Inhoud Het concept van dit leerboek Spilbedrijf Handelseconomie 29 Deel 1: Inleiding en situering 29 1 Basisbegrippen 1 Behoeften 2 Goederen en diensten 3 Consumeren en produceren 4 Productiefactoren 5 Economie 31 31 36 39 43 47 2 Economische kringloop 49 Deel 2: Bedrijven en ondernemingen 55 1 De 1 2 3 57 57 66 68 68 70 73 75 82 bedrijfskolom Het begrip Toegevoegde waarde Belasting over de toegevoegde waarde 3.1 De btw bekeken door de ogen van de verbruiker 3.2 De btw bekeken vanuit een bedrijf 3.3 De btw toegepast op de bedrijfskolom 3.4 Btw door de ogen van de staat 3.5 de btw-tarieven 2 Indeling van de sectoren 1 Sectorindeling volgens soorten activiteit 2 Sectorindeling volgens winstprincipe INHOUD 7 9 85 88 3 Financiële instellingen Inleiding 1 Bestaansredenen van financiële instelling 2 Debet- en creditrente Deposito-opneming, kredietverstrekking en intrestmarge 3 4 Bankdiensten 91 91 93 96 98 101 4 Handel en handelaar 1 Begrippen 2 De functies van de handel 3 Indeling van de handel 3.1 Groot- en kleinhandel 3.2 Collecterende en distribuerende handel 3.3 Binnen- en buitenlandse handel, doorvoer- en veredelingsverkeer 3.4 Intracommunautaire levering, intracommunautaire verwerving 103 103 108 112 112 116 119 122 5 Aankopen van artikelen 1 De aankoopverrichtingen De documenten uit de aankoopverrichting 2 2.1 De prijsaanvraag 2.2 De offerte 2.3 De tegenofferte 2.4 Uitgaande bestelling: uitgaande bestelbonnen 2.5 Bevestiging van de bestelling 2.6 Binnenkomende leveringen en hun documenten 2.7 De aankoopfactuur 2.8 De betaling 125 125 134 134 137 144 145 154 155 162 175 5 2.9 De inkomende creditnota 2.10 De nalevering 6 177 182 6 Verkopen van artikelen 1 Prijsaanvraag en offerte 2 Binnenkomende bestellingen: inkomende bestelbonnen 3 Uitgaande leveringen met vervoerdocumenten 4 Uitgaande leveringen = uitgaande facturen 5 De uitgaande creditnota 183 184 185 191 197 Boekhouden 225 Spilbedrijf 227 1 Inleiding tot het boekhouden Begrip en geschiedenis 237 237 2 Basisbegrippen van dubbel boekhouden 1 Inventaris 1.1 Het begrip 1.2 Opstellen van een inventaris 1.3 Vermogen 2 De balans 2.1 Begrippen en werking: balans, actief, passief en balansevenwicht 2.2 Balansposten 2.3 De minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel: noodzaak en werking 2.4 Opstellen van een balans en eenvoudige wijzigingen op een balans weergeven 3 Rekeningen en grootboek 3.1 De begrippen 3.2 Boekhoudalgoritme/coderingstabel 4 Salderen van de rekening 5 Journaal 6 Proef- en, saldibalans 7 Eindbalans 8 Monografie 245 245 245 254 262 265 265 284 285 304 304 308 312 314 318 322 325 3 Bewijsstukken van de boekhouding Bewijsstukken van de commerciële verrichtingen 1 2 Bewijsstukken van de financiële verrichtingen 333 333 338 4 Verrichtingen met balansrekeningen 1 Betalingen en inningen 2 Interne financiële verrichtingen Aan- en verkoop van investeringsgoederen 3 341 341 351 361 5 385 385 386 386 Intergratieoefening 1 Beginsituatie 2 Binnenkomende documentenstroom 3 Boekhoudkundige verwerking 292 INHOUD Het concept van dit leerboek voorgesteld met symbolen Het spilbedrijf Hier wordt het spilbedrijf voorgesteld. Het is belangrijk dat je weet vanuit welk standpunt je moet redeneren. Gaat het om een aankoop of om een verkoop? Een betaling of een inning? Je neemt het standpunt van Budgetshop in. Als een oefening gebaseerd is op een ander standpunt zoals een andere firma of van de consument, dan staat dit duidelijk aangegeven. De aanknoping Bij nieuwe leerstof vertrekken we van een situatie die je zelf goed kent. Soms beginnen we bij iets wat je al eerder leerde zoals het spilbedrijf, een wetgeving, een krantenartikel, een website, een PowerPoint-voorstelling, een filmpje, een stripverhaal … Soms kunnen we je ook voor een probleem stellen dat je alleen of in groep moet oplossen. Ontleding De gegevens uit de startsituatie van de les kun je verder uitdiepen bij de ontledingsvragen en antwoorden. Mogelijk moet je met het aangereikte materiaal zelf iets uitwerken zoals bv. het maken van een collage, een mind map samenstellen, een plan tekenen, een rollenspel spelen …. Een vak staat nooit op zich. We zullen regelmatig een beroep doen op redeneringen, begrippen en vaardigheden die je in een ander vak leerde. Ook attitudes die in het algemeen belangrijk zijn, komen aan bod: – mensenkennis; – je verantwoordelijkheid voor je eigen gezondheid, je werkkring, je buurt, de overheid, het milieu; – creativiteit; – techniek. Zelfstandig individueel werk of groepswerk zal in toenemende mate belangrijker worden. Zulke lessen lenen zich in het bijzonder tot het beoordelen van attitudes en processen (zie verder). Enkele vaardigheden zijn hierbij erg belangrijk: – correct werken en zelfcontrole, – informatie vragen, opzoeken en terugvinden; – rekenvaardigheid. Bij zelfstandig werk is het erg belangrijk dat je de instructies goed leest. Ze vervangen immers de ‘lesgevende leerkracht’. Dit moet je kennen en kunnen In kadertjes vind je samenvattingen met definities, wetten, belangrijke algemene kennis, modeloplossingen. Bekijk dat niet te eng. Vanbuiten leren is onvoldoende. Zorg ervoor dat je weet hoe je aan die theorie kwam, met andere woorden: dat je alles begrijpt. Vaardigheden die je onder de knie moet hebben, worden hier ook vermeld. Beoordeling De manier waarop je getoetst wordt, verschilt van school tot school. Niet enkel het resultaat is belangrijk. Vooral de vooruitgang die je in je werkmethode en attitudes boekt, is erg belangrijk voor je beoordeling. Je leerkracht zal het aangeven. HET CONCEPT VAN DIT LEERBOEK VOORGESTELD MET SYMBOLEN 7 Aan de slag Oefenen baart kunst. Wat je voor de eerste keer bekijkt, verleer je vlug. Hoe meer je iets inoefent en/of herhaalt, hoe beter je het kunt onthouden of het in je vingers zit. Bij oefeningen die je zelfstandig moet uitwerken aan de hand van uitgeschreven aanwijzingen of je computer, zal je leerkracht tijd hebben om je werkmethode en je attitudes te beoordelen. Onder de lesfase Ontleding hebben we vermeld dat een vak nooit op zich staat. Die opmerkingen gelden ook zeker en vast voor deze lesfase. Van module 1 en 2 zul je soms naar module 3 moeten springen voor de samenvattingen, het verwerven van inzichten en het maken van opdrachten over kantoortechnieken. Voor de website Voor oefeningen op de website, PowerPoint-voorstellingen, interactieve oefeningen webquest … Surf naar www.optimumsite.be, kies Tweede graad, Optimum 3 bso, handelseconomie en boekhouden en vervolgens klik je op het deel waarin je werkt. Onderaan het pictogram wordt het nummer van de oefening, PowerPoint-voorstelling of interactieve oefening … weergegeven. Je vindt de pictogrammen met het nummer op de methodesite. Voor websites Surf naar de URL die je in het boek vindt of surf naar www.optimumsite.be. Kies Tweede graad, Optimum 3 bso, handelseconomie en boekhouden en vervolgens klik je op het deel waarin je werkt. Drie belangrijke tips bij het studeren Maak vraagjes van de theoretische delen. Gebruik hiervoor de titels in de samenvattingen en plaats er de juiste vraagwoordjes bij: ‘Wie, wat, waarom, welke …’. Noteer alleen de vraagjes; verwijs desnoods naar je boek met cijfertjes in potlood. Leer nooit je les zonder een oefening opnieuw te maken. Vergelijk je oplossing met de oplossing uit de les en geef met rood aan wat fout is. Probeer de oorzaak te vinden, roep desnoods de hulp in van ouders, vrienden … Lukt het niet? Dan vraag je het aan je leerkracht, zij/hij kan heel snel zien waar het misliep. Als je op die manier je inspanning toont, kom je ook honderd keer geloofwaardiger over dan als je zegt: ‘Ik heb het niet geleerd, omdat ik er niets van begreep!’ Een schrift aanleggen voor deze studietips is erg interessant. Alles blijft mooi samen en bij de voorbereiding van je examen kun je er handig gebruik van maken. 