HOLLAND FESTIVAL THE VALLEY OF AS TONISHMENT PETER

the valley of astonishment
peter brook, marie-hél�ne estienne,
Théâtre des Bouffes du Nord
holland festival
inhoud / content
Info
CREDITS
Info2
Credits3
data / dates
do 5, vr 6, za 7 juni 2014
Thu 5, Fri 6, Sat 7 June 2014
locatie / venue
Muziekgebouw aan ‘t IJ
aanvang / starting time
20.30 uur
8.30 pm
duur / running time
1 uur en 10 minuten, zonder pauze
1 hour 10 minutes, no interval
taal / language
Engels met Nederlandse boventiteling
English with Dutch surtitles
meet the artist
met with Marcello Magni, Kathryn Hunter,
Jared McNeill
vr 6.6, na de voorstelling
Fri 6.6, after the performance
moderator Nathalie Wevers
meer / more
do 5.6, Poetry Pub Crawl
Thu 5.6, Poetry Pub Crawl
websites
www.newspeterbrook.com
www.bouffesdunord.com
een theatraal onderzoek door /
a theatrical research by
Peter Brook en Marie-Hélène Estienne
regie / direction
Peter Brook, Marie-Hélène Estienne
licht / light
Philipe Vialatte
met / with
Kathryn Hunter, Marcello Magni,
Jared McNeill
musici / musicians
Raphael Chambouvet, Toshi Tsuchitori
stage manager
Arthur Franc
boventiteling / surtitles
Pierre Monot
productie / production
C.I.C.T / Théâtre des Bouffes du Nord
coproductie / coproduction
Theater for a New Audience, New York,
Les Théâtres de la Ville de Luxembourg
associate producers
Théâtre d’Arras / Tandem Arras Douai,
Théâtre du Gymnase, Marseille, Warwick
Arts Centre, Holland Festival, Attiki
Cultural Society, Athene, Musikfest
Bremen, Théâtre Forum Meyrin, Genève,
C.I.R.T., Young Vic Theatre, Londen
wereldpremière / world premiere
Parijs, 29.4.2014
nederlands
Voorwoord
Peter Brook, Marie-Hélène Estienne 4
Interview met Marie-Hélène Estienne
Daniël Bertina
5
Biografieën7
english
Preface
Peter Brook, Marie-Hélène Estienne 12
Interview met Marie-Hélène Estienne
Daniël Bertina
13
Biographies15
2
3
Interview met
Marie-Hél�ne Estienne
The Valley of Astonishment
Als we naar het theater gaan, dan is het
omdat we verrast willen worden. Of zelfs
verbijsterd. Maar we kunnen alleen door
iets geraakt worden, wanneer we ons sterk
verbonden voelen met het getoonde. Dus
moeten er twee tegengestelde elementen
samenkomen – het bekende en het buitengewone.
In de voorstelling The Man Who, ons eerste
avontuur door het labyrint van de hersenen,
ontdekten we gevallen van neurologische
stoornissen die vroeger gemakzuchtig als
‘gekte’ zouden zijn afgeschreven. Onze
eerste verrassing was dat we daarbij wezens
ontmoetten die net als wij bepaalde neurologische aandoeningen hadden waardoor hun
gedrag volstrekt onvoorspelbaar was. Pijnlijk
om te zien, vaak ook zeer komisch, en altijd
ontroerend – diep menselijk.
Nu gaan we wederom op ontdekkingsreis
door het menselijke brein. We leiden de toeschouwer door nieuwe en onbekende terreinen. Aan de hand van mensen met geheime
levens die zó intens zijn, zó verzadigd met
muziek, kleur, smaak, beelden en herinneringen, dat ze op ieder ogenblik van het paradijs
naar de hel en terug kunnen gaan.
In The Valley of Astonishment duiken Peter
Brook en Marie-Hélène Estienne in het
mysterie van de menselijke geest. Aan de
hand van gewone mensen, met buitengewone gaven.
Het zijn nadrukkelijk géén patiënten, zegt
Marie-Hélène Estienne over de personages
die ronddolen in The Valley of Astonishment.
Het zijn normale mensen, die gewoon kunnen functioneren in alledaagse beroepen als
schilder, journalist, leraar, jurist of schrijver. Estienne: “Maar ze hebben allemaal
synesthesie. Dat is een sterke vermenging
van de zintuigen. Mensen met synesthesie
kunnen soms geluiden als beelden voor zich
zien, kleuren proeven, of getallenreeksen
als hele landschappen ervaren. Dat heeft
fascinerende gevolgen voor hun geheugen en
bewustzijn.”
De werking van ons lichaam en onze geest
gaat meestal ongemerkt aan ons voorbij, zegt
Estienne. “Maar niet alleen op neurologisch
gebied zijn we ons vaak totaal niet bewust
van ons mens-zijn. Ook de aard van ons
bewustzijn is een groot enigma, net als onze
relatie met ons lichaam en onze plaats in het
universum. Met The Valley of Astonishment
proberen we daar vragen over te stellen. Aan
de hand van gewone mensen, met buitengewone gaven.”
Peter Brook en Estienne zijn al jaren gefascineerd door de menselijke geest. Op basis van
inzichten uit de neurologische wetenschap
maakten ze al eerder twee voorstellingen
over dit thema. I Am a Phenomenon (1988),
gebaseerd op het werk van de Russische
neuroloog Alexander Luria, over een persoon met een extreem goed geheugen. En
The Man Who (Holland Festival, 1995), een
Peter Brook & Marie-Hélène Estienne
4
5
voorstelling geïnspireerd op de observaties
van de wetenschapper Oliver Sacks, bekend
van zijn bestseller The man who mistook his
wife for a hat (1988). Tijdens het werken
aan I Am a Phenomenon stuitten Brook en
Estienne op het fenomeen synesthesie. Dat
onderwerp bleef hen boeien en heeft nu,
jaren later, vorm gekregen in The Valley of
Astonishment.
