Opinie Woensdag 16 januari 2013 29 Rashond heeft toekomst met goed fokbeleid Gefokte rashonden zijn, onder meer door inteelt, lang niet altijd gezond. Fokkers van de Friese rassen proberen hun dieren zo gezond mogelijk te houden door schoonheidskenmerken minder bepalend te laten zijn. Opinie N Wiebe Dooper D e rechter veroordeelde in december 2012 een Brabantse rashondenfokker tot het betalen van een schadevergoeding aan een pupkoper. De fokker had een Ierse Setter verkocht zonder te melden dat dit ras lijdt aan erfelijke epilepsie. Een fokker is namelijk verplicht melding te maken van de gezondheidstoestand van het ras. Staat dit incident op zichzelf of is het een voorbeeld van de bredere problematiek in de rashondenwereld? Rasverenigingen kunnen veel zaken oplossen door het uitvoeren van een goed fokbeleid. DWVN, de Wetterhoun Vereniging Nederland, doet dat voor de wetterhoun door schoonheidscriteria minder bepalend te laten zijn in de fokkerij. Allereerst is het onrealistisch te veronderstellen dat een ‘dure’ rashond altijd gezond is. En als de ouderdieren vrij zijn van ziekten kan de nakomeling toch een ziekte krijgen. Niettemin was de veroordeelde fokker ernstig in gebreke, want zelfs nadat epilepsie bij de hond was vastgesteld, ontkende de fokker de mogelijkheid daarvan. Dergelijke situaties blijven altijd voorkomen en in dat opzicht is ieder voorval een ongelukkig incident. Volgens stabyhoundeskundige Henny Corbee schieten veel fokkers in de ontkenning als er klachten van pupkopers zijn. De veroordeling van de Brabantse hondenfokker toont in een breder perspectief aan dat verbeteringen in de rashondenwereld welkom zijn. Dat illustreert ook de ervaring van dierenarts Paul Groenestein uit Sneek. In zijn behandelkamer van Dierenkliniek De Waterpoort komen dagelijks honden met schrijnende gebreken die direct het gevolg zijn van onacceptabele rashondenfokkerij. Dit is in toenemende mate het geval, aldus Groenestein. De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland heeft de laatste jaren diverse regels opgesteld. ‘Naast het verbod op het fokken met zieke rashonden zijn er strenge voorwaarden ter bevordering van het fokken van lichamelijk en mentaal gezonde honden waaronder regels voor inteeltbeperking en welzijnsregels voor de moederhonden’, aldus de Raad. Groenestein: ,,Het fokken met rashonden om zomaar een reu en een teef te combineren is op zijn retour. Fokken met een combinatie op basis van uitgebreid preventief en inventariserend onderzoek neemt toe.” Volgens Groenestein kan de georganiseerde hondenwereld het vraagstuk van een gezonde rashond het beste aanpakken door samen met de rasverenigingen nuttige en nodige eerlijke evaluaties te doen over voorkomende aangeboren en erfelijke afwijkingen. Daarna zou, opnieuw in overleg, een aantal maatregelen dwingend opgelegd moeten kunnen worden aan de rasverenigingen. Volgens hem is dat de enige manier om de overheid ,,met zijn botte bijl” voor te zijn. ,,Deze maatregelen gaan er anders komen, dat garandeer ik.” Rasverenigingen dienen een brug te slaan tussen enerzijds het verantwoord fokken van een rashond en anderzijds een goede en betrouwbare aanschaf van die rashond. Henny Corbee pleit ervoor dat een rasvereniging verantwoord en gevalideerd fokbeleid voert dat wordt ondersteund door de fokker en getoetst wordt door deskundigen. ,,Verder dienen openheid en transparantie van geconstateerde problemen een voorwaarde te zijn. Op deze wijze kunnen geïnteresseerden