente en Natuurmonumenten Tijdsplanning: Jaarrond, indien (nieuwe) maatregelen aanleiding geven tot aanpassingen Kostenraming: € 500,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 5 -­‐ educatief medewerker: -­‐ 12
Nationaal Park Schiermonnikoog
4. Vergroten van inzicht in de veranderende vraag in overleg met de doelgroepen 4.1 Behoefteonderzoek Algemeen doel: In 2011 heeft een klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden onder bewoners, scholen en recreanten. Uit de resultaten van het onderzoek volgt een aantal aanbevelingen. In 2012 en 2013 zijn een aantal aanbevelingen nader uitgewerkt en producten ontwikkeld. In 2014 zullen in het kader van het jubileum van het Nationaal Park een aantal andere aanbevelingen uitgewerkt worden. Doelgroep: Alle (inwoners, onderwijs en recreanten) Operationele doelen: -­‐ Implementatie van aanbevelingen en acties voortkomend uit het onderzoek Organisatie: Commissie V&E Tijdsplanning: 2014 Kostenraming: € 0,-­‐ (activiteiten gefinancierd uit jubileumbegroting) Tijdsinvestering: zie 5.1 Jubileum Nationaal Park 4.2 Arrangementen Algemeen doel: Aanbieden van speciaal samengestelde pakketten (verblijf+excursie+bezoek expositie) Doelgroep: Recreanten Operationele doelen: Ontwikkelen van arrangementen met recreatieondernemers Inhoud/middel: Promotie via website Nationaal Park, ondernemers en VVV Evaluatiemethode: After sales door recreatieondernemers en via e-­‐mail Organisatie: V&E i.s.m. recreatieondernemers Tijdsplanning: Dit maakt onderdeel uit van de activiteiten in het kader van het Jubileum Nationaal Park Kostenraming: € 0,-­‐ (activiteiten gefinancierd uit jubileumbegroting) Tijdsinvestering: zie 5.1 Jubileum Nationaal Park 4.3 Onderhoud netwerk gastheren / recreatieondernemers Algemeen doel: Bevorderen samenwerking met en betrokkenheid bij Nationaal Park. Doelgroep: Recreatieondernemers Operationele doelen: Contacten leggen en onderhouden. Inhoud/middel: Bedrijfsbezoeken, telefonisch contact en via SOV Evaluatiemethode: Mondeling Organisatie: V&E Tijdsplanning: Dit maakt onderdeel uit van de activiteiten in het kader van het Jubileum Nationaal Park Kostenraming: € 0,-­‐ (activiteiten gefinancierd uit jubileumbegroting) Tijdsinvestering: zie 5.1 Jubileum Nationaal Park Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
13
4.4 Cursussen gastheerschap voor recreatieondernemers Algemeen doel: Informeren van de toeristische sector over het Nationaal Park Schiermonnikoog. Doelgroep(en): Ondernemingen werkzaam in de toeristische sector Operationeel doel: Per bedrijf of cluster van bedrijven wordt een cursusbijeenkomst op maat verzorgd, in overleg en afstemming met de SOV Inhoud/middel: -­‐ Cursus Gastheerschap Nationaal Park voor werkgevers en werknemers in de toeristische sector -­‐ Informatiemap over Nationaal Park (herziene druk 2013) -­‐ Certificaat Gastheer Nationaal Park Evaluatiemethode: Schriftelijk Organisatie: V&E Tijdsplanning: Dit maakt onderdeel uit van de activiteiten in het kader van het Jubileum Nationaal Park Kostenraming: € 0,-­‐ (activiteiten gefinancierd uit jubileumbegroting) Tijdsinvestering: zie 5.1 Jubileum Nationaal Park 14
Nationaal Park Schiermonnikoog
5. Uitdragen van de gezamenlijke identiteit van het stelsel Nationale Parken 5.1 25-­jarig jubileum Algemeen doel: Nationaal Park Schiermonnikoog viert in 2014 zijn 25ste verjaardag. In 2013 is een eerste start gemaakt met de opzet van het jubileumprogramma. In 2014 zal dit programma ten uitvoer worden gebracht. Doelgroep: Alle Operationele doelen: -­‐ werving van externe financiering -­‐ uitvoering van het jubileumprogramma -­‐ ontwikkelen van promotiemateriaal Inhoud/middel: zie jubileumprogramma Evaluatiemethode: aantal bezoekers, schriftelijke enquêtes Organisatie: Jubileumcommissie Tijdsplanning: Jaarrond Kostenraming: De uitvoering van het 25-­‐jarig jubileum kent een eigen begroting (niet in V&E-­‐budget) Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 170 -­‐ educatief medewerker: 50 5.2 SNP brochure alle parken Algemeen doel: Informatie verschaffen over het stelsel van Nationale Parken. Doelgroep: Alle Operationele doelen: Bevoorrading en verspreiding van landelijke gids, ontwikkeld door SNP Inhoud/middel: Landelijke gids, verspreiding via Bezoekerscentrum Evaluatiemethode: Omloopsnelheid gidsen Organisatie: Educatief medewerker Tijdsplanning: Jaarrond Kostenraming: € 0,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: -­‐ -­‐ educatief medewerker: 5 5.3 Naamsbekendheid Nationaal Park Algemeen doel: Het informeren van alle doelgroepen over het Nationaal Park Schiermonnikoog. Doelgroep(en): Alle Operationeel doel: -­‐ Het verzorgen van informatie in Het Baken, de VVV-­‐gids, diverse websites en overige relevante media -­‐ Het organiseren van de Dag van het Nationaal Park i.s.m. overige Nationale Parken. Inhoud/middel: Advertenties in media Open dag in mei 2014 Evaluatiemethode: Meten van naamsbekendheid, deelname Open Dag Organisatie: V&E in samenwerking met derden Kostenraming: € 3.500,-­‐ (advertentiekosten en organisatie Open Dag) Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
15
Tijdsplanning: 5.4 Huisstijl en logo Algemeen doel: Doelgroep: Operationele doelen: Inhoud/middel: Evaluatiemethode: Organisatie: Tijdsplanning: Kostenraming: Tijdsinvestering: 16
-­‐ coördinator: 10 -­‐ educatief medewerker: 40 Eenduidige profilering van de Nationale Parken Alle Bewaking van landelijke huisstijl Nationale Parken en (aangepast) logo Handboek huisstijl Steekproefsgewijze controle Secretariaat, coördinator en educatief medewerker Jaarrond € 0,-­‐ -­‐ coördinator: 5 -­‐ educatief medewerker: -­‐ Nationaal Park Schiermonnikoog
6. Algemeen 6.1 Voorlichting & Educatie Doelen: -­‐ Sturing van het programma V&E en advisering van het Overlegorgaan op dit terrein; organiseren van overleg Commissie V&E, de coördinator is secretaris van dit overleg. -­‐ De werkgroep Beheer adviseren op het gebied van voorlichting & educatie. Bijdragen aan een zorgvuldig proces rondom planontwikkeling voortvloeiend uit het BIP+. -­‐ De voortgang in planvorming rond De Promenade toetsen aan V&E-­‐doelstellingen; coördinator volgt ontwikkelingen en reageert hierop. -­‐ Uitwisseling met andere Nationale Parken om tot verbetering van producten en diensten te komen. -­‐ Opstellen van een jaarplan voor 2015 en een jaarverslag over 2013. -­‐ Inspelen op actuele vragen en ontwikkelingen. Vragen beantwoorden en verzoeken om informatie inwilligen. Organisatie: Coördinator V&E in samenwerking met educatief medewerker, Commissie V&E Tijdsplanning: Jaarrond, Commissie V&E: 3 of 4 vergaderingen per jaar Kostenraming: € 500,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 110 -­‐ educatief medewerker: 60 6.2 Onvoorzien Algemeen doel: Inspringen op actuele ontwikkelingen, zoals het ondersteunen van nieuwe projecten. Doelgroep(en): Alle Operationele doelen: Nader in te vullen gedurende het jaar Inhoud/middel: Diversen Evaluatiemethode: Bespreking in V&E Organisatie: V&E Tijdsplanning: Jaarrond Kostenraming: € 1.000,-­‐ Tijdsinvestering: -­‐ coördinator: 10 -­‐ educatief medewerker: 5 Concept jaarprogramma 2014 Commissie Voorlichting & Educatie
17
7. Werkbegroting 2014 V&E Nationaal Park Schiermonnikoog Activiteit Kosten (€) Capaciteit (uren) Coördinator medewerker Doelstelling 1: beleving natuur-­ en landschapswaarden 1.1 excursieprogramma 1.2 natuurrecreatief doeprogramma 1.3 wandel/fietsroutes i.s.m. VVV/NM 1.4 rondje noordelijke parken 1.5 natuurtheater 1.6 speelbos 1.7 buitenprogramma lokale scholen 1.8 programma 12-­‐18 jr. 1.9 excursies anderstaligen 1.10 toegankelijkheid minder mobiel 1.11 leskisten 1.12 bijscholing (vrijwillige) gidsen 2.500 500 1.500 250 0 0 500 500 750 500 400 1.200 20 -­‐ -­‐ 5 -­‐ -­‐ 10 5 -­‐ 5 -­‐ 20 220 15 10 -­‐ -­‐ -­‐ 20 20 20 -­‐ 5 10 Doelstelling 2: vergroten van kennis, inzicht en bewustwording van de natuurwaarden 2.1 folders 2.2 magazine NP Schiermonnikoog 2.3 expositie 2.4 beheer website 2.5 nieuwsbrief en social media 2.6 vertaling website 2.7 infobulletin Lytje Pole 2.8 infozuilen 2.9 spreekbeurtenpakket 4.500 p.m. 2.500 1.250 0 400 5.000 0 250 10 p.m. 25 25 20 5 10 -­‐ -­‐ 40 p.m. 25 40 25 5 30 -­‐ 10 Doelstelling 3: versterken van het draagvlak onder bewoners en bezoekers 3.1 inspraak en informatieavonden 3.2 omgevingscommunicatie 3.3 lezingen bewoners 3.4 gedragsfolder 3.5 bebording 750 300 450 500 500 40 5 10 -­‐ 5 15 20 10 10 -­‐ Doelstelling 4: vergroten van inzicht in de veranderende vraag van de doelgroepen 4.1 onderzoek naar behoeften 4.2 arrangementen 4.3 onderhoud netwerk gastheren 4.4 cursus gastheerschap 0 0 0 0 -­‐ -­‐ -­‐ -­‐ -­‐ -­‐ -­‐ -­‐ Doelstelling 5: uitdragen van de gezamenlijke identiteit van het stelsel Nationale Parken 5.1 25-­‐jarig jubileum 5.2 SNP brochure Nationale Parken 5.3 naamsbekendheid Nat. Parken 5.4 huisstijl en logo 0 0 3.500 0 170 -­‐ 10 5 50 5 40 -­‐ 500 1.000 110 10 60 5 30.000 525 710 Algemeen 6.1 V&E 6.2 onvoorzien Totaal 18
Nationaal Park Schiermonnikoog
Jaarplan 2014 Stichting Bezoekerscentrum Nationaal Park Schiermonnikoog Woord vooraf Voor u ligt het Jaarplan 2014 van de Stichting Bezoekerscentrum Nationaal Park Schiermonnikoog. In dit jaarplan worden de activiteiten beschreven die het komende jaar worden ontwikkeld en uitgevoerd. Het jaar 2014 wordt geen eenvoudig jaar. Tijden veranderen. De kreet ‘U vraagt, wij draaien’ is geen realiteit meer. We dienen zuinig om te gaan met onze middelen en de beschikbare capaciteit zodanig in te zetten dat deze maximaal benut wordt. Dat betekent dat we prioriteiten moeten stellen en soms ‘nee’ zullen moeten verkopen. Uiteraard zullen we ervoor zorg dragen dat de kwaliteit van de natuureducatie en onze dienstverlening gewaarborgd blijft. Komend jaar staat ook in het teken van de start van de realisatie van De Promenade, een multifunctioneel centrum voor toerist én eilander, waarin vele eilander organisaties een plek krijgen en zullen gaan samenwerken. Hoogstwaarschijnlijk zullen de fysieke bouwactiviteiten in het najaar 2014 van start gaan. In nauw overleg met het bouwteam en de betrokken organisaties zal onderzocht worden welke maatregelen genomen moeten worden om de diensten en activiteiten van het Bezoekerscentrum tijdens de bouw te kunnen continueren. Het Nationaal Park Schiermonnikoog viert in 2014 het 25-­‐jarig jubileum. Vanzelfsprekend zal het bezoekerscentrum daar waar mogelijk medewerking verlenen aan de uitvoering van het jubileumprogramma. Mia Michels, coördinator 2 Inhoudsopgave 1. Algemeen ....................................................................................................................... 4 2. Kernactiviteiten Bezoekerscentrum ................................................................................ 4 2.1 Publieksinformatie ......................................................................................................................................................4 2.2 Exposities.........................................................................................................................................................................5 2.3 Natuureducatie .............................................................................................................................................................5 2.4 Ontwikkeling educatief aanbod in samenwerking met Waddenzeeschool ........................................7 2.5 Nieuwe activiteiten .....................................................................................................................................................7 2.6 Winkel ...............................................................................................................................................................................7 2.7 Onderzoek .......................................................................................................................................................................8 2.8 Activiteiten in relatie tot Jaarplan Voorlichting & Educatie Nationaal Park ......................................8 3. Personeel, vrijwilligers en stagiaires ............................................................................... 8 3.1 Huidige formatie...........................................................................................................................................................8 3.2 Vrijwilligersbeleid .......................................................................................................................................................8 3.3 Scholing en training ....................................................................................................................................................8 3.4 Het bezoekerscentrum als leerbedrijf.................................................................................................................9 4. Huisvesting tijdens bouwfase De Promenade ................................................................. 9 5. Begroting 2014 ............................................................................................................. 10 3 1. Algemeen De Stichting Bezoekerscentrum Nationaal Park Schiermonnikoog (hierna: Bezoekerscentrum) stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan de voorlichting en educatie op het gebied van natuur en cultuur in het Waddengebied, in het bijzonder betreffende het gebied in en rond het Nationale Park Schiermonnikoog.1 Het Bezoekerscentrum vervult deze taak door het verlenen van verschillende diensten aan recreanten, scholieren en bewoners van Schiermonnikoog:  Informatiepunt over natuur, cultureel erfgoed en het leven op het eiland  Expositie: een permanente tentoonstelling en wisseltentoonstellingen i.s.m. de Cultuurhistorische Vereniging ’t Heer en Feer en anderen  Natuureducatieve activiteiten, zoals natuurexcursies en –workshops  Winkel met natuurboeken en natuurgerelateerde producten In 2014 zal weer actief inzet gepleegd worden op bovenstaande kernactiviteiten. Daarbij zal rekening gehouden moeten worden met de start van de bouwfase van De Promenade. Naar verwachting zullen de fysieke bouwwerkzaamheden direct na het zomerseizoen aanvangen. Dit betekent dat het Bezoekerscentrum vanaf 1 september 2014 tot eind 2015 geen gebruik zal kunnen maken van de huidige locatie. Voor deze periode zal gezocht moeten worden naar een alternatieve locatie waarin de kernactiviteiten (grotendeels) kunnen worden uitgevoerd. 2. Kernactiviteiten Bezoekerscentrum In de volgende paragrafen wordt per kernactiviteit weergegeven hoe deze in 2014 worden ingevuld. 2.1 Publieksinformatie  Informatievoorziening aan bezoekers over de natuur, cultureel erfgoed en het leven op Schiermonnikoog.  Openingstijden  laagseizoen (november t/m januari): woensdag en zaterdag van 10.00 – 12.00 uur en 13.30 – 17.00 uur laagseizoen (februari en maart): maandag t/m zaterdag van 10.00 – 12.00 uur en 13.30 – 17.00 uur  voor-­‐ en naseizoen (april t/m juni en september -­‐ oktober): maandag t/m zaterdag van 10.00 – 12.00 uur en 13.30 – 17.00 uur zondag van 10.00 – 14.00 uur  hoogseizoen (juli en augustus): maandag t/m zaterdag van 10.00 – 17.00 uur zondag van 10.00 – 14.00 uur 1 Bron: statuten Stichting Bezoekerscentrum Nationaal Park Schiermonnikoog 4 2.2 Exposities  Permanente expositie over de landschappen van Schiermonnikoog en een beeldpresentatie in de filmzaal.  Expositie van Cultuurhistorische Vereniging ’t Heer en Feer met als titel ‘Een kijkje in het eilander verleden’.  Wisseltentoonstellingen (1e etage): voorseizoen (april t/m juni): expositie van eilander schilderclub ‘De Kwast’ hoogseizoen (juli en augustus): expositie van diverse eilander kunstenaars Entreeprijs: € 1,00 p.p., kinderen t/m 11 jaar gratis Speurtocht voor schoolgroepen: € 1,50 per groepje van 4-­‐5 scholieren 2.3 Natuureducatie  Excursies voor scholen:  soort excursie: wad, jutten, broedvogel (NM), veldwerkprogramma en incidenteel andere natuurexcursies doel: aantal deelnemers gelijk aan 2013 (2013: 6.813 deelnemers) periode: voornamelijk in de maanden april t/m juni en september prijs: € 3,50 per deelnemer  Excursies voor groepen:  soort excursies: algemene fietstocht, jutten, wad, dorpswandeling en andere excursies doel: 800 deelnemers, aantal deelnemers zal lager zijn dan in 2013 i.v.m. nieuwe regeling uitvoering weekendexcursies (2013: 1.399 deelnemers) periode: jaarrond, voornamelijk in de weekenden prijs: afhankelijk van groepsgrootte, <10 deelnemers € 10,00 p.p., ≥10 deelnemers € 7,50 p.p., ≥20 deelnemers € 6,50 p.p.  Excursies individueel:  soort excursies: breed aanbod van natuurexcursies, uitgevoerd door het Bezoekerscentrum, Natuurmonumenten en het VrijwilligersCollectief. doel: 2.500 deelnemers, aantal deelnemers zal lager zijn dan in 2013 i.v.m. nieuwe regeling uitvoering weekendexcursies (2013: 3.049 deelnemers) periode: jaarrond prijs: € 6,00 volwassenen, € 3,50 kind t/m 11 jaar 5  Workshops:  activiteit: braakballen pluizen doel: 40 kinderen periode: 2x per jaar in schoolvakanties (voorjaar-­‐ en herfst) prijs: € 4,50 per kind  activiteit: vette vogeldag (i.s.m. Natuurmonumenten) doel: 80 kinderen + ledenwerving voor Natuurmonumenten periode: 2x per jaar in schoolvakanties (herfst-­‐ en Kerst) prijs: € 7,50 lid NM, € 9,50 niet leden  Overige educatieve producten (educatieve producten zonder begeleiding):  product: 7 Schatten van Schiermonnikoog, een educatieve fietstocht voor gezinnen met kinderen van 4 tot 12 jaar doel: verkoop van 200 stuks periode: jaarrond prijs: € 9,95  product: Schier Explorer, een educatieve GPS-­‐
