wasmachine 5406

B
Handleiding voor de opstelling en de bediening
van de WS 5406
LP
ee
Beschrijving van het apparaat
..".-- Deksel
=-+\-- Wasmiddelbak
Bedieningspaneel
(zie onder ·Programmakeuze")
'7-<-_ __
Deur
Luik waarachter de afvoerpomp
en de noodontgrendeling
r-==l-------+J
zk;h bevinden
,
èr=========I.~_ In de hoogte versleIbare voetfes
Kabeldoorgang
voor muntapparaat
"---"-1-- Toevoerslang (koud water)
~I-_
Toevoerslang (warm water)
"----,--,-=-t-- Afvoerslang met steun
Transportbeveiliging (deze moet
absoluut verwijderd worden vooraleer
de machine wordt ingeschakeld)
Elektrische aansluiting met snoer
L _ _ _ _ _- ' _ _ In de hoogte verstelbare voetjes
2
Inhoud
Blz.
2
Beschrijving van het apparaat ... .. .. . .. . . . .
De was voorbereiden . . . . . . . . . . .. . ... . . .. .. . .. . .. .
3-4
Het wasgoed in de trommel leggen ..
. .... .
Het wasgoed uil de trommel nemen . .... ... . . . .... . . .. . . .. .
5- 6
7
Wasmiddel toevoegen
.................... . .. . .
Stijfsel, wasverzachter en vormspoeler toevoegen. . ..... .
Programmakeuze . . .. ... .
. ...... . . .. .. . . . .
Programma's: Wit 95°C . . . .
. ........... . .. .. .. .. .
Bont 60 o Ç.
Bont 30/40 o Ç
Kreukherstellend 95°C . . ..... . .
Kreukherstellend 60 0 Ç . .
Kreukherstellend 30/40 o Ç
Fijn/Synthetisch 30 0 Ç .
Gordijnen 30°C .
Wol , koud - 40°C . . .. .. .
Reiniging en onderhoud van het apparaat
Eventuele kleine storingen
............ .. .
Naverkoopdienst .. . . .. . . .. .. .
Opstellen ...
.. ...... ..
Elektrische aansluiting.
Watertoevoer ..... .
Waterafvoer
Technische gegevens
Gegevens over het verbruik . .... . . _ ..... .. ....... ... .
8-10
11
12 - 15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25 - 28
29-31
32
33 - 37
38
39-40
41
42
43
Opmerking
Bij uw Miele verdeler of in de Miele naverkoopdiensl is er ook een beknopte gebruiks·
aanwijzing in DIN A 2·formaat verkrijgbaar, geschikt om naast de machine aan de
muur op te hangen.
De was voorbereiden
Hoe zwakker de bevuiling, hoe behoedzamer de behandeling mag zijn. In
Sorteren
Sorteer het wasgoed
• volgens de onderhoudssymbolen
geval van weinig vuil wasgoed kan de
kapaciteit van de machine ten volle be-
• volgens de kleur Oicht of donker)
nut worden en kan er eventueel een lagere temperatuur ingesteld worden.
• en volgens de graad van bevuiling.
Men kan echter ook een programma
kiezen zonder voorwas. Bij sterk be-
Bij de onderhoudssymbolen wordt er
voor de behandeling een onderscheid
gemaakt in de temperatuur.
vuild wasgoed kan het waseffekt verbe·
terd worden door de lading te vermin-
deren.
Voorafgaandelijk behandelen
\jff
witle was
~,!f
' !"
,~,
bonte was
kreukherstellend
machinaal
wasbaar
wolgoed
met de hand wassen
niet wassen
bloken mogelijk
niet bleken
chemisch reinigon
Maak de zakken leeg (vooral bij
beroeps- en kinderkleding!) en borstel
ze, zo nodig, uit. Voorwerpen als haaren veiligheidsspelden, papierklemmetjes, munten, schroeven e.d. kunnen
het wasgoed en de machine beschadigen. Losse delen, b.v. uit dameslingerie, verwijderen. Loden gordijnband dal
niet vast ingewerkt is, alsook aan roest
onderhevige rolletjes verwijderen. Loden gordijnband dat wel vast ingewerkt
is en roestvrije rolletjes kunnen echter
wel meegewassen worden.
Sterk bevuilde plaatsen zoals kragen en
manchetten ca. 20 minuten voor het
wassen met bruine zeep of waspasta
inwrijven.
Koffie-, tee-, fruil- en rode-wijnvlekken
verdwijnen gewoonlijk na een paar
wasbeurten. Bij eiwitvlekken gebruikt
men het best enzyme-bevattende wasmiddelen, bij vuile beroepskleding speciale inweek- of voorwasmiddelen.
niet chemisch reinigen
3
De was voorbereiden
Vlekken verwijderen
Lang niet alle vlekken worden door
wassen verwijderd. De volgende tips
kunnen u wellicht het verwijderen van
vlekken wat makkelijker maken.
• De vlekken zo vlug mogelijk na hel
opduiken ervan behandelen.
• Eerst de plaats van de vlek stofvrij
maken.
• Dikke lagen, b.v. van kaarsriet, voorzichtig verwijderen.
• Vlekken voor het wassen verwijderen: de daaropvolgende wasbeurt
vervolledigt de reiniging en ontdoet
hel wasgoed van restjes vlekoplosmiddel.
• Het vlekoplosmiddel volgens de aanwijzingen van de fabrikant gebruiken; probeer eventueel eerst eens
op een plaats waar het middel geen
kwaad kan.
Er zijn enkele vlekken die vaak met
huishoudelijke middeltjes verwijderd
kunnen worden:
• viltstift en kogelpen:
met alkohol
• bloed: in koud water inweken en
spoelen, met enzymatisch wasmiddel bij max. 60°C wassen
• hars, plantaardig vet, huidcrème,
zalf: eerst met vlekkenbenzine behandelen, daarna wassen
• teer: met boter bestrijken, enige lijd
laten inwerken, wassen.
Wat andere, moeilijke vlekken betreft,
kunt u het best een vakman (drogist,
stomer) raadplegen.
4
In deze automaat mag u in geen geval wasgoed verven of chemisch
reInIgen_
Nieuw wasgoed
bevat vaak een teveel aan kleurstof;
daarom kunt u dat het best een paar
maal apart wassen, vooraleer het met
het andere wasgoed te laten meewassen.
Ook voor ander bont wasgoed geldt de
regel dat men het slechts met ander,
vooral wit wasgoed mag samen wassen wanneer de kleurvastheid bewezen
is. Ook echte kleuren kunnen, b.V. door
ze samen met gesteven wasgoed te
wassen, wijzigingen ondergaan.
