Gebruik en onderhoud - 06/10/2014 – Nieuwe Catalogus Ygnis 2015

GEBRUIK
EN ONDERHOUD
CONDENSATIEKETEL OP GAS van 40, 60, 80 of
100 kW
met modulerende brander voor aardgas
Type : B23 - B23P - C13 - C33 - C53 - C43 - C83
De klantenservice van uw verwarmingsketel wordt verzorgd door :
Avenue Château Jaco 1
1410 Waterloo
tél : + 32 2 357 28 28
fax : +32 2 353 21
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 1/18
Toestel in overeenstemming met de Europese richtlijnen:
- Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG)
Dit apparaat is niet voorzien om door personen (met inbegrip van de kinderen) gebruikt te
worden van wie de lichamelijke, zintuig- of psychische capaciteiten verlaagd zijn, of personen
die van ervaring of kennis worden ontzegd, behalve als zij, door bemiddeling van een
verantwoordelijke persoon voor hun veiligheid, van een toezicht of voorafgaande instructies
hebben kunnen genieten betreffende het gebruik van het apparaat.
Het is nodig om de kinderen in het oog te houden om zich ervan te overtuigen dat zij niet met
het apparaat spelen.
- Elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEG)
Dit toestel is een toestel van klasse A. In een residentiële omgeving, kan dit toestel radioelektrische storingen veroorzaken. In dit geval mag aan de gebruiker gevraagd worden om
maatregelen te treffen.
- Rendementsrichtlijn (92/42/EEG)
- Gastoestellenrichtlijn (90/396/EEG)
FABRIKANT:
1 route de Fleurville - BP 55
FR - 01190 PONT-DE-VAUX
Die Montage-, Wartungs- und Bedienungsanleitungen sind auf deutsch erhältlich. Nehmen Sie
bitte Kontakt mit uns.
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 2/18
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 3/18
INHOUD
1.
Algemene kenmerken......................................................................................................... 5
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
Categorieën van gas die specifiek zijn voor elk land .................................................................5
Nominale, maximale en minimale gasdrukken ..........................................................................5
Kenmerken verbranding (bij 15°C en 1013 mbar) ...... ...............................................................5
Gebruiksvoorwaarden ...............................................................................................................5
Kenmerken elektrische aansluiting............................................................................................6
2.
Installatie van de ketel........................................................................................................ 7
3.
Indienststelling.................................................................................................................... 7
4.
Uitschakelen........................................................................................................................ 7
5.
Onderhoud .......................................................................................................................... 7
6.
Vorstbeveiliging .................................................................................................................. 7
7.
Gebruikersinterface en sturing ketel................................................................................. 8
7.1.
7.2.
7.3.
7.4.
7.5.
7.6.
Voorstelling van de interface .....................................................................................................8
Display ......................................................................................................................................8
Werkingsmodi .........................................................................................................................10
Instellen van de werkingspunten .............................................................................................11
Informatie over de toestand van de ketel.................................................................................12
Instellingen..............................................................................................................................14
8.
Werking van de sturing van de ketel LMU ...................................................................... 15
9.
Tabel klantparameters...................................................................................................... 16
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 4/18
1.
Algemene kenmerken
Plaats een gasfilter en een drukregelaar
stroomopwaarts van de ketel, in overeenstemming
met de geldende reglementering, voor aansluiting op
een gasnet op 300 mbar.
Deze ketel Condensinox werd in de fabriek
ingesteld voor werking met aardgas van groep H
(type G20) met een voedingsdruk van 20 mbar.
Zie hoofdstuk 6.2. om over te gaan op een ander
type gas, en doe beroep op een gekwalificeerde
vakman.
De garantie vervalt bij elke ingreep op een
verzegeld onderdeel.
