JULI-AUGUSTUS 2014 N° 512 - 48 ste jaargang EU: uitzaai in goede omstandigheden. In Duitsland werd de uitzaai afgerond met 3 weken voorsprong. Ook in Frankrijk, maar daar worden opkomstproblemen gemeld op 20% van het areaal. In Polen werd 3% meer uitgezaaid en de uitzaai werd 10 dagen eerder afgerond. Bernhard Conzen wordt voorzitter van de CIBE. Bernhard Conzen, voorzitter van het Rheinische Rübenb a u e r- Ve rband, werd verkozen tot voorzitter van CIBE, de internationale confederatie van Europese suikerbietplanters, tijdens de Algemene Vergadering die plaatsvond op 21 mei jl. in Solothurn (Zwitserland). Wereldsuikervoorraden vertegenwoordigen meer dan 45% van de wereldvraag. Volgens ISO, zijn de wereldsuikervoorraden op het hoogste niveau en kunnen zij nog stijgen tot 80 miljoen ton tegen het eind van de campagne 2014. Volgend jaar, zou wereldvraag en -aanbod meer in evenwicht moeten zijn, zelfs rekening houdend met het klimaatfenomeen “El Niño” dat in India droogte en in Brazilië en de rest van Latijns-Amerika te veel regen veroorzaakt. El Niño is te wijten aan de sterke opwarming van het zeewater van de Stille Oceaan en wordt verwacht in de herfst van 2014 met een probabiliteit van 80%. Daling van de EU-suikerprijs en zwakke suikerkoers op de wereldmarkt. Eind juni, bedroeg de notering voor een ton witte suiker 345 euro per ton (Londen). Oorzaak: suikeroverschotten op wereldschaal voor het vierde opeenvolgende jaar en wereldvoorraden op hun hoogste niveau. Op de Europese markt, blijft de prijs van witte suiker dalen: 574 euro per ton in april, hetzij 30 euro minder dan in februari en 150 euro minder dan vorig jaar op hetzelfde moment. De Bietplanter M A A N D B L A D V A N D E C O N F E D E R AT I E V A N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265 Hoofdartikel door Valerie Vercammen, Secretaris-generaal van de CBB SWOT–analyse: deel 4 (einde) de risico’s van het postquotum Vormt het einde van de quota een bedreiging voor de Europese bietsuikerketen? Het vierde en laatste deel van deze SWOTanalyse probeert een antwoord te bieden op deze vraag. Wat zullen we doen met al die Europese suiker? Nu al kondigen alle Europese suikerfabrikanten aan dat ze 15 tot 20% meer suiker zullen produceren na de quota. Een snelle berekening: vandaag produceren we in de EU ongeveer 17 miljoen ton suiker (13.5 miljoen ton quotumsuiker en 3.5 miljoen ton buitenquotumsuiker, vermits er na de quota slechts 1 soort suiker zal bestaan). Het suikerverbruik in de EU wordt vandaag geraamd op 16.5 miljoen ton met een groei van 1% per jaar. Een verhoging van de productie van 20% betekent dus meer dan 20 miljoen ton Europese suiker. De preferentiele akkoorden met de ACP- en MOL-landen blijven bestaan (potentieel van 2.5 tot 3 miljoen ton suiker die heffingvrij kan binnenstromen), evenals de bestaande invoerquota (1.2 miljoen ton met landen als Brazilië, Cuba, de Balkanlanden en landen van Zuid- en Centraal Amerika). Maar hier stopt het niet bij: de volgende handelsakkoorden met belangrijke suikerproducerende landen staan nog op de Europese agenda: ZuidAfrika, USA, Thailand, India en de Mercosur (Brazilië!). De hamvraag is dus: “wat zullen we doen met al die suiker?”. Ik deel de visie van sommige experten dat, bij een lage Europese suikerprijs gecombineerd met een betere prijs op de wereldmarkt de suiker uit de ACP- en MOL-landen niet meer op de EU-markt zou komen. Ook al trekken we 2.5 à 3 miljoen ton invoer af, dan nog blijft de Europese markt oververzadigd. Rendabiliteit van de keten in het gedrang Geen vrije export op de wereldmarkt = einde Europese suikerindustrie! in hun respectievelijke studies een stijgende productie van isoglucose. Na 1 oktober 2017 vallen ook de isoglucosequota weg. Vandaag bedraagt de productie van isoglucose in Europa 700.000 ton: Hongarije en België zijn de grootste producenten met respectievelijk 220.000 en 115.000 ton. ISO-experten schatten het maximale potentieel voor isoglucose in op 2 miljoen ton, de Commissie op 2.4 miljoen ton. Volgens de Federatie van Europese Zetmeelproducenten (AAF) zou isoglucose 20% van de suiker kunnen vervangen, sommige experten spreken van 30%. Twee bedenkingen: bij lage suikerprijzen is isoglucose niet concurrentieel en in de USA, waar isoglucose al lang is ingeburgerd, keert men door de controverse over de rol van isoglucose in obesitas steeds meer terug naar “echte” suiker. Een belangrijke uitlaatklep voor het suikeroverschot zal de export op de wereldmarkt zijn. De Europese Commissie heeft de bietsuikerketen de garantie gegeven dat het exportplafond van 1.35 miljoen ton zal worden opgeheven door de WHO (Wereldhandelsorganisatie) bij het wegvallen van de quota. Dit is essentieel voor de keten en wij rekenen dan ook op de politieke steun van alle betrokken beleidsmakers. Mocht het plafond niet worden opgeheven, betekent dit simpelweg het einde van de Europese suikerindustrie! Dit is een doemscenario waar we liever niet aan willen denken, maar dat in de wandelgangen wel eens wordt geopperd… Stevia Kijk eens rond in het warenhuis: softdrinks, koekjes, yoghurt, chocolade,… Sinds stevia in december 2011 werd toegelaten in de EU lijken alle grote merken één of ander product op basis van stevia in hun assortiment op te nemen. Sprite is in 2013 overgeschakeld naar een mix van suiker en stevia en een paar weken terug werd de CoCo Cola “LIFE” op basis van stevia gelanceerd, een groen blikje dat moet inspelen op het gezondheidsideaal van de consument. De productie van stevia bedraagt nu wereldwijd slechts 5.000 ton per jaar. Binnen 2 à 3 jaar voorspellen analysten een verdubbeling van de productie. (Veel) te veel suiker zal onvermijdelijk leiden tot een druk op de Europese suikerprijs. Experten van de Europese Commissie en ISO (International Sugar Organization) voorspellen zeer lage Europese suikerprijzen tot 2023: tussen 405 en 450 euro per ton. Dit roept bij mij onmiddellijk vragen op i.v.m. de rendabiliteit van de suikerproductie en hieraan onvermijdelijk gekoppeld de rendabiliteit van de suikerbietteelt voor de Europese en Belgische suikerbietplanters. Wat is aan dergelijke prijzen nog winstgevend? Wie zal de veldslag winnen? Ik sluit dus zeker geen verdere consolidatie van de Europese suikersector uit. Potentiële concurrenten Isoglucose Zowel de Commissie als ISO weerhouden Deze vier edito’s vormen de toekomstvisie van de CBB voor het postquotum. Herlees ze op onze website: www.cbb.be Evolutie van de suikerprijs €/t Een excellente eindpopulatie in combinatie met de snelste bodembedekking. Evolutie van de prijs van de witte suiker in €/t 2008-2014 800 : EU marktprijs : Wereldmarktprijs 700 600 574 €/t 500 400 300 345 €/t da’s typisch sesvanderhave. 200 jun-14 mars-14 jun-13 dec-13 sept-13 mars-13 jun-12 dec-12 sept-12 mars-12 jun-11 dec-11 sept-11 mars-11 jun-10 dec-10 sept-10 mars-10 jun-09 dec-09 sept-09 dec-08 sept-08 De mars-09 100 Bietplanter vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265 M A A N D B L A D V A N D E C O N F E D E R AT I E V A N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S Verantwoordelijke uitgever: Mathieu VRANCKEN, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie: V. VERCAMMEN Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine Moyart Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek: KBIVB Tienen Druk: Corelio Printing Jaarabonnement € 12,00 EU-land € 22,00 niet EU-land € 27,00 IBAN : BE 70 1031 0384 3925 BTW BE 0445.069.157 Tel. 02/513 68 98 - Fax 02/512 19 88 E-mail: [email protected] www.cbb.be Welkom op onze stand in Libramont w w w. s e s va n d e r h av e . c o m De Bietplanter 07-08/2014 — 1 CONGRES AMPBCS Suikerriet- en suikerbietplanters tegenover de zwakke suiker- en Het congres van de wereldfederatie van suikerbietplanters en suikerriettelers (AMPBCS) dat vorige maand plaatsvond in Brussel, was de ideale gelegenheid om de bezorgdheden van de suikerbiet- en suikerriettelers wereldwijd in kaart te brengen. Zo werden onder meer volgende onderwerpen aangesneden: de daling van de suiker- en ethanolprijs op de wereldmarkt, de vooruitzichten met betrekking tot vraag en aanbod, de wisselkoers ten opzichte van de dollar, de energieprijs of nog de evolutie van het overheidsbeleid op het vlak van suiker (productiesteun of liberalisering, nieuwe handelsovereenkomsten, investeringen en energiebeleid). Momenteel neemt Roy Sharma, voorzitter van de Zuid-Afrikaanse plantersvereniging, het voorzitterschap van de wereldfederatie waar. Zuid-Afrika is de grootste suikerproducent van Afrika met een export van 0,5 miljoen ton per jaar. Een situatie die absoluut niet representatief is voor de rest van Afrika dat ruim deficitair is op het vlak van suiker. Afrika, eldorado van de toekomst? Afrika, een jong continent met een bevolking die exponentieel groeit, moet een antwoord bieden op een steeds groeiende suikervraag. Veel Afrikaanse landen beschikken nochtans over een groot productie-potentieel maar om het te benutten, zijn investeringen noodzakelijk evenals meer politieke stabiliteit. Op de wereldkaart die vraag en aanbod van suiker weergeeft, stelt men vast dat de belangrijkste deficitaire gebieden zich in Noord en Centraal Afrika (-8 Mt), in het Midden-Oosten (-6 Mt) en in mindere mate in Europa en Azië bevinden. Verschillende Afrikaanse landen zijn zich bewust van dit tekort en van het feit dat zij over veel ongebruikte gronden van prima kwaliteit beschikken. Daarom nemen ze deel aan tal van ontwikkelingsprogramma’s. In Marokko werd een programmacontract afgesloten in 2007 tussen de Staat en Fimagri (Marokkaanse Interprofessionele Suikerfederatie) om de suikersector te moderniseren. Er wordt gewerkt rond de volgende thema’s: gebruik van rhizomanie- en nematodetolerante rassen, mechanisering van de uitzaai en de oogst, uitbreiding van de fabriekscapaciteit, water- en energiebesparing, productie van witte suiker in plaats van ruwe suiker,... De suikerfabrieken vormen de kern van de ontwikkeling van de sector. Ze zorgen voor de aankoop van landbouwproductiemiddelen, de planning en opvolging van de gewassen, de omkadering van productie en research, bijstand in geval van overstromingen en vorst,... Dankzij dit programma steeg het rendement gemiddeld van 7,9 naar 10.4 ton suiker per ha tussen 2006 en 2013. Tegen 2020 zal er 600 miljoen euro worden geïnvesteerd (waarvan 180 miljoen euro voor de landbouwers). Tegen 2020 wil men de huidige bietenoppervlakte met een suikeropbrengst van 11 ton per ha verdubbelen en streeft men naar een Marokkaanse suikerproductie (riet + suikerbieten) die 62 % van de Marokkaanse consumptiebehoeften