8 HET CONCEPT VAN DIT LEERBOEK VOORGESTELD MET SYMBOLEN Spilbedrijf Hou je van prijsbewust kopen? Zoek je iets om te eten of te drinken, materiaal voor in de keuken of op tafel, of gewoon doordeweekse zaken die je best ook in een buurtwinkel kunt vinden …? Dan moet je bij Budgetshop zijn. Deze zaak streeft naar een goede kwaliteit voor zo laag mogelijke prijzen: een zaak voor de doorsneeburger dus. Veertien jaar geleden begon Karel Van Reusel met een eenvoudige fruit- en groentewinkel. Ondertussen is de zaak al flink uitgebreid. Spilbedrijf Caputsteenstraat 134 2800 MECHELEN Tel. en Fax 015 41 55 55 Gsm 0496 66 24 59 E-mail [email protected] BTW BE 0421.131.141 RPR Mechelen Fortis Bank 293-0181743-20 IBAN BE28 2930 1817 4320 BIC GEBABEBB Bank van de Post 000-0156452-88 Zaakvoerder: Karel van Reusel Leverancierslijst SPILSITUATIE 44001 Nv Deskofin Zaakvoerder: S. Somers O. Vankesbeeckstraat 17 2800 MECHELEN Tel.: 015 41 26 26 Fax: Gsm: E-mail: Fortisbank 230-0010012-41 IBAN BE88 2300 0100 1241 BIC GEBABEBB Bank v. d. Post 0000111645-95 BTW BE 0403.601.360 RPR Mechelen 44003 A. Stoffels Zaakvoerder: A. Stoffels Vlasmarkt 11 3700 TONGEREN Tel.: 012 61 20 06 Fax: Gsm: 0496 22 55 40 E-mail: [email protected] Fortisbank 263-4589670-24 IBAN BE81 2634 5896 7099 BIC GEBABEBB BTW BE 0861.114.233 RPR Tongeren 44005 Errero Zaakvoerder: K. Van Roy Boskant 5 2880 BORNEM Tel.: 03 889 14 65 Fax: Gsm: 496 11 52 63 E-mail: [email protected] ING 320-0225076-09 IBAN BE52 3200 2250 7609 BIC BBRUBEBB BTW BE 0510.283.346 RPR Antwerpen 44002 Volkens’ Broer Zaakvoerder: P. Volkens Lange Gasthuisstraat 21 2000 ANTWERPEN Tel.: 03 235 61 06 Fax: 03 235 61 22 Gsm: 0496 22 57 66 E-mail: [email protected] Bank v. d. Post 000-0109539-26 IBAN BE59 0000 1095 3926 BIC BPOTBEBB BTW BE 0406.537.490 RPR Antwerpen 44004 Bvba Euroline Verlichting Zaakvoerder: S. Schillebeeckx Rijksweg 3 2870 PUURS Tel.: 03 889 81 38 Fax: idem Gsm: 0477 20 02 47 E-mail: [email protected] KBC 403-1054761-56 IBAN BE20 4031 0547 6156 BIC KREDBEBB BTW BE 0407.212.136 RPR Mechelen 44006 Nv Romedi Zaakvoerder: N. Verhulst Werchtersesteenweg 72 3150 HAACHT Tel.: 016 60 01 34 Fax: 016 60 20 67 Gsm: 0476 25 36 04 E-mail: ING 330-0227850-51 IBAN BE75 3300 2278 5051 BIC BBRUBEBB BTW BE 0732.052.664 RPR Leuven 9 10 44007 De Winter Import Zaakvoerder: L. De Winter Rue Cathédrale 70 4000 LIÈGE Tel.: 041 67 49 04 Fax: Gsm: E-mail: [email protected] ING 340-0091701-74 IBAN BE16 3400 0917 0174 BIC BBRUBEBB BTW BE 0431.956.341 RPR Liège 44012 Waarloos Brouwerijen nv Zaakvoerder: C. Maes Waarloosveld 10 2550 Waarloos Tel.: 015 30 51 27 Fax: 015 30 21 22 Gsm: 0475 21 87 46 E-mail: [email protected] Fortis: 256-8523136-93 IBAN BE98 2568 5231 3693 BIC GEBABEBB BTW BE 0254.136.931 RPR Antwerpen 44017 Dance Studio Matanz Zaakvoerder: W. Matanz Statiestraat 23a 3300 Tienen Tel.: 016 81 46 57 Fax: 016 81 46 66 Gsm: 0496 21 46 58 E-mail: [email protected] ING 310-8569321-39 IBAN BE13 3108 5693 2139 BIC BBRUBEBB BTW BE 0854.367.189 RPR Leuven 44008 Nv Middellak Zaakvoerder: K. Van Dingenen Industriepark 22 3545 HALEN Tel.: 013 44 28 15 Fax: 013 44 28 16 Gsm: E-mail: Fortisbank 235-1465002-23 IBAN BE92 2351 4650 0223 BIC GEBABEBB BTW BE 0204.688.311 RPR Tongeren 44013 ‘t Naaldje nv Zaakvoerder: S. Deborder Beerzelplein 54 2580 Beerzel Tel.: 015 76 13 64 Fax: 015 76 33 33 Gsm: 0475 52 87 49 E-mail: [email protected] Axa: 703-5842365-36 IBAN BE46 7035 8423 6536 BIC AXABBE22 BTW BE 0357.826.466 RPR Mechelen 44018 La Quimbala Zaakvoerder: L. Timbaals Penitentenstraat 13 3000 Leuven Tel.: 016 85 74 92 Fax: 016 85 22 92 Gsm: 0494 58 57 12 E-mail: [email protected] KBC 482-5698713-26 IBAN BE59 4825 6987 1326 BIC KREDBEBB BTW BE 0723.941.880 RPR Leuven 44009 Movie box nv Zaakvoerder: L. Kaskrakers Broechemsesteenweg 15 2560 Nijlen Tel.: 03 385 14 73 Fax: 03 385 14 44 Gsm: 0474 58 72 64 E-mail: [email protected] KBC 403-9899121-53 IBAN BE53 4039 8991 2153 BIC KREDBEBB RPR Mechelen 44014 Verbouwen-Pastoors nv Zaakvoerder: M. Jacobs Aarschotsesteenweg 311 3370 Boutersem Tel.: 016 58 21 27 Fax: 016 58 2110 Gsm: 0485 26 97 81 E-mail: [email protected] KBC 467-5425452-38 IBAN BE24 4675 4254 5238 BIC KREDBEBB BTW BE 0654.821.363 RPR Leuven 44019 Alice Fabelle Etn nv Zaakvoerder: L. Indigne Av E Digneffe 26 4000 Luik Tel.: 04 252 17 85 Fax: 04 252 17 77 Gsm: 0475 23 26 89 E-mail: [email protected] Fortis: 001-1564984-62 IBAN BE51 0011 5649 8462 BIC GEBABEBB BTW BE 0548.216.977 RPR Luik 44010 Aertssen Zaakvoerder: L. Aertssen Tunnelweg 235 2250 Olen Tel.: 014 25 18 55 Fax: 014 25 88 11 Gsm: 472 64 49 44 E-mail: [email protected] ING 961-1769603-27 IBAN IBAN BE48 9611 7696 0327 BIC BBRUBEBB BTW BE 0287.631.526 RPR Turnhout 44015 Het Schranzerke Catering Zaakvoerder: L. Meulemans Bijkhoevelaan 24 2980 Zoersel Tel.: 014 67 33 84 Fax: 014 67 33 80 Gsm: 0457 21 24 86 E-mail: [email protected] Fortis: 254-8545261-47 IBAN BE22 2548 5452 6147 BIC GEBABEBB BTW BE 0581.364.946 RPR Antwerpen 44020 Noblesse Avancée nv Zaakvoerder: M. Bertrand Doornveld Business Park 11 bus 41 1731 Zellik (Asse) Tel.: 02 467 85 12 Fax: 02 467 44 14 Gsm: 0496 25 87 13 E-mail: [email protected] Axa 733-2469871-87 IBAN BE67 7332 4698 7187 BIC AXABBE22 BTW BE 0275.861.466 RPR Brussel 44011 Enzo Salt Belux Zaakvoerder: W. Smakkemans Rederskaai 65 bus 4 1000 Brussel Tel.: 02 274 58 51 Fax: 02 274 58 00 Gsm: 0475 52 36 85 E-mail: [email protected] ING 310-2583249-31 IBAN IBAN BE04 3102 5832 4931 BIC BBRUBEBB BTW BE 0429.581.920 RPR Brussel 44016 Cheers Beverage Systems Zaakvoerder: P. Rombauts Industrieweg 39 3190 Boortmeerbeek Tel.: 016 60 43 52 Fax: 016 60 43 50 Gsm: 0486 69 91 57 E-mail: [email protected] Axa 703-5842367-38 IBAN BE24 7035 8423 6738 BIC AXABBE22 BTW BE 0953.624.816 RPR Leuven SPILSITUATIE De leveranciers werden numeriek gerangschikt naargelang dat Budgetshop bij hen de eerste keer goederen bestelde. Breid deze lijst, indien nodig, verder uit. Maak een steekkaartenbakje met leverancierskaarten. Rangschik ze alfabetisch op het onderstreepte woord (= grondwoord). Klantenlijst SPILSITUATIE 40001 Huis- en Keukendecoratie Zaakvoerder W. Willems Hanswijkstraat 105 2800 MECHELEN Tel.: 015 28 30 58 Fax: Gsm: 0496 66 58 79 E-mail: [email protected] Fortisbank 001-1079172-26 IBAN BE59 0011 0791 7226 BIC GEBABEBB BTW BE 0485.333.560 RPR Mechelen 40005 Voedingsspecialist Fasters Zaakvoerder: M. Hansford Streepstraat 114 2550 KONTICH Tel.: 03 290 46 66 Fax: Gsm: 0477 52 66 93 E-mail: Bank van De Post 000-0468216-94 IBAN BE87 0000 4682 1694 BIC BPOTBEBB BTW BE 0681.444.695 RPR Antwerpen 40009 Verbraecken Zaakvoerder: P. Verbraecken Leo Van Hullebuschstraat 56 2900 SCHOTEN Tel.: 03 451 22 94 Fax: Gsm: 0496 63 55 79 E-mail: Fortisbank 254-3268950-51 IBAN BE75 2543 2689 5051 BIC GEBABEBB BTW BE 0122.580.383 RPR Antwerpen 40002 Bvba Jonkers Zaakvoerder: L. De Laet Spoorweglaan 155 2180 EKEREN Tel.: 03 775 70 30 Fax: idem Gsm: 0476 55 27 06 E-mail: [email protected] ING 310-3025793-61 IBAN BE62 3103 0257 9361 BIC BBRUBEBB BTW BE 0568.763.359 RPR Antwerpen 40006 ‘t Snoepwinkeltje Zaakvoerder: A. Vanwinghe Turnhoutsebaan 120 2140 BORGERHOUT Tel. en fax: 03 235 43 85 Gsm: E-mail: Fortisbank 230-9846735-91 IBAN BE23 2309 8467 3591 BIC GEBABEBB ING 367-8366521-33 BTW BE 0221.475.942 RPR Antwerpen 40010 Foucquart & Zonen Zaakvoerder: De Coninck Fortstraat 22 9280 LEBBEKE Tel.: 052 12 50 06 Fax: 052 12 50 84 Gsm: E-mail: [email protected] Axa 703-6369804-86 IBAN BE78 7036 3698 0486 BIC AXABBB22 BTW BE 0255.280.442 RPR Dendermonde 40003 De Kaasstolp Zaakvoerder: F. Verstrepen-Willems Moerplas 15 2870 PUURS Tel.: 03 889 81 81 Fax: Gsm: E-mail: [email protected] KBC 403-2684332-27 IBAN BE48 4032 6843 3227 BIC KREDBEBB Deutsche Bank 744-5269857-34 BTW BE 0602.313.481 RPR Mechelen 40007 Bvba Clymans Zaakvoerder: K. Clymans Joe Englishstraat 50 8800 RUMBEKE Tel.: 051 20 50 12 Fax: 051 24 18 68 Gsm: E-mail: KBC 467-6164281-18 IBAN BE50 4676 1642 8118 BIC KREDBEBB ING 385-0620882-48 BTW BE 0429.581.920 RPR Kortrijk 40011 VOF Commerca Zaakvoerder: K. Vervoort Meiboomlaan 33 8800 ROESELARE Tel. en fax: 051 45 88 37 Gsm: 047755 02 68 E-mail: [email protected] Fortisbank 011-5689654-82 IBAN BE25 0115 6896 5482 BIC GEBABEBB BTW BE 0434.587.615 RPR Kortrijk 40004 Bij Yvonne Zaakvoerder: Y. Backx Dorpstraat 19 2811 LEEST Tel.: 015 71 99 63 Fax: Gsm: 0496 66 58 79 E-mail: ING 