GEBRUIK EN ONDERHOUD CONDENSATIEKETEL OP GAS van 40, 60, 80 of 100 kW met modulerende brander voor aardgas Type : B23 - B23P - C13 - C33 - C53 - C43 - C83 De klantenservice van uw verwarmingsketel wordt verzorgd door : Avenue Château Jaco 1 1410 Waterloo tél : + 32 2 357 28 28 fax : +32 2 353 21 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 1/18 Toestel in overeenstemming met de Europese richtlijnen: - Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG) Dit apparaat is niet voorzien om door personen (met inbegrip van de kinderen) gebruikt te worden van wie de lichamelijke, zintuig- of psychische capaciteiten verlaagd zijn, of personen die van ervaring of kennis worden ontzegd, behalve als zij, door bemiddeling van een verantwoordelijke persoon voor hun veiligheid, van een toezicht of voorafgaande instructies hebben kunnen genieten betreffende het gebruik van het apparaat. Het is nodig om de kinderen in het oog te houden om zich ervan te overtuigen dat zij niet met het apparaat spelen. - Elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEG) Dit toestel is een toestel van klasse A. In een residentiële omgeving, kan dit toestel radioelektrische storingen veroorzaken. In dit geval mag aan de gebruiker gevraagd worden om maatregelen te treffen. - Rendementsrichtlijn (92/42/EEG) - Gastoestellenrichtlijn (90/396/EEG) FABRIKANT: 1 route de Fleurville - BP 55 FR - 01190 PONT-DE-VAUX Die Montage-, Wartungs- und Bedienungsanleitungen sind auf deutsch erhältlich. Nehmen Sie bitte Kontakt mit uns. 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 2/18 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 3/18 INHOUD 1. Algemene kenmerken......................................................................................................... 5 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. Categorieën van gas die specifiek zijn voor elk land .................................................................5 Nominale, maximale en minimale gasdrukken ..........................................................................5 Kenmerken verbranding (bij 15°C en 1013 mbar) ...... ...............................................................5 Gebruiksvoorwaarden ...............................................................................................................5 Kenmerken elektrische aansluiting............................................................................................6 2. Installatie van de ketel........................................................................................................ 7 3. Indienststelling.................................................................................................................... 7 4. Uitschakelen........................................................................................................................ 7 5. Onderhoud .......................................................................................................................... 7 6. Vorstbeveiliging .................................................................................................................. 7 7. Gebruikersinterface en sturing ketel................................................................................. 8 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6. Voorstelling van de interface .....................................................................................................8 Display ......................................................................................................................................8 Werkingsmodi .........................................................................................................................10 Instellen van de werkingspunten .............................................................................................11 Informatie over de toestand van de ketel.................................................................................12 Instellingen..............................................................................................................................14 8. Werking van de sturing van de ketel LMU ...................................................................... 