Excursie naar Ierland – 26 mei tot 6 juni 2003

Excursie naar Ierland – 26 mei tot 6 juni 2003
Maandag 26 mei
Wie stappen in de nacht van zondag op maandag om half vier in Den Haag en om kwart over vier in
Zwijndrecht in de bus? De vijftig deelnemers aan een twaalfdaagse excursie naar Ierland.
Deze reis is georganiseerd en voorbereid door Pam en Steven Russell. Voor het vroege vertrekuur is
gekozen om oponthoud door werkzaamheden bij Antwerpen te voorkomen en zo ruimschoots op tijd te zijn
voor de veerboot Frankrijk – Ierland. In verband met het reistijdenbesluit wordt in Bergen op Zoom van
chauffeur gewisseld en komt de voor velen bekende Benny aan boord van de bus van de firma Muys uit
Rucphen.
Direct na vertrek worden we verrast met een keurig uitgevoerde reisgids, samengesteld door Jan Witkam,
met als onderwerpen onder andere het klimaat, de flora en de fauna, de geologische geschiedenis en
lijsten van mineralen uit de te bezoeken groeves.
Ook op deze buitenlandse reis wordt de gewaardeerde traditie voortgezet: Ton Bouwman deelt weer een
van zijn befaamde puzzels uit, deze keer een plaatsnamenpuzzel.
Na enkele stops onderweg komen we via Duinkerken, Calais, Rouen en Caen keurig op tijd aan in
Cherbourg, de vertrekplaats van de veerboot naar Rosslare. Voor de achttien uur durende overtocht gaan
wij aan boord van de tiendekshoge veerboot Normandy van de maatschappij Irish Ferries. De zon schijnt
volop en de zee is zeer kalm. Na een driegangendiner, buffetgewijs uitgeserveerd, zoeken velen na deze
lange dag bijtijds hun hut op.
De tweepersoonshutten zijn alle voorzien van stapelbedden, douche, toilet en wastafel. Voor de niet
ervaren zeereizigers onder ons is er een probleem, hoe kom je op het bovenste bed. Met behulp van handen spandiensten van de partner en de nodige acrobatische toeren wordt het bed bereikt. Dat ook het
verlaten van het bovenste bed de nodige acrobatie vergt, behoeft geen betoog. Groot is de verbazing als
later blijkt dat in elke hut een trapje aanwezig is.
Dinsdag 27 mei
Na het ontbijt hebben we nog enkele uren om te lezen, te schrijven of uit te waaien op het dek, voordat we
om 13.00 uur (Ierse tijd) van boord gaan. Na honderd kilometer maken we bij Waterford kennis met Nick
Peters, onze gids. Hij heeft grote kennis van de mineralenrijkdommen in Ierland. Als eerste leidt hij ons
naar een vindplaats waar beryl kan worden gevonden, midden in de weilanden bij Waterford. Bij deze
plaats ervaren we drie handicaps: de drassigheid, de ruime aanwezigheid van „koeienvlaaien‟ en de
vervaarlijk uitziende stieren. Vervolgens rijden wij naar ons verblijfshotel, het „Glen Hotel‟ nabij Tipperary,
prachtig gelegen bij het natuurpark Glen of Aherlow. Het interieur is romantisch en smaakvol.
Op de dinertafel treffen we menukaarten aan met een welkomstgroet. Een heerlijk keuzemenu valt ons ten
deel. De keuken blijkt uitstekend te zijn en de bediening is prima. We verheugen ons op de komende drie
dagen die we in dit 300 jaar oude hotel mogen verblijven.
Roelof en Nora
Woensdag 28 mei
De mijn Gortdrum bij Tipperary
In de jaren zestig en zeventig bloeide de mijnbouw in Ierland enorm op door nieuw ontdekte vindplaatsen
van de basismetalen koper, lood, zink en zelfs kwik. Deze mijnen zijn: Avoca, Gortdrum, Tynagh, Tara en
Mogul. Op ons programma blijken er twee te staan: Gortdrum en Tynagh. Vandaag bezoeken we
Gortdrum, gelegen in het schitterende landschap van Tipperary. De rit erheen blijkt al de moeite waard.