Het wasgoed in de trommel leggen
Oe deur openen en sluiten
Na de start van het programma is de
deur elektrisch vergrendeld en kan die
pas op het einde van het programma
weer geopend worden.
Daarvoor drukt u op de toets "deur/afvoer 'qi "; de deur gaat enkel open
wanneer
• de machine elektrisch is aangeslo-
• indien er zich nog water in de automaat bevindt, dient men dat af te laten; zie daarvoor bI. 25 en 26. Voorzichtig! Wanneer er met hoge temperaturen werd gewassen, kan het
water nog heet zijn!
• het oogje naar beneden trekken. De
deur gaat nu open.
ten.
• hel water weggepompt is en
• de trommel na afloop van het programma tot stilstand is gekomen.
Indien
men
de
toets "deur/afvoer
'q:f . te vroeg indrukt, springen de
toetsen voor de bijkomende funkties
"stijven \l!!!!J • en/of "zonder centrifugeren lf" terug in de stand "ui!".
In geval van stroomuitval kan de deur
als volgt geopend worden:
• hel luikje voor de afvoerpomp met
de meegeleverde opener ofwel met
een lepelsteel openmaken.
• de deur terug dichtdoen door ze
dicht te klappen of dicht te duwen.
Het wasgoed in de trommel doen
Het wasgoed ontvouwen en losjes in de
wastrommel steken. Niet aandrukken.
Te weinig wasgoed wassen is niet ekonomisch, teveel schaadt het wasresultaat en brengt de duurzaamheid van
het linnen in het gedrang. Vul de trommel zoveel mogelijk. Bij weinig en normaal bevuild wit of bont wasgoed is dat
6 kg: 2 volledig gevulde emmers van
101.
Ter wille van het volledige benutten van
de kapaciteit van de machine mag men
echter niet van de oude stelregel afwij-
~j:;;~~~~~~~::j
J
gekleurde
wasdat
hetmen
best licht
apartenwast.
ken, die zegt
donker
Voor kreukherstellende programma's
vult men niet meer dan 2 kg (zowat 10
hemden) en bij fijne was en wol ongeveer 1,5 kg droog wasgoed.
5
Het wasgoed in de trommel leggen
Het gewicht van het wasgoed kunt u
b.v. mei behulp van de volgende tabel
berekenen. Hier werd het doorsneegewicht in luchtdroge toestand opgegeven.
Men verkrijgt een heel gelijkmatig wasresultaat, wanneer de trommellading uil
grote stukken - b.v. bed- en tafellakens - en uit kleine stukken (ondergoed. handdoeken) bestaat.
Indien kookwas of oonte was sterk bevuild is. dient men de trommelvulling
met 20 à 30% te beperken.
Gewicht van luchtdroog wasgoed
(in doorsnee)
wasgoed')
Beddegoed (katoen)
onderlaken
bovenlaken
kussensloop
gewicht
in 9
600
600
200
Tafellinnen
tafellaken (katoen)
tafellaken (linnen)
servet (linnen)
Dameskfedlng
bloes. hemd
onderbroekje
sip
onderrok
nachthemd
pyjama
zakdoek
werkschort
6
400
1000
80
100
120
50
150
180
450
15
400
Herenkleding
hemd (katoen)
hemd (gemengde weefsels)
onderhemdje zonder mouwen
korte onderbroek
lange onderbroek
pyjamabroek
pyjamajasje
zakdoek
stofjas
250
200
120
100
250
480
400
25
600
Wasgoed uit keuken en badkamer
vaatdoek
100
handdoek
120
sponShanddoek
200
badhanddoek
800
badmantel
1200
Ol WasgocO dal bestaat uit synthetische vezels ol
gemengde weefsels met synthetische vezels wa·
gen over het algcmoon wat minder dan do hier
vermelde stukken wasgoed uit katoen ol linnen.
Het wasgoed uit de trommel nemen
Het wasgoed kan enkel uit de machine
genomen worden als hel programma
afgelopen is en als de trommel lol stilstand is gekomen.
Plaats een waskorf of iets dergelijks onder de deur.
Daarna
• de deur m.b.v. de toets openen
• hel wasgoed eruit nemen
• de trommel met de hand eens ronddraaien om na te zien of er geen klei-
ne stukken wasgoed achter de trommelribben zijn blijven hangen. Ach-
tergebleven stukken wasgoed zouden in het daarop volgende programma schade kunnen oplopen of
het andere wasgoed doen verkleuren.
• nazien of er onder de vouw van de
dichtingsring soms geen meegewassen voorwerpen zitten. Deze dienen
in elk geval weggenomen te worden
om b.v. roestoverdracht te vermijden
(zie alb.).
• de waterkranen dichtdraaien.
7
Wasmiddel toevoegen
Keuze van het wasmiddel
Gebruikt u enkel wasmiddel dal voor
machinaal wassen geschikt is.
Er zijn b.v.
• poedervormige ol vtoeibare wasmid delen voor alle bevuilingen en textiesoorten.
• Vloeibare wasmiddelen die bij voorkeur gebruiken zijn in wasprogramma's met lagere temperaturen (tot
hoogstens 60°C) en zonder voor-
was.
• speciale wasmiddelen voor welomlijnde soorten wasgoed, b.v. voor
kreukherslellende was (lol 60°C) en
voor wol.
De gegevens op de verpakking informeren over de belangrijkste bestanddelen van het wasmiddel, zodat u b.V. kan
uitmaken of het middel in kwestie
bleek-, klaringsmiddelen of enzymes
bevat.
Wasmiddelen met enzymes zijn vooral
geschikt voor de behandeling van eiw~­
houdend vuil (bloed, melk, eieren) en
hebben hel meest effekt bij een temperatuur van 50 tot 60°C.
Giet u geen bleekmiddel dat chloor beval, in de vakjes voor de voor- en
hoofdwas; als u bleekmiddel toevoegt,
giet u het dan in het vakje Jih.
Het wasmiddel doseren
De wasmiddellade heeft 4 vakjes:
• vakje \.2.J: voor het middel voor de
voorwas
• vakje \J...J : voor het middel voor de
hoofdwas
• vakje \I!!: meI een dekseltje: voor
vloeibare wasverzachter
of vormsp:Jeler.
• vakje Jih : voor bleekmiddel
B
De wasmiddeldosering is afhankelijk
van
• de waterhardheid
• de textiel soort
• de bevuiling van het wasgoed.
Waterhardheid
"""""
,,,
""""""""
.......