15 9. Tabel klantparameters...................................................................................................... 16 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 4/18 1. Algemene kenmerken Plaats een gasfilter en een drukregelaar stroomopwaarts van de ketel, in overeenstemming met de geldende reglementering, voor aansluiting op een gasnet op 300 mbar. Deze ketel Condensinox werd in de fabriek ingesteld voor werking met aardgas van groep H (type G20) met een voedingsdruk van 20 mbar. Zie hoofdstuk 6.2. om over te gaan op een ander type gas, en doe beroep op een gekwalificeerde vakman. De garantie vervalt bij elke ingreep op een verzegeld onderdeel. 1.1. Categorieën van gas die specifiek zijn voor elk land BE Condensinox 40-60 B23-B23p Condensinox 80-100 C13-C33-C53 I2E(S) B I2E(R)B I2E(R)B LU I2E (G20) I2E (G20) I2E (G20) CH I2H II2H3P I2H ES I2H II2H3P I2H Land FR I2Esi II2Esi3P I2Esi GB I2H II2H3P I2H IE I2H II2H3P I2H IT I2H II2H3P I2H PT I2H II2H3P I2H 1.2. Nominale, maximale en minimale gasdrukken Nominale druk (mbar) Minimale druk (mbar) Maximale druk (mbar) Propaan G31 Aardgas H G20 Aardgas L G25 (enkel op de modellen 80 en 100 kW – B23-B23p) 20 17 25 25 20 30 37 25 45 1.3. Kenmerken verbranding (bij 15°C en 1013 mbar) Nominaal vermogen Pn (80/60°C) – G20 Nominaal vermogen Pn (80/60°C) – G25 Nominaal vermogen met condensatie P (50/30°C) – G20 Nominaal vermogen met condensatie P (50/30°C) – G25 Nominaal calorisch debiet Qn – G20 Nominaal calorisch debiet Qn – G25 Minimaal calorisch debiet Qmin – G20 Minimaal calorisch debiet Qmin – G25 Gasdebiet G20 bij Pn Gasdebiet G25 bij Pn Gasdebiet G31 bij Pn Debiet rookgassen bij Qn Temperatuur van de rookgassen bij Qn Drukverlies circuit rookgassen bij Qn Maximaal toelaatbare druk aan de uitlaat (B23P) Debiet verbrandingslucht bij Qn NOx-klasse volgens EN 483 Indeling in functie van de rookafvoer en de luchtaanvoer 0CNO0028-A_FL-BE kW kW kW kW kW kW kW kW 3 m /h 3 m /h kg/h g/s °C Pa Pa 3 m /h CONDENSINOX 40 60 80 100 40 60 80 97,0 33,2 46,8 65,6 80,5 43,8 65,5 87,5 105,5 36,3 54,4 71,8 87,5 41,6 62,1 82,7 100,0 34,5 51,5 67,8 83,0 8,3 12,4 16,5 19,5 6,9 10,3 13,5 16,2 4,4 6,6 8,8 10,6 5,1 7,6 10,2 12,3 6,4 7,8 19,0 28,3 38,5 46,5 75 85 80 82 135 160 140 140 160 160 100 100 53 80 108 131 5 5 5 5 B23, B23P, C13, B23, B23P C33, C53, C43, C83 C13, C33, C53 Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 5/18 1.4. Gebruiksvoorwaarden CONDENSINOX 60 80 80 85 106 4 1 350 210 2,6 3,4 88 136 140 215 40 Maximale vertrektemperatuur setpunt Maximale vertrektemperatuur Veiligheidstemperatuur Maximale werkingsdruk Minimale druk indien koud Hydraulische drukval bij ∆T 20 Nominaal doorstroomdebiet Waterinhoud Gewicht zonder water °C °C °C bar bar daPa 3 m /h l kg 160 1,7 94 134 100 300 4,2 130 225 1.5. Kenmerken elektrische aansluiting 40 Elektrische voeding Opgenomen elektrisch vermogen bij Qn (zonder accessoires) Opgenomen elektrisch vermogen in waakmodus V W m Uitgang klemmen vermogen V A 0°C 10°C 20°C 25°C 30°C 40°C 50°C 60°C 70°C 80°C 90°C 100°C 110°C 120°C 0CNO0028-A_FL-BE 150 W Maximale lengte van de kabels van de voelers Temperatuur in °C 150 CONDENSINOX 60 80 230 V AC (+10% -15%), 50Hz 260 320 8 Voeler SWW: 10 Buitenvoeler : 40 Omgevingsthermostaat : 40 Omgevingsvoeler : 50 230V AC (+10%, -15%) 5 mA tot 2 A Weerstand Voelers vertrek/terugloop QAL36.225 en voeler rookgassen QAK36.670/109 NTC 10 KΩ Ω bij 25°C 32 555 Ω 19 873 Ω 12 488 Ω 10 000 Ω 8 059 Ω 5 330 Ω 3 605 Ω 2 490 Ω 1 753 Ω 1 256 Ω 915 Ω 677 Ω 508 Ω 387 Ω Gebruik Onderhoud CONDENSINOX 100 Blz. 6/18 2. Installatie van de ketel De installatie en het onderhoud van het toestel moeten door een bevoegd persoon worden uitgevoerd conform de geldende voorschriften en regels in het land, met name voor België aan de normen NBN D 51.003, NBN D 61.002 en NBN D 61.001. 