Juli-Augustus 2014 - N°512

JULI-AUGUSTUS 2014
N° 512 - 48 ste jaargang
EU: uitzaai in goede omstandigheden.
In Duitsland werd de uitzaai afgerond met
3 weken voorsprong. Ook in Frankrijk,
maar daar worden opkomstproblemen
gemeld op 20% van het areaal. In Polen
werd 3% meer uitgezaaid en de uitzaai
werd 10 dagen eerder afgerond.
Bernhard Conzen wordt voorzitter van
de CIBE. Bernhard Conzen, voorzitter
van het Rheinische Rübenb a u e r- Ve rband,
werd
verkozen tot
voorzitter van
CIBE, de internationale confederatie van
Europese suikerbietplanters, tijdens de Algemene Vergadering
die plaatsvond op 21 mei jl. in Solothurn
(Zwitserland).
Wereldsuikervoorraden vertegenwoordigen meer dan 45% van de wereldvraag. Volgens ISO, zijn de wereldsuikervoorraden op het hoogste niveau en
kunnen zij nog stijgen tot 80 miljoen ton
tegen het eind van de campagne 2014.
Volgend jaar, zou wereldvraag en -aanbod meer in evenwicht moeten zijn, zelfs
rekening houdend met het klimaatfenomeen “El Niño” dat in India droogte en in
Brazilië en de rest van Latijns-Amerika te
veel regen veroorzaakt. El Niño is te wijten aan de sterke opwarming van het zeewater van de Stille Oceaan en wordt verwacht in de herfst van 2014 met een
probabiliteit van 80%.
Daling van de EU-suikerprijs en zwakke suikerkoers op de wereldmarkt.
Eind juni, bedroeg de notering voor een
ton witte suiker 345 euro per ton (Londen). Oorzaak: suikeroverschotten op
wereldschaal voor het vierde opeenvolgende jaar en wereldvoorraden op hun
hoogste niveau. Op de Europese markt,
blijft de prijs van witte suiker dalen: 574
euro per ton in april, hetzij 30 euro minder
dan in februari en 150 euro minder dan
vorig jaar op hetzelfde moment.
De
Bietplanter
M A A N D B L A D V A N D E C O N F E D E R AT I E V A N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S
vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel
T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265
Hoofdartikel door Valerie Vercammen,
Secretaris-generaal van de CBB
SWOT–analyse: deel 4 (einde)
de risico’s van het postquotum
Vormt het einde van de quota een bedreiging voor de Europese bietsuikerketen?
Het vierde en laatste deel van deze SWOTanalyse probeert een antwoord te bieden
op deze vraag.
Wat zullen we doen met al die
Europese suiker?
Nu al kondigen alle Europese suikerfabrikanten aan dat ze 15 tot 20% meer suiker
zullen produceren na de quota. Een snelle
berekening: vandaag produceren we in de
EU ongeveer 17 miljoen ton suiker (13.5
miljoen ton quotumsuiker en 3.5 miljoen ton
buitenquotumsuiker, vermits er na de quota
slechts 1 soort suiker zal bestaan). Het suikerverbruik in de EU wordt vandaag geraamd op 16.5 miljoen ton met een groei
van 1% per jaar. Een verhoging van de productie van 20% betekent dus meer dan 20
miljoen ton Europese suiker. De preferentiele akkoorden met de ACP- en MOL-landen
blijven bestaan (potentieel van 2.5 tot 3 miljoen ton suiker die heffingvrij kan binnenstromen), evenals de bestaande invoerquota (1.2 miljoen ton met landen als Brazilië,
Cuba, de Balkanlanden en landen van
Zuid- en Centraal Amerika). Maar hier stopt
het niet bij: de volgende handelsakkoorden
met belangrijke suikerproducerende landen
staan nog op de Europese agenda: ZuidAfrika, USA, Thailand, India en de Mercosur
(Brazilië!). De hamvraag is dus: “wat zullen
we doen met al die suiker?”. Ik deel de visie
van sommige experten dat, bij een lage Europese suikerprijs gecombineerd met een
betere prijs op de wereldmarkt de suiker uit
de ACP- en MOL-landen niet meer op de
EU-markt zou komen. Ook al trekken we
2.5 à 3 miljoen ton invoer af, dan nog blijft
de Europese markt oververzadigd.
Rendabiliteit van de keten in het
gedrang
Geen vrije export op de wereldmarkt
= einde Europese suikerindustrie!
in hun respectievelijke studies een stijgende productie van isoglucose. Na 1 oktober
2017 vallen ook de isoglucosequota weg.
Vandaag bedraagt de productie van isoglucose in Europa 700.000 ton: Hongarije en
België zijn de grootste producenten met
respectievelijk 220.000 en 115.000 ton.
ISO-experten schatten het maximale potentieel voor isoglucose in op 2 miljoen ton,
de Commissie op 2.4 miljoen ton. Volgens
de Federatie van Europese Zetmeelproducenten (AAF) zou isoglucose 20% van de
suiker kunnen vervangen, sommige experten spreken van 30%. Twee bedenkingen: bij lage suikerprijzen is isoglucose niet
concurrentieel en in de USA, waar isoglucose al lang is ingeburgerd, keert men door
de controverse over de rol van isoglucose
in obesitas steeds meer terug naar “echte”
suiker.
Een belangrijke uitlaatklep voor het suikeroverschot zal de export op de wereldmarkt
zijn. De Europese Commissie heeft de bietsuikerketen de garantie gegeven dat het
exportplafond van 1.35 miljoen ton zal worden opgeheven door de WHO (Wereldhandelsorganisatie) bij het wegvallen van de
quota. Dit is essentieel voor de keten en wij
rekenen dan ook op de politieke steun
van alle betrokken beleidsmakers. Mocht
het plafond niet worden opgeheven, betekent dit simpelweg het einde van de Europese suikerindustrie! Dit is een doemscenario waar we liever niet aan willen denken,
maar dat in de wandelgangen wel eens
wordt geopperd…
Stevia
Kijk eens rond in het warenhuis: softdrinks,
koekjes, yoghurt, chocolade,… Sinds stevia in december 2011 werd toegelaten in de
EU lijken alle grote merken één of ander
product op basis van stevia in hun assortiment op te nemen. Sprite is in 2013 overgeschakeld naar een mix van suiker en stevia
en een paar weken terug werd de CoCo
Cola “LIFE” op basis van stevia gelanceerd,
een groen blikje dat moet inspelen op het
gezondheidsideaal van de consument. De
productie van stevia bedraagt nu wereldwijd slechts 5.000 ton per jaar. Binnen 2 à 3
jaar voorspellen analysten een verdubbeling van de productie.
(Veel) te veel suiker zal onvermijdelijk leiden
tot een druk op de Europese suikerprijs.
Experten van de Europese Commissie en
ISO (International Sugar Organization)
voorspellen zeer lage Europese suikerprijzen tot 2023: tussen 405 en 450 euro per
ton. Dit roept bij mij onmiddellijk vragen op
i.v.m. de rendabiliteit van de suikerproductie en hieraan onvermijdelijk gekoppeld de
rendabiliteit van de suikerbietteelt voor de
Europese en Belgische suikerbietplanters.
Wat is aan dergelijke prijzen nog winstgevend? Wie zal de veldslag winnen? Ik sluit
dus zeker geen verdere consolidatie van de
Europese suikersector uit.
Potentiële concurrenten
Isoglucose
Zowel de Commissie als ISO weerhouden
Deze vier edito’s vormen de toekomstvisie
van de CBB voor het postquotum. Herlees
ze op onze website: www.cbb.be
Evolutie van de suikerprijs
€/t
Een excellente eindpopulatie
in combinatie met
de snelste bodembedekking.
Evolutie van de prijs van de witte suiker in €/t
2008-2014
800
: EU marktprijs
: Wereldmarktprijs
700
600
574 €/t
500
400
300
345 €/t
da’s typisch
sesvanderhave.
200
jun-14
mars-14
jun-13
dec-13
sept-13
mars-13
jun-12
dec-12
sept-12
mars-12
jun-11
dec-11
sept-11
mars-11
jun-10
dec-10
sept-10
mars-10
jun-09
dec-09
sept-09
dec-08
sept-08
De
mars-09
100
Bietplanter
vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel
T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265
M A A N D B L A D V A N D E C O N F E D E R AT I E V A N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S
Verantwoordelijke uitgever:
Mathieu VRANCKEN, Voorzitter CBB
Directeur van de publicatie:
V. VERCAMMEN
Uitgave en publiciteit
Bernadette Bické - Martine Moyart
Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek:
KBIVB Tienen
Druk: Corelio Printing
Jaarabonnement € 12,00
EU-land € 22,00
niet EU-land € 27,00
IBAN : BE 70 1031 0384 3925
BTW BE 0445.069.157
Tel. 02/513 68 98 - Fax 02/512 19 88
E-mail: [email protected]
www.cbb.be
Welkom op
onze stand in
Libramont
w w w. s e s va n d e r h av e . c o m
De Bietplanter
07-08/2014 — 1
CONGRES AMPBCS
Suikerriet- en suikerbietplanters tegenover de zwakke suiker- en
Het congres van de wereldfederatie van suikerbietplanters en suikerriettelers
(AMPBCS) dat vorige maand plaatsvond in Brussel, was de ideale gelegenheid om de bezorgdheden van de suikerbiet- en suikerriettelers wereldwijd
in kaart te brengen.
Zo werden onder meer volgende onderwerpen aangesneden: de daling van de
suiker- en ethanolprijs op de wereldmarkt,
de vooruitzichten met betrekking tot
vraag en aanbod, de wisselkoers ten opzichte van de dollar, de energieprijs of nog
de evolutie van het overheidsbeleid op
het vlak van suiker (productiesteun of liberalisering, nieuwe handelsovereenkomsten, investeringen en energiebeleid).
Momenteel neemt Roy Sharma, voorzitter
van de Zuid-Afrikaanse plantersvereniging, het voorzitterschap van de wereldfederatie waar. Zuid-Afrika is de grootste
suikerproducent van Afrika met een export van 0,5 miljoen ton per jaar. Een situatie die absoluut niet representatief is
voor de rest van Afrika dat ruim deficitair
is op het vlak van suiker.
Afrika, eldorado van de toekomst?
Afrika, een jong continent met een bevolking die exponentieel groeit, moet een
antwoord bieden op een steeds groeiende suikervraag. Veel Afrikaanse landen
beschikken nochtans over een groot productie-potentieel maar om het te benutten, zijn investeringen noodzakelijk evenals meer politieke stabiliteit.
Op de wereldkaart die vraag en aanbod
van suiker weergeeft, stelt men vast dat
de belangrijkste deficitaire gebieden zich
in Noord en Centraal Afrika (-8 Mt), in het
Midden-Oosten (-6 Mt) en in mindere
mate in Europa en Azië bevinden. Verschillende Afrikaanse landen zijn zich bewust van dit tekort en van het feit dat zij
over veel ongebruikte gronden van prima
kwaliteit beschikken. Daarom nemen ze
deel aan tal van ontwikkelingsprogramma’s.
In Marokko werd een programmacontract afgesloten in 2007 tussen de Staat
en Fimagri (Marokkaanse Interprofessionele Suikerfederatie) om de suikersector
te moderniseren. Er wordt gewerkt rond
de volgende thema’s: gebruik van rhizomanie- en nematodetolerante rassen,
mechanisering van de uitzaai en de oogst,
uitbreiding van de fabriekscapaciteit, water- en energiebesparing, productie van
witte suiker in plaats van ruwe suiker,...
De suikerfabrieken vormen de kern van
de ontwikkeling van de sector. Ze zorgen
voor de aankoop van landbouwproductiemiddelen, de planning en opvolging van
de gewassen, de omkadering van productie en research, bijstand in geval van
overstromingen en vorst,... Dankzij dit
programma steeg het rendement gemiddeld van 7,9 naar 10.4 ton suiker per ha
tussen 2006 en 2013. Tegen 2020 zal er
600 miljoen euro worden geïnvesteerd
(waarvan 180 miljoen euro voor de landbouwers). Tegen 2020 wil men de huidige
bietenoppervlakte met een suikeropbrengst van 11 ton per ha verdubbelen en
streeft men naar een Marokkaanse suikerproductie (riet + suikerbieten) die 62 %
van de Marokkaanse consumptiebehoeften kan dekken (momenteel dekt Marokko slechts 30 % van zijn suikerbehoefte).