367-8362916-17 IBAN BE61 3678 3629 1617 BIC BBRUBEBB KBC 430-3872618-78 BTW BE 0485.291.493 RPR Mechelen 40008 Nv Foodcon Zaakvoerder: L. Van Meerbeeck L. Grosjeanlaan 92 1140 BRUSSEL Tel.: 02 730 33 00 Fax: 02 730 33 01 Gsm: 0497 28 30 90 E-mail: [email protected] ING 310-0348701-72 IBAN BE38 3100 3487 0172 BIC BBRUBEBB BTW BE 0403.502.677 RPR Brussel 40012 Pevaka Zaakvoerder: M. Hemelaer Piepelpoel 60 3700 TONGEREN Tel.: 012 61 06 01 Fax: 012 61 83 55 Gsm: E-mail: [email protected] KBC 425-6589954-64 IBAN BE29 4256 5899 5464 BIC KRDBEBB BTW BE 0458.902.644 RPR Tongeren 11 40013 Rozenkwekerij Papaver Zaakvoerder: F. Beuckelaers Kapelstraat 42 2130 Malle Tel.: 03 312 47 13 Fax: 03 312 4712 Gsm: 0496 16 23 87 E-mail: [email protected] Fortisbank 001-0134685-28 IBAN BE37 0010 1346 8528 BIC GEBABEBB BTW BE 0258.697.520 RPR Antwerpen 40017 Cvba Plopske Zaakvoerder: S. Antieck Gitschotellei 141 2140 Borgerhout Tel.: 03 235 44 19 Fax: 03 235 44 20 Gsm: E-mail: [email protected] Fortisbank: 254-2214987-90 IBAN BE34 2542 2149 8790 BIC GEBABEBB BTW BE 0294.688.572 RPR Antwerpen 40021 Ter Smissen Zaakvoerder : R. Van Praeg Peerdestal 36 2920 Kalmthout Tel.: 03 354 89 71 Fax: 03 354 89 72 Gsm: E-mail: [email protected] ING 310-0348211-67 IBAN BE93 3100 3482 1167 BIC BBRUBEBB BTW BE 0154.678.277 RPR Antwerpen 40014 Queen’s Breakfast Zaakvoerder: L. Kurkmans Kwaad Einde 11 2170 Merksem Tel.: 03 645 77 11 Fax: 03 645 78 13 Gsm: 0476 51 41 32 E-mail: [email protected] Axa 703-4268541-37 IBAN BE35 7034 2685 4137 BIC AXABBE22 BTW BE 0365.845.990 RPR Antwerpen 40018 Super Kart Zaakvoerder: L. Snellers Aarschotsesteenweg 415 2230 Herselt Tel.: 016 57 44 93 Fax: Gsm: 0474 22 33 51 E-mail: [email protected] ING 340-0052585-49 IBAN BE97 3400 0525 8549 BIC BBRUBEBB BTW BE 0369.245.544 RPR Turnhout 40022 Sensy Cohr Zaakvoerder : L. Maquille F Séverinstraat 56 1030 Brussel Tel.: 02 211 56 32 Fax: 02 211 56 40 Gsm: 0496 23 87 54 E-mail: [email protected] Bank van de Post 000-0123584-06 IBAN BE83 0000 1235 8406 BIC BPOTBEBB BTW BE 0425.619.865 RPR Brussel 40015 Al Piovra Zaakvoerder: M. Lorenzo Vlaamse Kaai 245 2000 Antwerpen Tel.: 03 237 89 65 Fax: 03 237 89 66 Gsm: 0486 67 73 45 E-mail: [email protected] KBC 425-4368741-54 IBAN BE42 4254 3687 4154 BIC KREDBEBB BTW BE 0284.561.376 RPR Antwerpen 40019 Bvba Neolamp Zaakvoerder: B. Rantelamp Verlichtingsstraat 856 2660 Hoboken Tel.: 03 828 76 07 Fax: 03 828 76 10 Gsm: 0494 25 26 27 E-mail: [email protected] KBC 425-6605891-93 IBAN BE98 4256 6058 9193 BIC KREDBEBB BTW BE 0315.468.447 RPR Antwerpen 40023 Extra Caviar nv Zaakvoerder: M. Langouste Lammekensstraat 51 1702 Groot-Bijgaarden Tel.: 02 466 11 27 Fax: 02 466 11 30 Gsm: 0486 67 52 13 E-mail: [email protected] KBC 467-5842364-44 IBAN BE55 4675 8423 6444 BIC KREDBEBB BTW BE 0426.158.909 RPR Brussel 40016 Quatrostagioni nv Zaakvoerder: F. Hoesmans Stationsstraat 32 2500 Lier Tel.: 03 489 23 65 Fax: 03 48923 77 Gsm: 0496/85 23 87 E-mail: [email protected] ING 310-0487533-97 IBAN BE54 3100 4875 3397 BIC BBRUBEBB BTW BE 0458.621.344 RPR Mechelen 40020 Fit-’n-Fun Zaakvoerder: W. Vansevenant Bosloopstraat 48 2880 Bornem Tel.: 03 899 41 47 Fax: Gsm: 0496 21 35 75 E-mail: [email protected] Axa 703-5824526-45 IBAN BE44 7035 8245 2645 BIC AXABBE22 BTW BE 0159.642.895 RPR Mechelen De klanten werden numeriek gerangschikt naargelang ze de eerste keer goederen bij Budgetshop bestelden. Breid deze lijst, indien nodig, verder uit. Maak een steekkaartenbakje met klantenkaarten. Rangschik ze alfabetisch op het onderstreepte woord (= grondwoord). 12 SPILSITUATIE Particuliere klanten SPILSITUATIE 1 A. De Volder-Biesemans Dijkstraat 25 8792 Desselgem Tel.: 056 71 28 83 Gsm: 0474 52 58 76 E-mail: [email protected] 8 C. Xaverius – Boons Koning Leopoldlaan 275 3920 Lommel Tel.: 011 54 06 87 Gsm: 0476 52 73 11 E-mail: [email protected] 15 L. Vanhove-Van Hecke Bredabaan 25 2930 Brasschaat Tel.: 03 663 51 72 Gsm: 0475 82 16 72 E-mail: [email protected] 2 J. Engelen-Desimpele Lange Dreef 28 2820 Bonheiden-Rijmenam Tel.: 015 51 78 34 Gsm: 0496 25 87 34 E-mail: [email protected] 9 Van Uytvenne-Noël Kloosterstraat 14 2460 Lichtaart Tel.: 014 75 22 81 Gsm: 0495 27 53 61 E-mail: [email protected] 16 Aertsens-Wijnants De Dreef Van Duyvendael 85 2970 Schilde Tel.: 03 685 41 27 Fax: 03 685 41 44 Gsm: 0477 24 85 88 E-mail: [email protected] 3 F. Fierens Kapellestraat 58 2630 Aartselaar Tel.: 03 25 27 96 Gsm: 0486 62 57 91 E-mail: [email protected] 10 Reussens-Jonckheere Leebrugstraat 32 1840 Londerzeel Tel.: 052 19 98 34 Gsm: 0486 25 71 34 E-mail: [email protected] 17 S. De Bleeckere-Slaets Leopold II laan 223 8670 Oostduinkerke Tel.: 058 52 14 76 Fax: 058 52 14 90 Gsm: 0477 15 51 15 E-mail: [email protected] 4 S. Van Goethem-Van Hamme Hoogboomsteenweg 45 2610 Wilrijk Tel.: 03 58 96 21 Fax: 03 58 92 22 Gsm: 0474 75 26 84 E-mail: [email protected] 11 Vanderpoel-Smets E. Veenbesstraat 25 2990 Wuustwezel Tel.: 03 633 58 72 Fax: 03 633 58 88 Gsm: 0475 52 19 67 E-mail: [email protected] 18 Paul en Hilde Tesseur-Van Neste Tiendeschuurstraat 46 3370 Boutersem Tel.: 016 65 84 23 Fax: 016 65 23 23 Gsm: 0475 82 36 97 E-mail: [email protected] 5 W. Spillebeen K. Suykensstraat 11 2150 Borsbeek Tel.: 03 321 19 82 Gsm: 0485 24 75 61 E-mail: [email protected] 12 Dexters-De Stroopere Guldensporenlei 12 2960 Sint-Job Tel.: 03 636 24 43 Gsm: 0494 25 19 83 E-mail: [email protected] 19 Ans Mortier-Beyers Eikenbosch 13 2220 Heist-op-den-Berg Tel.: 015 23 69 84 Fax: 015 23 14 14 Gsm: 0496 12 58 73 E-mail: [email protected] 6 Thys-Uytterhoeven Rechtestraat 24 2800 Mechelen Tel.: 015 41 42 67 Fax: 015 41 42 20 Gsm: 0495 18 27 36 E-mail: [email protected] 13 De Wolf-Ponnet Parklaan 75 2590 Berlaar Tel.: 015 24 84 71 Gsm: 0496 27 81 36 E-mail: [email protected] 20 Liesenborghs -De Smet Edward Oudestraat 51 9600 Ronse Tel: 055 81 43 62 Fax: 055 81 43 00 Gsm: 0486 62 45 82 E-mail: [email protected] 7 De Vlieghere-Smeekens H Consciencelaan 12 9230 Wetteren Tel.: 09 369 81 24 Gsm: 0485 21 46 38 E-mail: [email protected] 14 W. Van Laeken-Raets Bazelstraat 8 8301 Heist-aan-Zee Tel.: 050 51 39 64 Gsm: 0486 27 49 31 E-mail: [email protected] 21 K. Hennes -Lemmens Veelliedenstraat 32 3221 Nieuwenrode Tel: 016 65 40 10 Fax: 016 65 20 10 Gsm: 0478 65 20 59 E-mail: [email protected] 13 14 22 Ivo Reniers-Van Steenkiste Kloosterstraat 23 2460 Lichtaart Tel: 014 43 52 87 Fax: 014 43 50 80 Gsm: 0475 81 15 69 E-mail: [email protected] 26 Stefaan Leempoels-Lecointre Hogeweg 95 2547 Lint Tel: 03 488 52 32 Fax: 03 488 52 55 Gsm: E-mail: [email protected] 30 H. Delabastita -Hermans Heistsesteenweg 211 2580 Beerzel Tel: 015 24 35 67 Fax: 015 24 35 00 Gsm: [email protected] 23 H. Prinsen -Decock Kerkhoflei 44 9771 Kruishoutem Tel: 056 60 32 53 Fax: 056 60 53 32 Gsm: 0496 25 87 13 E-mail: [email protected] 27 Hugo en Suzanne LambrechtsIvens Hanewijk 74 bus 4 2845 Niel Tel: 03 888 95 21 Fax: 03 888 95 20 Gsm: 0494 52 12 36 E-mail: [email protected] 31 Mark Dekram -Dekoninck Wolvenstraat 47 2861 Onze-Lieve-Vrouw-Waver Tel: 015 75 40 23 Fax: 015 75 20 20 Gsm: [email protected] 24 P. Polspoel -Vander Auwera Slagveldlaan 134 2812 Mechelen-Muizen Tel: 015 45 49 86 Fax: Gsm: 0496 52 58 13 E-mail: [email protected] 28 Erwin Lauweryns -Casteels Amerstraat 12 2820 Bonheiden-Rijmenam Tel: 015 51 21 24 Fax: Gsm: 0475 12 35 84 E-mail: [email protected] 32 De Laender-Gordts Bloemenberggang 15 3001 Heverlee Tel: 016 65 28 79 Fax: 016 65 16 73 Gsm: 0486 25 87 31 E-mail: [email protected] 25 Els en Roger Marteau -Lippert Galgenstraat 163 2400 Mol Tel: 014 37 85 19 Fax: 014 37 22 29 Gsm: 0486 75 12 94 E-mail: [email protected] 29 R. Dewinter Molenberg 11 2820 Bonheiden Tel: 015 52 23 37 Fax: 015 52 23 46 Gsm: [email protected] 33 Antoine Alaerts -Haardos Schorenshof 7 1910 Nederokkerzeel Tel: 016 20 05 64 Fax: 016 20 33 35 E-mail: [email protected] SPILSITUATIE Prijslijst goederen (maar een gedeeltelijke opgave) Al onze prijzen zijn exclusief btw. Leveringsvoorwaarden De goederen worden in principe afgehaald in de winkel of in het magazijn. Levering aan huis kan: de aangerekende