In deze voorstelling – gespeeld door drie acteurs en twee muzikanten – komen mensen
met diverse vormen van synesthesie voorbij,
én de artsen die hen behandelen. Van een
schilder die bij het horen van muziek de
drang heeft om geluid in beelden te vangen,
via een journaliste die gebukt gaat onder
haar immense geheugencapaciteit, tot een
persoon die het zintuigelijke besef van zijn
lichaam volledig kwijt is. Estienne: “Iedere
baby wordt met synesthesie geboren. Bij een
heel jong kind lopen alle zintuigen in elkaar
over. Tijdens het opgroeien wordt dat in
kanalen geleid en leer je onderscheid maken,
maar bij sommige mensen blijven dwarsverbanden bestaan. Synesthesie is in principe
geen handicap. Maar bij heftige ervaringen
kunnen die mensen van het paradijs naar de
hel worden geslingerd, en weer terug.”
Om deze bijzondere belevingswereld goed in
kaart te brengen werden Brook en Estienne
geholpen door diverse medisch specialisten.
Ze baseerden zich op de laatste wetenschappelijke inzichten, de vakliteratuur, passages
uit dagboeken, het werk van Daniel Tammet
(een Britse schrijver en autist met synesthesie, die beschikt over zeer uitzonderlijke
cognitieve vermogens) en ze kregen adviezen
van bevriende onderzoekers zoals Sacks.
Maar er werd ook uitvoerig gesproken met
mensen die dagelijks met deze vorm van
waarneming moeten leven. Estienne: “Dat
waren allemaal opvallend leuke, intelligente
types. Veel muzikanten en kunstenaars – dat
was misschien wel te verwachten. Sommige
wisten eerst ook niet dat ze synesthesie hadden; voor hen was het volkomen vanzelfsprekend om kleuren te zien bij het luisteren naar
muziek. Anderen hadden hun synesthesie
jarenlang van kinds af aan geheim gehouden,
uit schaamte, omdat ze niet voor gek wilden
worden versleten. Het was voor hen echt een
opluchting om er eindelijk over te kunnen
praten.”
The Valley of Astonishment wordt gespeeld
in een minimalistische setting, met een
uitbundig lichtontwerp met veel kleur en
een gelaagde muzikale compositie, zegt
Estienne. “We hopen zo de theaterruimte
helemaal te transformeren met kleur, licht en
geluid. Daarnaast hebben we het geluk om
te mogen samenwerken met twee fantastische muzikanten: Raphael Chambouvet en
Toshi Tsuchitori. Die laatste is een absolute
meester in de traditionele Japanse muziek.
Tsuchitori heeft heel lang en aandachtig naar
de acteurs zitten luisteren, totdat het
moment rijp was om iets toe te voegen. Hij
was maandenlang bij het proces betrokken,
want dat is onze werkmethode. Net als in
eerdere producties, zoals The Suit (1999),
gebruiken we zowel klassieke als traditionele
Aziatische muziek. Dat zijn twee totaal
verschillende genres die op het eerste gehoor
ver uit elkaar liggen. Maar in de voorstelling
ontstaat dat contact juist wel.”
Naast de wetenschappelijke inzichten en
persoonlijke ervaringen heeft The Valley of
Astonishment ook een mystieke dimensie.
In het stuk komen tekstfragmenten voorbij
uit The Conference of the Birds (1979), een
bewerking door Brook en Jean-Claude
Carrière van het gelijknamige gedicht van de
Perzische soefi-dichter Farid ud-Din Attar
(1145-1221). Hierin gaat een groep vogels op
zoek naar hun koning, de Simorgh, een soort
feniks. Elke vogel staat in de tekst symbool
voor een menselijke (negatieve) eigenschap.
De groep legt een barre tocht af door zeven
valleien, als fases in de weg naar de verlichting, van hunkering tot de uiteindelijke
verbijstering en verwondering. Slechts dertig
vogels overleven de tocht. Aan het eind
treffen ze niet hun verwachte koningsvogel
Simorgh, maar zien ze zichzelf weerspiegeld
in het meer van de laatste vallei (het woord
voor dertig is ‘si-morgh’ in het Farsi).
Estienne: “Je kunt de belevingswereld van
iemand met synesthesie natuurlijk niet
gelijktrekken met de introspectie van een
sufi-meester. Maar er zijn wel overeenkomsten. Beide draaien om een intense beleving
van het alledaagse. Als je je ervoor openstelt,
zit het leven vol verwonderende, buitengewone ervaringen. The Conference of the Birds is
een allegorie van onze menselijke mogelijkheden. Het toont dat ieder mens tot inkeer
kan komen en zich bewust kan worden van
zijn rol in het geheel, door het leven bewuster
en met verwondering te ervaren. We hopen
dat toeschouwers bij het zien van The Valley
of Astonishment een vergelijkbare verwondering zullen voelen. En dat het stuk, als ze na
afloop weer ‘geland’ zijn, voor hen nieuwe
deuren opent. Dat ze iets hebben ervaren
waar ze normaal niet over nadenken. Door
geconfronteerd te worden met mensen die
op een totaal andere manier in de werkelijkheid staan, leer je als toeschouwer ook iets
over jezelf. Zo ontdek je nieuwe manieren
van de wereld beleven.”
Daniël Bertina
6
Biografieën
In een carrière van ruim zeventig
jaar heeft Peter Brook (Londen,
1925) zijn naam gevestigd als een
van de meest grensverleggende
film- en theater- en operaregisseurs van zijn generatie. In
1943 regisseerde hij zijn eerste
toneelstuk en bouwde een monumentaal oeuvre op. Brooks werk
wordt internationaal gerespec­
teerd, niet alleen door de enorme
omvang en stilistische breedte,
maar ook vanwege zijn constante
drang naar innovatie. Brook
was één van de eerste theatermakers van zijn generatie die
de noodzaak inzag van een
lege, open theaterruimte, met
meer mogelijkheden voor direct
contact tussen toeschouwers en
spelers. Twintig jaar lang was
hij huisregisseur van The Royal
Shakespeare Company, en regisseerde hier vernieuwende versies
van Love’s Labour’s Lost (1946),
Titus Andronicus (1955), King Lear
(1962), Marat/Sade (1964) enA
Midsummer Night’s Dream (1970).
Daarnaast verfilmde hij veel van
zijn succesvolle voorstellingen.