In Malawi, produceren twee performante
suikerfabrieken, filialen van de Zuid-Afrikaanse groep Illovo, zelf een filiaal van de
Britse groep ABF, jaarlijks 360.000 ton
suiker uit 25.000 ha suikerriet. De fabrieken bezitten 90% van het areaal. De resterende 10% is in handen van de planters
en wordt door hen bewerkt. Malawi be2 — 07-08/2014
De Bietplanter
schikt over kwaliteitsgronden, voldoende
water en gekwalificeerd personeel. De
helft van de productie wordt afgezet op
de lokale markt. De andere helft wordt uitgevoerd: voornamelijk naar de EU die Malawi douanevrije en quotavrije toegang
verleend als ACS-land (ongeveer 130.000
ton per jaar), maar ook naar de Amerikaanse markt via AGOA (Africa Growth
and Opportunity Act), alsmede naar de
omringende landen. De bouw van een
derde suikerfabriek staat nog op het programma.
Andere projecten kwamen niet van de
grond omdat men geen gekwalificeerd
personeel vond, omdat de autoriteiten
geen steun verleenden,... Het grootste
probleem blijft het volume aan investeringen die ter plaatse worden gedaan voor
een lange periode en die moeilijk recupereerbaar zijn in geval van onrust, administratieve of andere obstakels.
Sedert 2011, werden TFTA-onderhandelingen (Tripartite Free Trade Area in Africa)
opgestart in Afrika om de handel tussen
drie reeds bestaande Afrikaanse economische gemeenschappen (COMESA,
EAC en SADC) te bevorderen door middel
van minder interregionale tarifaire belemmeringen of via wederzijdse handelsconcessies. Dit project wil de intra-Afrikaanse
suikerhandel ontwikkelen om de lokale
bevoorrading te verbeteren en te strijden
tegen de suikerinvoer aan lage prijzen afkomstig uit Brazilië. Dergelijke invoer
zwakt de ontwikkeling van lokale suikerfabrieken af en remt de groeipolen in de
plattelandsgebieden (wegen, scholen,...).
Brazilië: ontwikkelingen op het
gebied van ethanol
Met 22% van de wereldsuikerproductie
(45% van de uitvoer) en 25% van de wereldethanolproductie, blijft Brazilië de belangrijkste speler op de wereldmarkt.
Sinds de crisis van 2008/09 stelt men
echter een daling van de concurrentiepo-
sitie van Brazilië vast, onder meer voor
ethanol. Deze daling is te wijten aan de
algemene stijging van de productiekosten
(lonen, energie, mechanisatie...) maar
vooral ook aan de afbouw van de fiscale
voordelen toegekend aan bio-ethanolbrandstof, alsmede aan de daling van de
benzineprijs waartoe de Braziliaanse regering heeft besloten om de inflatie tegen
te gaan. Bijgevolg, daalden de winstmarges van de bio-ethanoldistilleerderijen.
Sommigen hebben hun deuren al gesloten. Ongeveer 50 andere fabrieken zouden kunnen volgen, terwijl de suikerrietplantages nog voorzien zijn voor een
cyclus van 5 à 6 jaar.
Door deze situatie stelt men een reorganisatie vast in de sector. Kleine planters
verdwijnen. Plantersverenigingen staan
voor een complexe taak. Zij moeten tegelijkertijd kunnen anticiperen op de evolutie van de industrie en meer actie voeren
bij de regering opdat deze het regelgevend kader voor ethanolbrandstof verduidelijkt en de transportvloot aanpast om te
rijden op ethanol. Ook het betalingssysteem voor suikerriet door de industrie
moet opnieuw onderhandeld worden.
Momenteel, wordt suikerriet enkel betaald op basis van het geleverde volume
en het suikergehalte. Maar met de ontwikkeling van warmtekrachtkoppeling uit
bagasse (restproduct van suikerrietverwerking in de fabriek), moeten ook de inkomsten uit “energie” worden verdeeld
tussen planters en industriëlen.
Een andere mogelijkheid om aan concurrentiekracht te winnen is het produceren
van bio-ethanol uit suikerrietstro of dus
de oogstresten (toppen van stengels en
bladeren) die achterblijven op het veld. De
ontwikkeling van deze tweede generatie
bio-ethanol wordt onderzocht in Brazilië:
verwerkingsprocédé, het inzamelen van
het stro, vervoer naar de fabriek, de noodzakelijke investeringen. Pilootinstallaties
worden ontwikkeld. Andere duurzame valorisaties (bioplastics, biomoleculen,...)
worden ook bestudeerd.
Opkomst van Mexico
In bijna 20 jaar steeg de Mexicaanse suikerproductie van 3,7 naar 7 miljoen ton in
2012/13, een historisch record verkregen
dankzij een gunstig klimaat en hoge prijzen tijdens de voorbije jaren. In de vroege
jaren negentig privatiseerde men fabrieken, werd de irrigatie ontwikkeld en begon men elektriciteit op te wekken uit bagasse. Al deze verbeteringen droegen bij
tot de succesvolle ontwikkeling van de
Mexicaanse suikerproductie. De suikersector is goed voor 0,4% van het BNP en
2,4 miljoen banen. Mexico heeft nu een
overschot aan suiker.
Sedert vorig jaar bestaat tussen Mexico
en de Verenigde Staten een geschil over
suiker. De Verenigde Staten beschuldigen
Mexico van het feit dat zij gesubsidieerde
suiker exporteren naar de Amerikaanse
markt aan dumpingprijzen. Ze eisen compenserende
antidumping-maatregelen.
Mexico zelf herinnert de VS eraan dat het
toestemming geeft voor de invoer van
hun isoglucose geproduceerd uit gesubsidieerde maïs en dat ze bovendien vrije
markttoegang voor suiker hebben dankzij
de Nafta-akkoorden. De Mexicaanse suikerexport naar de Verenigde Staten en de
Amerikaanse isoglucoseleveringen naar
Mexico stegen drastisch de laatste jaren.
Tijdens de komende jaren, zal de nadruk
liggen op de verbetering van de productiviteit, onder meer door de intensivering
van irrigatie en het cogenereren van elektriciteit. De mogelijkheid om bio-ethanol
te produceren voor bijmenging in benzine
wordt bestudeerd.
Verenigde Staten: de nieuwe Farm
Bill biedt een verzekeringssysteem
voor de landbouwers
Voor wat betreft de steun aan Amerikaanse landbouwers, voorziet de nieuwe Farm
Bill in het afschaffen van de rechtstreekse
steun per hectare om deze te vervangen
door verschillende verzekeringsformules.
Vanaf nu, zullen de producenten van akkerbouwgewassen, naast de bestaande
oogstverzekering, de keuze hebben tussen twee instrumenten voor risicobeheer:
een systeem van prijsondersteuning dat
in werking treedt wanneer de gemiddelde
prijs onder het niveau valt van een vastgestelde referentieprijs (om de strijd aan
te gaan tegen de te lage landbouwprijzen)
De belangrijkste deficitaire gebieden bevinden zich in Noord en Centraal Afrika en in het Midden-Oosten.
ethanolprijzen
en een systeem van inkomenssteun
tegen klimaatrisico’s of andere.
Voor de suikersector blijven de
prijsondersteunende maatregelen
en de invoertaksen ongewijzigd.
Per campagne, worden invoercontingenten voor 1,139 miljoen ton
verleend aan ongeveer 40 landen.
Wanneer het aanbod niet overeenstemt met de vraag, kunnen de
hoeveelheden worden gewijzigd. Er
wordt geen invoerquotum voor suiker toegekend aan de EU.
Deregulering aangekondigd in
India
India is de grootste verbruiker van
suiker en de tweede grootste exporteur van suiker op de wereldmarkt. Het is een gigantisch land
met meer dan 500 suikerfabrieken,
variabele klimatologische omstandigheden en talrijke planters die
zeer reactief reageren op de suikerrietprijs. Dit resulteert in een cyclische productie, met afwisselende
perioden van overschot of tekort.
Deze variabiliteit maakt het zeer
moeilijk om de bevoorrading van
suiker te beheren. Vandaag de dag
is de suikerproductie strikt gereglementeerd. De overheid stelt een minimumprijs voor rietsuiker vast en
elke staat bepaalt vervolgens een
indicatieve prijs die meestal hoger
is. De bevoorradingszone van elke
fabriek wordt eveneens vastgelegd
(minimaal 15 km tussen twee fabrieken). De regering beslist ook
over de uitvoer van suiker, evenals
over het bijmengingspercentage
van ethanol in benzine, enz. Vandaag stelt dit zeer strenge kader
problemen: variabele suikerprijzen,
geen afstemming op de marktveranderingen, betalingsachterstand
aan de planters doordat suikerfabrieken een vaste prijs moeten betalen voor het riet zonder noodzakelijkerwijs de mogelijkheid te
hebben om te exporteren en dus
inkomsten te hebben, stakingen,...
Een deregulering van de sector is
gepland om te proberen de suikermarkt te stabiliseren. Een verdeling
van de inkomsten tussen landbouwers en industrie wordt overwogen
met een verdeling van 70 tot 75 %
van de inkomsten aan de landbouwers.
Europese bietentelers zullen
zich moeten aanpassen aan het
postquotum
Elisabeth Lacoste, secretaris-generaal van de Confederatie van Europese suikerbietplanters (CIBE) gaf
een samenvatting van de voornaamste veranderingen die de Europese bietsuikerketen te wachten
staan na het einde van de quota. De
meeste analisten verwachten een
stijging van de suikerproductie
(aangekondigd door talrijke suikerondernemingen), een afstemming van de Europese prijzen op de
wereldmarktprijzen en een grotere
prijsvolatiliteit. De suikerinvoer zou
dalen, omdat de Europese marktprijzen minder aantrekkelijk zullen
zijn. Aan de andere kant, zou de uitvoer buiten de EU kunnen stijgen
omdat het exportplafond opgelegd
door de WHO (Wereldhandelsorganisatie) zal wegvallen. Men verwacht zich ook aan een daling van
de suikerconsumptie in Europa in
Joost Korte is de nieuwe directeurgeneraal van DG Agri.
het voordeel van een toename van
het gebruik van isoglucose die ook
quotavrij zal zijn na 2017.
Om zich aan te passen aan deze
nieuwe situatie, zullen de Europese
suikerbiettelers meer bieten kunnen
produceren of opteren voor andere
gewassen in functie van de rendabiliteit ervan. Maar men zal rekening
moeten houden met de prijsvolatiliteit. Bovendien, zullen de suikerondernemingen hun bevoorrading willen veilig stellen via contracten. In
deze context, zal de kwaliteit en de
transparantie van de contractuele
relaties tussen suikerindustrie en
telers cruciaal zijn voor de onderhandelingen over de toekomstige
interprofessionele akkoorden.
Joost Korte, de nieuwe directeurgeneraal van DG Agri, werd ondervraagd over de vooruitzichten voor
de Europese suikersector. Hij stelde
de visie van de Europese Commissie voor. Hij bevestigde dat het
evenwicht tussen suikerproductie
en -consumptie zou worden geregeld door middel van Europese invoer en uitvoer. Volgens de analyse van zijn diensten, zou er niets
meer in de weg staan dat de producenten na 2017 zou beletten
om meer uit te voeren dan het
huidige maximum van 1.35 Mt
suiker bepaald door de Wereldhandelsorganisatie. De invoerbescherming zal behouden blijven
volgens Joost Korte die eraan toevoegt geen enkele reden te zien om
dit te veranderen tenzij er een nieuw
multilateraal akkoord zou worden
ondertekend. Hij bevestigde ook
dat het nieuwe GLB de positie van
landbouwproducenten en hun verenigingen wil versterken om hen zo
meer gewicht binnen de keten te
geven. In dit verband werd in het
nieuwe suikerregime de mogelijkheid van het sluiten van interprofessionele
overeenkomsten
gehandhaafd evenals de verplichting om de toegevoegde
waarde tussen de verschillende
actoren in de sector te delen. Het
observatorium voor de verkoopprijzen in de EU zal ook worden
behouden en zelfs versterkt. De
Commissie zou een systeem van
meer gedetailleerde gegevens kunnen invoeren die de marges in de
suikersector beter in beeld zou
brengen zoals dit gebeurt voor
melk. Voor Joost Korte is het prijsobservatorium een zeer interessant
instrument en hij besluit: “transparantie is altijd goed.”
Retengo Plus
®
Relax !
• Gezond gewas, zonder stress • Meer suiker
www.agro.basf.be
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
De Bietplanter
07-08/2014 — 3
CONGRES AMPBCS
De toekomst van de ethanolindustrie in Europa
De Europese ethanolproducenten bevinden zich in
een onzekere situatie. De ethanolprijzen zijn zeer
laag. De politieke wil van de Europese Commissie
om het gebruik van biobrandstoffen in de Europese
Unie te ontwikkelen is niet duidelijk, wat tijdelijk
de investeringen verlamt. Hoe landbouwgrond
het best gebruiken? Concurrentie tussen voedsel
en energie, impact van verandering van landgebruik op de uitstoot van broeikasgassen en de klimaatopwarming: dit zijn stuk voor stuk omstreden
onderwerpen.