fietstocht voor gezinnen met kinderen van 10 tot 14 jaar, tevens geschikt voor groepen doel: verkoop van 100 stuks periode: jaarrond prijs: € 12,00 (+borg voor huur tas met materialen en gps)  product: wandel-­‐ en fietsroutes doel: verkoop huidig aanbod, geen uitbreiding nodig periode: jaarrond prijs: € 0,50 per stuk  Boekingskantoor externen: Voor een aantal organisaties die natuurrecreatieve producten aanbieden verzorgt het Bezoekerscentrum de boekingen en ontvangt hiervoor een vergoeding. Dit betreft Natuurmonumenten, Huifkar, Balgexpres, Eendenkooi (i.s.m. NM), Vogelringstation en Bijenstation. In 2014 zullen deze afspraken gecontinueerd worden. Bij aanvang van het nieuwe seizoen (omstreeks maart) zullen gesprekken geagendeerd worden met de verschillende organisaties teneinde een optimale dienstverlening te kunnen bieden. 6 2.4 Ontwikkeling educatief aanbod in samenwerking met Waddenzeeschool Waddenzeeschool is het gezamenlijke educatieve portaal van de Nederlandse waddencentra, mogelijk gemaakt door de Regeling Draagvlak Natuur (RDN). Samen ontwikkelen zij educatieve programma’s voor het basis-­‐ en voortgezet onderwijs. Tevens vindt er uitwisseling plaats met de Duitse en Deense Waddencentra in de IWSS. 2014 is het laatste jaar van een meerjarige financiering vanuit de RDN. Er zijn voor de centra nog uren te besteden aan het project. Voor Schiermonnikoog is nog een budget voor 450 uur beschikbaar om te besteden aan het ombuigen van de huidige schoolexcursies naar het programma Beleef – Ontdek – Onderzoek. De aan het project besteedde uren kunnen worden gedeclareerd. Doelen: -­‐ besteding van 450 uur aan educatief schoolprogramma periode: voornamelijk in februari t/m april en oktober t/m december -­‐ in Waddencentra-­‐verband een nieuwe aanvraag ontwikkelen en indienen voor een vervolgprogramma vanaf 2015. 2.5 Nieuwe activiteiten In 2014 zal door het team van het Bezoekerscentrum een Strandprogramma ontwikkeld worden. Het strandprogramma is een educatieve workshop die bij slecht weer als binnenactiviteit aangeboden kan worden aan schoolgroepen. Onder begeleiding van een educatief medewerker en/of vrijwilligers zullen met schelpen en strandvondsten eigen ‘kunstwerken’ gemaakt worden. Daarbij wordt natuurlijk ook uitleg gegeven over het jutten, het strand en wat je daar zoal aantreft. doel: ontwikkelen van een strandprogramma voor bovenbouw basisonderwijs periode: najaar 2014 Het strandprogramma zal vanaf 2015 aan scholen worden aangeboden. 2.6 Winkel Het winkelassortiment van het bezoekerscentrum bestaat uit boeken over het eiland, over de natuur en kinderboeken. Ook worden er producten verkocht van Natuurmonumenten, de Vogelbescherming en de Bijzaak. Verder worden in de winkel vooral ansichtkaarten (o.a. Birdpix) en souvenirs verkocht. Het assortiment zal in 2014 vrijwel gelijk blijven aan het aanbod in voorgaande jaren. 7 2.7 Onderzoek In opdracht van Natuurcentrum Ameland levert het bezoekerscentrum een bijdrage aan een onderzoek naar bodemdaling. Een aantal keren per jaar wordt op het wad de dikte van de sliblaag gemeten. Deze gegevens worden doorgegeven aan het Natuurcentrum Ameland, die de gegevens verder analyseert. Het bezoekerscentrum ontvangt hiervoor een vergoeding. 2.8 Activiteiten in relatie tot Jaarplan Voorlichting & Educatie Nationaal Park In het Jaarplan Voorlichting en Educatie van het Nationaal Park Schiermonnikoog zijn activiteiten en projecten opgenomen die direct of indirect ondersteunend zijn voor de activiteiten van het Bezoekerscentrum. In het jaarplan V&E is ondermeer opgenomen: -­‐ een jaarlijkse bijscholingsdag voor medewerkers en vrijwilligers; -­‐ een budget voor (vervanging van) excursiematerialen; -­‐ een budget voor herdruk van folders en routes; -­‐ promotiebudget voor activiteiten. Het jaarplan V&E 2014 dient nog vastgesteld te worden door het Overlegorgaan van het Nationaal Park. Mogelijk zal er op het totale budget van € 30.000,-­‐ bezuinigd moeten worden. Zodra duidelijk is welk budget beschikbaar is, zullen prioriteiten in de activiteiten gesteld worden. 3. Personeel, vrijwilligers en stagiaires 3.1 Huidige formatie Per 1 januari 2014 heeft het bezoekerscentrum 5 medewerkers in dienst. In totaal 2,8 FTE. Per 1 maart 2014 zal een van de medewerkers afscheid nemen (0,2 FTE). Per 1 april zal een tweede medewerker vertrekken (0,8 FTE). Per 1 mei vertrekt een derde medewerker. Om het aanbod zowel kwalitatief en kwantitatief zo goed mogelijk op peil te houden zullen op tijdelijke basis door middel van een wervings-­‐ en selectieprocedure nieuwe medewerkers aangetrokken worden. Een fulltime medewerker met als kerntaken educatie en coördinatie vrijwilligers. Twee parttime medewerkers met als kerntaak baliewerkzaamheden. Per 1 januari 2014 is het bezoekerscentrum aangesloten bij de CAO Bos en Natuur, ondernemersdeel Natuurmonumenten, en het pensioenfonds BPL. Nieuwe medewerkers zullen hier aangemeld worden. 3.2 Vrijwilligersbeleid Het bezoekerscentrum werkt al jaren met vrijwilligers. Het ontbreekt nog aan een vrijwilligersbeleid, met daarin beschreven wat van de vrijwilligers verwacht wordt en wat zij van het bezoekerscentrum kunnen verwachten. In 2014 zal een vrijwilligersbeleid ontwikkeld worden. Mede met het oog op de toekomst zal een eerste stap gezet worden om meer vrijwilligers aan ons te binden. 3.3 Scholing en training Ieder jaar wordt de medewerkers van het bezoekerscentrum het volgende scholingsprogramma aangeboden: -­‐ herhalingscursus BHV (verplicht) -­‐ bijscholingsprogramma V&E (optioneel) 8 Voor het bijscholingsprogramma worden ook de aan het bezoekerscentrum verbonden vrijwilligers uitgenodigd. In 2014 willen we de medewerkers en vrijwilligers extra scholing aanbieden. Afhankelijk van vooropleiding, ervaring en functie zal een keuze gemaakt worden uit o.a. de volgende modules: -­‐ gastgericht werken; -­‐ didactische vaardigheden; -­‐ opleiding tot natuurgids. 3.4 Het bezoekerscentrum als leerbedrijf Het bezoekerscentrum ontvangt vrijwel jaarlijks leerlingen van de eilander middelbare school voor een maatschappelijke stage. Deze stage heeft tot doel de leerling kennis te laten maken met het werken in een organisatie. Dit zullen we ook in 2014 voortzetten. Naast maatschappelijke stages is het voornemen om ook mbo en hbo scholieren die een opleiding volgen in de natuureducatie of groen toerisme een stageplek te bieden. 4. Huisvesting tijdens bouwfase De Promenade Vermoedelijk zal direct na de zomermaanden een start gemaakt gaan worden met de bouw van De Promenade. De fasering van de bouw is nog niet bekend. We houden er rekening mee dat we per 1 september 2014 het huidige onderkomen van het bezoekerscentrum zullen moeten verlaten. De coördinator zal in het eerste kwartaal 2014 een plan ontwikkelen voor de huisvesting van het bezoekerscentrum vanaf 1 september 2014 tot en met het najaar 2015. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de kernactiviteiten zoveel mogelijk vanuit de alternatieve locatie(s) uitgevoerd kunnen worden. 9 5. Begroting 2014
Netto omzet 2 Subsidies Af: inkoopwaarden van de omzet Bruto winst Kosten Personeel Huisvesting Kantoorkosten Verkoopkosten Algemene kosten Onvoorzien Afschrijving Exploitatieresultaat Rentelasten/baten bank Rente fiscus ontvangen Buitengewone baten/lasten Vrijval crediteuren Exploitatieresultaat 95.300 152.600 __________ 247.900 15.000 __________ 232.900 165.700 18.700 4.000 13.000 14.500 12.500 1.400 __________ 229.800 3.100 300 -­‐-­‐ __________ 3.400 -­‐-­‐ -­‐-­‐ __________ 3.400 2 Onzekere factor in begroting 2014 is het effect van de aanvang van de bouwwerkzaamheden op de omzet en dus de exploitatie 10 Jaarverslag 2013 Commissie Voorlichting & Educatie Nationaal Park Schiermonnikoog Commissie Voorlichting & Educatie Nationaal Park Schiermonnikoog
Postbus 54, 9166 ZP Schiermonnikoog
www.np-schiermonnikoog.nl
Woord vooraf
Voor u lig het jaarverslag 2013 van de Commissie Voorlichting & Educatie van Nationaal Park
Schiermonnikoog. Opnieuw hebben we veel bezoekers mogen ontvangen en bekend gemaakt met de
natuur en het culturele erfgoed op het eiland. Zowel badgasten als eilanders, scholieren en studenten
van ver en dichtbij, bestuurders, medewerkers en vrijwilligers van natuurorganisaties. De
werkzaamheden zijn grotendeels conform het jaarplan uitgevoerd. Grotendeels, omdat het werk in het
Nationaal Park continu aan dynamiek en actualiteit onderhevig is.
In 2013 is een nieuw educatief product geïntroduceerd: de Schier Explorer. Een GPS-route met
educatieve opdrachten voor jongeren van 10-14 jaar, tevens geschikt voor groepen. Ook is de nieuwe
website online gegaan die voldoet aan de landelijke huisstijl van de Nationale Parken. De Dag van het
Nationaal Park stond in het teken van ‘Smaak’. Een proeverij in en rondom het Nationaal Park en een
aantal smaakexcursies maakten de dag tot een succes.
De Commissie V&E is een belangrijke drager op het eiland voor de inzet op voorlichting en educatie.
De commissie bestaat uit een actieve en betrokken groep mensen, die meedenkt over en meewerkt
aan de kwaliteit van het aanbod en het draagvlak voor de inzet. De brede vertegenwoordiging van
eilanders in de commissie borgt de herkenbaarheid van ons werk.
De belangrijkste doelgroepen waarvoor V&E werkt zijn:
- Recreanten (verblijfstoerisme en dagrecreatie);
- Onderwijs (eilander scholen en scholen van de wal);
- Bevolking (zowel voor deelname aan activiteiten als voor inspraak en draagvlak voor beheer
en ontwikkeling).
Dit gecombineerde jaarverslag geeft op hoofdlijnen een weerslag van het werk dat we in 2013 verzet
hebben.
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog,
januari 2014,
Thijs de Boer
Mia Michels
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog 1 Inhoudsopgave 1. Het kader: meerjarenplan 2011 – 2015 ..............................................................................3 2. Cijfers ..............................................................................................................................................4 2.1 Excursies................................................................................................................................................4 2.2 Overige cijfers ......................................................................................................................................5 3. Doelgroepen .................................................................................................................................6 3.1 Recreanten ............................................................................................................................................6 3.2 Onderwijs ..............................................................................................................................................7 3.3 Bevolking...............................................................................................................................................7 4. Speciale projecten.......................................................................................................................9 4.1 Dag van het Nationaal Park .............................................................................................................9 4.2 Schier Explorer ....................................................................................................................................9 4.3 Website en digitale nieuwsbrief ....................................................................................................9 4.4 Informatiegids Nationaal Park Schiermonnikoog................................................................ 10 5. Algemene werkzaamheden .................................................................................................. 11 5.1 Cluster van activiteiten conform jaarplan .............................................................................. 11 5.2 Ureninzet ............................................................................................................................................ 11 Bijlage I: Overzicht excursies 2007 -­ 2013........................................................................... 12 2 Jaarverslag V&E 2013 1. Het kader: meerjarenplan 2011 – 2015 De werkzaamheden die de coördinator en medewerker Voorlichting & Educatie (V&E) uitvoeren
worden voor meerdere jaren als programma gepland. De uitvoering van het werk in 2013 vindt zijn
basis in het Strategisch Meerjarenplan Communicatie 2011–2015. De opzet en uitwerking van
programma’s zijn ieder jaar grotendeels gelijk, aanpassing en nuancering gebeurt door in overleg met
de doelgroepen te kiezen voor een invulling op maat.
De communicatiedoelen van het strategisch meerjarenplan stonden in 2013 centraal:
 Stimuleren van beleving van de belangrijkste natuur- en landschapswaarden van het eiland:
rust, ruimte, afwisseling en biodiversiteit. De natuur is bereikbaar, toegankelijk en er zijn leuke
en uitdagende natuuractiviteiten te doen.
 Vergroten van kennis, inzicht en bewustwording van de natuurwaarden en het belang van
natuurbescherming en -herstel op zowel lokaal, regionaal, nationaal als internationaal niveau,
inclusief de doelen en maatregelen vanuit Natura 2000 (in het bijzonder biodiversiteit,
natuurlijke processen en dynamiek).
 Versterken van het draagvlak door bewoners en bezoekers te betrekken bij beleidsontwikkeling
en beheer van het Nationaal Park en Natura 2000 doelen en maatregelen.
 Vergroten van inzicht in de veranderende vraag in overleg met de doelgroepen.
 Bijdragen aan het uitdragen van de gezamenlijke identiteit van het stelsel Nationale Parken.
Feitelijk gelden deze communicatiedoelen als uitgangspunten en randvoorwaarden voor alle
educatieve activiteiten die binnen de grenzen van het Nationaal Park Schiermonnikoog worden
georganiseerd.
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog 3 2. Cijfers 2.1 Excursies In 2013 hebben we met onze (natuur)activiteiten opnieuw veel mensen bereikt. V&E heeft daarin
vooral een stimulerende en coördinerende rol en draagt bij aan het realiseren van bekendheid van het
aanbod. Om een indruk te krijgen van de omvang van deelname aan excursies in 2013 en de jaren
daarvoor is hieronder een overzicht opgenomen (figuur 2.1). Een specificatie van de activiteiten wordt
weergegeven in bijlage I.
12000 10000 8000 excursies 2007 -­‐ 2013 6000 schoolbezoek 2007 -­‐ 2013 veldwerk 2007 -­‐ 2013 4000 2000 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 2.1 Overzicht aantal deelnemers excursies 2007 t/m 2013
Uit figuur 2.1 blijkt dat het aantal deelnemers voor excursies in 2013 vrijwel gelijk is aan de
excursiedeelname in 2012. Het aantal schoolgroepen vertoonde een lichte toename (10%),
daarentegen is het aantal excursies open inschrijving afgenomen. Het aantal excursies voor overige
groepen (bedrijfsuitjes, familiereünies e.d.) is vrijwel constant gebleven. In 2012 constateerden we een
terugloop in de excursies gegeven door het VrijwilligersCollectief. In 2013 zagen we in de maanden
juli en augustus weer een stijgende lijn.
Het aantal leerlingen dat een bezoek heeft gebracht aan de expositie in het Bezoekerscentrum is in de
loop der jaren enorm afgenomen, van 3.102 leerlingen in 2007 naar 1.424 leerlingen in 2013.
Het aantal leerlingen dat gebruik heeft gemaakt van een zelf uit te voeren veldwerkprogramma is in
2013 met zo’n 20% gedaald. De verklaring hiervoor ligt in het feit dat we meer scholen een excursie
onder begeleiding van een gids hebben kunnen aanbieden dan in 2012.
Wegens het grote succes is in januari en in de herfstvakantie weer een Vette Vogeldag
georganiseerd. Een binnenactiviteit waarbij kinderen allerlei lekkernijen voor vogels in de winter
klaarmaken. Beide keren gingen zo’n 50 kinderen met plezier aan de slag met het timmeren van een
vogelhuisje en het maken van pindaslingers en vetbollen. En natuurlijk mocht ook in 2013 het
‘Braakballen pluizen’ niet ontbreken. Deze activiteit is ook tweemaal georganiseerd. Beide keren met
een maximaal aantal kinderen.
4 Jaarverslag V&E 2013 2.2 Overige cijfers Het Bezoekerscentrum Schiermonnikoog ontving zowel in 2013 ongeveer 40.000 bezoekers. Circa
25% hiervan bracht een bezoek aan de expositie. De website van het Nationaal Park
Schiermonnikoog werd in 2013 door 29.340 mensen bezocht. Een stijging van ruim 70% ten opzichte
van voorgaande jaren. De vernieuwing van de website heeft dus veel extra bezoekers aangetrokken.