kosten zijn afhankelijk van de afstand en de grootte van de bestelling. Betalingsvoorwaarden De goederen worden betaald bij het afhalen. Afwijkingen van deze verkoopsvoorwaarden moeten schriftelijk overeengekomen worden op de bestelbon. OMSCHRIJVING 6 % btw AANKOOPPRIJZEN IN EUR VERKOOPPRIJZEN IN EUR Water Plat water 1,5 l Spuitwater 1,5 l 0,30 0,36 0,42 0,50 0,56 0,41 0,50 0,48 0,77 0,57 0,69 0,67 1,10 1,06 1,08 1,05 1,05 0,97 1,51 1,46 1,49 1,44 1,44 1,33 0,90 0,97 1,01 1,01 0,97 0,98 1,24 1,34 1,39 1,39 1,34 1,35 Melk Magere melk Budget 1 l/drankkarton Halfvolle melk Budget 1 l/drankkarton Volle melk Budget 1 l/drankkarton 0,48 0,50 0,52 0,67 0,69 0,72 Voeding Kaas uit Holland ‘jong’ per kg Kaas uit Holland ‘belegen’ per kg Kaas uit Holland ‘oud’ per kg Maredsous per kg Beauvoorde per kg Père Joseph per kg Echte Loo per kg 4,10 4,25 4,45 5,60 5,30 6,35 6,00 5,60 5,85 6,10 7,70 7,30 8,70 8,20 Fruitsap Fruitsap Fruitsap Fruitsap Fruitsap ‘Frutti’ ‘Frutti’ ‘Frutti’ ‘Frutti’ Koffie Koffie Budget Koffie Budget Koffie Budget Koffie Budget Koffie Budget Koffie Budget Thee Thee Thee Thee Thee Thee Thee SPILSITUATIE Budget Budget Budget Budget Budget Budget 70 70 70 70 cl cl cl cl sinaasappel appel pompelmoes ananas ‘mokka’ gemalen bonen 250 g/pakje ‘mokka’ niet-gemalen bonen 250 g/pakje ‘extra’ gemalen bonen 250 g/pakje ‘extra’ niet-gemalen bonen 250 g/pakje ‘familial’ gemalen bonen 250 g/pakje ‘familial’ niet-gemalen bonen 250 g/pakje ‘linde’ 50 builtjes/pakje ‘kamille’ 50 builtjes/pakje ‘rozenbottel’ 50 builtjes/pakje ‘kamille/mandarijn’ 50 builtjes/pakje ‘avondgenoegen’ 50 builtjes/pakje ‘munt’ 50 builtjes/pakje 15 Gemalen kaas emmentaler pakje van 125 g/pakje Gemalen kaas gruyère pakje van 150 g/pakje Gemalen kaas gruyère pakje van 250 g/pakje Azijn Budget/liter Chocolade ‘Zwarte boontjes’/reep Fruit en groenten OMSCHRIJVING 12 % btw Voeding Margarine Budget per vlootje van 200 g Margarine Budget per vlootje van 500 g Ecomargarine zonder genetisch gewijzigde granen 400 g OMSCHRIJVING 21 % btw Drank Bier: Pils Budget 25 cl per flesje Pils Budget per bak van 24 flesjes van 25 cl Abdijbier ‘dubbel’ 25 cl per flesje Abdijbier ‘dubbel’ per bak van 24 flesjes Abdijbier ‘trippel’ 25 cl per flesje Abdijbier ‘trippel’ per bak van 24 flesjes Wijn Granville côtes du rhône 1996, 70 cl Prestige du chef: tafelwijn wit, 70 cl Prestige du chef: tafelwijn rosé, 70 cl Moezelwijn, 2004, 70 cl Ausläse Moezelwijn, 2004, 70 cl Spätläse Tafelgerei Servetten ‘Soft’ 100 stuks, wit Servetten ‘Soft’ 100 stuks, gekleurd (roze, blauw, lila) Stoffen sevetten ‘Flora’ Serviezen: Hotelporselein ‘Weiss’ 6 platte borden Hotelporselein ‘Weiss’ 6 diepe borden Hotelporselein ‘Weiss’ 6 dessertborden Hotelporselein ‘Weiss’ 6 kopjes Hotelporselein ‘Weiss’ 6 schoteltjes Hotelporselein ‘Weiss’ volledig servies ‘Ardeño’ 6 diepe borden ‘Ardeño’ 6 platte borden ‘Ardeño’ 6 dessertborden ‘Ardeño’ 6 koppen ‘Ardeño’ 6 schotels Spaghettiservies (6 borden + kom) beige Spaghettiservies (6 borden + kom) rood Glazen ‘Lucid’ vuistglas per stuk Glazen ‘Lucid’ whiskyglas per stuk Glazen ‘Lucid’ wijnglas per stuk Glazen ‘Lucid’ portglas per stuk 16 1,35 1,55 2,70 0,29 0,27 prijs van de dag 1,85 2,10 3,70 0,40 0,37 idem AANKOOPPRIJZEN VERKOOPPRIJZEN IN EUR IN EUR 0,56 1,23 0,61 0,79 1,72 0,85 AANKOOPPRIJZEN VERKOOPPRIJZEN IN EUR IN EUR 0,30 4,60 0,36 8,00 0,40 8,70 1,89 1,40 1,33 2,35 1,99 0,42 6,30 0,50 10,90 0,55 11,90 2,60 1,93 1,83 3,22 2,73 1,35 1,71 1,17 9,00 9,00 4,80 6,50 4,80 34,00 10,20 10,60 9,10 7,40 5,05 8,20 8,90 1,31 1,51 1,80 0,93 1,86 2,35 1,61 12,30 12,30 6,55 8,90 6,55 46,50 14,00 14,90 12,50 10,10 6,91 11,20 12,20 1,80 2,08 2,47 1,28 SPILSITUATIE Pan ‘Normande’ minor (inox) Pan ‘Normande’ normal (inox) Pan ‘Normande’ major (inox) Pan ‘Normande’ antikleefpan (inox) Pan ‘Normande’ snelkookpan (inox) Pot ‘Normande’ minor (inox) Pot ‘Normande’ normal (inox) Pot ‘Normande’ major (inox) Bestekkoffer ‘Altpater’ Dienbladen (uitzicht grenen), rechthoekig 47 x 50 cm Dienbladen (uitzicht grenen), ovaal 48 x 60 cm Tafellaken ‘Royal’ 100 % katoen (blauw, roze, lila, munt, wit) rechthoekig 140 x 170 cm Tafellaken ‘Royal’ 100 % katoen (blauw, roze, lila, munt, wit) rond 160 cm Luxueuze wandklokken in hout, ovaal of rond ‘Chronotec’ Keukenklok ‘Fluitketel’ wit, diameter 20 cm Keukenklok ‘Chronotec’ met zilveren boord en wijzers Elektrische apparaten Kruimeldief Friteuse (gewoon) Friteuse met antireukdeksel Koffiezetapparaat (gewoon) Koffiezetapparaat (met geïsoleerde kan) Microgolfoven Mixer (met staaf, haken en kneders) Onderhoud Hygiëne Zeep ‘Olaafje’ per stuk Tandpasta ‘Porselin’ Wasmiddelen Vaatwasmiddel ‘Sunshine’ 1,5 l Vaatwasmiddel ‘Instant Clean’ 3/4 l Vloerzeep ‘Sunshine’ 2 l Waspoeder ‘Sunshine’ 3 kg Waspoeder ‘Bioclear’ 2,5 kg Wasverzachter ‘Sunshine’ 3,5 l Schoonheidsproducten Gezichtsverzorging Haarlak ‘Philippe Duchèsne’ Oogschaduw ‘Philippe Duchèsne’ Mascara ‘Philippe Duchèsne’ Huidcrème (voor droge huid) ‘Philippe Duchèsne’ Antischilfercrème ‘Philippe Duchèsne’ 14,20 15,80 17,10 18,20 23,80 15,20 17,40 18,60 252,50 2,70 3,30 19,50 21,50 23,40 24,90 32,60 20,80 23,90 25,50 346,00 3,71 4,50 6,35 8,70 6,35 10,60 7,10 178,10 8,70 14,60 9,70 244,00 47,00 34,30 76,00 21,50 35,70 201,00 19,70 64,50 47,00 104,00 29,40 49,00 275,50 27,00 0,61 1,17 0,84 1,61 1,71 1,49 2,13 6,35 7,22 2,43 2,35 2,05 2,92 8,70 9,90 3,34 1,78 1,93 2,71 3,79 4,25 2,45 2,65 3,72 5,20 5,85 De goederen werden geklasseerd per btw-tarief en vervolgens per soort. Binnen de in vetjes gedrukte soortnamen werden de goederen nog zo veel mogelijk per subsoort gegroepeerd. De eerste keer dat een benaming van een subsoort voorkomt, werd ze onderstreept. Bij uitbreiding van het assortiment zal Karel de artikelenlijst op de pc aanpassen en opnieuw afdrukken. Dat zal trouwens ook bij elke prijsaanpassing gebeuren. SPILSITUATIE 17 Het beleid voor afrondingen in verkoopprijzen is als volgt: – – – – Bedragen Bedragen Bedragen Bedragen onder 4,00 EUR worden afgerond op 1 eurocent. tussen 4,00 EUR en 7,00 EUR worden afgerond op 5 eurocent. tussen 7,00 EUR en 40,00 EUR worden afgerond op 10 eurocent. boven 40,00 EUR worden afgerond op 50 eurocent. De brutowinstmarge bedraagt 37,5 %. Plattegrond van het spilbedrijf Budgetshop is te klein om met een echt organogram te werken. Toch laat deze plattegrond zien dat er in dit bedrijf verschillende afdelingen zijn. We gaan hier een aantal keer op terugkomen en laten zien dat er een bepaalde samenhang en samenwerking tussen de verschillende afdelingen is. Eigenlijk leidt Karel de zaak, het is zijn beroep. Hij doet ook dagelijks de winkel. Vertegenwoordigers worden enkel toegelaten op afspraak, Karel ontvangt ze in een gezellige hoek van zijn bureau. Elke woensdag en zaterdag gaat Els rond in het magazijn om te zien wat er bijbesteld moet worden. Omdat Els ook bij nv Offisco het administratieve en boekhoudkundige werk doet, is zij de geknipte persoon om dit thuis ook te doen. Belangrijke beslissingen worden altijd door Karel en Els samen genomen. Het gaat immers over hun geld en tijd. Alle papieren die toekomen via de post of bij ontvangst van de goederen in het magazijn en de dagtotalen van het kasregister komen allemaal op het bureau terecht voor verdere behandeling. Eigenlijk zijn al deze gegevens nog eens het symbool van de verschillende afdelingen van het bedrijf. 