Familiebedrijf: groei of krimp

Familiebedrijf: groei of krimp
De splitsing tussen grote en kleine familiebedrijven is definitief een feit geworden.
Productieprocessen zijn steeds beter onder controle en ondernemers vaardiger. Maar met de
schaalvergroting vraagt bedrijfsopvolging wel om een oplossing.
Sinds de jaren vijftig zijn agrarische gezinsbedrijven steeds professioneler geworden. Het gemengde
bedrijf is veranderd in een gespecialiseerde onderneming en de schaalvergroting neemt toe. De
laatste jaren zelfs steeds sneller. Tenminste op een deel van de Nederlandse agrarische
gezinsbedrijven.
Een tomatenteeltbedrijf van 30 hectare, een varkensbedrijf met meerdere locaties, een biologische
groenteteler met 125 hectare of een Nederlandse melkveehouder met een tweede bedrijf van
zeshonderd koeien in Duitsland. Het zijn voorbeelden van agrarische ondernemers die het
boerengezinsbedrijf tot een agrarische familieonderneming hebben gemaakt.
Arbeid en techniek
Zo’n 55 procent van de Nederlandse agrarische productie is in handen van 17 procent van de
bedrijven, zo becijferde LEI Wageningen UR. ‘De toename van het aantal grote bedrijven heeft vooral
te maken met arbeid en techniek,’ vertelt LEI-onderzoeker Krijn Poppe.
In het verre verleden kwam de opvolger meteen in het bedrijf en werd er een stal bijgebouwd. Dat
werd lastiger door de quoteringen of dure grond. Vervolgens ging de opvolger veelal een paar jaar
buiten het bedrijf werken voordat hij de boerderij overnam. Pas na de overname ging het bedrijf
groeien en moderniseren.
‘Bij de huidige grotere boerderijen is de arbeid al snel nodig en zie je dat de beoogde opvolger weer
vroeger op het bedrijf komt en kan sparen’, legt Poppe uit. Daarnaast nemen investeringen in
mechanisatie en technologie toe. De tijd dat een melkveehouder een rondje langs de koeien maakt
om tochtigheid vast te stellen, is op de grote bedrijven voorbij. Een stappenteller doet de meting en
er gaat automatisch een sms naar het ki-station.
Beter beheersbaar
Technologie zorgt er ook voor dat de productie beter beheersbaar is geworden. ‘De boer is steeds
beter in staat om de teelt of de dierproductie te sturen’, zegt Poppe. ‘Denk maar aan het houden van
vleesvarkens, de glastuinbouw of de melkveehouderij waar koeien binnenblijven om beter op het
rantsoen te kunnen sturen.’
Het aanbod aan goedkope arbeid is toegenomen en daar profiteert de grote boer van. Daardoor is er
meer tijd voor het onderhandelen met leveranciers en afnemers. Een bezigheid waar vooral grote
bedrijven geld mee kunnen verdienen. Daarbij hebben jonge ondernemers tijdens hun studie geleerd
samen te werken en te netwerken. Dat zetten ze voort op hun eigen bedrijf.
Investeerders
Maar ondanks dit alles staan de grote familiebedrijven nog niet in de belangstelling van investeerders
die wellicht kansen zien in de toenemende vraag naar voedsel. ‘De agrarische sector is te
onvoorspelbaar,’ vindt Poppe. ‘De productie en prijzen zijn te wisselend. Dat brengt risico’s met zich
mee en daar houden investeerders niet van. De kracht van familiebedrijven is dat ze tevreden zijn
met een laag rendement en dat ze kunnen omgaan met de grillen van de markt en het weer’, vertelt
de onderzoeker.
Maar veel bedrijven maken de stap naar ‘groot’ niet of nog niet. Grond is vaak een belemmerende
factor. De lokale omstandigheden bieden vaak geen ruimte voor groei of de boer wil geen manager
worden. ‘Veel ondernemers zoeken een andere oplossing,’ constateert Poppe. ‘Ze beginnen een
tweede tak of hebben een baan buitenshuis.’
Groot en klein
De bedrijven die niet groeien, dragen bij aan de opsplitsing tussen groot en klein. Of zoals het LEI het
stelt: er zijn gezinsbedrijven en grotere agrarische familieondernemingen.
De grootte van het bedrijf zegt niets over het inkomen. ‘Boeren die besluiten niet of langzaam te
groeien, kunnen ook een prima inkomen verdienen’, aldus Poppe. Daarbij is een bedrijf dat relatief
klein is, makkelijker over te nemen dan een groot bedrijf.
‘Dat is iets waar grote boeren een oplossing voor moeten vinden’, zegt de onderzoeker. ‘Het valt niet
mee om financiering te krijgen om een groot bedrijf over te nemen. Banken kijken scherp naar de
kwaliteiten van de jonge ondernemer.’
Bron: Nieuwe Oogst, zaterdag 25 januari 2014