EXAMENREGLEMENT PT(A) KLAS 5 (2014-2015) EN KLAS 6 (2015-2016) STEDELIJK GYMNASIUM 'S-HERTOGENBOSCH M. van Dongen September 2014 0 INHOUD VOORWOORD ............................................................................................................................. 2 EXAMENREGLEMENT ................................................................................................................. 3 I. ALGEMEEN ...................................................................................................................... 3 II. SCHOOLEXAMEN ............................................................................................................ 5 A. REGELING ..................................................................................................................... 5 B. OMSCHRIJVING ............................................................................................................ 5 C. BEOORDELING .............................................................................................................. 5 D. INTERNE COMMISSIE VAN BEROEP ............................................................................. 6 E. ZIEKTE ........................................................................................................................... 6 F. INZAGE WERK ............................................................................................................... 7 G. INHALEN ....................................................................................................................... 7 H. HERKANSEN .................................................................................................................. 7 I. RAPPORTCIJFERS .......................................................................................................... 7 J. OVERGANGSNORMEN.................................................................................................. 7 K. ONVOORZIEN ............................................................................................................... 8 REGLEMENT INTERNE COMMISSIE VAN BEROEP....................................................................... 9 CENTRAAL EXAMEN.................................................................................................................. 10 L. DATA CENTRAAL EINDEXAMEN ................................................................................. 10 M. GANG VAN ZAKEN BIJ CENTRAAL EXAMEN ............................................................... 10 N. UITSLAG EXAMEN ....................................................................................................... 12 O. CENTRAAL EXAMEN TWEEDE TIJDVAK ...................................................................... 13 P. DERDE TIJDVAK .......................................................................................................... 13 REGELING VAN DE SAMENSTELLING EN DE WERKWIJZE VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP EINDEXAMENS .......................................................................................................................... 14 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING ........................................................................ 15 I. OVERZICHT VAN HET EXAMEN PER VAK ...................................................................... 15 II. OVERZICHT ONDERDELEN PER VAK.............................................................................. 16 BIJLAGE I: VOORBEELD BRIEF ZIEKMELDING ............................................................................ 43 BIJLAGE II: PROTOCOL INLEVEREN HANDELINGSDELEN, PRAKTISCHE OPDRACHTEN, PROFIELWERKSTUKKEN. ........................................................................................................... 45 1 VOORWOORD Met de introductie van de Tweede Fase en de nieuwe vakken en profielen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs ontstond ook de noodzaak de organisatie van het examen aan te passen en een nieuw programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) op te stellen. Het nieuwe PTA bestrijkt drie jaar voor VWO. Voor onze school is besloten het nieuwe programma tot een groeimodel te maken. Er is een PTA voor klas 4 en een daarop aansluitend een PTA voor klas 5 en 6, met daarin een overzicht van de te verwachten toetsen in het voorlaatste en laatste schooljaar. In klas 6 verschijnt opnieuw een versie zonder de onderdelen die in klas 5 geen onderdeel uitmaakten van het schoolexamen. Hierin is dan wel enige extra informatie (o.a. het rooster) omtrent het centraal examen in mei opgenomen. In dit document kunt u het volgende vinden: 1. Examenreglement, met alle regels rondom het Schoolexamen en het Centraal Examen 2. PTA voor klas 5 2014-2015 en klas 6 2015-2016, dat een overzicht geeft van de toetsen en de toetsonderdelen per vak. Het gaat hierbij in klas 5 zowel om schoolexamenonderdelen als nietschoolexamenonderdelen. In klas 6 worden alleen nog maar schoolexamenonderdelen afgenomen. 3. Wederom is ook een globaal totaaloverzicht van het Schoolexamen opgenomen. 4. Informatie over de gang van zaken tijdens het afsluitende Centraal Examen. Schoolleiding en examinatoren verzoeken alle betrokkenen de in het Examenreglement opgenomen regelingen en voorschriften en de in het PTA vermelde overzichten van toetsonderdelen per vak goed te lezen en tijdig te raadplegen, zodat de examinering volgens plan en zonder problemen kan plaatsvinden. Voor alle informatie betreffende de ‘meesterproef’ van het Schoolexamen, het Profielwerkstuk, verwijzen wij naar de speciale PFWS-reader. Wij wensen jullie een productief en gezellig leerjaar toe. Drs. V. van der Wielen Conrector Drs. J. van Leuven Coördinator klas 5 Drs. M. van Dongen Examensecretaris 2 EXAMENREGLEMENT I. ALGEMEEN 1. Het examenreglement ligt ter inzage bij de secretaris van het examen. 2. Het examen wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag door de examencommissie. Deze commissie bestaat uit: a. de rector (voorzitter) b. de secretaris van het examen: een leraar van de school. Als secretaris is voor Het Stedelijk Gymnasium benoemd: dhr. drs. M. van Dongen; c. de docenten die aan een examinandus les geven in een examenvak, in het vervolg aangeduid als examinatoren. 3. Voor ieder vak bestaat het examen uit twee gedeelten, een schoolexamen en een centraal Examen, behalve voor de vakken Informatica, ANW, Maatschappijleer, LO, Wiskunde D en KCV, die slechts een Schoolexamen kennen en voor het vak rekenen dat bestaat uit een centraal af te nemen rekentoets. 4. Voor wat betreft onregelmatigheden die worden geconstateerd met betrekking tot enig onderdeel van het schoolexamen, rekentoets of het centraal examen treedt artikel 5 van het Eindexamenbesluit in werking. Artikel 5 luidt: 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, rekentoets of het centraal examen. b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van schoolexamen, rekentoets of het centraal examen. c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, rekentoets of het centraal examen. d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. 3. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur van de school voor voortgezet onderwijs in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. (Zie voor de volledige tekst van de beroepsregeling verderop in dit reglement) 3 5. Het bij zich hebben van een mobiele telefoon, andere communicatiemiddelen, geluids- en/of beelddragers tijdens een toets geldt ook als een onregelmatigheid. 