De meest bezochte pagina’s waren het weer en de getijdentabel, gevolgd door de pagina’s ‘wat kan ik
doen’ en de activiteitenkalender. Circa 1/3 van de bezoekers is via een zoekopdracht in Google op de
website terecht gekomen.
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog 5 3. Doelgroepen In het jaarplan 2013 worden per doelgroep (recreanten, onderwijs, bevolking) verschillende activiteiten
beschreven. Veel daarvan zijn reguliere activiteiten, die jaarlijks terugkeren. Enkele andere zijn in
2013 eenmalig uitgevoerd.
3.1 Recreanten De doelgroep recreanten is belangrijk voor het Nationaal Park. Schiermonnikoog wordt jaarlijks door
circa 275.000 dagjesmensen en verblijfsrecreanten bezocht. Een groot deel van hen komt niet enkel
als badgast, maar bezoekt het eiland vooral vanwege het natuurschoon en de bijzondere
landschappen.
Voorlichting via bestaande media Door V&E is actief gepubliceerd in alle
eilander uitgaven om zoveel mogelijk
publieksgroepen te bereiken. Activiteiten zijn
vermeld in Het Baken (de opvolger van de
Eilander Paidwiizer), de Dorpsbode en
natuurlijk het kleurenkatern van het Nationaal
Park in de kwartaalkrant Lytje Pole.
Bovenvermelde uitgaven bereiken in elk geval
het grootste deel van de groep
verblijfsrecreanten met het aanbod van
activiteiten en natuurinformatie. Met de
Dorpsbode wordt het grootste deel van de
inwoners bereikt.
Internet De website van het Nationaal Park wordt voornamelijk bezocht door gasten die op zoek zijn naar
gevarieerde informatie over het eiland. In 2013 is de website geheel vernieuwd en heeft V&E de
website voorzien van informatie over het excursieaanbod, een telkens geactualiseerde
activiteitenkalender, bijzondere natuurwaarnemingen en informatie over het Nationaal Park. Ook is
een eerste digitale nieuwsbrief verschenen over de voortgang van de planvorming rondom
maatregelen in het Beheer- en Inrichtingsplan plus 2011-2022.
Folders en natuurroutes Actuele en ondubbelzinnige informatie is belangrijk om de doelgroepen eenduidig te informeren over
de voorzieningen en het activiteitenaanbod in het Nationaal Park Schiermonnikoog. Er is een
uitgebreid assortiment folders en natuurroutes beschikbaar. In het najaar van 2013 is de
informatiemap die bij eilander recreatieondernemers op de leestafel ligt geheel herzien.
Expositie bezoekerscentrum De huidige expositie in het bezoekerscentrum vertelt het verhaal van de landschappen van
Schiermonnikoog. Deze expositie is sterk verouderd en nieuwe plannen liggen klaar voor de
ontwikkeling van een bezoekerscentrum nieuwe stijl, De Promenade genaamd.
Hoogstwaarschijnlijk zal de fysieke bouw na de zomer 2014 aanvangen. In werkgroepen worden de
thema’s voor de nieuwe expositie verder uitgewerkt. In deze werkgroepen zijn de in de Promenade
participerende organisaties vertegenwoordigd.
De Commissie V&E zal de uitkomst van deze besprekingen nauwlettend volgen en ervoor waken dat
het Nationaal Park een duidelijk herkenbare plek krijgt in het nieuwe centrum, zoals in een eerdere
notitie is beschreven.
Nacht van de Nacht In het kader van de Nacht van de Nacht, een landelijke activiteit die mensen bewust wil maken van
het belang van duisternis, organiseerde het Bezoekerscentrum in de herfstvakantie een aantal leuke
activiteiten voor jong en oud. Zo konden kinderen braakballen pluizen, was er een sterrenlezing en
konden deelnemers tijdens een avondwandeling Schiermonnikoog in het duister beleven.
6 Jaarverslag V&E 2013 Nascholing gidsen en excursieleiders In januari 2013 werd een nascholingsactiviteit gehouden voor de gidsen van het Vrijwilligerscollectief,
het Bezoekerscentrum en Natuurmonumenten. Deze dag stond in het teken van de zeezoogdieren.
Sjoukje Hiemstra, werkzaam bij de faculteit diergeneeskunde aan de UU, vertelde met veel passie
over strandingen van zeehonden, bruinvissen en andere walvisachtige aan de Noordzeekust. Welke
procedures worden gevolgd bij strandingen, waar gaan de dieren heen en hoe wordt bij dode dieren
de doodsoorzaak vastgesteld.
In juni organiseerde het VrijwilligersCollectief zelf ook nog een bijscholing over kiezelwieren. Hiervoor
was Karin de Boer uitgenodigd, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na een boeiende
presentatie met fraaie beelden van de kiezelwieren ging het gezelschap naar het wad om ze in het
echt te aanschouwen.
3.2 Onderwijs Basisschool Yn de Mande Alle basisschoolkinderen van het eiland zijn in het
najaar 2013 onder begeleiding van een gids de natuur
in geweest.
De allerkleinsten gingen op pad met het
VrijwilligersCollectief. De groepen 1 en 2 gingen op
zoek naar bosgeheimen; de groepen 3, 4 en 5
kwamen van alles te weten over kleine beestjes.
Voor groep 6 was in het bezoekerscentrum een
activiteit georganiseerd in het kader van de herfstweek
en de groepen 7 en 8 gingen het wad op. Het
schoolprogramma werd ontwikkeld in samenwerking
met de Natuur- en Vogelwacht Schiermonnikoog.
Scholen van de wal Het aanbod van excursies en veldwerk was in 2013 onverminderd groot. Met name in de maanden
mei en juni waren wekelijks veel schoolgroepen te vinden in het veld. Ook na de zomervakantie
kwamen er nog relatief veel scholen naar Schiermonnikoog. Uit het overzicht dat in bijlage I is
weergegeven blijkt dat veel leerlingen hebben deelgenomen aan activiteiten, zelfs meer dan het jaar
daarvoor.
Pitch eerstejaars studenten NHL Ook in 2013 organiseerde de NHL (Hogeschool Leeuwarden) hun introductiedagen voor de
eerstejaars communicatiestudenten op Schiermonnikoog. In opdracht van het Nationaal Park hielden
zo’n 100 aspirant studenten een pitch over de vraag hoe we communicatie kunnen inzetten om meer
jongeren van 14 tot 18 jaar te bereiken. Na een presentatie over het Nationaal Park en een kort
bezoek aan de expositie in het Bezoekerscentrum gingen de studenten vol enthousiasme aan de slag
om met de wildste ideeën een pitch vorm te geven. Van zomerkampen tot natuurweekenden en van
social media tot ‘Google nature view’.
3.3 Bevolking Dorpsbode Door V&E is elke maand in de Dorpsbode (die tweewekelijks verschijnt) een stukje verschenen vanuit
het Nationaal Park. De items varieerden van beleidszaken over het beheer tot informatie over actuele
projecten en natuurwaarnemingen.
Inspraakavonden Voorafgaand aan de vergaderingen van het Overlegorgaan Nationaal Park zijn in 2013
inspraakavonden voor de bevolking georganiseerd. Gemiddeld kwamen er circa 30 bewoners per
avond. Het Overlegorgaan is in 2013 driemaal bijeengekomen.
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog 7 Lezingen en informatieavonden In samenwerking met de Natuur- en Vogelwacht Schiermonnikoog (NVWS) organiseert V&E lezingen
voor belangstellenden. Deze avonden worden grotendeels bezocht door de eilander bevolking. In
maart 2013 hield Peter Korsten een lezing over Soay-schapen op St Kilda. Ditzelfde schapenras wordt
door de beheerder op Schiermonnikoog ingezet als drukbegrazing. De lezing werd bezocht door 25
belangstellenden.
In april 2013 hield Rijkswaterstaat (RWS) een voorlichtingsavond over de rol van RWS bij
bedreigingen op zee. Deze avond trok 35 bezoekers.
Aansluitend op de inspraakavond in september werd een publieksavond georganiseerd over het
begrazingsplan. Op deze avond waren 40 bewoners aanwezig. De opmerkingen en discussie naar
aanleiding van de voorlichting zijn betrokken in de verdere planvorming rondom het begrazingsproject.
8 Jaarverslag V&E 2013 4. Speciale projecten 4.1 Dag van het Nationaal Park In vervolg op het succes van 2012 werd op 25 mei 2013
voor de tweede keer de Dag van het Nationaal Park
gevierd. Een landelijk evenement met als doel het stelsel
van Nationale Parken in Nederland op de kaart te zetten.
Het thema van deze dag was ‘Smaak’. In en rondom het
Nationaal Park werd een ‘proeverij’ georganiseerd.
Bezoekers bezochten aan de hand van een routekaart
diverse locaties waar ze werden ontvangen met een
lekkernij uit de streek. Ook werden op deze dag een
aantal smaakexcursies georganiseerd.
Promotie hiervoor werd gedaan door middel van posters
op vele plekken op het eiland en door radiospots op
regionale zenders, ontwikkeld door de SNP. In totaal
namen gedurende deze dagen 125 mensen deel aan de
activiteiten.
4.2 Schier Explorer Om het Nationaal Park zelf te verkennen zijn er verschillende
wandel- en fietsroutes verkrijgbaar in het Bezoekerscentrum. Ook
is er enkele jaren geleden een leuke 7-schattentocht voor de
kleintjes ontwikkeld. Een spannende route voor de jeugd van 1014 jaar ontbrak nog. In 2012 is een start gemaakt met de
ontwikkeling van een educatieve GPS-route, de zgn. Schier
Explorer. Een spel waarbij schat zoeken, navigeren, verzamelen
en educatieve natuuropdrachten worden gecombineerd. In het
voorjaar van 2013 is in samenwerking met het team van het
bezoekerscentrum er hard aan gewerkt om de Schier Explorer in
de zomermaanden aan te kunnen bieden. Dat is gelukt en met
succes. Veel gasten hebben met de GPS op zak gespeurd naar de verborgen capsules. We hebben
veel positieve reacties mogen ontvangen.
4.3 Website en digitale nieuwsbrief Medio januari 2013 ging de vernieuwde website van het Nationaal Park online. De teksten van de
website waren in 2012 volledig herzien en de website werd in de huisstijl gegoten van de landelijke
Nationale Parken. Een succes, zo bleek, want het bezoek aan de website lag in 2013 70% hoger dan
in voorgaande jaren. In totaal bezochten 29.340 bezoekers de website np-schiermonnikoog.nl
De vernieuwing van de website bracht nog een ander voordeel met zich mee. Voorheen kon alleen de
webmaster artikelen op de website plaatsen of wijzigingen doorvoeren. Voor de nieuwe website zijn
ook de coördinator en medewerker V&E opgeleid om veranderingen door te voeren.
In het voorjaar 2013 bracht het Nationaal Park Schiermonnikoog een eerste digitale nieuwsbrief uit.
Het thema van de nieuwsbrief was informatie over de voortgang van de planvorming rondom de
maatregelen uit het Beheer- en Inrichtingsplan plus 2011-2022. Bij wijze van kennismaking met deze
voor het Nationaal Park nieuwe vorm van communicatie werd de nieuwsbrief eenmalig in geprinte
vorm op het eiland huis-aan-huis verspreid. Lezers werden erop attent gemaakt dat zij zich op de
website konden aanmelden als zij ook in de toekomst een nieuwsbrief wensten te ontvangen. Een
relatief klein deel van de bevolking heeft zich aangemeld.
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog 9 4.4 Informatiegids Nationaal Park Schiermonnikoog In het najaar 2013 is door de educatief medewerker de informatiegids over het Nationaal Park
Schiermonnikoog volledig vernieuwd. De teksten en foto’s zijn geactualiseerd en de gids is in de
huisstijl van het park opgemaakt. De gids zal in het voorjaar 2014 aangeboden worden aan eilander
recreatieondernemers. De gids is bestemd voor hun bezoekers en biedt achtergrondinformatie over
het Nationaal Park.
10 Jaarverslag V&E 2013 5. Algemene werkzaamheden De coördinator V&E voert gedurende het jaar een cluster van activiteiten uit dat meer in het algemeen
bijdraagt aan de kwaliteit en ontwikkeling van voorlichting en educatie in het Nationaal Park
Schiermonnikoog. Aan dit cluster van activiteiten is in 2013 conform het jaarplan uitvoering gegeven.
5.1 Cluster van activiteiten conform jaarplan Commissie Voorlichting & Educatie De Commissie Voorlichting & Educatie kwam in 2013 drie maal bijeen. De coördinator V&E is
secretaris voor de commissie en draagt zorg voor voorbereiding van de vergaderingen en de
vergaderstukken en het onderhouden van de tussentijdse contacten. De medewerker V&E verzorgt de
verslaglegging van de vergaderingen. De commissie leverde een waardevolle bijdrage in het
voorbereiden en afstemmen van activiteiten, het versterken van draagvlak en de samenstelling van
een nieuwe jaarplannen voor 2014.
Werkgroep Beheer De coördinator V&E heeft in de werkgroep beheer een adviserende rol en volgt de vergaderingen van
deze werkgroep om goed geïnformeerd te zijn over het beheer en actuele ontwikkelingen daarin.
Parkenoverleg Om binnen het netwerk van Nationale Parken volwaardig als partner te functioneren, neemt de
coördinator deel in een landelijk parkenoverleg. In 2013 is daartoe deelgenomen aan het
voorjaarsoverleg in april en de najaarsvergadering in november. Ook heeft de coördinator
deelgenomen aan een themadag over de toekomst van Nationale Parken, georganiseerd door het
SNP.
Jaarplan en jaarverslag Conform de voornemens en de verplichtingen daartoe heeft de coördinator V&E in het eerste halfjaar
een jaarverslag 2012 opgeleverd en is in afstemming met de Commissie V&E (en het werkveld) in het
najaar een jaarplan 2014 opgesteld.
Deelname toekomstvisie De Promenade
In 2013 vond enkele malen afstemming en overleg met het bestuur van de Stichting Promenade
plaats, om de positie van Voorlichting & Educatie in de plannen te borgen. Die afstemming vond
plaats in gezamenlijkheid met andere belanghebbenden op het eiland en in afstemming met het
Overlegorgaan. De verwachting is dat in 2014 gestart zal worden met de realisatiefase.
Informatie, advies en doorverwijzing Zowel de coördinator V&E als de medewerker V&E zijn voor veel doelgroepen een direct
aanspreekpunt om informatie in te winnen, bij te dragen aan projectontwikkeling of te adviseren over
activiteiten. Voor een belangrijk deel vinden die acties plaats binnen de geplande activiteiten, maar er
zijn ook veel actuele ontwikkeling en adhoc zaken die spelen. Ook in 2013 is om die reden tijd
geïnvesteerd om informatiezoekers te bedienen en waar nodig door te verwijzen.
5.2 Ureninzet Voor de uitvoering van het jaarplan 2013 was 612 uren beschikbaar voor de functie van coördinator
en 710 voor de functie van educatief medewerker. De ureninzet van de coördinator en educatief
medewerker hebben conform geplande inzet plaatsgevonden. De goede samenwerking met het
bezoekerscentrum, Natuurmonumenten en het Vrijwilligerscollectief en de sterke betrokkenheid van
de Commissie V&E hebben er mede voor gezorgd dat de geplande activiteiten zijn ontwikkeld en
uitgevoerd.
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog 11 Bijlage I: Overzicht excursies 2007 -­‐ 2013 2007
individueel BC wad
Jutterstocht
planten
vogels
wow
alg. fietstocht
zwerfvuil
dorp
paddenstoelen
totaal
schoolgroepen
BC
wad
jutterstocht
wow/planten
vogeltrackers
alg. fietstocht
totaal
overige
groepen BC
vogels
wow
alg. fietstocht
zwerfvuil
wad
jutterstocht
dorp
totaal
schoolgroepen
NM
broedvogels
kwelder
totaal
individueel NM broedvogels
kwelder
eendenkooi
berken
trekken
vogelringstation
bijenstal
totaal
VC
12 wad
Watt
kinderwad
vogel
2008
2009
2010
2011
2012
totaal totaal totaal totaal totaal totaal
216
269
396
267
276
296
383
347
543
355
347
371
46
0
0
60
66
14
164
342
307
105
109
179
98
9
13
333
55
105
150
147
213
76
52
68
0
7
0
25
15
6
0
0
0
35
0
0
60
15
0
80
9
51
1336
929 1090 1117 1136 1472
2340
1612
734
222
2162
1693
657
452
4908
2012 2013 2013
per
per
exc.
totaal exc.
