Interview Telegraaf d.d. 23 nov. 2014

Telegraaf d.d. Zondag 23 november 2014 (Online version)!
!
Ernst de Corte zingt en speelt liedjes van vader Jules!
’Voor hen die luisteren willen’!
!
Esther Kleuver!
Het werd steeds stiller rond zijn vader, componist en liedjesschrijver Jules de
Corte, en dat beviel Ernst de Corte helemaal niet. „Zijn werk mag niet vergeten
worden, daar is het veel te mooi voor.” Samen met muzikant Guus Westdorp
trekt hij daarom door het land met het liedjesprogramma Lied van mijn Vader.!
Het borrelde al een tijdje, maar Ernst de Corte (1960) vond lange tijd dat hij er
nog niet klaar voor was om met het materiaal van zijn vader aan de slag te
gaan. Uiteindelijk zette hij toch zijn laatste twijfels opzij. „Ik speel als muzikant
al mijn hele leven muziek van anderen, waarom dan niet ook dat van mijn
vader. Al was het nog best lang zoeken naar de juiste balans. Je wilt tenslotte
geen kopie zijn, maar het moet ook met respect voor zijn nalatenschap
gebeuren. Ik denk dat mijn vader heel tevreden zou zijn. De puzzel is
helemaal in elkaar gevallen. Met volle overtuiging durf ik nu te zeggen dat het
klopt. Ik geloof zelfs dat ik de zegen van mijn beide ouders heb. Toen ik me
laatst afvroeg wat mijn moeder hier allemaal van gevonden zou hebben,
hoorde ik ineens het liedje dat ze altijd zong toen ik klein was voorbij komen.
En niet zo lang geleden traden we op in een klein theatertje in het Groningse
Aduarderzijl toen er een zwarte vlinder voorbij vloog. Ik geloof echt dat we de
wind mee hebben.”!
Jules de Corte (1924 - 1996), die op jonge leeftijd door een medische fout
blind werd, liet ruim 3000 liedjes na, waarvan Ik zou wel eens willen weten,
Hallo Koning Onbenul en De Vogels de bekendste zijn. Door kenners werd hij
ook wel omschreven als ’een scherpe observator van het menselijk tekort’ en
’de snelwandelaar van het levenslied’.!
Zijn zoon Ernst, de vierde van in totaal zes broers en zussen, is inmiddels ook
bewonderaar en liefhebber, maar dat was niet altijd zo. „Vroeger vond ik de
muziek van mijn vader helemaal niks. Ik luisterde liever naar symfonische
rock, Pink Floyd en Genesis. Als puberende jongen schaamde ik me er zelfs
een beetje voor tegenover vrienden. Zijn werk leek me te simpel, maar ik had
me er eerlijk gezegd nog nooit echt in verdiept. Terwijl je sommige liedjes
meerdere keren moet beluisteren voordat het je grijpt. Het is echt voor hen die
luisteren willen.”!
Pas toen hij als jonge muzikant in een studio als gitarist werkte en puur
toevallig in aanraking kwam met het werk van zijn vader die daar opnames liet
maken, ontdekte hij de enorme rijkdom. In eerste instantie met name in de
muziek. „Mijn vader bleek geniaal in het vinden van muzikale oplossingen. Het
lijkt allemaal heel simpel wat hij deed, maar dat was het zeker niet. Later werd
ik ook gegrepen door zijn teksten. Hij kon dingen zo mooi verwoorden. Zoals
’verzonnen door de duivel, gesproken namens God’ uit Als ik in de hemel kom.
Soms hoor je van die coupletjes, dan loopt het kippenvel over mijn armen.”!
Muziek werd Ernst thuis met de paplepel ingegoten, want ook zijn moeder was
pianiste en speelde onder meer op balletscholen. Zij nam bovendien
regelmatig lp’s voor hem mee. „Alles draaide bij ons thuis om geluid. Mijn
vader had een volière, er waren speeldoosjes en hij had wel vijftig antieke
klokken die allemaal opgewonden moesten worden.” Of dat met zijn visuele
handicap te maken had? „Ongetwijfeld. Net zo goed als dat hij zo
welbespraakt was. Dat zie je ook vaak terug bij blinde mensen.”!
Voor Ernst de Corte is dit hele proces sowieso ook een hernieuwde
kennismaking met zijn vader. Door de grote afstand zag hij hem de laatste
jaren minder dan hij achteraf gewild zou hebben. „We hadden elkaar wat meer
moeten opzoeken, maar het heeft geen zin om daar achteraf spijt van te
hebben. Wel heb ik nu ontdekt dat ik veel meer op mijn vader lijk dan ik ooit
had gedacht. Ik hoor dingen terug die ik zo herken. Veel van zijn liedjes zijn
tijdloos. Hij had het toen al over het geloof, pacifisme, de
consumptiemaatschappij en het milieu. En ik ben het eigenlijk altijd met hem
eens.”!
Een van zijn favoriete nummers Toen ik naakt was mocht volgens de muzikant
zeker niet ontbreken in Lied van mijn Vader, maar over het bekende lied Ik zou
wel eens willen weten heeft hij lang getwijfeld. „Dat liedje was een taboe bij
ons thuis. ’Daar heb je het weer’, riepen we met z’n allen als het weer eens
voorbij kwam op de radio. ’Alles, maar dat nummer dat niet’, dacht ik lange tijd.
Maar je merkt dan toch dat mensen daar hele fijne herinneringen aan hebben
en dat ze het graag willen horen. Het zit er dus toch in, maar we hebben er
met speeldoosjes wel een beetje een eigen draai aan gegeven.”!
Ernst de Corte heeft zich in de loop van de jaren wel eens geërgerd aan de
manier waarop mensen met het werk van zijn vader aan de haal gingen. „Dan
merk je gewoon dat ze er niets van hebben begrepen. Dan werd het veel te
theatraal gebracht. Dat past helemaal niet bij zijn werk. Mijn vader was geen
theatermens. Hij vond zichzelf ook een slecht performer. Bij hem draaide het
om de eenvoud. Zijn liedjes hebben niet veel nodig. Ze zijn zo krachtig, zeker
ook met de muziek erbij. Dat proberen Guus en ik te respecteren en volgens
mij zijn we daarin geslaagd.”