betrouwbaar en weloverwogen een rashond aanschaffen.” De Raad is voor een effectieve invoering van regelgeving afhankelijk van de welwillendheid van de rasverenigingen. Een extra beletsel vormen rasverenigingen waarin fokkers de dienst uitmaken in zogeheten fokadviescommissies. Als het bestuur vervolgens de persoon- De beeldjes van de Friese hondenrassen stabij (vooraan) en wetterhoun in het Leeuwarder Rengerspark. Foto: Frans Andringa Er is een toekomst voor een gezonde rashond, mits rasverenigingen een goed fokbeleid op poten zetten lijke doeleinden van deze fokkers beschermt, is dat nadelig voor het ras. In zeker opzicht is deze situatie van toepassing op de NVSW, de Nederlandse Vereniging van Stabij- en Wetterhounen. De fokadviescommissie van de NVSW promootte twee jaar lang een omstreden plan om bij de wetterhoun in acht jaar tien verschillende reuen van zes verschillende hondenrassen in te kruisen. Totale uitvoering van dit plan betekent de doodsteek voor de bijzondere wetterhoun. Het plan werd met behulp van de stemmen van stabyhouneigenaren op 19 maart 2012 in Putten aangenomen. De NVSW stuurde het plan voor goedkeuring naar de Raad met daarbij de verwachting dat deze akkoord zou gaan en een convenant met deze rasvereniging zou ondertekenen. Het NVSW-bestuurslid Fokkerijzaken Wetterhounen en voorzitter van de Fokadviescommissie Wetterhounen schreef over het fokbeleid van de wetterhoun, waar het inkruisen van andere hondenrassen onderdeel van uitmaakt, in het mededelingenblad De Fryske Hounen: ‘In de afgelopen maanden is er veel contact geweest met medewerkers van de Raad. De verwachting is dat op korte termijn alles kan worden afgerond en het convenant wordt ondertekend.’ Een door mij geraadpleegde bron geeft met zekerheid aan dat deze informatie van het bestuurslid onwaar is. Er is dus jammer genoeg sprake van doelbewuste misleiding van de NVSW-leden. Met name Friese wetterhouneigenaren, verenigd in de groep Behoud van de Wetterhoun, gingen in april 2012 over tot de oprichting van een nieuwe rasvereniging: De Wetterhoun Vereniging Nederland (DWVN). In 2013 wordt ook een nieuwe stabyhounvereniging opgericht uit onvrede met de NVSW. Het zogeheten Bijke Overleg, met daarin vertegenwoordigd een groep stabyhouneigenaren uit de Wâlden, is daar momenteel mee aan de slag. DWVN-voorzitter Atjo Westerhuis, dierenarts van beroep, stelt dat zijn rasvereniging beschikt over ,,een voor de kynologie vernieuwend fokbeleid”. In het keuringsrapport van een Wetterhoun waarmee gefokt gaat worden, wordt de nadruk gelegd op gezondheid en vitaliteit. Het exterieur van de hond is het minst belangrijk in dat fokbeleid. Hinke Fiona Cnossen uit Sint Nicolaasga fokt de wetterhoun en het Groninger Paard, beide zeldzame rassen. Zij informeert pupkopers steevast over de gezondheidstoestand van de honden. ,,Als fokker weet je vooraf niet altijd hoe een combinatie teef/reu uitpakt. Daarom let je bij een reu die je aanstaat ook op de stamboom dat er zo weinig mogelijk overeenkomst in de voorouders zitten. Ik heb nu vier nestjes wetterhounen gefokt en steeds gelet op de variatie in de reuen.” Er is een toekomst voor een gezonde rashond, mits rasverenigingen een goed fokbeleid op poten zetten. Daarnaast is het zeer relevant dat bestuursleden en fokkers geen prestige en macht nastreven. Het centrale uitgangspunt dient het welzijn van de hond te zijn. p Wiebe Dooper is historicus. Hij schreef drie boeken over de Friese hondenrassen
© Copyright 2024 ExpyDoc