kan dekken (momenteel dekt Marokko slechts 30 % van zijn suikerbehoefte). In Malawi, produceren twee performante suikerfabrieken, filialen van de Zuid-Afrikaanse groep Illovo, zelf een filiaal van de Britse groep ABF, jaarlijks 360.000 ton suiker uit 25.000 ha suikerriet. De fabrieken bezitten 90% van het areaal. De resterende 10% is in handen van de planters en wordt door hen bewerkt. Malawi be2 — 07-08/2014 De Bietplanter schikt over kwaliteitsgronden, voldoende water en gekwalificeerd personeel. De helft van de productie wordt afgezet op de lokale markt. De andere helft wordt uitgevoerd: voornamelijk naar de EU die Malawi douanevrije en quotavrije toegang verleend als ACS-land (ongeveer 130.000 ton per jaar), maar ook naar de Amerikaanse markt via AGOA (Africa Growth and Opportunity Act), alsmede naar de omringende landen. De bouw van een derde suikerfabriek staat nog op het programma. Andere projecten kwamen niet van de grond omdat men geen gekwalificeerd personeel vond, omdat de autoriteiten geen steun verleenden,... Het grootste probleem blijft het volume aan investeringen die ter plaatse worden gedaan voor een lange periode en die moeilijk recupereerbaar zijn in geval van onrust, administratieve of andere obstakels. Sedert 2011, werden TFTA-onderhandelingen (Tripartite Free Trade Area in Africa) opgestart in Afrika om de handel tussen drie reeds bestaande Afrikaanse economische gemeenschappen (COMESA, EAC en SADC) te bevorderen door middel van minder interregionale tarifaire belemmeringen of via wederzijdse handelsconcessies. Dit project wil de intra-Afrikaanse suikerhandel ontwikkelen om de lokale bevoorrading te verbeteren en te strijden tegen de suikerinvoer aan lage prijzen afkomstig uit Brazilië. Dergelijke invoer zwakt de ontwikkeling van lokale suikerfabrieken af en remt de groeipolen in de plattelandsgebieden (wegen, scholen,...). Brazilië: ontwikkelingen op het gebied van ethanol Met 22% van de wereldsuikerproductie (45% van de uitvoer) en 25% van de wereldethanolproductie, blijft Brazilië de belangrijkste speler op de wereldmarkt. Sinds de crisis van 2008/09 stelt men echter een daling van de concurrentiepo- sitie van Brazilië vast, onder meer voor ethanol. Deze daling is te wijten aan de algemene stijging van de productiekosten (lonen, energie, mechanisatie...) maar vooral ook aan de afbouw van de fiscale voordelen toegekend aan bio-ethanolbrandstof, alsmede aan de daling van de benzineprijs waartoe de Braziliaanse regering heeft besloten om de inflatie tegen te gaan. Bijgevolg, daalden de winstmarges van de bio-ethanoldistilleerderijen. Sommigen hebben hun deuren al gesloten. Ongeveer 50 andere fabrieken zouden kunnen volgen, terwijl de suikerrietplantages nog voorzien zijn voor een cyclus van 5 à 6 jaar. Door deze situatie stelt men een reorganisatie vast in de sector. Kleine planters verdwijnen. Plantersverenigingen staan voor een complexe taak. Zij moeten tegelijkertijd kunnen anticiperen op de evolutie van de industrie en meer actie voeren bij de regering opdat deze het regelgevend kader voor ethanolbrandstof verduidelijkt en de transportvloot aanpast om te rijden op ethanol. Ook het betalingssysteem voor suikerriet door de industrie moet opnieuw onderhandeld worden. Momenteel, wordt suikerriet enkel betaald op basis van het geleverde volume en het suikergehalte. Maar met de ontwikkeling van warmtekrachtkoppeling uit bagasse (restproduct van suikerrietverwerking in de fabriek), moeten ook de inkomsten uit “energie” worden verdeeld tussen planters en industriëlen. Een andere mogelijkheid om aan concurrentiekracht te winnen is het produceren van bio-ethanol uit suikerrietstro of dus de oogstresten (toppen van stengels en bladeren) die achterblijven op het veld. De ontwikkeling van deze tweede generatie bio-ethanol wordt onderzocht in Brazilië: verwerkingsprocédé, het inzamelen van het stro, vervoer naar de fabriek, de noodzakelijke investeringen. Pilootinstallaties worden ontwikkeld. Andere duurzame valorisaties (bioplastics, biomoleculen,...) worden ook bestudeerd. Opkomst van Mexico In bijna 20 jaar steeg de Mexicaanse suikerproductie van 3,7 naar 7 miljoen ton in 2012/13, een historisch record verkregen dankzij een gunstig klimaat en hoge prijzen tijdens de voorbije jaren. In de vroege jaren negentig privatiseerde men fabrieken, werd de irrigatie ontwikkeld en begon men elektriciteit op te wekken uit bagasse. Al deze verbeteringen droegen bij tot de succesvolle ontwikkeling van de Mexicaanse suikerproductie. De suikersector is goed voor 0,4% van het BNP en 2,4 miljoen banen. Mexico heeft nu een overschot aan suiker. Sedert vorig jaar bestaat tussen Mexico en de Verenigde Staten een geschil over suiker. De Verenigde Staten beschuldigen Mexico van het feit dat zij gesubsidieerde suiker exporteren naar de Amerikaanse markt aan dumpingprijzen. Ze eisen compenserende antidumping-maatregelen. Mexico zelf herinnert de VS eraan dat het toestemming geeft voor de invoer van hun isoglucose geproduceerd uit gesubsidieerde maïs en dat ze bovendien vrije markttoegang voor suiker hebben dankzij de Nafta-akkoorden. De Mexicaanse suikerexport naar de Verenigde Staten en de Amerikaanse isoglucoseleveringen naar Mexico stegen drastisch de laatste jaren. Tijdens de komende jaren, zal de nadruk liggen op de verbetering van de productiviteit, onder meer door de intensivering van irrigatie en het cogenereren van elektriciteit. De mogelijkheid om bio-ethanol te produceren voor bijmenging in benzine wordt bestudeerd. Verenigde Staten: de nieuwe Farm Bill biedt een verzekeringssysteem voor de landbouwers Voor wat betreft de steun aan Amerikaanse landbouwers, voorziet de nieuwe Farm Bill in het afschaffen van de rechtstreekse steun per hectare om deze te vervangen door verschillende verzekeringsformules. Vanaf nu, zullen de producenten van akkerbouwgewassen, naast de bestaande oogstverzekering, de keuze hebben tussen twee instrumenten voor risicobeheer: een systeem van prijsondersteuning dat in werking treedt wanneer de gemiddelde prijs onder het niveau valt van een vastgestelde referentieprijs (om de strijd aan te gaan tegen de te lage landbouwprijzen) De belangrijkste deficitaire gebieden bevinden zich in Noord en Centraal Afrika en in het Midden-Oosten. ethanolprijzen en een systeem van inkomenssteun tegen klimaatrisico’s of andere. Voor de suikersector blijven de prijsondersteunende maatregelen en de invoertaksen ongewijzigd. Per campagne, worden invoercontingenten voor 1,139 miljoen ton verleend aan ongeveer 40 landen. Wanneer het aanbod niet overeenstemt met de vraag, kunnen de hoeveelheden worden gewijzigd. Er wordt geen invoerquotum voor suiker toegekend aan de EU. Deregulering aangekondigd in India India is de grootste verbruiker van suiker en de tweede grootste exporteur van suiker op de wereldmarkt. Het is een gigantisch land met meer dan 500 suikerfabrieken, variabele klimatologische omstandigheden en talrijke planters die zeer reactief reageren op de suikerrietprijs. Dit resulteert in een cyclische productie, met afwisselende perioden van overschot of tekort. Deze variabiliteit maakt het zeer moeilijk om de bevoorrading van suiker te beheren. Vandaag de dag is de suikerproductie strikt gereglementeerd. De overheid stelt een minimumprijs voor rietsuiker vast en elke staat bepaalt vervolgens een indicatieve prijs die meestal hoger is. De bevoorradingszone van elke fabriek wordt eveneens vastgelegd (minimaal 15 km tussen twee fabrieken). De regering beslist ook over de uitvoer van suiker, evenals over het bijmengingspercentage van ethanol in benzine, enz. Vandaag stelt dit zeer strenge kader problemen: variabele suikerprijzen, geen afstemming op de marktveranderingen, betalingsachterstand aan de planters doordat suikerfabrieken een vaste prijs moeten betalen voor het riet zonder noodzakelijkerwijs de mogelijkheid te hebben om te exporteren en dus inkomsten te hebben, stakingen,... Een deregulering van de sector is gepland om te proberen de suikermarkt te stabiliseren. Een verdeling van de inkomsten tussen landbouwers en industrie wordt overwogen met een verdeling van 70 tot 75 % van de inkomsten aan de landbouwers. Europese bietentelers zullen zich moeten aanpassen aan het postquotum Elisabeth Lacoste, secretaris-generaal van de Confederatie van Europese suikerbietplanters (CIBE) gaf een samenvatting van de voornaamste veranderingen die de Europese bietsuikerketen te wachten staan na het einde van de quota. De meeste analisten verwachten een stijging van de suikerproductie (aangekondigd door talrijke suikerondernemingen), een afstemming van de Europese prijzen op de wereldmarktprijzen en een grotere prijsvolatiliteit. De suikerinvoer zou dalen, omdat de Europese marktprijzen minder aantrekkelijk zullen zijn. Aan de andere kant, zou de uitvoer buiten de EU kunnen stijgen omdat het exportplafond opgelegd door de WHO (Wereldhandelsorganisatie) zal wegvallen. Men verwacht zich ook aan een daling van de suikerconsumptie in Europa in Joost Korte is de nieuwe directeurgeneraal van DG Agri. het voordeel van een toename van het gebruik van isoglucose die ook quotavrij zal zijn na 2017. Om zich aan te passen aan deze nieuwe situatie, zullen de Europese suikerbiettelers meer bieten kunnen produceren of opteren voor andere gewassen in functie van de rendabiliteit ervan. Maar men zal rekening moeten houden met de prijsvolatiliteit. Bovendien, zullen de suikerondernemingen hun bevoorrading willen veilig stellen via contracten. In deze context, zal de kwaliteit en de transparantie van de contractuele relaties tussen suikerindustrie en telers cruciaal zijn voor de onderhandelingen over de toekomstige interprofessionele akkoorden. Joost Korte, de nieuwe directeurgeneraal van DG Agri, werd ondervraagd over de vooruitzichten voor de Europese suikersector. Hij stelde de visie van de Europese Commissie voor. Hij bevestigde dat het evenwicht tussen suikerproductie en -consumptie zou worden geregeld door middel van Europese invoer en uitvoer. Volgens de analyse van zijn diensten, zou er niets meer in de weg staan dat de producenten na 2017 zou beletten om meer uit te voeren dan het huidige maximum van 1.35 Mt suiker bepaald door de Wereldhandelsorganisatie. De invoerbescherming zal behouden blijven volgens Joost Korte die eraan toevoegt geen enkele reden te zien om dit te veranderen tenzij er een nieuw multilateraal akkoord zou worden ondertekend. Hij bevestigde ook dat het nieuwe GLB de positie van landbouwproducenten en hun verenigingen wil versterken om hen zo meer gewicht binnen de keten te geven. In dit verband