1.1. Categorieën van gas die specifiek zijn voor elk land
BE
Condensinox 40-60
B23-B23p
Condensinox 80-100
C13-C33-C53
I2E(S) B
I2E(R)B
I2E(R)B
LU
I2E (G20)
I2E (G20)
I2E (G20)
CH
I2H
II2H3P
I2H
ES
I2H
II2H3P
I2H
Land
FR
I2Esi
II2Esi3P
I2Esi
GB
I2H
II2H3P
I2H
IE
I2H
II2H3P
I2H
IT
I2H
II2H3P
I2H
PT
I2H
II2H3P
I2H
1.2. Nominale, maximale en minimale gasdrukken
Nominale druk (mbar)
Minimale druk (mbar)
Maximale druk (mbar)
Propaan G31
Aardgas H
G20
Aardgas L
G25
(enkel op de modellen 80 en 100 kW –
B23-B23p)
20
17
25
25
20
30
37
25
45
1.3. Kenmerken verbranding (bij 15°C en 1013 mbar)
Nominaal vermogen Pn (80/60°C) – G20
Nominaal vermogen Pn (80/60°C) – G25
Nominaal vermogen met condensatie P (50/30°C) – G20
Nominaal vermogen met condensatie P (50/30°C) – G25
Nominaal calorisch debiet Qn – G20
Nominaal calorisch debiet Qn – G25
Minimaal calorisch debiet Qmin – G20
Minimaal calorisch debiet Qmin – G25
Gasdebiet G20 bij Pn
Gasdebiet G25 bij Pn
Gasdebiet G31 bij Pn
Debiet rookgassen bij Qn
Temperatuur van de rookgassen bij Qn
Drukverlies circuit rookgassen bij Qn
Maximaal toelaatbare druk aan de uitlaat (B23P)
Debiet verbrandingslucht bij Qn
NOx-klasse volgens EN 483
Indeling in functie van de rookafvoer en de
luchtaanvoer
0CNO0028-A_FL-BE
kW
kW
kW
kW
kW
kW
kW
kW
3
m /h
3
m /h
kg/h
g/s
°C
Pa
Pa
3
m /h
CONDENSINOX
40
60
80
100
40
60
80
97,0
33,2
46,8
65,6
80,5
43,8
65,5
87,5
105,5
36,3
54,4
71,8
87,5
41,6
62,1
82,7
100,0
34,5
51,5
67,8
83,0
8,3
12,4
16,5
19,5
6,9
10,3
13,5
16,2
4,4
6,6
8,8
10,6
5,1
7,6
10,2
12,3
6,4
7,8
19,0
28,3
38,5
46,5
75
85
80
82
135
160
140
140
160
160
100
100
53
80
108
131
5
5
5
5
B23, B23P, C13,
B23, B23P
C33, C53, C43, C83
C13, C33, C53
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 5/18
1.4. Gebruiksvoorwaarden
CONDENSINOX
60
80
80
85
106
4
1
350
210
2,6
3,4
88
136
140
215
40
Maximale vertrektemperatuur setpunt
Maximale vertrektemperatuur
Veiligheidstemperatuur
Maximale werkingsdruk
Minimale druk indien koud
Hydraulische drukval bij ∆T 20
Nominaal doorstroomdebiet
Waterinhoud
Gewicht zonder water
°C
°C
°C
bar
bar
daPa
3
m /h
l
kg
160
1,7
94
134
100
300
4,2
130
225
1.5. Kenmerken elektrische aansluiting
40
Elektrische voeding
Opgenomen elektrisch vermogen bij Qn
(zonder accessoires)
Opgenomen elektrisch vermogen in
waakmodus
V
W
m
Uitgang klemmen vermogen
V
A
0°C
10°C
20°C
25°C
30°C
40°C
50°C
60°C
70°C
80°C
90°C
100°C
110°C
120°C
0CNO0028-A_FL-BE
150
W
Maximale lengte van de kabels van de voelers
Temperatuur in °C
150
CONDENSINOX
60
80
230 V AC (+10% -15%), 50Hz
260
320
8
Voeler SWW: 10
Buitenvoeler : 40
Omgevingsthermostaat : 40
Omgevingsvoeler : 50
230V AC (+10%, -15%)
5 mA tot 2 A
Weerstand
Voelers vertrek/terugloop QAL36.225
en voeler rookgassen QAK36.670/109
NTC 10 KΩ
Ω bij 25°C
32 555 Ω
19 873 Ω
12 488 Ω
10 000 Ω
8 059 Ω
5 330 Ω
3 605 Ω
2 490 Ω
1 753 Ω
1 256 Ω
915 Ω
677 Ω
508 Ω
387 Ω
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
100
Blz. 6/18
2.
Installatie van de ketel
De installatie en het onderhoud van het toestel
moeten door een bevoegd persoon worden
uitgevoerd conform de geldende voorschriften en
regels in het land, met name voor België aan de
normen NBN D 51.003, NBN D 61.002 en NBN D
61.001.
3.
De ketel moet worden geïnstalleerd in een lokaal dat
voorzien is van luchttoevoer in overeenstemming met
de geldende reglementen.