Samen met Micheline Rozan
richtte hij in 1971 het onderzoekscentrum Centre International de Créations Théâtrales
op (CICT), dat in 1974 een
permanent gevestigd werd in het
Théâtres des Bouffes du Nord in
Parijs. Daar zagen producties het
licht zoals de epische bewerking
van The Mahabharata (1985,
naast voorstellingen als Ubu aux
Bouffes (1977), Conference of the
Birds (1979), Le Costume (1999),
The Tragedy of Hamlet (2000), Le
Grand Inquisiteur (2004) en
Tierno Bokar (2005). Veel van
deze producties werden twee-
talig uitgebracht. Tegelijkertijd
verdiende hij ook in de opera
zijn sporen, met onder andere
Une Flute Enchantée, die in 2011 te
zien was op het Holland Festival.
Brook werd bekroond met twee
Tony Awards for Best Direction
of a Play, de International Emmy
Award, The Ibsen Award en
diverse eretitels.
Regisseur, dramaturg en schrijver Marie-Hélène Estienne begon haar carrière als theatercriticus en journalist voor de Franse
publicaties Le Nouvel Observateur
en Les Nouvelles Littéraires. Naar
eigen zeggen ‘verveelde ze zich
dood’ in dat vak, en ging zich
toeleggen op de productie. Als
assistent van Michel Guy leverde
ze een bijdrage aan de programmering van het Paris Festival
d’Automne en in 1974 benaderde
ze Peter Brook met het verzoek
om met hem te mogen werken.
Brook stemde toe, en Estienne
werd na de casting voor Timon of
Athens ingelijfd bij Brooks Centre International de Créations
Théâtrales (CICT), waar ze in
1977 werd betrokken bij Ubu aux
Bouffes. Bij het CICT groeide
ze uit tot Brooks assistent,
huisschrijver en dramaturg.
Ze werkte onder andere aan Le
Tragédie de Carmen (1981), The
Mahabarata (1985) en The Tempest
(1990), schreef en bewerkte The
Man Who (1994) en Le Grand
Inquisiteur (2004) – gebaseerd op
Dostojevski’s korte verhaal uit
De Gebroeders Karamazov, en was
verantwoordelijk voor de tekst
van Tierno Bokar (2005). Samen
met Brook en componist Franck
Krawczyk presenteerde ze op
het Holland Festival in 2011 een
eigen, uitgeklede versie van Die
7
Zauberflöte (Mozart/ Schikaneder):
Une flûte enchantée. Estienne: ‘In
het theater is het heel prettig om
verantwoordelijkheden te kunnen delen. Peter en ik begrijpen
elkaar en hebben een goede
werkrelatie en communicatie.
Hij is een genie: altijd slim,
onvoorspelbaar en open.’
Lichtontwerper Philippe
Vialatte maakte zijn start bij het
Théâtre des Bouffes du Nord
in 1985 als een lichtman bij de
voorstelling Le Mahabharata,
geregisseerd door Peter Brook.
Hij assisteerde Jean Kalman
bij het lichtontwerp voor Woza
Albert en La Tempête, ook in regie
van Brook. Vanaf de creatie van
The Man Who (1993) in Parijs is
Vialatte verantwoordelijk voor
alle lichtontwerpen voor Brooks
voorstellingen in het Théâtre
des Bouffes du Nord, zoals Qui
est là, Je suis un phénomène, Le
Costume, The Tragedy of Hamlet,
Far Away, La mort de Krishna, La
Tragédie d’Hamlet, Ta main dans
la mienne, Tierno Bokar, Le Grand
Inquisiteur, Sizwe Banzi est mort,
Fragments, 11 and 12, en recentelijk
Une Flûte Enchantée. Vialatte
heeft tevens al deze voorstellingen op tournees begeleid,
en zorgt ervoor dat het licht
steeds weer wordt aangepast en
herontworpen, om zo optimaal
gebruik te maken van iedere
nieuwe theaterruimte.
Actrice Kathryn Hunter
werd geboren in New York uit
Griekse ouders, en groeide op
als Londenaar die vloeiend
modern Grieks, Frans en Italiaans spreekt. Hunter studeerde
Frans en Theater aan de Bristol
University en volgde daarna een
opleiding bij de Royal Academie
of Dramatic Art, met als leraar
Hugh Crutwell. Na kluchten
van Alan Ayckbourne uit het
Britse repertoiretoneel te hebben
gespeeld, werd ze ingelijfd bij
Common Stock Theatre Company en trainde ze de Grotowski-theatertechnieken. Haar
carrière kreeg een nieuwe impuls
toen ze zich bij theatergroep
Complicite voegde. In deze
hoedanigheid maakte ze diverse
producties, zoals Anything for a
quite life, Help I am alive en Out
of a House walked a Man. Naast
haar werk als actrice in voorstellingen zoals Kafka’s Monkey
and Fragments in regie van Peter
Brook, Mr Ido met Hideki Noda
en Spoonface Steinberg door Lee
Hall, werkt Hunter tevens als
regisseur. Ze was verantwoordelijk voor My Perfect Mind bij de
Young Vic, Othello bij de Royal
Shakespeare Company en Glory
of living door Rebecca Gilman
voor het Royal Court Theatre.
Recentelijk was ze te zien als
Mrs Figg in de Harry Potterfilm
The Order of the Phoenix.
Acteur Marcello Magni werd
geboren in Bergamo, Italië.
Na zijn studie aan de afdeling
DAMS (drama, arte, musica,
spettacoli) van de Universiteit
van Bologna vluchtte hij naar Parijs, waar zijn theatrale vorming
pas echt begon. Hij studeerde
af bij Jacques Lecoq en volgde
verdere lessen bij Pierre Byland,
Philippe Gaulier en Monica Pagneux. Magni is acteur, regisseur,
bewegingschoreograaf en theaterdocent. Hij is mede-oprichter
van de theatergroep Complicite
in Londen, een gezelschap waar
hij jarenlang bij betrokken was
als acteur. Hier maakte hij zijn
eerste voorstellingen en was te
zien in diverse producties. Uit
Magni’s theatrale samenwerkingen spreekt een grote interesse
voor de wereld van maskers en
Commedia dell’Arte, en hij was
te zien in stukken van Marivaux,
Molière en Ruzzante. Daarnaast
creëerde hij de solovoorstelling
Arlecchino met Jos Houben en
Kathryn Hunter. Magni was
tevens diverse keren te zien op
het podium van Shakespeare’s
Globe. In 2006 speelde hij een
rol in Fragments, geregisseerd
door Peter Brook in het Théâtre
des Bouffes du Nord. In 2010
deed hij de bewegingsregie van
Brooks Une flûte enchantée.