werd in het nieuwe suikerregime de mogelijkheid van het sluiten van interprofessionele overeenkomsten gehandhaafd evenals de verplichting om de toegevoegde waarde tussen de verschillende actoren in de sector te delen. Het observatorium voor de verkoopprijzen in de EU zal ook worden behouden en zelfs versterkt. De Commissie zou een systeem van meer gedetailleerde gegevens kunnen invoeren die de marges in de suikersector beter in beeld zou brengen zoals dit gebeurt voor melk. Voor Joost Korte is het prijsobservatorium een zeer interessant instrument en hij besluit: “transparantie is altijd goed.” Retengo Plus ® Relax ! • Gezond gewas, zonder stress • Meer suiker www.agro.basf.be Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. De Bietplanter 07-08/2014 — 3 CONGRES AMPBCS De toekomst van de ethanolindustrie in Europa De Europese ethanolproducenten bevinden zich in een onzekere situatie. De ethanolprijzen zijn zeer laag. De politieke wil van de Europese Commissie om het gebruik van biobrandstoffen in de Europese Unie te ontwikkelen is niet duidelijk, wat tijdelijk de investeringen verlamt. Hoe landbouwgrond het best gebruiken? Concurrentie tussen voedsel en energie, impact van verandering van landgebruik op de uitstoot van broeikasgassen en de klimaatopwarming: dit zijn stuk voor stuk omstreden onderwerpen. Tijdens dit congres maakte, Nicolas Rialland, deskundige ethanol en biomassa bij de CGB (Confederatie van Franse suikerbiettelers) een inventaris op van de productie-eenheden voor tweede generatie biobrandstoffen (geproduceerd op basis van afval met een innovatieve technologie). Wereldwijd zijn er minder dan 10 sites operationeel, maar verschillende projecten zijn in aanbouw. Het is in de Verenigde Staten dat de productie van tweede generatie biobrandstoffen het meest op punt staat, dankzij een stabiel regelgevingskader sedert 2007. In Europa bestaat er maar één fabriek van de tweede generatie, namelijk in Italië. Meerdere projecten worden wel bestudeerd. In vergelijking met de eerste generatie biobrandstoffen (geproduceerd op basis van biomassa uit voedingsgewassen), blijven tweede generatie biobrandstoffen nog steeds duurder om te produceren (langere verwerking, meer vervoer en opslag) met productiekosten die enorm afhangen van de gebruikte biomassa. De tweede generatie kan evenwel interessant zijn in combinatie met eerste generatie biobrandstoffen waardoor bijvoorbeeld de fabriek het hele jaar door zou kunnen draaien. Het beleid dat de ontwikkeling van tweede generatie biobrandstoffen verdedigt, haalt meestal volgende argumenten aan: minder concurrentie tussen voedsel en energie, maar ook een beter evenwicht op het vlak van emissievermindering van broeikasgassen. Jeremy Woods, Professor aan het Imperial College in Londen en erkend specialist op het vlak van bio-energie, heeft zich over het onderwerp gebogen. Hij bestudeerde de mogelijkheid van het omzetten van ongebruikte gronden (zoals graslanden,...) voor de productie van energie en de impact van de verandering in het gebruik van land op het milieu. Met betrekking tot de CO2-uitstoot, kwam hij tot de conclusie dat vele onderzoeken tot nu toe onvolledig zijn: er wordt o.m. geen rekening gehouden met de bijproducten of de CO2-opname in grond. Een recent en uitgebreider onderzoek toonde aan dat er een zeer belangrijk potentieel bestaat voor het gebruik van graslanden om energie op te wekken en dat het mogelijk zou zijn om tot 25% van de fossiele brandstoffen te vervangen door alle ongebruikte graslanden om te zetten in energiegewassen. Volgens deze studie, moet bio-energie niet beperkt worden tot marginale gebieden of worden gezien als een bedreiging voor het milieu. De boodEuropese Unie Plafond van 7 procent voor biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen in 2020 De EU energieministers gaan akkoord het aandeel van biobrandstoffen van de eerste generatie (geproduceerd op basis van voedingsgewassen) in de brandstofmengsels te beperken tot 7% in het kader van de verplichting van 10% biobrandstoffen in de transportsector tegen 2020. Om de zogenaamde geavanceerde biobrandstoffen (geproduceerd uit afval, cellulose, enz.) te steunen, hebben zij een niet-bindende subdoelstelling van 0,5% vastgelegd. Tot slot, zullen de lidstaten een nationale raming moeten maken van Terugbetaling productieheffing 2001-2005: de eerste betalingen werden uitgevoerd Europa werd veroordeeld om de teveel betaalde productieheffingen van de campagnes 2001-2004 terug te betalen. Deze heffing werd destijds gedeeltelijk betaald door de planters, gedeeltelijk door de fabrikant. Het geld werd intussen aan de suikerfabrikanten teruggestort. Zij moeten nu de bedragen aan de planters terugbetalen. Europa controleert streng: in ons land werd het BIRB (Belgisch Interventie- en Restititutiebureau) belast met de controle. ● De Tiense betaalde ongeveer 80% van de planters: het gaat om bietplanters die nu nog steeds actief zijn als planter evenals de planters die niet meer actief zijn en gereageerd hebben op de brief en hun aanvraag volledig in orde (met alle nodige bewijsstukken !) hebben teruggestuurd. ● Iscal betaalde eind juni alle actieve planters uit. De niet-actieve planters werden aangeschreven en de antwoorden op de mailing moeten nog worden verwerkt. De betaling zal zo snel mogelijk worden uitgevoerd. De som die u eind juni op uw rekening kreeg is de hoofdsom vermeerderd met (een deel van) de enkelvoudige intresten. BIRB betwist immers de intrestberekening van de fabrikanten en betaalde (voorlopig?) dus slechts hoofsom en intresten volgens hun eigen, o.i. niet-correcte berekening. Mogelijks gebeurt er dus nog een correctie. 4 — 07-08/2014 De Bietplanter Onderstaande tabel geeft de individuele betaling zonder intresten weer per ton bieten. De CBB controleerde en valideerde de berekeningen. TS ISCAL 2001-2002 0,30€ 0,22€ 2002-2003 0,34€ 0,25€ 2003-2004 0,92€ 0,67€ 2004-2005 0,39€ 0,30€ 2005-2006 -0,12€* -0,12€* TOTAAL 1,83€/t 1,32€/t Kent u planters die met de bietenteelt zijn gestopt? Moedig hen dan aan om het document voor de aanvraag dat ze van hun suikerfabriek hebben gekregen met alle gevraagde bewijsstukken dringend terug te sturen en in ieder geval vóór de maand september. Vorderingen die later worden ingediend, zijn immers niet meer geldig. Ex-planters die geen brief hebben ontvangen (bvb omdat ze verhuisd zijn en hun nieuw adres niet gekend is bij de suikerfabrieken) worden eveneens gevraagd om zich dringend te melden. *In de campagne 2005-2006 betaalden de fabrikanten en de planters te weinig. Dit bedrag moet nu worden bijbetaald. Bron : FAOSTAT : Icone, Esalq, IBGE, Cosan & Unica schap van professor Woords biedt een antwoord op de kritiek van sommige tegenstanders van biobrandstoffen: het debat “food or fuel”, voedsel of brandstoffen, heeft dus geen reden tot bestaan meer. de indirecte veranderingen in grondgebruik in het kader van de biobrandstoffenproductie en dit voor elk gewas (koolzaad, bieten …). De gegevens moeten worden overgemaakt aan de EU. Voor Copa Cogeca (EU landbouworganisaties en coöperaties) is het maximum van 7 procent nog te beperkend: “We vinden dat tegen 2020 minimaal 8% van de transportbrandstoffen afkomstig moet zijn van biobrandstoffen van landbouwoorsprong en minimaal 2% van geavanceerde biobrandstoffen”. EU getuigt van gebrek aan ambitie voor biobrandstoffen in 2030 De doelstellingen van de Europese Commissie om de uitstoot van broeikasgassen in de EU te beperken tegen 2030 (40% minder uitstoot en 27% hernieuwbare energie zonder bindende doelstellingen per lidstaat) vermelden niets specifiek voor biobrandstoffen in tegenstelling tot de doelstellingen vastgelegd voor het jaar 2020. Franse en Duitse landbouwverenigingen hebben het gebrek aan steun voor biobrandstoffen van de eerste generatie na 2020 aan de kaak gesteld omdat dit zwaar weegt op de biobrandstofketen. Ze hebben de EU opgeroepen een bijmengingsdoelstelling vast te leggen voor biobrandstof in de transportsector tegen 2030. Suikerindustrie NordZucker, Duitslands tweede grootste suikerconcern en derde in de wereld, wil investeren in Afrika, waar de vraag naar suiker volop groeit. Nordzucker wil starten met de productie van rietsuiker met lokale, nationale of internationale partners. Volgens de Duitse pers zou de groep, die het bericht evenwel nog niet heeft bevestigd, een suikerfabriek willen bouwen in Zambia. De Amerikaanse trader Cargill en de Braziliaanse suiker- en ethanolproducent Copersucar gaan hun wereldwijde handelsactiviteiten in suiker samenvoegen, waardoor zij een belangrijke speler kunnen worden in de suikerhandel. De autoriteiten moeten de nieuwe joint venture nog goedkeuren. Copersucar, de grootste Braziliaanse suikerexporteur, verkoopt en exporteert de productie van 47 Braziliaanse suikerfabrieken. AGRANA, filiaal van Südzucker, gaat suiker raffineren in Roemenië. AGRANA wil twee suikerraffinaderijen verwerven in Roemenië: Urziceni en Liesti van de Roemeense groep Lemarco. AGRANA wil niet alleen de bietsuikerproductie maar ook de raffinageactiviteiten verhogen om zijn aanwezigheid op de Zuidoost-Europese markt te versterken. De overeenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de autoriteiten. Omzetstijging bij Cristal Union. De Franse coöperatieve sloot haar boekjaar 2012/13 af met een omzetstijging van 11% in vergelijking met vorig jaar. De nettowinst van de groep steeg indrukwekkend met 21 miljoen euro en bedroeg 216 miljoen euro of 12,5 procent van het omzetcijfer. Südzucker: winstdaling met 30 procent. Over het boekjaar 2013/14 (maart 2013-februari 2014) daalde het bedrijfsresultaat van Südzucker met 32% tot 658 miljoen euro. Dit resultaat wordt onder meer verklaard door de boete van bijna 200 miljoen euro die werd opgelegd door de Duitse mededingingsautoriteiten als gevolg van kartelafspraken met andere actoren van de suikermarkt. Het is ook te verklaren door de suikerprijsdaling op de wereldmarkt en op de Europese markt, alsmede door de ethanolprijsdaling. De omzet van de suikertak daalde aanzienlijk: 3,9 miljard euro tegen 4,2 miljard euro tijdens de vorige campagne. De prijs werd sterk beïnvloed door de daling van de prijzen en verkochte hoeveelheden. De totale hoeveelheid suiker geproduceerd door de 29 suikerfabrieken van de groep en de 3 raffinaderijen daalde lichtjes en bedroeg 4.7 miljoen ton in 2013/14, tegen 4,9 miljoen ton in 2012/13. Het areaal bedroeg 396.000 ha tegen 422.000 ha in 2012/13. Südzucker verwacht voor 2014/15 een verdere daling van zijn exploitatieresultaat (ongeveer 200 miljoen euro minder). Deze daling zou voornamelijk