Tijdens dit congres maakte, Nicolas Rialland, deskundige ethanol en biomassa bij de CGB (Confederatie van
Franse suikerbiettelers) een inventaris op van de productie-eenheden voor tweede generatie biobrandstoffen (geproduceerd op basis van afval met een innovatieve technologie). Wereldwijd zijn er minder dan 10
sites operationeel, maar verschillende projecten zijn in
aanbouw. Het is in de Verenigde Staten dat de productie
van tweede generatie biobrandstoffen het meest op
punt staat, dankzij een stabiel regelgevingskader sedert
2007. In Europa bestaat er maar één fabriek van de
tweede generatie, namelijk in Italië. Meerdere projecten
worden wel bestudeerd. In vergelijking met de eerste
generatie biobrandstoffen (geproduceerd op basis van
biomassa uit voedingsgewassen), blijven tweede generatie biobrandstoffen nog steeds duurder om te produceren (langere verwerking, meer vervoer en opslag) met
productiekosten die enorm afhangen van de gebruikte
biomassa. De tweede generatie kan evenwel interessant
zijn in combinatie met eerste generatie biobrandstoffen
waardoor bijvoorbeeld de fabriek het hele jaar door zou
kunnen draaien.
Het beleid dat de ontwikkeling van tweede generatie
biobrandstoffen verdedigt, haalt meestal volgende argumenten aan: minder concurrentie tussen voedsel en
energie, maar ook een beter evenwicht op het vlak van
emissievermindering van broeikasgassen. Jeremy
Woods, Professor aan het Imperial College in Londen en
erkend specialist op het vlak van bio-energie, heeft zich
over het onderwerp gebogen. Hij bestudeerde de mogelijkheid van het omzetten van ongebruikte gronden (zoals graslanden,...) voor de productie van energie en de
impact van de verandering in het gebruik van land op
het milieu. Met betrekking tot de CO2-uitstoot, kwam hij
tot de conclusie dat vele onderzoeken tot nu toe onvolledig zijn: er wordt o.m. geen rekening gehouden met de
bijproducten of de CO2-opname in grond. Een recent en
uitgebreider onderzoek toonde aan dat er een zeer belangrijk potentieel bestaat voor het gebruik van graslanden om energie op te wekken en dat het mogelijk zou
zijn om tot 25% van de fossiele brandstoffen te vervangen door alle ongebruikte graslanden om te zetten in
energiegewassen. Volgens deze studie, moet bio-energie niet beperkt worden tot marginale gebieden of worden gezien als een bedreiging voor het milieu. De boodEuropese Unie
Plafond van 7 procent voor biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen in 2020
De EU energieministers gaan akkoord het aandeel van biobrandstoffen van de eerste generatie (geproduceerd
op
basis
van
voedingsgewassen) in de brandstofmengsels te beperken tot 7%
in het kader van de verplichting van
10% biobrandstoffen in de transportsector tegen 2020. Om de zogenaamde geavanceerde biobrandstoffen (geproduceerd uit
afval, cellulose, enz.) te steunen,
hebben zij een niet-bindende subdoelstelling van 0,5% vastgelegd.
Tot slot, zullen de lidstaten een nationale raming moeten maken van
Terugbetaling productieheffing 2001-2005:
de eerste betalingen werden uitgevoerd
Europa werd veroordeeld om de teveel
betaalde productieheffingen van de campagnes 2001-2004 terug te betalen. Deze
heffing werd destijds gedeeltelijk betaald
door de planters, gedeeltelijk door de fabrikant.
Het geld werd intussen aan de suikerfabrikanten teruggestort. Zij moeten nu de bedragen aan de planters terugbetalen. Europa controleert streng: in ons land werd
het BIRB (Belgisch Interventie- en Restititutiebureau) belast met de controle.
● De Tiense betaalde ongeveer 80%
van de planters: het gaat om bietplanters die nu nog steeds actief zijn als
planter evenals de planters die niet
meer actief zijn en gereageerd hebben
op de brief en hun aanvraag volledig in
orde (met alle nodige bewijsstukken !)
hebben teruggestuurd.
● Iscal betaalde eind juni alle actieve
planters uit. De niet-actieve planters
werden aangeschreven en de antwoorden op de mailing moeten nog worden
verwerkt. De betaling zal zo snel mogelijk worden uitgevoerd.
De som die u eind juni op uw rekening
kreeg is de hoofdsom vermeerderd met
(een deel van) de enkelvoudige intresten.
BIRB betwist immers de intrestberekening van de fabrikanten en betaalde (voorlopig?) dus slechts hoofsom en intresten
volgens hun eigen, o.i. niet-correcte berekening. Mogelijks gebeurt er dus nog een
correctie.
4 — 07-08/2014
De Bietplanter
Onderstaande tabel geeft de individuele
betaling zonder intresten weer per ton
bieten. De CBB controleerde en valideerde de berekeningen.
TS
ISCAL
2001-2002
0,30€
0,22€
2002-2003
0,34€
0,25€
2003-2004
0,92€
0,67€
2004-2005
0,39€
0,30€
2005-2006
-0,12€*
-0,12€*
TOTAAL
1,83€/t
1,32€/t
Kent u planters die met de bietenteelt
zijn gestopt? Moedig hen dan aan om
het document voor de aanvraag dat
ze van hun suikerfabriek hebben gekregen met alle gevraagde bewijsstukken dringend terug te sturen en
in ieder geval vóór de maand september. Vorderingen die later worden ingediend, zijn immers niet meer geldig.
Ex-planters die geen brief hebben
ontvangen (bvb omdat ze verhuisd
zijn en hun nieuw adres niet gekend is
bij de suikerfabrieken) worden eveneens gevraagd om zich dringend te
melden.
*In de campagne 2005-2006 betaalden de
fabrikanten en de planters te weinig. Dit
bedrag moet nu worden bijbetaald.
Bron : FAOSTAT : Icone, Esalq, IBGE, Cosan & Unica
schap van professor Woords biedt een antwoord op de
kritiek van sommige tegenstanders van biobrandstoffen:
het debat “food or fuel”, voedsel of brandstoffen, heeft
dus geen reden tot bestaan meer.
de indirecte veranderingen in
grondgebruik in het kader van de
biobrandstoffenproductie en dit
voor elk gewas (koolzaad, bieten
…). De gegevens moeten worden
overgemaakt aan de EU.
Voor Copa Cogeca (EU landbouworganisaties en coöperaties) is het
maximum van 7 procent nog te beperkend: “We vinden dat tegen
2020 minimaal 8% van de transportbrandstoffen afkomstig moet
zijn van biobrandstoffen van landbouwoorsprong en minimaal 2%
van geavanceerde biobrandstoffen”.
EU getuigt van gebrek aan ambitie voor biobrandstoffen in 2030
De doelstellingen van de Europese
Commissie om de uitstoot van
broeikasgassen in de EU te beperken tegen 2030 (40% minder uitstoot en 27% hernieuwbare energie zonder bindende doelstellingen
per lidstaat) vermelden niets specifiek voor biobrandstoffen in tegenstelling tot de doelstellingen vastgelegd voor het jaar 2020.
Franse en Duitse landbouwverenigingen hebben het gebrek aan
steun voor biobrandstoffen van de
eerste generatie na 2020 aan de
kaak gesteld omdat dit zwaar
weegt op de biobrandstofketen. Ze
hebben de EU opgeroepen een bijmengingsdoelstelling vast te leggen voor biobrandstof in de transportsector tegen 2030.
Suikerindustrie
NordZucker, Duitslands tweede grootste suikerconcern en derde in de wereld, wil investeren in Afrika, waar de
vraag naar suiker volop groeit. Nordzucker wil starten met de productie van rietsuiker met lokale, nationale of internationale partners. Volgens de Duitse pers zou
de groep, die het bericht evenwel nog
niet heeft bevestigd, een suikerfabriek
willen bouwen in Zambia.
De Amerikaanse trader Cargill en de
Braziliaanse suiker- en ethanolproducent Copersucar gaan hun wereldwijde handelsactiviteiten in suiker samenvoegen, waardoor zij een belangrijke
speler kunnen worden in de suikerhandel. De autoriteiten moeten de nieuwe
joint venture nog goedkeuren. Copersucar, de grootste Braziliaanse suikerexporteur, verkoopt en exporteert de productie
van
47
Braziliaanse
suikerfabrieken.
AGRANA, filiaal van Südzucker, gaat
suiker raffineren in Roemenië. AGRANA wil twee suikerraffinaderijen verwerven in Roemenië: Urziceni en Liesti van
de Roemeense groep Lemarco. AGRANA
wil niet alleen de bietsuikerproductie
maar ook de raffinageactiviteiten verhogen om zijn aanwezigheid op de Zuidoost-Europese markt te versterken. De
overeenkomst wordt ter goedkeuring
voorgelegd aan de autoriteiten.
Omzetstijging bij Cristal Union. De
Franse coöperatieve sloot haar boekjaar
2012/13 af met een omzetstijging van
11% in vergelijking met vorig jaar. De nettowinst van de groep steeg indrukwekkend met 21 miljoen euro en bedroeg 216
miljoen euro of 12,5 procent van het omzetcijfer.
Südzucker: winstdaling met 30 procent. Over het boekjaar 2013/14 (maart
2013-februari 2014) daalde het bedrijfsresultaat van Südzucker met 32% tot 658
miljoen euro. Dit resultaat wordt onder
meer verklaard door de boete van bijna
200 miljoen euro die werd opgelegd door
de Duitse mededingingsautoriteiten als
gevolg van kartelafspraken met andere
actoren van de suikermarkt. Het is ook te
verklaren door de suikerprijsdaling op de
wereldmarkt en op de Europese markt,
alsmede door de ethanolprijsdaling.
De omzet van de suikertak daalde aanzienlijk: 3,9 miljard euro tegen 4,2 miljard
euro tijdens de vorige campagne. De
prijs werd sterk beïnvloed door de daling
van de prijzen en verkochte hoeveelheden. De totale hoeveelheid suiker geproduceerd door de 29 suikerfabrieken van
de groep en de 3 raffinaderijen daalde
lichtjes en bedroeg 4.7 miljoen ton in
2013/14, tegen 4,9 miljoen ton in
2012/13. Het areaal bedroeg 396.000 ha
tegen 422.000 ha in 2012/13.
Südzucker verwacht voor 2014/15 een
verdere daling van zijn exploitatieresultaat (ongeveer 200 miljoen euro minder).
Deze daling zou voornamelijk toe te
schrijven zijn aan de takken suiker en
bio-ethanol (CropEnergies).
KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW
Molenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be
De suikerbiet en
haar teelttechniek
P V B C – P R O G R A M M A V O O R L I C H T I N G B I E T C I C H O R E I , I N H E T K A D E R VA N D E P R A K T I J K C E N T R A
Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.
MACHINEDEMONSTRATIE
MACHINEDEMONSTRATIE
MACHINEDEMONSTRATIE
EROSIEBESTRIJDING
EROSIEBESTRIJDING
MACHINEDEMONSTRATIE
DOOR
NIET-KERENDE BODEMBEWERKING
EROSIEBESTRIJDING
DOOR
NIET-KERENDE BODEMBEWERKING
EROSIEBESTRIJDING
DOOR NIET-KERENDE BODEMBEWERKING
Erosie is niet enkel nadelig voor de kwaliteit van landbouwgronden door het afDonderdag 04 september 2014
DOOR
NIET-KERENDE
BODEMBEWERKING
spoelen
vruchtbare
Ook omwonenden
ondervinden door
hinder
door
Erosie isvan
nietdeenkel
nadeliggrondlaag.
voor de kwaliteit
van landbouwgronden
het
afVan
09.00u tot
17.00u
Donderdag
04 september
2014
modder
op
wegen
en
in
woningen.
De
kosten
voor
het
ruimen
van
slib
uit
riolen
en
spoelen
van
de
vruchtbare
grondlaag.
Ook
omwonenden
ondervinden
hinder
door
Van
09.00u
tot 17.00u
Hof
ter
Vaeren
waterlopen
kunnen
hoog
oplopen.
Erosie
voorkomen
is
dus
de
boodschap.
