Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband
Passend Onderwijs
PO Friesland 21.01
2014-2018
Inhoud
1.
Inleiding ................................................................................................................................. 3
1.1.
Ontstaansgeschiedenis ........................................................................................................ 3
1.2.
Status en functie van het ondersteuningsplan ........................................................................ 4
1.3.
Samenhang met andere documenten .................................................................................... 4
1.4.
Planperiode........................................................................................................................ 5
2.
Missie, visie en uitgangspunten .............................................................................................. 5
2.1.
Missie ............................................................................................................................... 5
2.2.
Visie ................................................................................................................................ 5
2.3.
Afbakening van bevoegdheden ............................................................................................ 6
2.4.
Uitgangspunten verdeling van middelen ............................................................................... 8
3.
Bestuurlijke structuur en organisatie ...................................................................................... 9
3.1.
Organisatie ........................................................................................................................ 9
3.2.
Kengetallen ..................................................................................................................... 11
3.3.
Het schoolondersteuningsprofiel ......................................................................................... 13
3.4.
Medezeggenschap, arbitrage en geschillen ........................................................................... 13
3.5.
Samenwerking met gemeenten .......................................................................................... 14
3.6.
4.
Personeel en expertise ...................................................................................................... 18
Continuüm van onderwijsondersteuning, Passend arrangeren in het onderwijs. .................. 20
4.1.
De start op de basisschool. ................................................................................................ 20
4.1.1. Aanmelding in de praktijk. ................................................................................................... 20
4.2.
Beschrijving ondersteuningsscenario ................................................................................... 21
4.2.1.
Basisondersteuning: .................................................................................................. 21
4.2.2. Basiskwaliteit: .................................................................................................................... 22
4.3.
Extra ondersteuning: ........................................................................................................ 23
4.3.1 Het Speciaal Basisonderwijs. ................................................................................................. 24
5.
4.4.
Zware ondersteuning; het Speciaal Onderwijs. ..................................................................... 24
4.5.
Ondersteuningsstructuur (voorzieningen, toedelen zorg, toelaatbaarheid) *) ........................... 25
4.6.
Overgangsmaatregelen. ................................................................................................... 26
4.6.1.
Rugzak leerling. ........................................................................................................ 26
4.6.2.
Leerlingen met beschikking SBO of indicatie SO. ........................................................... 26
Aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring .......................................................................... 28
5.1.
Procedure (toeleiding naar) toelaatbaarheidsverklaring. ........................................................ 28
5.2.
Handelingsgericht arrangeren en criteria. Uitgangspunten: .................................................... 28
5.3.
Toelaatbaarheidsverklaring voor het SO of het SBO .............................................................. 29
5.3.1.
Aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring ............................................................... 29
5.3.2. Geldigheidsduur toelaatbaarheidsverklaring. .......................................................................... 30
5.3.3.
Uitzondering inzake geldigheidsduur toelaatbaarheidsverklaring. .................................... 30
5.3.4.
Leerlingen op een residentiële instelling. ...................................................................... 31
6.
Commissie van Advies (CvA). ................................................................................................ 32
6.1.
Onderscheid toelaatbaarheidsverklaring in 3 categorieën. ...................................................... 32
6.2.
Voorwaarden afgifte toelaatbaarheidsverklaring. .................................................................. 32
6.3.
Samenstelling Commissie van Advies: ................................................................................. 32
1
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
6.4.
Rechtsgeldigheid. ............................................................................................................. 32
6.5.
Procedure plaatsing van leerlingen op SBO en SO na afgifte toelaatbaarheidsverklaring ............ 32
6.6.
Samenwerking met speciaal onderwijs voor cluster 1 en 2 ..................................................... 33
7.
Ouders .................................................................................................................................. 34
7.1.
Samenwerking tussen ouders en school .............................................................................. 34
7.2.
Steunpunt voor ouders (en scholen) ................................................................................... 34
8.
Doorgaande lijn..................................................................................................................... 35
9.
Online wegwijzer geschillen en procedures. ......................................................................... 35
10.
Kwaliteitszorg ................................................................................................................... 36
11.
Verdeling van middelen en financiële regelingen .............................................................. 37
11.1.
De inzet van het budget voor extra ondersteuning ................................................................ 37
11.2.
Bekostiging plaatsing in speciaal (basis)onderwijs ................................................................ 38
11.3.
De begroting .................................................................................................................... 41
12.
Verklarende woordenlijst en afkortingen .......................................................................... 44
-
2
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
1.
Inleiding
Voor u ligt het eerste ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair
Onderwijs Friesland 21.01.
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland heeft in november 2013 een belangrijke
mijlpaal bereikt. Met het laten passeren van de oprichtingsakte was de stichting samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland formeel opgericht. De volgende mijlpaal van het samenwerkingsverband is het opstellen van een ondersteuningsplan. Het resultaat daarvan ligt nu voor u. Het
ondersteuningsplan bevat –mede op grond van de wetgeving - het volgende:
a.
het niveau van basisondersteuning voor alle scholen
b.
de manier waarop het samenwerkingsverband een samenhangend geheel van voorzieningen
voor extra ondersteuning (licht en zwaar) binnen en tussen de scholen organiseert
c.
de afspraken over de verdeling, besteding en toewijzing van de middelen en voorzieningen
voor extra ondersteuning aan de scholen
d.
de afspraken voor de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen en voor de plaatsing van leerlingen op SBO en SO
e.
de manier waarop het samenwerkingsverband ouders informatie verstrekt over de voorzieningen en mogelijkheden voor ondersteuning
f.
de afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van het budget voor lichte ondersteuning
aan de scholen voor speciaal basisonderwijs boven de 2% van het aantal leerlingen in het
samenwerkingsverband
g.
de afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van middelen voor zware ondersteuning
voor leerlingen die na de jaarlijkse teldatum van 1 oktober instromen in het SO en het SBO,
inclusief de afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van middelen aan het samenwerkingsverband door scholen bij een ontoereikend budget voor lichte ondersteuning
h.
afspraken over de afstemming en samenwerking met gemeenten.
1.1.
Ontstaansgeschiedenis
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland is ontstaan uit 11 samenwerkingsverbanden WSNS die tot 31 juli 2013 een wettelijke taak hebben in de uitvoering van de lichte ondersteuning.
Daarnaast zijn tot 31 juli 2013 het REC Fryslan cluster 3 en Renn4 verantwoordelijk voor de uitvoering van de zware ondersteuning voor cluster 3 en 4.
Vanaf 2011 is intensief door alle betrokken partijen samengewerkt om te komen tot een provinciaal
samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland.
Dit heeft onder andere geresulteerd in de oplevering van de notitie ‘inrichting en organisatie’, waarbij
inhoudelijk en organisatorisch de beleidskaders voor dit ondersteuningsplan zijn vastgelegd en voor
gelegd aan de betrokken schoolbesturen. Na de veldraadpleging in maart en april 2012, van de
notitie ‘inrichting en organisatie’, bleek dat er groot draagvlak was voor de beschreven koers.
3
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
1.2.
Status en functie van het ondersteuningsplan
Het ondersteuningsplan is een wettelijk verplicht document dat minimaal eens in de 4 jaar wordt
vastgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband.
Voorafgaand aan de vaststelling van het ondersteuningsplan behoeft, het plan de instemming van
de Ondersteuningsplanraad en is er Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) gevoerd met de
betrokken gemeenten in het gebied van het samenwerkingsverband.
Naast deze wettelijke lijn is statutair in het samenwerkingsverband vastgelegd dat de aangesloten
schoolbesturen, voorafgaand aan vaststelling, gehoord worden over het ondersteuningsplan. Concreet houdt dit in dat, voordat de instemming wordt gegeven door de ondersteuningsplanraad,
schoolbesturen de gelegenheid krijgen om hun zienswijze op het ondersteuningsplan in te dienen bij
het bestuur van het samenwerkingsverband.
In tijd ziet de procedure tot vaststelling van het ondersteuningsplan er als volgt uit:
a.
december 2013: bespreken eerste concept ondersteuningsplan in het bestuur van het samenwerkingsverband.
b.
januari 2014: voorleggen concept ondersteuningsplan aan de schoolbesturen en (regio’s van)
gemeenten en indienen zienswijzen door schoolbesturen tot uiterlijk 15 februari 2014.
c.
februari 2014; reactie bestuur samenwerkingsverband op ingediende zienswijzen schoolbesturen en (regio’s van) gemeenten
d.
1 februari voorleggen concept ondersteuningsplan aan de ondersteuningsplanraad
e.
1 maart OOGO met gemeenten in de drie regio’s van de samenwerkingsverbanden VO in Friesland.
f.
voor 15 maart: eventuele wijzigingen als gevolg van zienswijzen schoolbesturen, gemeenten
en ondersteuningsplanraad.
g.
15 maart: instemming door de Ondersteuningsplanraad.
h.
Uiterlijk 30 april: vaststellen ondersteuningsplan en toesturen ondersteuningsplan naar de inspectie van het onderwijs.
NB: indien er geen instemming gegeven kan worden door de Ondersteuningsplanraad, kan de OPR
dit als geschil aanhangig maken bij de landelijke geschillencommissie. In verband met de wettelijke
verplichting om uiterlijk 1 mei het ondersteuningsplan aan te bieden aan de inspectie van het onderwijs en de termijn die de landelijke geschillencommissie in acht neemt, is 15 maart de uiterlijke
datum voor het besluit dat er sprake is van een medezeggenschapsgeschil.
1.3.
Samenhang met andere documenten
Besturen (en de scholen) zijn verantwoordelijk voor de zorgplicht. Het ondersteuningsplan geldt als
een basisdocument voor besturen en scholen. Scholen kunnen in hun documenten, zoals schoolplan
en schoolgids verwijzen naar dit document. Besturen kunnen dit zelfde doen in hun beleidsplannen.
In het jaarverslag van het samenwerkingsverband legt het bestuur van het samenwerkingsverband
verantwoording af over het gevoerde beleid.
4
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
1.4.
Planperiode
Dit eerste ondersteuningsplan is geschreven voor een periode van vier jaar, namelijk voor de periode
van het schooljaar 2014-2015 tot en met 2017-2018. Aangezien het gaat om een grote transitie en
systeemwijziging zullen tussentijds aanpassingen nodig zijn. Deze worden jaarlijks in een jaarplan
op basis van een jaarverslag op- en vastgesteld.
2.
Missie, visie en uitgangspunten
2.1.
Missie
“Alle leerlingen gaan succesvol naar school”.
Passend onderwijs geeft iedere leerling de kans op een onderwijs en ontwikkelarrangement die aansluit om de onderwijs en ontwikkelbehoefte van de leerling. Het onderwijs is zo thuis nabij mogelijk.
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland regelt via de Commissie van Advies de
(toeleiding naar) toelaatbaarheidsverklaring voor cluster 3 en 4. Daarnaast zorgt het samenwerkingsverband, als ontvanger van ondersteuningsmiddelen, ervoor dat deze middelen verdeeld worden onder schoolbesturen zodat de schoolbesturen maximaal in staat worden gesteld om:
a.
De extra onderwijsondersteuning te realiseren in het primair onderwijs;
b.
Leerlingen met een extra onderwijsbehoefte door te verwijzen naar het Speciaal Basisonderwijs of speciaal onderwijs voor cluster 3 en 4, indien het ondersteuningsaanbod in een reguliere
school ontoereikend is voor de onderwijsbehoefte van de betreffende leerling.
c.
Thuiszitters succesvol te laten terugkeren in het onderwijs en beleid te ontwikkelen om te
voorkomen dat er thuiszitters ontstaan.
d.
Er is een dekkend en passend aanbod voor alle leerlingen in Friesland
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs biedt een dekkend netwerk voor Passend Onderwijs
en zorgt voor afstemming tussen het basisonderwijs en het speciaal (basis)onderwijs. Alle leerlingen
in Friesland die in aanmerking komen voor een toelaatbaarheidsbeschikking voor speciaal basisonderwijs en voor speciaal onderwijs cluster 3 en 4 hebben en houden recht op passende onderwijsondersteuning.
2.2.
Visie
De sturingsfilosofie van het samenwerkingsverband is te omvatten in een statement: ‘Centraal waar
het moet, decentraal waar het kan’. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft veel vertrouwen in de deskundigheid van de aangesloten schoolbesturen en scholen.
De bevoegdheid en de verantwoordelijkheid voor het geven van Passend Onderwijs ligt zoveel mogelijk bij de schoolbesturen en de scholen. Dit houdt in dat alle schoolbesturen in Fryslân de gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor het (toeleiden naar) toelaatbaarheidsbeschikking voor
cluster 3 en 4. De hiervoor, door het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland, ingestelde
Commissie van Advies (CvA) heeft, naast het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring, een wettelijke adviesbevoegdheid over de speciale ondersteuning van een leerling. Het is een voorwaarde
dat de toelaatbaarheidsverklaring handelingsgericht, toetsbaar en transparant wordt vormgegeven.
5
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Het leveren van basisondersteuning is een minimumverplichting voor de schoolbesturen. De extra
ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband gedecentraliseerd en ligt in uitvoering bij de
schoolbesturen en de scholen.
Gezien de regionale inrichting en historie is een eventuele verwijzing naar het speciaal basisonderwijs
(SBO) een zaak van samenwerkende schoolbesturen in de regio rondom SBO voorzieningen. De SBO
voorziening heeft daarbij het mandaat van het samenwerkingsverband om de commissie van toelaatbaarheid (TLV) in te richten voor de toelaatbaarheid tot het SBO. Voor de schoolbesturen voor
primair onderwijs is dat geen wijziging, want vanaf de start van Weer Samen Naar School hebben
zij deze samenwerking al vormgegeven. De paraplu die het samenwerkingsverband Passend Onderwijs nu biedt, maakt het wel mogelijk om samenwerking in de regio anders in te richten. De verplichte
regels voor toe- en uittreden van samenwerkingsverband WSNS komen te vervallen met het opheffen
van deze samenwerkingsverbanden.
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland hanteert de wetgeving en het referentiekader Passend Onderwijs als maatstaf voor haar handelen. Een belangrijke voorwaarde is dat het
samenwerkingsverband voldoet aan de wet. Zij verantwoordt haar handelen naar de onderwijsinspectie, ministerie, aangesloten schoolbesturen en ouders. Dit houdt in dat het samenwerkingsverband via gedegen monitoring zicht houdt op de uitvoering van de wettelijke taken en het effect van
de geboden ondersteuning
2.3.
Afbakening van bevoegdheden
De wetgever heeft de bevoegdheden binnen Passend Onderwijs, en daar waar samengewerkt moet
worden, duidelijk onderscheiden.
Het basisonderwijs.
Het basisonderwijs is primair verantwoordelijk voor het leveren van Passend Onderwijs 1 aan iedere
leerling die bij de school wordt aangemeld (zorgplicht). Daarvoor ontvangt het bevoegd gezag het
budget Passend Onderwijs.
Het schoolbestuur beoordeelt of de aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning nodig heeft.
Het schoolbestuur kan ouders verzoeken gegevens te overleggen betreffende stoornissen, handicaps
van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie.
Het beleid als het gaat om ondersteuning ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse
taal, valt buiten de ondersteuningsbudgetten voor Passend Onderwijs
Een basisschool kan een leerling alleen weigeren, indien het schoolbestuur heeft zorggedragen voor
plaatsing op een andere school.
Toelatingsbeslissingen moeten binnen 6 weken na ontvangst van de aanmelding worden genomen
door het schoolbestuur. Het schoolbestuur kan de beslissing nogmaals voor ten hoogste 4 weken
aanhouden, indien men dit tijdig –binnen de eerste 6 weken- aan de ouders mededeelt.
1
Bedoeld wordt basis- en extra ondersteuning.
6
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Elke basisschool is verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen.
Het verplichte deskundigenadvies is georganiseerd op het niveau van het basisonderwijs door het
schoolbestuur van het basisonderwijs. Op basis van het deskundigenadvies kan worden besloten of
een leerling in aanmerking komt voor extra ondersteuning op de basisschool. Indien het profiel van
de school ontoereikend is, kan besloten worden tot:
1.
Plaatsing op een andere school voor basisonderwijs.
2.
Aanmelding bij de commissie voor toelaatbaarheid tot het SBO. In overleg met de ouders kan
besloten worden om welke SBO school het gaat.
3.
In uitzonderlijke gevallen (zie hoofdstuk over de Commissie van Advies), kan besloten worden
tot rechtstreeks aanmelding bij de Commissie van Advies voor cluster 3 en 4.
Het speciaal onderwijs. Met speciaal onderwijs bedoelen we in dit kader, speciaal onderwijs voor
leerlingen van cluster 3 en 4. Leerlingen van cluster 1 en 2 vallen buiten de samenwerkingsverbanden
Passend Onderwijs.
