Natalie Gutman - Nederlands Philharmonisch Orkest

Reserveer nu uw volgende concert op www.orkest.nl
Zit u op de winnende stoel?
Programma
za 1 feb 2014, 20.15 uur
(einde concert ca. 22.15 uur)
Het Concertgebouw, Grote Zaal
De grootste symfonie van Beethoven
za 1, ma 3 maart 2014, 20.15 uur
Het Concertgebouw, Grote Zaal
Nederlands Kamerorkest
Nederlands Philharmonisch Orkest
Marc Albrecht dirigent
Isabelle Faust viool
o.l.v. Gordan Nikolić viool
Natalia Gutman cello
Bartók Vioolconcert nr. 2
Azarova Mover of the Earth, Stopper of the Sun
Nederlandse première
Beethoven Symfonie nr. 5
Gioacchino Rossini (1792 - 1868)
Sonate nr. 5 in Es voor strijkorkest
Allegro vivace
Andante
Allegretto
Carl Philipp Emanuel Bach (1714 - 1788)
Concert voor cello en orkest in Bes Wq.171
Bach
Natalia
Gutman
Cello
Allegretto
Adagio
Allegro assai
Een avond gegarandeerd genieten van
een overweldigende symfonie. Het
Concertgebouw zal zinderen tijdens
de Vijfde symfonie van Beethoven, een
van de bekendste klassieke werken
ooit gecomponeerd. Daarbij de al
eerder bewezen gouden combinatie
van artist-in-residence Isabelle Faust
en chef-dirigent Marc Albrecht, nu in
het Tweede vioolconcert van Bartók.
Voor Faust een uitgelezen kans om
Bartóks werk met het Nederlands
Philharmonisch Orkest weer voor het
voetlicht te brengen.
Pauze
En ook:
Johann Sebastian Bach (1685 - 1750)
Tsjaikovski
Pianoconcert
Strijkkwartet1
Suite voor cello solo nr. 1 in G BWV 1007
Prelude
Allemande
Courante
Sarabande
Menuet
Gigue
Giuseppe Verdi (1813 - 1901)
Strijkkwartet in e arr. voor strijkorkest
Allegro
Andantino
Nederlands Philharmonisch Orkest
PROGRAMMATOELICHTING
@nedpho_nko
orkesttv
Prestissimo
Scherzo fuga - allegro assai mosso
Verdi
arr. voor strijkorkest
o.l.v. Gordan Nikoli´c,
viool
1 februari 2014
Het Concertgebouw
WWW.ORKEST.NL
Elke bezoeker van onze concerten kan zitten op de
winnende stoel. Met uw plaatsbewijs maakt u kans op
twee gratis concertkaarten. Kijk op de woensdag na
het concert op www.orkest.nl of uw stoel het winnende
nummer heeft.
Instrumentenfonds
Let u vandaag eens extra goed op de instrumenten van
onze musici. Professionele musici hebben uitstekende
instrumenten nodig om op topniveau te kunnen spelen.
Hoogwaardige, goed op elkaar afgestemde instrumenten
geven het orkest haar eigen kleur en karakter. De bassen,
harpen, pauken, het slagwerk en een groot aantal blaasinstrumenten heeft het Nederlands Philharmonisch
orkest | Nederlands Kamerorkest in eigen bezit. Deze
instrumenten hebben onderhoud nodig en zijn soms aan
vervanging toe. Houdt het instrumentarium samen met
ons op topniveau en maak nu uw bijdrage over op 16.87.50.643 o.v.v.
Instrumentenfonds, of kijk op www.orkest.nl. Heeft u vragen? Neem
dan contact op met Bo Peters: [email protected] / 020 521 75 28.
Gratis Koepelconcerten!
Het Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands
Kamerorkest speelt twee middagen per maand leuke en
verrassende concerten in de prachtige NedPhO-Koepel.
Eén woensdagmiddag een avontuurlijk concert met
muziek uit alle windstreken, speciaal voor kinderen en
hun (groot) ouders. En één zondagmiddag per maand is
iedereen welkom om ontspannen te komen luisteren naar klassieke
(en andere) muziek, soms aangevuld met uitleg zodat de muziek nog
specialer wordt. Zie de concertagenda op www.orkest.nl voor de
programma’s en data. De toegang is gratis (vrijwillige bijdrage van
harte welkom).
Italië en Duitsland
Op het programma twee Italiaanse en Duitse componisten.