Indienststelling
Alle ketels worden vóór het inpakken in de fabriek
getest op aardgas van groep H (type G20), waarbij
alle afstellingen uitgevoerd worden.
een schuimend product de dichtheid van de
aansluitingen van de gasleiding. Controleer de
kwaliteit van de verbranding met behulp van een
analysetoestel voor rookgassen.
Voer het volgende uit voor de indienststelling:
1. De hoofdschakelaar onder spanning zetten.
2. Een warmtevraag creëren via de modus comfort,
met behulp van de klantinterface (zie paragraaf
4.1 « Voorstelling van de interface »).
4. Stel het instelpunt van de ketel in (zie de
samenvattende tabel
met klantparameters
achteraan in deze handleiding).
De garantie vervalt bij elke ingreep op een
verzegeld onderdeel.
3. Controleer, na het opstarten van de brander, met
4.
Uitschakelen
Ga voor het uitschakelen van de ketel als volgt te
werk:
1. Schakel de elektrische voeding uit via de
hoofdschakelaar van de ketel,
2. Sluit de afsluitkraan van de gastoevoer in geval
van een langdurige stilstand.
5.
Onderhoud
Het is verplicht om jaarlijks een onderhoud uit te
voeren op de ketel.
Doe voor elk onderhoud een beroep op een
gekwalificeerde
vakman
(zie
de
installatiehandleiding).
6.
Vorstbeveiliging
Als er in de installatie risico bestaat op vorst dan is
de garantie is alleen van toepassing indien het
verwarmingsnet een antivriesmiddel bevat.
Als de gebruiker niettemin besluit om de ketel te
ledigen, dan moet hij ervoor zorgen dat er geen water
achterblijft in de ketel.
• Schakel de elektrische voeding uit via de
hoofdschakelaar.
• Sluit de afsluitkraan van de gastoevoer.
• Sluit de afsluitkranen van de aansluitingen voor
vertrek en terugloop.
0CNO0028-A_FL-BE
• Sluit de leeglaatklep ½’’ via een geschikte soepele
slang aan op het riool.
• Zorg voor een luchttoevoer bovenaan de
bebuizing van de ketel (openen van de
veiligheidsklep),
• Open de kraan van de leeglaatbuis van de ketel,
• Verwijder de onderste stop van het T-stuk
stroomafwaarts van de circulatiepomp om de
inwendige circulatiepomp van de ketel helemaal
leeg te maken.
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 7/18
7.
Gebruikersinterface en sturing ketel
7.1. Voorstelling van de interface
De klanteninterface van de ketel omvat de
hoofdschakelaar, een elektronische kaart met een
LCD-scherm met achtergrondverlichting (2 lijnen
van 4 cijfers + pictogrammen) en 10 toetsen, en
een
voorgesneden
plaats
voor
1
sturingsaccessoire 144x96.
Alle afregelingen door de klant, en de eventuele
instellingen worden uitgevoerd via deze interface.
Hij laat ook toe om informatie met betrekking tot
de werking van de ketel op te vragen.
Toetsen voor
selectie regime
Programmeertoetsen
Toetsen voor
instellen
werkingspunten
Resetknop
Toets voor
informatie
7.2. Display
Het scherm geeft een samenvatting van de toestand
van
de
ketel
(werkingsregime,
tijdstip,
schakelprogramma, temperatuur van de ketel,
aanwezigheid vlam, eventuele fout).
Regime sanitair warmwater
Pictogrammen:
Sanitaire warm water
bereiding actief of
weergave
temperatuur sanitair
water
Verwarming actief of
weergave gevraagde
ketel- of
ruimtetemperatuur
Dagregime
Nachtregime
Weergave
buitentemperatuur
Vlam aanwezig
Alarm
0CNO0028-A_FL-BE
Regime
verwarming
Uur
Keteltemperatuur
Synthese van het schakelprogramma
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 8/18
Als er zich een fout voordoet die de ketel niet stopt, dan worden
afwisselend het uur en de foutcode weergegeven.
Dat type fout brengt de ketel niet in de veiligheidstoestand.
Als een fout de ketel in de veiligheidstoestand brengt, dan knippert
de foutcode in plaats van de temperatuur van de ketel. Er verschijnt
een kleine klok onderaan links van het display.
Zie de paragraaf « Foutboodschappen » op blz. 12 voor uitleg over
de foutcodes.
Indien u telefonisch bijstand vraagt, dan zal aan u gevraagd worden
om de foutcode en de uitgebreide code te geven. Om deze te vinden
en vervolgens gelijktijdig op de
drukt u op de toets informatie
toetsen
en
om de uitgebreide foutcode op te vragen.