Erosie
is
niet
enkel
nadelig
voor
de
kwaliteit
van
landbouwgronden
door
het
afDonderdag 04 september 2014
modder op wegen en in woningen. De kosten voor het ruimen van slib uit riolen en
Zavelstraat
| Huldenberg
spoelen
de
vruchtbare
grondlaag.
Ookvoorkomen
omwonenden
ondervinden
door
Hof
ter
Vaeren
waterlopen
hoog oplopen.
Erosie
is dus
detechniek
boodschap.
Erosie is van
nietkunnen
enkel
nadelig
voor
de(NKB)
kwaliteit
vanzeer
landbouwgronden
doorhinder
het
VanDonderdag
09.00u
tot04
17.00u
Niet-kerende
bodembewerking
is een
efficiënte
omaferosie
september 2014
Zavelstraat
| Huldenberg
Van 09.00u
tot 17.00u
Hof
ter Vaeren
9:00u: opening
Zavelstraat
Huldenberg deelnemende firma’s continu te
Hof
ter|Vaeren
tentoonstellingstanden
• opening
9:00u:
Zavelstraat | Huldenberg
tentoonstellingstanden deelnemende firma’s continu te
• bezoeken
voorlichtingsstanden
‘erosie-beperkende maatregelen’
9:00u:
opening
• bezoeken
opening
doorlopend
toegankelijk
tentoonstellingstanden
deelnemende firma’s
continu te
•• 9:00u:
voorlichtingsstanden
‘erosie-beperkende
maatregelen’
tentoonstellingstanden deelnemende firma’s continu te
•- 12:30u:
bezoeken
doorlopend
toegankelijk
10:00u
demonstratie
bezoeken
‘erosie-beperkende
maatregelen’
machines niet-kerende
grondbewerking
• voorlichtingsstanden
10:00u •- 12:30u:
demonstratie ‘erosie-beperkende maatregelen’
voorlichtingsstanden
doorlopend
toegankelijk
machines
niet-kerende
13:30u - 16:00u:
herhaling
demonstratiegrondbewerking
doorlopend
toegankelijk
machines niet-kerende grondbewerking
10:00u - 12:30u: demonstratie
13:30u
- 16:00u:
herhaling
demonstratie
- 12:30u:
demonstratie
machines
niet-kerende grondbewerking
grondbewerkingsmachines
• 10:00u
machines
niet-kerende
grondbewerking
machines
niet-kerende
grondbewerking
werkdiepte
20 – 35 cm
13:30u
- 16:00u: herhaling
demonstratie
grondbewerkingsmachines
• 13:30u
- 16:00u: herhaling demonstratie
grondbewerkingsmachines
machines
niet-kerende grondbewerking
• werkdiepte
20machines
– 35 cm
niet-kerende grondbewerking
werkdiepte
10
–
20
cm
grondbewerkingsmachines
•• grondbewerkingsmachines
• grondbewerkingsmachines
‘strip
till’ -machines
20
35
• werkdiepte
werkdiepte
10 ––20
20–cm
cm
werkdiepte
35 cm
machines
om
drempeltjes
aan te leggen
grondbewerkingsmachines
•• ‘strip
till’ -machines
• grondbewerkingsmachines
werkdiepte
10
–
20
cm
werkdiepte
10 – 20 cm aan te leggen
om drempeltjes
17:30u:
einde
• machines
‘strip
till’ -machines
‘strip
till’ -machines
•
•
17:30u: einde
drempeltjes
aan
te
leggen
om
drempeltjes
aan
te
leggen
Toegang:
€ 5,00 om
inclusief
brochure
en
parking
• machines
• machines
einde
17:30u:
einde
Toegang:
€ 5,00
inclusief brochure en parking
Info:17:30u:
Vlaamse
overheid
Info:
Toegang:
€ 5,00
inclusief
brochure
parking
Toegang:
€ 5,00
inclusief
brochure
enen
parking
Departement
Landbouw en Visserij
Vlaamse overheid
Info:
Koning
Albert Landbouw
II-laan 35 bus
| 1030 Brussel
Info:
Departement
en 40
Visserij
Vlaamse
overheid
Pascal
Braekman
Vlaamse
overheid
Koning
Albert II-laan 35 bus 40 | 1030 Brussel
Departement Landbouw en Visserij
Tel.
09
276
28 43
| [email protected]
Departement
Landbouw
en Visserij
Pascal
Braekman
Koning Albert II-laan 35 bus 40 | 1030 Brussel
Koning
Albert
II-laan
35
bus
40 | 1030 Brussel
Tel. 09
276 28
43 | [email protected]
Pascal
Braekman
Pascal Braekman
Tel. 09 276 28 43 | [email protected]
Tel. 09 276 28 43 | [email protected]
modder
op wegen
en in woningen. De
kosten
voor hetondervinden
ruimen van slib
uitdoor
riolen en
spoelentevan
de vruchtbare
Ook
omwonenden
hinder
tegen
gaan.
Gemiddeldgrondlaag.
vermindert
niet-kerende
bodembewerking
erosie
met
Niet-kerende
bodembewerking
(NKB)
is voorkomen
een zeer efficiënte
techniek
om erosie
waterlopen
kunnen
hoog
oplopen.
Erosie
is dus
deslib
boodschap.
modder
op
wegen
en
in
woningen.
De
kosten
voor
het
ruimen
van
uit
riolen
en Ge85%.
In
het
kader
van
de
huidige
en
toekomstige
randvoorwaarden
in
het
tegen
te gaan.
Gemiddeld
vermindert
bodembewerking
waterlopen
kunnen
hoog oplopen.
Erosie niet-kerende
voorkomen is dus
de boodschap. erosie met
meenschappelijk
Landbouwbeleid
(GLB)
wordt
bodembewerking
Niet-kerende
bodembewerking
(NKB)
is een
zeerniet-kerende
efficiënte
techniek
om
erosie
85%. In het kader
van de huidige
en
toekomstige
randvoorwaarden
in het
Gedan
ook
verplicht
toegepast
bij
heel
wat
teelten
op
erosiegevoelige
percelen.
tegen
te
gaan.
Gemiddeld
vermindert
niet-kerende
bodembewerking
erosie
met
Niet-kerende
bodembewerking
(NKB)
is
een
zeer
efficiënte
techniek
om
erosie
meenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt niet-kerende bodembewerking
tegen
te het
gaan.
Gemiddeld
niet-kerende
erosie
85%.
In
kader
van devermindert
huidige
en
toekomstige
inmet
het Gedan
ook
verplicht
bij heel
teelten bodembewerking
op randvoorwaarden
erosiegevoelige
De bedoeling
van toegepast
de demonstratie
iswat
grondbewerkingsmachines
tepercelen.
demonstre85%. In het kader van
de huidige en toekomstige
in het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid
(GLB) wordt randvoorwaarden
niet-kerende bodembewerking
ren
die een alternatief
vormen voor
ploegen.
Het breken
van storende
lagen
De
bedoeling
vanLandbouwbeleid
de demonstratie
ishet
grondbewerkingsmachines
tepercelen.
demonstremeenschappelijk
(GLB)
wordt
niet-kerende
bodembewerking
dan
ook verplicht
toegepast
bij heel
wat
teelten
op erosiegevoelige
in
de
ondergrond
en
het
creëren
van
een
optimale
bewortelingszone
onder
de
dan die
ookeen
verplicht
toegepast
bij heel
wat
teelten
op erosiegevoelige
ren
alternatief
vormen
voor
het
ploegen.
Het breken vanpercelen.
storende lagen
topbodemlaag
is
hierbij
van
groot
belang.
Bij
deze
niet-kerende
grondbewerking
De
bedoeling
van
de
demonstratie
is
grondbewerkingsmachines
te
demonstrein de ondergrond en het creëren van een optimale bewortelingszone onder de
De bedoeling
van de demonstratie
is grondbewerkingsmachines
te demonstrewordt
materiaal
immers
gehouden
het lagen
risico
ren
diehet
eenorganisch
alternatief
vormen
voor
hetbovenaan
ploegen.
brekenwaardoor
van
storende
topbodemlaag
is hierbij
van groot
belang.
Bij dezeHet
niet-kerende
grondbewerking
ren die een alternatief vormen voor het ploegen. Het breken van storende lagen
op
erosie
sterk
gereduceerd
wordt.
in
de
ondergrond
en
het
creëren
van
een
optimale
bewortelingszone
onder
de
wordt
het organisch
materiaal
gehouden waardoor
hetderisico
in de ondergrond
en het
creërenimmers
van eenbovenaan
optimale bewortelingszone
onder
topbodemlaag
is
hierbij
van
groot
belang.
Bij
deze
niet-kerende
grondbewerking
op
erosie sterk
wordt.
topbodemlaag
isgereduceerd
hierbij
van groot
belang. Bij deze
niet-kerende
grondbewerking
Concreet
zullen
machines
gedemonstreerd
worden
die behoren
tot één van de
wordt het organisch materiaal immers bovenaan gehouden waardoor het risico
wordt het categorieën:
organisch materiaal
immers bovenaan gehouden
waardoor
het risico
volgende
1)
grondbewerkingsmachines
met
een
werkdiepte
van de
20
Concreet
zullengereduceerd
machines gedemonstreerd
worden die behoren tot
één van
op erosie sterk
wordt.
op35
erosie
sterk gereduceerd
wordt.
à
cm
(decompactie),
2)
grondbewerkingsmachines
met
een
werkdiepte
van
10
volgende categorieën: 1) grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van 20
à
20 cm
cm (decompactie),
(grond
zonder
intense vermenging
de
toplaag),
machines
Concreet
zullenbreken
machines
gedemonstreerd
worden
die
behoren
tot3)van
één
van
à
35
2) gedemonstreerd
grondbewerkingsmachines
met
een
werkdiepte
van de
10
Concreet
zullen
machines
worden
dievan
behoren
tot
één
de
die
werken
volgens
het
principe
van
‘strip
till’
en
4)
machines
om
drempeltjes
volgende
categorieën:
1)
grondbewerkingsmachines
met
een
werkdiepte
van
20
volgende
categorieën:
grondbewerkingsmachines
20 aan
à
20 cm (grond
breken1)zonder
intense vermengingmet
vaneen
dewerkdiepte
toplaag), 3)van
machines
te
leggen
in
gewassen
die
op
rijen/ruggen
geteeld
worden.
à
35
cm
(decompactie),
2)
grondbewerkingsmachines
met
een
werkdiepte
van
10
à
35
cm
(decompactie),
2)
grondbewerkingsmachines
met
een
werkdiepte
van
10
die werken volgens het principe van ‘strip till’ en 4) machines om drempeltjes aan
à 20
20
cm (grond
(grond
brekenzonder
zonder
intense
vermenging
van
de toplaag),
3) machines
cm
breken
intense
vermenging
van
de toplaag),
3) machines
te
leggen
inkunt
gewassen
rijen/ruggen
geteeld
worden.
Daarnaast
u op die
hetop
demonstratieterrein
verschillende
stands bezoeken
die werken
werkenvolgens
volgenshet
hetprincipe
principe
van
‘strip
4) machines
om drempeltjes
van
‘strip
till’till’
en en
4) machines
om drempeltjes
aan aan
waar
de organiserende
partners
heel wat interessante
informatie
beschikbaar
Daarnaast
u opdie
het
demonstratieterrein
verschillende
stands
bezoeken
te leggen
gewassen
opop
rijen/ruggen
geteeld
worden.
leggenin
inkunt
gewassen
die
rijen/ruggen
geteeld
worden.
stellen
erosiebeperkende
(groenbedekkers,
profielputten,
rewaar dem.b.t.
organiserende
partnerstechnieken
heel wat interessante
informatie
beschikbaar
Daarnaastlange-termijnproeven
kunt
uuop
het
demonstratieterrein
verschillende
stands
bezoeken
sultaten
niet-kerende
bodembewerking
in
akkerbouwgeDaarnaast
kunt
op
het
demonstratieterrein
verschillende
stands
bezoeken
stellen m.b.t. erosiebeperkende technieken (groenbedekkers, profielputten, rewaar de
partners
heel
wat
interessante
informatie
beschikbaar
wassen,
demonstratieveld
maïsinzaai
volgens
niet-kerende
bodembewerking,
waar
de organiserende
organiserende
partners
heel
wat
interessante
informatie
beschikbaar
sultaten
lange-termijnproeven
niet-kerende
bodembewerking
in akkerbouwgestellen
m.b.t.
erosiebeperkende
technieken
(groenbedekkers,
profielputten,
re- reaanleg van
drempeltjes
in aardappelen
en
maïs
…).
stellen
m.b.t.
erosiebeperkende
technieken
(groenbedekkers,
profielputten,
wassen,
demonstratieveld
maïsinzaai
volgens
niet-kerende bodembewerking,
sultaten
lange-termijnproeven
niet-kerende
bodembewerking
in
akkerbouwgesultaten
lange-termijnproeven
niet-kerende
bodembewerking
in akkerbouwgeaanleg
van
drempeltjes
in aardappelen
en maïs
…).Waalse partners
Aangezien
deze
demonstratie
zowel door
Vlaamse
als
georganiseerd
wassen, demonstratieveld
volgens
niet-kerende
bodembewerking,
wassen,
demonstratieveldmaïsinzaai
maïsinzaai
volgens
niet-kerende
bodembewerking,
wordt,
richt
dit
initiatief
zich
naar
alle
Vlaamse
EN
Waalse
landen
tuinbouwers.
aanleg
van
drempeltjes
in
aardappelen
en
maïs
…).