.....-
.-.. .(),,~:;C
F,~
0 - 10·
10- 18°
18 - 32'"
"
0 - UiO
. ".
Hoe hard het u gelevefde leidingwater
is, verneemt u wel van uw waterbedelingsmaatschappij. De totale hoeveel·
heid wasmiddel voor de voor· en de
hoofdwas is op de verpakking van hel
wasmiddel aangegeven: daarbij werd
rekening gehouden met de verschillen-
de walerhardheidsniveaus.
Om het juiste hardheidsniveau van uw
leidingwater steeds voor ogen te hebben, kunt u dal op hel handvat van hel
Miele spaarmaatje instellen.
Met behulp van een geldsluk stelt u het
getal in, dat met het hardheidsniveau
van uw leidingwater overeenstemt.
Wasmiddel toevoegen
Poedervormig wasmiddel doseren
In de afvoeropening van de kuip zit er
een kogelklep die ervoor zorgt dat al
hel wasmiddel in de kuip blijft en er snel
wordt opgelost. Die vergroot het reinigingseffekt. Daarom kunt u, als u wasmiddelen van een kwaliteitsmerk gebruikt, 20% wasmiddel uitsparen.
Als er andere wasmiddelen worden gebruikt, die niet de bestanddelen bevatlen van eerste klas produkten, verdient
hel aanbeveling de wasrnkJdeldosering
trapsgewijs te verminderen. Dit is zeker
het geval in streken met hard water als
de wasmiddeldosering voor minder vuil
wasgoed ook nog wordt beperkt.
Ook bij wasmiddelen voor lijn wasgoed
is hel raadzaam de hoeveelheid trapsgewijs te verminderen en intussen de
toestand van het textiel in het oog te
houden; hard aanvoelende was wijst erop dat de volledige hoeveelheid wasmiddel die de fabrikant opgeil, dienl Ie
worden toegevoegd.
Om u ertoe in slaal Ie stellen op een
eenvoudige wijze steeds de juiste.
spaarzame hoeveelheid wasmiddel toe
te voegen, wordt bij uw machine een
spaarmaatje geleverd. Het Miele spaarmaatje is voorzien van niveaumarkerin·
gen die reeds een 2QO/o lagere wasmiddelhoeveelheid aanduiden. Zelfs indien
u tol nu toe voor minder bevuild wasgoed of voor halve ladingen reeds minder wasmiddel toevoegde. spaart u nu
met het Miele spaarmaatje nog eens
20% wasmiddel.
bekertje uil hel wasmiddelpak, maar
wel het Miele spaarmaalje.
Zo doseert u het wasmiddel juist:
Leest u net als vroeger hoeveel bekertjes wasmiddel u voor de voor- en
hoofdwas moet doseren; dit gegeven
slaal op de verpakklng van het wasmid·
del; gebruikt u echter niet het maat-
In de programma's kreukherstellend ,
synthetisch en wol doseert u het was·
middel als volgt
Verdeeli u hel dOOf de wasmiddelfatx i ~
kant opgegeven aantal bekertjes voor
witte en bonte was als volgt:
1/4 voor de voorwas \..J..J
3/4 voor de hoofdwas W .
Deze verdeling is heel geschikt, daar
het meetse vuil tijdens de hoofdwas
m oel worden losgemaakt en door het
sop gedragen.
Voorbeeld voor de verdeling van 3
maat bekertjes wasmiddel:
i
'
.'
IOlalei ~oe~eelheld wasmldl:lel
hOOfdwas
I.!!.J
Bij waterhardheidsniveau 3 verdient
hel aanbeveling de lotale hoeveelheid
wasmiddel als volgt te verdelen:
1/3 voor de voorwas \..J..J
2/3 voor de hoofdwas W .
• Giel u per kg droog wasgoed onge~
veer 1 spaarmaatje in het vakje
\!J .
9
Wasmiddel toevoegen
• Indien er een voorwas nOdig is. giet
u ook nog ongeveer 3/4 spaarmaatje
per kg droog wasgoed in het vakje
I.'.J .
Algemeen
Indien het water heel hard is (niveau 3),
kan er een speciaal onthardingsmiddel samen met het wasmiddel worden
gedoseerd. Houdt u rekening met de
richtlijnen van de fabrikant.
Indien u te weinig doseert, wordt uw
wasgoed niet alleen grauw, maar leidt
dit tevens tot kalkafzetting op de verwarmingselementen.
Indien u teveel doseert, verbruikt u niet
alleen teveel wasmiddel, maar wordt er
ook teveel schuim gevormd (slecht reinigingseffekt) en is het spoelresultaat
onvoldoende.
Als u juist doseert, wordt een heel goed
reinigingseffekt verkregen en wordt de
was ook
behoedzaam
behandeld.
Daardoor vermijd u ook dat het milieu
onodig overbelast wordt.
Indien de doseeraanwijzingen vol·
gens de hoeveelheid water zijn uitgedrukt, kunt u zich op deze getallen baseren:
• ca. 20 I water in de programm's wit,
bont en kreukherstellend,
• ca. 30 I water in de programma's
synthetisch en wol.
Dosering van vloeibaar wasmiddel
Vloeibare wasmiddelen worden volgens de aanwijzingen van de fabrikant
overwegend met temperaturen tot
60°C gebruikt. Gewoonlijk kan de voorwas achterwege blijven als men vloeibaar wasmiddel gebruikt.
10
Dosering van bleekmiddel
Hardnekkige vlekken, b.v. van fruit, rode wijn e.d., op wit wasgoed kunnen,
zelfs als men wasmiddelen gebruikt, die
perboraten bevallen, slechts verwijderd
worden indien er een hoge temperatuur
werd ingesteld.
Door middel van vloeibaar bleekmiddel,
b.v. met chloor, kunnen hardnekkige
vlekken zonder hoge temperaturen uit
het wasgoed verwijderd worden. Daar
chloorbleekmiddelen
alleen
vooral
maar koud aan hel wasgoed mogen
toegevoegd worden (zonie! zou er
schade kunnen toegebracht worden
aan het wasgoed), dient de wasautomaat er speciaal voor uitgerust te zijn
om vloeibaar bleekmiddel te doseren.
Het bleekmiddel mag alleen maar in het
daarvoor voorziene vakje ~ vooraan
rechts toegevoegd worden, want alleen
in dat geval kan men er zeker van zijn
dat het middel automatisch bij de tweede spoelbeurt ingespoeld wordt (koud
bleken).
Er kan hoogstens 160 mi bleekmiddel
in hel vakje Lili gegoten worden.