6. Een kandidaat dient op tijd aanwezig te zijn bij een toets. De volgende regels gelden hierbij. a. Een leerling wordt niet meer toegelaten bij een toets (zowel schoolexamen als voortgangstoets) als hij meer dan 5 minuten te laat is, uitgaande van de officiële begintijd van de toets. Voor schooljaar 2014/2015 zijn de volgende toetsmomenten voor klas 5 ingepland: Woensdag 13.20-14.10 uur; leerlingen die om 13.25 niet aanwezig zijn in het lokaal zijn te laat en worden niet meer toegelaten. Donderdag 8.20-9.10 uur; leerlingen die om 8.25 niet aanwezig zijn in het lokaal zijn te laat en worden niet meer toegelaten. Deze regel geldt ook voor toetsen in de toetsweken of toetsen in de vaklessen. b. Een leerling die zonder geldige reden (beoordeling coördinator) te laat is bij een voortgangstoets krijgt het cijfer 1 voor die toets en mag die toets niet inhalen of opnieuw maken. c. Een leerling die met geldige reden (beoordeling coördinator) te laat is bij een voortgangstoets krijgt het cijfer 1, maar mag die toets vervolgens inhalen tijdens een regulier inhaaluur. De leerling maakt hiervoor een afspraak met de docent. d. Een leerling die zonder geldige reden (beoordeling coördinator) te laat is bij een SE toets krijgt via de examensecretaris het cijfer 1 toegekend. Het te laat zijn wordt door de voorzitter van de examencommissie automatisch aangemerkt als een onregelmatigheid waarbij die standaard het cijfer 1 toekent. De leerling mag een dergelijke toets alleen herkansen in de reguliere herkansingsperiode (de leerling verliest een herkansingsmogelijkheid). e. Een leerling die met geldige reden (beoordeling coördinator) te laat is bij een SE werk krijgt via de examensecretaris het cijfer 1 toegekend. Het te laat zijn wordt door de voorzitter van de examencommissie automatisch aangemerkt als een onregelmatigheid waarbij die standaard het cijfer 1 toekent. De leerling mag een dergelijke toets inhalen in de reguliere herkansingsperiode (de leerling verliest geen herkansingsmogelijkheid). f. De toezichthouder die aanwezig is bij de toets bepaalt of een leerling te laat is én om die reden niet meer wordt toegelaten bij de toets. g. Op de dagelijkse roostermededelingen staan de lokalen aangegeven waar de toetsen plaats vinden. h. Als de toetsen voor een bepaalde jaarlaag niet gelijktijdig zijn, maar in twee opeenvolgende uren, mogen de leerlingen van de verschillende klassen geen informatie met elkaar uitwisselen (doen ze dit toch dan wordt dit aangemerkt als een onregelmatigheid: zie punt 4 voor de gevolgen die daaraan mogelijk zijn verbonden). De toezichthouders zorgen ervoor dat de leerlingen die het lokaal verlaten geen contact hebben met de leerlingen die het lokaal binnen komen. 7. Dit reglement vermeldt alle herkansings- en beroepsregelingen. 8. Dit reglement is vastgesteld door de rector, de overige leden van de examencommissie gehoord hebbend. 9. De voor de leerlingen van belang zijnde informatie over het Schoolexamen is vastgelegd in het Programma van Toetsing en Afsluiting, dat op dit Examenreglement volgt. 10. De examensecretaris zorgt ervoor dat voor 1 oktober elke kandidaat toegang heeft tot dit Examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting via de website van de school. 4 II. SCHOOLEXAMEN A. REGELING 1. Het schoolexamen geschiedt volgens een schriftelijk vastgestelde regeling. 2. Deze regeling vermeldt per vak: - alle onderdelen van het schoolexamen per leerjaar; - een specificatie van de te bestuderen stof; - de wijze van toetsing: schriftelijk of mondeling, praktische opdracht of handelingsdeel; - de weging van het cijfer en welk percentage het is van het eindcijfer van het schoolexamen; - de berekeningswijze van het eindcijfer voor het schoolexamen. B. OMSCHRIJVING 1. Het schoolexamen documenteert het geheel aan kennis, inzicht en vaardigheden van elke kandidaat. 2. Het schoolexamen strekt zich uit over alle vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, alle vakken van het profieldeel en de vakken van het verplichte keuzedeel en het vrije deel, voor zover nodig om voor diplomering in aanmerking te komen. Om voor diplomering in aanmerking te komen dient de gesommeerde studielast van de examenvakken voor een gymnasiumleerling minimaal 4800 uur te bedragen. Het schoolexamen is gespreid over de hoogste drie leerjaren van het VWO. 3. In overleg met de rector kan de secretaris op verzoek van de examinator een vakcollega van de examinator uitnodigen op te treden als medecorrector bij een schriftelijk tentamen. Een mondeling tentamen wordt zo mogelijk afgenomen in aanwezigheid van een "bijzitter". C. BEOORDELING 1. Van iedere beoordeling die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk na het gemaakte schoolexamen in kennis. 2. De behaalde cijfers worden binnen 15 schooldagen, in magister ingevoerd. 3. Van een schriftelijke proef wordt het werk, de normen en de opgaven, uiterlijk één maand na het gemaakte schoolexamen aan de secretaris ter hand gesteld. Van een mondelinge proef, een praktische opdracht of dossieropdracht, wordt het protocol, ondertekend door examinator en eventuele bijzitter, bij de secretaris ingeleverd, ter bewaring in het dossier. De werken zelf worden door de examinatoren beheerd. De examendossiers worden door de examensecretaris beheerd. Deze gegevens worden bewaard tot het centraal examen. De secretaris geeft afschriften van de cijferlijsten aan de rector. 4. Via Magister (cijferadministratie) kunnen de kandidaten en hun ouders kennis nemen van de behaalde resultaten. Van de eindcijfers van het schoolexamen wordt de kandidaat voor de aanvang van het centraal examen schriftelijk in kennis gesteld. Dit cijferoverzicht bevat tevens de beoordeling van de onderdelen van het schoolexamen waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld. 5. De examinator bezigt als eindcijfer voor het schoolexamen een van de cijfers 1 tot en met 10, met daartussen liggende cijfers met één decimaal. Een cijfer met twee of meer decimalen wordt afgerond: indien de tweede decimaal vier of lager is, wordt deze naar beneden afgerond, indien deze vijf of hoger is, naar boven. Voor vakken die slechts een schoolexamen kennen, wordt het eindcijfer op dezelfde wijze berekend en afgerond op het naastliggende gehele getal. (N.B.er wordt niet 2x afgerond, d.w.z. 5.49 = 5 en 5.50 = 6) 6. Een dossier- (of handelings)opdracht kan worden beoordeeld met de kwalificaties “niet voldoende” of “naar behoren”, of door een cijfer. 5 7. Een kandidaat dient dossieropdrachten en praktische opdrachten uiterlijk op de laatste (inlever)datum (naar behoren) afgesloten te hebben. Als deze onderdelen niet tijdig (naar behoren) worden afgesloten, verliest de kandidaat in het betreffende vak zijn recht op herkansing in de bijbehorende periode, eventueel aangevuld met een verdere sanctie, dit ter beoordeling van de rector. De examinator meldt hiervoor genoemd verzuim bij de rector; de rector stelt de kandidaat schriftelijk op de hoogte van de consequenties van het verzuim. Als door bovengenoemd verzuim een kandidaat vervolgens niet meer in staat is zijn schoolexamen tijdig af te sluiten, kan dit betekenen dat hij niet met goed gevolg kan deelnemen aan het 1e tijdvak van het centraal examen voor het betreffende vak. Het verdient aanbeveling de consequenties van frauduleus brongebruik goed te bestuderen bij de omschrijvingen van handelingsdelen, leesdossiers en praktische opdrachten. 8. Beroep tegen een beoordeling moet plaatsvinden volgens de onder art. D vermelde procedure. D. INTERNE COMMISSIE VAN BEROEP Indien een kandidaat gerechtvaardigde bezwaren meent te hebben tegen een beslissing met betrekking tot de omvang en/of de beoordeling van een onderdeel van het schoolexamen kan hij deze schriftelijk kenbaar maken aan de Interne Commissie van Beroep. Een beroep kan pas ontvankelijk worden verklaard indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: - de bekendmaking van de resultaten heeft op de vastgestelde wijze plaatsgevonden; - er heeft overleg plaatsgevonden tussen examinator en leerling; - er is geen overeenstemming bereikt; - het meningsverschil over het cijfer is een half punt of meer; - de leerling heeft binnen 1 schooldag, nadat is vastgesteld dat er geen overeenstemming bereikt is, een beroep gedaan op de commissie via een brief gericht aan de commissie; - in deze brief staat duidelijk geformuleerd: a. tegen welke beslissing de leerling in beroep komt; b. welke reden hij heeft om beroep aan te tekenen. De commissie handelt volgens het reglement dat u na art. K aantreft. E. ZIEKTE 1. Als een kandidaat door ziekte of ten gevolge van een bijzondere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid niet in staat is een proef mee te maken, moet dit vóór de aanvang van deze proef telefonisch of schriftelijk worden gemeld, tenzij overmacht dit verhindert. 2. Zodra de kandidaat die (zie art. E, lid 1) een onderdeel van het schoolexamen verzuimd heeft, weer op school komt, moet hij een verklaring, door een der ouders/verzorgers ondertekend, bij de rector inleveren. Indien de kandidaat meerderjarig is, kan hij volstaan met een door hemzelf ondertekende verklaring. 3. Een kandidaat die in gebreke blijft voornoemde verklaring in te leveren wordt geacht onwettig afwezig te zijn geweest, waardoor het sub I.4. (Hoofdstuk I, lid 4) vermelde op hem zal worden toegepast. 4. De kandidaat die (zie art. E, lid 1) een onderdeel van het schoolexamen heeft verzuimd moet er zelf zorg voor dragen dat hij zich inschrijft voor het betreffende onderdeel in de eerstvolgende inhaalperiode. 5. Als een kandidaat om geldige redenen, ter beoordeling van de rector, niet in staat is zijn schoolexamen tijdig af te sluiten kan hem in overleg met de inspectie worden toegestaan op een later tijdstip aan het centraal examen deel te nemen. 