Met de invoering van Passend Onderwijs, worden de taken van de regionale expertisecentra afgeschaft of overgeheveld naar de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Het speciaal onderwijs
zit dan ook als bevoegd gezag van de scholen voor speciaal onderwijs in het samenwerkingsverband.
De kernopdracht van het speciaal onderwijs is binnen het samenwerkingsverband het leveren van
Passend Onderwijs aan leerlingen met een ondersteuningsbehoefte waaraan niet voldaan kan worden
in het (speciaal) basisonderwijs.
De bekostiging van het speciaal onderwijs wordt van het budget van het samenwerkingsverband
Passend Onderwijs afgeroomd. In het samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt over de bekostiging van leerlingen gedurende het schooljaar (peildatum 1 februari). Elke speciale school is
verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen.
Het Speciaal Basisonderwijs. De positie van het speciaal basisonderwijs verandert qua wetgeving
niet. Wel is het zo dat de bestaande samenwerkingsverbanden WSNS worden opgeheven. Formeel
wordt de bekostiging van het SBO daarmee een verantwoordelijkheid voor het samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland kiest ervoor
om dit decentraal te organiseren. In dit ondersteuningplan zullen alleen de bekostigingsvoorwaarden
worden beschreven. De (toeleiding naar) toelaatbaarheidsbeschikking voor het SBO is een zaak van
de samenwerkende schoolbesturen in de regio rondom de SBO’s. Het organiseren van de toelaatbaarheidsbeschikking voor het SBO is gemandateerd aan de afzonderlijke SBO voorzieningen in
Friesland. In het samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt over de bekostiging van leerlingen
gedurende het schooljaar (peildatum 1 februari).
Elke speciale basisschool is verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen.
7
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
2.4.
Uitgangspunten verdeling van middelen
Verdeling ondersteuningsmiddelen schoolbesturen basisonderwijs. Het bestuur kiest ervoor om de
ondersteuningsmiddelen die resteren2 over te hevelen naar de schoolbesturen in het basisonderwijs.
Dit gaat via het ‘Schoolmodel’. Op basis van het totale leerlingenaantal per bevoegd gezag op basis
van t-1, ontvangen schoolbesturen het ondersteuningsbudget.
Met dit ondersteuningsbudget bekostigen de schoolbesturen:
1.
De extra ondersteuning in de eigen scholen volgens eigen schoolbestuurlijk beleid
2.
Verwijzingen van leerlingen naar het Speciaal Basisonderwijs
3.
De “niet aan een bevoegd gezag toe te schrijven” leerlingen in het SBO (onderinstroom)
Dit houdt in dat het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland het ‘Schoolmodel’ hanteert voor de verdeling van middelen, maar dat het samenwerkingsverband het ‘Leerling model’
hanteert bij de verwijzing van leerlingen naar een speciale basisschool. De kosten van verwijzing
naar het speciaal basisonderwijs, worden in mindering gebracht op het budget voor lichte ondersteuning van het betreffende schoolbestuur.
Hoe schoolbesturen de ondersteuningsmiddelen verdelen over de eigen scholen, is een zaak van het
schoolbestuur zelf.
Verdeling ondersteuningsmiddelen voormalige rugzakleerlingen. In het budget voor speciale ondersteuning zijn de huidige rugzakleerlingen opgenomen in de middelen voor het schooljaar 2014-2015.
Schoolbesturen ontvangen het eerste jaar een budget voor zware ondersteuning dat gebaseerd is op
het aantal rugzakken van dat schoolbestuur op 1-10-2013.
In het schooljaar 2015-2016 treedt voor het eerst de normbekostiging in werking. Tot de invoering
van Passend Onderwijs is het mogelijk om een aanvraag3 voor een rugzak voor cluster 3 of 4 in te
dienen. Daarna verdwijnt de regeling en zijn de huidige indicaties niet meer geldig. Het samenwerkingsverband kiest ervoor om deze middelen voor ondersteuning over te hevelen naar de schoolbesturen op basis van het schoolmodel. Hierdoor is een toelaatbaarheidsbeschikking voor leerlingen
met extra ondersteuning niet nodig en is het schoolbestuur zelf in staat om de leerling een passend
ondersteuningsarrangement aan te bieden.
Schoolbesturen verantwoorden zowel de rechtmatigheid als de doelmatigheid van de inzet van de
ondersteuningsbudgetten in het eigen schoolbestuurlijk jaarverslag en sturen dit voor 1 juli naar het
samenwerkingsverband. Voor de doelmatigheidsverantwoording zal het bestuur van het samenwerkingsverband een format ontwikkelen, die zorgt voor inzicht in wat het effect is geweest van de inzet
van de ondersteuningsmiddelen.
Totaalbudget voor lichte en zware ondersteuning na afroming SO, verevening en organisatiekosten van het
samenwerkingsverband
3
Het budget voor de rugzakken is landelijk genormeerd op 1-10-2011. Een hoger aandeel in speciale
ondersteuning in de reguliere school, bij invoering van het normbudget voor Passend Onderwijs in het schooljaar 2015-2016, is voor rekening van de schoolbesturen
2
8
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
3.
Bestuurlijke structuur en organisatie
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland is een stichting. Binnen de stichting
wordt een drietal organen onderscheiden:
1.
Het dagelijks bestuur.
2.
Het algemeen bestuur
3.
De Toetsingsraad.
Het dagelijks bestuur kent een voorzitter, een vicevoorzitter en secretaris en/of penningsmeester.
Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding van besluitvorming en de uitvoering van genomen besluiten. Voor de eerste periode 2014-2015 is besloten om de dagelijkse uitvoering van taken
te beleggen bij een directeur a.i. Na het eerste schooljaar zal op basis van evaluatie bepaald worden
of en op welke wijze de functie van directeur verder worden ingevuld.
In het kader van voldoen aan good governance is het dagelijkse bestuur “besturend’ en is het algemeen bestuur ‘toezichthoudend’.
Tenslotte is er een onafhankelijke Toetsingsraad binnen het samenwerkingsverband actief. De Toetsingsraad kent de volgende bevoegdheden:
a.
De – jaarlijks vast te stellen – begroting behoeft zijn voorafgaande goedkeuring (artikel 7 lid
1)
b.
Behoeft bij vaststelling van de jaarrekening zijn voorafgaande goedkeuring (artikel 17 lid 6)
c.
Besluit van de toetsingsraad omtrent décharge van de bestuursleden (artikel 17 lid 9).
Met andere woorden: de Toetsingsraad heeft – zo gezegd – doorslaggevende voorafgaande invloed
ten aanzien van het concrete beleid, ten aanzien van de financiële verslaglegging daarvan en met
betrekking tot de juridische ‘performance’ van de bestuurders. Het jaarverslag maakt deel uit van
de jaarrekening (artikel 17 lid 3), zodat de goedkeuring ten aanzien van de jaarrekening ook direct
betrekking heeft op het jaarverslag.
3.1.
Organisatie
Directie. De directie heeft als taak de doelen en de functies van het samenwerkingsverband te realiseren in samenwerking met het bestuur van het samenwerkingsverband, de afzonderlijke besturen,
de scholen en de partners. Dat doet zij binnen de kaders van de statuten en het managementstatuut.
Het samenwerkingsverband werkt met een kleine, efficiënte en flexibele organisatie, die zich richt
op de kerntaken en functies van het samenwerkingsverband. Binnen de directie worden de volgende
functies en taken onderscheiden.
9
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Directeur. De directeur geeft leiding aan het samenwerkingsverband en is verantwoordelijk voor:
a.
het tot stand komen, en (het bewaken van) de uitvoering van het ondersteuningsplan
b.
het voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het strategisch beleid van het samenwerkingsverband
c.
het uitvoeren van bestuursbesluiten
d.
het management van het samenwerkingsverband door leiding te geven aan het stafbureau en
door het ‘aansturen’ van het administratiekantoor en externe opdrachtnemers
e.
het vertegenwoordigen van het samenwerkingsverband naar relevante partijen, zoals de overheid, gemeenten, inspectie, besturen, ondersteuningsplanraad en regionale partners
f.
het verzorgen van de communicatie van het samenwerkingsverband intern en extern
g.
de verantwoording van het beleid aan bestuur en stakeholders middels evaluaties, begroting,
jaarrekening, jaarverslag en managementrapportages.
Dit vraagt van de directeur een duidelijke visie, een inspirerende en verbindende houding, onderwijskundige deskundigheid,
bestuurlijke vaardigheden, het kunnen omgaan met en oog hebben voor
soms tegengestelde belangen, coördinerende vaardigheden, procesvaardigheden, kennis van bedrijfsvoering en financiën en leiderschapskwaliteiten.
Het secretariaat heeft de volgende taken:
a.
het bieden van management- en secretariële ondersteuning door
o
het verzorgen van de correspondentie van het samenwerkingsverband aan de hand van
concepten of aanwijzingen van de algemeen directeur
o
het voorbereiden van correspondentie en het zorg dragen voor correspondentie (kopiëren, distribueren per post of e-mail)
o
het registreren van inkomende en uitgaande post
o
het indelen en bewaken van de agenda
o
het aannemen van telefoongesprekken, het noteren en doorgeleiden van boodschappen
o
het verstrekken van informatie aan de hand van beschikbare gegevens
o
het administratief en organisatorisch voorbereiden van vergaderingen en bijeenkomsten
o
het notuleren van vergaderingen en besprekingen en het maken van notulen en verslagen
b.
het archiefbeheer door
o
het volgens aanwijzingen samenstellen en bijhouden van informatiedossiers en het archief
o
het verzamelen van gegevens, kengetallen en het maken van periodieke overzichten ten
behoeve van managementrapportages
c.
het bijhouden van de website door:
o
het op aanwijzing plaatsen van berichten en documenten
o
het ontwikkelen van voorstellen voor verbetering van de website
o
het actueel houden van de website.
10
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
3.2.
Kengetallen
Onderstaande kengetallen geven de financiële kaders weer. Binnen deze kaders heeft het samenwerkingsverband de beleidsvrijheid om te komen tot een verdeling van de middelen. Het samenwerkingsverband houdt zich bij de verdeling van de middelen aan de normbedragen voor Passend Onderwijs.
Uit onderstaand overzicht blijkt dat het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland kan
beschikken over een licht ondersteuningsbudget van € 9.186.095,-. Dit budget is gebaseerd op de
oude WSNS bekostiging en is inzetbaar vanaf 1-8-2014. De huidige kengetallen zijn gedateerd op 110-2012. De definitieve kengetallen van 1-10-2013 zijn maatgevend voor de bekostiging van Passend Onderwijs in het schooljaar 2013-2014.
Uit onderstaand overzicht blijkt ook dat het normbudget voor zware ondersteuning bestaat uit €
19.620.518,-. Hiervan wordt her besteed in het SO € 10.641.199,-. Na aftrek van de verevening
blijft voor het reguliere onderwijs € 7.087.103,- over. Dit is het normbudget dat met ingang van het
schooljaar 2015-2016 beschikbaar is.
In het schooljaar 2014-2015 ontvangt het samenwerkingsverband het schooldeel van de rugzakken
op basis van het aantal leerlingen met een rugzak op 1-10-2013. Het AB deel gaat dan nog naar de
schoolbesturen voor SO. In geval van overname van personeel van de REC’s worden doorbetalingsafspraken gemaakt vanuit het SO naar het regulier onderwijs.
Bekostiging SWV vanaf 2014 op basis van de leerlingen uit het kengetallen leerlingen 2013 overzicht
Nummer SWV
Naam SWV
PO2101
Provincie Friesland
1. ondersteuningsmiddelen bao (lichte ondersteuning)
€ 157
ondersteuningsformatie bao plus bedrag mi
bekostiging lichte ondersteuning
€ 9.186.095
bedrag per bao leerling
2. bekostiging zware ondersteuning 2014-2015
normbekostiging
€ 1.005.793
rechtstreeks aan SWV
Overgangsbekostiging
€ 3.630.801
Totaal
€ 4.636.594
€ 2.330.428
Naar (V)SO school indien geen opting_out
3. bekostiging zware ondersteuning vanaf 2015-2016
normbekostiging totaal
verevening
€ 325
(bedrag per leerling bao en sbao)
normatieve ondersteuningsbudget
€ 19.620.518
€ 1.892.216
op basis van 1-10-2011
ondersteuningskosten
(Prijzen op basis van personeel 2014-2015 en materieel 2014)
so cat 1 (CLUSTER 4, ZMLK,. LZ)
so cat 2 (LG)
so cat 3 (MG)
so jonger dan 8
€ 9.148
€ 13.652
€ 20.651
so 8 jaar en ouder
€ 8.426
€ 14.782
€ 21.693
Resterend ondersteuningsbudget per 2015-206 voor leerlingen in het regulier onderwijs
ontwikkeling ondersteuningsbudget bij gelijkblijvende leerlingen aantallen
schooljaar
correctiepercentage normatieve ondersteuningsbudget correctie bedrag ondersteuningskosten so
2015-2016
100%
€ 19.620.518
€ 1.892.216
€ 10.641.199
2016-2017
90%
€ 19.620.518
€ 1.702.995
€ 10.641.199
2017-2018
75%
€ 19.620.518
€ 1.419.162
€ 10.641.199
2018-2019
60%
€ 19.620.518
€ 1.135.330
€ 10.641.199
2019-2020
30%
€ 19.620.518
€ 567.665
€ 10.641.199
2020-2021
0%
€ 19.620.518
€0
€ 10.641.199
11
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
ondersteuningskosten so
€ 10.641.199
€ 7.087.103
resterend ondersteuningsbudget
€ 7.087.103
€ 7.276.324
€ 7.560.157
€ 7.843.989
€ 8.411.654
€ 8.979.319
In onderstaand overzicht is de deelname van leerlingen aan het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs weergegeven.
Concluderend kan gesteld worden dat het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs voor cluster 3
en 4 lager ligt dan het landelijke gemiddelde. Het aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs ligt
hoger dan het landelijke gemiddelde en het aantal leerlingen met een rugzak ligt fors lager dan het
landelijke gemiddelde.
Mede hierdoor is er sprake van positieve verevening. Dat houdt het samenwerkingsverband in de
periode 2015 tot 2020 jaarlijks meer middelen te besteden krijgt. In 2015 ontvangt het samenwerkingsverband de bekostiging op basis van de werkelijke deelname aan zware ondersteuning en in
2020 ontvangt het samenwerkingsverband de bekostiging op basis van het landelijke gemiddelde.
De peildatum voor het vaststellen van de normbekostiging is 1 oktober 2011.
Ontwikkeling leerlingen 2010-2013
Nummer SWV
Naam SWV
peilm om ent decem ber 2013
PO2101
Provincie Friesland
1. leerlingen
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
bao
61.986
60.965
59.742
58.596
sbao
2.039
2.009
1.890
1.812
totaal (s)bao
64.025
62.974
61.632
60.408
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
so cat 1
757
730
719
746
so cat 2
70
69
67
68
so cat 3
162
138
142
150
so totaal
989
937
928
964
CLUSTER 4
364
321
287
283
LG
58
53
63
84
MG
9
12
8
9
LZ
48
41
39
48
ZMLK
113
80
72
63
totaal rugzakken
592
507
469
487
sbao
3,18%
3,19%
3,07%
3,00%
sbao
2,72%
2,68%
2,60%
2,52%
so cat 1
1,18%
1,16%
1,17%
1,23%
so cat 1
1,33%
1,35%
1,33%
1,34%
so cat 2
0,11%
0,11%
0,11%
0,11%
so cat 2
0,09%
0,09%
0,09%
0,09%
so cat 3
0,25%
0,22%
0,23%
0,25%
so cat 3
0,21%
0,21%
0,21%
0,20%
so totaal
1,54%
1,49%
1,51%
1,60%
so totaal
1,63%
1,65%
1,63%
1,63%
rugzakken
0,92%
0,81%
0,76%
0,81%
rugzakken
1,05%
1,01%
0,96%
0,95%
2. rugzakken
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
3. deelname %
PO2101
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
Landelijk
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
12
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
3.3.
Het schoolondersteuningsprofiel
De wet schrijft voor dat elke school een schoolondersteuningsprofiel (SOP) heeft. Alle scholen van
ons samenwerkingsverband voldoen hieraan. Het SOP bevat informatie:
a.
over de mate waarin scholen voldoen aan de door ons samenwerkingsverband gestelde eisen
voor de basisondersteuning
b.
over welke deskundigheden scholen beschikken en welke deskundigheden zij van buiten beschikbaar hebben en wat daarvan de kwaliteit is
c.
over welke ondersteuningsvoorzieningen (inclusief voorzieningen in de fysieke omgeving) en
wat daarvan de kwaliteit is
d.
over de partners met wie zij in de keten samenwerken en wat de intensiteit is van de samenwerking
e.
over welke plannen zij hebben om zich verder te ontwikkelen op bovenstaande punten.