Er is geen enkel bezwaar legen het toevoegen van bleekmiddel bij bont wasgoed, tenminste als de fabrikant van het
wasgoed in de onderhoudskentekens
de kleurechtheid garandeert en het bleken uitdrukkelijk toelaat.
Hoe u het vakje á dient schoon te
maken, vindt u op bI. 29. De opmerkingen over het reinigen van het vakje
voor de wasverzachter zijn ook voor het
vakje & van toepassing.
Stijfsel, wasverzachter en vormspoeler toevoegen
Wasverzachter toevoegen
Wasverzachters zorgen eNoor dat het
wasgoed zacht aanvoelt en verminderen tevens de elektrostatische werking
van synthetische vezels. Het middel
wordt vooral gebruikt bij badstof en babywas. bij gordijnen en bij gebreide
spulletjes.
Doseer de wasverzachter volgens de
aanwijzingen van de fabrikant en giet
het middel in het vakie Vli van de
wasmiddelbak.
• het dekseltje van vakje
Let erop dat er nooit wasverzachter en
vorm spoeler tegelijk in het vakje geraken, daar er anders hardnekkige verstoppingen in het overloopsysteem
kunnen optreden .
Wasverzachter heeft de neiging bij "ge
temperaturen, vooral bij vorstgevaar, te
gaan stollen. Het middel wordt bij vorst
voor verdere toevoeging onbruikbaar.
Bewaar het middel dus in een vorstvrije
ruimte.
Vormspoeler toevoegen
~
om-
hoogzetlen.
• de wasverzachter volgens de aanwijzingen toevoegen, maar ten hoogste
tot de markering aan de zuighevel,
anders wordt het vakje voortijdig
leeggezogen.
• het d ekseltje d"htklappen en het
deksel van de wasmiddelbak sluiten,
Oe wasverzachter wordt automatisch
aan de laatste spoelbaurt toegevoegd.
Dit vloeibare stijfsel wordt vooral geb ruikt voor hemden, bloezen, tafelkled en, servetten, beddegoed e.d.
Doseer het vloeibare stilsel volgens de
aanwijzingen van de fabrikant. Hoe u te
werk dient te gaan, vi ndt u onder ·Wasverzachter toevoegen ~ .
Manuele dosering
van gewoon stijfsel
worden.
Indien men bij de programmakeuze de
toets ·Stijven ~. indrukt, blijft het
programma in de stand ·Stiftseldosering
\.!!!J \J.J . staan . Nu kunt u het stijfsel
volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen in vakje \J.J. Indien u
poedervormig stijfsel gebruikt, dient u
d at in elk geval eerst in water op te lossen voordat u het gaat toevoegen in
vak \J..j. Zo het wasgoed achteraf
Indien hel vakje ~ echter vol water
blijft staan, dient u het U-vormige buisje
schoon te maken (zie "Eventuele kleine
storingen- bi. 29).
in een droogautomaat wordt gedroogd, dan dient u de stijfseldosis
te verdubbelen.
Door de toets · Stijven \!!!!J • in te druk-
Het water dat op het einde van elk wasprogramma nog in het vakje \§ij van
de wasmiddelbak blijft staan . is badoeld
om dikke of geconcentreerde wasver-
zachter ietwat te verdunnen. Enkel
daardoor kunnen ook weinig vloeibare
middelen vrijwel zonder rest ingespoeld
ken en te taten uitspringen wordt hel
p rogramma weer gestart.
11
Programmakeuze
Programmakiezer
Temperatuurkiezer
De programma's kunnen in 4 kategorieën onderverdeeld worden :
beurten nodig. Naar keuze met of
zonder centrifugeren.
• wil en boni
Door het normale wasritme is dit programma niet geschikt voor sokken
en kousen uit synthetische vezels.
Zulk textiel mag enkel in het programma "fijn/synthetisch " gewassen
worden.
• kreukherstellend
• fijn/synthetisch
• wol
Door deze mei een temperatuur te
kombineren ofwel door programma's
zonder voorwas ontstaat er een veel-
voud van mogelijkheden waardoor de
meeste soorten wasgoed in deze machine gewassen kunnen worden.
Hel verschil:
• Wit en bont: een normaal programma mei normale wasbeweging en
met hel volledige aantal spoelbeur-
ten. Naar keuze met of zonder centrifugeren.
Bij programma's zonder voorwas
wordt er nooil warm water toegevoerd in de hoofdwas.
• Kreukherstellend: een programma
mei een normaal wasritme: mei
trapsgewijze afkoeling van het sop ,
ter wille van de weefsels die de
neiging lol kreuken vertonen. Wegens het kleine aantal stukken wasgoed zijn er ook niet zoveel spoel12
Aanduiding
programmaverloop
Textiel uit wol of gemengde wollen
weefsels mag slechts in het programma "wol" worden gewassen.
Bij programma's zonder voorwas
wordt er nooit warm water toegevoerd in de hoofdwas.
• Fijn/Synthetisch:
eveneens een
programma met een normaal wasritme, maar met voortdurend hoge
waterstand. Oe was drijft dus tijdens
heet het programma in het water en
wordt daardoor behoedzaam behandeld. Voorts is dit programma
met "Kreukherstellend" te vergelijken
(nooit toevoer van warm water).
• Wol: Ier wille van de gevoeligheid
van het wolgoed is dit een nog behoedzamer programma dan "Synthetisch~. In tegenstelling met de 3
andere kategorieën is het wolpro-
Programma keuze
gramma niet te kombineren met een
voorwas; anders zou het was ritme te
hoog zijn. Daar wol niet zozeer gevoelig is aan temperaturen , maar wel
eerder aan bewegingen in natte toestand, blijft de trommel tijdens de
lange verwarmingstijd volledig stil·
staan. Ondertussen kan hel sop
reeds op hel vuil inwerken, zodat er
een inweekeffekt wordt bereikt. Het
aantal spoelbeurten en het einde van
het programma zijn dezelfde als bij
"Synlhetisch· (nooil loevoer van
warm water).
Bedieningselementen:
Temperatuurkiezer
De wastemperatuur kan op 10 niveaus,
tot 95°C ingesteld worden.
van koud
Op het etiket in het textiel vindt u de
maximum toegelaten temperatuur.
Voorbeeld:
BonI wasgoe d
tot 60 G e te wassen
Programmakiezer
Met de prograrnmakiezer bepaal! u
• het begin van het programma
• het wasritme
• de watE!f'stand.
Toets "Stijven \.!!!J "
Indien u bij de programmakeuze de
loels "Stijven \.!!!!!J" hebt ingedrukt,
blijft het programma in de stand ·Stijfseldosering \.!!J \J.J . staan. Nu kunt u
hel stijfsel vd.gens de aanwijzingen van
de fabrikant in het vakje \JJ toevoegen. Door de toets ~ in te drukken
en te laten uitspringen wordt het programma weer gestart.
