ARABIA – De geschiedenis van het bedrijf 1873-1880 Arabia's eerste fabrieksgebouwen, voor de vervaardiging van porselein, aardewerk en andere soorten aardewerk, werden gebouwd in 1874 op een perceel grond met dezelfde naam aan de noordelijke rand van Helsinki. De bouw werd opgedragen door de Zweedse keramiek fabriek Rörstrand, die op 25 november 1873 toestemming had gekregen van de Senaat om een filiaal te vestigen in Finland. De productie begon in de Arabia porseleinfabriek in oktober 1874. Keramische productie in Finland stond op dat moment nog in de kinderschoenen, maar de vraag groeide in snel tempo dankzij de bloeiende economie. Het Zweedse bedrijf was eigenlijk meer geïnteresseerd in de Russische markt, maar de toegang via Finland met de Arabia fabriek was makkelijker, deels te wijten aan de lagere invoerrechten. Geschoolde arbeiders werden overgebracht vanuit Zweden, aangevuld met ambachtslieden geworven uit andere Finse pottenbakkerijen. Aan het begin van 1875 had Arabia al 110 mensen in dienst. Binnen slechts een paar jaar was de waarde van de productie van de fabriek goed voor de helft van de totale jaarlijkse productie van keramiek in het hele land. 1880-1890 In 1885 werd de Arabia fabriek een naamloze vennootschap, Arabia Aktionsfabrik, waarbij 90% van de aandelen in bezit waren van Rörstrand. De snelle "boom and bust" cyclus van de late jaren 1880 remde de fabriek niet met groeien en ontwikkelen. In 1881, werd Gustav Herlitz van Rörstrand benoemd tot technisch directeur van de fabriek, en hij werd managing director Arabia in 1893. Arabia publiceerde zijn eerste geïllustreerde catalogus in 1883. Er was een constante stroom van nieuwe serviezen met nieuwe decoraties. Het Helsingfors servies, dat in 1882 werd geïntroduceerd, was de eerste met een decoratief motief dat vernoemd was naar een locatie in Finland. Andere decoraties van die tijd waren Flora, Fuxia, Svea, Landskap, Victoria en Feston. 1890-1900 In de jaren 1890 breidde Gustav Herlitz de productiecapaciteit van Arabia sterk uit. Twee nieuwe fabrieken voor geglazuurde tegels, nieuwe ovens en een decoratie werkplaats werden gebouwd. Nieuwe mengsels werden geïntroduceerd om de productkwaliteit van de modellen te verbeteren. De Zweedse kunstenaar Thure Öberg en de Finse architect Jac Ahrenberg werden aangetrokken om de kwaliteit van de modellen geproduceerd door Arabia te verbeteren. In 1895 werkten in de fabriek 300 werknemers, van wie de helft vrouwen. Een derde van de productie werd geëxporteerd naar Rusland in de jaren 1890. De binnenlandse verkoop werd gehinderd door hevige concurrentie, vooral van geïmporteerde Duitse keramiek. Om de afzet te verhogen, werd een verkoper in dienst genomen om het land rond te reizen met monsters van Arabia producten. Arabia werkte ook veel samen met G.F. Stockmann, oprichter van het warenhuis Stockmann, en hield een verkooptentoonstelling in 1896. Succes in tentoonstellingen en beurzen in Finland en in het buitenland was ook belangrijke promotie voor de producten. Het Arabia assortiment werd aangevuld met nieuwe gedecoreerde serviezen, zoals Speranza (1893-1912), Pomona (18931909) en Sing-Fo (1893-1909). In 1893 bracht Arabia zijn eerste catalogus in het Fins uit. 1900-1910 De Arabia collectie werd bekroond met een gouden medaille op de Parijse Wereldtentoonstelling in 1900. Een specifiek Arabia assortiment