18 SPILSITUATIE 1 Nauwkeurigheidstraining 1 Je hebt 50 minuten om deze toets te maken. De straftijd per foutief antwoord is 4 minuten, per niet-opgeloste oefening 1 minuut 30 seconden. Deze controle gebeurt steekproefsgewijs. Tijd 30 15 < < < < < < Score 50 minuten 55 minuten 1 uur 1 uur 5 minuten 1 uur 10 minuten 1 uur 15 minuten 10 9 8 7 6 5 Tijd < < < < > 1 1 1 1 1 uur uur uur uur uur 20 25 30 35 40 minuten minuten minuten minuten minuten Score 4 3 2 1 0 Je leerboek is hier de basis om de vragen op te lossen. Zoek op in de gegevensbestanden van de spilsituatie. Noteer je antwoorden in het raster en lijn ze rechts uit. Duid in de eerste kolom de kring aan waarin je de informatie vond. Hou rekening met de tijdslimiet maar let op: fouten tellen dubbel zo zwaar mee als niet-opgeloste oefeningen. de leeftijd van de mama van Leonie de verkoopprijs van 1 kg kaas Maredsous het btw-tarief van hotelporselein ‘Weiss’ zes kopjes de verkoopprijs van een inox pot ‘Normande’ major het btw-tarief van magere melk ‘Budget’ 1 liter het telefoonnummer van de leverancier nv Romedi het rekeningnummer van de bank van klant Verbraecken het klantnummer van voedingsspecialist Fasters de straat van ons spilbedrijf de automatisering van de handenarbeid in onze leefwereld het beroep van Karel van Reusel het e-mailadres van de firma Noblesse Avancée nv het telefoonnummer van de klant F. Fierens het gsm-nummer van de leverancier W. Matanz het IBAN-nummer van de klant Fit-’n-Fun de BIC-code van de leverancier La Quimbala de firma waar Els Van Reusel (mama van Leonie) werkt het dier dat als logo van Budgetshop gebruikt wordt de productgroep waartoe ‘haarlak Philippe Duchèsne’ behoort SPILSITUATIE 19 de gemeente waar de klant familie Prinsen-Decock woont het land waaruit Maarten Van Reusel afkomstig is de aankoopprijs van een volledig servies Hotelporselein ‘Weiss’ de verkoopprijs van zes platte borden Hotelporselein ‘Weiss’ het btw-percentage van kaas ‘Echte Loo’ het aantal dagen betalingstermijn (na afhaling van de goederen) voor de klanten van Budgetshop het gsm-nummer van klant W. Spillebeen de stad waar Leonie Van Reusel woont de internetprovider van Movie Box nv de straatnaam van klant Lauweryns-Casteels het ondernemingsnummer van leverancier Waarloos Brouwerijen nv de merknamen van de glazen die Budgetshop verkoopt het particulier klantennummer van Stefaan Leempoels het rechtspersonenregister van leverancier A. Stoffels 2 Sommige van volgende vraagjes los je op door je leerboek te gebruiken, voor andere moet je even naar het internet. a De gewone nationale financiële rekening heeft altijd dezelfde structuur. Welk aantal cijfers kom je telkens tegen: – – b Zoek de betekenis van de drie groepen cijfers op. Ga hiervoor naar www.optimimsite.be, klik op Optimum 3 bso, HE en B. Laat de website openstaan, want je hebt hem nog nodig voor enkele opdrachten. 2b ________________________________________________________________________ – ________________________________________________________________________ – ________________________________________________________________________ c Op de website vind je een tool om de checkdigit te berekenen. Doe dat voor de volgende twee rekeningnummers: 308-4902578- 20 244-5398721- SPILSITUATIE d Ook het internationale rekeningnummer (international bank account number) heeft een vaste structuur. Welke groepen cijfers komen hierin voor? e Bereken aan de hand van dezelfde website de samenstelling van het internationale rekeningnummer. Voer de nationale rekeningnummers bij het derde item van deze oefening in. Wat zijn de eerste vier tekens in de internationale bankrekeningnummers? f Verklaar aan de hand van dezelfde website de groepen cijfers. g Ga naar www.optimimsite.be, Optimum 3 bso, HE en B.. Waarvan is BIC de afkorting? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ h Wat is het doel van IBAN en BIC? 2g _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ i Maak gebruik van de websites van de grote banken en verklaar: GEBABEBB: _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ BBRUBEBB: www _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ KREDBEBB: _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ BPOTBEBB: SPILSITUATIE ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 21 j Maak gebruik van volgende website: mineco.fgov.be. Klik bij Ondernemen op Vademecum van de onderneming. Waarvoor staat het nummer van Budgetshop BTW BE 0421.131.141? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ www Hoe is dat nummer samengesteld? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Door wie wordt dat nummer toegekend? (volledig) ___________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ (afgekort) drie hokjes Heeft een vzw ook zo’n nummer? Waarom denk je dat? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Heeft een dokter, advocaat, notaris … (= vrij beroep) ook zo’n nummer? Waarom denk je dat? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Ondernemingen krijgen ook nog één of meer andere nummers voor hun onderneming naargelang van het aantal plaatsen waar zij een deel van haar activiteiten uitvoert. Hoe noemt dat nummer? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Met welke groepen van cijfers is dat nummer samengesteld? Hoe kan het eerste cijfer eruit zien? Geef het begin- en eindcijfer. Zoek op dezelfde website wat RPR wil zeggen. _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Is de stad – vermeld naast RPR – altijd dezelfde als de ❒ ❒ ❒ 22 dichtst bijgelegen stad? de provinciehoofdstad? het gerechtelijk arrondissement? SPILSITUATIE k Het nummer van de klanten (debiteuren) begint altijd met dezelfde twee cijfers. Ga naar www.optimimsite.be, Optimum 3 bso, HE en B.. Zoek (zie volgend blad) waarvoor de twee begincijfers staan: _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Het nummer van de leveranciers begint ook altijd met dezelfde twee cijfers. 2k Zoek ook waarvoor de twee begincijfers staan: _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ l Hoe is een e-mailadres samengesteld? Maak gebruik van nl.wikipedia.org. _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Hoe is een websiteadres samengesteld? www _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ m Hoe is een telefoonnummer samengesteld? Maak gebruik van roamers.proximus.be, Privé, klik bij Shortcuts op Bellen in België. _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ www Hoe is een internationaal telefoonnummer samengesteld? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 2 Alfabetisch klasseren: vooroefeningen 1 Vul de ontbrekende letters in: – l, m, n, _______ , _______ , q, r, s, t, _______ , _______ , w – c, d, _______ , _______ , g, h, i, j, _______ , _______ , m – v, w, _______ , _______ , z en omgekeerd: – , …, e, d – v, u, t , …, …, …,p , o 2 Welke letter ontbreekt in het rijtje? – D E F G H I K: _______ – K L N O P Q: _______ – R S T U V X Y: _______ SPILSITUATIE 23 3 Het alfabet telt 26 letters. Als je de cijfers door de overeenkomstige letters vervangt, dan verschijnt er een woord. 26 1 1 11 22 15 5 18 4 5 18 _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 2 15 5 11 8 15 21 4 19 20 5 18 _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Twee apen zitten in bad, en de een zegt tegen de ander: ‘Oe oe oe oe aaaa oeoeoe aaaaa oe oe oe aa oe oe aa aaa aaa oe oe aa oe oeee oooee aaaa oe oe oe!’ Waarop de ander zegt: ________________________________________________________________________________________________________________ 4 15 5 11 15 21 5 4 18 23 4 1 1 20 14 5 23 18 1 2 20 9 SPILSITUATIE 10 ! 4 Welke woordenreeks is alfabetisch geklasseerd? a overste – overstek – oversteken – oversteekplaats – oversteeksel – overstelpen – overstemmen b overste – oversteek – oversteekplaats – oversteeksel – overstek – oversteken – overstelpen – overstemmen c overste – overstelpen – overstemmen – oversteek – oversteekplaats – oversteeksel – overstek – oversteken d overste – overstemmen – overstelpen – oversteek – oversteekplaats – oversteeksel – overstek – oversteken _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ a geldautomaat – geldinzameling – geldbedrag – geldbeugel – geldelijk – geldig – geldgebrek – geldvordering b geldautomaat – geldelijk – geldig – geldbedrag – geldbeugel – geldgebrek – geldinzameling – geldvordering c geldautomaat – geldbedrag – geldbeugel – geldelijk – geldgebrek – geldig – geldinzameling – geldvordering d geldautomaat – geldbeugel – geldbedrag – geldelijk – geldgebrek – geldinzameling – geldig – geldvordering _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ a belastbaar – belasten – belasteren – belastingaangifteformulier – belastingaanslag – belastingadviseur – belastingaftrek b belasten – belasteren – belastbaar – belastingaanslag – belastingaangifteformulier – belastingadviseur – belastingaftrek c belastingaanslag – belastingaangifteformulier – belastingadviseur – belastingaftrek – belasten – belastbaar – belasteren d belastingadviseur – belastingaftrek – belastingaanslag – belastingaangifteformulier – belasten – belastbaar – belasteren _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 3 Fichebak 1 De klanten- en leverancierskaarten die je van je leerkracht ontvangt, zitten niet in de juiste numerieke volgorde. De nummers beginnen – eigenaardig genoeg – niet met 1, maar met 40001. Dat heeft te maken met boekhoudreglementering. Steek de kaarten in de juiste numerieke volgorde. Steek de kaart omhoog die je leerkracht noemt. 