Toets "zonder centr;tugeren ~"
Indien delikaat textiel , b.V. gordijnen,
niel gecenlrifugeerd, maar ~ druipnat
uit de machine moeten worden genomen, dient u bij de programmakeuze
de toets "zonder centrifugeren~" in te
drukken. De centrifugebeurt wordt clan
in vE!f'sneid tempo overgeslagen.
De temperatuurkiezer kan zowel naar Indien de toets "zonder centrifugeren
links als naar rechts worden gedraaid. ~.. niet ingedrukt wordt, vind! er een
Indien er in de programma's Fijn/Synthetisch en Wd. een hogere temperatuur werd ingesteld dan wat het wasgoed kan verdragen, wordt de wastemperatuur door de elektronische kontrole
beperkt
• bij Fijn/Synlhelisch en Wol lol 40 °C
in voor- en hoofdwas.
aangepaste centrifugebeurt plaats:
• bij witte en bonte was: 6 minuten
• bij kreukherstEJlend: 60 sekonden
• I>j fijn/synlhelisch: 60 sekonden
• bij wol: 3 minuten.
Toets "Start ~ •
Wanneer er een programma gekozen
is en een temperatuur ingesteld - en
als het lampje ·slart <1>. aangaal I>j
machines met muntapparaat - kan de
automaat enkel door het indrukken van
de toets "start 0" ingeschakeld worden.
13
Programmakeuze
Toets "deur/afvoer 'cp"
Door de toets "deur/afvoer 'cp''' na
afloop van het programma in Ie drukken gaat de deur open.
Zo de programmawijzer tussen centrifugeren en programma-einde in de stand
\:j:I blijft staan,
• de toets "deur/afvoer 'cp'. indrukken en ingedrukt houden.
• Hel afvoersysteem wordt in werking
gesteld.
• Oe deur gaat open.
Vloeit het water na het indrukken van
de toets "deur/afvoer 'qf" niet weg
en gaat de deur dan niet open, dan is
er een storing in het afvo8rsysleem.
met muntapparaat:
• De waterkranen opendraaien.
• Het wasgoed in de trommel steken
en de deur dichtdoen.
• Het wasmiddel en de wasverzachter
- of vormspoeler - toevoegen.
• Een programma kiezen (het lampje
"betalen CXXl" gaat aan).
• De temperatuur instellen.
• Eventueel de toets "Stijven . \.!!!!!J "
en/of "zonder centrifugeren ~ " indrukken.
• De munten of penningen erin werpen (het lampje "Start <1>" gaat
aan).
• Het water aflaten en het afvoersysteem schoonmaken als beschreven
bI. 25 en 26 onder "Reinigen en onderhoud".
• De toets "Start 0" indrukken. Van·
al nu begint het programma. Het
lampje "Start <1>" gaat uit.
Programmakeuze bij machines
zonder muntapparaat:
Opmerkingen:
• De waterkranen opendraaien.
• Het wasgoed in de trommel steken
en de deur dichtdoen.
• Het wasmiddel en de wasverzachter
- of vormspoeler - toevoegen.
• Een programma kiezen.
• De temperatuur instellen.
• Eventueel de toets "S1ijven \.!!!!!J"
en/of "zonder centrifugeren ~ " indrukken.
• De toets "Start 0" indrukken. Vanaf nu begint het programma.
14
Programma keuze bij machines
Indien de automaat anders bediend
wordt dan in de beschreven volgorde,
dan bestaat de kans dat het geld ol de
penningen verloren gaan.
Indien men de programmakiezer na
het inwerpen van de munten of penningen en voor het indrukken van de toets
"Start <!>" via "0" op een ander programma draait, dan gaan de munten
of penningen eveneens verloren.
Neemt u de munten of penningen geregeld uit het mu ntapparaat, daar er anders een opstopping wordt veroorzaakt.
Programmakeuze
Bij machines met een muntapparaat
mag het programma niet langer dan 20
sekonden worden onderbroken. An-
ders bestaat de kans dat het geld of de
penningen verloren gaan.
Algemene opmerkingen
De keuze van het juiste wasprogramma
is O.m. afhankelijk van de hoeveelheid
wasgoed en van het soort bevuiling.
Als het wasgoed vlekken vertoont (b.v.
koffie-, tee-, fruit-, roet- en sausvlekken),
kiest men het best het daarvoor voorziene normale wasprogramma. Enkel de
volle benutting van het overeenkomstige wasmiddel zorgt voor een voldoend
bleekeffekt en voor het afdoend verwijderen van de vlekken uit het wasgoed.
Die vlekken zijn niet altijd even hardnekkig, soms is het wasgoed maar lichtjes
bevuild. Voor dergelijk wasgoed kiest u
het best een programma zonder voorwas.
Opdat de wasmechaniek bij programma's zonder voorwas niet te erg zou
beperkt worden, wordt er bij zulke prog ramma's geen warm water toege·
voerd.
Indien het wasgoed slechts weinig bevuild is, zodat hel bleekeffekt van hoge
temperaturen niet nodig is, kan men
een lagere temperatuur kiezen. Ge-
woonlijk is het dan ook mogelijk de
voorwas over te slaan.
U wast op de meest ekonomische
manier als u voor elk aangegeven
wasprogramma de trommel maximaal vult. Steek niet teveel wasgoed in de machine! Het watera en
stroomverbruik per kg wasgoed Îs
bij maximale lading het laagst.
15
Soort wasgoed:
Beddegoed, tafellakens, handdoeken,
ondergoed, hemden enz. uit katoen of
linnen.
Hoeveelheid:
tot 6 kg droog wasgoed.
Temperatuur- en
programmakeuze:
als op de loto.
Opmerkingen:
Bij weinig bevuild wasgoed kiest u
een programma zonder voorwas en
stelt u eventueel ook een lagere temperatuur in (b.v. 60° C).
Bij sterker bevuild wasgoed beperkt u
de lading tot ca. 4 kg.
Wasmîddeldosering:
(voorbeelden bI. 8 - 10)
in vakje \J.J
1/3 van de totale hoeveelheid (niet bij
een programma zonder voorwas).
in vakje \!J
2/3 van de totale hoeveelheid.
in vakje ~
wasverzachter of vormspoeler volgens
de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel.
in vakje &\
het bleekmiddel volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar
niet hoger dan de bovenste markering
op de zuighevel.