Inmiddels worden voor de quiz van gisteren door Ton en Riet de prijzen uitgereikt: als een soort
waarschuwing mogen Nan en ik een paraplu ontvangen! Maar het valt alles mee, het blijft een prima dag.
Gortdrum werd als vindplaats ontdekt in 1962 en in de jaren 1964 tot en met 1966 met behulp van
boormonsters onderzocht. De totale lengte aan boorkernen bedroeg zo'n 15 kilometer! Een deel ervan zien
we nog opgeslagen in kisten onder dekzeilen.
De verwachte, rendabele productie werd in 1968 bereikt. De in die tijd plotseling dalende vraag, en
daardoor de hoge prijs van kwik, zorgde even voor een kans op sluiting, maar men wist deze domper te
overwinnen door het optimaliseren van de overige processen. In de jaren tachtig was het ertslichaam door
de winning verwijderd en werd de mijn gesloten en werden de installaties weer verwijderd.
De ertsen bevonden zich in kalksteen, afgezet in het Carboon en bestonden vooral uit:
● Borniet (Cu5 Fe S4)
● Chalcopyriet (Cu Fe S2)
● Chalcosien (Cu2 S)
● Tennantiet (Cu8 (As,Sb,Hg)2 S7
● Cinnaber (HgS).
Wij vinden de meeste ertsen daar in de nog resterende storthopen. Onze gids Nick Peters wijst voor elk
mineraal de juiste plekken aan. Naast de bovengenoemde ertsen vinden we ook nog azuriet, malachiet,
erytrien en lavenduliet. De kalksteen biedt tevens de kans op het vinden van fossielen.
Al met al, een perfecte dag op een gedenkwaardige plek.
Rob Meijer
Donderdag 29 mei
De wekker loopt af, het is kwart over zeven. We gunnen ons nog een kwartier om meer wakker te worden.
Dan er uit, want we worden om kwart over acht in de ontbijtzaal verwacht. Daar wordt ons een stevig Iers
ontbijt geserveerd, gebakken ei, bacon, worstjes en zelfs gebakken bloedworst ontbrak niet, alles erop en
eraan, heerlijk!
We worden om negen uur in de bus verwacht, die vertrekt dan gelijk, voor weer een dag zoeken en
hakken. Het weer zit mee, de zon komt voorzichtig tevoorschijn. We zijn op weg naar de zilvermijnen in het
district Tipperary, Ballygowan South. Al voor we daar zijn, maken we een rit de berg op over zeer smalle
weggetjes. Onze chauffeur Benny toont ons zijn kunnen, hij is een ware kunstenaar. We worden beloond
met een uitzicht op het echte Ierland; in één woord schitterend. Dan dezelfde weg terug. Op het terrein van
de zilvermijn aangekomen, worden ons de lunchpakketten, fruit en drinken uitgereikt en kunnen wij onze
gang gaan.
Er wordt hemimorfiet, galeniet en sfaleriet gevonden, iedereen heeft voldoende. Vlakbij op loopafstand in
Moghul wordt de zoekactie voortgezet, met iets minder resultaat. De bus weer in, en langs de wegkant in
Ballynoe komen de slijpers aan hun trekken. Hier is rode jaspis te vinden. De tijd is erg kort, want we
moeten weer op tijd in het hotel zijn voor het diner.
Om zeven uur aan tafel, en met een pint bier, een wijntje of iets anders is het weer genieten van het
overheerlijke eten. De kok presteert op hoog niveau, vooral het dessert heeft veel aftrek. Een diner voor
lekkerbekken! Om negen uur in de grote zaal heeft onze Pam een Ierse dansgroep uitgenodigd. De
meisjes laten ons zien hoe het moet, en dan mogen wij het proberen. Tot grote hilariteit merken wij dat
onze benen totaal in de knoop raken. Na nog wat te hebben gedronken, gaan we vermoeid, maar zeer
voldaan naar bed. Het was een zeer geslaagde dag.
Aad en Site
Vrijdag 30 mei
Op vrijdag 30 mei vertrekken we
met
weemoed
uit
het
voortreffelijke Glen Hotel langs
de westkust richting ons tweede
hotel, genaamd Peacockes.