toe te schrijven zijn aan de takken suiker en bio-ethanol (CropEnergies). KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be De suikerbiet en haar teelttechniek P V B C – P R O G R A M M A V O O R L I C H T I N G B I E T C I C H O R E I , I N H E T K A D E R VA N D E P R A K T I J K C E N T R A Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid. MACHINEDEMONSTRATIE MACHINEDEMONSTRATIE MACHINEDEMONSTRATIE EROSIEBESTRIJDING EROSIEBESTRIJDING MACHINEDEMONSTRATIE DOOR NIET-KERENDE BODEMBEWERKING EROSIEBESTRIJDING DOOR NIET-KERENDE BODEMBEWERKING EROSIEBESTRIJDING DOOR NIET-KERENDE BODEMBEWERKING Erosie is niet enkel nadelig voor de kwaliteit van landbouwgronden door het afDonderdag 04 september 2014 DOOR NIET-KERENDE BODEMBEWERKING spoelen vruchtbare Ook omwonenden ondervinden door hinder door Erosie isvan nietdeenkel nadeliggrondlaag. voor de kwaliteit van landbouwgronden het afVan 09.00u tot 17.00u Donderdag 04 september 2014 modder op wegen en in woningen. De kosten voor het ruimen van slib uit riolen en spoelen van de vruchtbare grondlaag. Ook omwonenden ondervinden hinder door Van 09.00u tot 17.00u Hof ter Vaeren waterlopen kunnen hoog oplopen. Erosie voorkomen is dus de boodschap. Erosie is niet enkel nadelig voor de kwaliteit van landbouwgronden door het afDonderdag 04 september 2014 modder op wegen en in woningen. De kosten voor het ruimen van slib uit riolen en Zavelstraat | Huldenberg spoelen de vruchtbare grondlaag. Ookvoorkomen omwonenden ondervinden door Hof ter Vaeren waterlopen hoog oplopen. Erosie is dus detechniek boodschap. Erosie is van nietkunnen enkel nadelig voor de(NKB) kwaliteit vanzeer landbouwgronden doorhinder het VanDonderdag 09.00u tot04 17.00u Niet-kerende bodembewerking is een efficiënte omaferosie september 2014 Zavelstraat | Huldenberg Van 09.00u tot 17.00u Hof ter Vaeren 9:00u: opening Zavelstraat Huldenberg deelnemende firma’s continu te Hof ter|Vaeren tentoonstellingstanden • opening 9:00u: Zavelstraat | Huldenberg tentoonstellingstanden deelnemende firma’s continu te • bezoeken voorlichtingsstanden ‘erosie-beperkende maatregelen’ 9:00u: opening • bezoeken opening doorlopend toegankelijk tentoonstellingstanden deelnemende firma’s continu te •• 9:00u: voorlichtingsstanden ‘erosie-beperkende maatregelen’ tentoonstellingstanden deelnemende firma’s continu te •- 12:30u: bezoeken doorlopend toegankelijk 10:00u demonstratie bezoeken ‘erosie-beperkende maatregelen’ machines niet-kerende grondbewerking • voorlichtingsstanden 10:00u •- 12:30u: demonstratie ‘erosie-beperkende maatregelen’ voorlichtingsstanden doorlopend toegankelijk machines niet-kerende 13:30u - 16:00u: herhaling demonstratiegrondbewerking doorlopend toegankelijk machines niet-kerende grondbewerking 10:00u - 12:30u: demonstratie 13:30u - 16:00u: herhaling demonstratie - 12:30u: demonstratie machines niet-kerende grondbewerking grondbewerkingsmachines • 10:00u machines niet-kerende grondbewerking machines niet-kerende grondbewerking werkdiepte 20 – 35 cm 13:30u - 16:00u: herhaling demonstratie grondbewerkingsmachines • 13:30u - 16:00u: herhaling demonstratie grondbewerkingsmachines machines niet-kerende grondbewerking • werkdiepte 20machines – 35 cm niet-kerende grondbewerking werkdiepte 10 – 20 cm grondbewerkingsmachines •• grondbewerkingsmachines • grondbewerkingsmachines ‘strip till’ -machines 20 35 • werkdiepte werkdiepte 10 ––20 20–cm cm werkdiepte 35 cm machines om drempeltjes aan te leggen grondbewerkingsmachines •• ‘strip till’ -machines • grondbewerkingsmachines werkdiepte 10 – 20 cm werkdiepte 10 – 20 cm aan te leggen om drempeltjes 17:30u: einde • machines ‘strip till’ -machines ‘strip till’ -machines • • 17:30u: einde drempeltjes aan te leggen om drempeltjes aan te leggen Toegang: € 5,00 om inclusief brochure en parking • machines • machines einde 17:30u: einde Toegang: € 5,00 inclusief brochure en parking Info:17:30u: Vlaamse overheid Info: Toegang: € 5,00 inclusief brochure parking Toegang: € 5,00 inclusief brochure enen parking Departement Landbouw en Visserij Vlaamse overheid Info: Koning Albert Landbouw II-laan 35 bus | 1030 Brussel Info: Departement en 40 Visserij Vlaamse overheid Pascal Braekman Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 | 1030 Brussel Departement Landbouw en Visserij Tel. 09 276 28 43 | [email protected] Departement Landbouw en Visserij Pascal Braekman Koning Albert II-laan 35 bus 40 | 1030 Brussel Koning Albert II-laan 35 bus 40 | 1030 Brussel Tel. 09 276 28 43 | [email protected] Pascal Braekman Pascal Braekman Tel. 09 276 28 43 | [email protected] Tel. 09 276 28 43 | [email protected] modder op wegen en in woningen. De kosten voor hetondervinden ruimen van slib uitdoor riolen en spoelentevan de vruchtbare Ook omwonenden hinder tegen gaan. Gemiddeldgrondlaag. vermindert niet-kerende bodembewerking erosie met Niet-kerende bodembewerking (NKB) is voorkomen een zeer efficiënte techniek om erosie waterlopen kunnen hoog oplopen. Erosie is dus deslib boodschap. modder op wegen en in woningen. De kosten voor het ruimen van uit riolen en Ge85%. In het kader van de huidige en toekomstige randvoorwaarden in het tegen te gaan. Gemiddeld vermindert bodembewerking waterlopen kunnen hoog oplopen. Erosie niet-kerende voorkomen is dus de boodschap. erosie met meenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt bodembewerking Niet-kerende bodembewerking (NKB) is een zeerniet-kerende efficiënte techniek om erosie 85%. In het kader van de huidige en toekomstige randvoorwaarden in het Gedan ook verplicht toegepast bij heel wat teelten op erosiegevoelige percelen. tegen te gaan. Gemiddeld vermindert niet-kerende bodembewerking erosie met Niet-kerende bodembewerking (NKB) is een zeer efficiënte techniek om erosie meenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt niet-kerende bodembewerking tegen te het gaan. Gemiddeld niet-kerende erosie 85%. In kader van devermindert huidige en toekomstige inmet het Gedan ook verplicht bij heel teelten bodembewerking op randvoorwaarden erosiegevoelige De bedoeling van toegepast de demonstratie iswat grondbewerkingsmachines tepercelen. demonstre85%. In het kader van de huidige en toekomstige in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt randvoorwaarden niet-kerende bodembewerking ren die een alternatief vormen voor ploegen. Het breken van storende lagen De bedoeling vanLandbouwbeleid de demonstratie ishet grondbewerkingsmachines tepercelen. demonstremeenschappelijk (GLB) wordt niet-kerende bodembewerking dan ook verplicht toegepast bij heel wat teelten op erosiegevoelige in de ondergrond en het creëren van een optimale bewortelingszone onder de dan die ookeen verplicht toegepast bij heel wat teelten op erosiegevoelige ren alternatief vormen voor het ploegen. Het breken vanpercelen. storende lagen topbodemlaag is hierbij van groot belang. Bij deze niet-kerende grondbewerking De bedoeling van de demonstratie is grondbewerkingsmachines te demonstrein de ondergrond en het creëren van een optimale bewortelingszone onder de De bedoeling van de demonstratie is grondbewerkingsmachines te demonstrewordt materiaal immers gehouden het lagen risico ren diehet eenorganisch alternatief vormen voor hetbovenaan ploegen. brekenwaardoor van storende topbodemlaag is hierbij van groot belang. Bij dezeHet niet-kerende grondbewerking ren die een alternatief vormen voor het ploegen. Het breken van storende lagen op erosie sterk gereduceerd wordt. in de ondergrond en het creëren van een optimale bewortelingszone onder de wordt het organisch materiaal gehouden waardoor hetderisico in de ondergrond en het creërenimmers van eenbovenaan optimale bewortelingszone onder topbodemlaag is hierbij van groot belang. Bij deze niet-kerende grondbewerking op erosie sterk wordt. topbodemlaag isgereduceerd hierbij van groot belang. Bij deze niet-kerende grondbewerking Concreet zullen machines gedemonstreerd worden die behoren tot één van de wordt het organisch materiaal immers bovenaan gehouden waardoor het risico wordt het categorieën: organisch materiaal immers bovenaan gehouden waardoor het risico volgende 1) grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van de 20 Concreet zullengereduceerd machines gedemonstreerd worden die behoren tot één van op erosie sterk wordt. op35 erosie sterk gereduceerd wordt. à cm (decompactie), 2) grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van 10 volgende categorieën: 1) grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van 20 à 20 cm cm (decompactie), (grond zonder intense vermenging de toplaag), machines Concreet zullenbreken machines gedemonstreerd worden die behoren tot3)van één van à 35 2) gedemonstreerd grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van de 10 Concreet zullen machines worden dievan behoren tot één de die werken volgens het principe van ‘strip till’ en 4) machines om drempeltjes volgende categorieën: 1) grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van 20 volgende categorieën: grondbewerkingsmachines 20 aan à 20 cm (grond breken1)zonder intense vermengingmet vaneen dewerkdiepte toplaag), 3)van machines te leggen in gewassen die op rijen/ruggen geteeld worden. à 35 cm (decompactie), 2) grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van 10 à 35 cm (decompactie), 2) grondbewerkingsmachines met een werkdiepte van 10 die werken volgens het principe van ‘strip till’ en 4) machines om drempeltjes aan à 20 20 cm (grond (grond brekenzonder zonder intense vermenging van de toplaag), 3) machines cm breken intense vermenging van de toplaag), 3) machines te leggen inkunt gewassen rijen/ruggen geteeld worden. Daarnaast u op die hetop demonstratieterrein verschillende stands bezoeken die werken werkenvolgens volgenshet hetprincipe principe van ‘strip 4) machines om drempeltjes van ‘strip till’till’ en en 4) machines om drempeltjes aan aan waar de organiserende partners heel wat interessante informatie beschikbaar Daarnaast u opdie het demonstratieterrein verschillende stands bezoeken te leggen gewassen opop rijen/ruggen geteeld worden. leggenin inkunt gewassen die rijen/ruggen geteeld worden. stellen erosiebeperkende (groenbedekkers, profielputten, rewaar dem.b.t. organiserende partnerstechnieken heel wat interessante informatie beschikbaar Daarnaastlange-termijnproeven kunt uuop het demonstratieterrein verschillende stands bezoeken sultaten niet-kerende bodembewerking in akkerbouwgeDaarnaast kunt op het demonstratieterrein verschillende stands bezoeken stellen m.b.t. erosiebeperkende technieken (groenbedekkers, profielputten, rewaar de partners heel wat interessante