Programmaverloop:
• voorwas (niet bij programma's zonder vOOiwas)
• hoofdwas
• spoelen 't.':id
• centrifugeren @
'6
Bont 60°C
~---- ~""':UlVM()GIU, _ - I(_IIAI~lUl.Vl ~-..w Ullr -
Soort wasgoed:
Gekleurde hemden, I>oezen, badhanddoeken, schorten, stofjassen e.d. uit katoen of linnen, kleu recht tot 60°C.
Hoeveelheid:
tot 6 kg droog wasgoed.
Temperatuur- en
programmakeuze:
als op de foto.
Opmerkingen:
Bij weinig bevuild wasgoed kiest u
een programma zonder voorwas en
stelt u eventueel ook een lagere temperatuur in (b.v. 40°C).
Bij sterker bevuild wasgoed beperkt u
de lading tot ca. 4 kg.
oe
'W' '''lMDQlllot:lIOI,I..f/oO!HT -
Wasmiddeldosering:
(voorbeelden 1>. 8 - tOl
in vakje \J.J
'Ia van de totale hoeveelheid (niel bij
een programma zonder voorwas).
in vakje \!J
van de tolale hoeveelheid ofwel een
~/3
overeenkomstige hoeveelheid vloeibaar
wasmiddel.
in vakje ~
wasverzachter of vorm spoeler volgens
de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel.
Programmavertoop:
• voorwas (niet bij programma's zonder voorwas)
• hoofdwas
• spOOen Ei
• centrifugeren @
17
Bont 30/40°C
Soort wasgoed :
Jeans, schorten en ander donkerkleurig
wasgoed, kleurecht tot 30/40°C.
Hoeveelheid:
tot 6 kg droog wasgoed.
Temperatuur- en
programmakeuze:
als op de foto.
Opmerkingen:
Bij weinig bevuild wasgoed kiest u
een programma zonder voorwas.
Bij sterker bevuild wasgoed beperkt u
de lading tot ca. 4 kg.
Wasmiddeldosering:
(voorbeelden bI. 8 - 10)
in vakje \..J..J
'Ia van de totale hoeveelheid (niet bij
een programma zonder voorwas).
in vakje \....!!..J
'/3 van de totale hoeveelheid ofwel een
overeenkomstige hoeveelheid vloeibaar
wasmiddel .
in vakje ~
wasverzachter of vorm spoeler volgens
de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel.
Programmaverloop:
• voorwas (niet bij programma's zonder voorwas)
• hoofdwas
• spoelen "iEl
• centrifugeren @
18
Kreukherstellend 95°C
_____ _ ._ ...tUI"I'!O)(;JI._ - "_·..
Soort wasgoed:
Katoenen stoffen zoals hemden, beddegoed, e.d., kreukvrij en bestand tegen koken.
Heel delikaat wasgoed dient u in het
programma ~ Fijn/Synthetisch" te was-
sen.
Hoeveelheid:
tot 2 kg droog wasgoed.
Temperatuur- en
programmakeuze:
als op de foto_
Opmerkingen:
Indien hel wasgoed niet veel vlekken
vertoont, kunt u eventueel een lagere
temperatuur instellen (b.v. 60°C).
Bij weinig bevuild wasgoed kiest u
een programma zonder voorwas.
'....- · U.!t l lt_~
..
'UM; - _ ._<!l.OOIO~, _
Wasmiddeldosering:
in vakje \JJ
1 maat bekertje (ca. 80 g), niet t>j een
programma zonder voorwas.
in vakje ~
ca. 2 maat bekertjes (ca. 180 g).
in vakje \!!J
wasverzachter of vormspoeler volgens
de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bo·
venste markering op de zuighevel.
Programmaverloop:
• voorwas (niet bij programma's zonder voorwas)
• hoofdwas
• spoelen "ï'EJ
• centrifugeren: 60 sekonden
Indien u in het begin van het programma de toets Mzonder centrifuge(en~ ·
hebt ingedrukt, wordt het water weggepompt en het centrifugeren overgeslagen.
19
Kreukherstellend 60°C
Soort wasgoed:
Wasmiddeldosering:
Speciaal voor synthetische weefsels
(perlon, nylon, gemengde weefsels uit
in vakje \JJ
1 maal bekertje (ca. 80 g), niet bij programma's zonder voorwas.
kaloen/polyester enz.) b.v. hemden,
bloezen, stofjassen.
Heel delikaat wasgoed dient u in het
programma
"FjjnJSynthetisch~
te
wassen.
Herensokken, kousen e.d~ worden in
het programma "Fijn/Synthetisch" gewassen, daar het delikaat wasgoed is.
Gemengde weefsels die wol bevatten,
wast men echter alleen maar in het pro-
gramma
~Wol ~.
Hoeveelheid:
tot 2 kg droog wasgoed.
Temperatuur- en
programmakeuze:
als op de foto.
Opmerkingen:
Indien hel wasgoed niet veel vlekken
vertoont, kunt u eventueel een lagere
temperatuur instellen (b.v. 40°C).
Bij weinig bevuild wasgoed kiest u
een programma zonder voorwas.
20
În vakje \...!:J
ca. 2 maatbekertjes (ca. 160 g) ofwet
een
overeenkomstige
vloeibaar wasmiddel.
hoeveelheid
in vakje \jy
wasverzachter ol vormspoeler volgens
de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel.
Programmaverloop:
• voorwas (niet bij programma's zonder voorwas)
• hoofdwas
• spoelen 'G:zj
• centrifugeren: 60 sekonden
Indien u in het begin van het programma de toets uzonder centrifugeren ~"
hebt ingedrukt, wordt het water weggepompt en het centrifugeren overgeslagen.
Kreukherstellend 30/40°C
Soort wasgoed:
Weefsels uit diolen, dralon, trevira en
gemengde weefsels uil katoen/synthetisch (b.v. kinder- en vrijetijdskleding).
Heet delikaat wasgoed dient u in hel
programma
"Fijn/Synthetisch"
te
wassen.
Herensokken, kousen e.d. worden in
Wasmiddeldosering:
in vakje ~
1 maalbekertje (ca. 80 g), niet bij pro·
gramma's zonder voorwas.
in vakje \.!I
ca. 2 maatbekertjes (ca. 160 g) ofwel
een overeenkomstige
vloeibaar wasmiddel.
hoeveelheid
het programma "FijnJSynthetisch" gewassen. daar hef delikaat wasgoed is.
Gemengde weelsels die wol bevatten,
in vakje ~
wasverzachter ol vormspoeler volgens
wast men echter alleen maar in het programma ~Wol".
d e aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de b0-
Hoeveelheid:
tot 2 kg droog wasgoed.