Druk op
, vervolgens op
normale weergave.
0CNO0028-A_FL-BE
of
om terug te keren naar de
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 9/18
7.3. Werkingsmodi
Toets regime verwarming
Laat toe om het verwarmingsregime te kiezen uit de modes Waakstand, Comfort, Eco, Auto.
Waakstand
Er wordt met geen enkele warmtevraag rekening gehouden.
De functie vorstbeveiliging is actief.
De externe warmtevragen (0-10 V of LPB-bus) blijven actief,
behalve bij toepassing in cascade.
Comfort
Permanent regime ‘comfort’.
Het vermogen van de brander wordt aangepast om te voldoen
aan het instelpunt van de verwarming .
Eco
Permanent verlaagd regime.
Het vermogen van de brander wordt aangepast om te voldoen
aan het verlaagd instelpunt van de verwarming (Parameter nr 5,
zie paragraaf 4.6 « Instellingen »).
Auto
De regelaar wisselt de regimes Comfort en Eco af volgens het
schakelprogramma.
Plaatst de ketel in de cascade in geval van een toepassing met
cascade.
Toets regime SWW
Activeert / deactiveert de productie van sanitair warm water
Productie van SWW actief
0CNO0028-A_FL-BE
Productie van SWW niet actief
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 10/18
7.4. Instellen van de werkingspunten
Instellen van het werkingspunt verwarming
De insteltemperatuur heeft een andere betekenis naargelang de
gekozen regelmodus:
•
•
In de modus met constante vertrektemperatuur van de ketel is
het instelpunt een temperatuur van het water dat de ketel
verlaat, die instelbaar is van 20°C tot 80°C.
In de modus met regeling in functie van de buitentemperatuur of
in functie van de omgevingstemperatuur of beide, is het
instelpunt een omgevingstemperatuur die instelbaar is van 10°C
tot 26°C.
Druk op de toets instelpunt verwarming
. Het huidige instelpunt
wordt weergegeven.
Druk op de toetsen
of
om het instelpunt van de
watertemperatuur bij het verlaten van de ketel te wijzigen.
om de instelling
Druk opnieuw op de toets instelpunt verwarming
te valideren en de functie te verlaten.
De interface keert terug naar de standaard weergave als er
gedurende ongeveer 8 minuten op geen enkele toets gedrukt wordt.
Instellen van het werkingspunt SWW, instelbaar van 50°C
tot 65°C
De functie is alleen toegankelijk als er een productie van SWW
aangesloten is op de ketel.
Druk op de toets instelpunt sanitair warm water
. Het huidige
instelpunt wordt weergegeven.
Druk op de toetsen
of
om de insteltemperatuur van het
sanitair warm water te wijzigen.
Druk opnieuw op de toets instelpunt SWW
om de instelling te
valideren en de functie te verlaten.
De interface keert terug naar de standaard weergave als er
gedurende ongeveer 8 minuten op geen enkele toets gedrukt wordt.
1
Het instelpunt SWW moet gekozen worden volgens de geldende reglementering
om alle risico's in verband met de legionellabacterie te vermijden.
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 11/18
7.5. Informatie over de toestand van de ketel
Toets Info
Het is op elk ogenblik mogelijk om de basisinformatie
over de ketel weer te geven door op de toets Info
te drukken. Telkens er op
gedrukt wordt,
verschijnt de volgende variabele.
1
Temperatuur SWW
2
Niet gebruikt
3
Code voor de werkingsfase van de brander
(zie paragraaf « Codes voor de fase van
de brander » op blz. 13)
4
Buitentemperatuur
5
Foutcode Albatros
(zie paragraaf « Foutcodes » op blz. 12)
6
Temperatuur ketel
3
Druk op één van de toetsen
of
om terug te keren naar de standaard weergave.
3
Albatros: naam die door SIEMENS gegeven werd voor de foutcodes.
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 12/18
Foutboodschappen
Indien er zich een fout voordoet die ervoor zorgt dat
de LMU in veilige toestand gebracht wordt, dan wordt
het alarmsignaal permanent weergegeven en dan
knippert de foutcode. Om de LMU te resetten moet u
Nr Albatros
0
10
20
28
32
40
50
61
62
81
82
91
92
100
105
110
111
113
128
129
130
132
133
140
148
151
152
153
154
160
161
162
164
166
180
181
183
0CNO0028-A_FL-BE
de oorzaak van de fout wegwerken en vervolgens
gedurende meer dan 2 seconden op de resetknop
drukken.