begon langzaam vorm aan te nemen, met een aantal artikelen dat door verschillende architecten was ontworpen. Arabia begon met de productie van haar eigen modellen van tegelkachels, vazen en serviezen. Het bedrijf introduceerde nieuwe decoratiemethoden voor haar producten, zoals meerkleurige prints in huishoudelijke artikelen en glans-marmering in decoratieve objecten. Om de ernstige depressie van het begin van 1900 tegen te gaan werd de export naar zowel het Oosten en het Westen verhoogd. De hogere accijnzen in Rusland maakten Arabia's producten echter te duur voor de Russische markt, en de succesvolle export naar de Noord-Amerikaanse markten werd afgebroken toen de Amerikaanse tussenpersoon failliet ging. Nogmaals zocht Arabia haar toevlucht tot het stimuleren van de binnenlandse verkoop en ontwikkelde men de samenwerking met de groothandel. Het productassortiment van Arabia onderging grote veranderingen en toevoegingen in de eerste jaren van de 20e eeuw. Nieuwe patriottische onderwerpen werden ingevoerd bij de decoraties, zoals het Finse wapenschild in 1903. De Jugendstil koperplaatdecoraties Capella, Ester en Hildur verschenen in de Arabia catalogus van 1906. 1910-1920 In 1912 organiseerde Arabia zijn eerste ontwerpwedstrijd, die werd gewonnen door Eric O.W. Ehrström. De Eerste Wereldoorlog bracht een verandering in het eigendom van Arabia. In 1916 verkocht Rörstrand het gehele aandelenkapitaal aan Finse kopers. De onafhankelijkheid van Finland betekende een periode van sterke groei voor Arabia. Gustav Herlitz had toen de leiding al overgedragen aan zijn zoon, Carl Gustaf Herlitz. De nieuwe directeur stelde een programma op van ingrijpende hervorming van de productie-installatie, dat in 1919 werd gelanceerd. In de volgende vijf jaar werd de fabriek volledig gemoderniseerd. 1920-1930 In het kader van het programma van hervormingen, in gang gezet door de nieuwe directeur Carl Gustaf Herlitz, werd een nieuw pand gebouwd voor het bereiden van de grondstoffen, het vormen en gieten en voor het afbakken. Oude fabrieksgebouwen werden ook volledig gemoderniseerd. Bovendien werd een geheel nieuw bedrijf opgericht voor de productie van elektrische isolatoren. In 1923 verwierf Arabia Teknillinen Posliinitehdas Oy een fabriek in Turku waar Arabia’s isolatorenproductie later werd gecentraliseerd. Ondanks de verbetering van de productie-installaties, had dit niet het gewenste resultaat, vanwege ingevoerde goederen die nog steeds de Finse keramiekmarkt overspoelden. Dit heeft Arabia echter niet afgeschrikt het uitbreidingsprogramma voort te zetten. Met het oog op het veiligstellen van de financiering, werd Arabia's meerderheidsbelang verkocht aan het Duitse bedrijf Arnhold Group, die er van overtuigd was dat Arabia een goede investering was. Echter, omdat er geen geld beschikbaar kwam voor de verdere ontwikkeling van de fabriek werd het aandelenkapitaal van Arabia succesvol terug verworven in 1927, in een transactie waarbij ook de aandelen van de Zweedse porseleinfabriek Lidköping en die van de oorspronkelijke moedermaatschappij Rörstrand aan Arabia werden overgedragen. Dit bleef zo tot 1932. 