6 F. INZAGE WERK Het door de kandidaat gemaakte werk mag na correctie niet door hem worden meegenomen; ook mogen er geen afschriften van worden gemaakt. De kandidaat heeft wel het recht tot inzage van het gemaakte werk, echter alleen onder toezicht en verantwoording van de examinator en/of de examensecretaris. Inlichtingen over de beoordeling van een toets kunnen slechts worden ingewonnen binnen drie schooldagen na het bekend worden daarvan. G. INHALEN Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de rector is verhinderd bij een of meer onderdelen van het schoolexamen tegenwoordig te zijn, wordt hem, met inachtneming van het gestelde sub art. E. , op de inhaaldagen (driemaal per jaar één dag; tegelijk met de herkansingen!) gelegenheid gegeven alsnog deel te nemen aan het betreffende onderdeel van het schoolexamen. De inhaalperiodes zijn per leerjaar gekoppeld aan de voor dat leerjaar geldende toetsperiodes d.w.z in klas 5 drie periodes. In gevallen van langdurige afwezigheid (door b.v. ziekte) kan van deze regeling worden afgeweken. Inhaaltoetsen kunnen niet herkanst worden. H. HERKANSEN 1. De kandidaat heeft per leerjaar het recht om opnieuw deel te nemen aan een onderdeel van het schoolexamen, dat wordt beoordeeld met een cijfer. In klas 5 geldt dit voor maximaal 3 onderdelen, verdeeld over 3 periodes; maximaal 1 herkansing per periode en maximaal 2 per vak per jaar. Er is geen beperking t.a.v. het in eerste instantie behaalde cijfer; het hoogste cijfer geldt. De herkansingen zullen op één dag plaatsvinden (samen met het inhalen). Mocht het in het uitzonderlijke geval zo zijn dat een leerling 4 of meer toetsen moet inhalen/herkansen dan zullen er de dag volgend op de officiële inhaal/herkansingsdag toetsen gepland worden. 2. De volgende regels zijn van toepassing op deze herkansingen: a. Onder herkansing wordt verstaan: het opnieuw afleggen van een onderdeel van het schoolexamen in de herkansingperiode: in klas 5 in drie periodes direct volgend op de drie toertsperiodes. b. Voor elk theoretisch onderdeel van het schoolexamen kan een herkansing worden aangevraagd. c. Praktische opdrachten zijn uitgesloten van herkansing, alsook inhaaltoetsen. d. Herkansingen kunnen niet worden ingehaald. e. Het recht op herkansing voor een vak gaat verloren als een kandidaat verzuimt een handelingsdeel of een praktische opdracht voor het betreffende vak tijdig af te sluiten. (art. C, lid 7) f. Op een aan nader aan te geven datum vóór aanvang van de herkansingen schrijft de kandidaat zich via magister in voor een herkansing. Vooraf overleg met de vakdocent en/of examensecretaris wordt sterk aangeraden. g. Van de eindcijfers van de eerste en tweede poging geldt het hoogste cijfer als definitief cijfer. 3. De stof voor de herkansing is dezelfde als die voor het oorspronkelijke onderdeel. I. RAPPORTCIJFERS In het laatste leerjaar kunnen "rapportgemiddeldes “ alleen worden gevormd door cijfers voor onderdelen van een vak die meetellen voor het Schoolexamen. J. OVERGANGSNORMEN De overgangsnormen worden separaat gepubliceerd op de schoolsite. 7 K. ONVOORZIEN In alle gevallen met betrekking tot het schoolexamen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector. Rijzen er naar het oordeel van de schoolleiding belangrijke, onvoorziene problemen, dan wordt eerst overleg gepleegd met de voltallige examencommissie. 8 REGLEMENT INTERNE COMMISSIE VAN BEROEP 1. De Interne Commissie van Beroep is een interne commissie, waarbij leerlingen beroep kunnen aantekenen tegen de omvang en/of beoordeling van een onderdeel van het Schoolexamen. 2. Samenstelling. Voor de ontvankelijkheidsverklaring bij indiening van een beroep bestaat de interne commissie uit: 1. de rector; 2. twee docenten die: a. niet aan het betreffende leerjaar lesgeven; b. tenminste vijf jaar aan de school verbonden zijn; c. bovenbouwervaring hebben. 3. Ontvankelijkheidsverklaring. De commissie gaat na of aan de voorwaarden uit art. D. is voldaan. Indien aan de voorwaarden is voldaan, verklaart de commissie het beroep ontvankelijk. Is dit niet het geval dan verwijst de commissie de leerling terug naar de school. 4. Beroepsprocedure. a. De commissie komt binnen drie dagen bijeen en beslist of het beroep ontvankelijk is. b. De commissie draagt er zorg voor, dat binnen een week na datum van aantekenen het beroep is afgewerkt en de uitslag schriftelijk ter kennis van de leerling en de betrokken docent is gebracht. c. Als het beroep gegrond is verklaard, wordt de bestreden beslissing nietig verklaard en een nieuwe beslissing genomen. Daarbij zal de commissie zo nodig dienen te beschikken over de normen die voor de beoordeling van het werk gelden en van de maatstaven die kunnen worden aangelegd voor de omvang van het opgegeven werk. Van de door de examinator aangelegde beoordelingsnormen zal niet worden afgeweken. d. De commissie is verplicht het lid van de examencommissie en de leerling te horen alvorens een uitspraak te doen. Desgewenst kan de leerling zich laten bijstaan door een door hem te kiezen volwassene die geen deel uitmaakt van de examencommissie. 9 CENTRAAL EXAMEN EN REKENTOETS Aan het CE mag pas worden deelgenomen nadat het Schoolexamen is afgerond. Dat betekent dat de onderdelen die becijferd worden, van een cijfer moeten zijn voorzien en dat de onderdelen zonder cijfers (het handelingsdeel) de kwalificatie 'naar behoren' moeten hebben. Daarnaast mag voor de vakken ANW en maatschappijleer, alsook het profielwerkstuk afgerond niet lager dan het cijfer 4 gehaald worden. L. DATA CENTRAAL EINDEXAMEN EN REKENTOETS Het Centraal Examen voltrekt zich in drie tijdvakken in het zesde leerjaar. 1e tijdvak: mei 2016, exacte data nog niet bekend 2e tijdvak: juni 2016, exacte data nog niet bekend 3e tijdvak: augustus 2016 Rekentoets: 28 mei – 9 juni 2015, herkansing in klas 6 M. GANG VAN ZAKEN BIJ CENTRAAL EXAMEN 1. Tijd en plaats a. De tijdstippen waarop de examenzittingen plaatsvinden kun je vinden onder L. De examens vinden plaats in een daartoe ingerichte examenzaal. b. Je moet uiteraard tijdig in de examenzaal aanwezig zijn. c. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het begin van de zitting tot het examenlokaal worden toegelaten. d. Wie te laat komt, levert het werk toch in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. e. Komt een kandidaat meer dan een half uur na de aanvang van de zitting aan, dan mag hij niet meer deelnemen aan deze zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de rector, kan hij voor dit vak deelnemen aan het tweede tijdvak. 2. Verhindering centraal examen a. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de rector is verhinderd bij een of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het Centraal Examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. b. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het Centraal Examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. c. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de rector aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. d. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de rector. 3. Materiaal en papier a. Er mogen geen jassen, tassen, mobiele telefoons, MP3/4-spelers e.d. aanwezig zijn in het examenlokaal; kandidaten kunnen ze in hun kluisje achterlaten. b. Het werk wordt niet met rode of groene pen, of met potlood gemaakt. Dit laatste is niet van toepassing op tekeningen en grafieken. 10 c. Het gebruik van andere dan toegestane boeken, tabellen en andere hulpmiddelen is verboden. d. De school zorgt voor een woordenboek bij Latijn en Grieks, de Grote Bosatlas bij aardrijkskunde en Biodata bij biologie. De kandidaat zorgt zelf voor woordenboeken Nederlands, M.V.T., Binas (Na/Sk), schrijfgerei, liniaal, geodriehoek, passer en (eventueel) reservebatterij voor zijn rekenapparaat. De grafische rekenmachine mag alleen gebruikt worden voor de vakken die expliciet in het overzicht toegestane hulpmiddelen worden vermeld. Bij toetsen voor het schoolexamen kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt! e. Het spreekt voor zich dat het voor wat de woordenboeken, Binas en Biodata betreft, sprake is van onbeschreven exemplaren. f. Het examenwerk moet worden gemaakt op door school verstrekt papier, zogenaamd gewaarmerkt papier. Werk wordt nooit op de opgaven zelf gemaakt, tenzij dat is voorgeschreven. g. De school verstrekt eveneens gewaarmerkt kladpapier. De kandidaat mag dus zelf geen papier meenemen naar het examenlokaal. h. De kandidaat vermeldt zijn examennummer en zijn naam op elk examenpapier. 