De gemeenteraad van Wijchen 14 RZ 022 Antwoord op schriftelijke vragen van de fractie VVD over Windturbines in Wijchen. Wijchen, 3 juni 2014 Geachte leden van de raad, Kernboodschap Wij hebben de 'Quickscan windenergielocaties provincie Gelderland – gemeente Wijchen' geaccordeerd en ter besluitvorming aan de gemeenteraad van Wijchen voorgelegd. Op basis van deze quickscan hebben wij in beslisnota 14 RZ 019 de locatie langs de A50 als kansrijk aangeduid en de locatie bij bedrijventerrein Bijsterhuizen als reservelocatie aangedragen. Draagvlak en participatie zijn hierbij belangrijke voorwaarden die wij daarbij stellen. Antwoord van het college In navolgende tekst beantwoorden wij de gestelde vragen. 1. Het college geeft aan dat draagvlak onder omwonenden een van de belangrijkste voorwaarden is om tot plaatsing van windturbines over te gaan. Op basis van welke criteria meet het college dit draagvlak en op welk moment wordt dit gemeten? Maatschappelijk draagvlak bij het realiseren van windturbines is een belangrijke randvoorwaarde. De provincie stelt in haar concept-windvisie ook de mogelijkheid tot participatie als randvoorwaarde. Het is aan initiatiefnemers om het draagvlak voor hun initiatief aan te tonen. Een schriftelijke en/of digitale meningspeiling behoort tot de mogelijkheden om draagvlak te meten. Het college verlangt van initiatiefnemers een objectief meetinstrument om draagvlak aan te tonen. De gemeente kan faciliteren in een draagvlakpeiling om daarmee ook onafhankelijke resultaten te borgen. Na besluitvorming over beslisnota 14 RZ 019 zal dit nader worden uitgewerkt. Het moment van draagvlakmeting zal daarbij moeten plaatsvinden voor een verzoek om bestemmingsplanwijziging, dus tijdens de initiatieffase. 2. Welke acties gaat het college ondernemen, mocht er onvoldoende draagvlak onder omwonenden aanwezig zijn? Windenergie is een relevante pijler om de ambitie uit het coalitieakkoord (energieneutraal in 2040) te kunnen realiseren. Grote maatschappelijke weerstand kan de planvorming tegenhouden. Daarom wil het college het draagvlak vergroten. Participatie kan een middel zijn om draagvlak te creëren. Het college wil dan ook sturen op participatie bij initiatieven. Eenduidige communicatie door de gemeente na besluitvorming door de gemeenteraad helpt als smeermiddel voor het proces. Behalve de informatiebijeenkomst op 22 mei en de provinciale informatieavond op 2 juni in Wijchen gaat de portefeuillehouder met de betrokken leefbaarheidsgroepen en inwoners in gesprek. Portefeuillehouder Informatie Telefoon E-mailadres Ter inzage In kennis stellen : : : : : : A.M.J. Schaap Richard van Loosbroek 024 751 72 95 [email protected] - 3. Hoe definieert het college de omwonende? Binnen welke straal van het zoekgebied is de term omwonende van toepassing? De term belanghebbende past in dit kader beter dan omwonende, omdat diegene die in zijn belang geraakt wordt niet op voorhand geografisch af te bakenen is tot een bepaalde straal binnen het zoekgebied. Omwonenden danwel belanghebbenden bij windenergieprojecten definiëren we als diegenen die aantoonbaar hinder kunnen ondervinden van bijvoorbeeld slagschaduw en geluid. Na besluitvorming over beslisnota 14 RZ 019 zal dit bij de vervolgstappen (zie ook het antwoord op vraag 6) nader worden uitgewerkt. 4. Het college streeft naar een modus waarin een deel van de opbrengsten terugvloeit naar bewoners die in het betreffende gebied woonachtig zijn. Welke juridische constructie is het college voornemens te hanteren om dit streven te bewerkstelligen? Participatie is momenteel publiekrechtelijk niet afdwingbaar bij planologische regelgeving. Wel zal, op basis van het landelijk Energieakkoord, een participatieverplichting voor windparken in de Omgevingswet verankerd gaan worden. Een overeenkomst waarin een deel van de opbrengsten terugvloeit naar de bewoners kan een voorwaarde zijn alvorens de planologische procedure wordt opgestart. De gemeente Wijchen heeft geen grondpositie nabij de A50 en heeft daardoor anterieur (privaatrechtelijk spoor) geen sterke positie. Onderzocht wordt of het versterkend werkt om participatie als speerpunt in gemeentelijk (wind- of) ruimtelijk beleid op te nemen. Ervaring elders leert dat windenergieprojecten bijna alleen nog maar met participatiemodellen gerealiseerd worden en het college gaat er dan ook van uit dat energiecoöperaties ontstaan, waardoor de kernen profiteren van de revenuen. Het college wil enkel dergelijke maatschappelijke initiatieven faciliteren en niet commerciële energiebedrijven. 5. Op basis van dergelijke windenergieprojecten bij andere gemeenten bestaat er een reëel risico op schadeclaims wegens planschade. Hoe schat het college het financiële risico voor de gemeente Wijchen in? Bij bestemmingsplanwijzigingen voert de gemeente een planschaderisicoanalyse uit. Op dat moment wordt aan de hand van een concrete situatie die risico-analyse uitgevoerd. Financiële risico’s hangen sterk van de casus af en zijn op voorhand niet concreet in te schatten. De (risico’s op) planschade zal de gemeente daarbij doorzetten op de initiatiefnemer(s) middels een planschade-overeenkomst. 6. Op welke wijze kan de gemeenteraad van Wijchen, ten aanzien van het plaatsen van windturbines, aanvullende kaders stellen na positieve besluitvorming over beslisnota 14 RZ 019? Aanvullende kaders bij de realisatie van windturbines kan de gemeenteraad stellen vanuit ruimtelijke regelgeving (op het moment van bestemmingsplanwijziging). De aanvullende kaders mogen alleen toezien op ruimtelijke relevante bepalingen, die als een verbindende voorwaarde aan het bestemmingsplan kunnen worden opgenomen. Als vervolgstap op positieve besluitvorming over de quickscan windenergie kan een meer diepgaande verkenning van inpasbaarheid van het zoekgebied opgesteld worden. Dit biedt kaderstellende mogelijkheden om initiatieven binnen het zoekgebied te stroomlijnen. Flankerend wind- of ruimtelijk beleid op het vlak van bijvoorbeeld participatie geeft daarnaast mogelijkheden om daar meer op te sturen. Burgemeester en wethouders van Wijchen, De secretaris, De burgemeester, 2
© Copyright 2024 ExpyDoc