3. De ketel moet worden geïnstalleerd in een lokaal dat voorzien is van luchttoevoer in overeenstemming met de geldende reglementen. Indienststelling Alle ketels worden vóór het inpakken in de fabriek getest op aardgas van groep H (type G20), waarbij alle afstellingen uitgevoerd worden. een schuimend product de dichtheid van de aansluitingen van de gasleiding. Controleer de kwaliteit van de verbranding met behulp van een analysetoestel voor rookgassen. Voer het volgende uit voor de indienststelling: 1. De hoofdschakelaar onder spanning zetten. 2. Een warmtevraag creëren via de modus comfort, met behulp van de klantinterface (zie paragraaf 4.1 « Voorstelling van de interface »). 4. Stel het instelpunt van de ketel in (zie de samenvattende tabel met klantparameters achteraan in deze handleiding). De garantie vervalt bij elke ingreep op een verzegeld onderdeel. 3. Controleer, na het opstarten van de brander, met 4. Uitschakelen Ga voor het uitschakelen van de ketel als volgt te werk: 1. Schakel de elektrische voeding uit via de hoofdschakelaar van de ketel, 2. Sluit de afsluitkraan van de gastoevoer in geval van een langdurige stilstand. 5. Onderhoud Het is verplicht om jaarlijks een onderhoud uit te voeren op de ketel. Doe voor elk onderhoud een beroep op een gekwalificeerde vakman (zie de installatiehandleiding). 6. Vorstbeveiliging Als er in de installatie risico bestaat op vorst dan is de garantie is alleen van toepassing indien het verwarmingsnet een antivriesmiddel bevat. Als de gebruiker niettemin besluit om de ketel te ledigen, dan moet hij ervoor zorgen dat er geen water achterblijft in de ketel. • Schakel de elektrische voeding uit via de hoofdschakelaar. • Sluit de afsluitkraan van de gastoevoer. • Sluit de afsluitkranen van de aansluitingen voor vertrek en terugloop. 0CNO0028-A_FL-BE • Sluit de leeglaatklep ½’’ via een geschikte soepele slang aan op het riool. • Zorg voor een luchttoevoer bovenaan de bebuizing van de ketel (openen van de veiligheidsklep), • Open de kraan van de leeglaatbuis van de ketel, • Verwijder de onderste stop van het T-stuk stroomafwaarts van de circulatiepomp om de inwendige circulatiepomp van de ketel helemaal leeg te maken. Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 7/18 7. Gebruikersinterface en sturing ketel 7.1. Voorstelling van de interface De klanteninterface van de ketel omvat de hoofdschakelaar, een elektronische kaart met een LCD-scherm met achtergrondverlichting (2 lijnen van 4 cijfers + pictogrammen) en 10 toetsen, en een voorgesneden plaats voor 1 sturingsaccessoire 144x96. Alle afregelingen door de klant, en de eventuele instellingen worden uitgevoerd via deze interface. Hij laat ook toe om informatie met betrekking tot de werking van de ketel op te vragen. Toetsen voor selectie regime Programmeertoetsen Toetsen voor instellen werkingspunten Resetknop Toets voor informatie 7.2. Display Het scherm geeft een samenvatting van de toestand van de ketel (werkingsregime, tijdstip, schakelprogramma, temperatuur van de ketel, aanwezigheid vlam, eventuele fout). Regime sanitair warmwater Pictogrammen: Sanitaire warm water bereiding actief of weergave temperatuur sanitair water Verwarming actief of weergave gevraagde ketel- of ruimtetemperatuur Dagregime Nachtregime Weergave buitentemperatuur Vlam aanwezig Alarm 0CNO0028-A_FL-BE Regime verwarming Uur Keteltemperatuur Synthese van het schakelprogramma Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 