Aangezien
demonstratie
zowel door Vlaamse
aanleg vandeze
drempeltjes
in aardappelen
en maïs als
…).Waalse partners georganiseerd
wordt,
richt
ditdemonstratie
initiatief zichzowel
naar door
alle Vlaamse
ENWaalse
Waalsepartners
land- engeorganiseerd
tuinbouwers.
Aangezien
deze
Vlaamse als
Aangezien deze demonstratie zowel door Vlaamse als Waalse partners georganiseerd
wordt, richt dit initiatief zich naar alle Vlaamse EN Waalse land- en tuinbouwers.
wordt, richt dit initiatief zich naar alle Vlaamse EN Waalse land- en tuinbouwers.
i.s.m.
i.s.m.
i.s.m.
i.s.m.
De Bietplanter
07-08/2014 — 5
FUNGI-Memo 2014
Voor een optimale bescherming tegen
de bladziekten in de suikerbiet
EEN
-
-
B. MANDERYCK, G. LEGRAND, A. WAUTERS
KBIVB vzw - IRBAB asbl
OPTIMALE BLADBESCHERMING, IS :
Niet behandelen voor het verschijnen van de eerste symptomen van één
of meerdere van de 4 ziekten en behandelen bij het bereiken van de behandelingsdrempel (tabel 1). Een preventieve behandeling strookt niet met de IPM
filosofie en vergt (zeer) vaak een bijkomende behandeling, dit heeft eveneens
een negatief effect op de financiële opbrengst !
De symptomen van de 4 schadelijke ziekten van de bieten kennen en ze
niet verwarren met deze van niet schadelijke bladziekten (tabellen2 en 3).
De evolutie van de bladziekten waarnemen op het perceel door willekeurig
100 bladeren waar te nemen verspreid over het perceel.
Volg de evolutie van de bladziekten via de waarschuwingsberichten en de
website van het KBIVB.
Het gekozen product gebruiken aan de aanbevolen dosis (tabel 4) en de
producten afwisselen indien een herhalingsbehandeling noodzakelijk is.
De veiligheidstermijn vóór rooi respecteren (tabel 4), opgelet voor percelen
gerooid in het begin van de campagne !
De gevoeligheidsgraad voor bladziekten van uw rassen kennen.
Niet behandelen bij warm weer, noch op verwelkte bieten, bij zeer warm weer
vroeg in de ochtend behandelen.
Niet meer behandelen vanaf 45 dagen voor de rooi.
Niet meer behandelen na 10 september ook in geval van later rooi, visueel
kan een veld er minder mooi en aangetast uitzien maar behandelingen in september zijn niet rendabel !
Behandelen bij de schadedrempel!
Of het nu een gevoelig of een minder gevoelig ras is, een behandeling dient
uitgevoerd worden bij het bereiken van de behandelingsdrempel (tabel 1). Let er
ook op dat de schadedrempel wijzigt vanaf 20 augustus!
Voor 20 augustus
Na 20 augustus
Cercospora, 5% aangetaste bladeren 20% aangetaste bladeren
Ramularia
Witziekte,
roest
15% aangetaste
bladeren
30 % aangetaste
bladeren
Tabel 1: behandelingsdrempels bladschimmelziekten in de bietenteelt
Men kan op perceelsniveau bepalen of de behandelingsdrempel bereikt is door
willekeurig verspreid over het perceel 100 (middelgrote) bladeren te nemen en te
controleren op symptomen van bladziekten. Hieronder een voorbeeld voor
witziekte : indien 15 op 100 bladeren dergelijk sterretje witziekte (1 vlekje)
vertonen dan is de schadedrempel bereikt. Voor erg gevoelige rassen is het
belangrijk tijdig te starten met waarnemen zodat men tijdig kan behandelen.
Wat is het voordeel van een ras minder gevoelig aan
bladschimmelziekten?
Een ras dat minder gevoelig is aan bladschimmelziekten zal u meer flexibiliteit geven
wat betreft behandelingstijdstip omdat het normaal langer zal duren voor de
behandelingsdrempel bereikt wordt (of verdere uitbreiding) voor een van de
bladschimmelziekten.
In een jaar met lage ziektedruk kan dit betekenen dat een fungicidebehandeling
overbodig wordt. In een jaar met hoge ziektedruk kan een tweede behandeling
vermeden worden in dergelijk ras.
Een mindere gevoeligheid, in het bijzonder voor Cercospora, zal ook interessant zijn
in geval van laattijdige rooi en sterke ziekteontwikkeling.
gevoeligheid bladziekten : hoe langer de balk, hoe gevoeliger het ras voor de ziekte
Het is ook zeer belangrijk om de symptomen van de 4 belangrijke
bladschimmelziekten te herkennen en ze te kunnen onderscheiden van de “minder
belangrijke” bladschimmelziekten, deze zijn weergegeven in tabel 2 en 3 op de
volgende pagina’s.
Om het herkennen van ziekten en plagen op het veld makkelijker te maken heeft
het KBIVB ook een gratis App voor Smart Phone ter beschikking. Deze kan
gedownload worden uit de Google Play Store of de Apple store met behulp van
sleutelwoorden: ziekten suikerbiet (u kan ook via onze website terecht).
De waarschuwingsdienst: volg de evolutie van de
bladziekten
GondolaKws
RosalindaKws
Rambler
EleonoraKws
Goodwood
BTS880
BTS370
Prodige
Columbus
Texel
Magellan
Escault
BernadettaKws
TimotheaKws
Mintaramax
Candimax
Benno
BanderaKws
Mercator
Pasteur
Husky
AnnelauraKws
BTS110
BTS520
GeorgettaKws
Stanley
Casanova
Elk jaar coördineert het KBIVB een netwerk van waarnemingsvelden in biet en
cichorei in de gehele teeltstreek. In de zomer wordt vooral de evolutie van de
bladschimmelziekten opgevolgd. De evolutie van deze fytosanitaire problemen kan
bekeken worden op cartografische illustraties op de website van het KBIVB
(www.irbab-kbivb.be > waarnemingsvelden-cartografie).
Op basis van de wekelijkse waarnemingen kan een behandelingsadvies worden
gegeven bij het bereiken van de behandelingsdrempel voor een ziekte (of plaag) in
de waarnemingsvelden. Deze adviezen en andere diverse raadgevingen worden
gratis en minstens één keer per week per email verzonden aan iedereen die hierom
vraagt (zich richten tot: [email protected]). Deze berichten worden eveneens
gepubliceerd op de website van het KBIVB. De waarschuwingsdienst van het KBIVB
ontvangt financiële steun van de regionale ministeries van landbouw.
LouellaKws
LisannaKws
Marjolaine
KassiaKws
Carreau
Balear
Gandhi
Euromax
Cassini
Biscay
Steel
Adler
Baloo
Rentamax
Sanemax
BTS920
BTS990
SympaticaKws
Drafter
EssentiellaKws
Catamaran
Solumax
Siromax
Baribal
Bach
Bora
Perry
in
hoeveel
waarnemingsvelden
de
De
grafiek
hieronder
geeft
weer
behandelingsdrempel werd bereikt in juli en augustus tussen 2009 en 2013 voor
minstens één van de vier belangrijke bladziektes.
100
90
80
70
60
50
2009 ‐ T1
40
2010 ‐ T1
30
2011 ‐ T1
20
2012 ‐ T1
2012 ‐ T2
10
2013 ‐ T1
wk35 25/08 ‐ 31/08
wk34 18/08 ‐ 24/08
wk33 11/08 ‐ 17/08
0
wk32 04/08 ‐ 10/08
roest
wk31 28/07 ‐ 03/08
ramularia
wk30 21/07 ‐ 27/07
witziekte
Bijna jaarlijks blijkt dat een aantal velden tegen eind augustus nooit de
behandelingsdrempel bereiken.
Sommige velden werden niet behandeld aangezien ze vroeg gerooid werden en de
behandelingsdrempel pas eind augustus werd bereikt. In 2012 bereikten 18% van
de velden ook de tweede behandelingsdrempel vanaf midden augustus.
wk29 14/07 ‐ 20/07
cercospora
wk28 07/07 ‐ 13/07
IsabellaKws
Vedeta
Iguane
Zorro
BTS605
BTS180
Om in 2014 over een goede opvolging van de evolutie van de bladschimmelziekten te beschikken volgt het KBIVB een netwerk van +/- 75 waarnemingsvelden in
de bietenteelt en +/- 20 waarnemingsvelden in de cichoreiteelt. Meer dan 45 particulieren werken mee aan dit netwerk. Langs deze weg wensen we de deelnemers te bedanken voor hun zeer nuttige bijdrage!
Grafiek 2: % waarnemingsvelden waar drempel werd bereikt (2009-2013)
6 — 07-08/2014
De Bietplanter
Tabel 2: Bladziekten schadelijk voor de bietenteelt
Ingrijpen wanneer de behandelingsdrempel bereikt is !
WITZIEKTE
Erysiphe betae
CERCOSPORA
Cercospora beticola
RAMULARIA
Ramularia beticola
ROEST
Uromyces betae
SYMPTOMEN
Vroeg stadium
Roodoranje tot bruine oneffenheden, die een roodoranje poeder
(sporen) bevatten, omgeven door
een geelachtige ring.
Kleine stervormige, witte vlekken,
zichtbaar door het blad onder een
bepaalde lichtinvalshoek te plaatsen.
Kleine, ronde grijsachtige vlekken
met een duidelijke donkerbruinroodachtige rand en met in het
midden kleine zwarte puntjes
zichtbaar onder een vergrootglas
(sporendragers).
Kleine, lichtbruine onregelmatige
vlekken, met een onregelmatige
donderbruine rand en met in het
midden kleine witte puntjes zichtbaar onder een vergrootglas
(sporendragers).
Gevorderd stadium
- Schimmelpluis, eerst witachtig,
dan grijsachtig (melig uitzicht), vaak
bedekt met kleine zwarte puntjes.
- Uitdroging van de bladeren.
- Grote bruine zones .
- Uitdroging van de bladeren
(uitzicht van gedroogde tabaksbladeren).
- Grote bruine zones.
- Uitdroging van de bladeren
(uitzicht van gedroogde tabaksbladeren).
- Grote zones met het bruine uitzicht
van roest.
- Uitdroging van de bladeren .
VERSCHIJNINGSTIJDSTIP
- Dikwijls vanaf einde juli,
- Soms na midden augustus.
- Dikwijls na midden augustus,
- Zeer zelden begin juli.
- Dikwijls na midden augustus,
- Mogelijk vanaf eind juli.
- Later in het seizoen,
- Soms reeds in augustus.
VERSCHIJNINGSFREQUENTIE
- Zeer frequent,
- De intensiteit varieert volgens het
jaar, het ras en het veld.
- Frequent,
- De intensiteit varieert volgens het
jaar, het ras en het veld.
- Sporadisch,
- De intensiteit varieert volgens het
jaar, het ras en het veld.
- Frequent maar laat.
WAARDPLANTEN
- Soort Beta
- Soort Beta + spinazie en enkele
onkruiden (melganzenvoet, melde,
papegaaienkruid)
- Soort Beta
- Soort Beta
GUNSTIGE
WEERSOMSTANDIGHEDEN
- Warmte (optimum 20-25°C).
- Afwisseling van warme en droge
dagen en koele en vochtige nachten.
- Geen hevige regen.
- Warmte (optimum 25-30°C).
- Frisheid (optimum 17°C).
- Zeer hoge luchtvochtigheid (voor
- Relatief hoge luchtvochtigheid.
de besmetting).
- Frequente regen (voor de verspreiding van de sporen, van blad tot
blad of van plant tot plant).
- Verplichte parasiet, ontwikkelt zich
enkel op bieten.
- Overwintering op zuiderse wilde
bieten.
