Beoordelingsprocedure Onderwijspraktijk, 2014 – 2015

Beoordelingsprocedure Onderwijspraktijk, 2014 – 2015
Het OER (Onderwijs Examen Reglement) en het UvA-toetsbeleid vraagt dat we onze
beoordelingsprocedure van de onderwijspraktijk expliciet formuleren. Zowel voor studenten op een
opleidingsschool als voor studenten op een niet-opleidingsschool moet de procedure op een zelfde
wijze uit te voeren zijn. Dat wil zeggen dat studenten met behulp van dezelfde instrumenten en door
gelijksoortige functionarissen worden beoordeeld. In het OER is vastgelegd dat de vakdidacticus de
examinator is van de onderwijspraktijk. Hij of zij is uiteindelijk verantwoordelijk voor het oordeel
over de onderwijspraktijk van een student in samenspel met de SPD. Hieronder wordt uiteengezet
op welke manier wij denken dat de procedure zou moeten zijn.
1. Op initiatief van de student vult de SPD het beoordelingsformat 1 in.
2. De SPD doet een van zijn handtekening voorzien voorstel voor beoordeling aan de VD, met
in achtneming van de uiterste inleverdatum 2 voor de beoordeling. 3
3. De VD neemt contact op met de SPD.
4. In overleg met de SPD stelt de VD het oordeel over de onderwijspraktijk vast.
5. De VD tekent eveneens het beoordelingsformat en maakt er een .pdf van.
6. De VD stuurt het getekende beoordelingsformat aan de student.
7. De VD stuurt het resultaat (cijfer of avv/navv) aan de vakcoördinator Onderwijspraktijk
8. De student plaatst het beoordelingsformat in BlackBoard
9. De vakcoördinator controleert of aan alle voorwaarden voor het toekennen van een
resultaat voor Onderwijspraktijk is voldaan.
10. De vakcoördinator verzamelt de resultaten van alle studenten en geeft deze door aan het
Onderwijsbureau.
11. Het Onderwijsbureau publiceert de resultaten in SIS.
1
Hiervoor wordt nog de competentiematrix gebruikt, maar het is voorstelbaar dat in de toekomst meer
bronnen voor beoordeling worden gevraagd, bv. op basis van gevalideerde lesobservaties, beoordeelde
lesvoorbereidingen e.d.
2
Voor de deadlines voor voltijd studenten, zie Studiehandleiding Onderwijspraktijk 1-6.
3
Op opleidingsscholen kan dit in samenspraak met schoolopleider of/en instituutsopleider
Beoordelingsschema Onderwijspraktijk A14 & F15
OP
Onderdelen
1
1. Beperkt
beoordelingsformat
2. Videoreflectieopdracht 1
3. Opdracht Vak&Visie
(Werktheorie)
2
1. Beoordeling stage
2. Opdracht Interactie in de
klas
3. Prof. spreken
4. Videoreflectieopdracht 2
3
1. Beoordelingsformat
2. Zelfevaluatie 1
4
1. Beoordeling stage
2. Opdracht leerling
feedback
5
1. Beoordeling stage
2. Zelfevaluatie 2
Hoe komt eindcijfer tot
stand?
1. SPD doet
beoordelingsvoorstel
, VD stelt
beoordeling vast
2. OWK controleert op
aanwezigheid +
feedback
3. VD controleert op
aanwezigheid +
feedback
1. Woordrapport SPD,
VD stelt beoordeling
vast.
2. OWK controleert op
aanwezigheid +
feedback
3. Beoordeeld door
cursusleider PS
4. VD controleert op
aanwezigheid +
feedback
1. SPD doet
beoordelingsvoorstel
, VD stelt
beoordeling vast.
2. Beoordeeld door VD
1. Woordrapport SPD,
VD stelt beoordeling
vast.
2. Beoordeeld door VD
1.
2.
6
1. Beoordelingsformat
2. Eindverslag Intervisie
1.
2.
Beoordeling
1. Cijfer
2. aanwezig
3. aanwezig
Vakcoördinator geeft
eindcijfer aan OWB
1. AVV
2. aanwezig
3. AVV
4. aanwezig
Vakcoördinator geeft
oordeel AVV/NAV
door aan OWB
1. Cijfer (70%)
2. Cijfer (30%)
Vakcoördinator geeft
eindcijfer aan OWB
1. AVV
2. AVV
Vakcoördinator geeft
oordeel AVV/NAV
aan OWB
Woordrapport SPD,
1. AVV
VD stelt beoordeling
2. AVV
vast.
Vakcoördinator geeft
Beoordeeld door VD oordeel AVV/NAV aan
OWB
SPD doet
1. Cijfer
beoordelingsvoorstel
2. AVV
, VD stelt de
Vakcoördinator geeft
beoordeling vast.
eindcijfer aan OWB
Beoordeeld door de
intervisor