informatie beschikbaar wassen, demonstratieveld maïsinzaai volgens niet-kerende bodembewerking, waar de organiserende organiserende partners heel wat interessante informatie beschikbaar sultaten lange-termijnproeven niet-kerende bodembewerking in akkerbouwgestellen m.b.t. erosiebeperkende technieken (groenbedekkers, profielputten, re- reaanleg van drempeltjes in aardappelen en maïs …). stellen m.b.t. erosiebeperkende technieken (groenbedekkers, profielputten, wassen, demonstratieveld maïsinzaai volgens niet-kerende bodembewerking, sultaten lange-termijnproeven niet-kerende bodembewerking in akkerbouwgesultaten lange-termijnproeven niet-kerende bodembewerking in akkerbouwgeaanleg van drempeltjes in aardappelen en maïs …).Waalse partners Aangezien deze demonstratie zowel door Vlaamse als georganiseerd wassen, demonstratieveld volgens niet-kerende bodembewerking, wassen, demonstratieveldmaïsinzaai maïsinzaai volgens niet-kerende bodembewerking, wordt, richt dit initiatief zich naar alle Vlaamse EN Waalse landen tuinbouwers. aanleg van drempeltjes in aardappelen en maïs …). Aangezien demonstratie zowel door Vlaamse aanleg vandeze drempeltjes in aardappelen en maïs als …).Waalse partners georganiseerd wordt, richt ditdemonstratie initiatief zichzowel naar door alle Vlaamse ENWaalse Waalsepartners land- engeorganiseerd tuinbouwers. Aangezien deze Vlaamse als Aangezien deze demonstratie zowel door Vlaamse als Waalse partners georganiseerd wordt, richt dit initiatief zich naar alle Vlaamse EN Waalse land- en tuinbouwers. wordt, richt dit initiatief zich naar alle Vlaamse EN Waalse land- en tuinbouwers. i.s.m. i.s.m. i.s.m. i.s.m. De Bietplanter 07-08/2014 — 5 FUNGI-Memo 2014 Voor een optimale bescherming tegen de bladziekten in de suikerbiet EEN - - B. MANDERYCK, G. LEGRAND, A. WAUTERS KBIVB vzw - IRBAB asbl OPTIMALE BLADBESCHERMING, IS : Niet behandelen voor het verschijnen van de eerste symptomen van één of meerdere van de 4 ziekten en behandelen bij het bereiken van de behandelingsdrempel (tabel 1). Een preventieve behandeling strookt niet met de IPM filosofie en vergt (zeer) vaak een bijkomende behandeling, dit heeft eveneens een negatief effect op de financiële opbrengst ! De symptomen van de 4 schadelijke ziekten van de bieten kennen en ze niet verwarren met deze van niet schadelijke bladziekten (tabellen2 en 3). De evolutie van de bladziekten waarnemen op het perceel door willekeurig 100 bladeren waar te nemen verspreid over het perceel. Volg de evolutie van de bladziekten via de waarschuwingsberichten en de website van het KBIVB. Het gekozen product gebruiken aan de aanbevolen dosis (tabel 4) en de producten afwisselen indien een herhalingsbehandeling noodzakelijk is. De veiligheidstermijn vóór rooi respecteren (tabel 4), opgelet voor percelen gerooid in het begin van de campagne ! De gevoeligheidsgraad voor bladziekten van uw rassen kennen. Niet behandelen bij warm weer, noch op verwelkte bieten, bij zeer warm weer vroeg in de ochtend behandelen. Niet meer behandelen vanaf 45 dagen voor de rooi. Niet meer behandelen na 10 september ook in geval van later rooi, visueel kan een veld er minder mooi en aangetast uitzien maar behandelingen in september zijn niet rendabel ! Behandelen bij de schadedrempel! Of het nu een gevoelig of een minder gevoelig ras is, een behandeling dient uitgevoerd worden bij het bereiken van de behandelingsdrempel (tabel 1). Let er ook op dat de schadedrempel wijzigt vanaf 20 augustus! Voor 20 augustus Na 20 augustus Cercospora, 5% aangetaste bladeren 20% aangetaste bladeren Ramularia Witziekte, roest 15% aangetaste bladeren 30 % aangetaste bladeren Tabel 1: behandelingsdrempels bladschimmelziekten in de bietenteelt Men kan op perceelsniveau bepalen of de behandelingsdrempel bereikt is door willekeurig verspreid over het perceel 100 (middelgrote) bladeren te nemen en te controleren op symptomen van bladziekten. Hieronder een voorbeeld voor witziekte : indien 15 op 100 bladeren dergelijk sterretje witziekte (1 vlekje) vertonen dan is de schadedrempel bereikt. Voor erg gevoelige rassen is het belangrijk tijdig te starten met waarnemen zodat men tijdig kan behandelen. Wat is het voordeel van een ras minder gevoelig aan bladschimmelziekten? Een ras dat minder gevoelig is aan bladschimmelziekten zal u meer flexibiliteit geven wat betreft behandelingstijdstip omdat het normaal langer zal duren voor de behandelingsdrempel bereikt wordt (of verdere uitbreiding) voor een van de bladschimmelziekten. In een jaar met lage ziektedruk kan dit betekenen dat een fungicidebehandeling overbodig wordt. In een jaar met hoge ziektedruk kan een tweede behandeling vermeden worden in dergelijk ras. Een mindere gevoeligheid, in het bijzonder voor Cercospora, zal ook interessant zijn in geval van laattijdige rooi en sterke ziekteontwikkeling. gevoeligheid bladziekten : hoe langer de balk, hoe gevoeliger het ras voor de ziekte Het is ook zeer belangrijk om de symptomen van de 4 belangrijke bladschimmelziekten te herkennen en ze te kunnen onderscheiden van de “minder belangrijke” bladschimmelziekten, deze zijn weergegeven in tabel 2 en 3 op de volgende pagina’s. Om het herkennen van ziekten en plagen op het veld makkelijker te maken heeft het KBIVB ook een gratis App voor Smart Phone ter beschikking. Deze kan gedownload worden uit de Google Play Store of de Apple store met behulp van sleutelwoorden: ziekten suikerbiet (u kan ook via onze website terecht). De waarschuwingsdienst: volg de evolutie van de bladziekten GondolaKws RosalindaKws Rambler EleonoraKws Goodwood BTS880 BTS370 Prodige Columbus Texel Magellan Escault BernadettaKws TimotheaKws Mintaramax Candimax Benno BanderaKws Mercator Pasteur Husky AnnelauraKws BTS110 BTS520 GeorgettaKws Stanley Casanova Elk jaar coördineert het KBIVB een netwerk van waarnemingsvelden in biet en cichorei in de gehele teeltstreek. In de zomer wordt vooral de evolutie van de bladschimmelziekten opgevolgd. De evolutie van deze fytosanitaire problemen kan bekeken worden op cartografische illustraties op de website van het KBIVB (www.irbab-kbivb.be > waarnemingsvelden-cartografie). Op basis van de wekelijkse waarnemingen kan een behandelingsadvies worden gegeven bij het bereiken van de behandelingsdrempel voor een ziekte (of plaag) in de waarnemingsvelden. Deze adviezen en andere diverse raadgevingen worden gratis en minstens één keer per week per email verzonden aan iedereen die hierom vraagt (zich richten tot: [email protected]). Deze berichten worden eveneens gepubliceerd op de website van het KBIVB. De waarschuwingsdienst van het KBIVB ontvangt financiële steun van de regionale ministeries van landbouw. LouellaKws LisannaKws Marjolaine KassiaKws Carreau Balear Gandhi Euromax Cassini Biscay Steel Adler Baloo Rentamax Sanemax BTS920 BTS990 SympaticaKws Drafter EssentiellaKws Catamaran Solumax Siromax Baribal Bach Bora Perry in hoeveel waarnemingsvelden de De grafiek hieronder geeft weer behandelingsdrempel werd bereikt in juli en augustus tussen 2009 en 2013 voor minstens één van de vier belangrijke bladziektes. 100 90 80 70 60 50 2009 ‐ T1 40 2010 ‐ T1 30 2011 ‐ T1 20 2012 ‐ T1 2012 ‐ T2 10 2013 ‐ T1 wk35 25/08 ‐ 31/08 wk34 18/08 ‐ 24/08 wk33 11/08 ‐ 17/08 0 wk32 04/08 ‐ 10/08 roest wk31 28/07 ‐ 03/08 ramularia wk30 21/07 ‐ 27/07 witziekte Bijna jaarlijks blijkt dat een aantal velden tegen eind augustus nooit de behandelingsdrempel bereiken. Sommige velden werden niet behandeld aangezien ze vroeg gerooid werden en de behandelingsdrempel pas eind augustus werd bereikt. In 2012 bereikten 18% van de velden ook de tweede behandelingsdrempel vanaf midden augustus. wk29 14/07 ‐ 20/07 cercospora wk28 07/07 ‐ 13/07 IsabellaKws Vedeta Iguane Zorro BTS605 BTS180 Om in 2014 over een goede opvolging van de evolutie van de bladschimmelziekten te beschikken volgt het KBIVB een netwerk van +/- 75 waarnemingsvelden in de bietenteelt en +/- 20 waarnemingsvelden in de cichoreiteelt. Meer dan 45 particulieren werken mee aan dit netwerk. Langs deze weg wensen we de deelnemers te bedanken voor hun zeer nuttige bijdrage! Grafiek 2: % waarnemingsvelden waar drempel werd bereikt (2009-2013) 6 — 07-08/2014 De Bietplanter Tabel 2: Bladziekten schadelijk voor de bietenteelt Ingrijpen wanneer de behandelingsdrempel bereikt is ! WITZIEKTE Erysiphe betae CERCOSPORA Cercospora beticola RAMULARIA Ramularia beticola ROEST Uromyces betae SYMPTOMEN Vroeg stadium Roodoranje tot bruine oneffenheden, die een roodoranje poeder (sporen) bevatten, omgeven door een geelachtige ring. Kleine stervormige, witte vlekken, zichtbaar door het blad onder een bepaalde lichtinvalshoek te plaatsen. Kleine, ronde grijsachtige vlekken met een duidelijke donkerbruinroodachtige rand en met in het midden kleine zwarte puntjes zichtbaar onder een vergrootglas (sporendragers). Kleine, lichtbruine onregelmatige vlekken, met een onregelmatige donderbruine rand en met in het midden kleine witte puntjes zichtbaar onder een vergrootglas (sporendragers). Gevorderd stadium - Schimmelpluis, eerst witachtig, dan grijsachtig (melig uitzicht), vaak bedekt met kleine zwarte puntjes. - Uitdroging van de bladeren. - Grote bruine zones . - Uitdroging van de bladeren (uitzicht van gedroogde tabaksbladeren). - Grote bruine zones. - Uitdroging van de bladeren (uitzicht van gedroogde tabaksbladeren). - Grote zones met het bruine uitzicht van roest. - Uitdroging van de bladeren . VERSCHIJNINGSTIJDSTIP - Dikwijls vanaf einde juli, - Soms na midden augustus. - Dikwijls na midden augustus, - Zeer zelden begin juli. - Dikwijls na midden augustus, - Mogelijk vanaf eind juli. - Later in het seizoen, - Soms reeds in augustus. VERSCHIJNINGSFREQUENTIE - Zeer frequent, - De intensiteit varieert volgens het jaar, het ras en het veld. - Frequent, - De intensiteit varieert volgens het jaar, het ras en het veld. - Sporadisch, - De intensiteit varieert volgens het jaar, het ras en het veld. - Frequent maar laat. WAARDPLANTEN - Soort Beta - Soort Beta + spinazie en enkele onkruiden (melganzenvoet, melde, papegaaienkruid) - Soort Beta - Soort Beta GUNSTIGE WEERSOMSTANDIGHEDEN - Warmte (optimum 20-25°C). - Afwisseling van warme en droge dagen en koele en vochtige nachten. - Geen hevige regen. - Warmte (optimum 25-30°C). - Frisheid (optimum 17°C). - Zeer hoge luchtvochtigheid (voor - Relatief hoge luchtvochtigheid. de besmetting). - Frequente regen (voor de verspreiding van de sporen, van blad tot blad of van plant tot plant). - Verplichte parasiet, ontwikkelt zich enkel op bieten. - Overwintering op zuiderse wilde bieten. - Verspreiding over zeer lange afstanden door