We bezoeken onderweg de
machtige kliffen van Moher. Ze
rijzen bijna verticaal uit de
Atlantische Oceaan op tot een
hoogte van 200 meter en
strekken zich uit over een
afstand van acht kilometer.
Velen van ons wagen zich met
gevaar voor eigen leven
buikschuivend richting de rand
om zo een adembenemend
tafereel
te
kunnen
aanschouwen. Sommige, onder
wie Aad, zitten met de benen
over de rand alsof ze thuis op
hun eigen tuinmuurtje zitten.
Ook bezoeken we het maanlandschap De Burren, wat grote rots betekent. Tegenwoordig is het een
Nationaal Park en het omvat 200 meter formaties van poreuze kalksteen. Je moet het met eigen ogen
gezien hebben, zo indrukwekkend. De Burren is 70 miljoen jaar geleden ontstaan toen schelpen op de
zeebodem werden samengeperst; later werden ze na bodemverschuivingen door golven omhoog gestuwd.
De zachte kalksteen is geërodeerd door wind en regen, waardoor scheuren zijn ontstaan. Nick heeft nog
een leuke vindplaats voor ons in gedachten waar we fluoriet kunnen zoeken.
De exacte locatie is moeilijk te vinden en op een gegeven moment lijken we wel kletteraars in plaats van
klauteraars. Alleen de echte „die-hards‟, zoals Bep (die klimt op iets wat op slippers lijkt), Fred, Mikkel, Jan
en Riet bedwingen uiteindelijk de rotsen. We zijn alleen vergeten onze vlag op de top te zetten. De fluoriet
ligt er voor het oprapen en met uitpuilende zakken komen we weer beneden. De exacte vindplaats
omschrijft Nick als: „Glennamanagh 400 FT. On Mouneen MT near Ballyvaughan. Co. Clare‟.
Na een prachtige, zonnige en gezellige dag worden we gastvrij onthaald in het Peacockes Hotel.
Riet Stroomer
Zaterdag 31 mei
Bezoek aan Claggan, Clements Mine en Oughterard; verslag van een leek
„What would you like for breakfast, sir?‟
„Full Irish breakfast please.‟
De meeste mensen laten zich „s ochtends verwennen: toast met gebakken eieren, bacon, worstjes en
tomaat. Sommigen slaan zelfs de black pudding niet af.
We hebben nog even de tijd voordat de bus vertrekt. Daardoor is er gelegenheid de veemarkt achter het
hotel te bezoeken. We zijn echter nog wat vroeg en het meeste vee is nog niet gearriveerd. Een enkele koe
loeit ons klagelijk tegemoet. In de lobby van het hotel zit een oud boerenstel te wachten tot ze de markt
kunnen bezoeken. Ze zijn authentiek gekleed, beiden met grote hoge schoenen, waarvan de neuzen
pardoes in de lucht wijzen.
Als Nick er is, kunnen we vertrekken naar Claggan. In de bus – het is toch af en toe net een schoolreisje –
krijgen we de uitslag te horen van een van de vele crypto‟s en andere puzzels die wij van de reisleiding
dienen op te lossen. Opnieuw val ik niet in de prijzen.
De bus staat nog maar net stil of de lapidaristen vallen aan op de rotsen. De een met zwaar materieel, een
ander met een lief klein beeldhouwershamertje en dito beiteltjes. Jurgen staat met een enorme moker en
Foto’s:
Links boven: Zoeken op de vindplaats A.T. Claggan & Co.
Links onder: Goudzoekers in de Glengowa Mines, Oughterard (foto’s Rob Visser)
beitel moedig te hakken op een rotsblok van honderden kilo‟s. Hij moet en zal het klein krijgen. De altijd
enthousiaste Nick is overal. Hij geeft aanwijzingen waar de beste plaatsen zijn en klopt er zelf ook lustig op
los.
Een regenbui drijft ons de bus in, behalve Jona; zij gaat door. Met een paar minuscule beiteltjes tracht ze
een rots van een paar ton klein te krijgen. Zo gauw het droog is stommelen de schuilers weer de bus uit.
IJverig en talrijk als mieren bewerken ze de rotswanden.