4. Toezicht a. Tijdens een toets mogen de toezichthouders geen enkele mededeling of inlichting over het werk verstrekken. b. Tijdens het uitdelen van de opgaven dient er volkomen rust in het examenlokaal te heersen. c. Zonder toestemming van een toezichthouder mag de kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit het examenlokaal of zijn plaats verlaten. Na handopsteken wordt men bediend. d. Indien een kandidaat zich bij het centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, kan de rector hem de (verdere) deelneming aan het schriftelijk examen ontzeggen, dan wel andere maatregelen nemen. e. Indien een onregelmatigheid wordt ontdekt na afloop van het centraal examen, kunnen de rector en de betrokken examinator(en) gezamenlijk de kandidaat het diploma en de cijferlijst onthouden of kunnen zij bepalen dat de betrokken kandidaat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in het tweede of derde tijdvak. 5. Inleveren examenwerk a. De kandidaat steekt alle vellen (en eventuele bijlagen!) van zijn examenwerk in elkaar, zodat het een pakketje is. Hij zorgt ervoor dat hij alle gemaakte werk persoonlijk bij de surveillant inlevert. Lever niet per ongeluk kladwerk in! Als het nette werk wordt meegenomen uit de examenzaal, wordt het examenwerk ongeldig en mag de surveillant het werk niet meer aannemen. Als de kandidaat voor de afloop van de examenzitting de zaal verlaat, mag hij de examenopgaven niet meenemen. b. Tijdens het eerste uur en het laatste kwartier van een examen mag een kandidaat de zaal niet (meer) verlaten. De surveillant geeft het laatste kwartier aan. 11 N. UITSLAG EXAMEN Vanaf 2015-2016 gaat de rekentoets meetellen bij de uitslag van het examen. De definitieve tekst waarin de rekentoets vermeld staat is nog niet gepubliceerd, maar hieronder is wel te lezen hoe de rekentoets meetelt. 1. Een kandidaat kan na het centraal examen niet zakken op een extra vak. De bedoeling is dat iedere kandidaat die eindcijfers heeft in vakken die een gymnasiumexamen vormen, moet slagen voor het examen. Daarbij is het soms nodig een vak buiten beschouwing te laten waarin een kandidaat een eindcijfer heeft gehaald. Indien hiervoor meerdere mogelijkheden zijn beslist de kandidaat op voorstel van de examensecretaris. 2. Het eindcijfer voor een vak wordt bepaald op het gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan worden de decimalen, indien deze 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn naar boven afgerond. 3. Een kandidaat is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; b. hij voor één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C en de rekentoets als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de andere vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; c. hij onverminderd onderdeel b: 1. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld met uitzondering van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur, wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C en de rekentoets als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt; 3. voor twee van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt; of 4. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt; d. hij voor geen van de onderdelen lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; e. hij voor het vak lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel alsmede de maatschappelijke stage de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald. 4. Bij de uitslagbepaling volgens het derde lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer, het profielwerkstuk, klassieke culturele vorming en algemene natuurwetenschappen. 5. De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. 12 Indien een kandidaat geslaagd is komt hij niet meer in aanmerking voor verder onderwijs aan het Stedelijk Gymnasium in 's-Hertogenbosch. O. CENTRAAL EXAMEN TWEEDE TIJDVAK 1. De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd het recht in het tweede tijdvak opnieuw deel te nemen aan het Centraal Examen. De kandidaat doet daartoe een schriftelijk verzoek aan de rector voor een door de rector te bepalen tijdstip nadat de uitslag bekend is gemaakt. Daarbij levert hij zijn cijferlijst in. Door het vragen van de herkansing wordt de uitslag een voorlopige uitslag. 2. De herkansing van een schriftelijk examen geschiedt op dezelfde wijze als het normale schriftelijke examen. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde schriftelijk examen geldt als definitief cijfer voor het schriftelijk examen. 3. Kandidaten die een of meer zittingen gemist hebben, kunnen op de dag van de herkansing aan maximaal twee zittingen alsnog deelnemen. P. HERKANSING REKENTOETS 1. De kandidaat heeft recht op één herkansing in de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen. Q. DERDE TIJDVAK Drie groepen kandidaten kunnen deelnemen aan het zgn. 3e tijdvak van de staatsexamens. Dit zal eind augustus plaatsvinden. Dit betreft kandidaten die: 1. meer dan twee zittingen van het Centraal Examen hebben gemist om een geldige reden; 2. op de dag van de herkansing het eerste tijdvak van het Centraal Examen hebben afgerond en nog geen gebruik hebben gemaakt van hun recht op herkansing; 3. op de dag van de herkansing om een geldige reden verhinderd zijn gebruik te maken van hun recht op herkansing of van hun mogelijkheid tot uitgesteld examen. 13 REGELING VAN DE SAMENSTELLING EN DE WERKWIJZE VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP EINDEXAMENS Algemeen Artikel 1. De commissie van beroep eindexamens oordeelt over de door de daartoe bevoegde functionaris(sen) genomen beslissingen ten aanzien van een kandidaat, die zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt. Samenstelling Artikel 2. De commissie bestaat uit drie personen uit het Bestuur van OSZG. Beroepstermijn Artikel 3. De kandidaat dient zijn beroep schriftelijk bij de commissie in te dienen binnen 3 dagen nadat de in artikel 1 bedoelde beslissing schriftelijk te zijner kennis is gebracht. Werkwijze commissie Artikel 4. 1. De commissie stelt naar aanleiding van het beroep een onderzoek in en hoort daarbij tenminste de kandidaat en degene(n) die de in artikel 1 bedoelde beslissing hebben genomen. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een door hem aan te wijzen meerderjarige. 2. De commissie beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst op het beroep. De commissie kan de termijn met redenen omkleed met ten hoogste twee weken verlengen. 3. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen of opnieuw af te leggen. Artikel 5. 1. De commissie deelt haar beslissing als bedoeld in artikel 4, 2e lid, zo spoedig mogelijk schriftelijk mede aan de kandidaat, de inspecteur en degene(n) die de in artikel 1 bedoelde beslissing hebben genomen. 2. De commissie vermeldt daarbij de overwegingen, die tot de beslissing hebben geleid. Slotbepalingen Artikel 6. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de commissie. Artikel 7. Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2002. ADRES COMMISSIE VAN BEROEP EINDEXAMENS Commissie van Beroep Eindexamens Postbus 5233 2000 CE Haarlem 14 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING I. OVERZICHT VAN HET EXAMEN PER VAK SE CE LEERJAREN AFNAME SE/ AFSLUITING Aardrijkskunde ja ja 5 en 6 vanaf 5 ANW* ja nee 4 4 Biologie ja ja 5 en 6 vanaf 5 Duits ja ja 5 en 6 vanaf 5 Economie ja ja 5 en 6 vanaf 5 Engels ja ja 5 en 6 vanaf 5 Frans ja ja 5 en 6 vanaf 5 Filosofie ja ja 5 en 6 vanaf 5 Geschiedenis ja ja 5 en 6 vanaf 5 Grieks ja ja 5 en 6 vanaf 5 Informatica ja nee 5 en 6 vanaf 5 KCV ja nee 4 en 5 4 en 5 Kunst en beeldende vorming ja ja 5 en 6 vanaf 5 Kunst en muziek ja ja 5 en 6 vanaf 5 Latijn ja ja 5 en 6 vanaf 5 Lichamelijke opvoeding ja nee 5 en 6 4, 5 en 6 Maatschappijleer ja nee 6 6 Natuurkunde ja ja 5 en 6 vanaf 5 Nederlands ja ja 5 en 6 vanaf 5 Rekenen - ja 5 6 Scheikunde ja ja 5 en 6 vanaf 5 Wiskunde A ja ja 5 en 6 vanaf 5 Wiskunde B ja ja 5 en 6 vanaf 5 Wiskunde C ja ja 5 en 6 vanaf 5 Wiskunde D ja nee 5 en 6 vanaf 5 VAK * Het examenprogramma van dit vakken komt in dit programma van toetsing en afsluiting niet voor. 15 II. OVERZICHT ONDERDELEN PER VAK Voor de overzichten van de onderdelen per vak die op de volgende pagina's zijn opgenomen geldt dat bij alle vakken het eindcijfer van het SE het gewogen gemiddelde is van alle toetsen, tenzij anders vermeld. Bij elke toets staat de valentie voor deze weging alsook het percentage dat het uitmaakt van het schoolexamen vermeld. De in het overzicht aangegeven weeknummers bij de toetsen geven slechts een globale indicatie van het moment van examinering. De exacte data van de toetsen worden opgenomen in het 'Toetsrooster klas 5', dat als losbladige bijlage bij dit PTA moet worden beschouwd. 