8/18 Als er zich een fout voordoet die de ketel niet stopt, dan worden afwisselend het uur en de foutcode weergegeven. Dat type fout brengt de ketel niet in de veiligheidstoestand. Als een fout de ketel in de veiligheidstoestand brengt, dan knippert de foutcode in plaats van de temperatuur van de ketel. Er verschijnt een kleine klok onderaan links van het display. Zie de paragraaf « Foutboodschappen » op blz. 12 voor uitleg over de foutcodes. Indien u telefonisch bijstand vraagt, dan zal aan u gevraagd worden om de foutcode en de uitgebreide code te geven. Om deze te vinden en vervolgens gelijktijdig op de drukt u op de toets informatie toetsen en om de uitgebreide foutcode op te vragen. Druk op , vervolgens op normale weergave. 0CNO0028-A_FL-BE of om terug te keren naar de Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 9/18 7.3. Werkingsmodi Toets regime verwarming Laat toe om het verwarmingsregime te kiezen uit de modes Waakstand, Comfort, Eco, Auto. Waakstand Er wordt met geen enkele warmtevraag rekening gehouden. De functie vorstbeveiliging is actief. De externe warmtevragen (0-10 V of LPB-bus) blijven actief, behalve bij toepassing in cascade. Comfort Permanent regime ‘comfort’. Het vermogen van de brander wordt aangepast om te voldoen aan het instelpunt van de verwarming . Eco Permanent verlaagd regime. Het vermogen van de brander wordt aangepast om te voldoen aan het verlaagd instelpunt van de verwarming (Parameter nr 5, zie paragraaf 4.6 « Instellingen »). Auto De regelaar wisselt de regimes Comfort en Eco af volgens het schakelprogramma. Plaatst de ketel in de cascade in geval van een toepassing met cascade. Toets regime SWW Activeert / deactiveert de productie van sanitair warm water Productie van SWW actief 0CNO0028-A_FL-BE Productie van SWW niet actief Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 10/18 7.4. Instellen van de werkingspunten Instellen van het werkingspunt verwarming De insteltemperatuur heeft een andere betekenis naargelang de gekozen regelmodus: • • In de modus met constante vertrektemperatuur van de ketel is het instelpunt een temperatuur van het water dat de ketel verlaat, die instelbaar is van 20°C tot 80°C. In de modus met regeling in functie van de buitentemperatuur of in functie van de omgevingstemperatuur of beide, is het instelpunt een omgevingstemperatuur die instelbaar is van 10°C tot 26°C. Druk op de toets instelpunt verwarming . Het huidige instelpunt wordt weergegeven. Druk op de toetsen of om het instelpunt van de watertemperatuur bij het verlaten van de ketel te wijzigen. om de instelling Druk opnieuw op de toets instelpunt verwarming te valideren en de functie te verlaten. De interface keert terug naar de standaard weergave als er gedurende ongeveer 8 minuten op geen enkele toets gedrukt wordt. Instellen van het werkingspunt SWW, instelbaar van 50°C tot 65°C De functie is alleen toegankelijk als er een productie van SWW aangesloten is op de ketel. Druk op de toets instelpunt sanitair warm water . Het huidige instelpunt wordt weergegeven. Druk op de toetsen of om de insteltemperatuur van het sanitair warm water te wijzigen. Druk opnieuw op de toets instelpunt SWW om de instelling te valideren en de functie te verlaten. De interface keert terug naar de standaard weergave als er gedurende ongeveer 8 minuten op geen enkele toets gedrukt wordt. 1 Het instelpunt SWW moet gekozen worden volgens de geldende reglementering om alle risico's in verband met de legionellabacterie te vermijden. 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 11/18 7.5. Informatie over de toestand van de ketel Toets Info Het is op elk ogenblik mogelijk om de basisinformatie over de ketel weer te geven door op de toets Info te drukken. Telkens er op gedrukt wordt, verschijnt de volgende variabele. 