Wat me opvalt, is dat veel mannen er niet voor terugschrikken hun vrouwen de meest zware rugzakken met
materieel te laten torsen. Een lapidarist trouwt kennelijk niet voor niets!
Maar op een gegeven moment zit het er op. We moeten verder; de Clements Mine wacht en de
geschiedenis herhaalt zich: aanvallende lapidaristen en een terugslaande natuur die de verwoesters
natregent. Uiteindelijk wint de natuur en de lapidaristen druipen af. Ze gaan de toerist uithangen in
Oughterard: shoppen (vooral souvenirs voor de kleinkinderen) of een Guinness drinken.
„What would you like for your dinner, sir?‟
We krijgen drie, en als je de koffie meetelt, vier gangen voorgeschoteld. De keuze is gevarieerd, van soep
tot garnalencocktail, van lamsvlees tot vegetarisch en van kwarktaart tot turfgebak. Even niet aan de
weegschaal denken.
‟s Avonds komt de mysterieuze kist van Rob voor de dag. In de bus moesten we er vooral héél voorzichtig
mee zijn. Er blijkt een citer in te zitten. Herman begeleidt hem op de mondharmonica. Weemoedige,
Oostenrijks aandoende muziek voert hen terug naar eerdere lapidaire reizen in Oost-Europa.
Nan en Christien laten zien hoe je van ringetjes of van draad mooie sieraden kunt maken.
De meegebrachte drank komt voor de dag: jenever, sherry, wijn, etc. Mij geeft het de gelegenheid na te
denken over de afgelopen dag. Wat bezielt die lapidaristen? Toen ik die naam voor de eerste keer hoorde,
had ik associaties met konijnenfokkers. Dit vanwege de overeenkomst met le lapin. Ik had echter aan het
Latijnse lapis moeten denken, maar dat woord kende ik toen nog niet.
En wat moeten ze met hun hamers en beitels? Ik denk dat dit de manier is waarop grind wordt gemaakt.
Jan Buijsse
Zondag 1 juni
Ring-ring-ring, daar gaat de wekker op onze kamer. Onze gids Nick Peters gaat het eerste onder de
douche, want vandaag is er heel wat te beleven. Mikkel en Fred hebben het voordeel dat de gids al het een
en ander heeft verteld over wat er te zien is en welke mineralen je aan je verzameling kunt toevoegen.
Het Engels ontbijt biedt een keuze uit allerlei soorten eieren, spek, saucijsjes en dan nog black pudding en
white pudding. Als vrijgezel kun je nu in elk geval je gang gaan, want je energie raak je wel kwijt aan het
hakken. We staan om 9.15 uur klaar om in drie groepen naar de Glengowla in Oughterard in de streek
Galway te gaan. De anderen gaan in de rivier zoeken, die vervangen is door zwavel, dat moet dus heel
bijzonder zijn.
De historie van de negentiende-eeuwse zilver- en loodmijn
De Glengowla zilver- en loodmijn is een merkwaardig en indrukwekkend voorbeeld hoe een deel van de
waardevolle Ierse industriële erfenis is teruggebracht en hersteld, en omgevormd in een uitstekende
bezoekersattractie. De gids vertelt dat de Connemare Mijn in 1865 is verlaten en een unieke herinnering is
aan de methode van metaalwinning en haar werkwijze. De mijn lag 130 jaar als een gezonken schip onder
water en is in 1992 door de huidige eigenaren gerestaureerd.
Het voltallige gezelschap, behalve de fotograaf, Henk van der Zwan
Vroeger is met toeval ontdekt dat er twee procent zilver in de galeniet zat.