2 Steek de kaarten in de juiste alfabetische volgorde volgens grondwoord van de firma. Dat is het woord dat onderstreept werd. Steek de kaart omhoog die je leerkracht noemt. Waarop hebben we ons gebaseerd om het grondwoord te bepalen? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ SPILSITUATIE 25 3 De post geeft voordelige tariferingen als je grote hoeveelheden mail per postcode sorteert. Steek de kaarten in de juiste numerieke volgorde volgens postnummer. Steek de kaart omhoog die je leerkracht noemt. 4 Steek de kaarten in de juiste alfabetische volgorde volgens de achternaam van de zaakvoerder. (Beschouw achternamen uit twee woorden als één geheel. Bijvoorbeeld: De Schepper. Verwaarloos spaties. De S is hier dus de derde letter.) Steek de kaart omhoog die je leerkracht noemt. 4 Maak een alfabetische overzichtslijst van: • klanten (handelaars); • particuliere klanten; • leveranciers Maak een doorlopende tabel in MS-Word van de klanten (handelaars en particulieren) zodat je de lijst gemakkelijk kunt uitbreiden. Je vindt hiervoor op www.optimimsite.be, Optimum 3 bso, HE en B een Word-sjabloon. Ben je klaar? Maak je tabellen zo groot als een steekkaart. Print de tabellen en steek ze voor de kaarten. 4 Het grondwoord van de firmanaam waarop je deze klanten en leveranciers alfabetisch moet klasseren, is al aangegeven. Later leer je hoe je dit zelf moet bepalen. Voor particuliere klanten gebruik je uiteraard gewoon de achternaam. Heb je zowel de achternaam van de man als van de vrouw, neem dan eerst de naam van de man. Bijvoorbeeld: Particuliere klanten Aertsens-Wijnants 5 16 Waarbij zou je de volgende artikelen op onze goederenlijst indelen en waarom? Emmentaler: shampoo: 26 Nummer ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ fonduestel: ___________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ oploskoffie: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ bitter lemon: ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ champagne: ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ SPILSITUATIE 6 Stel nu dat we zouden beslissen om de artikelenlijst numeriek op te stellen, dan zouden we kunnen beslissen om eerst het btw-tarief te vermelden en dan pas een cijfer per artikel. Dan zou ‘Koffie Budget ‘mokka’ gemalen bonen’ nr. 6.1 worden. Ken op dezelfde manier artikelnummers toe aan: 1 Thee Budget ‘linde’: _____________________________________________________________________________________________________ 2 Thee Budget ‘kamille’: _____________________________________________________________________________________________________ 3 Thee Budget ‘rozenbottel’: _____________________________________________________________________________________________________ 4 Gemalen emmentaler kaas: _____________________________________________________________________________________________________ 5 Margarine Budget per vlootje van 200 gram: _____________________________________________________________________________________________________ 6 Margarine Budget per vlootje van 500 gram: _____________________________________________________________________________________________________ 7 Water 1,5 liter: _____________________________________________________________________________________________________ 8 Spuitwater 1,5 liter: _____________________________________________________________________________________________________ 9 Fruitsap ‘Frutti’ 70 cl sinaasappel: _____________________________________________________________________________________________________ 10 Glazen ‘Lucid’ vuistglas per stuk: 7 SPILSITUATIE _____________________________________________________________________________________________________ Een ander mogelijk klassement is het rangschikken van de artikelen volgens de verkoopprijs (van klein naar groot). Som de eerste tien artikelen die dan in de prijslijst zouden voorkomen op. Plaats na elk artikel het btw-tarief. Waarom is dat noodzakelijk? 1 ____________________________________________________________________________________________________________________ 2 ____________________________________________________________________________________________________________________ 3 ____________________________________________________________________________________________________________________ 4 ____________________________________________________________________________________________________________________ 5 ____________________________________________________________________________________________________________________ 6 ____________________________________________________________________________________________________________________ 7 ____________________________________________________________________________________________________________________ 8 ____________________________________________________________________________________________________________________ 9 ____________________________________________________________________________________________________________________ 10 ____________________________________________________________________________________________________________________ 27 8 Op welke plaatsen van onze plattegrond gebeuren de volgende activiteiten? 1 Verkoop van appelen: _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 2 Aftekenen van een inkomende leveringsbon:_____________________________________________________________________________________________________________________________ 3 Opstellen van een verkoopfactuur: ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 4 Invullen van een uitgaande bestelbon: ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ 5 Opmaken van een lijst met de artikelen in voorraad: _______________________________________________________________________________________________________ 9 Op www.optimimsite.be, Optimum 3 bso, HE en B vind je een aantal links naar websites rond ergonomische boekentassen. – Over welk soort websites het gaat. – Waarom denk je dat? Om je hierbij te helpen, reiken we je vijf verschillende soorten sites aan: – commerciële websites (reclamedoeleinden); – informatieve websites (juiste inlichtingen verschaffen); – nieuwswebsites (verslag uitbrengen over de actualiteit); – persoonlijke websites (persoonlijke gegevens, meningen … ter beschikking stellen); – persuasieve websites (overtuigen van een politieke, religieuze … overtuiging). 9 Let op! Een website kan tegelijk kenmerken van de verschillende soorten websites hebben. Kijk in dat geval waarop de hoofdklemtoon ligt. Hoe sta je t.o.v. het dragen van een dubbelzak? Verwijzing op www.optimumsite.be Soort website Waarom? 1 2 3 4 ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Hoe sta je t.o.v. het dragen van een dubbelzak? ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 28 SPILSITUATIE Handelseconomie Deel 1 Inleiding en situering EXPEDITIE OPTIMUM NATURE en wq EXPEDITIE OPTIMUM CITY Spelprogramma’s waarin een groep mensen ondergedompeld wordt, de personen een bepaalde rol moeten spelen, de emoties hoog oplaaien … de tv-programmatie staat er bol van. We gaan met jou ook zo’n expeditie doormaken. Surf je met ons mee naar www.optimumsite.be, Optimum 3 bso, HE en B. Zo kunnen we snel aan onze expeditie beginnen. In welke expeditie zul je belanden? Optimum Nature of Optimum City? Wait and see! Voeg na deze pagina een kopie van de reisverslagen van beide groepen. Hebben jullie goed probleemoplossend werk geleverd? Aan de hand van de reisverslagen zouden jullie de analysedeeltjes over behoeften en economie moeten kunnen invullen. 