17
283
15
16
347
17
0
0
0
10
129
9
7
0
0
14
361
16
0
0
0
0
0
0
0
15
15
14
1135
14
4964
2870
2176
567
206
269
6088
2923
2213
436
147
259
5978
2483
2613
470
192
281
6039
2334
2472
374
0
177
5357
22
23
27
0
25
23
2968
2295
118
240
295
5916
23
22
20
22
23
22
10
405
482
25
484
354
0
1760
49
303
851
18
388
400
0
2009
94
212
589
0
347
129
0
1371
105
207
379
132
111
243
0
1177
85
187
415
69
160
309
54
1279
24
150
589
40
125
233
181
1342
12
18
17
20
15
15
16
16
92
87
571
16
197
252
184
1399
13
15
17
16
17
20
17
17
495
40
535
987
43
1030
613
0
613
803
0
803
692
0
692
536
0
536
21
0
21
454
0
454
23
0
23
50
0
60
50
0
117
290
0
188
267
0
174
120
0
313
120
0
473
14
0
11
120
0
200
14
0
10
0
0
0
72
104
70
7
60
8
128
0
238
120
0
287
175
0
653
175
0
688
166
26
729
255
70
988
12
5
11
214
25
619
10
6
11
203
54
16
68
545
91
0
112
484
57
56
72
539
140
29
99
516
109
0
65
463
107
0
55
14
15
0
7
418
143
0
103
14
15
0
11
Jaarverslag V&E 2013 10
11
16
5
2007
191
22
20
8
2008
60
13
24
19
2009
32
19
25
4
2010
155
18
35
33
2011
127
5
22
23
2012
5
2
2
0
0
0
0
0
0
25
52
87
67
69
28
7
47
12
34
70
38
50
165
122
11
212
16
11
0
14
3
25
11
7
0
13
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13
3
0
0
0
44
47
34
0
25
474
1280
88
52
0
0
72
32
20
1212
86
110
28
0
38
0
19
1292
7
53
17
51
18
41
19
1384
0
37
43
22
10
43
6
1113
0
9
9
11
5
14
6
12
0
71
0
0
90
48
14
1295
0
10
0
0
15
12
14
12
individueel
schoolgroepen
overige
groepen
totaal
1336
929
1090
1117
1136
1472
14
1135
14
4908
4964
6088
5978
6039
5357
23
5916
22
1760
8004
2009
7902
1371
8549
1177
9272
1279
8454
1342
8171
16
20
1399
8450
17
20
238
287
290
688
803
729
692
988
536
11
21
619
454
11
23
NM
NM
individueel
schoolgroepen
totaal
535
773
1030
1317
613
903
1491
1421
1524
14
1073
23
VC
totaal
474
1280
1212
1292
1384
1113
12
1295
12
17 10818
20
strand
duin
kruiden
kwelder
VC, vervolg
BC
BC
BC
BC
NM
kleur in de
natuur
avondwandeling
kleine
beestjes
wandeling om
de west
oosterkwelder
aardewandeling
avondtuur
sluiptocht
bunker
dorp
sterren
slikslee
totaal
14
88
9
5
8
8
11
38
6
8
15
5
2012 2013 2013
per
per
totaal totaal totaal totaal totaal totaal exc.
totaal exc.
Excursies
totaal
9251 10379 10027 11055 11259 10808
BC
schoolbezoek
3102
3162
2355
2201
2018
2070
27
1424
25
12
0
0
97
0
0
0
60
20
12
0
0
0
0
0
0
0
0
100
319
0
443
130
543
0
673
20
0
52
72
20
187
0
304
84
406
69
559
20
494
40
554
20
32
20
28
108
259
16
443
22
20
16
21
BC
BC
BC
BC
BC
BC
veldwerk
strand
veldwerk
duinen
veldwerk
kornet
veldwerk wad
zwerfvuil
veldwerk tot.
BC = Bezoekerscentrum, NM = Natuurmonumenten, VC = Vrijwilligerscollectief
Commissie Voorlichting & Educatie Schiermonnikoog 13 Mededeling uitvoering Begrazingsplan voor Overlegorgaan 5 juni 2014
In de Overlegorgaanvergadering van 13 februari is het begrazingsplan voor het Nationaal
Park Schiermonnikoog vastgesteld. Het Overlegorgaan heeft tijdens deze vergadering
Natuurmonumenten verzocht om de eerste uitvoeringsfase verder uit te werken.
De volgende zaken zullen in deze uitwerking worden meegenomen:
- Beheer en organisatie. Wie wordt eigenaar van de dieren, wie beheert ze en wie
voert het toezicht uit?
- Raskeuze runderen
- Monitoringsplan. Dit zal bestaan uit monitoring van de natuurwaarden (structuur,
vegetatietypen, plantensoorten, vogels, vlinders, konijnen) monitoring van de zandige
kering en uit monitoring van de grazers (gezondheid, kuddeopbouw,
aantalsontwikkeling, terreingebruik, interactie met publiek).
- Opstellen ecologische adviesvraag aan het deskundigenteam OBN over hoe de
begrazing uitgebreid kan worden naar andere delen van het duingebied.
- Toetsing van het begrazingsplan in relatie tot de te halen N2000-doelen
- Communicatieplan
- Vergunningen
- Begroting en financiering
Inmiddels heeft Natuurmonumenten Free Nature opdracht gegeven om de regie te voeren
bij de totstandkoming van dit plan van aanpak. Verder zijn er werkgroepen samengesteld om
bovengenoemde thema’s verder uit te werken. Hierin zitten leden van de Werkgroep Beheer
en de Commissie Voorlichting en Educatie. Zie ook de bijlage.
Op de volgende onderdelen is momenteel voortgang te melden:
Beheer en organisatie
Natuurmonumenten werkt momenteel samen met Free Nature de verschillende
mogelijkheden uit. Hierbij wordt ook contact gezocht met de Vereniging Boerenbelang om te
onderzoeken of de boeren een rol zouden kunnen spelen in de organisatie en zo ja, welke.
Monitoringsplan
Het monitoringsplan voor de natuurwaarden is in voorbereiding. Natuurmonumenten stelt dit
in nauw contact met Chris Smit (Rijksuniversiteit Groningen) op.
Ecologische adviesaanvraag
Het Deskundigenteam OBN is inmiddels gevraagd voor het opstellen van een ecologisch
advies. De deskundigen gaan de volgende zaken nader uitwerken:
- Kunnen we met de voorgestelde begrazing de voor de Duinen van Schiermonnikoog
vastgestelde Natura 2000-doelen halen?
- Zijn er aan de hand van ervaringen in andere begraasde duingebieden uitspraken te
doen over de gewenste dichtheden van grazers, in relatie tot kwetsbare habitats en
soorten?
- Wat voor aanvullende beheermaatregelen zijn er eventueel nodig?
- Moeten er voor sommige natuurwaarden eventueel mitigerende maatregelen worden
getroffen?
In juni zal het deskundigenteam een terreinbezoek brengen aan het eiland, waarna ze
een ecologisch advies zullen opstellen.
Communicatieplan
Een stagiaire bij het Bezoekerscentrum maakt een eerste opzet voor het communicatieplan
begrazing (begin juni). Dit zal vervolgens door Natuurmonumenten en de Commissie
voorlichting en educatie en verder worden uitgewerkt.
Tijdsplanning
Uitwerken eerste fase: februari – mei 2014
Melden voortgang Overlegorgaan: juni
Financiering en vergunningen: mei – oktober
Klaarmaken terrein: oktober – maart
Start begrazing: april 2015
Voorstel uitwerking Plan van aanpak eerste fase begrazing
Tijdens de bijeenkomst van donderdag 13 februari heeft het Overlegorgaan het begrazingsplan
goedgekeurd. In de bij het plan gevoegde oplegnotitie staat een overzicht van de onderdelen die
voor de eerste fase nader moeten worden uitgewerkt. Natuurmonumenten is verantwoordelijk voor
deze uitwerking, maar wordt daarbij bijgestaan door een slagvaardige kerngroep. Het secretariaat
van het Nationaal Park heeft een voorstel gedaan voor de invulling hiervan. De Vereniging
Boerenbelang heeft naar aanleiding hiervan aangegeven ook graag te willen participeren in de
kerngroep.
De onderwerpen die moeten worden uitgewerkt zijn zeer divers van aard. Niet elke organisatie zal
evenveel affiniteit hebben bij ieder thema. Om enerzijds optimaal gebruik te maken van ieders
expertise en anderzijds niet te veel van jullie tijd te vragen, stel ik de volgende werkwijze voor. In
plaats van plenaire bijeenkomsten van de kerngroep waarin alle thema’s worden besproken, wil ik
graag per thema een kleine werkgroep aan het werk zetten. Hierin zijn steeds enkele leden van de
kerngroep vertegenwoordigd. Hieronder geef ik per thema aan hoe ik dit voor me zie. Mocht je
naam/organisatie ergens onterecht wel of niet bij staan, laat het me dan weten. Bovendien is de
samenstelling van de verschillende werkgroepen niet in graniet gegoten. Als er gedurende het
proces behoefte is deze aan te passen, dan kan dat uiteraard.
Natuurmonumenten zit in iedere werkgroep en zorgt voor de voortgang. In sommige gevallen
kunnen de werkgroepen ‘live’ bij elkaar komen, maar er is ongetwijfeld ook een heleboel via email
en telefoon te doen. Zelf voer ik de regie over het geheel. Ik zal er ook voor zorgen dat het resultaat
van het werk van de werkgroepen gecommuniceerd wordt naar de rest van de kerngroep, zodat de
leden hiervan uiteindelijk van alles op de hoogte (kunnen) zijn.
1. Beheer en organisatie
Eigendom en beheer
Resultaat: Vragen die beantwoord moeten worden zijn: wie wordt eigenaar van de dieren, wie
beheert ze en wie voert het toezicht uit?
Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Free Nature, Vereniging Boerenbelang
Raskeuze runderen
Resultaat: Er zijn in de discussie verschillende rundersoorten de revue gepasseerd: onder andere
sayaguesa, hereford, galloway. Hier zal een definitieve keuze moeten worden gemaakt.
Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Free Nature, Vereniging Boerenbelang
Terreininrichting
Resultaat: Vragen die beantwoord moeten worden zijn: Waar moeten de rasters komen? Waar
drinkplekken? Waar kunnen de Soayschapen heen?
Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Free Nature, Vereniging Boerenbelang, Natuur- en
Vogelwacht, Arjen Kok.
2. Monitoring
Monitoring natuur
Resultaat: Een monitoringsplan voor de natuurwaarden in het gebied (structuur, vegetatietypen,
plantensoorten, vogels, vlinders, konijnen). Ook moeten er nulmetingen worden uitgevoerd.
Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Natuur- en Vogelwacht, Free Nature.
Monitoring zandige kering
Resultaat: Een monitoringsplan voor de gevolgen van begrazing op de zandige kering.
Betrokken partijen: Natuurmonumenten en Wetterskip Fryslân, Free Nature
Monitoring grazers
Resultaat: Een monitoringsplan voor de grazers (gezondheid van de dieren, kuddeopbouw,
aantalsontwikkeling, terreingebruik, interactie met publiek)
Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Free Nature, Vereniging Boerenbelang
3. Communicatieplan
Resultaat: Een plan waarin staat hoe we de publiekscommunicatie willen organiseren en welke
communicatiemiddelen hiervoor nodig zijn.
Betrokken partijen: Voorlichting en educatie, Natuurmonumenten, gemeente, Free Nature
4. Ecologische toetsing
Adviesvraag OBN
Resultaat: Opstellen ecologische adviesvraag aan het deskundigenteam OBN over hoe de begrazing
uitgebreid kan worden naar andere delen van het duingebied.
Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Provincie Fryslân
Toetsing van het begrazingsplan in relatie tot de te halen N2000-doelen
Resultaat: Een document met de gevolgen van de begrazing voor de N2000-doelen en de eventuele
mitigerende maatregelen.
Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Provincie Fryslân
5. Vergunningen
Resultaat: Alle relevante vergunningen aanvragen
Betrokken partijen: Natuurmonumenten
6. Begroting en financiering
Opstellen begroting
Resultaat: Een sluitende begroting voor de eerste planfase
Betrokken partijen: Free Nature, Natuurmonumenten
Financiering
Resultaat: Voldoende geld om het plan uit te voeren
Betrokken partijen: Natuurmonumenten
OBN-adviesvraag
Reden begrazing
In het Beheer- en Inrichtingplan 2011-2022 van het Nationaal Park Schiermonnikoog is het voorstel
opgenomen om een groot deel van het duingebied te gaan begrazen. De reden voor deze maatregel
is dat de duinen op het eiland in enkele tientallen jaren tijd sterk verruigd zijn, met berk, els,
zandzegge en duinriet. Kenmerkende dieren en planten van het duingebied lopen sterk in aantal
terug of zijn inmiddels verdwenen. Natura 2000-habitattypen die de afgelopen decennia sterk in
kwaliteit en oppervlakte achteruit gegaan zijn, zijn Grijze Duinen (H2130), Witte Duinen (H2120) en
Vochtige Duinvalleien (H2190).
In het duingebied liggen een aantal Natura 2000-habitattypen die een afnemende trend vertonen.
Dit zijn:
Huidige
Huidige
Opgave N2000
kwaliteit
trend
H2120 Witte duinen
Matig
Afname
Behoud oppervlakte en
kwaliteit
H2130 Grijze duinen
Slecht
Afname
Uitbreiding oppervlakte,
verbetering kwaliteit
H2190_A Vochtige duinvalleien
Matig
Afname
Uitbreiding oppervlakte,
kalkarm
verbetering kwaliteit
H2190_C/D Vochtige duinvalleien
Matig
Afname
Behoud oppervlakte en
met moerasplanten
kwaliteit
Daarnaast zijn er enkele N2000-soorten die voorkomen in het duingebied:
Verdwenen: paapje
Afgenomen: blauwe kiekendief, tapuit
Stabiel: groenknolorchis, roerdomp, velduil (met name een kweldersoort)
Toegenomen: bruine kiekendief
Op diverse plekken gaat Natuurmonumenten de verruiging tegen door boskap, plaggen en maaien.
Er is op het eiland geen draagvlak om dit mechanisch beheer sterk uit te breiden. Bovendien hebben
deze maatregelen steeds maar een tijdelijk effect en moeten ze steeds na korte of lange tijd weer
worden herhaald.
Begrazingsplan
 Keuze gebied
De beheerproblemen liggen voornamelijk in het duingebied. De begrazing zal dan ook in dit gebied
gaan plaatsvinden. We willen de begrazing gefaseerd invoeren. Eerst starten we in een klein gebied,
maar later willen we dit verder uitbreiden naar het westen (zie kaart). Het startgebied bestaat uit
200 hectare en ligt ten oosten van de Prins Bernhardweg. We hebben voor dit gebied gekozen
omdat hier relatief weinig mensen komen en er maar weinig wegen en paden liggen. Dieren en
mensen kunnen dan rustig aan elkaar wennen. Na drie jaar wordt de begrazing geëvalueerd en
eventueel verder naar het westen uitgebreid.
 Keuze dieren
Om zoveel mogelijk variatie in graasgedrag te krijgen, hebben we voor een drietal dieren gekozen:
runderen, paarden en wisenten. De runderen en wisenten zullen in een sociale kudde lopen. De
groep paarden zal bestaan uit merries of ruinen. De definitieve keuze voor het runderras is nog niet
gemaakt. De startpopulatie zal bestaan uit tien runderen, vijf wisenten en vijf paarden. De graasdruk
mag niet hoger worden dan 1 GVE op 7 hectare.
Combinatie van beheermaatregelen
De in te stellen begrazing is voor ons een middel om onze natuurdoelen in het duingebied te halen.
De begrazing staat echter niet op zichzelf en zal worden gecombineerd met andere
beheermaatregelen, zoals het kappen van bosjes, kleinschalig plaggen of chopperen en eventueel
het bijplaatsen van konijnen. Ook zal het maaien van duinvalleien in het gebied voorlopig gewoon
doorgaan.
Vragen aan het OBN-Deskundigenteam
- Natuurmonumenten is van plan om de begrazing met runderen, wisenten en paarden
uiteindelijk in een groot deel van het Schiermonnikoger duingebied te laten plaatsvinden.
(zie kaart). Schatten jullie in dat we hiermee op Schiermonnikoog de hierboven genoemde
Natura 2000-doelen halen?
- Zijn er aan de hand van ervaringen in andere begraasde duingebieden uitspraken te doen
over de gewenste dichtheden van grazers, in relatie tot kwetsbare habitats en soorten?
- Wat voor aanvullende beheermaatregelen zijn er eventueel nodig?
- Moeten er voor sommige natuurwaarden eventueel mitigerende maatregelen worden
getroffen?
Mededeling project bijplaatsen konijnen voor het Overlegorgaan van 5 juni 2014
Konijnen nemen een belangrijke plaats in het duinecosysteem. Doordat konijnen zaailingen
van bomen en struiken afgrazen, behoudt het duinlandschap haar open karakter. Hun
graafwerk zorgt voor pionier situaties waarvan diverse soorten planten en insecten
profiteren. De holen bieden een broedplaats aan tapuit, bergeend en holenduif. Daarnaast is
het konijn een belangrijke prooisoort voor diverse soorten roofvogels.
Vanaf de jaren ’50 heeft de konijnenstand door dodelijke virusziekten zware klappen
opgelopen. Het ineenstorten van de stand is er een van de oorzaken van dat het landschap
verandert in een duingebied met veel houtige gewassen en hoge grassen. In het Beheer- en
Inrichtingsplan staat dat Natuurmonumenten in de beheerplanperiode zal laten onderzoeken
of het uitzetten van konijnen mogelijk en kansrijk is.
In 2013 heeft Natuurmonumenten opdracht gegeven aan twee zoogdierdeskundigen,
Marijke Drees en Jasja Dekker, om een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar een
konijnenbijplaatsing. Het bijplaatsingsplan van Drees en Dekker concludeert dat bijplaatsen
van konijnen een kansrijke maatregel is. Natuurmonumenten wil deze maatregel dan ook
graag uitvoeren.
Dat de stand zich op Schiermonnikoog niet vanzelf herstelt, komt vermoedelijk doordat de
dichtheden momenteel erg laag zijn en er geen uitwisseling plaatsvindt met andere
gebieden. Binnen de populatie wordt daardoor geen immuniteit tegen de virusziekten
opgebouwd. Bij lage dichtheden kunnen de konijnen het gebied bovendien niet openhouden,
waardoor het terrein steeds ongeschikter wordt voor de dieren. Ook is de konijnenpopulatie
bij een lage dichtheid veel kwetsbaarder voor predatie. Door het bijplaatsen van konijnen
kan dit proces worden doorbroken, waardoor er weer een levensvatbare populatie ontstaat.
Inmiddels hebben er met name in Zuid Europa diverse bijplaatsingen van konijnen
plaatsgevonden. Van deze ervaringen willen we graag gebruik maken bij een
bijplaatsingsproject op Schiermonnikoog. Het project zal bestaan uit de volgende elementen:
-
-
-
-
Zoeken van een bronpopulatie vanwaar we konijnen naar het eiland kunnen laten
komen. We testen deze konijnen vooraf op immuniteit tegen de dodelijke
virusziektes.