16 Vak: Aardrijkskunde Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 100 40 Proefwerk Hst 2 par 1 t/m 8 50 VT 2 - 701 47 Domein aarde: endogene en exogene processen 100 SE 4 15 200 50 Hst 1 globalisering 50 VT 2 - 201 6 Zuidoost-Azië: herhaling klas 4 50 VT 2 - 702 10 Domein Zuidoost-Azië 100 SE 4 15 202 n.t.b. 120 VT 2 - 703 27 100 SE 4 10 704 17 n.v.t. SE 4 15 Aardrijkskunde olympiade (geen leerwerk) Domein leefomgeving: stedelijke gebieden NL (Hst 4) PO eigen omgeving Klas 6 2015-2016 705 TW I SE domein wereld 100 SE 4 15 706 n.t.b. SE domein leefomgeving 50 SE 4 15 707 TW II SE domein aarde 100 SE 4 15 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 17 Vak: Biologie Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 SE 1 2,8 50 SE 2 5,6 50 SE 2 5,6 50 SE 2 5,6 50 SE 2 5,6 50 SE 3 8,3 100 SE 3 8,3 100 PO (SE) 1 2,8 100 PO (SE) 1 2,8 50 SE 3 8,3 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 701 39 702 40 703 TW I 704 2 705 TW II 706 17 707 TW III 708 50 709 9 Theorietoets over virtueel kruisingsexperiment Drosophila 4b VWO: thema 4 - Genetica + meiose 4b VWO: thema 5 - Evolutie 5a VWO: thema 1 Stofwisseling 5b VWO: thema 4 - Planten 5b VWO: thema 5 - Regeling en Waarneming + thema 6 – alleen Spieren 4b VWO: thema 6 - Ecologie + 5a VWO: thema 3 - Mens en Milieu Verslag enzympracticum met theorievragen Practicumtekeningen uit thema Planten: worteldoorsnede, jonge volgroeide stengeldoorsnede, huidmondjes Klas 6 2015-2016 710 TW I 711 n.t.b. 712 TW II 713 n.t.b. 714 n.t.b. 715 6 VWO thema 3 en 4 4 VWO thema 1, 2, 6 5 VWO thema 1, 2, 3, 5, 6 4 VWO thema 3, 4, 7 6 VWO thema 1 t/m 5 + dissimilatie Practicumtekeningen + bijbehorende theorie (mondeling) 50 SE 3 8,3 100 SE 6 16,6 25 M (SE) 6 16,6 Verslag lipase-practicum 100 PO (SE) 1 2,8 Olympiade 100 SE facultatief 2 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 18 Vak: Duits Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 VT 15 - 5-15 VT 5 - Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 100 44 101 Per. 1 vocabulaire en grammatica 102 TW I leesvaardigheid 50 VT 15 - 200 3 grammatica en idioom 50 VT 15 - 701 6 kijk- en luistervaardigheid 50 SE 20 10 201 Per. 2 vocabulaire en grammatica 5-15 VT 5 - 702 TW II schrijfvaardigheid 100 SE 12 6 703 16 Idioom 50 SE 8 4 300 21 leesvaardigheid 50 VT 20 - 301 vocabulaire en grammatica 5-15 VT 5 - spreekvaardigheid 5-15 SE 10 5 705 Per. 3 Jan.juni 22 literatuurgeschiedenis 50 SE 10 5 706 TW III gesprekvaardigheid (duo’s) + literatuur leeslijst 30 M (SE) 20 10 704 grammatica en idioom Klas 6 2015-2016 707 TW I schrijfvaardigheid 100 SE 18 9 708 n.t.b. idioom 50 SE 12 6 709 n.t.b. kijk- en luistervaardigheid 50-60 SE 30 15 710 jan.april spreekvaardigheid 5-15 SE 15 7,5 711 n.t.b. 15 M (SE) 15 7,5 712 n.t.b. gesprekvaardigheid (duo’s) literatuur leeslijst 15 M (SE) 15 7,5 713 n.t.b. literatuurgeschiedenis 50 SE 15 7,5 n.v.t. okt.nov. Berlijnopdracht (voor, tijdens en na de Berlijnreis) - HD - - Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gemiddelde van het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde cijfers voor de voortgangstoetsen en het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde cijfers voor de schoolexamens. Overige toelichting: Per periode worden vocabulaire en grammatica afgenomen als voortgangstoetsen (m.o., s.o.). Het gemiddelde van deze toetsen heeft valentie 5 voor iedere afzonderlijke periode. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 19 Vak: Economie Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 100 39 701 TW I 200 6 300 TW II 702 TW III 703 48-51 704 n.t.b. Werk en inkomen Hfd. 1 50 VT 1 - Werk en inkomen Hfd. 1 t/m 3 100 SE 4 20 Waarde van de munt Hfd. 1 Waarde van de munt §3.7 plus aanvullend materiaal Waarde van de munt 50 VT 1 - 50 VT 1 - 100 SE 4 20 PO levensloop (Werk en inkomen hfd. 4) - PO (SE) 2 10 Economini - HD (SE) - - Klas 6 2015-2016 704 TW I Index: Markten en welvaart 100 SE 4 20 705 TW II Index: Globalisering 100 SE 4 20 706 n.t.b. PO - PO (SE) 1 5 707 n.t.b. PO - PO (SE) 1 5 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 20 Vak: Engels Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 VT 3 - 5-7 min SE 2 6,7 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 100 701 TW I vanaf januari Leesvaardigheid MC en open presentatie 200 04 Grammatica I 50 VT 3 - 201 07 50 VT 3 - 202 09 50 VT 3 - 702 TW II Leesvaardigheid MC en open Letterkunde Rhyme and Reason Schrijfvaardigheid B1 100 SE 3 10 300 11 Luistervaardigheid B1 50 SE 3 10 301 16 Grammatica II 50 VT 3 - 50 VT 2 - 50 VT 2 - Letterkunde Leeslijst Inleveren leeslijst uiterlijk 2 april in de eigen les (week 14!!); niet of niet juist, aftrek 1 punt per werkdag/onjuistheid. Letterkunde werkstuk Inleveren uiterlijk 4 juni vóór 13.00 uur 302 20 303 23 304 27/28 Leesvaardigheid MC en open 50 VT 3 - 703 27/28 Spreekvaardigheid mondeling 15-20 per duo SE 2 6,7 Klas 6 2015-2016 704 TW I Schrijfvaardigheid 100 SE 4 13,3 705 n.t.b. Kijk- en luistervaardigheid 60 SE 4 13,3 706 n.t.b. 50 SE 3 10 707 TW II Letterkunde methodetoets Gespreksvaardigheid i.c.m. toets 708 15 SE 4 13,3 708 TW II Letterkunde leeslijst 15 SE 3 10 709 n.t.b. vocabulary 15 SE 1 3,3 710 n.t.b. vocabulary 15 SE 1 3,3 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. Overige toelichting: Per periode wordt een aantal vocabularytoetsen afgenomen (SO, valentie 0,5): die tellen als voortgangscijfer in leerjaar 5. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 21 Vak: Filosofie Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 100 38 Essay sociale filosofie Open boeken toets soc. filosofie 50 VT 1 - 101 40 50 VT 1 - 701 TW I Sociale Filosofie 100 SE 15 15 200 50 Essay ethiek 50 VT 1 - 201 6 Open boeken toets ethiek 50 VT 1 - 702 TW II Ethiek 100 SE 15 15 300 16 Essay kenleer 50 VT 1 - 301 22 Open boeken toets kenleer 50 VT 1 - 703 TW III Kenleer 100 SE 15 15 704 n.t.b. De filosofische stelling 50 PO (SE) 5 5 Klas 6 2015-2016 705 TW I Metafysica 100 SE 15 15 706 n.t.b. Wijsgerige Antropologie 100 SE 15 15 707 TW II n.t.b. 100 SE 15 15 708 n.t.b. Het werkstuk n.v.t. PO (SE) 5 5 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het gemiddelde SE-cijfer is het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde SE-cijfers. Het gemiddelde niet SE-cijfer is het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde niet SE-cijfers. Het rapportcijfer wordt bepaald voor 75% door het gemiddelde SE-cijfer en voor 25% door het gemiddelde niet SE-cijfer. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 22 Vak: Frans Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 VT 15 - 5-15 VT 5 - Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 100 45 101 per. 1 vocabulaire en grammatica 102 TW I leesvaardigheid 50 VT 15 - 200 4 grammatica en idioom 50 VT 15 - 701 7 kijk- en luistervaardigheid 50 SE 20 10 201 per. 2 vocabulaire en grammatica 5-15 VT 5 - 702 schrijfvaardigheid 100 SE 20 10 spreekvaardigheid 15 SE 10 5 300 TW II jan.juni. 17 leesvaardigheid 50 VT 20 - 704 23 literatuurgeschiedenis 50 SE 20 10 301 per. 3 5-15 VT 5 - 705 TW III 15-20 SE 10 5 703 grammatica en idioom vocabulaire en grammatica gesprekvaardigheid (duo’s) Klas 6 2015-2016 706 TW I schrijfvaardigheid 100 SE 18 9 707 n.t.b. idioom 50 SE 6 3 708 n.t.b. idioom 50 SE 6 3 709 n.t.b. kijk- en luistervaardigheid 50-60 SE 30 15 710 jan.apr. spreekvaardigheid 5-15 SE 15 7,5 711 TW II literatuurgeschiedenis 50 SE 15 7,5 712 n.t.b. gesprekvaardigheid (duo’s) 15 M (SE) 15 7,5 713 n.t.b. literatuur leeslijst 15 M (SE) 15 7,5 714 okt.nov. Parijsopdracht n.v.t. HD n.v.t. - Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gemiddelde van het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde cijfers voor voortgangstoetsen en het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde cijfers voor schoolexamens. Overige toelichting: Per periode worden vocabulaire en grammatica afgenomen als voortgangstoetsen (m.o., s.o.). Het gemiddelde van deze toetsen heeft valentie 5 voor iedere afzonderlijke periode. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 23 Vak: Geschiedenis Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE N.v.t. VT 2 - 100 SE 4 17,3 N.v.t. SE 4 17,3 50 VT 2 - N.v.t. VT 1 - 100 SE 4 17,3 50 SE 2 8,7 N.v.t. VT 1 - 100 SE 4 17,3 100 SE 2 8,7 50 SE 2 8,7 150 SE 1 4,3 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 100 Per. 1 701 TW I 702 3 Combinatiecijfer (handelingsdeel + huiswerkcontrole) Toets Europa en de buitenwereld PO Historisch Tijdschrift 200 5 Toets Midden Oosten Hst 1-3 201 Per. 2 703 TW II 704 15 300 Per. 3 705 TW III Combinatiecijfer (handelingsdeel + huiswerkcontrole) Toets Midden Oosten HC De Republiek + 5 en 6 Kenmerkende Aspecten Combinatiecijfer (handelingsdeel + huiswerkcontrole) Toets domein D en Nederland Klas 6 2015-2016 705 TW I 706 n.t.b. 707 TW II HC Verlichting + tijdvak 1 t/m 7 HC Duitsland (incl. Ieper) + tijdvak 8 en 9 Examenstof (HC’s en tijdvak 1 tm 10) Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 24 Vak: Grieks Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 101 40 Hellenike grammatica 50 VT 1 - 102 45 SO Plato gelezen stof 50 VT 1 - 701 TW I SE Plato gelezen stof 75 SE 4 12,5 75 SE 3 9,4 SE Plato vertaling 1 702 TW I 201 3 Hellenike grammatica 50 VT 1 - 202 7 SO Homeros gelezen stof 50 VT 1 - 703 TW II SE Homeros gelezen stof 75 SE 4 12,5 704 TW II SE Homeros vertaling1 75 SE 3 9,4 301 17 Hellenike grammatica 50 VT 1 - 705 TW III SE Euripides gelezen stof 75 SE 4 12,5 706 TW III SE Euripides vertaling1 75 SE 3 9,4 Klas 6 2015-2016 1 707 TW I SE Herodotos gelezen stof 75 SE 3 9,4 708 TW I SE Herodotos vertaling 75 SE 2 6,3 709 TW II SE Herodotos gelezen stof 75 SE 3 9,4 710 TW II Se Herodotos vertaling 75 SE 3 9,4 Van de drie vertalingen in klas 5 vervalt het laagste resultaat. Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het gemiddelde SE-cijfer is het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde SE-cijfers. Het gemiddelde niet SE-cijfer is het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde niet SE-cijfers. Het rapportcijfer wordt bepaald voor 80% door het gemiddelde SE-cijfer en voor 20% door het gemiddelde niet SE-cijfer. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 25 Vak: Informatica Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 100 41 Toets programmeren 50 VT 1 - 701 TW I Eindtoets programmeren 100 SE 3 11,5 702 TW II 50 SE 2 7,7 703 TW III 50 SE 2 7,7 704 51 Toets SQL en Datamodelleren Toets: Reguliere Expressies en Netwerken Java n.v.t. PO (SE) 2 7,7 705 9 Datamodelleren n.v.t. PO (SE) 2 7,7 706 16 Software project n.v.t. PO (SE) 2 7,7 707 22 Netwerken n.v.t. PO (SE) 1 3,8 Klas 6 2015-2016 708 TW II 709 n.t.b. 710 n.t.b. 711 n.t.b. Theorietoets Objectgeoriënteerd Programmeren PO: Objectgeoriënteerd programmeren met Greenfoot Informatica Olympiade 50 SE 2 7,7 n.v.t. PO (SE) 2 7,7 n.v.t. PO (SE) 2 7,7 Eindproject informatica: Software Engineering n.v.t. PO (SE) 6 23,1 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 26 Vak: Klassieke culturele vorming Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 SE 2 11,8 50 SE 2 11,8 50 SE 2 11,8 50 SE 2 11,8 2 11,8 1 5,9 3 17,6 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 4 2013-2014 701 40 702 48 703 16 704 TW III 705 05 Minoisch, Mykeens, Griekse kunst Romeinse beeldhouwkunst en architectuur; klassiek bouwen, Augustus & Mussolini Renaissance & Barok, klassiek bouwen + Christendom Filosofie Voordracht Paleis op de Dam + Amsterdam n.v.t. 705 07 Foto –opdracht n.v.t. 706 15 Christendom – werkstuk n.v.t. PO (SE) deel 1 PO (SE) deel 2 PO (SE) Klas 5 2014-2015 40 707 708 46 13-11 5 709 17 inleveren voordracht Rome/Hellasreis n.v.t. PO (SE) Pompehellade n.v.t. PO (SE) Orpheus 50 SE 1 5,9 Tragedie 50 SE 2 11,8 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers (inclusief klas 4). *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 27 Vak: Kunst en beeldende vorming Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 701 TW I Romantiek en realisme 50 min SE 3 7,5 702 TW II Cultuur van de Kerk 50 min SE 3 7,5 703 TW III 50 min SE 3 7,5 704 44+45 n.v.t. PO (SE) 2 5 705 46 Cultuur van het moderne Presentaties. Romantiek en realisme Schetsen Rome/Griekenland n.v.t. PO (SE) 3 7,5 706 49 Uitwerking Rome/Griekenland n.v.t. PO (SE) 2 5 707 05 Surrealisme/model n.v.t. PO (SE) 2 5 708 17 Korte speelfilm n.v.t. PO (SE) 3 7,5 709 26 Keuzeopdracht diversen n.v.t. PO (SE) 2 5 50 SE 3 7,5 Klas 6 2015-2016 711 n.t.b. Massacultuur 712 n.t.b. Illustratie-opdracht keuze n.v.t. PO (SE) 2 5 713 n.t.b. Videoclip n.v.t. PO (SE) 3 7,5 714 n.t.b. Werkstuk massacultuur n.v.t. PO (SE) 2 5 715 n.t.b. Portret beroemdheid n.v.t. PO (SE) 2 5 716 n.t.b. Serie n.a.v. thema n.v.t. PO (SE) 3 7,5 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 28 Vak: Kunst en muziek Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 701 TW I Romantiek en Realisme 50 min SE 3 7,5 702 TW II Cultuur van de Kerk 50 min SE 2 5 703 TW III Cultuur v/h moderne 50 min SE 3 7,5 704 41 Praktijk n.v.t. PO (SE) 2 5 705 44/45 Presentatie Romantiek en Realisme n.v.t. PO (SE) 2 5 706 51 Stagiare n.v.t. PO (SE) 2 5 707 7 The Band II n.v.t. PO (SE) 2 5 708 11 The Band II n.v.t. PO (SE) 3 7,5 709 17 Filmscore n.v.t. PO (SE) 3 7,5 710 26 Digi n.v.t. PO (SE) 2 5 50 SE 3 7,5 Klas 6 2015-2016 711 n.t.b. Massacultuur 712 n.t.b. PO8 n.v.t. PO (SE) 2 5 713 n.t.b. PO9 n.v.t. PO (SE) 3 7,5 714 n.t.b. PO10 n.v.t. PO (SE) 2 5 715 n.t.b. PO11 n.v.t. PO (SE) 2 5 716 n.t.b. PO12 n.v.t. PO (SE) 2 5 717 n.t.b. PO13 n.v.t. PO (SE) 2 5 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 29 Vak: Latijn Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 100 40 grammatica 50 VT 1 - 101 44 SO gelezen stof 50 VT 1 - 701 TW I SE Catullus gelezen stof 75 SE 4 12,5 702 TW I SE vertaling 1 75 SE 3 9,4 200 4 Grammatica 50 VT 1 - 201 7 SO auteur 2 gelezen stof 50 VT 1 - 703 TW II SE auteur 2 gelezen stof 75 SE 4 12,5 704 TW II SE vertaling1 75 SE 3 9,4 300 16 Grammatica 50 VT 1 - 301 25 SO Horatius gelezen stof 50 VT 1 - 705 TW III SE Horatius gelezen stof 75 SE 4 12,5 706 TW III SE vertaling1 75 SE 3 9,4 Klas 6 2015-2016 1 707 TW I Vergilius gelezen stof 75 SE 3 9,4 708 TW I Vergilius vertaling 75 SE 2 6,3 709 TW II Vergilius gelezen stof 75 SE 3 9,4 708 TW II Vergilius vertaling 75 SE 3 9,4 Van de drie vertalingen in klas 5 vervalt het laagste resultaat. Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het gemiddelde SE-cijfer is het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde SE-cijfers. Het gemiddelde niet SE-cijfer is het gewogen gemiddelde van de tot dan toe behaalde niet SE-cijfers. Het rapportcijfer wordt bepaald voor 80% door het gemiddelde SE-cijfer en voor 20% door het gemiddelde niet SE-cijfer. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 30 Vak: Lichamelijke opvoeding Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 701 per. 1 Terugslagspel n.v.t. PO 1 14,3 702 per. 1 Atletiek conditietest n.v.t. PO 1 14,3 703 per. 2 vr. 24 april 2015 Demo turnen n.v.t. PO 1 14,3 Fitness trainingsschema n.v.t. PO 1 14,3 705 per. 3 Doelspel n.v.t. PO 1 14,3 706 per. 3 Bewegen en regelen n.v.t. PO 1 14,3 PO 1 14,3 704 Klas 6 2015-2016 707 per. 1 en 2 PO 7 sportoriëntatie Spoor6 n.v.t. Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers uitgedrukt in O(nvoldoende), V(oldoende) of G(oed). O: lager dan 5,50 V: vanaf 5,50 tot 8,00 G: 8,0 of hoger *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 31 Vak: Natuurkunde Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 SE 2 6,7 100 SE 3 10 100 SE 3 10 100 SE 3 10 n.v.t. SE 2 6,7 n.v.t. SE 2 6,7 50-100 SE facultatief 2 - 50 SE 2 6,7 100 SE 4 13,3 50 SE 2 6,7 150 SE 7 23,3 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 701 39 702 TW I 703 TW II 704 TW II 705 51 706 15 Subdomein C2 Energie en wisselwerking (vwo 5 Subdomein B1 Informatieoverdracht (vwo5 H9) domein C (=C1+C2+C3) Beweging en wisselwerking (vwo4 H3 en H7; vwo 5 Domein d(=d1+d2) Lading en Veld (vwo4 H5; vwo5 H10) Subdomein F2 Relativiteit en E1 Stoffen en Materialen (katern Relativiteit; vwo4 H4) Experimenteel Onderzoek (EXO) Technisch Ontwerp (TO) 711 3 Natuurkunde-olympiade* Klas 6 2015-2016 707 n.t.b. 708 TW I 709 n.t.b. 710 TW II Subdomein B2 Medische Beeldvorming Subdomein E2 Elektromagnetische Straling en Materie (vwo6 H11; vwo 6 H12) subdomein I2 model en subdomein G1 Biofysica Subdomein F1 Quantum (vwo 6 H13) BCd Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 32 Vak: Nederlands Toetsnummer (magister) Week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 VT 3 - 50 VT + PO 2 - 15 15 7 7 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 Op Niveau 2e fase, reeks 1 Dautzenberg, H 5 + verlichtingswerkstuk1 Schrijfopdracht (computer) n.a.v. eigen themadossier 101 49 201 4 701 TW II 702 12 Debat 301 16 Op Niveau 2e fase, reeks 2 50 VT 3 - 302 23 Dautzenberg, H 7 50 VT 2 - 303 TW III Op Niveau 2e fase, reeks 3 50 VT 3 - 304 n.v.t. Aftekenlijst (huiswerk + TIO) - VT 5 - 50 SE 7 7 150 SE + HD 20 20 50 SE 7 7 100 SE 15 15 16 16 13 13 150 ± 12 SE NE + HD SE NE + HD Klas 6 2015-2016 703 n.t.b. 704 TW I 705 n.t.b. 706 TW II 707 n.t.b. 708 n.t.b. Dautzenberg hoofdstuk 9 en 11 Schrijfopdracht (computer) n.a.v. eigen documentatie Dautzenberg hoofdstuk 13 en 15 Proefexamen (tekstverklaren) Mondeling examen (eigen lijst + boek Nederland leest) Debat 25 ± 18 M (SE) + HD SE NE 1 Het verlichtingswerkstuk is een verplicht onderdeel in klas 5 en wordt meegenomen in de beoordeling van de toets ‘Dautzenberg, H 5’. Leerlingen krijgen lestijd om aan het werkstuk te werken. Het werkstuk moet (naar behoren) uiterlijk worden ingeleverd in week 3 (volgens afspraak docent). Slaagt de leerling hier niet in, dan verliest hij/zij punten op de toets en moet hij/zij op de lesvrije dinsdag 24 februari er verplicht op school aan werken tot het af is. Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 33 Vak: Rekenen Toetsnummer (magister) week Stof Toetslengte (50/100/150) SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE CE n.v.t. n.v.t. Klas 5 2014-2015 en klas 6 2015-2016 701 zie toelichting - 120 Overige toelichting : De afnameperiode is van donderdag 28 mei t/m dinsdag 9 juni 2015. De herkansing is in het schooljaar 2015-2016. De herkansing van de rekentoets staat los van de herkansingsregeling voor de overige vakken. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 34 Vak: Scheikunde Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 SE 1 5 100 SE 2 10 50 SE 1 5 100 SE 2 10 50 SE 1 5 100 SE 2 10 - PO 2 10 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 701 40 702 TW I 703 51 704 TW II 705 13 706 TW III 707 per. 3 Chemie Overal VWO H2 + H3 + H4 + H8 Chemie Overal VWO H1 t/m 9 Chemie Overal H2 t/m H6 + H11 Chemie Overal H1 t/m H12 Chemie Overal H3 + H6 + H7 + H13 Chemie Overal H1 t/m H14 practicum + verslagen Klas 6 2015-2016 708 TW I n.t.b. 150 SE 4 20 709 TW II n.t.b. 150 SE 4 20 710 per. 2 practicum + verslag - 1 5 711 n.t.b. olympiade PO SE facultatief 2 - 120 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 35 Vak: Wiskunde A Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie 50 SE 4 100 SE 8 11,1 50 SE 4 5,6 100 SE 8 11,1 50 SE 4 5,6 100 SE 8 11,1 Toetslengte (50/100/150) Stof % SE Klas 5 2014-2015 701 39 702 TW I 703 51 704 TW II 705 17 706 TW III Vwo AC 1: H2 (voorkennis) Vwo A/C 2:H7 Veranderingen Vwo AC 1: H2 (voorkennis) Vwo A/C 2:H7 Veranderingen Vwo AC 1: H3 (voorkennis) Vwo A/C 2: H8 De normale verdeling Vwo AC 1: H3 (voorkennis) Vwo A/C 2: H8 De normale verdeling Vwo A 3: H9: Rijen en goniometrie Vwo A/C 2: H9 Rijen en goniometrie Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo A3: H10 Allerlei functies Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo A3: H10 Allerlei functies Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo A deel 3: H11 Kansverdelingen Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo A deel 3:H11 Kansverdelingen Vwo AC 1: H2 (voorkennis) Vwo A/C 2:H7 Veranderingen (voorkennis) H12: Differentiëren HK: Grafen en Matrices Vervolg zie volgende bladzijde *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 36 5,6 Vak: Wiskunde A (vervolg) Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 SE 6 8,3 100 SE 12 16,7 50 SE 6 8,3 100 SE 12 16,7 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 6 2015-2016 707 n.t.b. 708 TW I 709 n.t.b. 710 TW II Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo A 3 : H11 (voorkennis) Vwo A 4 : H 13 Mathematische statistiek Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo A 3 : H11 (voorkennis) Vwo A 4 : H 13 Mathematische statistiek Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo A 3 : H10 (voorkennis) Vwo A 4 : H 14 Algebraïsche vaardigheden Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo A 3 : H10 (voorkennis) Vwo A 4 : H 14 Algebraïsche vaardigheden Vwo AC 2: H8 (voorkennis) Vwo A 3 : H11 (voorkennis) Vwo A 4 : H13 ; H15 Toetsen van hypothesen Vwo AC 2: H8 (voorkennis) Vwo A 3 : H11 (voorkennis) Vwo A 4 : H13 (voorkennis) ; H15 Toetsen van hypothesen Vwo AC1: H2 (voorkennis) Vwo AC 2; H7 (voorkennis) Vwo A 3 : H12 (voorkennis) Vwo A 4: H14 (voorkennis) ; H16 Toepassingen differentiaalrekening Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. Eventuele so’s met valentie 1 en 2 tellen alleen mee in het trimester waarin de so’s gemaakt zijn. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 37 Vak: Wiskunde B Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 SE 4 5,6 100 SE 8 11,1 50 SE 4 5,6 100 VT 2 - 100 SE 8 11,1 50 SE 4 5,6 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 701 40 702 TW I 703 3 704 5 705 TW II 706 20 Differentiaalrekening Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H7 Differentiaalrekening Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H7 Vermoedens en bewijzen Vwo B2: H8 Vermoedens en bewijzen Vwo B2: H8 Exponentiële en logaritmische functies Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H5, H7 (voorkennis) Vwo B3:H9 olympiade Exponentiële en logaritmische functies Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H5, H7 (voorkennis) Vwo B3: H9 Integraalrekening Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H5, H7 (voorkennis) Vwo B3:H9 (voorkennis) Vwo B3: H10 Integraalrekening Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H5, H7 (voorkennis) Vwo B3:H9 (voorkennis) Vwo B3: H10 Goniometrie en beweging Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H5,H6, H7 (voorkennis) Vwo B3:H9, H10 (voorkennis) Vwo B3: H11 Vervolg zie volgende bladzijde *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 38 Vak: Wiskunde B (vervolg) Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 100 SE 8 11,1 50 SE 6 8,3 100 SE 12 16,7 50 SE 6 8,3 100 SE 12 16,7 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 5 2014-2015 707 TW III Goniometrie en beweging Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H5,H6, H7 (voorkennis) Vwo B3:H9, H10 (voorkennis) Vwo B3: H11 HK/keuzeonderwerp Klas 6 2015-2016 708 n.t.b. 709 TW I 710 n.t.b. 711 TW II Bewijzen in vlakke meetkunde: Vwo B2 : H8 (voorkennis) Vwo B4: H12 Bewijzen in vlakke meetkunde: Vwo B2 : H8 (voorkennis) Vwo B4: H12 Afgeleide en tweede afgeleide: Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H7(voorkennis) Vwo B3: H9; H11(voorkennis) Vwo B4: H13 Afgeleide en tweede afgeleide: Vwo B1: H3(voorkennis) Vwo B2: H7(voorkennis) Vwo B3: H9; H11(voorkennis) Vwo B4: H13 Algebraïsche vaardigheden: Vwo B1: H1; H2: H4(voorkennis) Vwo B2: H5(voorkennis) Vwo B3: H9(voorkennis) Vwo B4: H14 Algebraïsche vaardigheden: Vwo B1: H1; H2: H4(voorkennis) Vwo B2: H5(voorkennis) Vwo B3: H9(voorkennis) Vwo B4: H14 Toepassingen Vwo B4: H15 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. Eventuele so’s met valentie 1 en 2 tellen alleen mee in het trimester waarin de so’s gemaakt zijn. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 39 Vak: Wiskunde C Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 4 5,6 Klas 5 2014-2015 701 39 100 39 702 TW I 703 51 704 TW II 705 17 300 26 706 TW III Vwo AC 1: H2(voorkennis) Vwo A/C 2:H7.1-7.3 Veranderingen PO Vwo AC 1: H2(voorkennis) Vwo A/C 2:H7.1-7.3 Veranderingen Vwo AC 1: H3(voorkennis) Vwo A/C 2: H8 De normale verdeling Vwo AC 1: H3(voorkennis) Vwo A/C 2: H8 De normale verdeling Vwo C 3: H9: Rijen Vwo C 3:H9: Rijen Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo C 3 : H11.1-11.4C: Allerlei Functies Vwo C 4: H13.4-13.6: Logaritme Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo C 3 : H11.1-11.4C: Allerlei Functies Vwo C 4: H13.4-13.6: Logaritme Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo C 3: H10 Kansverdelingen Keuzeonderwerp Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo C 3: H10 Kansverdelingen Vwo C 3: H12 Grafen en matrices 50 SE n.v.t. PO 4 - 100 SE 8 11,1 50 SE 4 5,6 100 SE 8 11,1 50 SE 4 5,6 n.v.t. PO 4 - 100 SE 8 11,1 Vervolg zie volgende bladzijde *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 40 Vak: Wiskunde C (vervolg) Toetsnummer (magister) week SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE 50 SE 6 8,3 100 SE 12 16,7 50 SE 6 8,3 100 SE 12 16,7 Toetslengte (50/100/150) Stof Klas 6 2015-2016 707 n.t.b. 708 TW I 709 n.t.b. 710 TW II Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo C 3 : H10 (voorkennis) Vwo C 4 : H14 Statistiek en kansrekening Vwo AC 1: H1 ;H3; H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6; H8 (voorkennis) Vwo C 3 : H10 (voorkennis) Vwo C 4 : H14 Statistiek en kansrekening Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo C 3 : H11 t/m 68 (voorkennis) Vwo C 4 : H 13.1 ;13.2 en 13.3 Algebraïsche vaardigheden Vwo C 4 : H15.2 en 15.3 Formules en grafieken Vwo AC 1 : H2 (voorkennis) Vwo AC 2 : H5 (voorkennis) Vwo C 3 : H11.3D,11.4D11.4E Vwo AC 1: H2 (voorkennis) Vwo AC 2; H5 ; H7(voorkennis) Vwo C4 : H13 Algebraïsche vaardigheden Vwo AC 1: H2 (voorkennis) Vwo AC 2; H5 ; H7 (voorkennis) Vwo C 3 : H11 en H12 (voorkennis) Vwo C 4: H13 (voorkennis), H15 Formules en grafieken Vwo AC 1: H1;H4 (voorkennis) Vwo AC 2: H6 ; H8 (voorkennis) Vwo C 3 : H10 (voorkennis) Vwo C 4 : H14 Mathematische statistiek Vwo AC 1: H2 (voorkennis) Vwo AC 2; H5 ; H7 (voorkennis) Vwo C 3 : H11 en H12 (voorkennis) Vwo C 4: H13 (voorkennis), H15 Formules en grafieken *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 41 Vak: Wiskunde C (vervolg) Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. Eventuele so’s met valentie 1 en 2 tellen alleen mee in het trimester waarin de so’s gemaakt zijn. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 42 Vak: Wiskunde D Toetsnummer (magister) week Toetslengte (50/100/150) Stof SE/ VT/ SO/ PO/ HD/ M* Valentie % SE Klas 5 2014-2015 701 702 703 704 705 706 41 49 4 12 21 TW III Kansrekening en statistiek Vwo D1: H1 Meetkunde Vwo D1: H2 Kansrekening en statistiek Vwo D1: H1 (voorkennis) Vwo D1: H3 Kansrekening en statistiek Dynamische modellen Vwo D1: H1 (voorkennis) Vwo D1: H4 Kansrekening en statistiek Vwo D2: H6 Keuzeonderwerp 50 SE 10 8,3 50 SE 10 8,3 50 SE 10 8,3 50 SE 10 8,3 50 SE 10 8,3 50 SE en PO 10 8,3 50 SE 15 12,5 50 SE 15 12,5 50 SE 15 12,5 50 SE 15 12,5 Klas 6 2015-2016 707 n.t.b. 708 n.t.b. 709 n.t.b. 710 n.t.b. Kansrekening en statistiek Vwo D1: H1 (voorkennis) Vwo D1: H3 (voorkennis) Vwo D2: H6 (voorkennis) Vwo D3: H11 Dynamische modellen Vwo D4:H14 Kansrekening en statistiek Vwo D1: H1 (voorkennis) Vwo D1: H3 (voorkennis) Vwo D2: H6 (voorkennis) Vwo D3: H11 (voorkennis) Vwo D4: H15 Kansrekening en statistiek Complexe getallen Vwo D1: H4 (voorkennis) Vwo D3: H9 Vwo D3:H12 Vwo D4: H16 Hoe wordt het rapportcijfer in klas 5 berekend? Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. Eventuele so’s met valentie 1 en 2 tellen alleen mee in het trimester waarin de so’s gemaakt zijn. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 43 BIJLAGE I: VOORBEELD BRIEF ZIEKMELDING Woonplaats, 23 januari (onmiddellijk na ziekte bij terugkeer op school schriftelijk melden) Geachte heer De Kleijn, ter bevestiging van het telefoongesprek (voortijdig telefonisch afmelden bij schoolleiding) van maandagochtend delen wij U hierbij mee dat onze zoon Artaxerxes c.q. onze dochter Parysatis afgelopen maandag 21 januari (datum afwezigheid) het schoolexamen Wb1,2, toets 8 (vak, nr. toets volgens PTA) heeft gemist. De reden van zijn/haar afwezigheid (een algemene omschrijving als door omstandigheden is onvoldoende) is een zware griep met hoge koorts. (niet zo lekker, een hoofdpijntje, slecht geslapen zijn geen geldige redenen voor afwezigheid). In het weekend was hij/zij al ziek en ook gisteren en vandaag heeft hij/zij nog in bed moeten blijven. Wij verzoeken U onze zoon/dochter in de gelegenheid te stellen het schoolexamen in te halen in de eerst mogelijke en daarvoor bestemde inhaalperiode. Met vriendelijke groet, Henk Ortjakje (handtekening ouder)* De ziekmelding moet in ieder geval de vetgedrukte gedeelten bevatten. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 44 BIJLAGE II: PROTOCOL INLEVEREN HANDELINGSDELEN, PRAKTISCHE OPDRACHTEN, PROFIELWERKSTUKKEN. Inleiding Naast toetsen kent het schoolexamen ook zogenaamde handelingsdelen en dossieropdrachten (moet naar behoren zijn), praktische opdrachten (cijfer) en profielwerkstuk (cijfer als onderdeel van het combinatiecijfer). De genoemde onderdelen moeten tijdig worden ingeleverd. Het niet tijdig inleveren kan betekenen dat het recht op herkansing voor het betreffende vak verloren gaat en/of dat er punten in mindering worden gebracht op de beoordeling. Protocol Om het aanleveren van praktische opdrachten, handelingsdelen en profielwerkstukken goed te regelen stellen we de volgende procedure vast: De inleverdatum wordt schriftelijk vastgelegd in het PTA (eventuele veranderingen moeten altijd op schrift namens de examensecretaris worden medegedeeld aan de leerlingen). De datum is niet onderhandelbaar of opschuifbaar zonder die schriftelijke mededeling (niet voor de leerling noch voor de examinator). De leerling moet de praktische opdracht, het handelingsdeel en het profielwerkstuk persoonlijk overhandigen aan de examinator. Hierover kunnen geen andere afspraken worden gemaakt (dus niet aan anderen overhandigen, niet in een brievenbus stoppen). De wijze van inleveren wordt eveneens in het PTA opgenomen. Als de examinator niet aanwezig is op het afgesproken tijdstip dan mag het werk alleen worden overhandigd aan de examensecretaris (of bij diens afwezigheid aan de rector of conrector) De examinator houdt in zijn administratie bij welke leerling op welke datum het betreffende onderdeel heeft ingeleverd. Direct na de vastgestelde inleverdatum maakt de examinator bij de examensecretaris schriftelijk melding van die leerlingen die niet hebben ingeleverd. De examensecretaris verstuurt aan de leerling (en de ouders) een standaardbrief met daarin de sanctie die wordt opgelegd. Bij ziekte van de leerling wordt hiervan door de ouders melding gemaakt bij de schoolleiding. Het betreffende werk wordt de eerste dag waarop de leerling weer op school is alsnog ingeleverd bij de examinator. Mocht de examinator die dag niet op school zijn, moet het werk worden ingeleverd bij de examensecretaris (of de schoolleiding) die dan het werk overhandigt aan de examinator (die op zijn beurt het ontvangstbewijs uitschrijft). Alleen de examensecretaris kan na overleg met de rector wegens gewichtige redenen die vooraf door de ouders zijn gemeld enig uitstel verlenen van een vastgestelde inleverdatum. Onder gewichtige redenen wordt verstaan: langdurige ziekte (meer dan één volle week), bijzondere tragische familie- omstandigheden, maar bijvoorbeeld niet sportactiviteiten, vakanties, korte ziektes etc. Een leerling die het werk (anders dan door ziekte) te laat inlevert, verliest de eerstvolgende kans op herkansing voor het betreffende vak. De leerling moet het werk alsnog inleveren binnen één week na de vastgestelde datum (conform PTA). Als de leerling een handelingsdeel niet uiterlijk één week na de vastgestelde datum inlevert verliest de leerling alle herkansingsmogelijkheden voor het betreffende vak in het lopende schooljaar. Het werk moet in elk geval altijd worden ingeleverd (zie volgende punt). De examinator maakt melding bij de examensecretaris. Een leerling die het handelingsdeel uiteindelijk niet inlevert, kan worden uitgesloten van deelname aan het eindexamen! Voor onderdelen waarvoor een cijfer wordt behaald, geldt het volgende punt. Een leerling die het werk (waarvoor een cijfer wordt behaald) niet op de vastgestelde datum heeft ingeleverd, krijgt “strafpunten” in de beoordeling van het werk (bovenop het feit dat *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 45 het recht op de eerstvolgende herkansing verloren gaat). Hierbij wordt de volgende staffel gebruikt: voor elke (school)dag dat de leerling later dan de vastgestelde datum inlevert, wordt op de normale beoordeling 1 punt in mindering gebracht (voorbeeld: het werk moet worden ingeleverd op maandag 20 april 2009 en wordt pas ingeleverd op vrijdag 24 april 2009, zodat op de uiteindelijke beoordeling 4 punten in mindering worden gebracht). Zit er een weekend tussen dan kost dit 1 extra punt en voor een vakantieweek worden 3 extra punten in mindering gebracht. Een werk dat 9 dagen te laat wordt ingeleverd levert automatisch het cijfer 1 op. Als het werk een groepsopdracht betreft, zijn alle individuele leden afzonderlijk aanspreekbaar en afrekenbaar op het tijdig inleveren van het werk. Indien het werk dreigt te laat te worden ingeleverd (of indien blijkt dat er vertraging optreedt in het afwerken van de opdracht) door gebrekkige samenwerking of het niet nakomen van de afspraken door één (of meer) van de leden van het groepje, dan wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt bij de examinator (of bij diens afwezigheid bij de schoolleiding). De examinator maakt vervolgens duidelijke afspraken met de betreffende leerlingen en doet hiervan melding bij de examensecretaris ( de afspraken worden op papier vastgelegd). Zonder tijdig overleg met de examinator en eventuele (schriftelijke) afspraken over gebrekkige samenwerking zijn alle individuele leerlingen afrekenbaar volgens de beschreven procedure. De examinator geeft bij aanvang van de opdracht duidelijk aan wat er van elke individuele leerling wordt verwacht én hoe de beoordeling van de groepsopdracht plaats vindt. De beschreven procedure maakt integraal onderdeel uit van de betreffende PTA’s (klas 4 t/m 6). Aldus vastgesteld door de schoolleiding en goedgekeurd door de MR. *SE = schoolexamen / VT = voortgangstoets / SO = schriftelijke overhoring / PO = praktische opdracht / HD = handelingsdeel / M = mondeling 46
© Copyright 2024 ExpyDoc