Betekenis
Geen fouten gesignaleerd in de code Albatros, geen storing
Storing buitenvoeler
Storing ketelvoeler
Storing rookgasvoeler
Storing Clip-in voeler
Storing retour voeler
Storing sanitair warmwatervoeler
Ruimtetoestel : storing
Ruimtetoestel : fout of radioklok fout
Korstsluiting op de LPB bus, of slechte voeding van de bus
Adressen conflict op de bus LPB (meerdere identieke adressen)
Gegevensverlies in de EEPROM
Storing van het materiaal in het elektronica gedeelte
Twee hoofdklokken in het systeem
Alarm voor onderhoud
Uitschakeling van de veiligheidsthermostaat (elektronisch of mechanisch)
Uitschakeling van de begrenzingthermostaat
Overschrijding van de toegelaten rookgastemperatuur
Vlamstoring tijdens de werking
Slechte luchttoevoer
Vermogenbeperking bij overdreven rookgastemperatuur
Uitschakeling van de gaspressostaat
Geen vlamvorming na afloop van de veiligheidstijd
Segmentnummer of nummer toestel LPB ontoelaatbaar
Interface communicatie LPB en LMU niet compatibel
Interne storing LMU
Fout parameterinstelling van de LMU
Het toestel bevind zich in vergrendelde positie
Schending van het waarschijnlijkheidscriterium
De snelheidsdrempel van de ventilator werd niet bereikt
Overschrijding van de maximale ventilatorsnelheid
Geen sluiting van de luchtpressostaat
Onderbreking contact CD (debietschakelaar / waterpressostaat / externe
veiligheid / condensaten neutralisator)
Geen opening van de luchtpressostaat
De functie "schoorsteen vegen" is actief
De functie Stop van de regelaar is actief
Het toestel bevindt zich in de modus parameterinstelling
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 13/18
Codes fasen brander
Druk 3 keer op de toets info
om de codes van de
fasen van de brander te raadplegen (zoals
aangegeven in de paragraaf « Toets Info »).
Code
0
1
2
3
4
5
6
10
11
12
20
22
99
Betekenis
Stand-by (geen warmtevraag)
Blokkering van het opstarten
Toerentalstijging van de ventilator
Voorventilatie
Wachttijd
Tijd voorontsteking
Veiligheidstijd
Regime verwarming
Regime sanitair warmwater regeling
Gelijktijdige werking verwarming en sanitair
Na ventilatie
Terug naar aanvangsspositie
Positie storing (weergave van de huidige storingscode)
7.6. Instellingen
Om de configuratie van de ketel zo goed mogelijk af te stellen,
kunnen bepaalde parameters gewijzigd worden door de
eindgebruiker of door de installateur. Om de configuratie van de
ketel te beveiligen zijn niet alle parameters toegankelijk voor de
eindgebruiker. Ze zijn dus gegroepeerd voor toegangsniveau.
Vanuit de standaard weergave opent men de modus instellingen
- niveau eindgebruiker - door op één van de toetsen
of
te
drukken. Er wordt dan een P weergegeven, gevolgd door een
parameternummer van 3 cijfers. De toetsen
en
laten toe om
de lijst met parameternummers voorbij te laten rollen. Zodra de te
wijzigen parameter bereikt wordt, kan de waarde ervan gewijzigd
worden met de toetsen
en
. De nieuwe waarde wordt
gevalideerd zodra men naar de volgende of vorige parameter gaat,
of zodra men de modus verlaat door op
te drukken. Opgelet, als
men de instelmodus verlaat met één van de toetsen
of , dan
wordt de wijziging van de op dat ogenblik weergegeven parameter
niet gevalideerd.
Zie de samenvattende tabel van de klantparameters achteraan in
deze handleiding.
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 14/18
8.
Werking van de sturing van de ketel LMU
Phase
Fase
0
2
Waakmodus
Veille
3
4,5
Opstart
Montée Voorventilatie
Pré-.
PréVoorontsteking
6
Temps
Veiligheidstijd
en régime ventilation allumage
de sécurité
5 s.
4,8 s.
10, 11, 12
Modulation
Modulatie
20
22
Terugkeer
PostRetour à
Naventilatie
nul
ventilation naarzéro
1
Startblokkering
Bloquage
du
démarrage
99
Overgang
Mise en naar
veiligheidstoestand
sécurité
Demande
Warmtevraag
de chaleur
CD, TL
P
N maxN maxi
N ontsteking
allumage
N
N min
N mini
N stilstand
N arrêt
10 s.
t
Legende:
CD
TL
= Debietsensor.