Via lieren en paarden werden de manden met steen naar boven gebracht, wat een spankracht! Als je ook
bedenkt dat er geen elektriciteit was en al het hakwerk met een lamp moest worden gedaan, krijg je toch
respect voor deze mensen, maar je begrijpt ook waarom er zoveel Ieren naar Amerika zijn vertrokken om
daar hun geluk te beproeven. We zien grote vertrekken en spelonken bezaaid met lood, zilver (galeniet),
pyriet, en aderen van calciet en kwarts, waarin ook andere bijzondere metalen zitten. De mijn is bekend om
zijn zeldzame mooie octaëderkristallen van fluoriet en kwartskristallen. In Ierland heeft de mijnbouw een
lange geschiedenis, die teruggaat tot de bronstijd. In de zeventiende en achttiende eeuw was de
ertswinning belangrijk, de ertsen van Ierland waren echter veelal zeer laagwaardig. Van veel groter belang
was de ertsverwerkende industrie. Het Ierse erts werd gemengd met geïmporteerde hoogwaardige erts en
in Ierland gesmolten. De oorzaak van deze uitgebreide industrie was dat de houtskool, nodig voor het
smelten van het erts, in Ierland belangrijk goedkoper werd geproduceerd dan in Engeland. Tijdens de
negentiende eeuw bereikte de productie van lood, zilver en pyritisch ijzererts zijn hoogtepunt. Rond 1880
kwam het keerpunt met een belangrijke vermindering van de metaalproductie. Deze bleef tot in de jaren
vijftig van de vorige eeuw van zeer gering belang.
Glengowla produceerde ongeveer 40 ton lood en 140 ons zilver. Met meer dan 3,5 ons per ton in 1852 de
rijkste mijn in het land. Aan de werknemers werd weinig aandacht besteed, ze moesten zelf hun
gereedschap betalen en ze moesten gezond blijven. Alleen wat de mijnwerker naar boven haalde, werd per
kilo betaald.
De rotsformaties in Glengowla zijn de basis van de bergen die eens tot grote hoogten reikten. Ongeveer
465 miljoen jaar geleden kwamen twee continenten in botsing met elkaar en zo ontstond het Dalradion
gebergte. Het Caledonisch gebergte speelde ook een hartig woordje mee. Tijdens het opheffen en
schuiven van rotsen ontstonden dan onze geliefde mineralen. Nu zien we een heuvelachtig landschap met
toppen tot 700 meter. De ondergrond bestaat uit metamorfe gesteenten, die dateren uit het LaatPrecambrium of vroeg Cambrium, de marmers, die gemetamorfoseerde zandige en dolomitische kalken
vertegenwoordigen die tijd. Het zuidoosten van Connemara is daarentegen opgebouwd uit de Galwaygraniet, die dateert uit de Caledonische gebergtevormende fase in het Late Siluur. De sterke verijzing
gedurende de ijstijden heeft een grote invloed gehad op de afbraak en afronding van de bergtoppen van
Connemara. Grote delen zijn bedekt met uitgestrekte spreihoogvenen.
Dat er ook warmte uit de ondergrond kwam, bewijst het volgende festijn. In een waterdicht pak de rivier in
(de Owenriff river), om stenen te keren en te kijken of er zwavel op groeit. Maar ook in de stenen is prachtig
de zwavel te zien. Als je geluk hebt, zijn de fossielen vervangen door het zwavel. We moeten een beetje
achter de bosjes blijven, want deze activiteit is in principe al verboden. Jammer toch dat alles in de
toekomst verboden wordt vanwege Arbo-wetten en schaarste. Aad Wiskerke gaat bijna kopje onder in de
rivier, een schrammetje met, naar later blijkt, grote gevolgen. De vorige avond had hij mij nog geleerd jonge
Rechts boven: Granaat zoeken op het strand nabij Clifdon (foto Rob Visser)
Rechts onder: Even uitrusten na het zoeken (foto Jan Witkam)
jenever te drinken.
„s Middags mogen we kiezen om naar Galway te gaan of op 1,2 kilometer van Maam Cross, de Ardrach
groeve in om naar fluoriet te zoeken. Een paar mooie stukjes fluoriet gevonden, paarse oktaeders. „s
Avonds eten in Peacoke‟s hotel, waar je voor een lang weekend € 550 betaalt. Het menu: Gerookte zalm
met mierikswortelsaus, tomaten creamsoep, rauwkostsalade met dressing – Gegrilde schol met
limoentomaat, boter, gebraden kalkoen en veenbessensaus: gestoofde rundvlees en Guinness, alles met
aardappelen en groente – Appelcake met slagroom, vers fruit, soesjes met hopjesvlasaus. Een luisterrijk
diner. De avond is bijna om, wat weer jammer is voor die gezellige avonden met Rob Meijer en Herman
van Rijswijk of een stevige wandeling. Je wilt ook zoveel mogelijk genieten en dat is Pam en Steve Russell
geweldig gelukt. Hartelijk bedankt.