Rossini en Verdi zijn befaamd om hun opera’s, maar tonen in
dit concert hun minder bekende kant, beiden met een werk
voor strijkers. Bij Johann Sebastian en Carl Philipp Emanuel
Bach, zowel in het echt als in muzikale zin vader en zoon, is
het de cello die centraal staat, gespeeld door de fenomenale
Natalia Gutman.
Twaalf jaar
In 1816 ging de opera waarmee Gioacchino Rossini wereldberoemd
werd in première: Il barbiere di Siviglia. Wie kent niet de uitroep
‘Fiiigaro’? De componist was vierentwintig jaar. Zijn uitzonderlijk
talent voor muziekdrama kwam al jaren eerder naar voren, toen hij
op achttienjarige leeftijd zijn eerste opera schreef: La cambiale di
matrimonio. Zijn laatste opera was Guillaume Tell (1829). Hij schreef
er 39. Prachtige melodieën ontplooide Rossini al in 1804, in zes
sonates voor de ongebruikelijke combinatie van twee violen, cello
en contrabas. De schoonheid van die sonates is verbluffend, want
hij was pas twaalf jaar toen hij ze componeerde. Rossini schreef ze
voor zijn eigen muziekplezier. Er zitten veel verrassende momenten
in, zoals te horen is in de Vijfde sonate. In het eerste deel, allegro
vivace, is een belangrijke rol weggelegd voor de cello, die de
midden­stem opvult die meestal voor rekening van de altviool komt.
De eerste viool kan excelleren met een fris klinkend thema, door de
cello geïmiteerd. Het tweede deel, andante, is een prachtig zangerige aria voor de viool, met begeleiding. Het is moeilijk te geloven
dat een twaalfjarige deze intense muziek kon schrijven. In het derde deel, allegretto, komt Rossini’s talent naar voren voor het vrolijk
virtuoze van zijn latere komische opera’s, alsof Figaro toen al in zijn
hoofd zat.
Beroemde zoon
We beleven bijna weer een Bachjaar. Niet van de ‘grote’ Johann
Sebastian, maar van zijn tweede en meest getalenteerde zoon:
Carl Philipp Emanuel, geboren op 8 maart 1714 in Weimar. Papa
Bach werkte daar aan het hof van de hertog als violist en kapelmeester. Na het overlijden van Johann Sebastian in 1750, steeg
Loutering
de faam van zoon Emanuel - zoals hij genoemd werd - tot ver boven
die van zijn vader. In de tweede helft van de 18e eeuw was hij de
‘grote’ Bach. Roem kan echter vergaan en in de 19e eeuw steeg de
ster van vader weer en bleef hoog aan de hemel stralen. De laatste
dertig jaar komt Carl Philipp Emanuel weer voorzichtig terug in
de belangstelling. Zijn enorme werklijst met meer dan duizend
nummers, omvat diverse grootse oratoria zoals Opstanding en de
Hemelvaart van Christus uit 1774, heel veel passiecomposities,
symfonieën, soloconcerten voor piano, voor fluit, voor cello, en veel
klaviermuziek. Die werken schreef hij tussen 1731 en 1788, het jaar
van zijn dood. Ze werden erg gewaardeerd door zijn jongere collega’s
Haydn, Gluck en Mozart.
Het vak van componist en klavierspeler leerde hij op degelijke wijze
- zoals hij zelf beschrijft - van zijn vader. Als kind van zijn tijd, de
verlichting waarin het individu en diens gevoelens alle ruimte kregen, verliet hij de geordende componeerstijl van de barok. Hij ontwikkelde een vrije stijl en musiceerde vanuit de emotie.
Rond 1720 ontstonden zowel de zes suites voor soloviool als de zes
suites voor solocello. Johann Sebastian schreef ze toen hij werkte
aan het hof van de hertog van Anhalt-Köthen, een klein vorstendom
niet ver van Leipzig. De vorst was calvinistisch protestant, wat inhield
dat er in de diensten geen speciale kerkmuziek werd gespeeld
zoals in lutherse kerken. Bach richtte zich vooral op instrumentale
stukken, zoals de Brandenburgse concerten. Alle zes suites voor
cello solo bestaan uit zes delen, met op één deel na hetzelfde
karakter: prelude, allemande, courante, sarabande, en afsluitend
als zesde deel de gigue. Het vijfde deel wijkt per suite af. In de
Eerste suite voor cellosolo koos Bach voor een menuet. De suites
hebben een magische uitwerking op zowel cellisten als op het publiek. In 2012 werd tijdens de Amsterdamse cellobiënnale op zes
achtereenvolgende ochtenden een suite gespeeld. De grote zaal
van het Muziekgebouw aan ‘t IJ zat steevast bomvol. Een van de
cellisten verklaarde: ‘Bachs suites voor cellosolo zijn de Bijbel voor
cellisten. Ze louteren de ziel, ze geven kracht en hoop.’