De gegevens uit de schoolondersteuningsprofielen zijn opgenomen in de digitale dashboardrapportage van het samenwerkingsverband en is tevens een hulpmiddel voor advies aan ouders, leerkrachten en schoolbesturen.
3.4.
Medezeggenschap, arbitrage en geschillen
Binnen het samenwerkingsverband Passend Onderwijs functioneren twee organen voor medezeggenschap:
Medezeggenschapsraden scholen. De medezeggenschapsraad van elke school binnen het samenwerkingsverband heeft een wettelijke adviesbevoegdheid ten aanzien van de vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de eigen school. Dat gebeurt op basis van het door (het bestuur
van het) samenwerkingsverband vastgesteld format voor het SOP.
Ondersteuningsplanraad. De ondersteuningsplanraad (OPR) heeft instemmingsrecht ten aanzien van
de vaststelling en wijziging van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. De OPR
heeft een reglement en een statuut dat is vastgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband.
Arbitrage. Een schoolbestuur dat zich ernstig aangetast voelt in zijn belang kan zich wenden tot de
landelijke arbitragecommissie samenwerkingsverbanden, waarbij het samenwerkingsverband is aangesloten. Deze commissie oordeelt dan of het samenwerkingsverband in redelijkheid het besluit heeft
genomen. De uitspraak van de geschillencommissie is bindend voor alle partijen.
Bij arbitrage bij geschillen binnen het samenwerkingsverband (binnen het bestuur of tussen het
bestuur en een of meer aangeslotenen), zullen de partijen binnen de stichting trachten het geschil
in eerste instantie op te lossen met behulp van overleg of mediation. Als dit niet leidt tot een bevredigd resultaat voor partijen heeft elke partij het recht om het geschil voor te leggen aan de landelijke
arbitragevoorziening waarbij het samenwerkingsverband is aangesloten. De benadeelde partij kan
zich binnen zes weken na een door of namens het bestuur genomen besluit wenden tot de arbitra-
13
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
gevoorziening. De arbitragevoorziening hoort partijen en doet een voor alle partijen bindende uitspraak.
3.5.
Samenwerking met gemeenten
In de wetswijziging ten behoeve van Passend Onderwijs is opgenomen dat het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) moet voeren met de gemeenten in het samenwerkingsverband.
Het samenwerkingsverband primair onderwijs voert OOGO in de drie regio’s van het Voortgezet Onderwijs: ‘Noord, Zuidoost en Zuidwest’.
Het primair onderwijs heeft als uitgangspunt dat daar waar lokale oplossingen mogelijk zijn, het de
voorkeur geniet boven een regionale of provinciale oplossing. De middelen voor het realiseren van
Passend Onderwijs zullen zoveel als mogelijk worden overgemaakt naar de afzonderlijke schoolbesturen. Echter, op een aantal thema’s is het, gezien het gemeenschappelijk belang, verstandiger om
te kiezen voor regionale of provinciale oplossingen. Dezelfde denkwijze zit ook achter de transitie
van de jeugdzorg. Ook daar wordt ingestoken op de lokale situatie, maar wordt tevens onderkend
dat sommige zaken lokaal niet op te lossen zijn. Een concreet bestaand voorbeeld is de inzet van de
onderwijsconsulent in de Integrale Vroeghulp teams. Hiervoor geldt al een gezamenlijke afspraak
tussen het primair onderwijs en de gemeenten in Friesland.
Het jeugdplan. In het Jeugdplan van de gemeenten wordt ook de verbinding gelegd met het onderwijs. (samenwerkende) gemeenten voeren OOGO op het Jeugdplan met het samenwerkingsverband
Passend Onderwijs. Met deze systematiek is er sprake van spiegelwetgeving.
De trajecten lopen echter niet synchroon. De ontwikkeling van Passend Onderwijs loopt iets voor op
de decentralisatie van de Jeugdzorg.
OOGO. Gemeenten en het samenwerkingsverband spreken een procedure af voor het OOGO van
zowel het ondersteuningsplan als het Jeugdplan.
In onze visie is de procedure OOGO het sluitstuk van een gezamenlijk voortraject, waarbij de inhoudelijke (hoofdlijnen)afspraken worden vastgelegd in zowel het Jeugdplan als het Ondersteuningsplan.
Op 1 februari 2014 wordt het concept Ondersteuningsplan voor instemming voorgelegd aan de Ondersteuningsplanraad. Deze raad bestaat uit leerkrachten en ouders. Voor 1 maart 2014 is OOGO
gevoerd.
De kern van gezamenlijkheid voor 2014-2015 is het kennismaken tussen de onderwijsvertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van gemeenten. De kennismaking is dan gericht op het formuleren
van de gezamenlijke agenda. Voor zowel de decentralisatie van de jeugdzorg als voor de invoering
van Passend Onderwijs geldt dat het ontwikkeltrajecten zijn. De focus ligt dan ook vooral op datgene
wat op de ingangsdatum daadwerkelijk operationeel moet zijn.
14
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Agenda van gemeenten en schoolbesturen in het kader van de transities passend onderwijs en jeugdzorg. “Help het gezin, de school helder te krijgen welke ondersteuning ze nodig hebben, en wat het
beste bij hen past, ze weten veelal wat ze dan moeten doen.”
De gezamenlijke agenda heeft betrekking op onderstaande thema’s, eventueel aangevuld met voor
die situatie relevante thema’s. De agenda is opgesteld vanuit het perspectief van het onderwijs als
vind- en actieplaats voor de ondersteuning. In de uitwerking zal telkens wel de verbinding worden
gemaakt met de thuissituatie en welke ondersteuning daar wordt geboden vanuit de zorgpartners,
maar daar waar mogelijk en gewenst ook door het onderwijs.
Doel. Het doel is te komen tot een efficiënte overlegstructuur tussen gemeenten en de Samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs en Primair Onderwijs om de beoogde winst van Passend Onderwijs en Zorg voor Jeugd voor jeugdigen en het gezin te kunnen behalen. Hoe kan dit georganiseerd worden?
Het “3 lagenschema” biedt een ordeningshandvat. Overleg kan plaatsvinden op lokaal, regionaal en
provinciaal niveau. Hiervoor zijn - deels - al overlegstructuren benoemd, bijvoorbeeld LEA en REA.
Per niveau zijn agenda’s te definiëren en tafels die het er over moeten hebben. Het uitwerken van
de betrokken spelers en dito onderwerpen geeft zicht op de taakstelling en mogelijke complexiteit.
15
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Schematisch geeft dat het volgende beeld:
OOGO
Zorg voor Jeugd Gemeentebesturen
(Op overeenstemming
gericht overleg)
Passend Onderwijs
Schoolbesturen
Agenda
Gemeenschappelijke werkagenda
Agenda
Lokaal niveau
ambtenaren
1. ambtelijk
…………….
(LEA lokale educatieve agenda)
wethouders
2. bestuurlijk
…………….
Thema’s:
Thema’s:
Thema’s:
*…
*…
*…
*…
*…
*…
*…
*…
*…
Regionaal niveau
ambtenaren
1. ambtelijk
…………….
(REA RMC)
wethouders
2. bestuurlijk
…………….
Gemandateerde besluitvorming
Thema’s:
Thema’s:
Thema’s:
*…
*…
*…
*…
*…
*…
*…
*…
*…
Provinciaal niveau
ambtenaren
1. ambtelijk
…………….
(PEA)
wethouders
2. bestuurlijk
…………….
Voorbereiding
Thema’s:
Thema’s:
Thema’s:
Afstemming
*…
*…
*…
Samenhang
*…
*…
*…
*…
*…
*…
Vraagstelling
Besluitvorming
Uitvoering
Uitwisseling
Aan de voorkant
a.
de noodzaak van de intentie om samen het gesprek te voeren om er voor te zorgen dat de
jeugdigen in deze gemeente(n) een optimale opgroei- en onderwijsontwikkeling doormaken;
b.
een bestuurlijke erkenning van een eigen en een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en
aanpak;
c.
stip op de horizon als gemeenschappelijke ambitie en voor het juiste verwachtingspatroon;
d.
met vooraf geformuleerde kernwaarden en uitgangspunten;
e.
ontwikkeltraject wat stapsgewijs moet groeien door de betrokkenheid van, en de interactie
tussen alle partners, en dat goed geregisseerd;
16
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
f.
vastgelegd in (ondersteunings)plannen waarop ‘op overeenstemming gericht overleg’ wordt
gevoerd binnen het lokale of regionale educatieve overleg (LEA / REA)
Sleutelbegrippen
a.
Het kind centraal: één kind/gezin, één plan, één regisseur
b.
een vroegtijdige signalering en integrale, multidisciplinaire probleemanalyse
c.
samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en organisaties
d.
versterken van eigen kracht en het betrekken van het sociale netwerk
e.
de school als vindplaats en waar nodig als werkplaats
Thema’s
Thuiszitters
a.
oplossen thuiszitters-problematiek
b.
voorkomen van thuiszitters, door o.a. (preventieve) rol leerplicht en RMC;
c.
voorkomen voortijdig schoolverlaten van leerlingen mede door passende ondersteuning;
Preventie, opvoed- en opgroeiondersteuning in en om de school
a.
‘zorg in en om de school’ met relevante partners in (bovenschoolse) Zorg Advies Teams, met
actieve inzet, na gemaakte afspraken in ZAT :
b.
rondom schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, leerplicht, veiligheid, jeugdzorg,
jeugd geestelijke gezondheidszorg;
c.
afstemming ZAT, CJG en jeugdzorg, met school als werkplaats voor onderwijs- en zorgpartners;
d.
signalering en melding door en vanuit onderwijs;
e.
wijze van (integrale) toewijzing ondersteuning en de organisatie daarvan;
f.
doorgaande onderwijs/zorglijnen( voorschools – PO – VO)
g.
het versterken en/of realiseren van combinatie-arrangementen van onderwijs en zorg
Borging
op overeenstemming gericht overleg concept ondersteuningsplan
a.
Gevolgen van keuzes voor de huisvesting van onderwijs in scholen, in voorzieningen en in
arrangementen,
b.
Gevolgen van de keuzes voor leerlingenvervoer
17
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
In algemene zin en voor ieder agendapunt specifiek, gaat het gesprek over:
a.
de realisatie binnen de gemeenschappelijke ambitie, m.b.v. de gemeenschappelijke uitgangspunten;
b.
de verwachtingen van onderwijs en gemeente over en weer van elkaar;
c.
op welk niveau de vraag speelt en de oplossing moet worden gevonden: op lokaal, regionaal
en/of provinciaal niveau;
d.
de huidige inzet qua uren, financiën en programma’s;
e.
de uitwerking op uitvoerings-, organisatie- en bestuur/beleidsniveau
f.
de keuze over wat te behouden, te ontwikkelen en wat te saneren;
g.
de kwaliteit die men van elkaar mag verwachten;
h.
de wijze waarop men elkaar aanspreekt op eigenaarschap, taken en verantwoordelijkheden;
i.
de methodiek van de aanpak die past bij de complexiteit van de vraagstelling.
3.5.1. Regeling onderwijsconsulent in de Vroeghulpteams
Met de vereniging van Friese gemeenten is door het primair onderwijs de afspraak gemaakt dat in
de kalenderjaren 2013 en 2014 er gezamenlijk wordt ingezet op de onderwijsconsulent in de Vroeghulpteams. Beide partijen investeren daar een bedrag van € 34.110,Het samenwerkingsverband zal in augustus 2014 het initiatief nemen om met de gemeenten te bespreken in hoeverre het wenselijk en noodzakelijk is om deze regeling te continueren en zo ja, in
welke organisatievorm.
3.6.
Personeel en expertise
Het samenwerkingsverband kiest ervoor om actief uitvoering te geven aan de tripartiete overeenkomst, die is gesloten tussen vakcentrales, sectorraden en ministerie over het omgaan met de expertise van personeel dat:
-
in dienst is van de REC’s;
-
werkzaamheden uitvoert binnen samenwerkingsverbanden WSNS;
-
in dienst is van reguliere schoolbesturen op het rugzakdeel van de LGF.
Schoolbesturen regelen zelf hoe zij omgaan met personeel dat nu op het rugzakdeel van de LGF is
geplaatst. De besturen van de samenwerkingsverbanden WSNS hebben voor 1-8-2014 geregeld hoe
zij omgaan met de personele verplichtingen binnen WSNS.
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs speelt een actieve rol in de overgang van personeel
van de REC’s naar de schoolbesturen. Er is in kaart gebracht om welke personele verplichtingen het
gaat en wat het volume van de personele verplichtingen is. Het uitgangspunt is dat op 1-8-2016 het
ambulant begeleidend personeel van de REC’s is overgenomen door de reguliere schoolbesturen. Al
18
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
dan niet in gezamenlijkheid. Schoolbesturen kunnen tot 1 mei 2014 aangeven of zij personeel willen
overnemen op 1-8-2014, 1-8-2015 of 1-8-2016.
Indien er nog personele verplichtingen bestaan op 1-8-2016 dan treedt de 3e fase van de tripartiete
overeenkomst in werking en zal er overleg moeten worden gevoerd met de vakcentrales.
19
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
4.
Continuüm van onderwijsondersteuning, Passend arrangeren in het onderwijs.
4.1.
De start op de basisschool.
Aanmelding bij het regulier onderwijs. In de wet passend onderwijs is opgenomen dat ouders hun
kind schriftelijk bij de school van voorkeur aanmelden. Scholen moeten ouders vragen of ze hun kind
al eerder bij een andere school hebben aangemeld. De schriftelijke aanmelding betekent in de praktijk dat ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit doen zij minimaal
tien weken voordat zij plaatsing op een basisschool willen. Ouders en/of school kunnen aangeven
dat zij vermoeden dat hun kind/ de leerling extra ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding
in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van bijvoorbeeld een
kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te
stellen of een kind extra ondersteuning nodig heeft.
a.
Het schoolbestuur van de school moet binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden
toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd.
b.
Als het schoolbestuur van een school de leerling niet kan toelaten, moet het schoolbestuur
deze beslissing onderbouwen/motiveren op basis van onderzoek en op basis van het schoolondersteuningsprofiel van de school. Daarnaast gaat dit bevoegd gezag een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een reguliere basisschool zijn, een school voor
speciaal basisonderwijs (SBO) of een school voor speciaal onderwijs (SO). Belangrijk daarbij
is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden
van scholen.
Voor leerlingen van wie bekend is vanuit de zorgbehoefte dat ze zware ondersteuning, dat is een
plaats op het SO, nodig hebben, geeft het samenwerkingsverband, via de CvA, een 'toelaatbaarheidsverklaring' af. Daarmee kan de leerling worden geplaatst in het speciaal onderwijs. In hoofdstuk
1.2 worden de begrippen basisondersteuning, extra ondersteuning en zware ondersteuning nader
toegelicht.
4.1.1. Aanmelding in de praktijk.
1.
Aanmelding van leerlingen kan vanaf het moment dat een kind 3 jaar is;
2.
Ouders melden een leerling aan bij een basisschool naar keuze;
3.
De directeur van de betreffende basisschool is, namens het schoolbestuur, verantwoordelijk
voor de zorgplicht;
4.
De directeur van de basisschool schrijft de leerling in op de eigen basisschool of zorgt voor een
plaatsing op een andere school. Dit indien de basisschool niet beschikt over het gevraagde
ondersteuningsarrangement, zie 5;
5.
De directeur van de basisschool begeleidt plaatsing op een school voor SO, SBO of andere
reguliere basisschool, waar de leerling wel een passend ondersteuningsarrangement kan krijgen. Indien hiervoor een toelaatbaarheidsbeschikking nodig is, is de directeur van de basisschool verantwoordelijk voor de aanvraag;
6.
Bij extra ondersteuning kan in samenspraak met ouders, onder andere op grond van in elk
geval de uitkomsten van het Vraagprofielinstrument (VPI) en op grond van het beschreven
20
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
schoolondersteuningsprofiel, worden gekozen voor een arrangement op een reguliere basisschool. Ook kan worden gekozen voor plaatsing in het SBO, of voor zware ondersteuning door
middel van plaatsing in het SO. Plaatsing in het SO wordt gelegitimeerd door de afgifte van
een toelaatbaarheidsverklaring.
7.
Ouders van kinderen met een ernstige lichamelijke en/of verstandelijke beperking hebben de
mogelijkheid om hun kind rechtstreeks bij de Commissie van Advies (CvA) aan te melden. De
directeur of de Commissie van Begeleiding (CvB) van de SO school begeleidt de aanmelding.
8.
De aanmelding van het Primair Onderwijs (PO) naar het Voortgezet Onderwijs (VO) gaat door
gebruik te maken van de Plaatsingswijzer, de uitkomsten verkregen vanuit het VPI en mogelijke extra informatie.