Magni speelde ook in verschillende films, zoals Nine, The
Adventures of Pinocchio en de
televisieserie Doctor Who.
Acteur Jared McNeill studeerde
aan de Fordham Universty at
Lincoln Center in New York
City en behaalde hier in 2008
zijn diploma in Theater and
Visual Arts. In hetzelfde jaar
kreeg hij zijn eerste professionele
rol, in Chisa Hutchinsons She
Like Girls bij het Lark Theater.
McNeill vertolkte diverse rollen
in Peter Brooks 11 and 12 en
speelde Maphikela in The Suit.
Daarna was hij onder andere te
zien in August Wilson’s Fences
in het Geva Theater Center,
en hij speelde in verschillende
hoofdstukken uit Tarell
McCraney’s Brothers/Sisters
Trilogy in het City Theater van
Pittsburgh. McNeill was understudy voor de productie Sons of
the Prophet van Stephen Karam
bij The Roundabout Theater
Company en speelde tevens in
8
Young Jean Lee’s The Shipment,
en een New Yorkse productie
van Bertolt Brechts Life of Galileo
– waarin hij muzieknummers op
de trombone en clavecimbel ten
gehore bracht. Recentelijk ging
McNeill op tournee met The Suit
(2012), in regie van Brook.
Componist en pianist Raphael
Chambouvet studeerde aan
het Conservatorium van Lyon.
Hier behaalde hij in 2000
de eerste prijs in jazzpiano,
naast een Mastertitel in
Music Applied to the Visual
Arts van de Universiteit van
Lyon. Samen met Peter Brook
en Marie-Hélène Estienne
werkte hij aan de premières van
The Suit in Groot Brittannië
en de Verenigde Staten –
respectievelijk bij de Young
Vic en de Brooklyn Academy
of Music – voorafgaand aan de
internationale tournee. Voor
theaterregisseur Emmanuel
Meirieu componeerde hij de
muziek van Mon Traitre (2013),
dat vanuit het Théâtre Les
Bouffes du Nord op Europese
tournee ging. De voorstelling
kreeg lovende kritieken en Les
Echos bejubelde de ‘spectaculaire
soundscape’. Eerder componeerde
Chambouvet ook de muziek
voor de voorstelling Les Beaux
Lendemains (2011). Le Monde
beschreef deze compositie als
een ‘meesterwerk’ en zijn
muziek werd vergeleken met de
grote Ennio Morricone. Verder
won Chambouvet in 2008 het
Concours national de jazz de
la Défense met zijn trio CHK.
In de laatste tien jaar speelde
Chambouvet door heel Europa
met diverse jazz-, soul- en
popartiesten.
Muzikant Toshi Tsuchitori
werd in 1950 geboren in de
Japanse Kagawa-prefectuur.
Al op zeer jonge leeftijd deed
hij optredens met traditionele
Japanse percussie, en sinds de
jaren 1970 bespeelt hij de internationale podia met specialisten
in de vrije muzikale improvisatie, zoals Milford Graves, Steve
Lacy, Derek Baily en anderen. In
1976 begon hij te werken voor
Peter Brooks theatergezelschap
en creëerde de muziek voor
diverse producties, waaronder
Ubu, The Conference of the Birds,
The Mahabharata en Tierno
Bokar. Tsuchitori speelt en doet
onderzoek naar traditionele muziekstijlen afkomstig van over
de hele wereld. Al tien jaar lang
verdiept hij zich in de vroegste
vormen van de Japanse muziek
en presenteert de resultaten in
muzikale performances. In 1988
bouwde hij een studio samen
met de traditionele meester­
muzikant Harue Momoyama, en
werkt hier sindsdien met zowel
lokale dorpelingen als internationale artiesten. Tsuchitori
heeft verscheidene opnames van
prehistorische Japanse muziek
uitgebracht. Recentelijk speelde
hij oeroude muziek in een Franse
grot met prehistorische muurschilderingen.
9
10
11
English
Interview with Marie-Hél�ne
Estienne
The Valley of Astonishment
If we go to the theatre, it’s because we want
to be surprised, even amazed. And yet we
can only be concerned if we can feel a strong
link with ourselves.
So, these two opposite elements have to
come together – the familiar and the extraordinary.
In The Valley of Astonishment, Peter Brook
and Marie-Hélène Estienne delve into the
mystery of the human brain by examining
ordinary people with extraordinary gifts.
They most definitely are not patients, says
Marie-Hélène Estienne about the characters who roam around in The Valley of
Astonishment. They are normal people who
can function perfectly well in all sorts of
ordinary professions, such as artist, journalist, teacher, lawyer or writer. ‘But they all
have synaesthesia,’ adds Estienne, ‘which is
a strong commingling of the senses. People
with synaesthesia can sometimes see sounds
as images, taste colours, or experience series
of numbers as entire landscapes. That has
fantastic consequences for their memory and
consciousness.’
The functioning of our body and mind
mostly takes place without our being aware
of it, according to Estienne. ‘But often
neurology is not the only area in which we
are totally unaware of our human condition.
The nature of our consciousness is also a
great enigma, just as is our relation to our
body and our place in the universe. With
The Valley of Astonishment, we try to raise
questions about this by examining ordinary
people with extraordinary gifts.’
Peter Brook and Estienne have been
fascinated by the human brain for years.
Using insights from neurological science,
they made two other productions on this
theme before this: I Am a Phenomenon
(1988), based on the work of Russian neurologist Alexander Luria, about a person with
an extremely good memory; and The Man
Who (Holland Festival, 1995), a production
inspired by the observations of scientist
In The Man Who , our first adventure into
the labyrinths of the brain, we met neurological cases who in the past had been
conveniently written off as ‘mad’.