luchtstromen en over korte afstanden door de wind. - Overwintering in de teeltresten. - Perceelsgebonden ziekte. Te korte rotaties en niet-ploegen vermijden in sterk aangetaste percelen. - Verspreiding enkel van plant tot plant, door de regen en de luchtstromen (verspreiding per haarden). - Overwintering in de teeltresten, dikwijls perceelsgebonden ziekte. - Verspreiding over grote afstanden door de wind en van plant tot plant door de regen (maar de regen is niet noodzakelijk). - Bij vroege verschijning, mogelijke wortelopbrengstvermindering van 5 tot 10%. - Weinig invloed op het suikergehalte en de extraheerbaarheid. - Bij vroege verschijning, mogelijke suikeropbrengstvermindering van 5 tot 10%. - Belangrijk effect op de wortelopbrengst, het suikergehalte en de extraheerbaarheid. - Weerslag minstens even belangrijk - Moeilijk te schatten, daar de ziekte als deze van Cercospora, indien de zich later ontwikkelt en dikwijls ziekte zich ontwikkelt. samen voorkomt met Cercospora, Ramularia en/of witziekte. OVERLEVING EN VERSPREIDING WEERSLAG OP DE OPBRENGST - Frisheid (optimum 15-22°C). - Vochtigheid gedurende lange perioden. BEHANDELINGSDREMPELS: VANAF DE EERSTE SYMPTOMEN VAN EEN OF MEER VAN DEZE ZIEKTEN EN INDIEN … VOOR 20 augustus 15 % van de bladeren zijn aangetast = 15 bladeren met ten minste één vlek op 100 willekeurig genomen bladeren 5 % van de bladeren zijn aangetast = 5 bladeren met ten minste één vlek op 100 willekeurig genomen bladeren 5 % van de bladeren zijn aangetast = 5 bladeren met ten minste één vlek op 100 willekeurig genomen bladeren 15 % van de bladeren zijn aangetast = 15bladeren met ten minste één vlek op 100 willekeurig genomen bladeren NA 20 augustus (in functie vd rooidatum) 30 % van de bladeren zijn aangetast = 30 bladeren aangetast op 100 willekeurig genomen bladeren 20 % van de bladeren zijn aangetast = 20 bladeren aangetast op 100 willekeurig genomen bladeren 20 % van de bladeren zijn aangetast = 20 bladeren aangetast op 100 willekeurig genomen bladeren 30 % van de bladeren zijn aangetast = 30 bladeren aangetast op 100 willekeurig genomen bladeren De Bietplanter 07-08/2014 — 7 Tabel 3. Bladziekten niet schadelijk voor de bietenteelt Geen enkele tussenkomst is gerechtvaardigd PSEUDOMONAS ALTERNARIA PHOMA VALSE MEELDAUW Alternaria tenuis Phoma betae Peronospora farinosa - Vrij scherp afgelijnde zwartbruine vlekken, in het begin omgeven door ontkleurd weefsel. Het weefsel in het centrum van deze vlekken is afgestorven. Er zijn geen zichtbare schimmelstructuren zichtbaar onder de microscoop. Vervolgens scheuren de afgestorven zones (typisch symptoom van infectie door Pseudomonas). - De bladrand vergeelt en sterft af. Verschijnt op gekwetste bladeren (bv. bij hagel). Vaak verward met Cercospora of Ramularia. Geen enkel fungicide is actief tegen deze bacteriële ziekte. - Bruine vlekken die zich aan de bladrand vormen, en zich geleidelijk naar het centrum uitbreiden, tussen de nerven. - Verschijnt dikwijls op planten aangetast door vergelingsziekte of met gebrek aan magnesium of boor. - Het gebrek aan magnesium is vaak gekoppeld aan de aanwezigheid van bietencystenaaltjes. - De combinatie van aaltjes + magnesiumgebrek + watertekort is gunstig voor de aanwezigheid van Alternaria. - Bruinachtige vlekken met concentrische cirkels, met in het midden typische barsten en kleine zwarte puntjes . - Verschijnt soms op bladeren aangetast door Cercospora of Ramularia. - Paarsachtig schimmelpluis op jonge bladeren. - Gekrulde en gezwollen bladeren, vooral de hartbladeren. VERSCHIJNINGSTIJDSTIP - Van mei tot september. - Meestal vanaf augustus. - Meestal vanaf augustus. - Meestal in juni of juli. VERSCHIJNINGSFREQWENTIE - Frequent, soms naargelang het ras. - Frequent, vooral in gronden of in zones aangetast door het bietencystenaaltje. - Weinig frequent.. - Anekdotisch (uitzondering 2014). GUNSTIGE WEERSOMSTANDIGHEDEN - Vochtig en betrokken weer. - Verdwijnt op natuurlijke wijze bij droog weer. - Warmte gepaard gaand met watertekort. - Warmte (optimum 20°C). - Koud en vochtig weer. - Verdwijnt op natuurlijke wijze bij droog weer. - Geen. - Geen. - Het opbrengstverlies is gerelateerd aan de aanwezigheid van aaltjes. - Geen. - Geen. Pseudomonas sp BACTERIE SYMPTOMEN In geval van twijfel over de identificatie van de aanwezige ziekte, aarzel niet om contact op te nemen met uw landbouwkundige of om een bladstaal in een open plastiek zak onder omslag op te sturen naar KBIVB-IRBAB Molenstraat, 45, 3300 Tienen met vermelding van uw gegevens (naam, adres en telefoon) WEERSLAG OP DE OPBRENGST Welk fungicide gebruiken ? Max # toep. VT (dagen) 110 ARMURE 0,70 1 21 108 OPUS TEAM 0,70 ‐ 45 0,8 ‐ 1,0 2 42 112 Euro/ha (rel) RETENGO PLUS Roest 28 SPYRALE Ramularia 1 Handelsnaam Cercospora 1,00 Witziekte Dosis (L ‐kg/ha) De keuze van het fungicide kan bepaald worden door : - welke ziekte overwegend aanwezig is - de gevoeligheid van het te behandelen ras. Slechts 4 fungiciden zijn erkend tegen de vier bladziekten (Cercospora, Ramularia, witziekte en roest). Retengo Plus mag enkel toegepast worden als fungicide. Voor alle laattijdig uitgevoerde behandelingen (na 20 augustus) moet men aandacht hebben voor de veiligheidstermjn VT (tabel 4) indien men geen problemen wil hebben met de levering! Een kortere veiligheidstermijn voor de rooi betekent niet dat het product een korte nawerking heeft. Let op: voor de producten Capitan 25 EW en Punch SE vervalt de erkenning dit jaar op 31 oktober. De resultaten van de fungicidenproeven van het KBIVB in 2013, een jaar met gematigde en late ziektedruk, met diverse fungiciden en behandelingsdata hebben aangetoond dat bij een late oogst: - De verschillen in doeltreffendheid tussen producten bestaan maar in een jaar met geringe ziektedruk zijn de verschillen tussen de producten toegepast op drempel niet significant (rode balken in grafiek 3). - Het duurste product is niet noodzakelijk het meest rendabele. - Een dubbele behandeling half-juli + half-augustus is niet betalend (groene balk in grafiek 3). - Een behandeling die 30 dagen te vroeg werd uitgevoerd (= vóór de behandelingsdrempel bereikt werd) is niet rendabel. In Barry werd de drempel bereikt voor witziekte en Ramularia maar kwam er ook Cercospora voor. In Ligne werd de drempel bereikt voor Cercospora. Barry Ligne drempel 106 104 DIFCOR 250 EC, GEYSER, PLOVER, INTER DIFENOCONAZOLE 250, TAPIER 0,50 3 21 CORBEL 0,75 1 45 CAPITAN 25 EW 0,60 2 49 PUNCH SE 0,60 2 49 BUMPER P 1,00 ‐ 30 FORTRESS 0,30 1 28 Grafiek 3: financiële winst in Barry en Ligne na fungicidebehandeling EMINENT 0,80 2 42 BELROSE 0,80 2 42 Een nieuwe ziekte in Nederland: gele vlekjes 102 Tabel 4. Erkende fungiciden in de biet (mei 2014, formuleringen op basis van zwavel niet inbegrepen). Legende: groene vakjes : erkend tegen; grijze vakjes : niet erkend tegen; meer info, zie website KBIVB (lijst erkende fungiciden) of website Fytoweb; VT : Veiligheidstermijn. 8 — 07-08/2014 De Bietplanter 100 98 Armure 0,7 l/ha op drempel In Nederland komt in sommige regio’s een ziekte voor die veroorzaakt wordt door een schimmel die Stemphylium (sp.) heet en die opbrengstverliezen veroorzaakt. Herkent u deze gele vlekjes ook op u bietenveld contacteer ons! ([email protected])! I N T E R N AT I O N A A L EU-Oekraïne: akkoord voor tariefvrij invoercontingent voor suiker Om de Oekraïense economie te steunen bespoedigde de Europese Unie de procedure voor het invoeren van het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Oekraïne. De beslissing van de Commissie om de EU-markt per direct te openen voor Oekraïnse import om het land economisch te steunen, bestaat erin het douaneluik van het EU-vrijhandelsakkoord met Oekraïne vervroegd en unilateraal toe te passen. Meer concreet betekent dit de opheffing van de douanerechten op de import vanuit Oekraïne (voor 98 procent van de handel). Door deze unilaterale maatregel zullen de Oekraïense exporteurs jaarlijks 487 miljoen euro minder douanerechten moeten betalen. Deze handelspreferenties traden al in mei in werking in afwachting dat het globale associatie-akkoord tussen de EU en Oekraïne van kracht wordt. Er werd evenwel een vrijwaringsclausule ingebouwd. Hierdoor zal de EU opnieuw douanetarieven kunnen invoeren ingeval de Europese markt zou overspoeld worden door Oekraïense import. Voor suiker, één van de gevoelige producten in het akkoord tussen de EU en Oekraïne, werden communautaire quota tegen nulrecht ingesteld. De jaarlijkse importquota werden vastgesteld op 20.000 ton voor suiker, op 10.000 à 20.000 ton voor de categorie “andere suikers” en op 2.000 ton voor suikerstropen. Rusland heeft de WTO onmiddellijk laten weten dat de handelspreferenties die de EU toekent aan Oekraïne een bron van discriminatie zijn ten opzichte van de WTO-leden, waartoe Rusland behoort. Argentinië en Venezuela onderschrijven het standpunt van Rusland. Ook Nicaragua, Ecuador en Cuba zouden zich hierbij kunnen aansluiten. Oekraïense suikerbietproductie daalt In de sovjettijd was Oekraïne één van de grootste wereldleveranciers van suiker. Het land produceerde 12 à 15 procent van de wereldproductie en voorzag ook in de behoeften van de andere republieken. Momenteel produceren nog 32 fabrieken suiker in Oekraïne, hetzij een zesde van de toenmalige bedrijven. Vijf suikergroepen zorgen voor twee derde van de productie. De holding Astarta is de eerste suikergroep van Oekraïne met 26% van de nationale productie. De groep telt acht fabrieken met een totale verwerkingscapaciteit van 33.000 ton suikerbieten per dag. De voorbije jaren heeft Astarta door de sterke stijging van de gasprijs in Oekraïne, bijna 20 miljoen euro geïnvesteerd in de bouw van een productie-eenheid voor biogas uit bietenpulp en soja-afval op de site van de suikerfabriek van Globinsky. Het geproduceerde biogas (methaan) zou het gebruik van aardgas door de fabriek met 60% moeten verminderen. Dit is een pilootproject dat door andere fabrieken van de groep kan worden overgenomen in geval van succes. De uitzaai en de productie van suikerbieten blijven dalen in Oekraïne: ongeveer 350.000 ha in 2013/14, hetzij 25 ger dan deze van soja en drie- tot viermaal hoger dan deze van tarwe of zonnebloemen. Men verwacht niet dat het bietenareaal opnieuw zal krimpen tijdens de volgende campagne. De gemiddelde opbrengst over de vijf laatste jaren bedraagt plusminus 38 ton suikerbieten per hectare. De bieten zijn bestemd voor de suikerproductie. Er is praktisch geen verwerking tot alcohol. Bronnen: USDA sugar report 2013; Jaarrapport 2013 Astarta ; AgraEurope Oekraïne: grote suikervoorraden De voorbije jaren heeft Astarta