1930-1940 Arabia illustreerde progressief denken bij het benoemen van een artistiek directeur voor de fabriek. Kurt Ekholm werd benoemd in 1932. Hij bouwde de gerenommeerde Kunstafdeling van Arabia op, maar had ook invloed op het ontwerp van het serviesgoed door de invoering van nieuwe internationale trends. De wereldwijde depressie betekende echter een terugval in de vraag naar Arabia producten en de fabriek produceerde daardoor onder haar capaciteit. Het motto van de dag was rationalisatie van de productie, waarin Arabia een pionier was. Werken als een proces werd voor de eerste keer wetenschappelijk onderzocht en er werden stappen ondernomen om de productie te automatiseren en de efficiency werd verhoogd in individuele fasen van het fabricageproces. Rationalisatie werd ook toegepast op de relatie tussen productie en verkoop. Tal van speciale opdrachten had geresulteerd in een bovenmatig groot assortiment van meer dan 30.000 individuele producten. Dit maakte het bijvoorbeeld erg moeilijk om de beloofde levertijden aan te houden. In 1936 startte Arabia een afdeling voor productieplanning, die de taak had om de productie in de fabriek af te stemmen op de jaarlijkse verkoopprogramma's. 1940-1950 Ondanks de oorlog kreeg Arabia toestemming om de fabriek uit te breiden in 1941. Het project werd in twee fasen voltooid, met de definitieve oplevering in 1947. Tegen die tijd was een negen verdiepingen tellend fabrieksgebouw gebouwd in Hämeentie straat in Helsinki, met een zes verdiepingen tellende vleugel die het koppelde aan het oude fabrieksgebouw. Het nieuwe gebouw huisvestte de afdelingen Kunst en Decoratie, evenals de ovens. In 1945 benoemde Arabia Kaj Franck om het productontwerp te ontwikkelen. Het Arabia museum, op de negende verdieping van het gebouw, opende haar deuren in 1948. De oven-hal bevatte drie nieuwe ovens. Met de uitbreiding van de productie-installaties werden de bestaande machines gemoderniseerd en nieuwe machines geïnstalleerd. De nieuwe fabriek was een gigant geworden, en bood werk aan meer dan 2.000 mensen. Door de beperkte productie, veroorzaakt door tekorten in de oorlogstijd, evenals de noodzaak om de uitvoer te handhaven, was de binnenlandse handel onderworpen aan verkoop quota die tot 1949 van kracht waren. De quota betekenden dat elke centrale handelsorganisatie een bepaald deel van de productie van de fabriek ontving, die zij vervolgens moest verdelen onder haar winkelleden. Het grootste deel van de verkoop op de binnenlandse markt bestond uit tweede keus artikelen, omdat de eerste kwaliteit producten werden gereserveerd voor de export. 1950-1960 In de jaren 1950 werd het assortiment van Arabia grondig bijgewerkt. De Kilta range van Kaj Franck, die in 1953 op de markt kwam, was een toonaangevend voorbeeld van dit moderniseringsproces. In eerste instantie, was het geen gemakkelijke taak om het bijgewerkte assortiment te verkopen, omdat het geheel nieuwe concepten met betrekking tot keukengerei betrof dat een huishouden nodig zou kunnen hebben. Dit bracht Arabia in contact met de moderne communicatie en advisering, inclusief het opleiden van het publiek, overleg en persdiensten. De showroom / winkel aan de Esplanade in Helsinki - nog steeds gevestigd op dezelfde plek - werd voor het publiek geopend. In 1951, 1954 en 1957 ontvingen Arabia kunstenaars tal van prijzen in de Milaan Triënnales. Gunvor Olin-Grönqvist, Liisa Hallamaa en Brita Heilimo gingen aan de slag in de afdeling Industriële Kunst, en Oiva Toikka en Francesca en Richard Lindh in de afdeling Kunst. Bezoekende kunstenaars uit het buitenland werden