Keuze bijplaatslocatie. We willen de bijplaatsing uitvoeren op een plek waar het
duingebied geschikt lijkt voor konijnen (een afwisselend gebied met zowel een lage
kruidachtige vegetatie als voldoende schuilmogelijkheden) maar waar desondanks
toch geen konijnen (meer) voorkomen. Geschikte gebieden zijn het Kapenglop en de
Noorderduinen.
Inrichting terrein. Konijnen die in een vreemd gebied worden geplaatst kennen hier
de specifieke schuilplekken en de gebiedseigen risico’s nog niet. Ze lopen hierdoor
een grote kans om ten prooi vallen aan roofdieren. De bijplaatslocatie moet daarom
tijdelijk voorzien worden van kunstburchten en omheiningen.
Uitvoering bijplaatsing. We willen in drie achtereenvolgende jaren 25 dieren
uitzetten in gebieden van 5 ha. Dit aantal kan een flinke impuls geven aan de
aanwezige populatie. Het uitzetten van meer dieren tegelijkertijd kan zorgen voor
concurrentie om holen, voedsel en onder de mannelijke dieren om rangorde/paring.
Mogelijk trekken hoge aantallen bijgezette konijnen ook predatoren aan.
Monitoring. Om de uitgezette konijnen goed te kunnen volgen willen we enkele
dieren van zenders voorzien. Daarnaast zullen we dichtheden bepalen door middel
van tellingen. Door vegetatiekarteringen zullen we de gevolgen voor de plantengroei
volgen.
-
Communicatie. De zendergegevens zullen worden gepresenteerd in het
bezoekerscentrum. Daarnaast zal via de bestaande kanalen communicatie
plaatsvinden over dit project.
Vergunningen en financiën. Natuurmonumenten zal de benodigde vergunningen
aanvragen en op zoek gaan naar financiële middelen om de uitvoering mogelijk te
maken.
Tijdsplanning
2014-2015
Uitvoeringsplan opstellen
Financiën en vergunningen
Uitvoeren nulmeting
Najaar 2015
Eerste bijplaatsing
2016 en 2017
Tweede en derde bijplaatsing
Notitie onderzoek Dynamiek op Schiermonnikoog
Inleiding
De Nederlandse Waddeneilanden, waaronder Schiermonnikoog, zien zich gesteld voor een aantal
belangrijke uitdagingen. De huidige en toekomstige zeespiegelrijzing en bodemdaling, in combinatie
met een mogelijk gewijzigd wind-, storm- en golfklimaat vragen om nieuwe maatregelen op het
gebied van veiligheid. Voor zover het de beschermde delen van de eilanden betreft - de zogenaamde
duin- en dijkringen - wordt deze veiligheid gerealiseerd in het kader van Kustlijnzorg aangevuld met de
inzichten van het Deltaprogramma. De niet beschermde en tegelijk ook meest natuurlijke, dynamische
en ecologisch waardevolle delen van de eilanden worden echter sterk in hun voortbestaan bedreigd.
De aanleg van stuifdijken en intensief onderhoud van de zeereep hebben er toe geleid dat de
natuurlijke verbinding tussen strand en kustzone enerzijds en achterland met duinen, stormvloedoverslagvlakten (washovers) en kwelders anderzijds is verbroken. De gevolgen zijn dat:
1) Natuurlijke sedimentaanvoer naar het gebied achter de zeereep sterk is afgenomen,
waardoor relatieve zeespiegelstijging niet langer wordt gecompenseerd in een deel van de
gebieden - iets wat in versterkte mate geldt voor die delen die bloot staan aan bodemdaling
door gaswinning (Ameland).
2) Het gebrek aan sedimenttransport en zoutwaterinvloed leidt in toenemende mate tot
degradatie van het ecosysteem: soortenrijke plantengemeenschappen zijn in de laatste
twintig jaar vervangen door soortenarme rietvegetaties. Eén van de manieren om de
verbinding tussen eiland en Noordzee weer terug te krijgen is om washovers weer te
herstellen in het gebied. In de discussies gedurende de laatste twaalf jaar rezen vragen of dit
nog mogelijk is en hoe dat dan het beste gedaan kan worden.
Onderzoeken
Om hier achter te komen start dit jaar een reeks promotieonderzoeken (één naar de fysica door Anita
Engelstadt, één naar de ecologie door Valérie Reijers en één naar de modellering van de fysica, door
Daan Wesselman). Het onderzoek naar de ecologie wordt uitgevoerd bij de Aquatic Ecology &
Environmental Biology Group (IWWR) aan de Radboud Universiteit, onder begeleiding van Dr. Tjisse
van der Heide. De onderzoeken naar de fysica worden gedaan bij Fysische Geografie, Faculteit
Geowetenschappen aan de Universiteit van Utrecht, onder begeleiding van Prof. Piet Hoekstra. De
onderzoeken hebben tot doel om nieuwe kennis te ontwikkelen, maar ook direct toepasbare
methoden en technieken te ontwikkelen om de verloren waardevolle washover systemen te
herstellen. De achterliggende drijfveer is om door middel van de herontwikkeling van washovers en
hun natuurlijke dynamiek, zowel de veiligheid op de eilanden en in het achterliggende vasteland te
vergroten als de ecologische kwaliteit te verbeteren. Op Schiermonnikoog is aan de Werkgroep
Beheer op dinsdag 6 mei door Tjisse van der Heide en Albert Oost een tweetal lezingen gegeven als
introductie op het nog uit te voeren onderzoek en het daaraan gekoppelde veldwerk.
Relatie met het BIP+
In het Beheer- en Inrichtingplan ‘plus’ staat de wens om op Schiermonnikoog tussen paal 7 en 10 een
actief washovercomplex te herstellen. In het plan wordt echter ook gesteld dat er nog veel vragen zijn
die beantwoord moeten worden. Deze vragen zijn ook geformuleerd in het BIP+ (blz. 90). De
onderzoekers zullen deze vragen meenemen in hun onderzoek en waar mogelijk beantwoorden. We
gaan ervan uit dat dit onderzoek ons zal helpen bij het beantwoorden van de vraag of het herstellen
van een wash overcomplex op Schiermonnikoog kansrijk is en hoe een eventuele ingreep er uit zou
moeten zien.
De onderzoekers stemmen regelmatig af met de Werkgroep Beheer en met het beheerteam van
Natuurmonumenten op het eiland. Ook zullen ze hun onderzoek door middel van een lezing en
artikelen in de Dorpsbode toelichten aan de eilander bevolking.
#################
Agendapunt Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog.
Ter bespreking op 5 juli 2014 in het Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog
Samenvatting
Voor u ligt het complete eindconcept van het beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Dit document
wordt voor advies aan het Overlegorgaan voorgelegd. Het formele traject van de vaststelling van het
plan is de verantwoordelijkheid van de provincie Fryslân, het Ministerie van Economische Zaken en
het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Wij stellen aan het overlegorgaan voor, om ná vaststelling van het Beheerplan Natura 2000
Schiermonnikoog, een actualisatie-notitie in uw overleg in te brengen, waarin een voorstel wordt
gedaan om de aanvullingen ten opzichte van het BIP plus, vast te stellen.
Achtergrond
In 2012 is door het overlegorgaan van het Nationaal Park Schiermonnikoog het BIP-plus 2011-2022
vastgesteld. In het BIP plus zijn reeds de Natura 2000 instandhoudingsdoelstellingen meegenomen.
De meeste maatregelen uit nu voorliggende comcept- beheerplan Natura 2000 maken al onderdeel
uit van het BIP plus. In 2011 was bekend dat een aantal gegevens afgewacht moest worden voordat
het beheerplan Natura 2000 kon worden afgerond (we spraken over een 90 % versie). De
consequenties van het landelijk traject van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) waren nog niet
duidelijk. Inmiddels is in het beheerplan dit uitgewerkt. De analyse die gedaan is ten behoeve van de
PAS heeft geleid tot een aantal aanvullingen ten opzichte van het BIP – plus. In deze notitie zijn die
aanvullingen apart benoemd. Ook word daar in hoofdstuk 6 van het beheerplan op ingegaan.
Formele eisen aan het beheerplan Natura 2000
Het beheerplan is een formeel document in het kader van de Natuurbeschermingswet. Er zijn
landelijke afspraken gemaakt over de inhoudsopgave en de stappen die binnen het plan afgelopen
dienen te worden. Het is daarom een document met een ander karakter dan het BIP plus.
Begrenzingen
Schiermonnikoog valt binnen de begrenzing van drie Natura 2000 gebieden: Waddenzee , (groot deel
van de kwelders), Noordzeekustzone (groot deel van het strand ) en de Duinen van Schiermonnikoog.
Het dorp en het landbouwgebied liggen buiten de grenzen van het Natura 2000 gebied. Wel is in het
beheerplan – met name ten behoeve van de PAS- gekeken naar effecten van ‘buiten’ op de Natura
2000 instandhoudingsdoelen. In het toegezonden beheerplan Natura 20000 Schiermonnikoog zijn
deze 3 Natura 2000 gebieden –voor zover het de ‘droge’ delen van het eiland Schiermonnikoog
betreft- meegenomen.
Verschillen en aanvullingen ten opzichte van het BIP Plus.
- Andere formele status
Het beheerplan Natura 2000 is een formeel document dat ‘het bevoegd gezag’ volgens de
Natuurbeschermingswet dient op te stellen en vast te stellen. Het beheerplan is 6 jaar geldig en wordt
dan geëvalueerd en herzien. Het huidige plan geeft al een doorkijk op deze vervolgperiode.
-Oók maatregelen voor natuurherstel op lange termijn.
Net als het BIP plus bevat het beheerplan Natura 2000 maatregelen voor natuurherstel. Het geeft aan
welke herstelmaatregelen en welk herstelbeheer nodig zijn voor het realiseren van de natura 2000
instandhoudingsdoelen.
-Ook samenwerking in de uitvoering van de herstelmaatregelen.
In het Beheerplan is aangegeven welke partij verantwoordelijk is voor de uitvoering van de
natuurherstelmaatregelen. Deze afspraken liggen in het verlengde van wat in het BIP plus is
afgesproken. Formeel is de provincie Fryslân verantwoordelijk voor het feit dat de Natura 2000
herstelmaatregelen worden uitgevoerd. Omdat veel maatregelen onderdeel uitmaken van de PAS
vraagt dit de nodige borgingsafspraken ( een bestuursovereenkomst op provinciaal niveau) . Deze
afspraken worden gemaakt tussen provincie, het Wetterskip en de terreinbeheerders. Bij
onvoldoende zekerheid over de uitvoering van maatregelen zal het niet mogelijk zijn ontwikkelingen te
vergunnen die gepaard gaan met toename van stikstofdepositie.
Dit houdt in dat de provincie een coördinerende rol heeft. Omdat er zoveel overlap en samenhang is
met de uitvoering van het BIP plus wordt in het beheerplan voorgesteld de werkgroep beheer van het
nationaal Park te vragen ook over de Natura 2000 maatregelen te adviseren en de werkgroep te
vragen om gezamenlijk de onderlinge afstemming van de uitvoering te verzorgen. De inbreng en
voorbereiding van de specifieke Natura 2000 agendapunten wordt verzorgd door de provincie Fryslân.
Het overlegorgaan wordt gevraagd als klankbordgroep te functioneren tijdens de uitvoering van het
beheerplan Natura 2000, in het verlengde van de uitvoering van het BIP plus.
Ook wordt voor de acties of vragen rond de communicatie over de uitvoering van het beheerplan
Natura 2000 afstemming gezocht met het Nationaal Park (de commissie Voorlichting en Educatie)- de
communicatie.
-Rol in vergunningverlening
Het beheerplan vervult een rol bij de vergunningverlening voor de Natuurbeschermingswet. Tijdens
het opstellen van het plan is beoordeeld of de activiteiten (bestaand gebruik) die in en om het gebied
plaatsvinden al dan niet vergunningplichtig zijn, of dat eventueel randvoorwaarden gesteld moeten
worden aan de activiteit. De conclusies op dat punt waren reeds opgenomen in het BIP plus. Uit de
landelijke aanpak voor de stikstof (PAS) komt voort dat er voor ontwikkelingen in de landbouw de
vergunningverlening via het instrumentarium van de PAS gaat lopen.
-Het beheerplan Natura 2000 in relatie tot het BIP
Nadat beheerplan Natura 2000 is vastgesteld wordt in het Overlegorgaan een voorstel ingebracht
waarin wordt aangegeven welke aanvullingen het beheerplan Natura 2000 vraagt van het BIP plus.
Als het Overleg orgaan instemt met deze aanvullingen, zijn het beheerplan natura 2000 en het BIP
plus goed op elkaar afgestemd.
-Aanvullende maatregelen ten opzichte van het BIP-plus
In Tabel 6.3 van het concept- beheerplan is een overzicht gegeven van de maatregelen die nog niet
genoemd zijn in het BIP plus. Zoals gezegd zijn komen deze aanvullingen voort uit de
stikstofproblematiek. Inhoudelijk sluiten ze aan op de set van maatregelen die al in het BIP plus waren
benoemd. De conclusie van de projectgroep over deze aanvullende maatregelen is dat deze goed
onderbouwd waren en dat ze in principe uitvoerbaar moeten zijn. Er is wel aandacht nodig voor een
goede planning en communicatie over het totale pakket aan maatregelen. Er worden immers wel veel
maatregelen uitgevoerd in de komende jaren.
In samenspraak met de agrariërs op het eiland is reeds een start gemaakt met het opstellen van een
stikstofreductieplan.
Tabel 6.3: Overzicht maatregelen uit het BIP+ en aanvullende maatregelen uit het Natura 2000
beheerplan.
In BIP+ / duinherstelprogramma:
•
Voortzetten bestaande zonering en afspraken zonering strand
•
Begrazingsplan opstellen
•
Lokaal plaggen (Duinherstelprogramma)
•
Integrale natuurlijke begrazing in de duinen
•
Herintroductie konijnen
•
Onderzoek / voorbereiden herstel Washovercomplex
•
Aanpassen waterhuishouding IJsbaan – Berkenplas (Watergebiedsplan)
•
Verbeteren waterkwaliteit Westerplas
•
Vlonderplan Reddingweg
•
Herstel natte duinvalleien
•
Peilverhoging en aanpassing waterhuishouding polder (Watergebiedsplan)
•
Hydrologisch onderzoek Groenglop
Nu extra in N2000 beheerplan t.o.v. BIP+:
•
Lokale (tijdelijke, inleidende) begrazing in de Westerduinen
•
Aanvullend plaggen / Chopperen
•
Stimuleren lokale verstuiving (stuifkuilen)
•
Stimuleren dynamiek / verstuiving zeereep (tussen paal 2 en 6)
•
Overleg ontwikkelen H2180C duinbossen (binnenduinrand)
•
•
•
•
•
•
Onderzoek en realisatie terugdringen emissie landbouw
Hydrologisch onderzoek binnenduinrand en polder (omgeving Griënglop). Uitbreiding
onderzoek uit Watergebiedsplan.
Op basis van het hydrologisch onderzoek zal een plan voor een zo natuurlijk mogelijke
afwatering vanuit de dit deel van de duinen worden uitgewerkt (Mogelijke aanpassing
maatregel uit Watergebiedsplan).
Eventuele aankoop of beheer en inrichting van gronden in, of rondom het Griënglop.
Afhankelijk van hydrologisch onderzoek en stikstofreductieplan.
Verruimen duikers in de slenken op de Binnenkwelder
OBN / deltaprogramma onderzoek eilandstaarten
- Ingezonden brief op maatregel Griënglop.
Over één van de maatregelen is door enkele leden van het overlegorgaan een ingezonden brief
gestuurd over de mogelijke toekomstige inrichting van het Griënglop.
Vanuit het beheerplan Natura 2000, het BIP plus (en het Watergebiedsplan) is onderkend dat de
hydrologie van het Griënglop een knelpunt is bij het behoud van de natuurwaarden aldaar. De
werkwijze die rond het BIP plus is afgesproken, is dat eerst de resultaten van dit hydrologisch
onderzoek bekend moet zijn alvorens tot effectieve maatregelen te komen. In de brief wordt een
alternatief inrichtingsvoorstel gedaan. Deze brief is ook in de projectgroep van het beheerplan
besproken. Naar aanleiding daarvan is de tekst van het beheerplan aangepast. De tekst van het
beheerplan geeft aan dat nadat de resultaten van het hydrologisch onderzoek beschikbaar zijn er
verder wordt gesproken over de mogelijk en gewenste inrichtingsmaatregelen.
-Uitvoering van het beheerplan
De verantwoordelijkheid voor de voortgang van de uitvoering van de Natura 2000 maatregelen en het
rapporteren daarover ligt formeel bij de provincie. Het overlegorgaan is betrokken bij de uitvoering
van de maatregelen en blijft op de hoogte van de uitvoering van de herstelmaatregelen via de
werkgroep beheer en zal blijven adviseren over de uitvoering van de maatregelen die in het BIP plus
zijn opgenomen
Procedure
De PAS-maatregelen die in het beheerplan Schiermonikoog zijn beschreven (de PAS gebiedsanalyse)
zijn tevens onderdeel zijn van de Landelijke PAS. De huidige planning geeft aan dat de PAS van half
september en eind oktober ter visie ligt.
Ook de Natura 2000 beheerplannen van het Waddengebied (een bundel van 7 beheerplannen Natura
2000 plus een algemeen deel) gaan volgens de huidige planning dit najaar de formele
inspraakprocedure doorlopen. De definitieve vaststelling van het Beheerplan Natura 2000
Schiermonnikoog is naar verwachting begin 2015 (volgend op de vaststelling van de PAS)
Gebiedsavond over de PAS
Over de PAS wordt zodra de cijfers beschikbaar zijn over de ontwikkelingsruimte per gebied een
voorlichtingsavond op het eiland georganiseerd. Informatie is voor diegenen bedoeld die er mee te
maken krijgen, dus de landbouwers en de gemeente. Daarbij wordt toegelicht hoe de
vergunningverlening in zal veranderen met he PAS. Dit zal begin juli of eind augustus, begin
september plaatsvinden.