- Verspreiding over zeer lange afstanden door luchtstromen en over
korte afstanden door de wind.
- Overwintering in de teeltresten.
- Perceelsgebonden ziekte. Te korte
rotaties en niet-ploegen vermijden
in sterk aangetaste percelen.
- Verspreiding enkel van plant tot
plant, door de regen en de luchtstromen (verspreiding per haarden).
- Overwintering in de teeltresten,
dikwijls perceelsgebonden ziekte.
- Verspreiding over grote afstanden
door de wind en van plant tot plant
door de regen (maar de regen is
niet noodzakelijk).
- Bij vroege verschijning, mogelijke
wortelopbrengstvermindering van 5
tot 10%.
- Weinig invloed op het suikergehalte en de extraheerbaarheid.
- Bij vroege verschijning, mogelijke
suikeropbrengstvermindering van 5
tot 10%.
- Belangrijk effect op de wortelopbrengst, het suikergehalte en de
extraheerbaarheid.
- Weerslag minstens even belangrijk - Moeilijk te schatten, daar de ziekte
als deze van Cercospora, indien de
zich later ontwikkelt en dikwijls
ziekte zich ontwikkelt.
samen voorkomt met Cercospora,
Ramularia en/of witziekte.
OVERLEVING EN
VERSPREIDING
WEERSLAG OP
DE OPBRENGST
- Frisheid (optimum 15-22°C).
- Vochtigheid gedurende lange
perioden.
BEHANDELINGSDREMPELS:
VANAF DE EERSTE SYMPTOMEN VAN EEN OF MEER VAN DEZE ZIEKTEN EN INDIEN …
VOOR
20 augustus
15 % van de bladeren
zijn aangetast
= 15 bladeren
met ten minste één vlek op
100 willekeurig genomen bladeren
5 % van de bladeren
zijn aangetast
= 5 bladeren
met ten minste één vlek op
100 willekeurig genomen bladeren
5 % van de bladeren
zijn aangetast
= 5 bladeren
met ten minste één vlek op
100 willekeurig genomen bladeren
15 % van de bladeren
zijn aangetast
= 15bladeren
met ten minste één vlek op
100 willekeurig genomen bladeren
NA 20 augustus
(in functie vd
rooidatum)
30 % van de bladeren
zijn aangetast
= 30 bladeren aangetast op
100 willekeurig genomen bladeren
20 % van de bladeren
zijn aangetast
= 20 bladeren aangetast op
100 willekeurig genomen bladeren
20 % van de bladeren
zijn aangetast
= 20 bladeren aangetast op
100 willekeurig genomen bladeren
30 % van de bladeren
zijn aangetast
= 30 bladeren aangetast op
100 willekeurig genomen bladeren
De Bietplanter
07-08/2014 — 7
Tabel 3. Bladziekten niet schadelijk voor de bietenteelt
Geen enkele tussenkomst is gerechtvaardigd
PSEUDOMONAS
ALTERNARIA
PHOMA
VALSE MEELDAUW
Alternaria tenuis
Phoma betae
Peronospora farinosa
- Vrij scherp afgelijnde zwartbruine
vlekken, in het begin omgeven
door ontkleurd weefsel. Het weefsel in het centrum van deze vlekken is afgestorven. Er zijn geen
zichtbare schimmelstructuren
zichtbaar onder de microscoop.
Vervolgens scheuren de afgestorven zones (typisch symptoom van
infectie door Pseudomonas).
- De bladrand vergeelt en sterft af.
Verschijnt op gekwetste bladeren
(bv. bij hagel).
Vaak verward met Cercospora
of Ramularia.
Geen enkel fungicide is actief
tegen deze bacteriële ziekte.
- Bruine vlekken die zich aan de
bladrand vormen, en zich geleidelijk naar het centrum uitbreiden,
tussen de nerven.
- Verschijnt dikwijls op planten
aangetast door vergelingsziekte of
met gebrek aan magnesium of
boor.
- Het gebrek aan magnesium is
vaak gekoppeld aan de aanwezigheid van bietencystenaaltjes.
- De combinatie van aaltjes +
magnesiumgebrek + watertekort is
gunstig voor de aanwezigheid van
Alternaria.
- Bruinachtige vlekken met concentrische cirkels, met in het midden
typische barsten en kleine zwarte
puntjes .
- Verschijnt soms op bladeren aangetast door Cercospora of Ramularia.
- Paarsachtig schimmelpluis op
jonge bladeren.
- Gekrulde en gezwollen bladeren,
vooral de hartbladeren.
VERSCHIJNINGSTIJDSTIP
- Van mei tot september.
- Meestal vanaf augustus.
- Meestal vanaf augustus.
- Meestal in juni of juli.
VERSCHIJNINGSFREQWENTIE
- Frequent, soms naargelang het
ras.
- Frequent, vooral in gronden of in
zones aangetast door het bietencystenaaltje.
- Weinig frequent..
- Anekdotisch (uitzondering 2014).
GUNSTIGE WEERSOMSTANDIGHEDEN
- Vochtig en betrokken weer.
- Verdwijnt op natuurlijke wijze bij
droog weer.
- Warmte gepaard gaand met watertekort.
- Warmte (optimum 20°C).
- Koud en vochtig weer.
- Verdwijnt op natuurlijke wijze bij
droog weer.
- Geen.
- Geen.
- Het opbrengstverlies is gerelateerd aan de aanwezigheid van
aaltjes.
- Geen.
- Geen.
Pseudomonas sp
BACTERIE
SYMPTOMEN
In geval van twijfel over
de identificatie van de
aanwezige ziekte, aarzel
niet om contact op te
nemen met uw landbouwkundige of
om een bladstaal in een
open plastiek zak onder
omslag op te sturen
naar
KBIVB-IRBAB
Molenstraat, 45,
3300 Tienen
met vermelding van uw
gegevens
(naam, adres en
telefoon)
WEERSLAG OP DE
OPBRENGST
Welk fungicide gebruiken ?
Max # toep.
VT (dagen)
110
ARMURE
0,70
1
21
108
OPUS TEAM
0,70
‐
45
0,8 ‐ 1,0
2
42
112
Euro/ha (rel)
RETENGO PLUS Roest
28
SPYRALE
Ramularia
1
Handelsnaam
Cercospora
1,00
Witziekte
Dosis (L ‐kg/ha)
De keuze van het fungicide kan bepaald worden door :
- welke ziekte overwegend aanwezig is
- de gevoeligheid van het te behandelen ras.
Slechts 4 fungiciden zijn erkend tegen de vier bladziekten (Cercospora, Ramularia,
witziekte en roest). Retengo Plus mag enkel toegepast worden als fungicide.
Voor alle laattijdig uitgevoerde behandelingen (na 20 augustus) moet men aandacht
hebben voor de veiligheidstermjn VT (tabel 4) indien men geen problemen wil hebben met de levering! Een kortere veiligheidstermijn voor de rooi betekent niet dat
het product een korte nawerking heeft.
Let op: voor de producten Capitan 25 EW en Punch SE vervalt de erkenning
dit jaar op 31 oktober.
De resultaten van de fungicidenproeven van het KBIVB in 2013, een jaar met gematigde en late ziektedruk, met diverse fungiciden en behandelingsdata hebben aangetoond dat bij een late oogst:
- De verschillen in doeltreffendheid tussen producten bestaan maar in een jaar met
geringe ziektedruk zijn de verschillen tussen de producten toegepast op drempel
niet significant (rode balken in grafiek 3).
- Het duurste product is niet noodzakelijk het meest rendabele.
- Een dubbele behandeling half-juli + half-augustus is niet betalend (groene balk in
grafiek 3).
- Een behandeling die 30 dagen te vroeg werd uitgevoerd (= vóór de behandelingsdrempel bereikt werd) is niet rendabel.
In Barry werd de drempel bereikt voor witziekte en Ramularia maar kwam er ook
Cercospora voor. In Ligne werd de drempel bereikt voor Cercospora.
Barry
Ligne
drempel
106
104
DIFCOR 250 EC, GEYSER, PLOVER, INTER DIFENOCONAZOLE 250, TAPIER
0,50
3
21
CORBEL
0,75
1
45
CAPITAN 25 EW
0,60
2
49
PUNCH SE
0,60
2
49
BUMPER P
1,00
‐
30
FORTRESS
0,30
1
28
Grafiek 3: financiële winst in Barry en Ligne na fungicidebehandeling
EMINENT
0,80
2
42
BELROSE
0,80
2
42
Een nieuwe ziekte in Nederland: gele vlekjes
102
Tabel 4. Erkende fungiciden in de biet (mei 2014, formuleringen op basis van zwavel
niet inbegrepen). Legende: groene vakjes : erkend tegen; grijze vakjes : niet erkend
tegen; meer info, zie website KBIVB (lijst erkende fungiciden) of website Fytoweb;
VT : Veiligheidstermijn.
8 — 07-08/2014
De Bietplanter
100
98
Armure 0,7 l/ha
op drempel
In Nederland komt in sommige regio’s een ziekte voor die veroorzaakt wordt door een schimmel die Stemphylium (sp.) heet en die
opbrengstverliezen veroorzaakt.
Herkent u deze gele vlekjes ook op u bietenveld contacteer
ons! ([email protected])!
I N T E R N AT I O N A A L
EU-Oekraïne: akkoord voor tariefvrij invoercontingent voor suiker
Om de Oekraïense economie te steunen bespoedigde de Europese Unie de procedure voor het invoeren van het vrijhandelsakkoord tussen de EU
en Oekraïne.
De beslissing van de Commissie om de EU-markt per
direct te openen voor Oekraïnse import om het land
economisch te steunen, bestaat erin het douaneluik van
het EU-vrijhandelsakkoord met Oekraïne vervroegd en
unilateraal toe te passen. Meer concreet betekent dit de
opheffing van de douanerechten op de import vanuit
Oekraïne (voor 98 procent van de handel).
Door deze unilaterale maatregel zullen de Oekraïense
exporteurs jaarlijks 487 miljoen euro minder douanerechten moeten betalen. Deze handelspreferenties traden al in mei in werking in afwachting dat het globale
associatie-akkoord tussen de EU en Oekraïne van
kracht wordt. Er werd evenwel een vrijwaringsclausule
ingebouwd. Hierdoor zal de EU opnieuw douanetarieven
kunnen invoeren ingeval de Europese markt zou overspoeld worden door Oekraïense import.
Voor suiker, één van de gevoelige producten in het akkoord tussen de EU en Oekraïne, werden communautaire quota tegen nulrecht ingesteld. De jaarlijkse importquota werden vastgesteld op 20.000 ton voor suiker,
op 10.000 à 20.000 ton voor de categorie “andere suikers” en op 2.000 ton voor suikerstropen.
Rusland heeft de WTO onmiddellijk laten weten dat de
handelspreferenties die de EU toekent aan Oekraïne een
bron van discriminatie zijn ten opzichte van de WTO-leden, waartoe Rusland behoort. Argentinië en Venezuela
onderschrijven het standpunt van Rusland. Ook Nicaragua, Ecuador en Cuba zouden zich hierbij kunnen aansluiten.
Oekraïense suikerbietproductie daalt
In de sovjettijd was Oekraïne één van de grootste wereldleveranciers van suiker. Het land produceerde 12 à
15 procent van de wereldproductie en voorzag ook in de
behoeften van de andere republieken. Momenteel produceren nog 32 fabrieken suiker in Oekraïne, hetzij een
zesde van de toenmalige bedrijven.
Vijf suikergroepen zorgen voor twee derde van de productie. De holding Astarta is de eerste suikergroep van
Oekraïne met 26% van de nationale productie. De groep
telt acht fabrieken met een totale verwerkingscapaciteit
van 33.000 ton suikerbieten per dag.
De voorbije jaren heeft Astarta door de sterke stijging
van de gasprijs in Oekraïne, bijna 20 miljoen euro geïnvesteerd in de bouw van een productie-eenheid voor
biogas uit bietenpulp en soja-afval op de site van de suikerfabriek van Globinsky. Het geproduceerde biogas
(methaan) zou het gebruik van aardgas door de fabriek
met 60% moeten verminderen. Dit is een pilootproject
dat door andere fabrieken van de groep kan worden
overgenomen in geval van succes.
De uitzaai en de productie van suikerbieten blijven dalen
in Oekraïne: ongeveer 350.000 ha in 2013/14, hetzij 25
ger dan deze van soja en drie- tot viermaal hoger dan
deze van tarwe of zonnebloemen.