1 Temperatuur SWW 2 Niet gebruikt 3 Code voor de werkingsfase van de brander (zie paragraaf « Codes voor de fase van de brander » op blz. 13) 4 Buitentemperatuur 5 Foutcode Albatros (zie paragraaf « Foutcodes » op blz. 12) 6 Temperatuur ketel 3 Druk op één van de toetsen of om terug te keren naar de standaard weergave. 3 Albatros: naam die door SIEMENS gegeven werd voor de foutcodes. 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 12/18 Foutboodschappen Indien er zich een fout voordoet die ervoor zorgt dat de LMU in veilige toestand gebracht wordt, dan wordt het alarmsignaal permanent weergegeven en dan knippert de foutcode. Om de LMU te resetten moet u Nr Albatros 0 10 20 28 32 40 50 61 62 81 82 91 92 100 105 110 111 113 128 129 130 132 133 140 148 151 152 153 154 160 161 162 164 166 180 181 183 0CNO0028-A_FL-BE de oorzaak van de fout wegwerken en vervolgens gedurende meer dan 2 seconden op de resetknop drukken. Betekenis Geen fouten gesignaleerd in de code Albatros, geen storing Storing buitenvoeler Storing ketelvoeler Storing rookgasvoeler Storing Clip-in voeler Storing retour voeler Storing sanitair warmwatervoeler Ruimtetoestel : storing Ruimtetoestel : fout of radioklok fout Korstsluiting op de LPB bus, of slechte voeding van de bus Adressen conflict op de bus LPB (meerdere identieke adressen) Gegevensverlies in de EEPROM Storing van het materiaal in het elektronica gedeelte Twee hoofdklokken in het systeem Alarm voor onderhoud Uitschakeling van de veiligheidsthermostaat (elektronisch of mechanisch) Uitschakeling van de begrenzingthermostaat Overschrijding van de toegelaten rookgastemperatuur Vlamstoring tijdens de werking Slechte luchttoevoer Vermogenbeperking bij overdreven rookgastemperatuur Uitschakeling van de gaspressostaat Geen vlamvorming na afloop van de veiligheidstijd Segmentnummer of nummer toestel LPB ontoelaatbaar Interface communicatie LPB en LMU niet compatibel Interne storing LMU Fout parameterinstelling van de LMU Het toestel bevind zich in vergrendelde positie Schending van het waarschijnlijkheidscriterium De snelheidsdrempel van de ventilator werd niet bereikt Overschrijding van de maximale ventilatorsnelheid Geen sluiting van de luchtpressostaat Onderbreking contact CD (debietschakelaar / waterpressostaat / externe veiligheid / condensaten neutralisator) Geen opening van de luchtpressostaat De functie "schoorsteen vegen" is actief De functie Stop van de regelaar is actief Het toestel bevindt zich in de modus parameterinstelling Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 13/18 Codes fasen brander Druk 3 keer op de toets info om de codes van de fasen van de brander te raadplegen (zoals aangegeven in de paragraaf « Toets Info »). Code 0 1 2 3 4 5 6 10 11 12 20 22 99 Betekenis Stand-by (geen warmtevraag) Blokkering van het opstarten Toerentalstijging van de ventilator Voorventilatie Wachttijd Tijd voorontsteking Veiligheidstijd Regime verwarming Regime sanitair warmwater regeling Gelijktijdige werking verwarming en sanitair Na ventilatie Terug naar aanvangsspositie Positie storing (weergave van de huidige storingscode) 7.6. Instellingen Om de configuratie van de ketel zo goed mogelijk af te stellen, kunnen bepaalde parameters gewijzigd worden door de eindgebruiker of door de installateur. Om de configuratie van de ketel te beveiligen zijn niet alle parameters toegankelijk voor de eindgebruiker. Ze zijn dus gegroepeerd voor toegangsniveau. Vanuit de standaard weergave opent men de modus instellingen - niveau eindgebruiker - door op één van de toetsen of te drukken. Er wordt dan een P weergegeven, gevolgd door een parameternummer van 3 cijfers. De toetsen en laten toe om de lijst met parameternummers voorbij te laten rollen. Zodra de te wijzigen parameter bereikt wordt, kan de waarde ervan gewijzigd worden met de toetsen en . De nieuwe waarde wordt gevalideerd zodra men naar de volgende of vorige parameter gaat, of zodra men de modus verlaat door op te drukken. Opgelet, als men de instelmodus verlaat met één van de toetsen of , dan wordt de wijziging van de op dat ogenblik weergegeven parameter niet gevalideerd. Zie de samenvattende tabel van de klantparameters achteraan in deze handleiding. 