De vraag aan het overlegorgaan
Het Overlegorgaan wordt gevraagd te adviseren over het beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog.
Dit advies is gericht aan de verantwoordelijk partijen die het beheerplan in procedure brengen
(provincie Fryslân, het Ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Infrastructuur en
Milieu.) De vragen daarbij zijn:
- Kunt u zich vinden in het voorliggende plan.
- Hebt u aandachtspunten mee te geven voor de besluitvorming over dit plan.
- Bent u akkoord met het voorstel voor het vervolg: om direct na de vaststelling van het Beheerplan
Natura 2000 Schiermonnikoog, een actualisatie-notitie in uw Overleg in te brengen, waarin een
voorstel wordt gedaan om de aanvullingen ten opzichte van het BIP plus, aan het BIP- plus toe te
voegen en deze vast te stellen.
HAALBAARHEIDSSTUDIE BIJPLAATSING KONIJNEN
OP SCHIERMONNIKOOG TEN BEHOEVE VAN
HERSTEL VAN DE POPULATIE
Jasja Dekker & Marijke Drees
Jasja Dekker Dierecologie & Bureau Drees
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
TITEL
HAALBAARHEIDSSTUDIE BIJPLAATSING KONIJNEN OP
SCHIERMONNIKOOG TEN BEHOEVE VAN HERSTEL VAN DE POPULATIE
OPGESTELD DOOR
Jasja Dekker & Marijke Drees
IN OPDRACHT VAN
Natuurmonumenten
NAAM CONTACTPERSOON
Naam Contactpersoon
RAPPORTNUMMER
2013.001
PLAATS, DATUM
Arnhem, 5 augustus 2013
AANTAL PAGINA'S
25 pagina's
CITEREN ALS
J.J.A Dekker & J.M. Drees., 2013. Haalbaarheidsstudie bijplaatsing konijnen op
Schiermonnikoog ten behoeve van herstel van de populatie . Rapport nr. 2013-01.
Jasja Dekker Dierecologie & Bureau Drees, Arnhem/Groningen.
1 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
INHOUDSOPGAVE
Dankwoord...............................................................................................................3
1 Inleiding...................................................................................................................4
Aanleiding.............................................................................................................4
Bijplaatsen konijnen............................................................................................4
2 Vraagstelling...........................................................................................................7
3 Vragen ten aanzien van haalbaarheid...............................................................8
Is het bijplaatsen van konijnen nodig?.............................................................8
Is het habitat voldoende van omvang en kwaliteit voor een duurzame
konijnenpopulatie?...........................................................................................11
Is het bijplaatsen van konijnen op Schiermonnikoog kansrijk?................11
Conclusies ten aanzien van haalbaarheid...................................................12
4 Vragen ten aanzien van uitvoering..................................................................14
Hoe kan aan wilde konijnen voor het bijplaatsen worden gekomen?....14
Hoe kan bepaald worden of de bronpopulatie resistent is tegen RHD?14
Welke dichtheid moet de startpopulatie krijgen?......................................15
Hoe moet het terrein worden ingericht om tot een optimaal resultaat te
komen?................................................................................................................15
Hoe moet er om worden gegaan met de aanwezigheid van
grondpredatoren?.............................................................................................16
Is het gunstig de dieren voor de bijplaatsing te vaccineren?.....................17
Welke vergunningen zijn nodig voor een bijplaatsing?..............................17
Hoe kan Natuurmonumenten de bijplaatsing wetenschappelijk
begeleiden?........................................................................................................18
Methoden...........................................................................................................19
Rol stagiairs-studenten....................................................................................22
5 Literatuur..............................................................................................................23
2 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
DANKWOORD
We danken de opdrachtgever en Dr. Chris Smit van COCON,
Rijksuniversiteit Groningen voor hun kritische oog en constructieve
suggesties voor verbeteringen.
3 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
1 INLEIDING
Aanleiding
De konijnenstand op Schiermonnikoog is sinds het uitbreken van het
Viraal Hemorragisch Syndroom (VHS, in het Engels RHD genoemd),
ongewenst laag. Ongewenst, omdat bekend is dat konijnen essentieel zijn
in een aantal sleutelprocessen in ecosystemen, zoals het maken van open
plekken en kleinschalige variatie in vegetatiestructuur door begrazing,
alsmede het onderdrukken van struweelvorming (Delibes-Mateos et al.,
2007; Mesléard et al., 2011). Ook wordt het konijn gezien als belangrijke
prooisoort voor de Blauwe kiekendief en de Velduil. Gekoppeld aan het
opener maken van de vegetatie van de Groenglop wil Natuurmonumenten
de mogelijkheid verkennen om de stand in het westen van het eiland
omhoog te brengen door bijplaatsing van konijnen.
Natuurmonumenten wil deze mogelijkheid van bijplaatsen van konijnen
zorgvuldig en kritisch verkennen en heeft opdracht gegeven om een
adviesrapport met plan van aanpak op te stellen.
Bijplaatsen konijnen
Met het lokaal herintroduceren of bijplaatsen van konijnen is in Nederland
weinig ervaring opgedaan (behalve Drees et al., 2009, en in Nationaal Park
de Hoge Veluwe, zie hieronder). Onder de Jachtwet was uitzetten niet
toegestaan, en onder de Flora- en faunawet is dat niet veranderd
(art.14.1). Illegaal bijplaatsen gebeurt wel (Lautenbach, 2001; Dekker,
pers. obs.), maar wordt (natuurlijk) niet gedocumenteerd.
In het Nationaal Park de Hoge Veluwe worden konijnen bijgeplaatst ten
behoeve van herstel van de populatie. Daarover is nog niet gepubliceerd,
maar de bijplaatsingen lijken de aantallen duurzaam te hebben verhoogd
(mond. meded. dhr. Leidekker). Zelf hebben de auteurs in 2005 het effect
van bijplaatsing kunnen volgen in het Zwanenwater (Drees et al., 2009).
Het bleek mogelijk om extra sterfte door stress tijdens het hanteren en
transport te voorkomen, maar er was een hoge sterfte door predatie door
vossen. Uit dit project kwam duidelijk naar voren dat het noodzakelijk is
om de eerste twee weken na het bijplaatsen roofdieren te weren. Het van
te voren plaatsen van kunstburchten bleek ook belangrijk.
In Frankrijk en Spanje worden van oudsher veel konijnen uitgezet of
bijgeplaatst ten behoeve van de jacht, en tegenwoordig ook voor het
behoud van roofdieren. Vaak worden konijnen geplaatst bij een populatie
met een lage dichtheid. Wat kunnen we van deze ervaringen leren?
In Spanje doet men grote moeite om het konijn te behouden als prooidier
voor zeldzame roofdieren als de Pardellynx Lynx pardinus en de Keizerarend
4 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
(Aquila adalberti). Ook voor de jacht worden konijnen uitgezet, naar
schatting duizenden per jaar. In de jaren 1990 gebeurde dit met weinig
resultaat (Calvete et al., 1997). Moreno & Villafuerte (1995) reviewden
verschillende methoden voor herstel van konijnenstand, waaronder de
traditionele wijze van bijplaatsen van konijnen. Zij rapporteren een positief
effect van verbeteren van het habitat -zonder- bijplaatsingen. Dit
verbeteren van het habitat betrof in dit geval het terugdringen van ‘shrub’
door branden. Zij menen dat bijplaatsen toch gewenst kan zijn en doen
diverse aanbevelingen om de traditionele aanpak te verbeteren.
Moreno et al. (2004) hebben in een groot experiment diverse factoren
gevarieerd: het seizoen waarin wordt uitgezet, de aantallen die worden
bijgezet en de kwaliteit van het uitzetgebied (voedselrijk en voedselarm
habitat). Het succes werd gemeten aan overleving, de mate waarin de
konijnen in het gebied bleven en de verwachte populatiegroei. Het
hoogste succes werd behaald met een laag aantal uitgezette konijnen (40
op 15 ha) in een voedselrijk habitat. Bijplaatsen in het
voortplantingsseizoen is ongunstig, doordat in deze periode er veel
conflicten zijn over paring en nestgelegenheid, waarbij dieren elkaar
verjagen of verwonden.
In een studie van Rouco et al. (2010) zorgde het langer ingesloten houden
voor betere overleving bij bijplaatsingen in open terreinen.
In Frankrijk heeft Letty et al. (2000) verschillende methoden vergeleken.
Zij beschrijven de risico’s van bijplaatsen als een hoge sterfte in de eerste
twee weken en sterke dispersie (wegtrekken). In een populatie die de
onderzoekers van dag tot dag volgden gingen in de eerste twee dagen na
het loslaten 41-51 % van de konijnen dood door predatie of stress, daarna
nam de sterfte af tot ‘normaal’. Bovendien namen de overlevende
uitgezette konijnen niet voluit deel aan de voortplanting. De konijnen
vestigden zich binnen 225 meter van de kunstmatige burchten waarin ze
waren losgelaten. (Letty et al, 2002).
Om het effecten van het vangen en transport apart te kunnen meten van
het effect van het loslaten in een vreemde omgeving, is een experiment
uitgevoerd met het vangen en na korte tijd weer in de eigen omgeving
loslaten van konijnen (Letty et al., 2003). Enkel de stress door het vangen,
hanteren en transport leidde niet tot hogere mortaliteit na het loslaten. De
hoge sterfte na het loslaten is dus vooral een gevolg van de nieuwe
omgeving, en dan met name door predatie.
Letty et al. (2000) hebben ook het gebruik van ‘tranquillizers’ tijdens het
vervoer van de bij te zetten dieren getest. Dat leidde niet tot een betere
overleving van de dieren.
Het ligt voor de hand om sterfte door predatie en het wegtrekken van
5 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
konijnen te verminderen door een omheining. In een experiment in
Frankrijk (Letty et al., 2000) bleek echter dat de omheining de
overlevingskans van vrouwtjes wel vergroot, maar dat van mannetjes
verkleint. Dat laatste waarschijnlijk door de stress door onderlinge
competitie, waar ze niet aan kunnen ontsnappen. Het is dus van belang om
niet teveel konijnen op een klein oppervlak uit te zetten, en per omheining
weinig of slechts 1 mannelijk dier uit te zetten.
Calvete en Estrada (2004a) concluderen uit hun onderzoekdat het
noodzakelijk is om de eerste weken na het loslaten invloeden van
roofdieren te bestrijden, door afschot of door een omheining. Het hing van
het habitattype af welke van deze twee maatregelen het meest effectief is.
6 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
2 VRAAGSTELLING
Bijplaatsen dient dus goed overwogen te worden en zorgvuldig
uitgevoerd.
Natuurmonumenten wil een aantal vragen ten aanzien van bijplaatsing in
de konijnenpopulatie van Schiermonnikoog beantwoord zien. Deze
vragen zijn te verdelen in twee categorieën: vragen ten aanzien van de
haalbaarheid en meer specifieke vragen over de uitvoering van
bijplaatsingen.
Vragen ten aanzien van haalbaarheid:
•
Is het bijplaatsen van konijnen nodig?
•
Is het bijplaatsen van konijnen kansrijk?
•
Is het habitat voldoende van omvang en kwaliteit voor een
duurzame konijnenpopulatie?
Vragen ten aanzien van uitvoering:
•
Hoe kan aan wilde konijnen voor het bijplaatsen worden gekomen?
•
Hoe kan bepaald worden of de bronpopulatie resistent is tegen
RHD?
•
Welke dichtheid moet de startpopulatie krijgen?
•
Hoe moet het terrein worden ingericht om tot een optimaal
resultaat te komen?
•
Hoe moet om worden gegaan met de aanwezigheid van
grondpredatoren?
•
Is het gunstig de dieren voor de uitzetting te vaccineren?
•
Welke vergunningen zijn nodig voor een bijplaatsing?
•
Hoe kan Natuurmonumenten de bijplaatsing wetenschappelijk
begeleiden?
7 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
3 VRAGEN TEN AANZIEN VAN HAALBAARHEID
Is het bijplaatsen van konijnen nodig?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden dienen we eerst te begrijpen hoe
de huidige situatie met lage dichtheden is ontstaan en waarom die
voortduurt. RHD is op Schiermonnikoog waarschijnlijk in 1995
uitgebroken. Dit leiden wij af uit de gegevens door van der Wal (in rapport
Drees en van Manen, 2005). Dit is vijf jaar later dan in bijvoorbeeld de
Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD). In de AWD is het herstel
begonnen in 2003, het eerst in de buitenduinen (Fijten en van Zutphen,
2008). Daarna werd uit meerdere duingebieden herstel gemeld, maar niet
overal (Dekker, 2009).
Uit de systematische tellingen door de duinbeheerders blijkt dat de mate
van herstel plaatselijk verschillend is. Uit de landelijke cijfers blijkt dat het
herstel het beste gaat in de open gebieden (van Strien et al., 2011). Dit
komt overeen met de conclusie na analyse van de landelijke tellingen dat
de afname door RHD minder was in populaties met een hogere dichtheid
vóór het verschijnen van RHD (Olff & Boersma, 1998). Op
Schiermonnikoog worden geen systematische konijnentellingen gedaan.
De uiteindelijke populatieomvang van konijnen wordt meestal bepaald
door de voedselkwaliteit in de winter, die gestuurd wordt door de
weersomstandigheden (Wallage-Drees, 1988). Daarnaast heeft het weer
zelf ook invloed op de aantallen (Rödel & Dekker, 2012). Bij hoge
dichtheden wordt deze dichtheid waarschijnlijk in stand gehouden of
bevorderd door drie processen. Ten eerste worden bij hoge dichtheid de
epidemieën van myxomatose en RHD endemisch in de populatie,
waardoor de konijnen immuniteit opbouwen en de mortaliteit door
optredende epidemieën afzwakt. Ten tweede maken de konijnen zelf het
habitat geschikt, zowel wat betreft dekking (uitgebreide holenstelsels) als
wat betreft voedselkwaliteit (Dekker, 2007). Ten derde is er bij hoge
dichtheden geen regulerend effect van predatie (Wallage-Drees, 1988).
Al deze voor konijnen gunstige effecten treden niet op bij lage dichtheden:
immuniteit tegen ziektes is verloren gegaan of heeft zich nooit
opgebouwd, holen storten in en de voedselsituatie verslechtert doordat
begrazing door konijnen wegvalt. Lockley (1976) heeft ontdekt dat
eerstejaars konijnen in najaar en winter geen holen voor zichzelf graven,
maar bovengronds leven tot de drachtige vrouwtjes in het voorjaar
nieuwe holen graven of de bestaande stelsels uitbreiden. Daardoor zijn ze
kwetsbaarder dan in situaties waar geen oude, uitgebreide holenstelsels
beschikbaar zijn. Daarbij komt dat in een dergelijke populatie de
konijnenpopulatie in een ‘predator pit’ terecht kan komen. Dat betekent
8 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
dat predatoren in situaties met lage dichtheden de aantallen van hun
favoriete prooidier laag kunnen houden. De ‘predator pit’ is in Australië
voor konijnen aangetoond in een situatie waar vossen en verwilderde
katten aanwezig waren (Pech, 1992).
Wij postuleren dat de populatie van Schiermonnikoog door deze drie
processen “vastzit” in een situatie van lage dichtheid, waarbij ziekten,
verandering in het landschap en predatie de populatie op een lage
dichtheid houden.
Wij stellen voor om deze processen te doorbreken door de
populatiedichtheid kunstmatig, dus door bijplaatsing, hoger te maken: dan
kunnen ze immuniteit verwerven, kunnen de dieren het landschap weer
geschikt maken, en is de konijnenpopulatie bestand tegen predatie.
9 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
KADER: Konijnen en stikstofdepositie
Het konijn wordt wel gezien als een sleutelsoort voor het ecosysteem van de duinen, door
zijn grote invloed op vegetatie en bodem en daardoor ook op andere fauna. Het effect is
niet alleen een gevolg van het grazen, maar ook van graven. Het konijn is een herbivoor en
een ‘browser’ (Drees et al., 2007). Het eet grassen en kruiden, en vooral in herfst en
winter ook bast, en wortels van kruiden. Om bij die wortels te komen worden ondiepe
kuiltjes gemaakt. Dat soort ‘schraapjes’, maken ze ook als overspronggedrag bij
agressieve ontmoetingen. Ze verhogen zo het aandeel eenjarige plantensoorten in de
vegetatie (Burggraaf-van Nierop & van der Meijden, 1984). Doordat het konijn gebonden
is aan de burcht, ontstaan rond de burcht gradiënten in begrazingsdruk. Ook de latrines
met hoge concentratie keutels en urine leiden tot een botanische diversiteit.
Omdat het konijn een ‘browser’ is gaan konijnen de opslag van bomen en struiken tegen.
Het effect van begrazing door konijnen is anders dan dat van herkauwers. Weeda et al.
(2006) noemen een aantal plantensoorten die door konijnen bevorderd worden: “.. Fijn
schapengras en kleine kruiden zoals Geel walstro, Grote tijm, Ruig viooltje en
Zandviooltje.”… “Konijnenlatrines vormen de favoriete groeiplaats van onder meer Ruw
vergeet-mij-nietje. Ook” … “Rood guichelheil, Kromhals en Kleine brandnetel.” Van
Leeuwen en Westhoff (1960) waren de eersten die wezen op het belang van de
kleinschalige mozaïeken die ontstaan door de activiteit van konijnen voor de variatie in de
vegetatie. Inmiddels weten we dat dat ook gunstig is voor allerlei koudbloedige dieren.
Voor veldsprinkhanen b.v., die hun eieren leggen in het warme zand, vlakbij de grassen die
ze eten. Door stikstdepofdepositie groeit de vegetatie sneller, waar rupsen van vlinders
last van hebben. Begrazing door konijnen vertraagt het dichtgroeien van de vegetatie in
het voorjaar (Wallis de Vries, 2006).