Men verwacht niet dat het bietenareaal opnieuw zal
krimpen tijdens de volgende campagne. De gemiddelde
opbrengst over de vijf laatste jaren bedraagt plusminus
38 ton suikerbieten per hectare. De bieten zijn bestemd
voor de suikerproductie. Er is praktisch geen verwerking
tot alcohol.
Bronnen: USDA sugar report 2013;
Jaarrapport 2013 Astarta ; AgraEurope
Oekraïne: grote suikervoorraden
De voorbije jaren heeft Astarta geïnvesteerd in de bouw
van een productie-eenheid voor biogas uit bietenpulp en
soja-afval op de site van de suikerfabriek van Globinsky.
procent minder dan het jaar ervoor. Deze daling wordt
voornamelijk toegeschreven aan de lage suikerprijs op
de binnenlandse markt. De afgelopen jaren waren de
oogsten goed. Het land slaagde er echter niet in zijn geraffineerde suiker te exporteren. Dit leidde tot overproductie en tot dalende bieten- en suikerprijzen.
In Oekraïne wordt zowat 70 procent van de bieten geteeld door grote bedrijven die geïntegreerd zijn in of verbonden zijn aan agroholdings die hun eigen suikerfabrieken
en
andere
verwante
ondernemingen
(chocoladeproductie,...) beheren. Deze grote bedrijven
worden steeds productiever, dankzij verbeterde teeltmethoden (minder inputs zoals meststoffen,...) en het
gebruik van kwaliteitszaad.
Een andere factor die de lagere bietenuitzaai verklaart is
de stijging van de meststofkosten in Oekraïne de laatste
jaren. Hierdoor kiezen vooral de kleine producenten
voor meer rendabele teelten zoals soja, maïs, zonnebloem of tarwe. De productiekosten van bieten zouden
in 2012 ongeveer 1.600 $/ha bedragen, wat tweemaal
hoger is dan de productiekosten van maïs, driemaal [email protected]
Cichorei Oreye: gewasgroei blijft achter
Ondanks een uitzaai in zeer goede
omstandigheden, ontwikkelt het
gewas zich nu minder goed dan
aanvankelijk gehoopt.
De minder goede bodemstructuur
na de abnormaal milde winter en
het zeer droge weer bij de gewasopkomst in april, geven heel wat
planters reden tot zorgen.
Het relatief koele weer in de maand
mei, met toch een aantal felle onweersbuien, hebben in sommige
1974berokkend.
- 2014
streken veel schade
Een tiental hectare diende opnieuw
tio
n
ans
im po
rta
Volgens de suikerproducentenvereniging Ukrtsukor
zal Oekraïne tijdens de campagne 2013/2014 tussen
1,2 en 1,4 miljoen ton suiker produceren of 40 procent
minder ten opzichte van vorig jaar. De afname wordt
veroorzaakt door het verminderde bietenareaal. Door
de goede oogsten van de voorbije jaren kan de Oekraiense suikerproductie voorzien in de behoeften van het
land. Maar zij hebben ook geleid tot suikeroverschotten. Oekraïne heeft problemen om deze af te zetten.
Het land exporteert wel naar de leden van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (zoals Kazakhstan,
Kirghizistan, Georgië en Moldavië), naar het MiddenOosten en naar een paar EU-buurlanden. Maar de onderhandelingen met Rusland, de meest attractieve
exportmarkt voor Oekraïense suiker, hebben niet geleid tot belangrijke suikerverkopen de laatste jaren. De
suikervoorraden blijven dus groot en de binnenlandse
prijzen weinig aantrekkelijk. Hierdoor kromp het
bietenareaal in 2013 met ongeveer 25 procent.
Voor de komende campagne 2014/15, besliste de ministerraad de minimumaankoopprijs voor suiker met 1
procent te verhogen. De minimumaankoopprijs voor
bieten zou stijgen met 1,6 procent.
De consumptie van geraffineerde suiker in Oekraïne
schommelt tussen 1,7 en 1,9 miljoen ton, naargelang
de economische situatie.
d’i m p ortatio
gezaaid te worden en in sommige
gevallen werd besloten over te
zaaien. Dit maakte het natuurlijk
ook lastig voor de onkruidbestrijding, die al niet gemakkelijk was
door de onregelmatige opkomst
over meerdere weken.
Gemiddeld is de teeltsituatie niet
zo best dit jaar. Maar doordat het
teeltseizoen dit jaar vroeger van
start ging in vergelijking met andere jaren, kan de eventuele achterstand hopelijk nog worden ingehaald.
Zware onweders en hagelbuien bezorgden heel wat planters kopzorgen.
n
De SUPER ZOMERVOORWAARDEN van MONOSEM
zijn terug! Tot 19% EXTRA in juli 2014
Voor details over de voorwaarden raadpleeg snel uw DistriTECH DEALER - Zie ook www.distritech.be
Bezoek ons op
Kiezen voor zekerheid
NG Plus 4
NC Classic
NC Technic
Meca V4
Stand 09-03
De garantie van een
kwaliteitsvolle service
DistriTECH
Tel : 04 377 35 45 – www.distritech.be JOSKIN
De Bietplanter
07-08/2014 — 9
N I E U W S U I T D E F I R M A’ S
Limagrain Belgium presenteert zijn gamma voor 2014-2015 AVEVE houdt
‘Dag van het gras’
Op 4 juni nodigde Limagrain Belgium de landbouwpers en voorlichters uit op zijn proef- en demonstratievelden in Tiegem.
Eind mei organiseerde AVEVE een ‘Dag van het
gras’ in Meulebeke. Deze werd ingeleid door een
uiteenzetting over veevoeding waarna een veldbezoek volgde met uitleg over fyto- en meststofproeven en de teelttechnische aspecten van grasland.
Cofabel, invoerder van John Deere in België, demonstreerde er met zijn machines voor maaien,
persen, hakselen,...
Wintertarwe
Ook voor 2014 selecteerde Limagrain zijn wintertarwerassen naar de noden van de Belgische markt, waarbij voornamelijk rekening wordt gehouden met een hoge
opbrengst en een hoog hectolitergewicht. Dit jaar wordt
gekenmerkt door een vroege, intense geleroestdruk.
Dankzij de goede werking van de triazolen en SDHI-producten kunnen de planten met geleroestaantasting bijna
volledig herstellen. Essentieel hierbij is dat tijdig behandeld wordt zodat het mogelijke opbrengstverlies tot nul
kan herleid worden.
De meeste Limagrainrassen zijn bruikbaar zowel in de
veevoeding als voor de ethanol- en zetmeelproductie.
Onder de alternatieve rassen biedt Tybalt een zeer hoge
opbrengst en kan tot half april gezaaid worden.
Onder de vroege rassen wordt Celulle nu massaal gezaaid op zandleemgronden, is de topper wat hectolitergewicht betreft, rijpt snel af, is rap dorsklaar en heeft
een uitstekende bakkwaliteit. Rubisco combineert
vroegrijpheid met topopbrengst en Mulan heeft een
zeer goede aarfusariumresistentie en geeft veel stro.
Onder de halfvroege/halflate rassen is Intro een vaste
waarde aan het worden dankzij zijn zeer hoge opbrengsten in leemgronden vorig jaar en zijn BPS-kwaliteit.
Elixer munt eveneens uit door zijn hoge opbrengst in
klei- en leemgronden en door zijn zeer goede aarfusariumresistentie. Tobak verzekert topopbrengsten, is zeer
goed wintervast en geeft veel stro.
Speciale aandacht gaat ook naar de nieuwigheden Reform, Anapolis en Granamax. Reform combineert
kwaliteit en opbrengst, is goed legervast en heeft een
zeer goede aarfusariumresistentie. Anapolis heeft ook
een uitstekende aarfusariumresistentie, is zeer gezond
en biedt topopbrengsten. Granamax biedt een zeer
goede geleroestresistentie en scoort uitgesproken goed
op lichte grond.
Wintergerst
In wintergerst werd Paso massaal gezaaid in 2013. Door
zijn sterke wintervastheid, goede uitstoeling en dito stevigheid, wordt de teelt van Paso eenvoudig en betrouwbaar.
Daarnaast is Antonella de sterke nieuwkomer: het is
een halfvroeg ras, met zeer regelmatige opbrengsten,
goede legervastheid en wintervastheid en een extreem
goede bladgezondheid. Het is van groot belang om op
tijd te verkorten terwijl 1 behandeling voor ziektebestrijding doorgaans volstaat.
Suikerbieten
Onder de Betaseedrassen blijft Goodwood het meest
Seminarie veevoeding
Met een financieel inkomen van 111,2% geeft het rhizomanieras BTS 520 oogstzekerheid, bevestigt Wannes Dermaut.
gekende. Goodwood heeft een lage grondtarra, een
zeer hoog suikergehalte en zeer hoog financieel inkomen en is momenteel op grote schaal uitgezaaid in België. Maar Betaseed komt vandaag met totaal vernieuwd
gamma:
BTS 520 en BTS 110 in rhizomanie
Anti-rhizomanierassen voor de toekomst zijn BTS 520
en BTS 110. In de KBIVB-proeven 2012-2013, was BTS
520 de nummer 1 voor financieel inkomen met 111,2%,
terwijl BTS 110 de nummer 2 was voor financieel inkomen met 108,5%. Dit ras heeft een zeer goede ziekteresistentie en een zeer lage tarra.
BTS 990: nieuw topras tegen nematoden
Met de nieuwe anti-nematoden en rhizoctoniarassen is
het BTS-gamma nu compleet:
Met het anti-nematoden ras BTS 990 wordt het financiele inkomen liefst met tot 15% verhoogd. Daarnaast
staat BTS 990 in voor een zeer hoog suikergehalte gecombineerd met een zeer hoge wortelopbrengst, evenals voor een goede bladgezondheid.
BTS 605 tegen rhizoctonia
Met het anti-rhizoctonia ras BTS 605 wordt komaf gemaakt met een aantal neveneffecten bij rhizoctoniatolerante rassen, waarvan teveel schieters het grootste probleem vormden. Daarenboven heeft BTS 605 een
financieel inkomen van tot 5% hoger dan de beste standaard (KBIVB 2012-2013), een hoog suikergehalte
104% (KBIVB 2012-2013) en een uitmuntende bladziekteresistentie.
Daarnaast is er ook BTS 180 van zijn kant heeft een zeer
goede tolerantiegraad tegen rhizoctinia en de hoogste
wortelopbrengst van alle geteste rhizoctoniarassen.
Met beide nieuwe rassen kunnen de bietentelers voortaan rhizoctonia doeltreffend aanpakken.
Pomagro: een nieuwe opslag- en productiehal in Tienen
Het bedrijf Pomagro heeft geïnvesteerd in een nieuwe
opslag- en productiehal in Tienen. Het heeft nu twee
breek-, meng, en laadlijnen met een capaciteit van meer
dan 150 ton per uur elk, of een effectieve laadcapaciteit
van 6-8 vrachtwagens per uur.
Pomagro produceert minerale meststoffen op basis van
Haspargit gederiveerd uit suikerbieten en meer bepaald
uit de bijproducten verkregen uit de productie van citroenzuur uit melasse. De oprichting van Pomagro had
een direct verband met de ontwikkeling van de activiteiten van de “Citrique Belge” (producent van citroenzuur
uit melasse). Melasse bevat ongeveer 50% suiker, naast
water, mineralen en eiwitten. Begin de jaren ’80 slaagde
men erin de mineralen en de eiwitten af te scheiden van
het afvalwater. Hierbij ontstonden twee nieuwe bijproducten: de gedemineraliseerde vinasse die rijk is aan
eiwit en een dubbelzout van calcium- en kaliumsulfaat
dat later de merknaam HASPARGIT kreeg.
Naast Haspargit werden andere complementaire grondstoffen aangekocht die vandaag twee derde van de verwerkte hoeveelheden vertegenwoordigen.
Pomagro wil via haar expertise, de aangereikte oplos10 — 07-08/2014
De Bietplanter
Pomagro beschikt over twee parallelle breek-, meng- en laadlijnen met een capaciteit van meer dan 150 ton per uur elk.
singen en een lange termijn partnerschip, het economisch belang van klanten en leveranciers veiligstellen.
Het wil op een respectvolle manier omgaan met het milieu en gelijke tred houden met de eisen van de samenleving, met als kernwaarden: innovatie, klantgerichtheid,
kwaliteit als norm, duurzaam ondernemen en integriteit.