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 14/18 8. Werking van de sturing van de ketel LMU Phase Fase 0 2 Waakmodus Veille 3 4,5 Opstart Montée Voorventilatie Pré-. PréVoorontsteking 6 Temps Veiligheidstijd en régime ventilation allumage de sécurité 5 s. 4,8 s. 10, 11, 12 Modulation Modulatie 20 22 Terugkeer PostRetour à Naventilatie nul ventilation naarzéro 1 Startblokkering Bloquage du démarrage 99 Overgang Mise en naar veiligheidstoestand sécurité Demande Warmtevraag de chaleur CD, TL P N maxN maxi N ontsteking allumage N N min N mini N stilstand N arrêt 10 s. t Legende: CD TL = Debietsensor. = Grensthermostaat. = Alarm = Vlamdetectie. = Ontstekingselektrode = Luchtpressostaat = Gasklep = Ventilator N max = maximale toegelaten snelheid. N ontsteking = snelheid bij ontsteking. N min = minimale toegelaten snelheid bij modulatie N stilstand = snelheid lager dan 200 tr/min dus beschouwd als zijnde nul Snelheid van de ventilator NOTA : Bij mislukking tracht de ketelsturing LMU automatisch te herstarten tot 4 startpogingen. 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 15/18 9. Tabel klantparameters Ketel : Serienr.: ...................................... ...................................... Plaats : ........................................................... ........................................................... Gelieve elke wijziging van parameters te registreren op dit document! Lijn instelling Functie P1 Instelling uur Uur (huidig) P2 Dag (huidig) P5 Verlaagd instelpunt vertrek / verlaagd instelpunt omgeving (naargelang de modus) P 10 P P P P P P 11 12 13 14 15 16 P 20 P P P P P P 21 22 23 24 25 26 P 30 P P P P P P 31 32 33 34 35 36 P 45 H 90 H 91 H 93 H 94 H H H H H 503 506 507 510 514 P 516 P 532 P 533 H 534 H 535 Instellen schakelklok van de kring voor rechtstreekse verwarming Selectie van de te programmeren dag(en): 1-7 Hele week 1-5 Maandag tot vrijdag 1…7 Dag van de week 6-7 Zaterdag en zondag Inschakeltijdstip 1e periode Uitschakeltijdstip 1e periode Inschakeltijdstip 2e periode Uitschakeltijdstip 2e periode Inschakeltijdstip 3e periode Uitschakeltijdstip 3e periode Instellen schakelklok voor de kring voor gemengde verwarming Selectie van de te programmeren dag(en): 1-7 Hele week 1-5 Maandag tot vrijdag 1…7 Dag van de week 6-7 Zaterdag en zondag Inschakeltijdstip 1e periode Uitschakeltijdstip 1e periode Inschakeltijdstip 2e periode Uitschakeltijdstip 2e periode Inschakeltijdstip 3e periode Uitschakeltijdstip 3e periode Instellen schakelklok voor de productie van sanitair warm water (SWW) Selectie van de te programmeren dag(en): 1-7 Hele week 1-5 Maandag tot vrijdag 1…7 Dag van de week 6-7 Zaterdag en zondag Inschakeltijdstip 1e periode Uitschakeltijdstip 1e periode Inschakeltijdstip 2e periode Uitschakeltijdstip 2e periode Inschakeltijdstip 3e periode Uitschakeltijdstip 3e periode Regelbereik 00 :00 … 23 :59 1:maandag … 7:zondag 00 :00 20…80 / 10…26 °C 40 / 15 Instelling klant 1 1-7 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 06 :00 22 :00 24 :00 24 :00 24 :00 24 :00 1-7 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 06 :00 22 :00 24 :00 24 :00 24 :00 24 :00 1-7 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 0 :00 … 24 :00 06 :00 22 :00 24 :00 24 :00 24 :00 24 :00 50…65 °C 60 Terugkeren naar het standaard schakelprogramma voor verwarming en SWW. (gedurende 3 s gelijktijdig drukken op de knoppen - en +) Verlaagd instelpunt temperatuur SWW Vrijgave van de productie van SWW: 0 Schakelprogramma SWW 1 