T emperatuur- en
programmakeuze:
als op de loto.
Opmerkingen:
Bij weinig bevuild wasgoed kiest u
een programma zonder voorwas.
venste markering op de zuighevel.
Programmaverloop:
• voorwas (niet bij programma's zonder voorwas)
• hoofdwas
• spoeten tEl
• centrifugeren: 60 sekonden
Indien u in het begin van het programma de toets "zonder centrifugeren~~
hebt ingedrukt, wordt hel water wegge-
pompt en hel centrifugeren overgeslagen.
21
Fijn/Synthetisch 30 0 e
- - - - -_
_
!um~ - Jt
........I _ .lJU'Tf_
Soort wasgoed:
Delikaat textiel uit diolen, draion. trevira;
fijn wasgoed uit zjjde en kunstzijde alsook herensokken, kousen e.d. uit synthetische vezels, als die geen wol bevatten (wol en gemengde weefsels mei
wol mogen enkel in het programma
"Wol- gewassen worden).
....... -
'
eer
'tfIl00l'l~H1 -
Wasmiddeldosering :
in vakje \J.J
ca. 'I. maatbekertje (ongeveer 60 g),
enkel bij programma's met voorwas.
in vakje \...!!..J
ca. 1 '/~ maalbekertje (ongeveer 120 g)
ofwel een overeenkomstige hoeveelheid vloeibaar wasmiddel.
Hoeveelheid:
tot 1,5 kg droog wasgoed.
in vakje \!jU
T emperatuur- en
de aanwijzingen van de fabrikant toe-
wasverzachter of vormsrx>eler volgens
programmakeuze:
voegen, maar niet hoger dan de bo·
als op de foto.
venste markering op de zuighevel.
Opmerkingen:
Bij heel sterk bevuild wasgoed kiest u
Programmaverloop:
• voorwas (niet bij programma's zon·
der VOOIW8S)
• hoofdwas
• spoelen 'üEf
• centrifugeren: 60 sekonden
een programma met voorwas.
Indien u in het begin van het program·
ma de toets · zonder centrifugeren~ ·
hebt ingedrukt, wordt het water wegge·
pompt en hel centrifugeren overgeslagen.
22
Gordijnen 30°C
-
- . , - - - - _ _ ~fURI_.._- I'(_""I...._{UU' T l.Wf IlAl1,lll(· - _ _ ... OQI!oIlfIlOllOlt/l'l' -
t"-w;-
@
~_.
~'",1>
~: ....a
~
Soort wasgoed:
Machinaal wasbare gordijnen uil synthetische vezels, mei uitzondering van
acryl en draion dal koud moet gewassen worden. Bij grof geweven gordijnen
dient u goed op de washandleiding te
letten. Zo u twijfelt, liever met de hand
wassen! Maakt u voor het wassen de
niel tegen roest bestande rolletjes en
niet vaSl verwerkte loden banden los.
Opmerking:
Daar gordijnen nogal veel fijn stof aan·
trekken, kunt u ze het best in een pro-
gramma met voorwas wassen.
Lel opl
Wasmiddeldosering:
Het speciale wasmiddel volgens de
aanwijzingen van de gordijnwasmiddelfabrikant in vakje \J.j en \!J toevoegen.
in vakje ~
wasverzachter of vormspoeler volgens
de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de b0venste markenng op de zuighevel.
Programmaverloop:
• voorwas
• hoofdwas
• spoelen Wd
• geen centrifuge!
Oe temperatuurkiezer niet verder
draaien dan 30°C!
Hoeveelheid:
de Irommel losjes lol 1/3 vullen.
Temperatuur- en
programmakeuze:
als op de foto.
Drukt u ook de toets "zonder centrlfugeren~" in!
23
Wol, koud - 40°C
Soort wasgoed:
Wasmiddeldosering:
In dit goedgekeurde wolprogramma
in vakje \J..J
geen wasmiddel toevoegen
kan al het machinaal wasbaar, minder
delikaat wolgoed, gemengde wollen
weefsels en breigoed dat van het wol-
label (foto) voorzien is, van koud lol
in vakje \...!!..J
ca. 1'I, maatbekertje (ongeveer 120 g).
in vakje
~
wasverzachter volgens de aanwijzingen
van de fabrikant toevoegen, maar niet
hoger dan de bovenste markering op
de zuighevel.
Programmaverloop:
• hoofdwas
• spoelen 'd
• centrifugeren: 3 minuten
40°C gewassen worden.
Hoeveelheid:
tot ca. 1,5 kg droog wasgoed.
Temperatuur- en
programmakeuze:
als op de foto. Let op de temperatuur
die door de textielfabrikant wordt opgegeven.
24
Indien u in het begin van het programma de toets "zond er centrifugeren
"
hebt ingedrukt, wordt het water weggepompt en het centrifugeren overgeslagen.
Reiniging en onderhoud
Oe machine reinigen
De trommel is uit roestvrij staal. Door ijzerhoudend water of door voorwerpen
in het wasgoed (paperclips, ijzeren knopen, spijkers) kan zich roest afzetten.
Mocht dit het geval zijn, de trommel met
een schuurmiddel (b.v. Vim) of meI lijn
schuurpapier schoonmaken.
Steek de meegeteverde kunststof opener of een ander geschikt hulpmiddel in
de rechter spleet van het luikje en wring
het luikje open.
I
....,.....,.-
Kalkvlekken kan men vermijden door
voldoende wasmiddel loe te voegen en
eventueel een onthardingsmiddel aan
de hoofdwas loe te voegen. Zuur re
vattende onlkalkingsmiddelen zijn schadelijk.
Oe ommanteling en de deur kan men
met een sopje (geen schuurmiddel) af·
wassen en met een zachte doek
droogwrijven. Spuit de machine, om
veiligheidsredenen, nooit met een slang
af.
De knoppen, het bedieningspaneel en
andere kunststof onderdelen mogen
enkel mei normale reinigingsmiddelen
voor kunststof ol email worden schoongemaakt. Schuurmiddelen zouden
krassen kunnen maken in het oppervlak!
Zet een vlak schaaltje voor zowat 1 hier
water voor het luik. Indien er afvoerproblemen zijn, plaatst u er een grotere schaal voor. Neem het aftapslangetje van zijn haak, trek de dop eraf en
laat het resterende water in het schaaltje
lopen. Als dat slangetje warm is, is het
water zeker warm, misschien wel heel.
Voorzichtig!
Afvoerpomp schoonmaken
Om een perfekte afvoer te waarborgen,
dient men zo nu en dan het afvoersysteem eens na te kijken en eventueel
schoon te maken.