9.
Weigeren van leerlingen op denominatieve gronden kan alleen als de ouders de grondslag van
de school weigeren te respecteren of te onderschrijven, zoals verwoord in het toelatingsbeleid
van het bestuur. Het bestuur van het samenwerkingsverband is gerechtigd het beleid van de
school en de uitvoering van dit beleid te toetsen.
4.2.
Beschrijving ondersteuningsscenario
In ons samenwerkingsverband maken we onderscheid tussen drie soorten ondersteuning, te weten
de basisondersteuning (zie 1.2.1), de extra ondersteuning( zie 1.3) en de zware ondersteuning (zie
1.4).
4.2.1. Basisondersteuning:
Onder basisondersteuning verstaan we de planmatige uitvoering van de interventies die voor alle
leerlingen van belang zijn om tot goede onderwijsprestaties te komen. De kwalitatieve ondergrens
voor de basisondersteuning is de landelijke norm die door de inspectie wordt gehanteerd in haar
toezichtkader. Elk deelnemend schoolbestuur is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en de uitvoering van de ondersteuningsstructuur op de eigen scholen.
Definitie: Onder basisondersteuning wordt verstaan de schooleigen interventies in de eigen groep,
door de eigen leerkracht, binnen de ondersteuningsstructuur van de school, bekostigd met de door
het samenwerkingsverband aan het schoolbestuur toegekende ondersteuningsmiddelen Passend Onderwijs.
Elke school binnen het samenwerkingsverband heeft, in de meeste gevallen met behulp van het Q3instrument, een ondersteuningsprofiel vastgesteld, waarin onderstaande beschrijving van de basisondersteuning in ieder geval is vastgelegd:
a.
De preventieve ondersteuning: vanuit de interne zorgstructuur tijdig signaleren van leer- en
opvoedproblemen;
b.
Een aanbod voor leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie;
c.
Onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder
dan gemiddelde intelligentie;
d.
Fysieke toegankelijkheid en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen met een
(meervoudige) lichamelijke handicap;
21
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
e.
(Ortho)pedagogische en/of (ortho)didactische programma’s en methodieken gericht op sociale
veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen;
f.
Een protocol voor medische handelingen;
g.
De curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met ketenpartners, bijvoorbeeld via
het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), kan bieden.
h.
Het leveren van basiskwaliteit.
Met behulp van het Q3 instrument is het niveau van de basisondersteuning voor het gehele samenwerkingsverband PO Friesland in beeld gebracht, zie bijlage 2. Dit beeld is naar de stand van zaken
van november 2013 samengevat in een gemiddeld cijfer per domein op een schaal van 1(onvoldoende) tot 10(goed). De gemiddelde score op elk van de 5 te onderscheiden domeinen is als volgt:
Onderwijs (8,1), Ondersteuning (7,9), Beleid (8,2), Organisatie (8,4) en Resultaten (8,1) en een
totaalgemiddelde op het niveau van de basisondersteuning voor het gehele samenwerkingsverband
van 8.1. De algemene conclusie is dat alle scholen binnen ons samenwerkingsverband voldoen aan
de hiervoor gestelde beschrijving van basisondersteuning. De relatief lagere score op het domein
Ondersteuning is te verklaren vanuit het feit dat op het niveau van lichte ondersteuning veel scholen
nog geen aanbod hebben voor leerlingen met dyscalculie.
4.2.2. Basiskwaliteit:
Alle scholen in ons samenwerkingsverband leveren basiskwaliteit. Hier ligt voor de schoolbesturen in
ons samenwerkingsverband een resultaatverplichting.
22
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
1.
De basiskwaliteit omvat de eerder genoemde landelijke kwalitatieve ondergrens van de onderwijsinspectie wat leidt tot een basisarrangement voor de betreffende school.
2.
Daarnaast is iedere school in staat tot een cyclische wijze van handelingsgericht werken, waarbij het denken vanuit de ondersteuningsbehoefte van de leerling centraal staat.
3.
De scholen zijn in staat de ondersteuningsbehoefte van de leerling te beschrijven met behulp
van het VPI.
4.
De scholen kunnen zorg dragen voor de aanlevering van een ontwikkelingsperspectief van een
leerling , in ieder geval ten behoeve van leerlingen die worden aangemeld voor het SO of het
SBO.
5.
De inspectie-normindicatoren inzake Zorg en Begeleiding 7.1 en 8.3*) zijn als voldoende beoordeeld.
6.
De scholen zijn georganiseerd rondom de SBO’s in zorgadviesteams .
*) 7.1 De school maakt gebruik van een samenhangends systeem van genormeerde instrumenten
en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
*) 8.3 De school voert de zorg planmatig uit.
4.3.
Extra ondersteuning:
De extra ondersteuning vindt plaats in het (speciaal) basisonderwijs, zonder beschikking van de
Commissie van Advies (CvA), bekostigd met de, door het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs
Friesland, aan het schoolbestuur toegekende ondersteuningsmiddelen passend onderwijs.
In het samenwerkingsverband spreken we van extra ondersteuning als leerlingen op de reguliere
basisschool aanvullende ondersteuning nodig hebben. Dat overstijgt de basisondersteuning op de
school. Het gaat dan om interventies die om de school heen, met hulp van buitenaf en onder regie
en verantwoordelijkheid van de eigen school worden uitgevoerd.
Extra ondersteuning kan tijdelijk en/of aanvullend worden aangeboden. Binnen de basisschool gebeurt dat in de vorm van een arrangement. Deze interventies kunnen, indien nodig, ook (tijdelijk)
buiten de basisschool plaatsvinden (met een toelaatbaarheidsverklaring) in het SBO. In dit geval
wordt de verantwoordelijkheid overgedragen aan deze voorziening.
Voorbeelden van een arrangement zijn:
a.
Tijdelijk toegevoegde ondersteuning voor de leraar/het team op de eigen school. Een budget
voor de school waarmee deze aan specifieke ondersteuningsbehoefte van een specifieke leerling tegemoet kan komen.
b.
Een tijdelijke plaats voor de leerling in een specifieke voorziening binnen de eigen school.
c.
(Tijdelijke) beschikbaarheid van specifieke hulpmiddelen.
d.
Een (tijdelijke) plaats voor de leerling in een bovenschoolse voorziening.
e.
Een gecombineerd traject van onderwijs en jeugdzorg .
f.
Een (tijdelijke) plaats of observatieplaats in speciaal basisonderwijs .
g.
Extra ondersteuning van de leraar in de vorm van (ambulante) begeleiding.
23
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Het bepalen of een leerling in aanmerking komt voor extra ondersteuning in de eigen basisschool is
een verantwoordelijkheid van het schoolbestuur van de betreffende school. Uiteraard is de eerste
afweging dat de leerling ook past in het opgestelde ondersteuningsprofiel van de school.
Als de leerling extra ondersteuning krijgt, dan is het voorwaardelijk dat:
- er een deskundigenadvies is over het ontwikkelingsperspectief van de leerling;
- er een ontwikkelingsperspectief van de leerling wordt opgesteld;
- er op overeenstemming gericht overleg wordt gevoerd met de ouders;
- de ouders instemmen met het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief.
4.3.1. De Positie van ouders
Scholen en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De betrokkenheid
thuis levert een bijdrage aan het succes op de school. Het samenwerkingsverband beschouwt ouders
en school als gelijkwaardige partners die een stem hebben in het kiezen van een passend onderwijsaanbod en verwacht van aangesloten schoolbesturen dat ze daarnaar handelen.
4.3.2.
Het Speciaal Basisonderwijs.
De positie van het Speciaal Basis Onderwijs verandert qua wetgeving niet wezenlijk. Wel is het zo
dat de bestaande samenwerkingsverbanden WSNS per 1 augustus 2014 worden opgeheven. Formeel
wordt de bekostiging van het SBO daarmee een verantwoordelijkheid voor het samenwerkingsverband PO Friesland. Daarmee zou een toelaatbaarheidsverklaring door de CvA afgegeven moeten
worden. Het samenwerkingsverband kiest ervoor om dit decentraal te organiseren. Het is de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur van het SBO om de toelaatbaarheidsverklaring te regelen en
de uitvoering ervan af te stemmen met de schoolbesturen rondom het SBO. In het samenwerkingsverband zijn in de notitie financiële regelingen afspraken gemaakt over de bekostiging van leerlingen
gedurende het schooljaar op basis van de peildatum van 1 februari. Elke SBO-school beschikt over
een schoolondersteuningsprofiel.
4.4.
Zware ondersteuning; het Speciaal Onderwijs.
De zware ondersteuning vindt plaats in het Speciaal Onderwijs, met een toelaatbaarheidsverklaring
van de CvA en wordt bekostigd uit de middelen van het samenwerkingsverband. Met SO bedoelen
we in dit kader, speciaal onderwijs voor leerlingen van cluster 3 en 4. Leerlingen van cluster 1 en 2
vallen buiten de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Met de invoering van passend onderwijs worden de taken van de regionale expertisecentra afgeschaft of overgeheveld naar het samenwerkingsverband. Het SO zit dan ook als bevoegd gezag van de scholen voor speciaal onderwijs in
het samenwerkingsverband. De indicatiecriteria verdwijnen, hiermee vervalt ook de cluster 3/4 indeling. Het ondersteuningsprofiel van de school voor SO geeft de expertise aan. De kernopdracht
van het SO is binnen het samenwerkingsverband het leveren van passend onderwijs aan leerlingen
met een ondersteuningsbehoefte waaraan niet voldaan kan worden in het (speciaal) basisonderwijs.
24
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
De bekostiging van het SO wordt uit het budget van het samenwerkingsverband betaald. In het
samenwerkingsverband zijn in de notitie ‘financiële regelingen’ afspraken gemaakt over de bekostiging van leerlingen gedurende het schooljaar op basis van de peildatum van 1 februari. Elke school
voor SO beschikt over een schoolondersteuningsprofiel.
4.5.
Ondersteuningsstructuur (voorzieningen, toedelen zorg, toelaatbaarheid) *)
Signaleren en handelingsgerichte diagnostiek passend onderwijs begint bij de leraren in de school.
Zij belichamen de belangrijke voorwaarde voor het succes van passend onderwijs. Hier ligt geen taak
voor het samenwerkingsverband, maar dit behoort tot het schoolbestuurlijke domein. Het is onderdeel van de basiskwaliteit.
Besluitvorming aanvraag toelaatbaarheidsverklaring. De toeleiding tot de aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SBO is een verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Op basis van een afweging
van het schoolbestuur, wordt besloten om een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring te
doen. De samenwerkende schoolbesturen in de regio rondom een SBO school maken gezamenlijk
afspraken over de toeleiding tot een aanvraag toelaatbaarheidsverklaring tot de betreffende SBO
school. Zij kunnen ervoor kiezen om de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) van het “oude”
samenwerkingsverband WSNS in stand te houden. Zij kunnen er ook voor kiezen om dit anders te
regelen. Een en ander dient te worden vastgelegd (als bijlage) in het schoolondersteuningsprofiel
van de SBO school.
Handelingsgericht indiceren. Het ontwikkelen van een samenhangend stelsel van toelaatbaarheidsverklaringen voor extra of zware onderwijsondersteuning is een complexe operatie. Er moet sprake
zijn van rechtsgelijkheid. In het referentiekader passend onderwijs is opgenomen dat ‘toekenning
van extra zorg plaats vindt op basis van handelingsgerichte diagnostiek. Daarbij staat de vraag van
de leerling centraal binnen de context van de leefomgeving, waaronder de klas of groep. De mogelijkheden van het kind, de ouders en de leerkracht zijn alle drie medebepalend voor de ondersteuningsbehoefte. Handelingsgerichte diagnostiek vertaalt de onderwijsbehoefte in directe en haalbare
handelingssuggesties. De beperking of stoornis is dus niet leidend bij het bepalen wat er nodig is,
maar de onderwijszorgvraag binnen de context van de school- én de thuissituatie.’ Het Vraagprofielinstrument komt tegemoet aan deze eis.
Er zijn meervoudige routes denkbaar in het proces van toeleiding tot extra of zware ondersteuning.
In dat proces zijn de volgende elementen van belang:
a.
De cyclus van handelingsgericht werken is leidend wanneer bij een leerling een niet-optimale
ontwikkeling wordt gesignaleerd;
b.
In dat geval wordt, onder andere met behulp van het VPI, op systematische wijze de ondersteuningsbehoefte in kaart gebracht;
c.
Deze analyse kan leiden tot een interventie/arrangement binnen de eigen school dan wel tot
een besluit tot verwijzing naar een andere reguliere school, een school voor SBO of een school
voor SO;
25
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
d.
In al deze gevallen is een ontwikkelingsperspectief vereist waarin is opgenomen: a) een ondersteuningsplan met daarin afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning, b) het uitstroomniveau en c) belemmerende en bevorderende factoren;
e.
In het geval van verwijzing naar SBO is een toelaatbaarheidsverklaring van het schoolbestuur
SBO vereist;
f.
In het geval van verwijzing naar SO wordt de toelaatbaarheidsverklaring afgegeven door de
CvA;
g.
Ingezette interventies op basis van het ondersteuningsplan (binnen de eigen school, een andere reguliere school, SBO of SO), worden systematisch geëvalueerd en aangepast conform
de cyclus van handelingsgericht werken;
h.
Beslissingen omtrent alle hierboven genoemde stappen worden altijd genomen in samenspraak
met de ouders;
i.
Beslissingen omtrent alle hierboven genoemde stappen worden altijd getoetst aan een deskundigenadvies, hetzij vanuit (het zorgteam van) de school zelf (inclusief collegiale consultatie) hetzij vanuit het samenwerkingsverband of een externe instantie.
*) Een voorbeeld van een nadere invulling van de ondersteuningsstructuur in de vorm van een
stroomschema is te vinden in bijlagen.
4.6.
Overgangsmaatregelen.
4.6.1. Rugzak leerling.
De huidige bekostigingsstructuur van de rugzakleerlingen stopt, door de invoering van Passend Onderwijs, per 1 augustus 2014. De huidige indicaties uit het oude systeem zijn geldig tot 1-8-2014.
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland heeft de afspraak gemaakt om voor de
huidige indicatiebeschikking Leerling Gebonden Financiering (rugzak LGF) op leerlingenniveau geen
overgangsmaatregel toe te passen. De ambulante begeleidingsmiddelen blijven tot 1 augustus 2016
geoormerkt en indien er eerder personeel ambulante begeleiding door een schoolbestuur wordt overgenomen, dan is ook de begeleiding vanuit het schoolbestuur geregeld.
Scholen moeten tijdig, bij voorkeur per april/mei 2014, in gesprek met ouders van huidige rugzakleerlingen door middel van op overeenstemming gericht overleg (OOGO) over het ontwikkelingsperspectief van de (voormalige rugzak) leerling en het ondersteuningsaanbod voor de betreffende leerling per 1 augustus 2014.
4.6.2. Leerlingen met beschikking SBO of indicatie SO.
SBO: Voor leerlingen met een beschikking SBO die voor 1 augustus 2014 is afgegeven, blijft de
toelaatbaarheidsverklaring na 1 augustus 2014 nog geldig zolang de leerling op het SBO zit. De
afgegeven PCL beschikking heeft geen einddatum. Bij een tussentijdse overgang naar een andere
voorziening komt de beschikking te vervallen.
SO: Voor leerlingen met een indicatie SO die voor 1 augustus 2014 is afgegeven, blijft de toelaatbaarheidsverklaring na 1 augustus 2014 nog maximaal 2 jaar geldig voor de betreffende voorziening.
26
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
In de periode augustus 2014 t/m juli 2016 is herindicatie van de zittende SO leerlingen wettelijk
verplicht. Er moet dan een nieuwe TLV worden aangevraagd bij het SWV. Bij een tussentijdse overgang naar een andere voorziening komt deze nog door de CVI afgegeven verklaring te vervallen.
27
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
5.
Aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring.
5.1.
Procedure (toeleiding naar) toelaatbaarheidsverklaring.
De wetswijziging ten behoeve van de invoering van Passend Onderwijs zegt over de taakstelling van
het samenwerkingsverband in artikel 18 lid 6c het volgende: ‘het beoordelen of leerlingen toelaatbaar
zijn tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs of het speciaal onderwijs’.
Tevens wordt in artikel 18 lid 6d duidelijk gemaakt dat het samenwerkingsverband, op verzoek van
een bevoegd gezag, advies kan geven over de ondersteuningsbehoefte van een leerling die ingeschreven is bij het betreffende bevoegd gezag. Zoals al eerder vastgesteld, is binnen het samenwerkingsverband gekozen voor het scheiden van de toelaatbaarheidsverklaring SBO en SO. In de regel
zijn leerlingen die worden aangemeld voor een toelaatbaarheidsverklaring SO, vooraf reeds getoetst
aan mogelijke plaatsing in het SBO als voorliggende voorziening. Van deze richtlijn kan gemotiveerd
worden afgeweken, bijvoorbeeld vanwege urgentie in toeleiding naar SO.