= Grensthermostaat.
= Alarm
= Vlamdetectie.
= Ontstekingselektrode
= Luchtpressostaat
= Gasklep
= Ventilator
N max = maximale toegelaten snelheid.
N ontsteking = snelheid bij ontsteking.
N min = minimale toegelaten snelheid bij modulatie
N stilstand = snelheid lager dan 200 tr/min dus beschouwd als zijnde nul
Snelheid van de
ventilator
NOTA :
Bij mislukking tracht de ketelsturing LMU automatisch te herstarten tot 4 startpogingen.
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 15/18
9.
Tabel klantparameters
Ketel :
Serienr.:
......................................
......................................
Plaats : ...........................................................
...........................................................
Gelieve elke wijziging van parameters te registreren op dit document!
Lijn
instelling
Functie
P1
Instelling uur
Uur (huidig)
P2
Dag (huidig)
P5
Verlaagd instelpunt vertrek / verlaagd instelpunt omgeving (naargelang de modus)
P 10
P
P
P
P
P
P
11
12
13
14
15
16
P 20
P
P
P
P
P
P
21
22
23
24
25
26
P 30
P
P
P
P
P
P
31
32
33
34
35
36
P 45
H 90
H 91
H 93
H 94
H
H
H
H
H
503
506
507
510
514
P 516
P 532
P 533
H 534
H 535
Instellen schakelklok van de kring voor rechtstreekse verwarming
Selectie van de te programmeren dag(en):
1-7
Hele week
1-5
Maandag tot vrijdag
1…7
Dag van de week
6-7
Zaterdag en zondag
Inschakeltijdstip 1e periode
Uitschakeltijdstip 1e periode
Inschakeltijdstip 2e periode
Uitschakeltijdstip 2e periode
Inschakeltijdstip 3e periode
Uitschakeltijdstip 3e periode
Instellen schakelklok voor de kring voor gemengde verwarming
Selectie van de te programmeren dag(en):
1-7
Hele week
1-5
Maandag tot vrijdag
1…7
Dag van de week
6-7
Zaterdag en zondag
Inschakeltijdstip 1e periode
Uitschakeltijdstip 1e periode
Inschakeltijdstip 2e periode
Uitschakeltijdstip 2e periode
Inschakeltijdstip 3e periode
Uitschakeltijdstip 3e periode
Instellen schakelklok voor de productie van sanitair warm water (SWW)
Selectie van de te programmeren dag(en):
1-7
Hele week
1-5
Maandag tot vrijdag
1…7
Dag van de week
6-7
Zaterdag en zondag
Inschakeltijdstip 1e periode
Uitschakeltijdstip 1e periode
Inschakeltijdstip 2e periode
Uitschakeltijdstip 2e periode
Inschakeltijdstip 3e periode
Uitschakeltijdstip 3e periode
Regelbereik
00 :00 … 23 :59
1:maandag …
7:zondag
00 :00
20…80 / 10…26 °C
40 / 15
Instelling
klant
1
1-7
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
06 :00
22 :00
24 :00
24 :00
24 :00
24 :00
1-7
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
06 :00
22 :00
24 :00
24 :00
24 :00
24 :00
1-7
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
0 :00 … 24 :00
06 :00
22 :00
24 :00
24 :00
24 :00
24 :00
50…65 °C
60
Terugkeren naar het standaard schakelprogramma voor verwarming en SWW.