Our first surprise was to encounter beings
like ourselves, whose condition made their
behaviour totally unpredictable. Painful to
watch, though often very comic, they were
always touching – deeply human.
Today, once again, we are exploring the
brain. We will take the spectator into new
and unknown territories through people
whose secret lives are so intense, so drenched
in music, colour, taste, images and memories
that they can pass any instant from paradise
to hell and back again.
Peter Brook & Marie-Hélène Estienne
12
13
Oliver Sacks, known for his bestseller The
Man Who Mistook His Wife for a Hat (1988).
While working on I Am a Phenomenon,
Brook and Estienne discovered the existence
of synaesthesia. That subject continued to
fascinate them and now, years later, has been
put into form in The Valley of Astonishment.
In this production – performed by three
actors and two musicians – people with
various types of synaesthesia pass by, along
with the doctor who treats them. The
characters range from an artist who has an
urge to paint images of sounds when hearing
music, to a journalist who is weighed down
by her immense capacity for memory, to a
person who has lost all sensory awareness of
his body. Says Estienne, ‘Every baby is born
with synaesthesia. With very young children,
all of the senses run into one another. As
children grow older, the senses become
channelized and they learn to make distinctions; but in some people, cross connections
continue to exist. Synaesthesia is not
essentially a handicap, but extreme
experiences can send people from paradise
to hell and back again.’
In order to get a good picture of this special
way of perceiving the world, Brook and
Estienne turned to various medical specialists. They based their concept for the play
on the latest scientific insights, professional
literature, passages from diaries, the work of
Daniel Tammet (a British writer and autistic
person with synaesthesia who has extremely
unusual cognitive capacities) and they
received advice from researcher friends such
as Sacks. However, they also spoke at length
with people who have to live with this kind
of perception on a daily basis. Says Estienne,
‘They were all remarkably nice, intelligent
people. Lots of musicians and artists – that
was perhaps to be expected. Some of them
didn’t know that they had synaesthesia at
English
first; for them, it was completely natural to
see colours while listening to music. Others
had kept their synaesthesia a secret for years,
ever since they were children, out of shame,
because they didn’t want to be taken for
fools. For them it was a real relief to finally be
able to talk about it.’
The Valley of Astonishment takes place in a
minimalistic setting, with a lavish lighting
design comprised of lots of colours and
with a layered musical composition, says
Estienne. ‘We hope in this way to completely
transform the theatre space with colour, light
and sound. What’s more, we have the good
fortune to be able to work with two fantastic
musicians: Raphael Chambouvet and Toshi
Tsuchitori. The latter is an absolute master
in traditional Japanese music. Tsuchitori
listened very long and attentively to the
actors, until the time was ripe to add something. He was involved in the rehearsal
process for months, because that is our
method of working. Just like in earlier
productions, such as The Suit (1999), we use
both classical and traditional Asian music.
Those are two totally different genres that
seem far apart when you first hear them. But
in this production they come together.’
Besides scientific insights and personal
experiences, The Valley of Astonishment also
has a mystical dimension. The play contains
text excerpts from The Conference of the
Birds (1979), an adaptation made by Brook
and Jean-Claude Carrière of the eponymous poem by the Persian Sufi poet Farid
ud-Din Attar (1145-1221). In this work, a
group of birds search for their king, the
Simorgh, a kind of phoenix. Each bird in the
text symbolizes a human fault. The group
undertake a rigorous journey through seven
valleys, symbolizing phases on the road to
enlightenment, from yearning to the final
amazement and astonishment. Only 30 birds
survive the journey. At the end, instead of
encountering the expected king of the birds,
Simorgh, they see themselves reflected in
the lake of the last valley (the word for 30 is
‘si-morgh’’ in Farsi).
Says Estienne, ‘You can’t compare the
perception of someone with synaesthesia
with the introspection of a Sufi master,
of course, but there are similarities. Both
revolve around an intense experience of the
commonplace. If you open yourself up to
it, life is full of astounding, extraordinary
experiences. The Conference of the Birds is
an allegory of our human possibilities. It
shows that every person can think it over and
become aware of their role in the entirety, by
experiencing life more consciously and with
astonishment. We hope that the spectators
will feel a comparable sensation on seeing
The Valley of Astonishment. And that once
they have “landed” again after the play ends,
it will have opened new doors for them. That
they will have experienced something they
normally do not think about. When you
are confronted with people who experience
reality in a totally different manner, you also
learn something about yourself.’
Daniël Bertina
(translation: Jane Bemont)
14
Biographies
In a career spanning over
seventy years, Peter Brook
(London, 1925) had established
himself as one of the most
groundbreaking directors of
his generation, working in
theatre, cinema and opera.
After directing his first play in
1943 he created a monumental
body of work. Internationally
respected, not only for its sheer
size and stylistic breadth, but
also because of Brooks constant
pursuit of innovation. Brook
is regarded as one of the first
directors to recognize the need
of an empty, open theatre space,
providing more possibilities
of direct connection between
spectators and performers. For
twenty years, Brook served as
the resident director for The
Royal Shakespeare Company,
and was responsible for innovative stagings of Love’s Labour’s
Lost (1946), Titus Andronicus
(1955), King Lear (1962), Marat/
Sade (1964) and A Midsummer
Night’s Dream (1970). Also, he
made cinematic versions of
many of his successful plays.
Together with Micheline Rozan
he established the research
facility Centre International de
Créations Théâtrales (CICT) in
1971, which found its permanent
home in the Parisian Théâtre des
Bouffes du Nord. There, many
productions of epic scale were
created, such The Mahabharata
(1985), together with Ubu aux
Bouffes (1977), Conference of the
Birds (1979), Le Costume (1999),
The Tragedy of Hamlet (2000),
Le Grand Inquisiteur (2004) and
Tierno Bokar (2005) – many
of these plays were staged
bilingually. At the same time,
Brook made his mark as an opera
director, staging among others
Une Flute Enchantée, which was
performed at the Holland Festival in 2011. Brook was awarded
two Tony Awards for Best Direction of a Play, the International
Emmy Award, The Ibsen Award
en several honorary titles.