Ouders van kinderen met een ernstige lichamelijke en/of verstandelijke beperking hebben ook de
mogelijkheid om kinderen rechtstreeks bij de CvA aan te melden.
Toelaatbaarheidsverklaringen voor SO vinden centraal plaats. Toelaatbaarheidsverklaringen voor het
SBO worden vooralsnog decentraal geregeld en vastgelegd in het schoolondersteuningsprofiel van
het SBO. De geldende toelaatbaarheidsverklaring SBO is geldig voor alle SBO-scholen binnen ons
samenwerkingsverband, zie ook hoofdstuk 5.2, punt 10 en 12.
Het is de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur om een leerling aan te melden voor een toelaatbaarheidsverklaring. Dit geldt zowel voor SBO als voor SO (art. 18a/lid 6c en art. 40 lid 8).
*) het verdient aanbeveling na een jaar te evalueren of deze werkwijze van invloed is geweest op
het aantal aanmeldingen bij de CvA.
5.2.
Handelingsgericht arrangeren en criteria. Uitgangspunten:
1.
Het bestuur van samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen, zowel inhoudelijk, organisatorisch als financieel;
2.
Het beoordelen van de toelaatbaarheid tot SO vindt in ons samenwerkingsverband plaats binnen een centraal kader en model;
3.
Het beoordelen van de toelaatbaarheid vindt plaats via handelingsgerichte diagnostiek, conform het referentiekader passend onderwijs. De CvT of de CvA maken daarbij onder andere
gebruik van het advies door twee deskundigen. Het is wettelijk verplicht dat een orthopedagoog/gedragswetenschapper en een tweede deskundige een deskundigenadvies geven. Dit
kan afhankelijk van de ondersteuningsvraag bijvoorbeeld een kinder- of jeugdpsycholoog, een
arts, kinderpsychiater, schoolmaatschappelijk werker of kernpartner binnen het CJG zijn;
4.
Ouders zijn bij het traject betrokken;
5.
Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het leveren van adequate basisondersteuning en
extra ondersteuning;
6.
Het beoordelen van de toelaatbaarheid tot speciale ondersteuning is transparant, toetsbaar en
onafhankelijk;
28
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
7.
Voorafgaand aan het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring is er adequate basisondersteuning gegeven, tenzij, op basis van het ingevulde VPI en het schoolondersteuningsprofiel,
aantoonbaar is dat een leerling niet op zijn plaats is;
8.
Toelaatbaarheidsverklaring speciaal (basis)onderwijs. Op basis van het schoolondersteuningsprofiel wordt duidelijk wat een SO school of SBO school kan bieden. Op basis hiervan maakt
een schoolbestuur de keuze om een leerling aan te melden voor een mogelijke toelaatbaarheidsverklaring SBO als voorliggende voorziening, of vervolgens voor een toelaatbaarheidsverklaring SO;
9.
Termijnstelling toelaatbaarheidsverklaring. Voor de periode tussen de ontvangst van de aanvraag toelaatbaarheidsverklaring S(B)O en de beslissing op de aanvraag geldt een termijn van
6 weken. Deze termijn kan met ten hoogste met 4 weken worden verlengd;
10.
De geldende toelaatbaarheidsverklaring SBO is in beginsel geldig voor alle SBO-scholen binnen
het samenwerkingsverband;
11.
Het schoolbestuur van een S(B)O gaat over de toelating. Het schoolbestuur kan eventueel een
leerling met een toelaatbaarheidsverklaring weigeren (art. 40, lid 4). In dat geval zal de Commissie van Advies (CvA) om een bindend advies worden gevraagd. Het samenwerkingsverband
wil thuiszitten voorkomen. Het bestuur van de school waar een leerling vandaan komt, blijft
verantwoordelijk tot een plaatsing op de volgende school een feit is;
12.
Wanneer leerlingen vanuit een S(B)O school van een ander samenwerkingsverband naar een
S(B)O school gaan van het samenwerkingsverband PO Friesland, wordt dat centraal geregeld.
Deze leerlingen krijgen toegang tot de betreffende voorziening binnen ons samenwerkingsverband overeenkomstig de geldende toelaatbaarheidsverklaring. Wanneer er sprake is van een
andere vorm van ondersteuning, dan zal ons samenwerkingsverband in overleg met ouders
en school kijken welke ondersteuningsmogelijkheden het beste aansluiten bij de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Voor de voorwaarden van afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring binnen ons samenwerkingsverband zie hoofdstuk 6.2;
5.3.
Toelaatbaarheidsverklaring voor het SO of het SBO
De leerlinggebonden financiering verdwijnt, de huidige samenwerkingsverbanden en de Regionale
Expertise Centra worden opgeheven en de verplichte indicatiestelling door de Permanente Commissie
Leerlingbegeleiding (PCL) en de Commissie van Indicatiestelling (CvI) stopt. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor extra of zware ondersteuning en organiseert
deze toelaatbaarheid door het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen, zie ook 4.5 en 6.1
5.3.1. Aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring
Ieder samenwerkingsverband is vrij om een eigen vorm van een arrangement op te zetten. Voor het
inschakelen van extra ondersteuning gaat ons samenwerkingsverband uit van een nauwe samenwerking tussen school, ouders, externe deskundigen en het SBO of SO. Zij komen in overleg tot een
gezamenlijke oplossing voor de benodigde ondersteuning. Het kan gaan om extra ondersteuning op
de (speciale)basisschool of om zware ondersteuning door middel van (tijdelijke) plaatsing op het SO.
Uitgangspunt is het vinden van een gezamenlijke oplossing. Een oplossing die samen met ouders,
leerkrachten en leerlingen handen en voeten krijgt. Dit impliceert dat het samenwerkingsverband
29
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
vertrouwen heeft in het vinden van oplossingen die aansluiten bij de mogelijkheden van de leerling.
Alternatieve vormen van onderwijsondersteuning zijn denkbaar buiten het SO/SBO in de vorm van
tussenvoorzieningen, specifieke arrangementen, etc.
5.3.2. Geldigheidsduur toelaatbaarheidsverklaring.
De geldigheidsduur van de toelaatbaarheidsverklaring SO is per individuele situatie verschillend met
een maximumduur van 3 jaar of zoveel eerder als verantwoorde terugplaatsing mogelijk is op basis
van het advies van de Commissie van Begeleiding (CvB) van de betreffende SO school. Elke aanvraag
toelaatbaarheidsverklaring SO bevat een terugplaatsingsperspectief overeenkomstig het aangeleverd ontwikkelingsperspectief van de leerling. De Commissie van Advies(CvA) heeft de mogelijkheid
om bij stabiele kindkenmerken, bijvoorbeeld bij leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen,
een toelaatbaarheidsverklaring voor langere tijd af te geven, zie hierna bij 5.3.3.
5.3.3. Uitzondering inzake geldigheidsduur toelaatbaarheidsverklaring.
Richtlijn ten aanzien van toelaatbaarheid Ernstig Meervoudig Beperkte (EMB) leerlingen (motie Elias).
Bij EMB leerlingen gaat het om kinderen met:
a.
een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking (IQ
< 35), vaak met moeilijk te ‘lezen’ gedrag en ernstige sensomotorische problematiek (zoals
ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten of staan), of
b.
een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) en een grote zorgvraag ten
gevolge van ernstige en complexe lichamelijke beperkingen, of
c.
een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) in combinatie met moeilijk
te reguleren gedragsproblematiek als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen.
Ten aanzien van de onder a, b en c genoemde EMB leerlingen moet worden voorkomen dat de
toelaatbaarheid tot het SO steeds uitvoerig wordt beoordeeld.
Het samenwerkingsverband gaat over tot de vaststelling van een vereenvoudigde procedure voor
het vaststellen van de toelaatbaarheid van EMB leerlingen, inhoudende dat
a.
toelaatbaarheidsverklaringen voor EMB leerlingen als beschreven onder a, b en c eenmalig
worden afgegeven en vervolgens geldig zijn gedurende het hele verblijf in het SO. Veel leerlingen maken de overstap naar het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) op de leeftijd van 12
jaar, maar in elk geval verlaten de leerlingen het speciaal onderwijs aan het einde van het
schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt;
b.
bij de overstap van SO naar VSO een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring moet worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband VO.
30
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
5.3.4. Leerlingen op een residentiële instelling.
Leerlingen die op een residentiële instelling worden geplaatst en onderwijs volgen op de (v)SO-school
waar de residentiële instelling een samenwerkingsovereenkomst mee heeft, hebben geen toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband nodig. De kosten voor deze leerlingen worden
betaald door het samenwerkingsverband van de school waar de leerling stond ingeschreven vóór
plaatsing of door het samenwerkingsverband waar de leerling woont als de leerling vóór plaatsing
nog niet stond ingeschreven op een school.
De bekostiging voor leerlingen in justitiële jeugdinrichtingen (JJI) en gesloten jeugdzorginstellingen
(GJI) blijft ongewijzigd (capaciteitsbekostiging) en valt niet onder de nieuwe systematiek van wetgeving passend onderwijs. Met het ministerie van Veiligheid en Justitie en die van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport zijn afspraken gemaakt over de bekostiging van de capaciteit van deze instellingen
en de scholen die daaraan zijn verbonden.
31
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
6.
Commissie van Advies (CvA).
6.1.
Onderscheid toelaatbaarheidsverklaring in 3 categorieën.
De CvA beoordeelt aanvragen aangaande verzoeken in het kader van zware ondersteuning SO. Naar
het oordeel van de CvA kan dit leiden tot de afgifte van een drietal soorten toelaatbaarheidsverklaringen (TLV):
a.
TLV Categorie I (zml, lzk, cluster 4)
b.
TLV Categorie II (lg)
c.
TLV Categorie III
(mg)
De TLV bevat in ieder geval het nummer van het samenwerkingsverband, de start- en einddatum en
het niveau van bekostiging overeenkomstig de categoriesoort zoals hiervoor vermeld.
6.2.
Voorwaarden afgifte toelaatbaarheidsverklaring.
De CvA geeft slechts een TLV af onder de voorwaarden dat *) :
a.
De leerling blijkens het schoolondersteuningsprofiel niet past binnen het schoolondersteuningsprofiel van het basisonderwijs of het SBO;
b.
Een deskundigenadvies aanwezig is;
c.
Voorafgaand aan de aanvraag basisondersteuning aantoonbaar is geleverd;
d.
Een ingevuld VPI van school en ouders is aangeleverd waaruit blijkt dat de ondersteuningsbehoefte van de leerling niet overeenkomt met het schoolondersteuningsprofiel van de huidige
school;
e.
Een ontwikkelingsperspectief voor de betreffende leerling aanwezig is;
*) voornoemde voorwaarden kunnen op basis van opgedane ervaringen worden geëvalueerd en aangepast.
6.3.
Samenstelling Commissie van Advies:
De CvA bestaat uit drie leden, waaronder een onafhankelijk voorzitter. De CvA wordt ondersteund
door een ambtelijk secretaris. Op afroep kan de CvA worden aangevuld met deskundigen, bijvoorbeeld uit voormalig SO cluster 3 en 4, gedragsdeskundigen, etc.
6.4.
Rechtsgeldigheid.
De toelaatbaarheidsverklaring (TLV) geldt als een beschikking. Tegen deze beschikking kan door
belanghebbenden conform artikel 1:1 van de Algemene wet Bestuursrecht (AwB) bezwaar worden
ingediend bij de Commissie van Advies (CvA). Tevens kan men na het besluit op bezwaar in beroep
gaan bij de Arrondissementsrechtbank.
6.5.
Procedure plaatsing van leerlingen op SBO en SO na afgifte toelaatbaarheidsverklaring
1. Ouders melden aan bij de SBO school en krijgen het aanmeldingsformulier opgestuurd;
2. Ouders vullen het aanmeldingsformulier in;
3. Er volgt een intakegesprek met de school;
32
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
4. Ouders nemen het aanmeldingsformulier ondertekend mee naar het intake gesprek, met
daaraan toegevoegd een formulier van de belastingdienst/ gemeente waarop het burgerservicenummer staat vermeld staat of een kopie van de zorgpas met het Burgerservicenummer;
5. De SBO school ontvangt het leerlingdossier van het schoolbestuur, waar de leerling ingeschreven stond;
6. De SBO school maakt direct na plaatsing een eerste aanzet van het handelingsplan na plaatsing;
7. De SBO of SO school vult na plaatsing het handelingsplan in met de doelen voor de eerste
6-8 weken;
8. 5-6 weken na plaatsing wordt de leerling besproken. Het handelingsplan na plaatsing is leidend bij deze bespreking. Het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld.
9. 6-8 weken na plaatsing bespreekt de CvB het (herziene) ontwikkelingsperspectief met de
ouders. Directeur en ouders ondertekenen het OPP, ouders stemmen in met het handelingsdeel van het OPP.
6.6.
Samenwerking met speciaal onderwijs voor cluster 1 en 2
Speciaal onderwijs voor cluster 1 en 2 (onderwijs aan leerlingen met visuele en auditieve beperkingen) vindt plaats buiten het samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Er zijn echter wel leerlingen
die, voor de invoering van Passend Onderwijs, gebruik maakten van een rugzak voor cluster 1 of 2.
De schoolbesturen in onze regio voor cluster 1 en 2 zijn Visio (cluster 1) en Kentalis (cluster 2). Zij
hebben de verantwoordelijkheid gekregen om Passend Onderwijs ook voor de leerlingen te organiseren. Dat vergt afstemming tussen het samenwerkingsverband en beide instellingen. Met vertegenwoordigers van Kentalis zijn verkennende gesprekken gevoerd. De eerste planperiode zal worden
gebruikt om concrete afspraken te maken over de ondersteuning van leerlingen in het reguliere
onderwijs en de plaatsing van leerlingen op scholen van Kentalis en Visio.
33
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
7.
Ouders
7.1.
Samenwerking tussen ouders en school
Scholen en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De betrokkenheid
thuis levert een bijdrage aan het succes op de school. Het samenwerkingsverband beschouwt ouders
en school als gelijkwaardige partners die een stem hebben in het kiezen van een passend onderwijsaanbod en verwacht van aangesloten schoolbesturen dat ze daarnaar handelen.
Scholen komen sneller tot een passende oplossing wanneer de ouders zich een gelijkwaardige partner voelen. Dit laatste is alleen mogelijk wanneer ouders actief betrokken zijn bij de totstandkoming
van oplossingen. De ouderversie van het VPI biedt ouders de mogelijkheid om aan te geven wat zij
denken dat hun kind nodig heeft op school aan extra ondersteuning. Wanneer school en ouders
gezamenlijk nadenken over een aanpak voor het kind, worden ouders medeverantwoordelijk gemaakt.
Voor de duidelijkheid dient wel te worden vermeld dat de verantwoordelijkheid voor de zorgplicht bij
het bevoegd gezag ligt, dat de besluitvorming van plaatsing SBO een verantwoordelijkheid van het
schoolbestuur van het SBO is en de besluitvorming van plaatsing SO een verantwoordelijkheid is van
het bevoegd van de SO-voorziening.
7.2.
Steunpunt voor ouders (en scholen)
Door het verdwijnen van de Regionale Expertise Centra per 1 augustus 2014 vervalt voor ouders de
mogelijkheid om informatie te verkrijgen over verwijzingen en typen scholen. Het wegvallen van de
landelijke indicatiecriteria zal het gebrek aan overzicht in het begin eerst nog versterken.
Het samenwerkingsverband zal deze functie overnemen door een Steunpunt in te richten.
Het Steunpunt geeft ouders ( en scholen) voorlichting en advies. Ouders worden geïnformeerd over
de mogelijkheden van begeleiding op de basisschool en over hoe de route naar het speciaal (basis)onderwijs verloopt. Het Steunpunt onderhoudt contact met scholen en andere instellingen die
specifieke zorg of deskundigheid bieden. Juist voor ouders die te maken krijgen met een schoolwisseling is een goed overzicht en een onafhankelijk advies belangrijk. Het Steunpunt kan daarbij helpen. Een schoolverandering naar het speciaal (basis)onderwijs is voor ouders soms een ingrijpende
gebeurtenis, waarvan het niet voldoende mogelijk is de consequenties goed te overzien. Alleen ouders die goed geïnformeerd zijn en vertrouwen hebben in de informatie, zijn in staat om samen met
de school op zoek te gaan naar een passende oplossing.
Van dit ondersteuningsplan zal een publieksvriendelijke versie worden gemaakt die beschikbaar
wordt gesteld voor ouders.
De website van het samenwerkingsverband zal zo worden ingericht dat veel informatie digitaal beschikbaar is.