Bij het graven van holen wordt kalkrijker zand naar buiten gewerkt, wat uitloging van de
bovengrond compenseert. Zo heeft het konijn door zijn invloed op de bodem zelfs
invloed op de mate waarin stikstofdepositie effect heeft op de bodem. De activiteiten
van het konijn leiden ook tot een terugzetten van de vegetatiesuccessie. Kuiters wijdt dat
aan verhoging van de dynamiek (Kuiters,2009). Het heeft ook te maken met het afvoeren
van stikstof, door het grazen. Dat is vooral van belang in de jongste successiestadia, als
niet licht maar stikstof de beperkende factor (Olff et al., 1993).
Kortom: Begrazing door konijnen kan de effecten van stikstofdepositie tegengaan. En het
graven van holen en schraapjes vormt open plekken, waardoor vestiging van zeldzame
duinplanten en –mossen mogelijk wordt.
Literatuur
Burggraaf-van Nierop,Y.D. & E.van der Meijden, 1984. The influence of rabbit scrapes on
dune vegetation. Biological Conservation 30:133-146.
Marijke Drees, Heleen Goddijn, Sim Broekhuizen, Jasja Dekker en Dick Klees, 2007. Wilde
konijnen. KNNV Uitgeverij.
Kuiters,L., 2009. Dynamiek en functionele diversiteit van duinvegetaties. In: Ecologische
veerkracht. Kramer,K. & L.Geijzendorffer (Red.) Pp. 51-56.
Leeuwen, Chr.G. van & V. Westhoff, 1960. Myxomatose en successie op
Schiermonnikoog. RIVON, Bilthoven
WallisdeVries,M.F. & C.A.M.van Swaay, 2006. Global warming and excess nitrogen may
induce butterfly decline by microclimatic cooling. Global change biology 12: 1620-1626.
10 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
Is het habitat voldoende van omvang en kwaliteit voor een duurzame
konijnenpopulatie?
Schiermonnikoog heeft jarenlang een goede en duurzame konijnenstand
gehad en kan ons inziens ook in de toekomst weer een duurzame
konijnenpopulatie herbergen.
Natuurmonumenten heeft een vijftal terreinen laten onderzoeken, vooral
op het voorkomen van konijnen en de geschiktheid van de vegetatie voor
deze soort (van As, 2011; Tellegen, 2011). Uit de vergelijkende
keuteltellingen in kortgrazige vegetaties bleek dat de hoogste graasdruk
van konijnen tegenwoordig bestaat in de Noorderduinen en Kapenglop.
Het Groenglop was niet in het onderzoek van van As en Tellegen
betrokken, maar is wel in beeld als potentieel bijplaatsgebied.
Natuurmonumenten heeft door plaggen, verwijderen van bomen en de
inzet van runderen en schapen de vegetatie van een aantal van
bovengenoemde duinen geschikter gemaakt voor konijnen. Begrazing
door runderen kan konijnen faciliteren doordat dit de voedselkwaliteit van
de vegetatie verbetert Dekker (2007).
Naar onze mening is de op dit moment beschikbare informatie
onvoldoende om de geschiktheid van deze verschillende gebieden te
beoordelen. Wij stellen daarom voor om in 2013-2014 (najaar en winter)
in drie potentiële gebieden nader onderzoek naar de kwaliteit van dekking
en vegetatie te doen: Groenglop ten noorden van de Kooiplaats ,
Kapenglop en Groenglop ten westen van de Prins Bernhardweg. Deze
gebieden zijn in juni 2013 bezocht om een goed beeld te krijgen van de
kansrijke uitzetgebieden, en lijken alle drie geschikte konijnenhabitats.
Het Groenglop is een duingrasland ten noorden van het landbouwgebied
van Schiermonnikoog. Het wordt al langere tijd begraasd door Soay
schapen. Het gebied is relatief vochtig, maar wel grazig en de randzone
lijkt erg geschikt voor vestiging door konijnen. Het Kapenglop ligt in de
meer open, stuivende duinen. Ten westen van de Prins Bernhardweg heeft
Natuurmonumenten de duinen recent meer open gemaakt, met open
zandplekken. Ook dit gebied is een vochtige vallei, maar met drogere
duinranden met goede vestigingsplekken.
Is het bijplaatsen van konijnen op Schiermonnikoog kansrijk?
Schiermonnikoog is van oudsher een geschikt gebied voor konijnen. De
omstandigheden zijn veranderd door verandering van het landschap door
vastleggen en verouderen van de duinen, door stikstofdepositie, en door
het verdwijnen van konijnen door het optreden van RHD.
Natuurmonumenten poogt door plaggen en de inzet van runderen en
schapen de vegetatie van de duinen geschikt te maken voor konijnen.
11 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
De kansrijkheid hangt ook af van de predatiedruk. Een populatie van een
hoge dichtheid kan predatie compenseren doordat er veel jongen worden
geboren, maar predatie van uitgezette dieren die het terrein onvoldoende
kennen/onvoldoende holen of andere dekking hebben kunnen zorgen
voor veel vroeg verlies van uitgezette dieren (zie o.a. Drees et al. 2009).
Vergeleken met het vasteland, waar duurzame populaties aanwezig zijn, is
de predatiedruk laag: vos en marterachtigen, waarvan konijnen een groot
deel van het dieet vormen, komen op Schiermonnikoog niet voor. De enige
aanwezige grondpredatie komt van een populatie (verwilderde) katten
(Op den Hoek, 2012) aanwezig. Daarnaast zijn er, net als op de wal, een
aantal soorten roofvogels (buizerd, havik, bruine en blauwe kiekendief,
velduil) aanwezig die op konijnen jagen. Door een soft release uit te voeren
kan de invloed van predatie nog kleiner gemaakt worden. Een soft release
bestaat uit de dieren langzaam te laten wennen aan het terrein binnen een
met omheining omgeven kunstburcht, zodat de dieren vanaf uitzetting al
een veilig verblijf hebben.
Conclusies ten aanzien van haalbaarheid
•
Bijplaatsing is ons inziens een goede beheermaatregel om de
populatiedichtheid van konijnen een flinke impuls te geven. De
bijplaatsing is een tijdelijke maatregel, waarna de populatie zich
zelfstandig kan handhaven op een hogere dichtheid .
•
Het habitat van Schiermonnikoog is in potentie van voldoende
omvang en van voldoende kwaliteit te maken om een duurzame
konijnenpopulatie te krijgen. We kunnen het beste gebieden
uitzoeken door in een drietal potentiële gebieden (Groenglop ten
Noorden van de Kooiplaats, Kapenglop en Groenglop ten westen
van de Prins Bernhardweg) aanvullende metingen uit te voeren in
najaar en winter van 2013/2014.
We adviseren de bijplaatsing onder te verdelen in twee
delen, plus monitoring na afloop:
•
de onderzoeksfase, waarin (1) wordt bepaald of de dichtheid
inderdaad laag blijft; (2) de gepostuleerde afwezigheid van
resistentie tegen RHD en Myxomatose in bron- en doelpopulatie
wordt getoetst; (3) het meest optimale uitzetgebied wordt
bepaald, o.a. aan de hand van de vegetatiestructuren; 4)
nulmetingen van vegetatiestructuur, (5) een go-no go beslissing
wordt genomen en (6) de nodige vergunningen worden
aangevraagd.
•
het bijplaatsen, waarin gedurende drie jaar de dieren worden
gevangen in de bronpopulatie, worden gemerkt, bijgezet op
12 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
Schiermonnikoog, waarbij de uitgezette dieren en de ontwikkeling
van de populatie worden gevolgd.
•
13 / 25
Evaluatie en voortzetting van eilandbrede monitoring d.m.v.
transecten door NM voortgezet.
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
4
VRAGEN TEN AANZIEN VAN UITVOERING
Hoe kan aan wilde konijnen voor het bijplaatsen worden gekomen?
Als bronpopulatie wordt een grotere populatie gezocht, waar konijnen
worden bestreden vanwege overlast. Geschikte mogelijkheden lijken de
Maasvlakte (waar ook de dieren worden gevangen voor bijzetting in
Nationaal Park de Hoge Veluwe), de omgeving van het Lauwersmeer
(waar dieren in of rond dijken worden bestreden), of bijvoorbeeld dieren
die in stadsparken of sportvelden overlast veroorzaken.
De konijnen worden in de bronpopulatie gevangen door een fretteur. Deze
kan dieren vangen zonder ze te verwonden. Van de dieren wordt het
geslacht bepaald en de dieren krijgen een tatoeage in het oor en een klein
oormerk. Vervolgens worden de dieren individueel gehuisvest in dichte
kisten/dozen met goede ventilatie, en krijgen voedsel (droogvoer, appel).
De dieren worden zo snel mogelijk in het uitzetgebied in een kunstburcht
geplaatst. Er wordt per burcht per uitzetronde maar 1 mannelijk dier
geplaatst.
Hoe kan bepaald worden of de bronpopulatie resistent is tegen RHD?
Hoewel men van een populatie van grote dichtheid redelijkerwijs kan
verwachten dat een verworven immuniteit aanwezig is, wordt de
bronpopulatie voor aanvang getoetst op aanwezigheid van immuniteit
van RHD. Dit gebeurt door het nemen en analyseren van bloedmonsters.
Dit zal gebeuren vóór de bijplaatsing.
Eenzelfde bepaling zal ook voor de doelpopulatie op Schiermonnikoog
worden gedaan, zodat duidelijk wordt of de huidige lage stand wel of niet
(mede) door afwezigheid van resistentie wordt veroorzaakt.
De bepaling van de verworven immuniteit kan worden gedaan aan de hand
van de immunoglobulinen in het bloed van de konijnen. Hiervoor wordt
een representatieve steekproef van minstens 15 dieren gevangen en bloed
afgenomen uit een ader in het oor. Deze dieren worden gemerkt (zodat ze
niet meermaals worden bemonsterd) en weer losgelaten. De analyses
worden uitgevoerd door Italiaanse onderzoekers die de specialisten zijn
op gebied van RHD in wilde populaties. Indien dit in hun
onderzoeksprogramma past, kan dit kosteloos gebeuren.
Overigens zijn voor een dergelijk onderzoek ontheffingen in het kader van
de Wet op Dierproeven, Flora- en faunawet en de
Natuurbeschermingswet nodig. Deze kan Jasja Dekker Dierecologie
aanvragen: hij is gecertificeerd in het kader van de Wet op Dierproeven.
14 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
Welke dichtheid moet de startpopulatie krijgen?
Ervaringen met bijplaatsen zijn vooral opgedaan in het buitenland, met
name in Spanje en Portugal. Onderzoekers daar geven aan dat het meeste
succes wordt bereikt met bijplaatsen in de winter van niet te grote
aantallen tegelijk: het gaat dan om zo’n 40 dieren per uitzetting per gebied
van 15 hectare (Moreno et al., 2002a, 2003). We verwachten dat deze
periode, met name de herfst en vroege winter ook in Nederland het meest
geschikt is , omdat dan geen voortplanting optreed en er weinig conflicten
zijn om territoria en vrouwtjes. Tevens volgen wij het advies van meerdere
Spaanse en Portugese auteurs (Moreno et al, 2004), die het meeste succes
(overleving en reproductie) vinden bij het steeds loslaten van een relatief
klein aantal konijnen in habitat van de beste kwaliteit.
We adviseren in drie achtereenvolgende jaren 25 dieren uit te zetten per
gebied van 5 ha. Dit aantal kan een flinke impuls geven aan de aanwezige
populatie. Deze komt dan in de range van dichtheden van 10-15 dieren per
hectare, die normaal zijn voor gematigde streken (reviewed in Dekker,
2007). Hogere dichtheden zorgen voor concurrentie om holen, voedsel en
onder de mannelijke dieren om rangorde/paring. Mogelijk trekken hoge
aantallen bijgezette konijnen ook predatoren aan.
Hoe moet het terrein worden ingericht om tot een optimaal resultaat te
komen?
Er zijn twee zaken nodig om het terrein in te richten voor een optimaal
resultaat: het bijplaatsen in (tijdelijke) kunstburchten en een omheining
plaatsen gedurende de eerste twee weken.
Kunstburchten
Dieren die nieuw zijn in een gebied kennen de omgeving niet goed.
Daardoor lopen ze meer risico op sterfte door predatie (zie ook volgende
paragraaf) en door kou en regen. Zeker in een terrein met lage dichtheid
van konijnen zijn weinig burchten, en als deze er zijn, worden ze bewoond
door de residente konijnen, wat zal leiden tot (hevige) gevechten om de
burchten. Om deze redenen raden we aan kunstburchten te plaatsen, en
de dieren daarin uit te zetten. Deze kunnen bestaan uit een pellet met
worteldoek die deels worden ingegraven, of speciaal gebouwde “kisten”
met meerdere in- en uitgangen. In de volgende paragraaf wordt de
omheining behandeld.
Als de keuze voor een bijzetgebied gemaakt is, kan er ook een advies
worden opgesteld voor het optimaal inrichten van omliggende gebieden,
die bij groei van de populatie gekoloniseerd zullen worden. Hierbij moet
men o.a. denken aan het bieden van dekking.
15 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
Hoe moet er om worden gegaan met de aanwezigheid van
grondpredatoren?
Er moet voorzorg worden genomen dat de konijnen, wanneer die het
gebied, diens specifieke schuilplekken en de gebiedseigen risico’s nog niet
kennen, ten prooi vallen aan roofdieren. De enige grondpredator van
relevantie op Schiermonnikoog is de verwilderde kat. Bij een studie van
dieet in de herfst werden prooiresten van haas/konijnen werden in 33%
van de keutels gevonden, wat betekent dat een kat eens per drie dagen
haas of konijnen eet (Op de Hoek et al., 2013). Dit is minder dan de 87%
konijn in vossenkeutels in Meijendel, in een tijd dat daar de aantallen
konijnen relatief laag waren (Mulder, 2000). We verwachten op grond
hiervan niet dat de impact van verwilderde katten groot zal zijn op een
konijnenpopulatie van normale dichtheid en met normale
voortplantingssucces. De bijgezette dieren zijn echter in de eerste weken
nog niet gewend aan het terrein en de specifieke predatierisico’s, dus
daarom moeten wel inrichtingsmaatregelen worden genomen.
Kunstburchten-omheiningen
Om de effecten van (grond)predatoren minimaal te houden, adviseren we
kunstburchten aan te bieden en deze kunstburchten de eerste twee
weken te omheinen. Het aanbieden van en bijplaatsen in kunstburchten is
in de landen met veel bijplaatsingen een standaard onderdeel van het
bijzetprotocol geworden.
Calvete en Estrada (2004a) adviseren op basis van ervaringen in Spanje
om de eerste dagen na het loslaten de effecten van roofdieren verder te
bestrijden door afschot of door middel van een omheining. Het eerste is in
de situatie van Schiermonnikoog niet wenselijk en lijkt in Nederland ook
weinig effectief (Buiter, 2013). Tijdelijk omheinen van de burchten is wel
haalbaar. Op die manier wordt predatie moeilijker gemaakt en blijven de
dieren in en bij de kunstburcht: een zogenaamde “soft release”. Hierbij is
het wenselijk per omheining slechts 1 mannetje te huisvesten om
conflicten en bijbehorende verwondingen minimaal te houden: bij
omheining kan het subdominante mannetje niet ontsnappen en dus ook
niet bij conflicten ernstig gewond raken of gedood worden.
In verband met de aanwezigheid van verwilderde katten willen we in de
onderzoeksfase een test doen met het uitrusten van de buitenzijde van de
omheining met schrikdraad. Deze omheining zal worden gemonitord met
een cameraval, om het gedrag van de katten rond de omheining vast te
leggen.
Als toch blijkt dat predatie door katten de vestiging van de bijgezette
dieren onmogelijk maakt, is het binnen bestaande ontheffingen alsnog
16 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
mogelijk lokaal verwilderde katten te schieten.
Is het gunstig de dieren voor de bijplaatsing te vaccineren?
Voor de lange termijn-overleving heeft vaccinatie weinig zin en is wellicht
zelfs negatief. Vaccinatie tegen myxomatose en RHD voor bijplaatsen
leidde tot een hogere sterfte bij jongen en subadulten in de eerste 7 dagen
na loslaten (Calvete et al., 2004b en 2004c): de dieren leken gevoeliger
voor stress door het vangen en een extra gevoeligheid voor de ziekten.
Vaccinatie geeft weliswaar een hogere kans op overleving, maar alleen als
myxomatose of RHD kort na de vaccinatie optreedt (Fereirra, 2012).
Voor de lange termijn-overleving heeft vaccinatie daarom weinig zin en is
wellicht zelfs negatief.
Welke vergunningen zijn nodig voor een bijplaatsing?
Voor een bijplaatsing is een ontheffing nodig van artikel 14 van de Flora- en
faunawet. Dit artikel verbiedt het bijplaatsen van dieren in de vrije natuur.
Voor het vangen, merken en onder zich hebben van de dieren die worden
bijgezet is een ontheffing nodig van respectievelijk artikelen 9, 10 en 13
van de Flora- en faunawet, die deze zaken verbieden.
Op grond van artikel 75, lid vijf en 6a van de Flora- en faunawet kan
ontheffing worden verleend van deze artikelen ten behoeve van
herintroductie en repopulatie. De Rijksoverheid beoordeelt
ontheffingsaanvragen aan haar Beleidslijn herintroducties van dieren
(bijlage bij brief DN. 2008/640 van de staatssecretaris aan de kamer) en
aan de richtlijnen opgesteld voor herintroducties door de IUCN, waarbij
de Rijksoverheid aangeeft dat aan dat deze richtlijn “zoveel mogelijk”
moet worden voldaan.
Daarnaast gaat het om een handeling in een Natura 2000 gebied. Daarom
is ook de Natuurbeschermingswet van kracht en moet een ontheffing van
de Natuurbeschermingswet worden aangevraagd.
Wij kunnen voor beide vergunningen de informatie verstrekken die
Natuurmonumenten nodig heeft voor de aanvraag.
17 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
Hoe kan Natuurmonumenten de bijplaatsing wetenschappelijk
begeleiden?