geïnvesteerd in de bouw van een productie-eenheid voor biogas uit bietenpulp en soja-afval op de site van de suikerfabriek van Globinsky. procent minder dan het jaar ervoor. Deze daling wordt voornamelijk toegeschreven aan de lage suikerprijs op de binnenlandse markt. De afgelopen jaren waren de oogsten goed. Het land slaagde er echter niet in zijn geraffineerde suiker te exporteren. Dit leidde tot overproductie en tot dalende bieten- en suikerprijzen. In Oekraïne wordt zowat 70 procent van de bieten geteeld door grote bedrijven die geïntegreerd zijn in of verbonden zijn aan agroholdings die hun eigen suikerfabrieken en andere verwante ondernemingen (chocoladeproductie,...) beheren. Deze grote bedrijven worden steeds productiever, dankzij verbeterde teeltmethoden (minder inputs zoals meststoffen,...) en het gebruik van kwaliteitszaad. Een andere factor die de lagere bietenuitzaai verklaart is de stijging van de meststofkosten in Oekraïne de laatste jaren. Hierdoor kiezen vooral de kleine producenten voor meer rendabele teelten zoals soja, maïs, zonnebloem of tarwe. De productiekosten van bieten zouden in 2012 ongeveer 1.600 $/ha bedragen, wat tweemaal hoger is dan de productiekosten van maïs, driemaal [email protected] Cichorei Oreye: gewasgroei blijft achter Ondanks een uitzaai in zeer goede omstandigheden, ontwikkelt het gewas zich nu minder goed dan aanvankelijk gehoopt. De minder goede bodemstructuur na de abnormaal milde winter en het zeer droge weer bij de gewasopkomst in april, geven heel wat planters reden tot zorgen. Het relatief koele weer in de maand mei, met toch een aantal felle onweersbuien, hebben in sommige 1974berokkend. - 2014 streken veel schade Een tiental hectare diende opnieuw tio n ans im po rta Volgens de suikerproducentenvereniging Ukrtsukor zal Oekraïne tijdens de campagne 2013/2014 tussen 1,2 en 1,4 miljoen ton suiker produceren of 40 procent minder ten opzichte van vorig jaar. De afname wordt veroorzaakt door het verminderde bietenareaal. Door de goede oogsten van de voorbije jaren kan de Oekraiense suikerproductie voorzien in de behoeften van het land. Maar zij hebben ook geleid tot suikeroverschotten. Oekraïne heeft problemen om deze af te zetten. Het land exporteert wel naar de leden van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (zoals Kazakhstan, Kirghizistan, Georgië en Moldavië), naar het MiddenOosten en naar een paar EU-buurlanden. Maar de onderhandelingen met Rusland, de meest attractieve exportmarkt voor Oekraïense suiker, hebben niet geleid tot belangrijke suikerverkopen de laatste jaren. De suikervoorraden blijven dus groot en de binnenlandse prijzen weinig aantrekkelijk. Hierdoor kromp het bietenareaal in 2013 met ongeveer 25 procent. Voor de komende campagne 2014/15, besliste de ministerraad de minimumaankoopprijs voor suiker met 1 procent te verhogen. De minimumaankoopprijs voor bieten zou stijgen met 1,6 procent. De consumptie van geraffineerde suiker in Oekraïne schommelt tussen 1,7 en 1,9 miljoen ton, naargelang de economische situatie. d’i m p ortatio gezaaid te worden en in sommige gevallen werd besloten over te zaaien. Dit maakte het natuurlijk ook lastig voor de onkruidbestrijding, die al niet gemakkelijk was door de onregelmatige opkomst over meerdere weken. Gemiddeld is de teeltsituatie niet zo best dit jaar. Maar doordat het teeltseizoen dit jaar vroeger van start ging in vergelijking met andere jaren, kan de eventuele achterstand hopelijk nog worden ingehaald. Zware onweders en hagelbuien bezorgden heel wat planters kopzorgen. n De SUPER ZOMERVOORWAARDEN van MONOSEM zijn terug! Tot 19% EXTRA in juli 2014 Voor details over de voorwaarden raadpleeg snel uw DistriTECH DEALER - Zie ook www.distritech.be Bezoek ons op Kiezen voor zekerheid NG Plus 4 NC Classic NC Technic Meca V4 Stand 09-03 De garantie van een kwaliteitsvolle service DistriTECH Tel : 04 377 35 45 – www.distritech.be JOSKIN De Bietplanter 07-08/2014 — 9 N I E U W S U I T D E F I R M A’ S Limagrain Belgium presenteert zijn gamma voor 2014-2015 AVEVE houdt ‘Dag van het gras’ Op 4 juni nodigde Limagrain Belgium de landbouwpers en voorlichters uit op zijn proef- en demonstratievelden in Tiegem. Eind mei organiseerde AVEVE een ‘Dag van het gras’ in Meulebeke. Deze werd ingeleid door een uiteenzetting over veevoeding waarna een veldbezoek volgde met uitleg over fyto- en meststofproeven en de teelttechnische aspecten van grasland. Cofabel, invoerder van John Deere in België, demonstreerde er met zijn machines voor maaien, persen, hakselen,... Wintertarwe Ook voor 2014 selecteerde Limagrain zijn wintertarwerassen naar de noden van de Belgische markt, waarbij voornamelijk rekening wordt gehouden met een hoge opbrengst en een hoog hectolitergewicht. Dit jaar wordt gekenmerkt door een vroege, intense geleroestdruk. Dankzij de goede werking van de triazolen en SDHI-producten kunnen de planten met geleroestaantasting bijna volledig herstellen. Essentieel hierbij is dat tijdig behandeld wordt zodat het mogelijke opbrengstverlies tot nul kan herleid worden. De meeste Limagrainrassen zijn bruikbaar zowel in de veevoeding als voor de ethanol- en zetmeelproductie. Onder de alternatieve rassen biedt Tybalt een zeer hoge opbrengst en kan tot half april gezaaid worden. Onder de vroege rassen wordt Celulle nu massaal gezaaid op zandleemgronden, is de topper wat hectolitergewicht betreft, rijpt snel af, is rap dorsklaar en heeft een uitstekende bakkwaliteit. Rubisco combineert vroegrijpheid met topopbrengst en Mulan heeft een zeer goede aarfusariumresistentie en geeft veel stro. Onder de halfvroege/halflate rassen is Intro een vaste waarde aan het worden dankzij zijn zeer hoge opbrengsten in leemgronden vorig jaar en zijn BPS-kwaliteit. Elixer munt eveneens uit door zijn hoge opbrengst in klei- en leemgronden en door zijn zeer goede aarfusariumresistentie. Tobak verzekert topopbrengsten, is zeer goed wintervast en geeft veel stro. Speciale aandacht gaat ook naar de nieuwigheden Reform, Anapolis en Granamax. Reform combineert kwaliteit en opbrengst, is goed legervast en heeft een zeer goede aarfusariumresistentie. Anapolis heeft ook een uitstekende aarfusariumresistentie, is zeer gezond en biedt topopbrengsten. Granamax biedt een zeer goede geleroestresistentie en scoort uitgesproken goed op lichte grond. Wintergerst In wintergerst werd Paso massaal gezaaid in 2013. Door zijn sterke wintervastheid, goede uitstoeling en dito stevigheid, wordt de teelt van Paso eenvoudig en betrouwbaar. Daarnaast is Antonella de sterke nieuwkomer: het is een halfvroeg ras, met zeer regelmatige opbrengsten, goede legervastheid en wintervastheid en een extreem goede bladgezondheid. Het is van groot belang om op tijd te verkorten terwijl 1 behandeling voor ziektebestrijding doorgaans volstaat. Suikerbieten Onder de Betaseedrassen blijft Goodwood het meest Seminarie veevoeding Met een financieel inkomen van 111,2% geeft het rhizomanieras BTS 520 oogstzekerheid, bevestigt Wannes Dermaut. gekende. Goodwood heeft een lage grondtarra, een zeer hoog suikergehalte en zeer hoog financieel inkomen en is momenteel op grote schaal uitgezaaid in België. Maar Betaseed komt vandaag met totaal vernieuwd gamma: BTS 520 en BTS 110 in rhizomanie Anti-rhizomanierassen voor de toekomst zijn BTS 520 en BTS 110. In de KBIVB-proeven 2012-2013, was BTS 520 de nummer 1 voor financieel inkomen met 111,2%, terwijl BTS 110 de nummer 2 was voor financieel inkomen met 108,5%. Dit ras heeft een zeer goede ziekteresistentie en een zeer lage tarra. BTS 990: nieuw topras tegen nematoden Met de nieuwe anti-nematoden en rhizoctoniarassen is het BTS-gamma nu compleet: Met het anti-nematoden ras BTS 990 wordt het financiele inkomen liefst met tot 15% verhoogd. Daarnaast staat BTS 990 in voor een zeer hoog suikergehalte gecombineerd met een zeer hoge wortelopbrengst, evenals voor een goede bladgezondheid. BTS 605 tegen rhizoctonia Met het anti-rhizoctonia ras BTS 605 wordt komaf gemaakt met een aantal neveneffecten bij rhizoctoniatolerante rassen, waarvan teveel schieters het grootste probleem vormden. Daarenboven heeft BTS 605 een financieel inkomen van tot 5% hoger dan de beste standaard (KBIVB 2012-2013), een hoog suikergehalte 104% (KBIVB 2012-2013) en een uitmuntende bladziekteresistentie. Daarnaast is er ook BTS 180 van zijn kant heeft een zeer goede tolerantiegraad tegen rhizoctinia en de hoogste wortelopbrengst van alle geteste rhizoctoniarassen. Met beide nieuwe rassen kunnen de bietentelers voortaan rhizoctonia doeltreffend aanpakken. Pomagro: een nieuwe opslag- en productiehal in Tienen Het bedrijf Pomagro heeft geïnvesteerd in een nieuwe opslag- en productiehal in Tienen. Het heeft nu twee breek-, meng, en laadlijnen met een capaciteit van meer dan 150 ton per uur elk, of een effectieve laadcapaciteit van 6-8 vrachtwagens per uur. Pomagro produceert minerale meststoffen op basis van Haspargit gederiveerd uit suikerbieten en meer bepaald uit de bijproducten verkregen uit de productie van citroenzuur uit melasse. De oprichting van Pomagro had een direct verband met de ontwikkeling van de activiteiten van de “Citrique Belge” (producent van citroenzuur uit melasse). Melasse bevat ongeveer 50% suiker, naast water, mineralen en eiwitten. Begin de jaren ’80 slaagde men erin de mineralen en de eiwitten af te scheiden van het afvalwater. Hierbij ontstonden twee nieuwe bijproducten: de gedemineraliseerde vinasse die rijk is aan eiwit en een dubbelzout van calcium- en kaliumsulfaat dat later de merknaam HASPARGIT kreeg. Naast Haspargit werden andere complementaire grondstoffen aangekocht die vandaag twee derde van de verwerkte hoeveelheden vertegenwoordigen. Pomagro wil via haar expertise, de aangereikte oplos10 — 07-08/2014 De Bietplanter Pomagro beschikt over twee parallelle breek-, meng- en laadlijnen met een capaciteit van meer dan 150 ton per uur elk. singen en een lange termijn partnerschip, het economisch belang van klanten en leveranciers veiligstellen. Het wil op een respectvolle manier omgaan met het milieu en gelijke tred houden met de eisen van de samenleving, met als kernwaarden: innovatie, klantgerichtheid, kwaliteit als norm, duurzaam ondernemen en integriteit. Zie ook de nieuwe website van Pomagro: www.pomagro.be Om verliezen door minderwaardig product of verkeerde inkuilmethode te voorkomen vereist het inkuilen van eigen gewonnen ruwvoeders of het stockeren van aangekochte vochtrijke voedermiddelen de nodige aandacht en tijd. Voor een optimale graskuil als eiwitrijk ruwvoeder in melkveerantsoenen gelden daarom 10 geboden: vlotte verteerbaarheid, een