24h/24 Niet gebruikt Niet gebruikt Instellen van de verwarmingskringen Minimale insteltemperatuur rechtstreekse kring Minimale insteltemperatuur gemengde kring Maximale insteltemperatuur gemengde kring Verhoging insteltemperatuur vertrek voor de belasting van sanitair warm water Verhoging instelpunt ketel / gemengde kring Temperatuur voor geen verwarming (30°C = permanente verwarming) Helling van de stooklijn van de rechtstreekse kring Helling van de stooklijn van de gemengde kring (actief naargelang configuratie) Correctie van het instelpunt omgeving van de rechtstreekse kring Correctie van het instelpunt omgeving van de gemengde kring (actief naargelang configuratie) 0CNO0028-A_FL-BE Standaardwaarde Gebruik Onderhoud CONDENSINOX 0 0 0 0 20…80 °C 20…80 °C 20…80 °C 0 ... 30 K 0 ... 30 K 20 20 80 15 2 8 … 30 °C 19 1 … 40 1 … 40 -31 … 31 K 15 15 0 -31 … 31 K 0 Blz. 16/18 Lijn instelling Functie Regelbereik Standaardwaarde Instelling klant Configuratie ketel H 536 Maximale snelheid ventilator in regime verwarming (40 / 60 / 80 / 100) H 542 Minimaal vermogen ketel (40 / 60 / 80 / 100) 0 … 9999 kW H 543 Maximaal vermogen ketel (40 / 60 / 80 / 100) 0 … 9999 kW H 544 H 545 H 547 H 551 H 552 H 553 H 555.b0 H 555.b1 H 555.b2 H 555.b3 H 555.b4 H 555.b5 H 555.b6 H 558.b0 H 558.b1 H 558.b2 H H H H H H H 558.b3 558.b4 558.b5 558.b6 558.b7 596 597 H 604.b0 H 604.b1 H 604.b2 H 604.b3 H 604.b4 H 604.b5 H 604.b6 H 604.b7 H 605 H 606 H 618 0 … 9950 tr/min Vertraagde stop van de pompen, max. 218 min. 0 … 255 min (255 = permanente werking van Q1) Minimale pauzetijd van de brander 0 … 3600 sec Tijd van stabilisatie aan Pmin na start van de brander 0 … 255 min Constante voor versneld verlagen zonder invloed van de omgeving 0 … 20 Instellen van de hydraulische configuratie van de installatie: 66 Ketel alleen 80 Ketel geïntegreerd in een cascade 85 Ketel toegewezen aan SWW geïntegreerd in een cascade Invloed van de omgevingsvoeler op de verwarmingskringen (alleen met omgevingsvoeler): Tiental: invloed op gemengde kring (GK), Eenheid: invloed op rechtstreekse kring (RK) 0 GK niet beïnvloed door QAA 73 0 RK niet beïnvloed door QAA 73 1 GK beheerd door hoofdkanaal van QAA 73 1 RK beheerd door hoofdkanaal van QAA 73 2 GK beheerd door secundair kanaal van QAA 73 2 RK beheerd door secundair kanaal van QAA 73 vb. : 12 komt overeen met RK beheerd door secundair kanaal van QAA 73 en GK beheerd door hoofdkanaal van QAA 73 Niet gebruikt Type voorrang sanitair: 0 Absolute voorrang 1 Geen voorrang Niet gebruikt Niet gebruikt Vorstbeveiliging van de installatie: 0 Buiten dienst 1 Ingeschakeld Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Type constructie: 0 Licht 1 Zwaar Type bedienorgaan SWW: 0 Voeler 1 Thermostaat Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Tijd openen / sluiten van de driewegklep van de gemengde kring 30 … 873 sec Proportionele band van de driewegklep van de gemengde kring 1 … 100 K Communicatie via LPB-bus Synchronisatie van de lokale klok / systeem: b1 b0 0 0 Autonome klok 0 1 Uur van het systeem zonder regeling 1 0 Master-klok van het systeem Instelling van de voeding van de bus: 0 Centrale voeding 1 Automatische voeding door de sturingen Weergave van de voeding van de bus: 0 OFF 1 ON Niet gebruikt Toewijzing van het SWW aan de gebruikers: b6 b5 0 0 Alleen lokale gebruikers, 0 1 Gebruikers van hetzelfde segment, 1 0 Alle gebruikers van het systeem Voorrang van de LPB-bus op een vraag naar vermogen via de ingang 0 … 10 V: 0 externe vraag naar vermogen heeft voorrang 1 LPB-bus heeft voorrang Adres van het toestel 0 … 16 Adres van het segment: 0 … 14 0 segment generator 1 … 14 segmenten gebruikers Clips in Ingang / Uitgang naar relais (AGU2.51x) Functie van de programmeerbare ingang van de clip-in: 0 Geen functie 3 Warmeluchtgordijn 1 Modem 4 Voorgeschreven instelpunt 2 Invertor