Fred Otto
Maandag 2 juni
Na het ontbijt om 9.15 uur verzamelen in de bus, op weg naar Clifdon. We krijgen van Ton een puzzel die
over dieren gaat; hij is moeilijk!
Na een stukje rijden ruiken we een nare lucht in de bus en na enig rondkijken blijkt het pakje shag van
chauffeur Benny in de fik te staan.
Verder onderweg enig oponthoud door overstekende schapen.
Om ongeveer 10.30 uur komen we iets ten noorden van Clifdon, op onze zoekplaats Cleggan aan. Via een
smal weggetje en een pad naar het strand, waar we in de rotsen naar granaatjes gaan zoeken. We vinden:
granaat, rose; wollastoniet, wit; diopsied, donker; vesuvianiet, bruin.
Doordat een paar mensen zo bereidwillig zijn om de lunchpakketten en de drank naar het strand te
brengen, kunnen we daar in de zon en uit de wind heerlijk lunchen.
Om 13.30 uur weer naar de bus. Na een stukje rijden krijgt de bus pech! We moeten er allemaal uit, want
de bus moet op de krik. We gaan wat rondwandelen, bekijken een oude begraafplaats en zoeken schelpen
en koraal langs de fjord. Als het gaat regenen vluchten we weer de bus in, waar we door Fred worden
voorzien van warme drankjes.
Om de wachttijd te bekorten gaan we video‟s bekijken van voorgaande excursies, erg gezellig.
Ondertussen wordt er veel gebeld, maar omdat het Tweede Pinksterdag is, is het moeilijk een oplossing te
vinden voor de reparatie. Om 19.15 uur komt er uiteindelijk een vervangende bus.
Als we in het hotel arriveren, moeten we meteen aan tafel, voor weer een heerlijk diner. Enige tijd later
komen Benny en Jurgen weer terug met de gerepareerde bus. Alles bij elkaar was het weer een fijne dag,
want ook pech heeft zo z‟n charme.
Immy en Miep
Connemara
Dinsdag 3 juni
Ontbijt 8.15 uur. We tekenen allemaal kaarten voor de jarige Bets. Ze wordt door iedereen uitgebreid
gefeliciteerd en toegezongen. Het ontbijt is als altijd weer voortreffelijk.
Vertrek met de bus om 9.00 uur met medeneming van een zware hamer en iets om te graven. Het weer is
aanvankelijk regenachtig. Het doel is de groeve Tynagh ten zuidoosten van Galway, op een afstand van
ongeveer 1,5 uur rijden. Eenmaal in de bus krijgen we van Benny allemaal een kop koffie aangeboden voor
het ongemak met de bus van gisteren. Steve vertelt dat de groeve van 1965 tot 1980 in gebruik was en met
een opbrengst van 5 miljoen ton de hoogste zinkproductie had van heel Europa. Bovendien staat de groeve
bekend om het grote aantal mineralen: 115 verschillende. Om 11.15 uur zijn we ter plaatse. Er kan het
volgende worden gevonden: fossielen (brachiopoden) en mineralen (malachiet, azuriet, rode jaspis en
galeniet). Helaas zit het weer niet mee. We krijgen aardig wat regen te verduren. Voor de lunch zoeken we
mineralen en na de lunch gaan we fossielen zoeken, die dan ook door allen worden gevonden. Door de
regen zijn we wat eerder teruggegaan, op weg naar Galway waar we Riet en Pam ophalen uit het
ziekenhuis, omdat Aad daar voor een pijnlijk been wordt behandeld. Helaas blijkt dat hij een nachtje over
moet blijven. Hopelijk mag hij weer terug naar het hotel. Om 7.00 uur is er weer een heerlijk diner, met
kaarsjes voor Bets, die eindeloos branden en voor veel hilariteit zorgen. Jurgen kondigt aan dat morgen
helaas al weer gepakt moet worden. Ook dit was weer een heerlijke dag van deze vakantie.