zo laag mogelijk asgehalte, een goede bemesting, jong maaien, voldoende voordrogen, de veldperiode zo kort mogelijk houden, een correct inkuilproces, kuilverbeteringsmiddelen (Silacid Soft, Feed ‘more’ Combi, landbouwzout), broei vermijden in de zomerperiode en vooral maaien bij goed weer. Veldbezoek Tijdens het daaropvolgende veldbezoek, werd nader ingegaan op de fyto- en bemestingsproeven. Wat meststoffen betreft, gaat de aandacht naar de zwavelbemesting Sulfonit en Sulfazote. Sulfonit is een stikstofmeststof in korrelvorm met zwavel. Sulfonit voegt zwavel toe onder sulfaatvorm en is dus onmiddellijk beschikbaar voor de plant. Sulfazote is een vloeibare stikstofmeststof met zwavel. Het is een unieke combinatie van nitrische, ammoniakale en ureïsche stikstof en zwavel in sulfaatvorm die de zwavelvoorraad aanvult en beschikbare stikstof spreidt over het groeiseizoen. Daarnaast verhoogt de meststof Haspargit® die kalium, calcium, zwavel en magnesium bevat -vier van de voornaamste voedingselementen- het rendement en de kwaliteit van de teelten. Aangezien veel processen zoals de waterhuishouding in de plant afhankelijk zijn van kalium, wordt kalium ook wel eens ‘het kwaliteitselement’ genoemd. Buiten de klassieke akkerbouwteelten hebben ook veel groenten een hoge behoefte aan kalium. Gewassen met een hoog calciumgehalte bewaren beter. Het element zwavel verhoogt dan weer de stikstofopname van de plant. Tenslotte is magnesium belangrijk voor de bladontwikkeling en de vorming van stoffen zoals suikers, eiwitten en zetmeel. Kortom, Haspargit voorziet in de meeste van de voornaamste voedingsstoffen voor de plant. Daarom is Haspargit uiterst geschikt voor tal van akkerbouwgewassen. Voor blijvend grasland, commercialiseert AVEVE de graslandmengsels Superstar prima, prima blanc, tetra, complex, extra, premix en super. Voor tijdelijk grasland zijn Mixital en Mixital plus voorhanden terwijl Superstar horsemix geschikt is voor paarden- en schapenweiden en Superstar restart garant staat voor het herstel van grasland. Zwavelbemesting met Sulfonit en Kornkali staat garant voor een optimaal rendement. N I E U W S U I T D E F I R M A’ S SESVanderHave bouwt hoogtechnologisch onderzoekscentrum in Tienen SESVanderHave investeert meer dan 10 miljoen euro in een gloednieuw hoogtechnologisch onderzoekscentrum op de nabijgelegen terreinen van de Feed Food Health-site in Tienen. Met de bouw van dit centrum wil SESVanderHave haar R&D-capaciteit naar een hoger niveau tillen. Het onderzoekscentrum zal meer dan 20.000 m2 groot zijn en tot 50 mensen tewerkstellen vanaf 2015. Toptechnologie onder glas Rob van Tetering, CEO van SESVanderHave, wijst op de noodzaak van dit nieuwe onderzoekscentrum: “de huidige infrastructuur van SESVanderHave moet worden aangepast voor alle onderzoeksprojecten die het bedrijf wil uitvoeren. Daarom werd geopteerd om de R&D-activiteiten uit te breiden op de Feed Food Healthterreinen. Dankzij dit nieuwe glazen hoogtechnologisch centrum, zal SESVanderHave het onderzoek verder kunnen uitbreiden en perfectioneren. Zo zullen sneller nieuwe en betere rassen op de markt kunnen komen: suikerbieten met hogere opbrengst, een betere ziekteresistentie en die minder afhankelijk zijn van gewasbeschermingsmiddelen.” Het Feed Food Health-project van de stad Tienen werd ingericht als een innovatief en kennisgerichte werkomgeving voor onderzoek, ontwikkeling en productie, verduidelijkt Marcel Logist, burgemeester van Tienen. Dit project werd trouwens alleen mogelijk met de samenwerking van de verschillende partijen met name de Provinciale Ontwikkelingsmaat- schappij Vlaams-Brabant, de KULeuven en het regionale bedrijfsleven. De bouw van het onderzoekscentrum zal in de winter aanvatten en tegen de herfst van 2015 zullen de eerste compartimenten operationeel zijn. De onderzoekscapaciteit van SESVanderHave zal met factor 2.5 worden uitgebreid. “Bij de bouw van het complex gaat veel aandacht uit naar de ecologische voetafdruk van het bedrijf”, verduidelijkt Rob van Tetering: “zo wordt een eigen warmtepomp geïnstalleerd die niet alleen de temperatuur in het R&D-complex zal regelen, maar ook restwarmte zal kunnen geven aan de rest van het bedrijf. Ook het regenwater zal worden hergebruikt, terwijl met de nieuwste milieuvriendelijke lampen en schermen zal worden gewerkt, die nauwelijks lichtververvuiling zullen geven voor de omgeving. Nog worden de strengste regels gehanteerd op vlak van veiligheid en netheid.Tot slot, wilde SESVanderHave de knowhow van het bedrijf centraal houden in Tienen, dat het hoofdkwartier en kenniscentrum is van de internationale groep.” Ondertekening van het compromis voor de bouw van het nieuwe onderzoekscentrum van ruim 20.000 m2, dat tot 50 mensen zal tewerkstellen. SESVanderHave heeft een nieuwe herbicide-tolerante suikerbiet ontwikkeld SESVanderHave, internationaal marktleider in de suikerbietensector, heeft een nieuwe herbicide-tolerante suikerbiet ontwikkeld. Deze technologie werd ontwikkeld in de eigen R&D-afdeling van SESVanderHave en biedt telers wereldwijd een nieuwe optie in onkruidbestrijding. De technologie van SESVanderHave is gebaseerd op het conventionele kweken van suikerbietenvariëteiten die tolerant zijn voor bepaalde ALSremmers, een categorie van breedspectrumherbiciden. Dankzij deze nieuwe, herbicide-tolerante variëteiten krijgen de telers de kans om meer nieuwe, breed werkende herbiciden te gebruiken om zo het onkruid onder controle te houden. Daarbij zijn lagere dosissen en minder toepassingen vereist dan bij de huidige onkruidbestrijdingssystemen. SESVanderHave ging in 2009 samen met Bayer CropScience van start met dit project. De eerste variëteiten zullen binnen enkele jaren op de markt beschikbaar zijn. Deze nieuwe technologie zal zorgen voor een meer doeltreffende, eenvoudigere en flexibelere onkruidcontrole voor de telers, met als gevolg een nog concurrentiëlere positie en een versteviging van de gehele suikerbietenketen. Granen: de nieuwe rassen van Jorion-Philip-Seeds Het jaarlijkse demoveldbezoek op 5 juni stond in het teken van de twintigste verjaardag van de oprichting van Philip-Seeds en was eveneens de eerste verjaardag van de samenwerking Jorion-Philip-Seeds. Joris Vanmeirhaeghe, commercieel directeur, gaf tekst en uitleg rond het thema granen en stelde de belangrijkste rassen en nieuwigheden voor op de demovelden. Algemene beschouwingen vooraf Terugblikkend op die 20 jaar, is het aanbod aan rassen vergroot en verbeterd, stelt Joris Vanmeirhaeghe. Vandaag geven in het gamma Philip-Seeds de rassen Arezzo, Bergamo, Rustic en Meeting,... en in het gamma Jorion de rassen Avatar, Célébration, Espart, Memory,... ook in de tarwemarkt een sterke positie aan het bedrijf. De laatste uitzaaiperiode was terug niet gemakkelijk: voor wintertarwe bedroeg het areaal in Vlaanderen 64.000 ha tov 56.000 ha in 2013 en 73.000 ha in 2012. In Wallonië is er een constante zodat het nationale areaal net boven de 200.000 ha komt. Wintergerst in Vlaanderen blijft stabiel met 12.000 ha en nationaal iets meer dan 40.000 ha. Ingevolge de extreem zachte winter, bleef de groei constant en noteerde men begin maart een voorsprong van zo een drie weken tov een normaal jaar. De stikstofreserves waren laag waardoor de stikstofadviezen gemiddeld hoger lagen dan de vorige jaren. Door de minder gunstige ontwikkeling van gele roest in de maand maart, kon een eerste behandeling (T0) worden uitgesteld tot begin april. De T1 werd einde april uitgevoerd. Uiteindelijk is in de tarwe 3 à 4 weken later de T2 of aarbehandeling uitgevoerd. De tarwe heeft nog altijd een voorsprong van on- geveer 2 weken tov van een normaal jaar. Volgens de laatste voorspellingen zal wintergerst eind juni en wintertarwe eind juli geoogst worden. Wintertarwe Toprassen voor 2014 zijn o.a. Avatar, Bergamo, Grapeli, Meeting en Joker. Avatar geeft veel kilo’s, stoelt zeer goed uit, is tolerant voor de oranje tarwegalmug en geschikt voor tarwe na maïs en tarwe na tarwe. Bergamo is een kwaliteitsvolle B1 tarwe, met een correcte opbrengst en kouderesistent, een ras dat nu moet doorbreken. Grapeli is een voedertarwe met een goede resistentie voor septoria en bruine roest evenals voor oogvlekkenziekte, een ras met carrièremogelijkheden. Meeting is ziekteresistent, productief, stoelt goed uit en is geschikt voor tarwe na maïs. Joker, gelanceerd in 2013, combineert productiviteit met kwaliteit, is ziekteresistent, het ras leunt aan bij Arezzo qua kwaliteit. Onder de vaste waarden vermelden wij Arezzo, geïntroduceerd in 2011, een B1 tarwe die productiviteit met kwaliteit combineert, een goede resistentie voor gele roest vertoont, waardoor het ras geschikt is voor zaai na maïs. Rustic nog een B1 tarwe, blijft een vaste waarde, met als sterke punten kwaliteit en zeer goede resistentie voor gele en bruine roest en geschikt voor tarwe na maïs. Onder de nieuwigheden in wintertarwe, zijn Mentor, Memory en Liessart veelbelovende productieve rassen, bevestigt Joris Vanmeirhaeghe. Nog een vaste waarde is het ras Célébration, een B2 tarwe met een goede opbrengst en een hoog HL-gewicht alsmede een goede ziekteresistentie. Bij de nieuwe rassen is er Mentor, een halflaat ras dat productiviteit met kwaliteit combineert en tolerant is voor gele en bruine roest. Daarnaast is er Memory, een B2 tarwe, productief, ziekteresistent, met hoge aarvruchtbaarheid, die marktklaar is voor het aanstaande seizoen. Nog een nieuwigheid is Liessart, een B1 tarwe, met opbrengst, kwaliteit en ziekteresistentie, een zeer gezond ras dat in 2014 gelanceerd wordt. Wintergerst Een vaste waarde is Gigga, een vroege en kwalitatieve gerst met een zeer goed potentieel en zeer resistent voor dwer- groest, Het ras blijft nog belangrijk in Vlaanderen. Casino is een productieve, zeer vroege wintergerst met een zeer hoog HL-gewicht. Dan is er nog Proval, een erg stabiele en regelmatige voedergerst, die topbrengsten levert. Onder de nieuwigheden, vermelden wij Tamina en Sanrival. Tamina is een zeer sterke en legervaste gerst spijts zijn lengte, het ras geeft een antwoord op de Duitse rassen. Sanrival van Jorion, ingeschreven op de Belgische rassenlijst in 2012, is een nieuw ras met een enorm potentieel, stoelt goed uit en is ziekteresistent. Daarnaast zijn er Daxor, legervast en ziekteresistent, een opbrengsttopper en Silex, met opbrengst en kwaliteit van de korrel, beide rassen worden gelanceerd voor 2014. De Bietplanter 07-08/2014 — 11 Omdat u geen kantooruren kent... ...maken wij ons vrij wanneer het u past. Bankieren met gezond verstand 12 — 07-08/2014 De Bietplanter
© Copyright 2025 ExpyDoc