Modem 5 Voorgeschreven vermogen 0CNO0028-A_FL-BE Gebruik Onderhoud CONDENSINOX 6700 / 6150 6700 / 7550 8 / 12/ 16 / 20 40 / 60 / 80 / 100 5 300 0 0 66 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 150 24 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0 Blz. 17/18 Lijn instelling H 619 H 620 H 622 H 623 Functie Regelbereik Functie van de 1e programmeerbare uitgang van de clip-in: 0 Niet actief 6 Circulatiepomp lus SWW 2 Overbrengen alarm 7 Signaal warmeluchtgordijn actief 3 Werking brander 8 Circulatiepomp stroomafwaarts voor hydraulische ontkoppeling. e 5 Pomp 2 verwarmingskring 12 Signaal analoge ingang actief Functie van de 2e programmeerbare uitgang van de clip-in: 0 Niet actief 6 Circulatiepomp lus SWW 2 Overbrengen alarm 7 Signaal warmeluchtgordijn actief 3 Werking brander 8 Circulatiepomp stroomafwaarts voor hydraulische ontkoppeling. 5 Pomp 2e verwarmingskring 12 Signaal analoge ingang actief Maximaal instelpunt voor de temperatuur, bij maximale waarde van de analoge 5 … 130 °C ingang, als modus instelpunt gekozen is. Minimale waarde van de analoge ingang in % van het bereik om de brander op te 5 … 95 % starten op minimaal vermogen, als modus vermogen gekozen is. H H H H 630.b7 634 635 636 Onderhoudswaarschuwingen Tijdelijk bevestigen van de onderhoudswaarschuwing: 1 Bevestigen van de waarschuwing Activeren / deactiveren van de onderhoudswaarschuwing: 0 Waarschuwing niet actief 1 Waarschuwing actief Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Algemene bevestiging van de onderhoudswaarschuwing: 1 Verwijderd de onderhoudswaarschuwing Niet gebruikt Werkingsuren brander sinds het laatste onderhoud Aantal starts brander sinds het laatste onderhoud Aantal maanden werking ketel sinds het laatste onderhoud H H H H H H H H H H H H H H H H H H 700 701 702 703 704 705 706 707 708 709 710 711 712 713 714 715 716 717 Foutenhistoriek / Tellers Teller herhalingen geregistreerde fout 1 Fase brander tijdens geregistreerde fout 1 * Uitgebreide code geregistreerde fout 1 Teller herhalingen geregistreerde fout 2 Fase brander tijdens geregistreerde fout 2 * Uitgebreide code geregistreerde fout 2 Teller herhalingen geregistreerde fout 3 Fase brander tijdens geregistreerde fout 3 * Uitgebreide code geregistreerde fout 3 Teller herhalingen geregistreerde fout 4 Fase brander tijdens geregistreerde fout 4 * Uitgebreide code geregistreerde fout 4 Teller herhalingen geregistreerde fout 5 Fase brander tijdens geregistreerde fout 5 * Uitgebreide code geregistreerde fout 5 Teller herhalingen fout elektrische voeding Fase brander tijdens fout elektrische voeding * Uitgebreide code fout elektrische voeding H H H H H 718 719 720 721 722 Werkingstijd van de brander Werkingstijd in modus verwarming Werkingstijd in modus SWW Werkingstijd in modus zoneregeling Teller starts P 629 H 630.b0 H H H H H 630.b1 630.b2 630.b3 630.b4 630.b5 H 630.b6 Standaardwaarde Instelling klant 2 3 100 20 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 … 131070 u 0 … 131070 u 0 … 131070 u 0 … 131070 u 0 … 327675 0 0 0 0 0 H 728 Albatros-code van de vorige fout H 729 Albatros-code van de 2e laatste fout H 730 Albatros-code van de 3e laatste fout H 731 Albatros-code van de 4e laatste fout H 732 Albatros-code van de 5elaatste fout H 733 Albatros-code van de huidige fout In schuinschrift: parameters die alleen gelezen kunnen worden * : Overeenkomst met de codes van de fasen van de brander: 0, 1, 2 Terugkeer naar waakstand 3 Waakstand 4 Startblokkering 5, 6 Opstart ventilator 7 Voorventilatie 8, 9, 10 Wachtstand 0CNO0028-A_FL-BE 11 12, 13, 14, 15 16 17 18, 19, 20, 21 22 Voorontsteking (opwarmen ontstekingselektrode) Veiligheidstijd Na-ontsteking (blijft op niveau ontsteking) Modulatie van de brander Naventilatie In veiligheidstoestand brengen Gebruik Onderhoud CONDENSINOX Blz. 18/18
© Copyright 2024 ExpyDoc