34
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
8.
Doorgaande lijn.
Het is van belang dat het samenwerkingsverband nadere afspraken maakt over een doorgaande lijn,
waaronder:
1.
Afspraken op het terrein van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Afspraken met voor- en
vroegschoolse voorzieningen zoals peuterspeelzalen en kinderdagopvang in relatie tot gemeentelijk VVE-beleid. Bijvoorbeeld de praktische overdracht van informatie over peuters aan
primair onderwijs en S(B)O op het terrein van afstemming en continuïteit van (extra) ondersteuning. Afspraken over bescherming van kindgegevens, de wijze van overdracht (papier/telefonisch/warme overdracht), de overdracht van observatie en toetsgegevens peuters, de rol
van de ouders in de overdrachtsfase, etc. Denk hierbij ook aan de rol van Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar, Integrale Vroeghulp teams, Jeugdhulp, Kinderdagverblijf (MOD, MKD), CJG,
etc.;
2.
Afspraken met het samenwerkingsverband VO. Afspraken die zijn gemaakt tussen het samenwerkingsverband PO en samenwerkingsverband VO met betrekking tot de praktische overdracht, zoals de continuïteit van ondersteuning , afspraken over de overdracht en bescherming
van leerlingengegevens en de rol van ouders in de overdrachtsfase. Het gezamenlijk gebruik
door zowel PO, S(B)O als VO van de Friese Plaatsingswijzer als overdrachtsdocument kan
hierbij van grote waarde zijn.
9.
Online wegwijzer geschillen en procedures.
Via de website www.geschillenpassendonderwijs.nl is een online wegwijzer voor geschillen en procedures beschikbaar die wordt ondersteund door het ministerie van OCW, de PO-Raad en de VO-Raad.
De online wegwijzer geeft beschrijvingen van 8 te onderscheiden geschillen:
1.
Schoolbestuur heeft geschil met ouders over toelating en verwijdering;
2.
Schoolbestuur of ouder heeft geschil met samenwerkingsverband over toelaatbaarheid;
3.
Schoolbestuur heeft geschil met ouders over ondersteuning;
4.
Schoolbestuur heeft geschil met medezeggenschapsraad over het schoolondersteuningsprofiel;
5.
Schoolbestuur heeft geschil met samenwerkingsverband;
6.
Samenwerkingsverband heeft geschil met medezeggenschapsraad of ondersteuningsplanraad;
7.
Samenwerkingsverband heeft geschil met gemeente(n) over op overeenstemming gericht
overleg (oogo);
8.
Samenwerkingsverband heeft geschil met ander samenwerkingsverband.
35
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
10.
Kwaliteitszorg
Voor de inrichting van ons systeem van kwaliteitszorg hanteren wij de indicatoren van de inspectie
voor het toezicht op de samenwerkingsverbanden.
Kwaliteitsaspect: Het samenwerkingsverband heeft zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen.
1. het samenwerkingsverband plant en normeert zijn (kwalitatieve en kwantitatieve)
resultaten in een vierjarencyclus;
2. het samenwerkingsverband voert (jaarlijks) zelfevaluaties uit aan de hand van
vastgestelde procedures en instrumenten. De zelfevaluaties bevatten tenminste:
a.
gegevens over de toewijzing van extra ondersteuning en plaatsing;
b.
de ondersteuningsprofielen van de scholen, de kwalitatieve en kwantitatieve
ambities daaruit getoetst aan de doelen en normen en voorzien van conclusies
voor kwaliteitsverbetering op korte en lange termijn;
c.
de ervaringen van de belanghebbenden met de gerealiseerde dienstverlening,
getoetst aan de doelen en normen en voorzien van conclusies voor kwaliteitsverbetering op korte en lange termijn;
3. het samenwerkingsverband werkt planmatig aan kwaliteitsverbetering;
4. het samenwerkingsverband legt jaarlijks aan belanghebbenden schriftelijk verantwoording af van gerealiseerde;
5. kwaliteit, de kwaliteitsverbetering en de inzet van middelen;
6. het samenwerkingsverband zet de middelen doelmatig in, aansluitend op het strategisch beleid; 7. het samenwerkingsverband borgt gerealiseerde verbeteringen op concrete en controleerbare wijze; 8. het samenwerkingsverband heeft normen vastgelegd voor het ondersteuningsaanbod, gekoppeld aan toe te kennen
9. financiële middelen (op basis financiële standaarden); 10. de belanghebbenden zijn tevreden over het samenwerkingsverband: ouders,
schoolbesturen, scholen, medezeggenschapsorganen, gemeenten, partners.
Verantwoording inzet ondersteuningsmiddelen Het samenwerkingsverband kiest ervoor om de ondersteuningsmiddelen, na aftrek van SO deelname, eigen schoolbestuurlijke SBO deelname en de
organisatiekosten van het samenwerkingsverband, over te hevelen naar de aangesloten schoolbesturen.
Het samenwerkingsverband is en blijft echter verantwoordelijk voor de inzet van deze ondersteuningsmiddelen. Om de inzet van ondersteuningsmiddelen te kunnen verantwoorden leggen de aangesloten schoolbesturen hierover verantwoording af in het (EFJ) Jaarverslag. Dit jaarverslag wordt
jaarlijks voor 1 juli aan het samenwerkingsverband gezonden.
36
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
11.
Verdeling van middelen en financiële regelingen
Aansluitend bij de relevante bepalingen in de WPO en de kaders van de Notitie Inrichting en Organisatie wordt het systeem voor inzet en verdeling van de ondersteuningsmiddelen in het samenwerkingsverband ingericht met de volgende bouwstenen:
11.1. De inzet van het budget voor extra ondersteuning
1.
Jaarlijks wordt door het Rijk aan het samenwerkingsverband een budget toegekend voor extra
ondersteuning van leerlingen.
2.
Het Rijk houdt op het budget de ondersteuningskosten in voor alle leerlingen uit het samenwerkingsverband die op de teldatum t-1 ingeschreven waren op een school voor speciaal onderwijs van SO 3 of 4, in of buiten het samenwerkingsverband.
3.
De budgetten worden aangewend om afgestemde begeleiding te realiseren voor leerlingen met
behoefte aan extra ondersteuning. Het budget wordt met dat doel ter beschikking gesteld aan
de besturen van de scholen in het samenwerkingsverband, na aftrek van kosten voor organisatie, administratie en in het ondersteuningsplan opgenomen activiteiten van het samenwerkingsverband.
4.
De lasten van organisatie, administratie en alle centraal geregelde activiteiten in het kader van
de lichte ondersteuning worden ten laste gebracht van het budget voor lichte ondersteuning.
5.
Het restant van het budget voor de lichte ondersteuning wordt verdeeld onder de schoolbesturen, op basis van het aantal leerlingen dat op de teldatum t-1 bij de reguliere basisscholen
van het bestuur ingeschreven stond. Het leerlingbedrag wordt jaarlijks bepaald door het restant van het budget te delen door het aantal ingeschreven leerlingen in de reguliere basisscholen in het samenwerkingsverband.
6.
Het samenwerkingsverband houdt op het budget dat voor lichte ondersteuning aan een schoolbestuur wordt uitgekeerd de ondersteuningskosten in die als gevolg van verwijzingen door het
schoolbestuur aan het SBO betaald moeten worden.
7.
Besturen die minder dan 2% van hun leerlingen verwezen hebben naar het SBO, krijgen in de
systematiek die de werkgroep voorstelt een aanvulling op het budget voor de lichte ondersteuning. De aanvulling geldt voor het contingent 2% minus het percentage verwezen leerlingen en wordt uitbetaald in een leerlingbedrag. Dat bedrag is gelijkwaardig aan het aanvullende budget voor de ondersteuning dat de speciale basisscholen ontvangen.
8.
De kosten van alle centraal geregelde activiteiten in het kader van de zware ondersteuning
worden ten laste gebracht van het budget voor zware ondersteuning.
9.
Het samenwerkingsverband houdt op het budget voor de zware ondersteuning de ondersteuningskosten in die overgedragen moeten worden voor leerlingen die geplaatst werden in het
SO 3 en 4 tussen de teldatum t-1 en de peildatum.
10.
Het restant van het budget voor de zware ondersteuning wordt verdeeld onder de schoolbesturen, op basis van het aantal leerlingen dat op teldatum t-1 bij de reguliere en speciale
basisscholen van het bestuur ingeschreven stond. Daartoe wordt jaarlijks een bedrag per leerling bepaald door het restant van het budget te delen door het aantal ingeschreven leerlingen
in de (speciale) basisscholen in het samenwerkingsverband.
37
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
11.
De schoolbesturen verantwoorden jaarlijks aan het samenwerkingsverband hoe zij de budgetten voor de extra ondersteuning op hun scholen hebben ingezet.
11.2. Bekostiging plaatsing in speciaal (basis)onderwijs
1.
Aanvullende budgetten zorgformatie en materiële instandhouding
Speciale basisscholen en speciale scholen ontvangen naast een basisbekostiging aanvullende
budgetten voor de ondersteuning van de leerlingen. Het betreft hier aanvullende personeelsmiddelen (voorheen ‘zorgformatie’) en aanvullende middelen voor de materiële instandhouding.
2.
Verrekening aanvullende budgetten
De aanvullende budgetten voor de speciale scholen (SO 3 en 4) worden door het Rijk direct
aan de besturen van de speciale scholen uitbetaald. Vervolgens worden de uitbetalingen in
mindering gebracht op het budget voor zware ondersteuning dat het Rijk aan het samenwerkingsverband verstrekt.
3.
De 2% regeling in het SBO
De aanvullende budgetten voor de speciale basisscholen worden door het Rijk ook rechtstreeks
aan de besturen van de speciale basisscholen uitbetaald. Hier geldt echter een limiet. Het Rijk
keert deze budgetten uit voor 2% van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband
(het ‘streefbeeld’). In de praktijk is het aantal leerlingen in het SBO echter meestal hoger dan
het streefbeeld. Als het leerlingenaantal op de scholen voor SBO de vastgestelde 2% overschrijdt, dan moeten de aanvullende budgetten voor de leerlingen boven de grens door het
samenwerkingsverband uitgekeerd worden aan de scholen in kwestie. Het samenwerkingsverband brengt deze uitkeringen ten laste van het budget voor lichte ondersteuning dat het Rijk
aan het samenwerkingsverband verstrekt.
4.
Toepassing van de 2% regeling bij meerdere speciale basisscholen
Omdat er meerdere scholen voor SBO in het nieuwe samenwerkingsverband zijn opgenomen,
zal DUO-Cfi bij de bepaling van het streefbeeldcontingent per school een verdeelsleutel moeten
hanteren. In het begrotingsmodel is uitgegaan van de sleutel x / y * z, waarbij: x = het aantal
leerlingen van een speciale basisschool, y = het aantal leerlingen in alle speciale basisscholen
in het samenwerkingsverband en z = 2% van het aantal leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs in het verband.
5.
Claimrecht bij ‘boventallige’ uitbetaling van ondersteuningstoeslagen aan het SBO
Het bestuur van het samenwerkingsverband maakt afspraken met de besturen van de scholen
voor SBO over de rechten op de uitbetaling door het Rijk van de ondersteuningskosten voor
2% van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband, zoals hierboven bedoeld wordt
bij de bepaling van het streefbeeldcontingent. Dit is nodig voor gevallen waarin het eigen leerlingenaantal van de speciale basisschool op t-1 lager is dan het streefbeeldcontingent dat geldt
voor deze school. Wanneer het Rijk de aanvullende budgetten voor de speciale basisschool
desondanks blijft baseren op het streefbeeldcontingent, is er sprake van ‘boventallige’ uitbetaling van ondersteuningsmiddelen aan het SBO. De middelen hoeven dan niet in de school
38
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
voor SBO te worden ingezet. Het bestuur van het samenwerkingsverband spreekt met de besturen van de speciale basisscholen af dat de bedoelde ‘boventallige‘ ondersteuningsbudgetten
door het samenwerkingsverband geclaimd worden. Ze kunnen dan toegevoegd kunnen worden
aan het ondersteuningsbudget voor de besturen van de reguliere basisscholen. De ondersteuningsmiddelen zijn immers voor de ondersteuning van 2% van de leerlingen in het samenwerkingsverband en niet uitsluitend voor leerlingen in het SBO.
6.
Prijzen en gemiddelde gewogen leeftijd
De prijzen voor de bekostiging worden jaarlijks vastgesteld door het Rijk en omstreeks april
(formatie) en oktober (MI) gepubliceerd in de Staatscourant. Het samenwerkingsverband volgt
die prijzen bij het bepalen van de tarieven voor plaatsing in het SBO.
Bij de vaststelling van het tarief voor de aanvulling op de basisbekostiging in de speciale (basis)scholen wordt de gemiddelde gewogen leeftijd (GGL) van het personeel betrokken. Het
samenwerkingsverband kan hierbij kiezen voor toepassing van de landelijke GGL in het SBO
of voor de GGL van de speciale basisschool in kwestie. Omdat er meerdere scholen voor speciaal basisonderwijs zijn opgenomen in het samenwerkingsverband, is het voor de hand liggend
om de landelijke GGL te hanteren bij de vaststelling van de tarieven voor plaatsing in het SBO
boven de 2%-norm. Daarmee wordt voorkomen dat er ongelijkheid van bekostiging in het
samenwerkingsverband ontstaat.
Ook bij de vaststelling van de tarieven bij plaatsing in het SO tussen de teldatum en de peildatum zal dan de landelijke GGL toegepast worden (zie 4.21).
7.
Verrekening van plaatsingen in het SBO boven het streefbeeld
De kosten van de plaatsing van leerlingen in het SBO worden, voor zover ze voor rekening
komen van het samenwerkingsverband, in mindering gebracht op het aan het samenwerkingsverband toegekende budget voor lichte ondersteuning. Volgens de notitie Inrichting en Organisatie van de stuurgroep zullen de kosten vervolgens aan de individuele verwijzende besturen
doorberekend worden. Dit kan ertoe leiden dat aan een schoolbestuur geen budget voor lichte
ondersteuning uitgekeerd kan worden of zelfs dat er voor een deel van de verwijzingen betaald
zal moeten worden. In theorie ligt de ondergrens bij een verwijzingspercentage van 5,47%.
Het samenwerkingsverband maakt echter ook andere kosten die ten laste gebracht worden
van het budget voor lichte ondersteuning; in de praktijk ligt de ondergrens daarom bij een
lager verwijzingspercentage.
8.
Tussentijdse instroom in het SBO en SO
De speciale basisscholen zijn door de overheid verplicht om op 1 augustus, 1 januari en 1 april
leerlingen te plaatsen die op de wachtlijst staan. Ook in speciale scholen van SO 3 en 4 worden
veel leerlingen in de loop van het schooljaar geplaatst. Voor speciale (basis)scholen geeft de
WPO de mogelijkheid om een tweede teldatum in te stellen, de peildatum. Voor de speciale
scholen gold onder het regime van de Wet op de Expertisecentra (WEC) de groeiregeling, maar
deze regeling is niet meegenomen in de herziening van de WPO, waar na de invoering van
Passend Onderwijs ook SO 3 en 4 onder zullen vallen. Het samenwerkingsverband hanteert
39
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
daarom voor zowel SO als SBO naast de teldatum van 1 oktober een peildatum. Daarmee kan
grotendeels worden voorkomen dat de speciale (basis)scholen langer dan één jaar geen bekostiging krijgen voor in de loop van een schooljaar geplaatste leerlingen. De WPO bepaalt dat
voor leerlingen die tussen de teldatum en de peildatum worden geplaatst in het volgende
schooljaar naast de toeslag voor de zorgformatie en de materiële instandhouding ook de basisbekostiging aan het S(Ba)O uitbetaald wordt door het samenwerkingsverband.
De peildatum wordt vastgesteld op 1 februari.
De kosten van de plaatsing van een leerling in het SO tussen de teldatum en de peildatum
worden door het samenwerkingsverband in mindering gebracht op het aan de (speciale) basisscholen toegekende budget voor zware ondersteuning. De kosten worden vervolgens niet
aan de individuele verwijzende besturen doorberekend.
De kosten van de plaatsing van een leerling in het SBO tussen de teldatum en de peildatum
worden door het samenwerkingsverband in mindering gebracht op het aan de basisscholen
toegekende budget voor lichte ondersteuning. Deze kosten zullen, consistent met het beleid
van het samenwerkingsverband, aan de individuele verwijzende besturen worden doorberekend.
9.
Grensverkeer
De kosten van plaatsing op een speciale basisschool van een leerling uit een ander samenwerkingsverband worden in rekening gebracht bij het andere samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband volgt hierbij de regels omtrent het grensverkeer in de WPO. Bij de bepaling
van de tarieven wordt de landelijke GGL toegepast. Ook de aanvullende middelen voor de MI
worden verrekend. De kosten van plaatsing op een speciale school (SO 3 en 4) van een leerling
uit een ander samenwerkingsverband worden door het Rijk in mindering gebracht op het budget voor zware ondersteuning van het andere samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband hoeft daarom hierbij geen acties uit te voeren.