Zie ook de nieuwe website van Pomagro:
www.pomagro.be
Om verliezen door minderwaardig product of verkeerde
inkuilmethode te voorkomen vereist het inkuilen van eigen gewonnen ruwvoeders of het stockeren van aangekochte vochtrijke voedermiddelen de nodige aandacht
en tijd. Voor een optimale graskuil als eiwitrijk ruwvoeder in melkveerantsoenen gelden daarom 10 geboden:
vlotte verteerbaarheid, een zo laag mogelijk asgehalte,
een goede bemesting, jong maaien, voldoende voordrogen, de veldperiode zo kort mogelijk houden, een
correct inkuilproces, kuilverbeteringsmiddelen (Silacid
Soft, Feed ‘more’ Combi, landbouwzout), broei vermijden in de zomerperiode en vooral maaien bij goed weer.
Veldbezoek
Tijdens het daaropvolgende veldbezoek, werd nader ingegaan op de fyto- en bemestingsproeven. Wat meststoffen betreft, gaat de aandacht naar de zwavelbemesting Sulfonit en Sulfazote. Sulfonit is een stikstofmeststof
in korrelvorm met zwavel. Sulfonit voegt zwavel toe onder sulfaatvorm en is dus onmiddellijk beschikbaar voor
de plant. Sulfazote is een vloeibare stikstofmeststof met
zwavel. Het is een unieke combinatie van nitrische, ammoniakale en ureïsche stikstof en zwavel in sulfaatvorm
die de zwavelvoorraad aanvult en beschikbare stikstof
spreidt over het groeiseizoen.
Daarnaast verhoogt de meststof Haspargit® die kalium,
calcium, zwavel en magnesium bevat -vier van de voornaamste voedingselementen- het rendement en de
kwaliteit van de teelten. Aangezien veel processen zoals
de waterhuishouding in de plant afhankelijk zijn van kalium, wordt kalium ook wel eens ‘het kwaliteitselement’
genoemd. Buiten de klassieke akkerbouwteelten hebben ook veel groenten een hoge behoefte aan kalium.
Gewassen met een hoog calciumgehalte bewaren beter. Het element zwavel verhoogt dan weer de stikstofopname van de plant. Tenslotte is magnesium belangrijk voor de bladontwikkeling en de vorming van stoffen
zoals suikers, eiwitten en zetmeel. Kortom, Haspargit
voorziet in de meeste van de voornaamste voedingsstoffen voor de plant. Daarom is Haspargit uiterst geschikt voor tal van akkerbouwgewassen.
Voor blijvend grasland, commercialiseert AVEVE de
graslandmengsels Superstar prima, prima blanc, tetra,
complex, extra, premix en super. Voor tijdelijk grasland
zijn Mixital en Mixital plus voorhanden terwijl Superstar
horsemix geschikt is voor paarden- en schapenweiden
en Superstar restart garant staat voor het herstel van
grasland.
Zwavelbemesting met Sulfonit en Kornkali staat garant
voor een optimaal rendement.
N I E U W S U I T D E F I R M A’ S
SESVanderHave bouwt hoogtechnologisch onderzoekscentrum in Tienen
SESVanderHave investeert meer dan 10 miljoen euro in een gloednieuw hoogtechnologisch onderzoekscentrum op de nabijgelegen terreinen van de Feed
Food Health-site in Tienen. Met de bouw van dit centrum wil SESVanderHave
haar R&D-capaciteit naar een hoger niveau tillen. Het onderzoekscentrum zal
meer dan 20.000 m2 groot zijn en tot 50 mensen tewerkstellen vanaf 2015.
Toptechnologie onder glas
Rob van Tetering, CEO van SESVanderHave, wijst op de noodzaak van dit nieuwe onderzoekscentrum: “de huidige infrastructuur van SESVanderHave moet
worden aangepast voor alle onderzoeksprojecten die het bedrijf wil uitvoeren.
Daarom werd geopteerd om de R&D-activiteiten uit te breiden op de Feed Food
Healthterreinen. Dankzij dit nieuwe glazen hoogtechnologisch centrum, zal
SESVanderHave het onderzoek verder
kunnen uitbreiden en perfectioneren. Zo
zullen sneller nieuwe en betere rassen op
de markt kunnen komen: suikerbieten
met hogere opbrengst, een betere ziekteresistentie en die minder afhankelijk zijn
van gewasbeschermingsmiddelen.”
Het Feed Food Health-project van de
stad Tienen werd ingericht als een innovatief en kennisgerichte werkomgeving
voor onderzoek, ontwikkeling en productie, verduidelijkt Marcel Logist, burgemeester van Tienen. Dit project werd
trouwens alleen mogelijk met de samenwerking van de verschillende partijen met
name de Provinciale Ontwikkelingsmaat-
schappij Vlaams-Brabant, de KULeuven
en het regionale bedrijfsleven. De bouw
van het onderzoekscentrum zal in de
winter aanvatten en tegen de herfst van
2015 zullen de eerste compartimenten
operationeel zijn. De onderzoekscapaciteit van SESVanderHave zal met factor
2.5 worden uitgebreid.
“Bij de bouw van het complex gaat veel
aandacht uit naar de ecologische voetafdruk van het bedrijf”, verduidelijkt Rob
van Tetering: “zo wordt een eigen warmtepomp geïnstalleerd die niet alleen de
temperatuur in het R&D-complex zal regelen, maar ook restwarmte zal kunnen
geven aan de rest van het bedrijf. Ook het
regenwater zal worden hergebruikt, terwijl met de nieuwste milieuvriendelijke
lampen en schermen zal worden gewerkt,
die nauwelijks lichtververvuiling zullen
geven voor de omgeving. Nog worden de
strengste regels gehanteerd op vlak van
veiligheid en netheid.Tot slot, wilde SESVanderHave de knowhow van het bedrijf
centraal houden in Tienen, dat het hoofdkwartier en kenniscentrum is van de internationale groep.”
Ondertekening van het compromis voor de bouw van het nieuwe onderzoekscentrum
van ruim 20.000 m2, dat tot 50 mensen zal tewerkstellen.
SESVanderHave heeft een nieuwe
herbicide-tolerante suikerbiet
ontwikkeld
SESVanderHave, internationaal marktleider in de suikerbietensector, heeft een
nieuwe herbicide-tolerante suikerbiet
ontwikkeld. Deze technologie werd ontwikkeld in de eigen R&D-afdeling van
SESVanderHave en biedt telers wereldwijd een nieuwe optie in onkruidbestrijding. De technologie van SESVanderHave is gebaseerd op het conventionele
kweken van suikerbietenvariëteiten die
tolerant zijn voor bepaalde ALSremmers,
een categorie van breedspectrumherbiciden.
Dankzij deze nieuwe, herbicide-tolerante
variëteiten krijgen de telers de kans om
meer nieuwe, breed werkende herbiciden
te gebruiken om zo het onkruid onder
controle te houden. Daarbij zijn lagere
dosissen en minder toepassingen vereist
dan bij de huidige onkruidbestrijdingssystemen.
SESVanderHave ging in 2009 samen met
Bayer CropScience van start met dit project. De eerste variëteiten zullen binnen
enkele jaren op de markt beschikbaar
zijn.
Deze nieuwe technologie zal zorgen voor
een meer doeltreffende, eenvoudigere en
flexibelere onkruidcontrole voor de telers,
met als gevolg een nog concurrentiëlere
positie en een versteviging van de gehele
suikerbietenketen.
Granen: de nieuwe rassen van Jorion-Philip-Seeds
Het jaarlijkse demoveldbezoek op 5 juni stond in het teken van de twintigste
verjaardag van de oprichting van Philip-Seeds en was eveneens de eerste
verjaardag van de samenwerking Jorion-Philip-Seeds. Joris Vanmeirhaeghe,
commercieel directeur, gaf tekst en uitleg rond het thema granen en stelde de
belangrijkste rassen en nieuwigheden voor op de demovelden.
Algemene beschouwingen vooraf
Terugblikkend op die 20 jaar, is het aanbod aan rassen vergroot en verbeterd,
stelt Joris Vanmeirhaeghe. Vandaag geven in het gamma Philip-Seeds de rassen
Arezzo, Bergamo, Rustic en Meeting,...
en in het gamma Jorion de rassen Avatar,
Célébration, Espart, Memory,... ook in de
tarwemarkt een sterke positie aan het bedrijf.
De laatste uitzaaiperiode was terug niet
gemakkelijk: voor wintertarwe bedroeg
het areaal in Vlaanderen 64.000 ha tov
56.000 ha in 2013 en 73.000 ha in 2012.
In Wallonië is er een constante zodat het
nationale areaal net boven de 200.000 ha
komt. Wintergerst in Vlaanderen blijft stabiel met 12.000 ha en nationaal iets meer
dan 40.000 ha.
Ingevolge de extreem zachte winter, bleef
de groei constant en noteerde men begin
maart een voorsprong van zo een drie
weken tov een normaal jaar. De stikstofreserves waren laag waardoor de stikstofadviezen gemiddeld hoger lagen dan
de vorige jaren. Door de minder gunstige
ontwikkeling van gele roest in de maand
maart, kon een eerste behandeling (T0)
worden uitgesteld tot begin april. De T1
werd einde april uitgevoerd. Uiteindelijk
is in de tarwe 3 à 4 weken later de T2 of
aarbehandeling uitgevoerd. De tarwe
heeft nog altijd een voorsprong van on-
geveer 2 weken tov van een normaal jaar.
Volgens de laatste voorspellingen zal
wintergerst eind juni en wintertarwe eind
juli geoogst worden.
Wintertarwe
Toprassen voor 2014 zijn o.a. Avatar,
Bergamo, Grapeli, Meeting en Joker.
Avatar geeft veel kilo’s, stoelt zeer goed
uit, is tolerant voor de oranje tarwegalmug en geschikt voor tarwe na maïs en
tarwe na tarwe. Bergamo is een kwaliteitsvolle B1 tarwe, met een correcte opbrengst en kouderesistent, een ras dat nu
moet doorbreken. Grapeli is een voedertarwe met een goede resistentie voor
septoria en bruine roest evenals voor
oogvlekkenziekte, een ras met carrièremogelijkheden. Meeting is ziekteresistent, productief, stoelt goed uit en is geschikt voor tarwe na maïs. Joker,
gelanceerd in 2013, combineert productiviteit met kwaliteit, is ziekteresistent, het
ras leunt aan bij Arezzo qua kwaliteit. Onder de vaste waarden vermelden wij
Arezzo, geïntroduceerd in 2011, een B1
tarwe die productiviteit met kwaliteit
combineert, een goede resistentie voor
gele roest vertoont, waardoor het ras geschikt is voor zaai na maïs. Rustic nog
een B1 tarwe, blijft een vaste waarde,
met als sterke punten kwaliteit en zeer
goede resistentie voor gele en bruine
roest en geschikt voor tarwe na maïs.
Onder de nieuwigheden in wintertarwe, zijn Mentor, Memory en Liessart veelbelovende productieve rassen, bevestigt Joris Vanmeirhaeghe.
Nog een vaste waarde is het ras Célébration, een B2 tarwe met een goede opbrengst en een hoog HL-gewicht alsmede een goede ziekteresistentie.
Bij de nieuwe rassen is er Mentor, een
halflaat ras dat productiviteit met kwaliteit combineert en tolerant is voor gele en
bruine roest. Daarnaast is er Memory,
een B2 tarwe, productief, ziekteresistent,
met hoge aarvruchtbaarheid, die marktklaar is voor het aanstaande seizoen.
Nog een nieuwigheid is Liessart, een B1
tarwe, met opbrengst, kwaliteit en ziekteresistentie, een zeer gezond ras dat in
2014 gelanceerd wordt.
Wintergerst
Een vaste waarde is Gigga, een vroege
en kwalitatieve gerst met een zeer goed
potentieel en zeer resistent voor dwer-
groest, Het ras blijft nog belangrijk in
Vlaanderen. Casino is een productieve,
zeer vroege wintergerst met een zeer
hoog HL-gewicht. Dan is er nog Proval,
een erg stabiele en regelmatige voedergerst, die topbrengsten levert.
Onder de nieuwigheden, vermelden wij
Tamina en Sanrival. Tamina is een zeer
sterke en legervaste gerst spijts zijn lengte, het ras geeft een antwoord op de
Duitse rassen. Sanrival van Jorion, ingeschreven op de Belgische rassenlijst in
2012, is een nieuw ras met een enorm
potentieel, stoelt goed uit en is ziekteresistent.
Daarnaast zijn er Daxor, legervast en
ziekteresistent, een opbrengsttopper en
Silex, met opbrengst en kwaliteit van de
korrel, beide rassen worden gelanceerd
voor 2014.
De Bietplanter
07-08/2014 — 11
Omdat u geen
kantooruren
kent...
...maken wij ons vrij wanneer het u past.
Bankieren met gezond verstand
12 — 07-08/2014
De Bietplanter