30 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 1 Basisbegrippen 1 Behoeften wq In de webquest heb je gemerkt dat de mensen van beide expedities erg verschillende behoeften aangevoeld hebben. Wat je hebt, vind je vaak vanzelfsprekend. Wat je mist, voel je des te scherper. Welke behoeften kwamen naar voren? De voorbeelden van de groep Optimum Nature komen waarschijnlijk in de eerste kolom, de voorbeelden van de groep Optimump City veeleer in de tweede kolom. Levensnoodzakelijke behoeften Niet-levensnoodzakelijke behoeften Economische behoeften kun je met geld kopen. Niet-economische behoeften kun je niet kopen. With money you can buy a house but not a home. With money you can buy a clock but not time. With money you can buy a position but not respect. With money you can see a doctor but you can’t buy health. DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 31 Kun je nog enkele dergelijke uitspraken bedenken? ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ De groep Optimum City kon zijn economische behoeften veel gemakkelijker inlossen dan de groep Optimum Nature. Met de sociale behoeften was het waarschijnlijk net andersom. Geef voorbeelden uit de virtuele expeditie. ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Eén product kan verschillende behoeften dekken. Neem nu bijvoorbeeld de aankoop van lamvlees. Op zich is dat duidelijk een economische behoefte: je betaalt het vlees met geld dat je verdiend hebt. Als je dat lam koopt om een familiefeestje te bouwen dan gaat het niet alleen om het vlees, maar ook om de gezelligheid, om familiebanden aan te halen. Als de schotel met lamsvlees mooi versierd wordt, dan gaat het ook om een stukje cultuur. Als het lam gekocht wordt omwille van het offerfeest, dan gaat het ook om God of Allah te danken (op dit moment van de geschiedenis is er nog geen onderscheid tussen christendom en islam): ‘Allah en God vinden dat de mensen zo dankbaar moeten zijn voor de vruchtbaarheid op aarde dat ze zelfs hun eerstgeboren kind zouden offeren. Op het nippertje zeggen God of Allah: prachtig, dat je zo dankbaar bent, maar je hoeft dat niet te doen. Offer maar een lam, dat volstaat. Als je bovendien nog een deel van het vlees aan de armen geeft, dan heb je ook nog een goede daad gedaan.’ 32 Niet-economische behoeften Economische behoeften Sociale behoeften Culturele behoeften Filosofische lamsvlees feestje gegarneerde schotel offerfeest DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN Behoeften Definitie Een behoefte is iets dat we als een tekort aanvoelen of kunnen aanvoelen. Een behoefte is iets waarnaar we verlangen. Soorten Behoeften kun je op vele manieren indelen. Twee belangrijke indelingen: ➝ Volgens noodzaak: – levensnoodzakelijk, – niet-levensnoodzakelijk. ➝ Volgens levensdomein: economisch, sociaal, cultureel, filosofisch. Dit moet je kunnen • Voorbeelden van behoeften kunnen geven. • Voorbeelden van behoeften kunnen indelen volgens: – levensnoodzakelijke – niet-levensnoodzakelijke behoeften – economische – niet-economische behoeften 1 Omschrijf het begrip behoefte met eigen woorden. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 2 Benoem de voorbeelden en noteer ze bij de juiste begrippen: Levensnoodzakelijke behoeften: _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Niet-levensnoodzakelijk behoeften: DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN ____________________________________________________________________________________________________________ 33 34 3 Knip vier foto’s uit een magazine en plak ze in deze piramide. Geef ze een duidelijke volgorde van meest levensnoodzakelijk (onderaan) naar minst levensnoodzakelijk (bovenaan). 4 Teken op een apart blad een bloem met vier kelkblaadjes. Plak of noteer in elk van die kelkblaadjes een levensbehoefte uit één van de vier levensdomeinen (zie p. 31) die voor jou erg belangrijk is. Kun je aan de hand van de tekst de eigenaars van de bloemen raden? DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 5 Stel dat je in één of ander kansspel 2 miljoen euro zou winnen. Wat zou je ermee doen? ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Plaats de twee uiterste meningen van je klasgroep in twee kolommen. __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ Geef van elke stelling (= elk van de meningen hier net boven) drie voordelen. 6 __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ Quiz: Op www.optimumsite.be, Optimum 3 bso, HE en B vind je een aantal foto’s die je moet indelen volgens de besproken behoeften. In de tabel (gemaakt in MS-Word) kun je de foto’s toevoegen. Print het document en plaats het hierna in je handboek. 6 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 35 2 Goederen en diensten wq In de webquest hebben de groepen via ruil elkaars behoeften kunnen bevredigen. Optimum Nature heeft vooral de behoeften van groep twee via goederen kunnen bevredigen. Optimum City heeft vooral de behoeften van Optimum Nature via diensten kunnen bevredigen. Tijdens de ruilmomenten konden de leden van Optimum City eindelijk eens uit hun appartement en konden ze genieten van zaken die de leden van Optimum Nature zomaar gratis ter beschikking hadden. Geef hiervan voorbeelden en deel ze bij de verschillende vormen van behoeftebevrediging in bij de tabel hieronder. Gratis behoeftebevrediging Behoeftebevrediging door de productie van goederen Behoeftebevrediging door de productie van diensten Goederen en diensten Behoeftebevrediging Behoeftebevrediging is het verhelpen van een tekort dat men aanvoelt. Vormen van behoeftebevrediging Behoeften kunnen op drie manieren bevredigd worden: • gratis (omdat de aarde, de natuur of de medemensen ze gratis ter beschikking stellen); • door de levering van goederen (materiële, tastbare zaken); • door de levering van diensten (prestaties waarvoor men betaalt). Economisch belang Als behoeften gratis worden bevredigd, hebben ze geen economisch belang. Als behoeften door de aankoop van goederen of diensten bevredigd worden, hebben ze wel economisch belang. Noot: In dit boek zullen we bijna altijd spreken over behoeftebevrediging met een economisch belang. Dit moet je kunnen • Voorbeelden kunnen geven van gratis behoeftebevrediging of van behoeftebevrediging met goederen en diensten. 36 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 1 De behoefte aan warmte kan op drie manieren bevredigd worden. Geef een voorbeeld van de drie manieren. Gratis: ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Productie goederen: _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Productie diensten: ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Onderstreep de manieren met economisch belang. 2 Ricardo plukt elk jaar in een woud bosbessen en maakt er een lekkere bessensiroop van. Vind je het belangrijk dat gratis behoeftebevrediging mogelijk blijft? Waarom wel/niet? ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 3 Trek er met een digitaal fototoestel op uit en neem minstens drie foto’s van: – gratis behoeftebevrediging; – economische behoeftebevrediging door goederen; – economische behoeftebevrediging door diensten. Verklein de foto’s of snijdt ze bij tot de gewenste grootte (5,0 x 5,6 cm). Print de foto’s, ondertitel ze (want wat jij in een foto ziet, kan erg verschillen met wat iemand anders in diezelfde foto ziet) en kleef ze hieronder op de juiste plaats. Gratis behoeftebevrediging ___________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 37 Behoeftebevrediging door goederen ___________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Behoeftebevrediging door diensten ___________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 4 Vroeger was zuiver grondwater gratis; door de vervuiling is dat een economisch goed geworden. Vroeger was kinderopvang vanzelfsprekend een taak van het gezin; nu is het een economisch goed, of liever gezegd economische dienst geworden. Vroeger moest openbaar vervoer altijd betaald worden. Nu kunnen bepaalde groepen van de bevolking onder bepaalde voorwaarden gratis rijden. Geef zelf nog drie andere voorbeelden. _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Toch gaat het meestal nog om economische goederen of diensten die door de overheid betaald worden. 