Hilda en Sita
Woensdag 4 juni
Om 8.15 uur weer een heerlijk ontbijt. En om 9.00 uur in de bus met stralend weer. Een prachtige rit door
de bergen. Even een kleine stop om foto‟s te maken bij een mooi stuk natuur met waterval. De grote stop is
bij de Sheeffry Hills mijn. Een behoorlijke berg en mooi gelegen. Een gedeelte van de groep gaat helemaal
naar boven waar drie mijningangen zijn, waarvan er twee zijn dichtgemaakt. Een paar mensen gaan de
mijn in, maar dat blijkt smal, nat en eng te zijn. De rest verblijft wat lager. Ik zit met Amber heerlijk in de zon
op een steen te genieten van het uitzicht. Om 12.00 uur rijden we weer verder over een heel smal hoog
weggetje richting Westport, waar we de berg van Saint Patrick zien. Aan de voet van de Mount Saint
Patrick hebben we even kwarts gehakt (met of zonder goud). Daarna weer een schitterende route en overal
zie je schapen, zelfs op de weg. Om 15.00 uur zijn we weer bij ons hotel. Snel inpakken, stenen en koffers.
Alles moet netjes worden ingepakt voor onder in de bus. Nog even tijd voor souvenirs naar het winkeltje en
de uitkijktoren en om 18.30 uur weer een heerlijk diner met als extraatje van het huis (hoe kan het anders):
een Irish coffee. Dan nog een prachtige rijm van Anneke over de hele reis. Fantastisch! En als afsluiting
een quiz van Nick over mineralen, in groepjes van zes. De groep van Rob wint de eerste prijs. Voldaan
gaan we om 23.00 uur slapen.
Tiny en Hannie
Donderdag 5 juni
Na het ontbijt en het nemen van de groepsfoto, wordt afscheid genomen van Nick, de gids die ons alle
dagen naar de plekken bracht waar we konden zoeken en hakken.
Tijdens de rit die volgt tekenen de heuvelruggen zich scherp af tegen de prachtige Ierse wolkenformaties.
Op de parkeerplaats van St. Columba‟s Church, waar al 1500 jaar pelgrims langs komen, kunnen we even
de benen strekken.
In het noorden van Noord-Ierland komen we bij de Giant‟s Causeway, een natuurreservaat waar de vijf- en
zeskantige basaltblokken op natuurlijke wijze zijn gevormd en als loodrechte zuilen tegen elkaar staan,
soms tientallen meters hoog. In een decor van steile uit zee oprijzende begroeide hellingen en kliffen.
Daarna snel op weg naar Belfast, waar we moeten inschepen voor de bootreis naar Liverpool.
Frank Arons
Vrijdag 6 juni
‟s Morgens om vijf uur wakker worden in een comfortabele hut op het
M.S. „Lagan Viking‟ van de Noorse Merchant Ferries. Ik kijk uit het
raampje en zie een gladde zee met een deken van zware zeedamp
erboven.
Niet iedereen heeft zo goed geslapen als ik; ik heb in de nacht eenmaal een klap van het schip gevoeld.
Anderen zeggen dat het de hele 250 kilometer over de Ierse Zee heeft gestormd. De avond ervoor gingen
wij in Belfast aan boord met de beelden van de Giant‟s Causeway nog op het netvlies. Nu nog even
dommelen in mijn kooi. Terwijl Iris en Miep beurtelings in de badcel gaan, zie ik weer de machtige
basaltblokken en zuilen en denk aan de reus Finn MacCool die ze daar heeft gelegd. En ik voel ook weer
het koele water van de Owenriff Rivier in mijn laarzen, en ik zie het zand, de rotsen en de groene zee bij
Clifdon voor me.
Maar opschieten, half zes ontbijten (was gezegd). Mispoes, een uur wachten in de lounge voor de deuren
naar de gezellige eetzaal opengaan. Het ontbijt is uitstekend en overvloedig, met hoffelijke bediening.