10.
Mutaties van SO naar SBO
Kosten van plaatsingen in het SBO vanuit het SO worden door het samenwerkingsverband in
mindering gebracht op het budget voor lichte ondersteuning van het bestuur van de basisschool
van waaruit de leerling eerder naar het speciaal onderwijs werd verwezen. Niet te herleiden
plaatsingen, bijvoorbeeld van onder instromers in het SO, kunnen niet toegerekend worden
aan een verwijzend schoolbestuur. De ondersteuningskosten worden dan ten laste gebracht
van het budget voor lichte ondersteuning van het samenwerkingsverband. Dit is een tijdelijke
maatregel; na de invoering van Passend Onderwijs zal elke leerling aangemeld worden bij een
school voor regulier basisonderwijs.
11.
Onder instromers in het SBO
Voor leerlingen in het SBO die vóór de invoering van Passend Onderwijs nooit ingeschreven
zijn geweest bij een school voor regulier basisonderwijs en voor leerlingen in het SBO die om
een andere legitieme reden niet werden aangemeld bij een reguliere basisschool kunnen de
40
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
aanvullingen op de personele en materiële basisbekostiging niet toegerekend worden aan een
verwijzend schoolbestuur. De toeslagen worden dan zonder doorberekening ten laste gebracht
van het budget voor lichte ondersteuning van het samenwerkingsverband. Ook dit is een tijdelijke maatregel; die na de invoering van Passend Onderwijs op termijn niet meer nodig zal
zijn.
12.
Leerlingen met een indicatie voor SO in het SBO
Binnen de kaders die de stuurgroep heeft aangegeven vindt de werkgroep geen mogelijkheden
om centraal een aanvullende bekostiging te realiseren voor leerlingen met een SO-indicatie die
geplaatst worden in het SBO. Scholen voor SBO, die positief willen beschikken over de toelating
van een leerling met een indicatie voor SO, zullen de ondersteuning moeten realiseren met het
budget voor SBO-leerlingen.
13.
De positie van de schoolbesturen op de Waddeneilanden.
Door het bestuur van het samenwerkingsverband is vastgesteld dat aan de wettelijke verplichting voor het realiseren van een dekkend aanbod van voorzieningen niet kan worden voldaan
bij de gehanteerde grondslagen voor de verdeling van de middelen. Een verwijzing naar het
speciaal (basis)onderwijs is op de Waddeneilanden (bijna) niet te realiseren.
Hiervoor is met de Waddenbesturen een andere bekostigingswijze overeengekomen. De Waddenbesturen dragen niet bij in de gemeenschappelijke lasten van het samenwerkingsverband
voor lichte en zware ondersteuning. Hiermee ontvangen zij een hoger bedrag voor lichte en
zware ondersteuning. Het bedrag voor zware ondersteuning wordt omgekeerd verevend, zodat
de bekostiging voor zware ondersteuning uiteindelijk wel binnen het landelijke gemiddelde
past in 2020.
Indien de schoolbesturen op de Waddeneilanden toch besluiten om een leerling te verwijzen
naar speciaal (basis)onderwijs, dan zijn de kosten (ook voor speciaal onderwijs cluster 3 en 4)
voor rekening van het betreffende bestuur.
11.3. De begroting
In de cyclus van planning- en controle is vastgelegd hoe het proces van de begroting tot en met de
jaarrekening en het jaarverslag verloopt. Er wordt in aangegeven wie wat doet en wanneer. De fasen
in het proces van planning en controle zijn:
a.
de meerjarenbegroting,
b.
de begroting,
c.
de tussentijdse rapportages,
d.
het jaarverslag, met daarin opgenomen de jaarrekening en het accountantsverslag.
41
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Planning van de cyclus
November voorafgaand aan het boekjaar
behandeling van de meerjarenbegroting en de
begroting
Mei in het lopende boekjaar
Vierde maand rapportage
September in het lopende boekjaar
Achtste maand rapportage
Maart volgend op het boekjaar
oplevering van het jaarverslag
Meerjarenbegroting
De opzet van de meerjarenbegroting moet aansluiten bij het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Deze begroting is de samenvattende financiële paragraaf van het ondersteuningsplan.
De meerjarenbegroting van het samenwerkingsverband bevat belangrijke informatie voor de meerjarenbegrotingen en meerjarenformatieplannen van de individuele schoolbesturen.
In de meerjarenbegroting worden meegenomen:
a.
Ontwikkelingen in de verwijzingen naar SO en SBO. De aanvullende vergoedingen voor de in
het SO geplaatste leerlingen worden ten laste gebracht van de budget van het samenwerkingsverband; voor de in het SBO geplaatste leerlingen boven de drempel van 2% geldt hetzelfde. De verwijzingen hebben daarom invloed op de doorbetaling van de budgetten voor
extra ondersteuning aan de schoolbesturen;
b.
Ontwikkelingen in de omvang van de totale leerlingenpopulatie. Bij de huidige verwachting
van krimp zijn de effecten daarvan op de ondersteuningsbudgetten duidelijk een issue. Er is
een risico dat de populatie in het speciaal (basis)onderwijs niet synchroon zal dalen. De kosten
van de verwijzingen kunnen bij krimp van de populatie dan ook zwaarder gaan drukken op de
te verdelen ondersteuningsbudgetten;
c.
Ontwikkelingen in prijzen en regelgeving;
d.
Ontwikkelingen als gevolg van voorgenomen beleid van het samenwerkingsverband.
Begroting
De begroting moet voorzien in:
a.
Een duidelijke toelichting op de berekening van de budgetten voor extra ondersteuning die aan
de schoolbesturen uitbetaald zullen worden;
b.
Duidelijke informatie over de omvang van de verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs per
schoolbestuur en de consequenties daarvan op het bestuursbudget;
c.
Duidelijkheid over de invloed van de uitkeringen aan het S(B)O voor de leerlingen die tussen de
teldatum en de peildatum geplaatst worden. De begroting wordt opgemaakt voor een boekjaar.
Het betreffende aantal leerlingen is bij de vaststelling van de begroting nog niet bekend, maar
vanaf 1 augustus in het begrotingsjaar is er een effect op de budgetten van het samenwerkingsverband;
d.
Duidelijke informatie over de vaststelling van het aantal leerlingen per schoolbestuur, op basis
van de gegevens van BRON en DUO-Cfi.
Het model voor de meerjarenbegroting
42
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Er is een begrotingsmodel uitgewerkt dat aan de doelstellingen beantwoordt. Het model van de begroting is afgestemd op richtlijnen van het ministerie van OCW voor de jaarverslaggeving. Het is
praktischer om niet te kiezen voor andere modellen en coderingen. Daarmee wordt voorkomen dat
er in de administratie bij het opmaken van de jaarrekening extra tijd besteed moet worden aan het
transformeren van de gegevens.
Tussentijdse rapportage
De begroting wordt opgemaakt voor het komende kalenderjaar. De vergoedingen van het Rijk worden echter vastgesteld voor een schooljaar; de uitbetaling is daaraan gekoppeld. De prijzen van de
vergoedingen voor de formatie worden in april voorafgaande aan het betreffende schooljaar bekend
gemaakt in de Staatscourant. Dit – naast het hierboven beschreven effect op de budgetten van de
tweede telling op de peildatum voor het S(B)O – maakt de begroting minder geschikt als bewakingsinstrument. De tussentijdse rapportage neemt die functie over.
De tussentijdse rapportage omvat :
a.
rapportage over de uitkering van de vergoedingen aan het S(Ba)O op grond van de leerlingentelling op de peildatum en de effecten daarvan op de ramingen in de begroting;
b.
rapportage over de baten en de lasten in het nieuwe schooljaar en de effecten op de ramingen.
43
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
12.
Verklarende woordenlijst en afkortingen
AwB = Algemene wet Bestuursrecht
CJG = Centrum voor Jeugd en Gezin
CvA = Commissie van Advies
CvB = Commissie van Begeleiding
CvI = Commissie van Indicatiestelling
EMB leerlingen= Ernstig Meervoudig Beperkte leerlingen
MKD = Medisch Kinder Dagverblijf
OOGO = Op overeenstemming gericht overleg
O.P.P. = Ontwikkelingsperspectief
PCL = Permanente Commissie Leerlingenzorg
PO = Primair Onderwijs
SBO = Speciaal Basis Onderwijs
SO = Speciaal Onderwijs
SWV = Samenwerkingsverband
TLV = Toelaatbaarheidsverklaring
VO = Voortgezet Onderwijs
VPI = Vraagprofielinstrument
VVE = Voor- en Vroegschoolse Educatie
REC = Regionaal Expertise Centrum
Cluster 1: Onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking
Cluster 2: Onderwijs aan leerlingen met een auditieve beperking
Cluster 3: Onderwijs aan zeer moeilijk lerenden, langdurig zieke leerlingen, lichamelijke gehandicapte leerlingen en meervoudig gehandicapte leerlingen
Cluster 4: Leerlingen met een gedragsstoornis of ernstige gedragsproblemen
44
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Bijlage 1: Overzicht aangesloten schoolbesturen
Bestuursnr Naam
10350 Gemeente Harlingen
10867 Gemeente Terschelling
10928 Gemeente Vlieland
13839 Bestuurscommissie Master Frankeskoalle voor Basisonderwijs te Eernewoude
13878 Bestuurscommissie Openbaar Basisonderwijs Ameland
20210 Stichting Matthijsje
27340 Ver. Bev. vh Chr. Nat. onderw. te Hollum
30051 Ver v. Pr.-Christ. Bas.onderw. te Bakkeveen
30330 Ver. voor P-C Basisonderwijs te Morra-Lioessens
30834 Stichting Montessori Onderwijs Drachten
35504 Leeuwarder Schoolvereniging
38144 Ver. voor Prot. Chr. Onderwijs te Gorredijk en Omstreken
40342 Ver. Prot. Chr. Basisonderwijs Smallingerland
40632 Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs in de Gemeente Het Bildt - Leeuwarderadeel
40633 Ver. voor Chr. Speciaal Basisonderwijs en Praktijkonderwijs te Dokkum
40635 De Ver. Christ. Basisonderwijs Kollumerland c.a.
40636 Vereniging voor Christelijk Speciaal BO te Leeuwarden
40648 Ver. voor P.C. Basisonderwijs in de gem. Tytsjerksteradiel
40788 Stg. Christelijk Basisonderw. in de gemeente Dongeradeel
40789 Ver. v. Pr. Chr. Basisonderw. in de Gemeente Ferwerderadeel
40888 Stichting Catent
41000 Bisschop Möller Stichting
41002 Ver. Christelijk Basisonderw. Gemeente Menaldumadeel
41005 Stichting Noventa Onderwijs
41039 Ver. v. Protestants Christel. Basisonderw. Gem. Dantumadeel
41282 Stichting De Tjongerwerven Christelijk Primair Onderwijs
41283 Vereniging voor P.C.B.O. in Noordwest Friesland
41361 Stichting Radius
41385 Stg. Chr. Alg./Neutr. Bijz. BO 'Nije Gaast' Gaasterl n-Sleat
41414 Stichting RENN4
41419 Ver. voor P.C. Basisonderwijs in de Gemeente Leeuwarden e.o.
41492 Stichting ROOBOL
41546 Stg. Speciaal Onderwijs Friesland
41573 Stg. Openbaar Scholennetwerk De Basis Heerenveen
41631 Stichting Comperio
41693 Onderwijsgrp Fier, stg. openb. en alg. bijz. primair onderw.
41735 Stichting Openbaar Primair Onderwijs Furore
41777 Stg. Openbaar Primair Onderw. Skarsterlân
41806 Stichting PRIMO-Opsterland
41850 Stichting Proloog voor primair openbaar onderwijs Leeuwarden
41856 St. Samenw.best. prim. onderw. 'Gearhing'
41896 Sticht. Openb. Basis Onderwijs Boarnsterhim
42540 Meil n, Stg v Christelijk Basis Onderwijs Lemsterland, Skarsterlân en Heerenveen
42545 Stichting Palludara
42546 Stichting voor Openbaar Onderw. Odyssee
42604 Stichting voor Christelijk Basisonderwijs De Greiden
42607 Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs NoorderBasis
42636 Stg Samenwerkingsschool Yn de Mande
46463 Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Tijnje
48686 Ver. voor Ger. Prim. Onderwijs Eben Haezer
50104 Ver. v. Prot.-Chr. Basisond. te Ureterp
60439 Vereniging voor Prot.-Chr. Basisonderwijs
69864 Ver. v. Prot.-Chr. Bas.onderw. in Siegerswoude en omstreken
71463 Ver. Alg. Bijz. Basisonderwijs 'De Opbouw'
77456 Stichting Vrijescholen Athena
81069 Ver. Protestants-Christelijk Basisonderwijs 'Jonathan'
81433 Ver. Prot. Chr. Basisonderwijs te Anjum
84332 Ver. voor P.C. Basisonderwijs, 'Rehoboth' te Frieschepalen e
85321 Stichting voor Christelijk Spec. Basisonderwijs Sneek eo
86035 Ver. voor PCBO in Wijnjewoude, onder de naam Votum Nostrum
88479 Ver. v. Christ. Kleuterond. en Basisond. te Munnekeb. C.A.
92899 Christ. Ver. voor Primair Onderwijs op Terschelling
96864 Ver. v. Prot.-Chr. Basisond. te Nij Beets
Adres
PC
Postbus 10000
8860 HA
Postbus 10098
9400 CB
Postbus 10
8899 ZN
Postbus 210
9200 AE
Postbus 22
9160 AA
Postbus 8
8390 AA
De Hagen 15
9161 BX
Mjumster Wei 12 9243 SJ
Siniastrjitte 13
9134 NX
Dollard 19
9204 CK
Postbus 4079
8901 EB
Postbus 69
8400 AB
Postbus 66
9200 AB
Postbus 21
9076 ZN
Postbus 166
9100 AD
Postbus 1
9290 AA
Postbus 6001
8902 HA
Postbus 1
9260 AA
Postbus 2
9100 AA
Postbus 21
9076 ZN
Postbus 290
8000 AG
Schoolstraat 2
8603 XL
De Hammeringen 419045 PT
Postbus 95
9285 ZW
Postbus 203
9100 AE
Herenweg 27
8435 WN
Postbus 180
8800 AD
Postbus 70
8800 AB
Dubbelstraat 8-A
8561 BC
Postbus 8091
9702 KB
Postbus 1090
8900 CB
Postbus 6
9285 ZV
Morra 2 -3
9204 KH
Postbus 159
8440 AD
Willinge Prinsstraat 22
8421 PE
Postbus 31
9050 AA
Postbus 210
9200 AE
Postbus 157
8500 AD
Postbus 42
9244 ZN
Fonteinland 11
8913 CZ
De Wymerts 7
8701 WT
De Finnen 6
9001 XW
Postbus 125
8500 AC
Postbus 36
8650 AA
Bredyk 4
8601 ZD
Postbus 100
8700 AC
Postbus 6
9800 AA
F H Gasaustraat 22 9166 RB
Master Roordawei 1 8406 ES
Foareker 54
9247 AC
Foareker 21
9247 AA
De Blink 1
8701 LV
Foarwurk 12
9248 SM
Burg Praamsmalaan 34
8701 AP
Postbus 749
7400 AS
Fockema Andreaelaan
9244
94 BB
Burmaniastrjitte 1-A 9133 MV
De Kolk 1
9249 MC
Postbus 487
8600 AL
Postbus 21
9240 AA
Kerkeweg 10-A
8485 JJ
Duinweg Hoorn 1 8896 KK
De Esk 12
9245 JE
Plaats
Harlingen
Assen
Vlieland
Drachten
Hollum
Noordwolde Fr
Hollum
Bakkeveen
Lioessens
Drachten
Leeuwarden
Gorredijk
Drachten
St.-Annaparochie
Dokkum
Kollum
Leeuwarden
Eastermar
Dokkum
St.-Annaparochie
Zwolle
Sneek
Bitgummole
Buitenpost
Dokkum
Donkerbroek
Franeker
Franeker
Balk
Groningen
Leeuwarden
Buitenpost
Drachten
Heerenveen
Oldeberkoop
Stiens
Drachten
Joure
Beetsterzwaag
Leeuwarden
Bolsward
Grou
Joure
Ijlst
Sneek
Bolsward
Zuidhorn
Schiermonnikoog
Tijnje
Ureterp
Ureterp
Bolsward
Siegerswoude
Bolsward
Deventer
Beetsterzwaag
Anjum
Frieschepalen
Sneek
Wijnjewoude
Munnekeburen
Hoorn Terschelling
Nij Beets
Vrijwillig aangesloten:
96240 Stg. Orthopedagogisch Centrum De Ambelt
Herfterlaan 39 8026 RC
45
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Zwolle
Bijlage 2: stroomschema
46
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Bijlage 3: Handreiking
voor de inrichting van de nabije ondersteuning Passend Onderwijs
Inleiding
Dit deel heeft als doel om samenhang te creëren tussen het beleid dat is omschreven in het ondersteuningsplan 2014-2018 van de stichting samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland
en de verantwoordelijkheden die liggen op het niveau van het schoolbestuur met betrekking tot het
geven van onderwijs, de zorgplicht en de route naar toelaatbaarheid in het Speciaal Basisonderwijs.