uitgenodigd om mee te werken in de kunstafdeling. In de export verliet Arabia de praktijk van het gebruik van agenten om de producten aan de detailhandel te verkopen, maar nam in plaats daarvan importeurs in de arm om de goederen direct vanuit hun eigen magazijnen aan de winkels te leveren. Baktechnieken werden gemoderniseerd door het gebruik van olie als brandstof. Naast de Kilta serie werden andere nieuwe producten uitgebracht zoals AR-Heini (Kaarina Aho/Raija Uosikkinen, 1957) en Ulla Procopé's Liekki schotels (1958). Aan het eind van de jaren 1950 richtte Arabia een eigen zeefdruk drukkerij op voor de productie van printpatronen. 1960-1970 Een nieuw productiemateriaal, steengoed, werd geïntroduceerd in Arabia’s huishoudelijke serie. Het eerste servies gemaakt van dit nieuwe materiaal was Ulla Procopé's wereldwijd bekende Ruska. De geliefde Paratiisi serie van Birger Kaipiainen werd gelanceerd in 1969. Birger Kaipiainen's populariteit breidde zich uit tot in het buitenland: zijn Kralen vogels betoverden het publiek in de Triënnale van Milaan en werden bekroond met de Grand Prix in 1960. Zijn Orvokkimeri (Zee van Violen) was te zien op de Wereldtentoonstelling van Montreal in 1967. Machines om borden en kopjes te vormen versterkten de productie in de periode 1959-1961. Met de volautomatische vorm-productie voor kopjes van 1967 nam de efficiëntie nog verder toe. Nieuwe series in de jaren 1960 omvatten niet alleen Ruska en Paratiisi, maar ook Valencia (Ulla Procopé, 1960), BK-Paratiisi (Birger Kaipiainen, 1969), Palapeli (Kaarina Aho, 1964), SN plantenpotten (Richard Lindh, 1964) en de GB restaurantreeks (Göran Bäck, 1968). Nieuwe kunstenaars in dienst van Arabia in de jaren 1960 waren: Heljä LiukkoSundström, Inkeri Leivo, Anja Jaatinen-Winquist en Peter Winquist. 1970-1980 Een van de belangrijkste vernieuwingen die in de Arabia fabriek in de jaren 1970 werd doorgevoerd was de voltooiing van de geautomatiseerde modelvorm-lijnen en twee tunnelovens in de nieuwe oven-hal in 1979. Inkeri Leino's zuiver witte Arctica was de eerste set serviesgoed die uit de tunnelovens kwam, die was gemaakt van het nieuwe materiaal vitro porselein (zeer heet gebakken, waardoor een hoge dichtheid ontstaat). Kunstenaar Francesca Lindh creëerde het Elämänpuu (Levensboom) reliëf voor de nieuwe oven-hall. De productie van sanitair porselein werd overgebracht naar Tammisaaren Posliini in 1971. In de periode 1971-1977 werd het Arabia merk ook gebruikt door Nuutajärven Lasi (Nuutajärvi glas) en Järvenpään Emali (Järvenpää email). De oliecrisis en de problemen veroorzaakt door de goedkope invoer leidden tot het snijden in het personeelsbestand en het assortiment. Zij waren ook de reden voor een periode van drie jaar (1975-1977) van samenwerking in marketing tussen Arabia en Rörstrand. De productie van jaarborden met een Kalevala thema door Raija Uosikkinen werd gelanceerd in 1976. Nieuwe lijnen in serviesgoed waren: M-Karelia (Anja Jaatinen-Winquist, 1970), EH-Faenza (Peter Winquist, 1973), Tea for Two (Gunvor Olin-Grönqvist, 1978) en Arctica (Inkeri Leivo,1979). Kunstenaars in dienst van Arabia waren Paul Envalds en Pauli Partanen. 