Maak de machine enkel schoon als
ze uitgeschakeld Is.
Zodra er geen water meel' uitloopt, zet
u de dop terug op het slangetje.
25
Reiniging en onderhoud
De sluiting inschuiven en door naar
rechts te draaien vergrendelen: de richel moet horizontaal lopen.
Klap het afloopvlakje weer omhoog en
duw het op zijn plaats. Hang ook het aflapslangetje weer aan zijn haak. Duw
hel luik dicht.
De sluiting door naar links te draaien
openen en er zachtjes uit trekken. Lel
op voor een plotse waterstroom, indien
b.v. het aftapslangetje verstopt zou zijn.
Maak de ruimte voor de afvoerfXXl1 p
schoon.
26
Kleine storingen verhelpen
Als u met de volgende wenken rekening houdt, kunt u zelf kleine storingen
aan uw wasautomaat, die eventueel
aan bedieningsfouten te wijten zijn , verhelpen, zonder daarom een beroep
hoeven Ie doen op de naverkoopdienst.
Gelieve als leek nooit aan de elektrische
onderdelen van dil toestel Ie werken.
De wasverzachter of het bleekmiddel wordt niet volledig Ingespoeld
ofwel blijft er teveel water in het inspoelvak staan,
De zuighevel (U-vormig buisje) zit niet
juist of is verstopt.
• Het deksel opklappen en de zuighevel uittrekken (zie afb.).
Bij het inschakelen loopt er geen
water binnen
• de waterkranen kunnen nog dicht
slaan; opendraaien .
• is er nog geen watertoevoer, dan
kan het zijn dat de deur niet goed
dichtgedrukt is of dat de steker niet
stevig in hel stopkontakt zjt.
• Werd .de tdoe'kt?s"Start <$" lang genoeg Inge ru .
• Bij machines mei muntapparaat kunnen de munten of penningen in de
muntschaal teruggevallen zijn . De
munten of penningen nog eens toevoegen en het toestel opnieuw starten.
Het water loopt te traag binnen,
hoewel de druk in de waterleiding
hoog genoeg is
t
~
• De zuighevel
schoonmaken.
met
warm
water
Terug monteren in omgekeerde volgorde.
• de zeefjes in de toevoerslang kunnen verstopt zitten; ga te werk als op
bI. 27 beschreven. Bij erge bevuiling
kunnen ook de andere zeefjes - in
de toevoeraansluiting - verstopt
zijn.
• de zeefjes in de toevoeraansluiting
kontroleren en eventueel schoonmaken, zoals beschreven op bI. 28.
29
Kleine storingen verhelpen
Er wordt teveel schuim gevormd
Dit is vlug te verhelpen door schuimremmend middel toe te voegen. Indien
u dat echter voorgoed wilt vermijden, let
dan op het volgende:
• gebruik enkel wasmiddel dat geschikt is voor machinaal wassen en
hou rekening met de temperatuurniveaus
• hou rekening met de waterhardheid
in verband met de dosering
• bij minder vuil wasgoed of kleinere
hoeveelheden wasgoed ook minder
wasmiddel toevoegen
• wasgoed dat met inweekmiddel be-
handeld werd, voor het wassen
goed spoelen.
De programmawijzer blijft in het
eerste 113 gedeelte van de hoofdwas stilstaan.
Dit is geen storing. De wijzer blijft zolang
staan, tot de gekozen temperatuur bereikt is.
Het wasmiddel voor de voor· e%~~f
hoofdwas werd niet ingespoeld en
het wasgoed is op het einde van het
programma nog droog.
De waterkraan(-kranen) werd(en) bij het
begin van het programma niet opengedraaid.
Het wasgoed moet bij stroomuitval
uit de machine worden genomen.
Wacht er, zo hel echt nodig is, zo lang
mee tot het hete sop afgekoeld is.
Aan het wasgoed plakken grijze
elastische overblijfselen.
Het wasgoed vertoonde veel vetvlek-
ken (door zalf of olie) en de wasmiddeldosering was niet voldoende om deze
bevuilingen op te lossen.
• een kookwasprogramma kiezen mei
een vetoplossend middel erbij, zonder wasgoed erin, om de machine te
reinigen .
• in de toekomst de hoeveelheid wasmiddel bij dermate bevuild wasgoed
verhogen.
30
• de programmakiezer
draaien.
op
"stop"
• het sop in een schaal opvangen,
zoals bI. 25 en 26 beschreven (reinigen van afvoerpomp)
• de deur met behulp van het trekoogje openmaken .
Kleine storingen verhelpen
Het water wordt niet weggepompt,
hoewel de pomp werkt .
De afvoer kan verstopt zijn.
• zo nodig, het afvoersysteem schoonmaken, als op bI. 25 en 26 beschreven.
• nazien of de afvoerslang geen knik
vertoont.
Oe machine staat tijdens het centrifugeren te trillen
1. Dat is b.v. mogelijk, wanneer de machine niet meer op alle vier de voetjes rust.
• Door de machine zijdelings lichtjes te
kantelen, nakijken welk voetje er niet
juist slaat.
• De kontramoer aan dit voetje losdraaien en de machine stevig water-
pas opstellen, als op bI. 34 beschreven.
I
• De machine niet in het midden, maar
in een hoek van het vertrek opstellen.
3. Grote stukken wasgoed die in elkaar
gerold zijn, alsook veel water opslorpende badkamermatjes veroorzaken
een groot onevenwicht (onbalans) in
de trommel.
• Niet alleen grote, maar grote en kleine stukken wasgoed in de trommel
steken. Kussenslopen voor het wassen dichtknopen.
• Centrifugeer badkamer matjes nooit
apart. Wacht tot u meer wasgoed bij
elkaar hebt.
4. De storing kan ook te wi~en zijn aan
een verstopping in het afvoersysteem. Daarom moet u de afvoerpomp veiligheidshalve nakijken als
beschreven bi. 25 en 26,
De programmawijzer blijft tussen
het centrifugeren en het einde van
h et programma in de stand 'q:I
s1ilstaan ,
Door de toets "deur/afvoer tp''' in te
drukken, stelt u de afvoer in werking .
Indien er geen afvoer plaatsvindt, kan
deze verstopt zijn.
• Het afvoersysteem schoonmaken als
beschreven bI. 25 en 26.
2. Weke vloerbedekking is niet alleen
de oorzaak van meer lawaai bij het
centrifugeren, maar ook van gebrek
aan stabiliteit.
• Een ca. 3 à 5 cm dikke plaat op minstens 2 vloerbalken schroeven.
31