De beleidsvrijheid voor schoolbesturen is in het samenwerkingsverband relatief groot. De scholen
voor primair onderwijs kunnen zelf vorm en inhoud geven aan de wijze waarop zij de basisondersteuning en de extra ondersteuning organiseren.
Kaders
Het geformuleerde beleid in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland is het kader voor deze notitie.
Dit betekent dat:
-
Leerlingen worden aangemeld bij een reguliere basisschool (met uitzondering van leerlingen
die vallen onder de “motie Elias” -EMB Leerlingen-)
- Schoolbesturen voor primair onderwijs verantwoordelijk zijn voor het geven van basisondersteuning en extra ondersteuning in de basisschool
- Schoolbesturen voor SBO belast worden met het inrichten van een commissie voor toelaatbaarheid tot het SBO
- Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs verantwoordelijk is voor de organisatie van
een commissie van advies die toelaatbaarheidsverklaringen afgeeft voor SO cluster 3 en 4.
- Schoolbesturen hebben zorgplicht voor leerlingen die worden aangemeld bij een school die
valt onder het betreffende schoolbestuur.
- Het SBO fungeert als voorliggende voorziening. Indien de basisondersteuning en de extra ondersteuning op de reguliere basisschool ontoereikend is, dan wordt de leerling aangemeld bij
de commissie van toelaatbaarheid van de SBO school van keuze. Deze keuze vindt plaats tussen school en ouders.
In dit deel wordt nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen leerlingen die in eerste instantie worden
aangemeld bij een basisschool en leerling die al op de basisschool zitten. Dit heeft te maken met de
keuze van het samenwerkingsverband om aanmelding van leerlingen via de basisschool te laten verlopen. Hiermee doet het samenwerkingsverband recht aan de zorgplicht die schoolbesturen hebben.
En met deze werkwijze wordt een belangrijk uitgangspunt: ‘leerlingen krijgen Passend Onderwijs, bij
voorkeur op de basisschool’, geconcretiseerd.
47
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Het begin: Aanmelding van leerlingen
Niet alle leerlingen die worden aangemeld bij een reguliere basisschool kunnen een passend onderwijsaanbod krijgen op de betreffende school. Voor die leerlingen geldt dat de basisondersteuning en
de extra ondersteuning op die basisschool ontoereikend zijn. Dit vergt van de betreffende school dat
ze beschikt over:
-
voldoende informatie over de leerling om een afweging te kunnen maken of de leerling kan
worden opgevangen binnen de eigen school.
- Inzicht in het eigen schoolondersteuningsprofiel (SOP)
- Expertise om een leerlingdossier te kunnen beoordelen op enerzijds de onderwijsbehoefte
van de leerling en anderzijds de mogelijkheden van de school, zoals beschreven in het SOP
Met name het laatste is van groot belang. Het mag niet tot de algemene competentie van de eerstverantwoordelijke –de basisschooldirecteur- worden gerekend.
Om bovenstaande te realiseren is het nodig dat de school beschikt over een zorgadviesteam –ZAT- (al
dan niet bovenschools georganiseerd) die de basisschooldirecteur advies geeft of de leerling plaatsbaar is op de betreffende basisschool.
Het ZAT bevat in elk geval de volgende expertise:
- Expertise op het gebied van gedrag
- Expertise op het gebied van leer- en ontwikkelingsstoornissen, verstandelijke beperkingen
- Medische expertise (JGZ of schoolarts)
- Een orthopedagoog(-generalist)
Bij nieuwe aangemelde leerling kan het ZAT de basisschooldirecteur de volgende adviezen geven:
1.
2.
3.
4.
Plaatsbaar in de basisondersteuning van de school
Plaatsbaar op de basisschool met extra ondersteuning
Plaatsbaar op een andere basisschool met extra ondersteuning
Aanmelding bij de CvT van het SBO (keuze ouders en school), voorzien van deskundigenadvies4
4
Het deskundigenadvies over het ontwikkelingsperspectief van de leerling AMvB, artikel 34.8
De deskundigen die adviseren over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het onderwijs aan een speciale school
voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs zijn een orthopedagoog en afhankelijk van de leerling over wiens toelaatbaarheid wordt geadviseerd een kinder- of jeugdpsycholoog, een
pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts.
48
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Leerlingen op de basisschool
Verreweg de meeste leerlingen starten hun onderwijsloopbaan op de reguliere basisschool,. Gedurende die periode ontwikkelt een aantal van die leerlingen specifieke onderwijsbehoeften. De basisondersteuning voldoet niet meer voor deze leerling. In dat geval zijn er varianten in ondersteuning
mogelijk die vallen onder de extra ondersteuning binnen de basisschool. Deze varianten zijn hieronder beschreven. Ook hierbij is het uitgangspunt dat er voor de school een zorgadviesteam –ZAT- beschikbaar is.
Variant 1
Interne ondersteuning op de eigen school
Fase:
Ondersteuning van de leraar in zijn zorgtaak.
Doel:
De leraar kan de begeleiding afstemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling; de ondersteuningscompetenties van de eigen school worden ingezet.
Context:
De eigen school.
Methode:
Groepsbespreking, individuele leerlingenbesprekingen, onderzoek, oudergesprekken.
Regeling:
Schoolinterne organisatie van de ondersteuning, oudergesprekken.
Interventies:
Aangepast groepsplan, individueel handelingsplan, ontwikkelingsperspectief
Resultaat:
De leraar is in staat om de zorg voor de leerling af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling; de ouders zijn geïnformeerd over
de aanpassingen.
Betrokkenen:
Groepsleraar, ouders, intern begeleider en eventueel externen zoals een onderwijsbegeleider of ambulante begeleider (preventieve inzet).
Variant 2
Het Zorgadviesteam wordt bij de zorg betrokken
a.
Fase: Onderzoek naar de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling
om de zorg beter af te kunnen stemmen; de expertise van de school is niet
toereikend: er wordt externe hulp gevraagd.
b.
Doel:
De onderwijsbehoeften van de leerling zijn duidelijk.
Context:
De eigen school en het Zorgadviesteam.
Methode:
Consultatie, onderzoek; diagnostiek, ambulante begeleiding
Regeling:
Schriftelijke aanmelding bij het ZAT; ouders zijn op de hoogte.
49
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Mogelijkheden:
Psychologisch of pedagogisch-didactisch onderzoek, bij voorkeur met samenhangende begeleidingsadviezen, uitgevoerd door externe deskundigen.
Consultatie AB SBO.
Consultatie AB cluster 3 en 4
Consultatie medewerkers Jeugdzorg.
Interventies:
Individueel handelingsplan, in zwaardere gevallen een ontwikkelingsperspectief.
Mogelijke resultaten: De school is weer in staat om de zorg voor de leerling af te stemmen op de
specifieke onderwijsbehoeften van de leerling in een onderwijsarrangement,
eventueel met hulp van een ambulante begeleiding.
De school wordt geadviseerd om een onderwijsarrangement te realiseren
waarmee de ondersteuning voor de leerling beter afgestemd kan worden.
De school wordt geadviseerd een aanvraag toelaatbaarheidsverklaring op te
starten voor SBO.
Betrokkenen:
Intern begeleider, directeur, ouders, ZAT, medewerkers expertisecentrum.
Variant 3
Het kind wordt geplaatst op een andere school
Fase:
De school ziet geen mogelijkheden om een passend onderwijsarrangement
voor de leerling te realiseren; ouders en school zoeken een andere basisschool of ze vragen een toelaatbaarheidsverklaring aan voor de SBO-school.
Doel:
Er is een onderwijsarrangement gerealiseerd, aangepast aan de behoeften
van de leerling.
Context:
De eigen school, het ZAT en/of een andere basisschool of het SBO
c.
Methode:
Exit-gesprekken met de ouders, waarna aanmelding bij een
andere basisschool, SBO volgens de daarvoor geldende regelingen via de
Commissie van Toelating
d.
Regeling:
Ingevuld VPI, een OPP (voorzien van de vereiste onderleggers) en aanvraag
traject volgens de procedurele regelingen; toetsing van plaatsbaarheid door
CvT. Het dossier van de leerling voldoet aan de eisen van de CvT
Interventies:
Het kind wordt geplaatst op een andere school waar een op de specifieke behoeften van het kind afgestemd OPP uitgevoerd kan worden.
Resultaat:
De ondersteuning is afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van de
leerling.
50
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Betrokkenen:
Intern begeleider, directeur, ouders, een andere basisschool of CvT van het
SBO
Variant 4a
De CvT van het SBO geeft geen toelaatbaarheidsverklaring
Fase:
De onderwijsbehoefte van de leerling is te zwaar voor het SBO
Doel:
Er is voldoende informatie beschikbaar over de leerling om de leerling door
te verwijzen naar de Commissie van Advies (CvA) voor de toelaatbaarheid tot
het Speciaal Onderwijs cluster 3 en 4.
Context:
De CvT van het SBO stuurt het volledige leerlingdossier door naar de Commissie van Advies (CvA)
Interventies:
De Commissie van Advies kent drie vormen van toelaatbaarheidsverklaring
Resultaat:
1. TLV categorie I (zml, lzk, cluster 4)
2. TLV categorie II (lg)
3. TLV categorie III (mg)
De leerling wordt geplaatst op de SO school
Betrokkenen:
Intern begeleider, directeur, ouders, CvT SBO en CvA Samenwerkingsverband
Variant 4b
Het kind wordt teruggeplaatst in het regulier basisonderwijs
Fase:
Speciaal (basis)onderwijs is voor het kind niet langer noodzakelijk; het kind
kan terug worden geplaatst in het regulier onderwijs.
Doel:
Het kind neemt deel aan regulier onderwijs.
Regelingen:
De ouders en het SBO/SO verantwoorden schriftelijk het besluit tot terugplaatsing bij de nieuwe basisschool van aanmelding
De ouders en de SBO/SO-school en het Zorgadviesteam regelen de terugplaatsing met de school die de ouders kiezen.
Het leerlingdossier
Om te komen tot een goede afweging voor de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor SBO of
uiteindelijk SO is een compleet beeld nodig van de leerling.
Voor de aanmelding voor een TLV is in elk geval nodig:
1. NAW gegevens van de leerling en zijn/haar ouder(s)/voogd(en)
2. Een aanmeldingsformulier TLV SBO
51
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
3.
4.
5.
6.
7.
Een ingevuld VPI door de school of de voorschoolse voorziening (MOD, MKD, etc)
Een ingevuld VPI door de ouders
Een psychologisch onderzoek < 2 jaar oud
Een overzicht van de resultaten uit het LOVS
Een deskundigenadvies: voor TLV SBO en SO: advies van een orthopedagoog / gedragsdeskundige en tweede deskundige
8. Een ontwikkelingsperspectief van de leerling, voorzien van een handelingsdeel*
*De nummers 3 t/m 7 vormen de onderleggers voor het ontwikkelingsperspectief.
9. Het schoolondersteuningsprofiel van de verwijzende school.
10. Een verantwoording van de geboden basisondersteuning van de verwijzende basisschool,
met evaluatie van de interventies
De commissie van Toelaatbaarheid tot het SBO
Het is de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur van het SBO om deze commissie in te richten.
Een SBO school kan dat zelf doen of in samenwerking met andere SBO scholen in de regio.
De commissie bestaat uit een:
- onafhankelijk voorzitter
- twee leden CvT
De commissie wordt secretarieel ondersteund.
De geldigheidsduur van de toelaatbaarheidsverklaring voor het SBO is geldig voor maximaal 3 jaar of
zoveel eerder als terugplaatsing naar het regulier onderwijs mogelijk is.
De hertoetsing van de leerling door de CvT vindt plaats op basis van het bijgestelde ontwikkelingsperspectief.
De CvT zal dossier van leerling als volgt toetsen:
In het OP en de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) wordt bepaald dat er op basis van een handelingsgerichte analyse van de probleemsituatie beschikt wordt over de toelaatbaarheid tot de speciale
onderwijsvoorzieningen.
De toetsing van een aanvraag verloopt volgens een stramien, waarbij de volgende vragen beantwoord moeten worden:
1. Is er voldoende basisondersteuning geboden en zijn de interventies systematisch geëvalueerd?
2. Is er een vraagprofiel, waarin duidelijk wordt welke ondersteuningsvragen de leerling heeft?
3. Is het duidelijk welk ondersteuningsarrangement de leerling daarbij nodig heeft?
4. Is er een ontwikkelingsperspectief vastgesteld volgens de criteria van wet- en regelgeving?
52
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
5. Is er een deskundigenadvies (orthopedagoog of gedragswetenschapper) gevraagd? Is het advies van een tweede deskundige gevraagd?
6. Zijn de ouders bij de vaststelling van het vraagprofiel, het beoogde ondersteunings-arrangement en de verwijzing betrokken?
7. Kan het speciaal basisonderwijs de gevraagde ondersteuning bieden?
De commissie van toelaatbaarheid tot het SBO kent drie soorten besluiten:
1. Toelaatbaar tot het SBO
2. Niet toelaatbaar tot het SBO, doorverwijzing naar de CvA van het samenwerkingsverband
3. Niet toelaatbaar tot het SBO, omdat er nog voldoende mogelijkheden zijn binnen het regulier
onderwijs.
In het laatste geval zal de commissie de ouders oproepen voor een gesprek, voorafgaande aan het
definitieve besluit. De besluiten van de commissie worden schriftelijk vastgelegd en verzonden aan
ouders, de school, de SBO school en het ZAT waar de school onder valt.
Plaatsing op het SBO na afgifte TLV
e.
Ouders melden aan bij de SBO school en krijgen het aanmeldingsformulier opgestuurd;
f.
Ouders vullen het aanmeldingsformulier in;
g.
Er volgt een intakegesprek met de school;
h.
Ouders nemen het aanmeldingsformulier ondertekend mee naar het intake gesprek, met daaraan toegevoegd een formulier van de belastingdienst/ gemeente waarop het burgerservicenummer staat vermeld staat of een kopie van de zorgpas met het Burgerservicenummer;
i.
De SBO school ontvangt het leerlingdossier van het schoolbestuur, waar de leerling ingeschreven stond;
j.
De SBO school maakt direct na plaatsing een eerste aanzet van het handelingsplan na plaatsing;
k.
De SBO of SO school vult na plaatsing het handelingsplan in met de doelen voor de eerste 68 weken;
l.
5-6 weken na plaatsing wordt de leerling besproken. Het handelingsplan na plaatsing is leidend
bij deze bespreking. Het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld.
m.
6-8 weken na plaatsing bespreekt de CvB het (herziene) ontwikkelingsperspectief met de ouders. Directeur en ouders ondertekenen het OPP, ouders stemmen in met het handelingsdeel
van het OPP.
53
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Bijlage 4: Voorbeeld van intakeprocedure
54
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Bijlage 5:
Organogram organisatie stichting Passend Onderwijs PO Friesland
Onafhankelijke Toetsingsraad
-
Toezicht op begroting, inhoudelijk jaarverslag, jaarrekening, decharge bestuur
Algemeen bestuur:
**
Toezichttaken:
-
aanwijzen accountant, statutenwijziging, fungeren
als klankbord, kwaliteit
Dagelijks bestuur:
Voorzitter, vice voorzitter, secretaris en penningmeester
-
- Besturend
Voorbereiding besluitvorming
School
besturen
Ondersteuningsplanraad
Directeur:
-
Voorbereiding en uitvoering besluitvorming dagelijks bestuur
Commissie
van advies
Secretariaat
Financiële administratie
Steunpunt
Passend Onderwijs
Communicatie/medezeggenschap
Verantwoording/aansturing
** De verantwoordingslijn bestuur samenwerkingsverband naar schoolbesturen betreft alleen de
verantwoording van de uitgekeerde ondersteuningsbudgetten aan de schoolbesturen. Zowel de
rechtmatigheid als de doelmatigheid wordt door de schoolbesturen verantwoord aan het SWV.
55
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
Bijlage 7: Ondertekeningsdocumenten OOGO en Ondersteuningsplanraad
56
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
57
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
58
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
59
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
60
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018
61
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO Friesland 2014-2018