1980-1990 In de periode 1981-1983 werden nieuwe kamer- en decoratieovens in de Arabia fabriek geïnstalleerd. In 1984 verwierf Wärtsilä (eigenaar van Arabia) ook Rörstrand. Dit betekende dat Arabia’s voormalige moederbedrijf nu haar dochteronderneming werd. De productie werd in 1989 opgevoerd door de introductie van de droge-druk techniek voor borden. Het Arabia museum en galerie werd voor het publiek geopend in 1984, en in 1989 werd de Arabia Culturele stichting opgericht om de afdeling Kunst en het museum te steunen. Het werk van Rut Bryk's "De komst van de lente in het Noorden" voor de Finse ambassade in New Delhi werd voltooid in 1985. De eerste Pro Arte Collection werd opgericht in 1988. Kati Tuominen, Pekka Paikkari en Dorrit von Fieandt startten allemaal hun werk in Arabia’s kunstafdeling in de jaren 1980. Bezoekende kunstenaars waren o.a. Howard Smith, Rudy Autio, Minni Lukander, Jun Kaneko en Kristina Riska. Kaj Franck moderniseerde zijn Kilta serie, en deze werd opnieuw gelanceerd onder de naam Teema in 1981. Andere vernieuwingen waren Tuuli (Heljä Liukko-Sundström, 1983), Saaristo (Inkeri Leivo, 1985), Microset (Göran Bäck, 1986), Teema (Kaj Franck, 1987), Domino (Kati Tuominen / Pekka Paikkari, 1987) en Harlekin (Inkeri Leivo, 1989). 1990-2000 Arabia werd overgenomen door Hackman in 1990, waardoor Arabia een van de merken werd van de Hackman Group. De overige merken waren Iittala, Hackman, Nuutajärvi en Rörstrand. In de jaren 1990, werden Arabia ontwerpen wereldwijd bekroond met tal van verschillende prijzen. Arabia ontving de Design Plus prijs in de Ambiente Fair van Frankfurt voor Kati Tuominen-Niittylä's Storybirds karaffen in 1994, voor Heikki Orvola's 24H servies in 1997, voor Pia Törnell's Tilda serie in 1998 en voor Pekka Harni's ABC kommen in 1999. Het modelleren onder druk werd in de Arabia fabriek geïntroduceerd in 1993. In 1997 werden Arabia’s Culturele stichting en het Hackman Jubileumjaar fonds samengevoegd tot de Hackman Pro Design Stichting. Naast de collecties in het Arabia museum nam de nieuwe stichting de leiding over de Iittala en Nuutajärvi Glasmusea en het Bestekmuseum. Rut Bryk's werk De IJsstroom werd in 1991 geïnstalleerd in de Finse presidentiële woonhuis, Mäntyniemi, en de installatie van Kristina Riska's in de Finse ambassade in Washington in 1995. 2000-2010 De bedrijfsnaam verandert van Designor naar Iittala Oy Ab. De Arabia kunstafdeling vereniging wordt opgericht. De Lumi-serie, ontworpen door Heikki Orvola, wordt gelanceerd in 2002. In 2005 lanceert Arabia de nieuwe, moderne KoKo servies-serie, ontworpen door Kristina Riska en Kati Tuominen-Niittylä. Arabia is Finlands meest gewaardeerde merk. In 2007 wordt de Iittala Groep gekocht door de Fiskars Groep, die werd opgericht in 1649. In 2009 lanceert Arabia de Runo servies-serie, ontworpen door Heini Riitahuhta. 2010-nu Arabia lanceert de Tuokio decoratie voor de 24H serie. Helsinki is de World Design hoofdstad in 2012. Arabia lanceert de Kotikaupunki mokken-serie ter gelegenheid hiervan, en twee jaar later de Hetkiä mokkenserie. De Arabia fabriek viert haar 140e verjaardag. Ter ere van het jubileumjaar, lanceert Arabia 12 verschillende jubileumborden. De Lysti serie, ontworpen door Pekka Paikkari en Pattern Bakkerij, wordt gelanceerd, samen met de Piilopaikka decoratie ontworpen door Piia Keto voor het Arctica servies. In 2014 moderniseert Arabia zijn imago met de invoering van een nieuw logo, fabriekstempel en merkslagzin: “Arabia. Voor het leven”. Bron: website Arabia; vertaling: KeramiekMB
© Copyright 2025 ExpyDoc