(Mozart / Schikaneder): Une
flûte enchantée at the Holland
Festival in 2011. Estienne: ‘In
theatre I find it quite pleasant to
share responsibilities. Peter and
I understand each other, and we
have a great working relationship and communication. He is a
genius: always clever, unpredictable and open-minded.’
Director, dramaturge and writer
Marie-Hélène Estienne started
her career as a theatre critic
and journalist, working for the
French publications Le Nouvel
Observateur and Les Nouvelles
Littéraires. This profession
‘bored her to death’ – in her
own words – and she became a
producer. Assisting Michel Guy
she took part in establishing the
programme for the Paris Festival
d’Automne, and in 1974 she approached Peter Brook, requesting to work with him. Brook
agreed, and after contributing
to the casting of Timon of Athens
she became a part of Brooks
Centre International de Créations Théâtrales (CICT), and in
1977 she worked with Brook for
Ubu aux Bouffes. At the CICT,
she became Brook’s assistant,
resident writer and dramaturge.
She has worked on Le Tragédie de
Carmen (1981), The Mahabarata
(1985) and The Tempest (1990);
she has written and adapted
The Man Who (1994) and Le
Grand Inquisiteur (2004) – based
on Dostoyevsky’s short story
from The Brothers Karamazov,
and she was responsible for
the playtext of Tierno Bokar
(2005). Together with Brook and
composer Franck Krawczyk she
presented a unique, strippeddown version of Die Zauberflöte
Lighting designer Philippe
Vialatte got his start at the
Théâtre des Bouffes du Nord
in 1985 as a light operator on Le
Mahabharata, directed by Peter
Brook. He assisted Jean Kalman
for the light design of Woza
Albert and La Tempête, also
directed by Brook. Ever since
the creation of The Man Who
in Paris in 1993, he has been
responsible for all the lighting
designs of the plays directed
by Brook in the Theatre des
Bouffes du Nord: Qui est là, Je
suis un phénomène, Le Costume,
The Tragedy of Hamlet, Far Away,
La mort de Krishna, La Tragédie
d’Hamlet, Ta main dans la mienne,
Tierno Bokar, Le Grand Inquisiteur, Sizwe Banzi est mort, Fragments, 11 and 12, and recently Une
Flûte Enchantée. Vialatte goes on
tour with all these performances,
and he redesigns and adapts the
lighting of each show to fit every
new theatrical space.
15
Actress Kathryn Hunter was
born in New York to Greek
parents and raised as a Londoner
speaking Modern Greek, French
and Italian. Hunter studied
French and Drama at Bristol
University and went to train at
RADA with Hugh Crutwell.
She played Alan Ayckbourne
farces in the UK Rep before
English
joining Common Stock Theatre
Company and training in
Grotowski-based techniques.
Another revolution followed
when she joined Complicite
theatre company, devising
several plays, such as Anything
for a quite life, Help I am alive and
Out of a House walked a Man.
Alongside her work as an actress
in performances such as Kafka’s
Monkey and Fragments directed by
Peter Brook, Mr Ido with Hideki
Noda and Spoonface Steinberg
by Lee Hall, Hunter has also
worked as a director, staging My
Perfect Mind at the Young Vic,
Othello at the Royal Shakespeare
Company and Glory of living by
Rebecca Gilman for the Royal
Court. Most recently she
defended Harry Potter as Mrs
Figg in The Order of the Phoenix.
Actor Marcello Magni was
born in Bergamo, Italy. After
studying at DAMS of Bologna
University he ran away to Paris,
where he started his theatrical formation. A graduate of
Jacques Lecoq he continued
his studies with Pierre Byland,
Philippe Gaulier and Monica
Pagneux. He is an actor, director, movement director and
theatre teacher. As a co-Founder
of Complicite in London he has
worked with the company for
twenty-four years and created
his first shows there, performing
in several productions. Magni’s
collaborations include a curio­
sity for the world of masks and
Commedia dell’Arte, perfor­
ming in works by Marivaux,
Molière and Ruzzante. He also
created a solo show Arlecchino
with Jos Houben and Kathryn
Hunter. Furthermore, Magni
graced the stage of Shakespeare’s
Globe several times. In 2006 he
performed in Fragments, directed
by Peter Brook at Théâtre des
Bouffes du Nord. In 2010 he was
the movement director of Brook’s
Une Flûte Enchantée. Magni has
also played in several films: Nine,
The Adventures of Pinocchio and
the tv-series Doctor Who.
Actor Jared McNeill trained at
Fordham University at Lincoln
Center in New York City where,
in 2008, he graduated with a degree in Theater and Visual Arts.
He landed his first professional
role that same year, in Chisa
Hutchinson’s She Like Girls
at the Lark Theatre. McNeill
played various roles in Peter
Brook’s 11 and 12 and performed
the part of Maphikela in The
Suit. Since then, he has performed in August Wilson’s Fences
at the Geva Theater Center,
in various chapters of Tarell
McCraney’s Brothers/Sisters
Trilogy at Pittsburgh’s City
Theater, among other productions. Most recently, McNeill
completed work as an understudy in The Roundabout
Theater Company’s production
of Stephen Karam’s Sons of the
Prophet. He also performed in
Young Jean Lee’s The Shipment
and a recent New York production of Bertolt Brecht’s Life of
Galileo, during which he per­formed musical numbers on the
trombone and harpsichord. Lately
he has been touring with The Suit
(2012), directed by Peter Brook.
Composer and pianist Raphael
Chambouvet graduated from
the National Music Academy of
Lyon in 2000 with a first prize
16
in piano jazz, and he is the recipient of a Masters degree in Music
Applied to the Visual Arts
from the University of Lyon.
He worked with Peter Brook
and Marie-Hélène Estienne on
the UK and US premiere of The
Suit at the Young Vic and BAM,
prior to its international tour.
For theatre director Emmanuel
Meirieu he composed the
music for Mon Traitre (2013),
and began a European tour
starting at Théâtre Les Bouffes
du Nord. The play received rave
reviews and Les Echos praised
its “spectacular soundscape”.