38 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 3 Consumeren en produceren wq Optimum nature heeft zeker goederen geproduceerd om in de eigen behoeften te kunnen voorzien. Waarschijnlijk heeft Optimum City voor of tijdens de ruilmomenten met groep één ook diensten geproduceerd. Geef hiervan drie voorbeelden. Productie van goederen Productie van diensten ‘Goederen worden geproduceerd met de bedoeling om ze later te consumeren’. Zoek de cursief gedrukte woorden op in het woordenboek. Wat wordt hiermee bedoeld? Noteer enkele voorbeelden. Consumptie van goederen Consumptie van diensten ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 39 Consumeren en produceren Begrip Produceren van goederen en diensten verwijst naar het voortbrengen ervan. Consumeren van goederen of diensten verwijst naar het verbruiken ervan. Werkwoord produceren consumeren Persoon producent consument Zelfstandig naamwoord productie consument Dit moet je kunnen • Voorbeelden van productie en consumptie kunnen geven. 40 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 1 Omschrijf met eigen woorden de begrippen ‘consumeren’ en ‘produceren’. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 2 Hierbij vind je prentjes van productie en consumptie. Vul de ontbrekende prentjes aan en noteer in de derde kolom welke behoefte ze bevredigen. Productie DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN Consumptie Behoefte 41 Productie Consumptie Behoefte Gezondheid Ontspanning 42 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 4 Productiefactoren wq In de webquest heeft de groep Optimum Nature goederen moeten produceren om in hun levensbehoefte te kunnen voorzien. Hopelijk kochten ze met hun 200,00 EUR de juiste hulpmiddelen om tijdens de virtuele expeditie voor die levensnoodzakelijke behoeften te kunnen zorgen. Welke aankopen bleken achteraf de juiste keuzes? ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ In de webquest produceerden ze goederen. Geef een voorbeeld en noteer wat ze allemaal nodig hadden om dit goed te kunnen produceren. ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Ze produceerden ook diensten om te kunnen ruilen met Optimum City. Geef een voorbeeld. Wat hadden ze nodig om die diensten te kunnen produceren? ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Noteer in de eerste kolom twee levensnoodzakelijke producten. In de volgende kolommen noteer je de zaken die je nodig had om voor die productie te kunnen instaan. (Er staat al een voorbeeld ingevuld.) Natuur (grondstoffen) Product tomaten grond, mest, zon ... Arbeid spitten, onkruid, wieden ... Geld elektronische overschrijvingen Productiegoederen (kapitaalgoederen) motocultuur Product uit webquest: __________________________ Product uit webquest: __________________________ Vul nadien nog enkele voorbeelden aan (niet uit de virtuele expeditie, maar wel uit het echte leven). DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 43 Kast Brood __________________________ __________________________ 44 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN Productiefactoren Soorten Om te kunnen produceren heb je vier middelen nodig: • natuurlijke grondstoffen; • arbeid; • ruilmiddelen; • kapitaal- of productiegoederen. Definities ✓ De natuurlijke grondstoffen zijn de hulpbronnen die ons door de aarde (natuur) geboden worden en die we verder be- of verwerken. Bijvoorbeeld: kabeljauw, ijzererts, bomen … ✓ Arbeid is de geestelijke of lichamelijke inspanning die we leveren om de grondstoffen te delven, te verwerken tot afgewerkte producten om ze vervolgens naar de klant te distribueren. Bijvoorbeeld: het ontwerpen van een nieuw fototoestel, het aanvullen van de winkelrekken. ✓ Ruilmiddelen zijn nodig om goederen en diensten met elkaar te kunnen omwisselen. Bijvoorbeeld: eurobiljetten, dollarmuntstukken, staven goud, geld op rekeningen. ✓ Productie- of kapitaalgoederen zijn de middelen die in het bedrijf vast aanwezig blijven om goederen of diensten te kunnen produceren: werktuigen, machines, vrachtwagens … . Maar ook kantoormeubelen, reclameborden … zijn nodig om het bedrijf te laten draaien. Deze goederen zijn ontstaan door het eerder samengaan van natuur en arbeid. Dit moet je kunnen • Voorbeelden van productiefactoren kunnen geven. DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 45 1 Geef een omschrijving voor de vier productiefactoren. _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 2 Op www.optimumsite.be, Optimum 3 bso, HE en B vind je foto’s over de productie van spruiten. Je vindt er ook een tabel in MS-Word waarin je de foto’s in het juiste vakje moet plakken. Print de oplossing en voeg ze hierbij. Haal uit de tekst voorbeelden van de verschillende soorten productiefactoren. Grondstoffen: 2 _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Arbeid: _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Ruilmiddelen: _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Productiemiddelen: _____________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 3 We zijn gewoon dat de productiegoederen toebehoren aan de baas en dat de werknemers alleen maar arbeid leveren. Soms is dat niet zo. Ga naar www.optimumsite.be, Optimum 3 bso, HE en B en lees de leestekst aandachtig. Vat de paragraaf waar dit wordt weergegeven kort samen. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 3 ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 46 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 5 Economie wq In de webquest heeft de groep Optimum Nature geprobeerd om op een zo efficiënt mogelijke manier de behoeften zoals voeding, kleding, onderdak te bevredigen. Maar een mens is beperkt in tijd, in kracht, in uithoudingsvermogen, in geldmiddelen … Daarom is het eigen aan de mens om met zo weinig mogelijk inspanning zo veel mogelijk te willen bereiken. Geef hiervan voorbeelden uit de echte hedendaagse wereld. ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Toch een beetje eigenaardig! In sport, spel en ontspanning halen we uit veel inspanning eigenlijk geen enkel economisch nut. Geef hiervan ook een voorbeelden. ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Een mens bestaat uit evenwicht: door inspanning proberen we iets te bereiken om ons dan te kunnen ontspannen. Economie Definitie Economie is de wetenschap die de behoeftebevrediging bestudeert: met zo weinig mogelijk inspanning (= zo weinig mogelijk arbeid, geld, grondstoffen, kapitaalgoederen) wil de mens zo veel mogelijk behoeften bevredigen. Dit moet je kunnen • Economische activiteiten van andere activiteit kunnen onderscheiden. DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN 47 1 Gaat het om een economische activiteit of niet? Zet een kruisje in de juiste kolom. Activiteit Juist Fout Een praatje slaan met vriendinnen. Een gesprek met een psycholoog voeren. Een cadeaucheque kopen. In een uitzendbureau werken. Zoeken naar hardere metaalsoorten voor de boortjes van een boormachine. Een wandeling maken in de bergen. Een skivakantie boeken. Koekjes met confituur en chocolade produceren. Loonberekeningen uitvoeren. 2 3 Stel dat je bedrijfsmanager van een productiebedrijf zou kunnen worden. Hoe zou je droomfabriek er dan uitzien? ? __________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________ Maakt een vaatwasmachine de gezinshuishouding economischer of niet? Geef twee pro’s en twee contra’s. pro’s + contra’s – ________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ Gaan er door de aankoop van een vaatwasmachine andere waarden verloren? Verklaar. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 4 Goede attitudes van de kinderen maken het tijdsgebruik van de ouders veel economischer. Motiveer je antwoord. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 48 DEEL 1 INLEIDING EN SITUERING | 1 BASISBEGRIPPEN
© Copyright 2025 ExpyDoc