Kan een leven te kort zijn De vraag Mijn vraag is: Kan een leven te kort zijn? Mensen zeggen soms: 'Hij is veel te jong gestorven, het arme kind had nog een heel leven voor zich’. Volgens mij kan dat toch niet? Je gaat dood op het moment dat je dood gaat. Er is toch geen lengte vooraf bepaald? Men verwacht dat het in de buurt komt van het gemiddelde. Maar het gemiddelde wordt gebaseerd op kortere en langere levensduur. M. Flapper, Bolsward Het antwoord Als een leven voortijdig zou kunnen eindigen, dan moet de levensduur van te voren zijn bepaald. In plaats van de volle toegemeten tijd te benutten, wordt het leven eerder afgebroken. De vraag daarbij is natuurlijk of juist zo’n voortijdig einde dan niet óók was beschikt. Als de ‘voortijdigheid’ was gepland, dan was het kennelijk de bedoeling dat dit leven maar kort zou duren? De vraag naar een voortijdige dood zou zich alleen laten beantwoorden vanuit een perspectief dat het menselijke te boven gaat. Als dat al zou bestaan, kan het voor ons in ieder geval niet relevant zijn. Toch is de gedachte dat het leven te voren is bepaald zeer oud en duikt het in allerlei mythologieën op. In de Griekse mythologie is er bijvoorbeeld sprake van de drie schikgodinnen (de Moire of Fates), die de levensdraad spinnen, afmeten en afknippen. Ook de Noorse mythologie kent dergelijke godinnen: de zogeheten Nornir die geassocieerd worden met verleden, heden en toekomst en eveneens een levensdraad spinnen. Wellicht vormen spinnende heksen die in sprookjes zoals Doornroosje of Vrouw Holle een rol spelen nog een herinnering aan deze schikgodinnen. De gedachte dat het leven van tevoren is bepaald, is ook in het christendom bekend, maar omstreden. God, als alwetende schepper heeft voorkennis van alles wat gebeuren zal, maar in zijn almachtigheid wellicht ook voorbeschikking. Dat laatste betekent dat Hij niet alleen weet wat de toekomst brengen zal, maar dat Hij dat ook heeft gewild. Onder de noemer predestinatie (en de verwante ‘lapsaristische’ discussie) heeft deze kwestie veel theologische strijd opgeleverd. In de Nederlandse situatie dreigde aan het begin van de 17e eeuw een religieuze burgeroorlog rond deze kwestie, nota bene net tijdens het twaalfjarige bestand met Spanje. Hoewel in de eerste plaats de vrije wil van de mens hierbij op het spel stond, gaat deze discussie evenzeer over de rol van een zelfstandig toeval. En als er van toeval sprake zou zijn, dan is voortijdigheid van de dood betekenisloos. Dat is dikwijls de positie van de hedendaagse mens, gepokt en gemazeld in het evolutionistische denken. Het leven is simpelweg een complex aan chemisch-biologische processen en wanneer dat ergens spaak gaat lopen, dan treedt de dood in. Zonder sturing, er kan dan ook geen bepalende instantie zijn waardoor een eindigend leven voortijdig zou kunnen zijn. Het is echter niet vanzelfsprekend dat hiermee het laatste woord is gezegd. Chemischbiologische processen zijn op zichzelf betekenisloos, maar dat is niet zoals wij de dood ervaren. We rouwen om een overledene en daarbij bestaat een verband met hoe het leven is geweest, en welke voorstelling we daarvan hebben. Leeftijd speelt daarbij zeker een rol. Iemand van 80, die zijn of haar kinderen heeft zien opgroeien en kleinkinderen heeft gekregen, heeft het leven meer vervuld, dan een kind van 8 dat een fataal ongeluk krijgt en ‘nog een heel leven vóór zich heeft.’ De gedachte dat een overlijden voortijdig is, is daarmee niet betekenisloos. Het refereert echter niet zozeer aan een vastgestelde levenstijd, maar is een uitdrukking om onze emoties onder woorden te brengen. Het gaat dan eerder om het verwoorden van rouw, dan om het vaststellen van een feit. Maar is daarmee ook een manier om de betekenisvolheid van een gebeurtenis aan te geven; ook in verdrietige omstandigheden. Met vriendelijke groet, Prof. dr. W.H. Slob Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap Rijksuniversiteit Groningen
© Copyright 2024 ExpyDoc