Prior to this he composed the
music for Les Beaux Lendemains
(2011). Described by Le Monde as
a “masterpiece”, Chambouvet’s
music was compared to the great
Ennio Morricone. Aside from
his work for theatre, he won the
2008 National Jazz Competition of La Defense with his trio
CHK. Their debut album Slow
Motion was released the following year. Over the past decade
Chambouvet has performed
extensively across Europe with
other jazz, soul and pop artists.
Tsuchitori has researched and
studied traditional music from
all over the world, and has
been looking into the earliest
strata of Japanese music and
presenting the results as musical
performances for over a decade.
Tsuchitori has also been collaborating with traditional master
musician Harue Momoyama
since building a studio together
in 1988, working with both local
villagers and international
artists. He has released several
recordings of prehistoric
Japanese music, and recently he
performed ancient music in an
age old painted cave in France.
Musician Toshi Tsuchitori
was born in Kagawa prefecture
of Japan in 1950 and began performing on Japanese traditional
drums at an early age. Since the
1970’s he has performed internationally with specialists in free
improvisation, such as Milford
Graves, Steve Lacy, Derek Baily
and others. He began working
with Peter Brook’s theatre com­pany in 1976, and has since
created the music for several
productions including Ubu,
The Conference of the Birds, The
Mahabharata and Tierno Bokar.
17
HOLLAND FESTIVAL 2014
directie
Pierre Audi, artistiek directeur
Annet Lekkerkerker, zakelijk
directeur
bestuur
Martijn Sanders, voorzitter
Ben Noteboom, waarnemend
penningmeester
Mavis Carrilho
Joachim Fleury
Renze Hasper
Marjet van Zuijlen
Het programma van het Holland
Festival kan alleen tot stand
komen door subsidies, bijdragen
van sponsors en fondsen en door
de gewaardeerde steun van u, ons
publiek.
subsidiënten
Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap
Gemeente Amsterdam
Het Holland Festival is lid van
Réseau Varèse, Europees netwerk voor de creatie en promotie
van nieuwe muziek, gesubsidieerd door het Culturele
Programma van de Europese
Commissie.
hoofdbegunstiger
SNS REAAL Fonds
sponsors, fondsen,
instellingen
VandenEnde Foundation,
Stichting Ammodo, Rabobank
Amsterdam, Clifford Chance
LLP, DoubleTree by Hilton,
Westergasfabriek /
MeyerBergman, Kempen & Co,
Automobielbedrijf Van Vloten,
Stichting Dioraphte,
Turing Foundation, Prins
Bernhard Cultuurfonds, The
Brook Foundation, Fonds
Podiumkunsten, Ernst von
Siemens Music Foundation,
Ambassade van Pakistan, Dr.
Hofstee Stichting, Gemeente
Amsterdam/Stadsdeel Oost,
Regionale Regering van Koerdistan, Goethe-Institut, Ambassade van de Verenigde Staten van
Amerika, Gravin van Bylandt
Stichting, Institut Français des
Pays-Bas, Ambassade van de
Bondsrepubliek Duitsland/Den
Haag, Pro Helvetia
hf business
Beam Systems, De Nederlandsche Bank, Double Effect, G&S
Vastgoed, ING Groep, Ten
Have Change Management,
TNT express, WPG Uitgevers
mediapartners
NTR, VPRO
board of governors
De genereuze, meerjarige verbintenis van de Governors is van
groot belang voor de internatio­
nale programmering van het
Holland Festival.
G.J. van den Bergh en C. van den
Bergh-Raat, R.F. van den Bergh,
W.L.J. Bröcker, J. van den Broek,
Jeroen Fleming, J. Fleury,
V. Halberstadt, H.J. ten Have en
G.C. de Rooij, J. Kat en B.
Johnson, Irina en Marcel van
Poecke, Ton en Maya MeijerBergmans, Sijbolt Noorda en
Mieke van der Weij, Robert Jan
en Mélanie van OgtropQuintus, Françoise van
Rappard-Wanninkhof, A. Ruys
en M. Ruys-van Haaften,
M. Sanders, A.N. Stoop en
18
S. Hazelhoff, Tom de Swaan,
S. Tóth, Elise Wesselsvan Houdt, H. Wolfert en
M. Brinkman
hartsvrienden
Kommer en Josien Damen,
S. van Delft-Vroom, H. Doek,
Tex Gunning, Wendy van
Ierschot, Frans Koffrie,
K. Kohlstrand, J. en M. KuiperGerlach, Monique Laenen en
Titus Darley, M. Plotnitsky,
P. Voorsmit, P. van Welzen en
C. Lafeber
beschermers
Lodewijk Baljon en Ineke
Hellingman, A. van de Beek
en S. van Basten Batenburg,
S. Brada, Frans en Dorry
Cladder-van Haersolte, J.
Docter en E. van Luijk, L.
Dommering-van Rongen,
E. Flores d’Arcais, E. Granpré
Moliere, M. Grotenhuis, E.H.
Horlings, J. Houwert, Luuk H.