Sentimentele stijl
Tijdverdrijf
Emanuel Bach schreef drie celloconcerten tussen 1750 en 1753,
toen hij in Berlijn als klavecinist speelde in het hoforkest van de
Pruisische koning Frederik II. In het Concert in Bes voor cello,
strijkers en basso continuo komt de nieuwe gevoelige stijl vooral
tot uitdrukking in het tweede deel, adagio gespeeld, het langste van
de drie delen. Na het gedragen inleidende orkestspel, met tegenstellingen tussen licht en donker, zingt de cello ernstig en doorleefd. Af en toe schieten snelle strijkersfiguren er als lichtflitsen
tussendoor. Het eerste deel wordt gekenmerkt door lieflijk oplopende en dalende bewegingen, terwijl de cello zangerig de dalende
lijnen weergeeft. In de doorwerking breekt de cello de golvende
melodie open met korte snelle noten. Het derde deel bevat ritmisch
scherp gesneden, stuwende muziek. Hierin klinkt al iets door van
de Sturm und Drang stroming die in de tweede helft van de 18e
eeuw de romantiek voor­bereidt.
Van Emanuel Bach zijn vele uitspraken bewaard, waaronder zijn
opmerking dat ‘het verstandig is om aan een compositie die men
uitgeeft, dus voor groot publiek bestemd is, iets minder kunst­
zinnigheid maar een beetje meer suiker toe te voegen.’ In het
celloconcert verenigen kunst en suiker zich.
Uitgestelde operarepetities in Napels brachten Giuseppe Verdi er
in maart 1873 toe om zijn vrije tijd in het hotel op te vullen met het
componeren van het Strijkkwartet in e. Dit was een opvallende bezigheid voor een componist die uitsluitend opera’s schreef. Het
werd een juweel van een werk, dat vanaf het begin verrast met
harmonische bewegingen en enerverende achtervolgingen door
de stemmen heen. Het tweede deel, andantino, is dansant en spannend; het roept de sfeer op van het gemaskerde bal in de laatste
scènes van zijn opera Il ballo in maschera. Prestissimo heet het
derde deel, maar het wordt fraai onderbroken door een mini-aria
voor de cello. Met het als scherzo fuga aangeduide vierde deel zet
Verdi een razende afsluiting neer, waarin hij bovendien terugkeert
naar het allereerste begin.
Tekst: Heinz Köhnen
Biografieën
Gordan Nikolić viool
Gordan Nikolić is sinds 2004 muzikaal leider, concertmeester en het gezicht van het Nederlands
Kamerorkest. Nikolić is een energieke meesterviolist
die als muzikaal leider zichtbaar en hoorbaar maakt
wat hem beroert in de muziek. Hij studeerde aan de
Musikhochschule van Basel bij de bekende Franse
violist en dirigent Jean-Jacques Kantorow. Hij verdiepte zich in
barokmuziek, maar werkte ook samen met hedendaagse componisten als Lutoslawski en Kurtág. Hij werkte met tal van orkesten
in Europa en werd o.a. benoemd tot concertmeester van het
London Symphony Orchestra, professor aan het Royal College of
Music en de Guildhall School of Music en docent aan het Rotterdams conservatorium. Nikolić speelt op een Petrus Guarneriusviool uit 1735.
Natalia Gutman cello
In haar lange carrière heeft Natalia Gutman een indrukwekkend repertoire opgebouwd, waarbij zij bekendstaat om haar liefde voor hedendaagse muziek.
Haar genegenheid voor Bach deed haar echter ook
andere wegen inslaan: ‘Door het luisteren naar
authentieke uitvoeringen heb ik ontdekt ik dat ik
weinig wist van muziek uit de tijd van de barok. In 1990 ben ik gaan
spelen met een barokke strijkstok. Het bracht me een scala aan
nieuwe expressieve mogelijkheden. Maar authentiek is voor mij
niet zaligmakend. Gelukkig bestaat er in de muziek geen goed of
fout. Ik kan evenzeer genieten van een barokspecialist als van de
romantische uitvoering van mijn leermeester Mstislav Rostropovitsj.’