We adviseren de wetenschappelijke begeleiding te laten bestaan uit de
volgende metingen plus evaluatie van elke fase:
Tijdens de aanloopfase
•
Dichtheidsbepaling konijnen d.m.v. Transecttellingen;
Bepaling resistentie tegen RHD en myxomatose van populatie;
•
Keuteltellingen in de drie gebieden;
•
Bepaling vegetatiestructuur en holentelling in de drie gebieden;
•
Bepaling vegetatiesamenstelling (verhouding grassen/kruiden) in
de drie gebieden;
•
Experiment kattenwerende omheining.
Tijdens de bijplaatsing
•
Dichtheidsbepaling d.m.v. transecttellingen;
•
Keuteltellingen in uitzetgebied;
•
Volgen van overleving bijgezette dieren d.m.v. oormerk;
•
Volgen van terreingebruik en overleving van bijgezette dieren d.m.v.
GPS-halsbanden.
Na de bijplaatsing
•
Dichtheidsbepaling d.m.v. transecttellingen.
De werkwijze voor elk van deze onderdelen wordt in de volgende
paragrafen gegeven.
Transecttellingen
Bepaling RHD status
Keuteltelling 3 gebieden
Keuteltelling uitzetgebied
Vegetatiestructuur,
Habitat
Voedselkwaliteit
Bijzetting
18 / 25
2013
H W
X
X
X
X X
X
X
X
L
X
X
X
X
X
2014
Z H
X
X
X
X
W L
X
X
X
X
2015
Z H
X
X
X
X
W L
X
X
X
X
2016
Z H
X
X
X
X
W L
X
X
2017
Z H W
X
X
X
X
X
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
We adviseren Natuurmonumenten om naast het hierboven geschetste
werk voor de bijplaatsing ook de gevolgen van de bijplaatsing voor de flora
en fauna te (laten) monitoren. Voor flora kan dit door middel van
vegetatieopnames in vaste kwadraten. Bij de effecten op fauna moet men
denken aan aantallen prederende vogels (Velduil, Blauwe kiekendief) en
het voorkomen van konijn in de braakballen of prooiresten bij nesten van
deze soorten. De effecten van en op katten kunnen bestudeerd dmv
keutelonderzoek, en het plaatsen van cameravallen in de terreinen waar
konijn wel en niet zijn uitgezet en veel lijken te grazen.
Beslismomenten
We adviseren na de onderzoeksfase op basis van de aantallen en de RHD
status te besluiten of al dan niet tot bijplaatsing wordt overgegaan.
Na elk van de jaarlijkse bijplaatsingen worden de verzamelde gegevens en
resultaten geanalyseerd en gerapporteerd. Op basis hiervan wordt
bepaald in hoeverre de doelstelling, het verhogen van de dichtheid van de
konijnenpopulatie, wordt behaald. Zo nodig wordt de aanpak herzien of
wordt het bijplaatsen gestaakt. Deze beoordeling kan binnen bestaande
gremia, of er kan een speciale begeleidingscommissie voor het
bijzetproject worden samengesteld. Chris Smit van vakgroep Cocon
(Community and Conservation Ecology) van de Rijksuniversiteit
Groningen is gevraagd als kritisch adviseur bij het project.
Methoden
Grootschalige transecttellingen
We adviseren aan Natuurmonumenten zich aan te sluiten bij de landelijke
konijnentellingen en najaar 2013 te starten met transecttellingen van
konijnen. De tellingen bestaan uit een zes- tot achttal tellingen in voorjaar
en in najaar, vanuit de auto, of eventueel op de fiets met een lamp die
vergelijkbaar is met een autokoplamp, op vaste transecten. Transecten zijn
opgedeeld in secties van ongeveer 1 km, die in een zoveel mogelijk
homogene vegetatiestructuur liggen. Er wordt met een vaste snelheid
gereden, en alle dieren die in de koplampen worden gezien worden geteld.
Deze methode is die van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt zo
uitgevoerd door beheerders van 25 andere gebieden in de kuststreek.
Deze tellingen worden gecoördineerd door de Zoogdiervereniging en
vormen de basis voor de Natuurgraadmeter “Konijnen in de duinen”.
De transecttellingen vormen de basis van het op lange termijn volgen van
de populatie en de effectiviteit van de bijplaatsingen.
19 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
Bepaling resistentie tegen RHD en myxomatose
Aan de hand van bloedmonsters kan worden bepaald of de dieren recent in
aanraken zijn gekomen met RHD of myxomatose, en kunnen indicaties
van resistentie tegen RHD worden gevonden. Om dit te bepalen worden
15 dieren gevangen en een kleine hoeveelheid bloed uit een oorvene
verzameld.
Bepaling vegetatiestructuur
We adviseren een aantal nulmetingen op habitat uit te voeren: hoe
geschikt is het gebied voor konijnen? Door dit ook te doen na de
bijplaatsingen, wordt tevens bepaald welk effect de groeiende populatie
heeft op de vegetatiestructuren.
De geschiktheid van het habitat wordt bepaald aan de hand van de
vegetatiestructuurbepalingen, een holentelling en de
vegetatiesamenstelling in de potentieel geschikte gebieden. Deze
metingen zullen worden uitgevoerd in drie in potentie geschikte gebieden:
Groenglop, Kapenglop en ten westen van de Prins Bernhardweg. Aan de
hand van deze metingen zal de keus worden gemaakt voor het meest
geschikte gebied voor bijplaatsing.
De vegetatiekaarten van Schiermonnikoog (gebruikt door van As, 2011;
Tellegen, 2011) zijn al vrij oud. Ze moeten worden vertaald naar
vegetatiestructuur, gezien vanuit de ecologie van het konijn (zoals in Olff
& Boersma, 1998). Wij stellen daarom voor om voor de te onderzoeken
gebieden een nieuwe vegetatiestructuurkaart te maken aan de hand van
luchtfoto’s van geringe hoogte. Deze foto’s kunnen door Jasja Dekker
worden gemaakt met behulp van een “drone”. Dit is een modelvliegtuig
met autopilot, dat ingeprogrammeerde routes vliegt en orthogonale
overlappende foto’s maakt, en deze koppelt aan coördinaten, zodat ze
over bijvoorbeeld een topografische kaart kunnen worden gelegd.
Vervolgens worden deze foto’s vertaald naar vegetatiestructuren in de
eenheden zoals in Olff & Boersma (1998).
De interpretatie van deze kaarten wordt aangevuld met een bezoek in het
veld, waarbij gelet wordt op het voorkomen van voldoende kruiden en
houtige gewassen. Dit geeft informatie over de voedselkwaliteit en
hoeveelheid in de winter (januari en februari) en tijdens de
voortplantingsperiode (vanaf half maart). Voedseltekorten uiten zich in de
winter, en het begin van de voortplantingsperiode is gekoppeld aan het
begin van de periode met goede voedselkwaliteit (Wallage-Drees, 1988).
Konijnen zijn ‘browsers’, een menu van alleen grassen is voor hen niet
voldoende. De kwaliteit is gerelateerd aan het aandeel kruiden (dicotylen)
in het dieet. De bottleneck voor een konijnenpopulatie is de overleving in
20 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
de winter (Rödel et al., 2004; Wallage-Drees, 1988).
Experiment kattenwerende omheining
In verband met de aanwezigheid van verwilderde katten stellen we voor in
de onderzoeksfase een experiment doen met het uitrusten van de
buitenzijde van een proefomheining met een elektriciteitsdraad. Deze
worden gemonitord met een cameraval, om het gedrag van de katten rond
de omheining vast te leggen. De katten worden dan gelokt door middel
van aas.
Keuteltellingen
Vanaf de aanloopfase tot en met de bijplaatsingen zullen we
dichtheidsbepalingen doen door middel van keuteltellingen in de drie
potentieel geschikte gebieden. De keuteltellingen worden uitgevoerd
volgens de methode van Bankert et al. (Bankert et al., 2003). Hiermee kan
een goede indicatie van dichtheden worden berekend. De methode
bestaat uit het uitzetten van vaste plots in een grid. In deze plots worden
alle konijnenkeutels verwijderd. Vervolgens wordt 28 dagen niets gedaan,
en vervolgens worden de keutels weer worden geraapt (verwijderd) en
geteld. Dit gebeurt eens per kwartaal. Door het in drie gebieden te doen,
kan de ontwikkeling in het bijzetgebied vergeleken worden met die elders
op het eiland. Hoewel Tellegen (2011) alleen keutels vond in de
vegetatiestructuurtypen “Kaal” en “Lage kruid/graslaag”, adviseren we
ook de ruige kruid/graslaag en het struweel hierin te betrekken. Bij
toenemende aantallen zouden de konijnen ook die vegetatiestructuurtypen meer kunnen gebruiken (zie ook Fijter en van Zutphen, 2008).
Volgen d.m.v. oormerken
De individuen die worden bijgezet worden gemerkt door middel van een
oormerk en tatoeage in het oor. Onze ervaringen zijn echter dat directe
observatie, vooral in de winter, weinig resultaat kan opleveren. WallageDrees (1986) vond in de winter een trefkans van 10% van de dieren bij
observeren. Voor het aanbrengen van tatoeages en oormerken is een
ontheffing in het kader van de Wet op Dierproeven nodig.
Volgen d.m.v. GPS-halsbanden
Om helder te krijgen hoe de dieren zich gedragen na bijplaatsing, worden
10 halsbandzenders ingezet. Deze stellen hun locatie vast met GPS en
slaan deze op. Met speciale apparatuur worden de locaties vervolgens op
een moment naar keuze op afstand uitgelezen. Dit kan op een afstand van
ongeveer 250 meter. In de periode van bijplaatsen is het belangrijk
21 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
regelmatig de logger uit te lezen, omdat dan tijdig kan worden opgemerkt
of de dieren de uitzetlocatie verlaten hebben of gepredeerd zijn. Daarna
kan de frequentie van het uitlezen omlaag. De levensduur van de zenders
hangt af van het aantal keren dat een locatie wordt bepaald en opgeslagen.
Voor het volgen van de verspreiding en overleving van konijnen is 1
bepaling (“fix”) per half uur voldoende. Ondergronds en in de
kunstburchten kunnen de GPS signalen niet worden opgevangen. De GPShalsbanden kunnen zo worden ingesteld, dat ze pas actief worden als het
dier beweegt. Zo wordt voorkomen dat de zenders kostbare energie
verspillen bij het zoeken naar GPS-satellieten terwijl het dier ondergronds
is.
Rol stagiairs-studenten
Een bijzetproject als hier geschetst leent zich uitstekend voor inzet van
gemotiveerde studenten van bijvoorbeeld Larenstein/van Hall of de RUG.
Zij kunnen de metingen uitvoeren, of aspecten van de populatiedynamica
en de interactie met roofdieren en het habitat verdiepen. Instructie en
begeleiding kosten natuurlijk wel de nodige tijd en er moet de mogelijkheid
zijn om de reiskosten van de studenten te vergoeden.
22 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
5 LITERATUUR
•
Bankert,D., K.C.G.in ’t Groen & S.E.van Wieren 2003. A review of the transect
method by comparing it with three other counting methods to estimate rabbit
(Oryctolagus cuniculus) density. Lutra 46:27-34.
•
Buiter, R., 2013. De kwestie: verwilderde kat op Schiermonnikoog - interview met
Chris Smit. Vogelnieuws 3: 6-7.
•
Calvete,C.R., R. Villafuerte, J. Lucientes & J.J Osacar,1997. Effectiveness of
traditional wild rabbit restocking in Spain. Journal of Zoology 241:1-7.
•
Calvete, C.R. & J. Estrada, 2004a. Short-term survival and disperal of translocated
European wild rabbits. Improving the release protocol. Biological Conservation
120: 507-516.
•
Calvete, C.R, R.Estrada,J.Lucientes,J.J.Osacar & R.Villafuerte, 2004b. Effects of
vaccination against viral haemorrhagic disease and myxomatosis on long-term
mortality rates of European wild rabbits. Veterinary Record 155:388-392.
•
Calvete, C.,R. Estrada, J.J. Osacar, J.Lucientes & R.Villafuerte, 2004c. Short-term
negative effects of vaccination campaigns against myxomatosis and viral
haemorrhagic disease(VHD) on the survival of European wild rabbits. Journal of
Wildlife Management 68(1):198-205.
•
Dekker, J.J.A., 2007. Rabbits, refuges and resources. How foraging of herbivores is
affected by living in burrows. Proefschrift. Wageningen Universiteit, Wageningen.
•
Dekker, J.J.A., 2009. NEM Konijnentellingen in de duinen. Telganger Oktober
2009.
•
Delibes-Mateos, M., S.M. Redpath, E. Angulo, P. Ferrerasa, R. Villafuerte , 2007.
Rabbits as a keystone species in southern Europe. Biological Conservation
137:149–156
•
Dorland, E., R. Bobbink, M. Soons & S. Rotthier, 2011. Dalende stikstof depositie
is nog niet afdoend voor herstel van droge heischrale graslanden. De Levende
Natuur 112 (6): 220-223.
•
Drees,J.M., J.J.A. Dekker, L. Wester & H. Olff, 2009. The translocation of rabbits in
a sand dune habitat: survival, dispersal and predation in relation to food quality
and the use of burrows. Lutra 52(2):109-122.
•
Drees, J.M. & Y. van Manen, 2005. De situatie van het konijn in Nederland.
Rapport in opdracht van ministerie van LNV.
•
Drees, J.M. & J.J.A. Dekker, 2008. Epidemieën in Nederlandse konijnenpopulaties.
Zoogdier 19 (2): 19-21.
•
Fijten, M. & C. van Zutphen, 2008. Kleine en grote grazers in het Zuidelijk Zeeveld.
Evaluatie van 11 jaar runderbegrazing. Van Hall Larenstein, Velp.
•
Grootjans, A.P., E.J. Lammerts & F. van Beusekom, 1995. Kalkrijke duinvalleien op
de Waddeneilanden. Ecologie en regeneratiemogelijkheden. KNNV Uitgeverij.
•
Lautenbach, P., 2001. Het eilandkonijn. Uitg.van Gorcum, Assen.
•
Letty, J., S. Marchandeau, J. Clobert & J. Aubineau, 2000. Improving translocation
success: an experimental study of anti-stress treatment and release method for
23 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
wild rabbits. Animal Conservation 3:211-219.
•
Letty, J., J. Hivert, G. Queney, J. Aubineau, M. Monnerot & S. Marchandeau, 2002.
Assessment of genetic introgression due to a wild rabbit restocking. Zeitschrift
für Jagdwissenschaft 48, Supplement:33-41.
•
Letty, J., J. Aubineau, S. Marchandeau & J. Clobert, 2003. Effect of translocation on
survival in wild rabbit (Oryctolagus cuniculus). Mammalian Biology 68:250-255.
•
Lockley, R.M., 1976. Het leven der konijnen. Uitgeverij Spectrum.
•
Mesléard,F., A. Mauchamp, O. Pineau & T.Dutoit, 2011. Rabbits are more
effective than cattle for limiting shrub colonization in Mediterranean cerohalophytic meadows. Ecoscience, 18(1):37-41.
•
Moreno, S. & R. Villafuerte, 1995. Traditional management of scrubland for the
conservation of rabbits Oryctolagus cuniculus and their predators in Doñana
National Park, Spain. Biological Conservation 73:81-85.
•
Moreno,S., R. Villafuerte, S. Cabezas & L. Lombardi, 2004. Wild rabbits
restocking for predator conservation in Spain. Biological Conservation 118:183193.
•
Mulder, J.L., 2000. De vos in Meijendel en Berkheide. Verslag van onderzoek
1997-2000. Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, Katwijk.
•
Olff,H. & S.F.Boersma, 1998. Lange termijn veranderingen in de konijnenstand
van de Nederlandse duingebieden. Oorzaken, en gevolgen voor de vegetatie.
Leerstoelgroep Natuurbeheer en Plantenoecologie, Wageningen Universiteit.
•
Op den Hoek,T., M. Schrama & C. Smit, 2013. Verwilderde katten op
Schiermonnikoog. De Levende Natuur 114 (1):4-8.
•
Pech,R.P. et al., 1992. Limits to predator regulation of rabbits in Australia.
Oecologia 89:102-112.
•
Rödel, H.G., A. Bora., P. Kaetzke., M. Kaschei, M. Hutzelmeier & Devon Holst,
2004. Over-winter survival in subadult European rabbits: weather effects,
density-dependence, and the impact of individual characteristics. Oecologia
140:566-567.
•
Rödel,H.G., J.J.A. Dekker, 2012. Influence of weather factors on population
dynamics of two lagomorph species based on hunting bag records. European
Journal of Wildlife Research 58(6): 923-932.
•
Rouco, C., Ferreras, P., Castro, F., Villafuerte, R. , 2010. A longer confinement
period favors European wild rabbit (Oryctolagus cuniculus) survival during soft
releases in low-cover habitats. European Journal of Wildlife Research 56(3): 215219.
•
Tellegen, Ch., 2011. Geef het konijn de ruimte op Schiermonnikoog. Hogeschool
van Hall Larenstein, Leeuwarden.
•
Van As, B., 2011. Konijnen voor biodiversiteit. Hogeschool van Hall-Larenstein,
Leeuwarden.
•
Van Strien, A.J., J.J.A. Dekker, M. Straver, T. van der Meij, L.L. Soldaat, A. Ehrenburg
& E. van Loon, 2011. Occupancy trends in wild rabbit (Oryctolagus cuniculus) in the
coastal dunes of the Netherlands adjusted for imperfect detection. Wildlife
24 / 25
Herstel konijnenpopulatie Schiermonnikoog
Research 38(8): 717-725.
•
Wallage-Drees, 1986. Dag- en nachtactiviteit bij konijnen en de relevantie voor de
telmethode. De Levende Natuur 87(2): 40-48.
•
Wallage-Drees, J.M., 1988. Rabbits in the coastal dunes. PhD-thesis University
Leiden.
25 / 25