(gedurende 3 s gelijktijdig drukken op de knoppen - en +)
Verlaagd instelpunt temperatuur SWW
Vrijgave van de productie van SWW:
0
Schakelprogramma SWW
1
24h/24
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Instellen van de verwarmingskringen
Minimale insteltemperatuur rechtstreekse kring
Minimale insteltemperatuur gemengde kring
Maximale insteltemperatuur gemengde kring
Verhoging insteltemperatuur vertrek voor de belasting van sanitair warm water
Verhoging instelpunt ketel / gemengde kring
Temperatuur voor geen verwarming
(30°C = permanente verwarming)
Helling van de stooklijn van de rechtstreekse kring
Helling van de stooklijn van de gemengde kring (actief naargelang configuratie)
Correctie van het instelpunt omgeving van de rechtstreekse kring
Correctie van het instelpunt omgeving van de gemengde kring (actief naargelang
configuratie)
0CNO0028-A_FL-BE
Standaardwaarde
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
0
0
0
0
20…80 °C
20…80 °C
20…80 °C
0 ... 30 K
0 ... 30 K
20
20
80
15
2
8 … 30 °C
19
1 … 40
1 … 40
-31 … 31 K
15
15
0
-31 … 31 K
0
Blz. 16/18
Lijn
instelling
Functie
Regelbereik
Standaardwaarde
Instelling
klant
Configuratie ketel
H 536
Maximale snelheid ventilator in regime verwarming (40 / 60 / 80 / 100)
H 542
Minimaal vermogen ketel (40 / 60 / 80 / 100)
0 … 9999 kW
H 543
Maximaal vermogen ketel (40 / 60 / 80 / 100)
0 … 9999 kW
H 544
H 545
H 547
H 551
H 552
H 553
H 555.b0
H 555.b1
H 555.b2
H 555.b3
H 555.b4
H 555.b5
H 555.b6
H 558.b0
H 558.b1
H 558.b2
H
H
H
H
H
H
H
558.b3
558.b4
558.b5
558.b6
558.b7
596
597
H 604.b0
H 604.b1
H 604.b2
H 604.b3
H 604.b4
H 604.b5
H 604.b6
H 604.b7
H 605
H 606
H 618
0 … 9950 tr/min
Vertraagde stop van de pompen, max. 218 min.
0 … 255 min
(255 = permanente werking van Q1)
Minimale pauzetijd van de brander
0 … 3600 sec
Tijd van stabilisatie aan Pmin na start van de brander
0 … 255 min
Constante voor versneld verlagen zonder invloed van de omgeving
0 … 20
Instellen van de hydraulische configuratie van de installatie:
66
Ketel alleen
80
Ketel geïntegreerd in een cascade
85
Ketel toegewezen aan SWW geïntegreerd in een cascade
Invloed van de omgevingsvoeler op de verwarmingskringen (alleen met omgevingsvoeler):
Tiental: invloed op gemengde kring (GK),
Eenheid: invloed op rechtstreekse kring (RK)
0 GK niet beïnvloed door QAA 73
0 RK niet beïnvloed door QAA 73
1 GK beheerd door hoofdkanaal van QAA 73
1 RK beheerd door hoofdkanaal van QAA 73
2 GK beheerd door secundair kanaal van QAA 73
2 RK beheerd door secundair kanaal van QAA 73
vb. : 12 komt overeen met RK beheerd door secundair kanaal van QAA 73 en GK beheerd door hoofdkanaal van QAA 73
Niet gebruikt
Type voorrang sanitair:
0
Absolute voorrang
1
Geen voorrang
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Vorstbeveiliging van de installatie:
0
Buiten dienst
1
Ingeschakeld
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Type constructie:
0
Licht
1
Zwaar
Type bedienorgaan SWW:
0
Voeler
1
Thermostaat
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Tijd openen / sluiten van de driewegklep van de gemengde kring
30 … 873 sec
Proportionele band van de driewegklep van de gemengde kring
1 … 100 K
Communicatie via LPB-bus
Synchronisatie van de lokale klok / systeem:
b1
b0
0
0
Autonome klok
0
1
Uur van het systeem zonder regeling
1
0
Master-klok van het systeem
Instelling van de voeding van de bus:
0
Centrale voeding
1
Automatische voeding door de sturingen
Weergave van de voeding van de bus:
0
OFF
1
ON
Niet gebruikt
Toewijzing van het SWW aan de gebruikers:
b6
b5
0
0
Alleen lokale gebruikers,
0
1
Gebruikers van hetzelfde segment,
1
0
Alle gebruikers van het systeem
Voorrang van de LPB-bus op een vraag naar vermogen via de ingang 0 … 10 V:
0
externe vraag naar vermogen heeft voorrang
1
LPB-bus heeft voorrang
Adres van het toestel
0 … 16
Adres van het segment:
0 … 14
0
segment generator
1 … 14 segmenten gebruikers
Clips in Ingang / Uitgang naar relais (AGU2.51x)
Functie van de programmeerbare ingang van de clip-in:
0
Geen functie
3
Warmeluchtgordijn
1
Modem
4
Voorgeschreven instelpunt
2
Invertor Modem
5
Voorgeschreven vermogen
0CNO0028-A_FL-BE
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
6700 / 6150
6700 / 7550
8 / 12/ 16 / 20
40 / 60 / 80 /
100
5
300
0
0
66
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
150
24
0
0
1
0
1
0
0
0
1
0
0
Blz. 17/18
Lijn
instelling
H 619
H 620
H 622
H 623
Functie
Regelbereik
Functie van de 1e programmeerbare uitgang van de clip-in:
0
Niet actief
6
Circulatiepomp lus SWW
2
Overbrengen alarm
7
Signaal warmeluchtgordijn actief
3
Werking brander
8
Circulatiepomp stroomafwaarts voor hydraulische
ontkoppeling.