Liverpool. We mogen binnen in de ferry al in de bus gaan zitten en rijden tegen achten de kade van de
brede Mersey Rivier op. Aan de overkant staan monumentale gebouwen in de regen te somberen. Vergane
glorie. Steve vertelt dat midden negentiende eeuw, na de serie mislukte aardappeloogsten in Ierland, de
grote uittocht van Ieren naar Amerika van hieruit plaatsvond.
Zoals meestal ‟s morgens wenst Benny ons goedemorgen en houdt een praatje over hoeveel kilometers we
inmiddels gereden hebben in de diverse etappes. We nemen de zesbaansweg M 53. Het weer lijkt mooi te
worden, met alle soorten wolken, maar nog wel wat motregen. Om een uur of negen moet Benny tanken. Ik
wrijf mijn ogen uit als één van onze rokers pal onder het bord “no smoking” gaat staan paffen. Even later
staan daar twee lui te roken. Rond half elf gaan we een groot cateringcomplex in, terwijl Pam c.s. de
broodpakketjes in de bus gaat klaarmaken. Sapje, fruitje erbij, perfect. Dan in één ruk door naar de
kanaaltunnel waar we ongeveer om twee uur zijn. Benny draait de bus in één keer de treincontainer in (dat
doe ik vandaag voor ‟t eerst). Als de trein rijdt kunnen we zien hoe de bus staat te schommelen. Op 70
meter onder de zeespiegel krijgt iemand met een dikke enkel een deskundige voetmassage. De klok een
uur vooruit, we zijn op het vasteland, Calais.
Mooie rit naar een Van der Valk-restaurant in Nazareth. Een glas kraanwater, dat kan niet, dus ga ik mijn
dorst beneden lessen. Het eten is redelijk, maar geen Glen of Peacockes hotel. Op naar Rucphen, waar
Benny afscheidsreceptie houdt, hij krijgt 52x drie zoenen en/of een hand. Hij heeft ons ongeveer 3500
kilometer veilig vervoerd, dank! Kees rijdt ons verder. O jee, file, twee van de drie rijbanen zijn afgezet. Als
we eindelijk bij de oorzaak van het oponthoud zijn, blijkt dat 1 m 2 wegwerkzaamheden te zijn. Er wordt druk
naar afhalers en familie gebeld dat ‟t wat later wordt, en nog wat later. Eindelijk kan in Zwijndrecht een deel
van de mensen, tassen en dozen uit de bus.
Afscheid, een massa wuivende armen zwaaien ons na. Rond middernacht zijn we bij het Slijphol in Den
Haag, het is gebeurd. De man van Iris haalt ons op en om half twee ben ik thuis, wat een steentjes,
jeukbultjes en een geweldige ervaring rijker.
Dank Steve en Pam, voor jullie voorbereiding, organisatie en begeleiding!
Erna Prillwitz
Welke mineralen hebben wij gevonden
in Ierland?
Crohaun Hill,Co Waterford: Beryl
Gortdrum Monard Tipperary, Co Tipperary: Cinnabar, boeniet, tennantiet, chalcopyriet, azuriet,
malachiet, calciet, erythriet, lavandula.
Silvermines, Co Tipperary:
● Ballygowan South: Hemimorfiet, galeniet, sfaleriet
● Moghul: Sfaleriet, pyrite, galeniet
● Ballynoe: Rode jaspis
400 ft Contove / Moonen MT, Ballyaghan, Co Clare: Fluoriet
Road Cut AT Claggan Co Galway – Clemens mine, Near Maam Co Galway: Andalusiet, cordieriet, mica
Bezoek aan Glengowa East, Oughterad Co Galway, Ardragh QV, 1 mile, Maam Cross Co Galway
Swenriff River, Oughterard: Zwavel
Ardragh QV,Maam Cross Co Galway: Fluoriet, mica, allaniet
Tess QV bij Rinvarra Co Galway: Sfaleriet, fluoriet, bariet, calciet, kwarts
Beach Grallagh Co Galway: Vesuvianiet, granaat, diopsiet, woollastoniet
Tynagh Mine bij Loughrea Co Galway: Malachiet, cerrusiet, azuriet
Sheeffry Mine: Calciet, milliviet (wroewolfeite), chalcopyriet, galeniet
Kil Ceevor Abbey bij Louisburgh Co Mayo: Kwarts, Goud.