Karsten, R.Katwijk, R. Kupers en
H. van Eeghen, J. Lauret, A. van
der Linden-Taverne, H. en
I.Lindenbergh-Sluis, F. Mulder,
G. van Oenen, H. Pinkster,
H.Sauerwein, R. van Schaik en
W. Rutten, C.W.M. Schunck,
K.Tschenett, Wolbert en Barbara
Vroom, P. Wakkie, R.R. Walstra,
A. van Wassenaer, O.L.O. en
Tineke de Witt Wijnen-Jansen
Schoonhoven
begunstigers
M. Beekman, E. Blankenburg,
Co Bleeker, A. Boelee, K. de
Bok, Jan Bouws, E. Bracht,
G. Bromberger, Rachel van der
Brug, D. de Bruijn, M. Daamen,
J. Dekker, M. Doorman,
Chr. van Eeghen, J. van der
Ende, Ch. Engeler, E. Eshuis,
E.Goossens-Post, E. de GraaffVan Meeteren,
F. Grimmelikhuizen, D. Grobbe,
J. Haalebos, J. Hennephof,
G. van Heteren, L.D.M.E.
van Heteren, B. van Heugten,
S. Hodes, Herma Hofmeijer,
J. Hopman, A. Huijser,
E. Hummelen, G. van der Hulst,
Yolanda Jansen, P. Jochems, Jan
de Kater, J. Keukens, A. Ladan,
M. Le Poole, M. Leenaers,
K. Leering, T. Liefaard, A. Ligeon,
T. Lodder, A. Man, D. van der
Meer, E. van der Meer-Blok,
A. Mees-Lubberman, A. de
Meijere, J. Melkert, E. Merkx,
Jaap Mulders, H. Nagtegaal,
A. Nieuwenhuizen, La Nube,
Kay Bing Oen, E. Overkamp en
A. Verhoog, C. van de Poppe,
P. Price, F. Racké, H. Ramaker,
S. van de Ree, Wessel Reinink,
L.M. Remarque-Van Toorn,
Thecla Renders, B. Robbers,
A. Schneider, H. Schnitzler,
G. Scholten, C. Schoorl,
E. Schreve-Brinkman, Steven
Schuit, P. Smit, G. Smits,
I. Snelleman, A. Sonnen,
K. Spanjer, C. Teulings,
H. Tjeenk Willink, A. Tjoa,
Y. Tomberg, J. van Tongeren,
H.B. van der Veen, R. Verhoeff,
R. Vogelenzang, F. Vollemans,
F. Voorsluis-Spanhoff, P. Vos,
A. Vreugdenhil, A. Wertheim,
M. Willekens, M. van Wulfften
Palthe, M. Yazdanbakhsh, P.
van der Zant, P. van Zwieten en
N. Aarnink
jonge begunstigers
Kai Ament, Ilonka van den
Bercken, Maarten Biermans,
Maarten van Boven, Rolf
Coppens, Tessa Cramer, Susan
Gloudemans, Jolanda de Groot,
Marte Guldemond, Nynke de
Haan, Hagar Heijmans, Anna
van Houwelingen, Daan de Jong,
Judith Lekkerkerker, Marije
Mulder, Boris van Overbeeke,
Gijs Schunselaar, Farid Tabarki,
David van Traa, Frank Uffen,
Helena Verhagen, Merijn van
der Vlies, Danny de Vries,
Marian van Zijll Langhout
anonieme schenkers
Ook dankt het Holland Festival
anonieme schenkers.
liefhebbers
Het Holland Festival dankt 708
Liefhebbers voor hun steun en
bijdrage.
Het Holland Festival
heeft ook uw steun
nodig: word Vriend
Als Vriend draagt u actief bij aan
de bloei van het Holland Festival.
liefhebber
Vanaf € 45 per jaar bent u al
Liefhebber. U ontvangt deze
pocket dan voortaan als eerste,
heeft voorrang bij de kaartverkoop
en u krijgt korting op tickets.
begunstiger
Vanaf € 250 per jaar (of € 21 per
maand) bent u Begunstiger.
Uw bijdrage komt rechtstreeks
ten goede aan de internationale
programmering van het Holland
Festival. Als Begunstiger heeft
u recht op vrijkaarten en andere
aantrekkelijke privileges.
jonge begunstiger
Vanaf € 250 per jaar (of € 21 per
maand) ben je Jonge Begunstiger.
Laat jij je inspireren door internationale podiumkunsten? Wil je
19
meer weten over de kunstenaars
die je in het Holland Festival
mee op avontuur nemen en in
vervoering brengen? Sluit je dan
nu aan!
beschermer
Vanaf € 1.500 per jaar (of € 125 per
maand) bent u Beschermer. Als
dank voor uw aanzienlijke bijdrage aan de internationale programmering van het Holland Festival
ontvangt u een uitnodiging voor
de openingsvoorstelling en voor
exclusieve bijeenkomsten, naast
vrijkaarten en andere privileges.
hartsvriend
Vanaf € 5.000 per jaar bent u
Hartsvriend. Als Hartsvriend
van het Holland Festival nodigen
we u uit om dichter bij de makers
te komen. Met gelijkgestemden
en gasten van het festival verwelkomen we u graag op speciale
gelegenheden en geven u een blik
achter de schermen.
geefwet
Sinds 1 januari 2012 is het nog
aantrekkelijker om het Holland
Festival te steunen vanwege de
Geefwet die tot 1 januari 2018 van
kracht is. De Geefwet houdt in
dat giften aan culturele ANBI’s
met 25% verhoogd mogen worden
tot een maximum aan schenkingen van € 5.000 per jaar. Schenkt
u meer dan € 5.000, dan kunt
u het resterende bedrag voor
het reguliere percentage (100%)
aftrekken van de inkomstenbelasting. De voordelen van de
Geefwet gelden voor alle belastingplichtigen (particulieren en
bedrijven) en zijn van toepassing
op zowel eenmalige als periodieke
schenkingen.
voordeel van een
periodieke schenking
Een eenmalige gift is beperkt
aftrekbaar voor de belasting.
Het totaal van de giften op
jaarbasis dient hoger te zijn dan
1% (drempel) en kan tot maximaal
10% (plafond) van het inkomen
worden afgetrokken. Een
periodieke gift is een gift waarbij
voor een periode van ten minste
vijf opeenvolgende jaren een
gelijke uitkering wordt gedaan,
vastgelegd in een periodieke akte.
De gift is volledig aftrekbaar
zonder aftrekdrempel of
aftrekplafond.
Wilt u ook Vriend van het
Holland Festival worden? Ga
voor meer informatie en een
aanmeldformulier naar
www.hollandfestival.nl / steun
HF of neem vrijblijvend contact
op met Leonie Kruizenga, hoofd
development op 020 – 788 21 18.
colofon / colophon
Holland Festival
Piet Heinkade 5
1019 br Amsterdam
tel. +31 (0)20 – 7882100
[email protected]
www.hollandfestival.nl
fotografie / photography
Pascal Victor/ArtComArt
(p. 10-11)
eindredactie en opmaak /
editorial and lay-out
Holland Festival
ontwerp omslag / design
cover
Maureen Mooren
druk / printing
Tuijtel, HardinxveldGiessendam
© Holland Festival, 2014
Niets uit deze uitgave mag op
welke wijze dan ook worden
vermenigvuldigd en/of openbaar
gemaakt zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van
het Holland Festival.
No part of this publication may be
reproduced and/or published by any
means whatsoever without the prior
written permission of the Holland
Festival.
20