e
5
Pomp 2 verwarmingskring
12
Signaal analoge ingang actief
Functie van de 2e programmeerbare uitgang van de clip-in:
0
Niet actief
6
Circulatiepomp lus SWW
2
Overbrengen alarm
7
Signaal warmeluchtgordijn actief
3
Werking brander
8
Circulatiepomp stroomafwaarts voor hydraulische
ontkoppeling.
5
Pomp 2e verwarmingskring
12
Signaal analoge ingang actief
Maximaal instelpunt voor de temperatuur, bij maximale waarde van de analoge
5 … 130 °C
ingang, als modus instelpunt gekozen is.
Minimale waarde van de analoge ingang in % van het bereik om de brander op te
5 … 95 %
starten op minimaal vermogen, als modus vermogen gekozen is.
H
H
H
H
630.b7
634
635
636
Onderhoudswaarschuwingen
Tijdelijk bevestigen van de onderhoudswaarschuwing:
1
Bevestigen van de waarschuwing
Activeren / deactiveren van de onderhoudswaarschuwing:
0
Waarschuwing niet actief
1
Waarschuwing actief
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Algemene bevestiging van de onderhoudswaarschuwing:
1
Verwijderd de onderhoudswaarschuwing
Niet gebruikt
Werkingsuren brander sinds het laatste onderhoud
Aantal starts brander sinds het laatste onderhoud
Aantal maanden werking ketel sinds het laatste onderhoud
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
H
700
701
702
703
704
705
706
707
708
709
710
711
712
713
714
715
716
717
Foutenhistoriek / Tellers
Teller herhalingen geregistreerde fout 1
Fase brander tijdens geregistreerde fout 1 *
Uitgebreide code geregistreerde fout 1
Teller herhalingen geregistreerde fout 2
Fase brander tijdens geregistreerde fout 2 *
Uitgebreide code geregistreerde fout 2
Teller herhalingen geregistreerde fout 3
Fase brander tijdens geregistreerde fout 3 *
Uitgebreide code geregistreerde fout 3
Teller herhalingen geregistreerde fout 4
Fase brander tijdens geregistreerde fout 4 *
Uitgebreide code geregistreerde fout 4
Teller herhalingen geregistreerde fout 5
Fase brander tijdens geregistreerde fout 5 *
Uitgebreide code geregistreerde fout 5
Teller herhalingen fout elektrische voeding
Fase brander tijdens fout elektrische voeding *
Uitgebreide code fout elektrische voeding
H
H
H
H
H
718
719
720
721
722
Werkingstijd van de brander
Werkingstijd in modus verwarming
Werkingstijd in modus SWW
Werkingstijd in modus zoneregeling
Teller starts
P 629
H 630.b0
H
H
H
H
H
630.b1
630.b2
630.b3
630.b4
630.b5
H 630.b6
Standaardwaarde
Instelling
klant
2
3
100
20
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 … 131070 u
0 … 131070 u
0 … 131070 u
0 … 131070 u
0 … 327675
0
0
0
0
0
H 728
Albatros-code van de vorige fout
H 729
Albatros-code van de 2e laatste fout
H 730
Albatros-code van de 3e laatste fout
H 731
Albatros-code van de 4e laatste fout
H 732
Albatros-code van de 5elaatste fout
H 733
Albatros-code van de huidige fout
In schuinschrift: parameters die alleen gelezen kunnen worden
* : Overeenkomst met de codes van de fasen van de brander:
0, 1, 2
Terugkeer naar waakstand
3
Waakstand
4
Startblokkering
5, 6
Opstart ventilator
7
Voorventilatie
8, 9, 10
Wachtstand
0CNO0028-A_FL-BE
11
12, 13, 14, 15
16
17
18, 19, 20, 21
22
Voorontsteking (opwarmen ontstekingselektrode)
Veiligheidstijd
Na-ontsteking (blijft op niveau ontsteking)
Modulatie van de brander
Naventilatie
In veiligheidstoestand brengen
Gebruik Onderhoud CONDENSINOX
Blz. 18/18