1- Solonien. j. è 3. o-l, Sciioolwezaii. l» 5"^

'Hl:;,. ••':.:?"
1- Solonien.
j. è 3. o - l , Sciioolwezaii.
l» 5"^
„•i.
V E R S L A G D E R C O K t f ^ l S S I E , hdasl mei het
afnemen van hef examen vermeld in art. 4 van het
Koninklijk besluit van 10 Septetnber 18Q4: (Staatsblad n\ 93).
Aan Zijne Excellentie den Minister run Koloniën.
Do Commissio benoemd bij beschikking van Uwo Kxcelleütio van
den 20sten Mei 1870, n». 2-i , heeft de eer U bij deze haar \erslag
aan te bieden.
Zij stelt zich daarbij voor, Uwe Excellentie in do eerste plaats de
wijze van regeling en de uitkomsten van het gehouden examen mede
te deelen en daarna aan Uwe Excellentie de opmerkingen ten beste
te geven , waartoe dat examen heeft aanleiding gegeven.
De verdeeling van de vakken waarin te examineren is, had op gelijke
wijze plaats als in vorige jaren , en wel zoo dat de heer Bonte in do
Nederduitscho en Pransche, de heer Frederiks in de Hoogduitscho
en de heer Gomm in de Engelsche taal, de heer Menalda van Schouwenburg in de reken- en stelkunde en de meetkunde en driehoeksmeting , de heer Mars in de plant-, dier-, delfstof-, aard-en scheikunde,
de heer Brutel de la Rivière in de natuurkunde, de heer Masthoff in
de aardrijkskunde, kosmographie en geschiedenis , de heer Pekelharing
in de gronden der staatsinrigting, de staathuishoudkunde en statistiek
en de heer Schmidt Crans in het teekenen, en verder de heeren van
der Lith en Meinsma in de geschiedenis van Nederlandsch Indie, de
heeren Niemann en de Vogel in de land- en volkenkunde van Nederlandsch Indie, de heeren Kleyn van de Poll en Spanjaard in de kennis
der staatsinstellingen van Nederlandsch Indie, de heeren Roorda en
Meinsma in de Javaansche en de heeren Gonggrijp en Pijnappel in de
Maleische taal, de heeren Veth en Juynboll in de kennis der godsdienstige wetten , de heer Nieuwenhuisen in het landmeten en waterpassen en eindelijk de heer Droogleever Fortuyn in het boekhouden
geëxamineerd hebben. Voor het examen A hadden zich aangemeld 42
^
2
candidaten, waai van slechts 36 zijn opgekomon en 19 zijn toegelaten'
voor B waron 52 candidaten aangegeven, waarvan er 4 niet zijn
opgekomen en 9 af'geAvezen , zoodat er 39 zijn toegelaten.
I n de inrigting der examens had overigens geen verandering plaats.
Zij duurden drie w e k e n , van 20 Junij tot 9 J ulij, en werden gehouden
in het locaal van de Sociëteit » de Vereeniging", waaraan om het groot
aantal candidaten dat er dit j a a r w a s , de voorkeur was gegeven
boven do localen, waarvan in vorige jaren door de Commissie tot het
houden harer zittingen was gebruik gemaakt.
Volgens de aangenomen gewoonte laat de Commissie hier. wederom
cene uitvoerige lijst volgeii om aan te toonen hoeveel malen de verschillende cijfers b j de examens zijn toegekend.
Aantal
AA.NTAL MALE?» DAT IS TOEveldoende
GEKEND HET CIJFER
VAKKEN.
10
6
Noderduitsche taal . . .
Fransche en Hoogdnitsche
taal
Engelsche taal
. . . .
Reken- en stelkunde . .
Meetkunde on driehoeksmeting
P l a n t - en dierkunde . .
Delfstof- en aardkunde. .
Natuurkunde
Scheiknnde
Aardrijkskunde en kosmographie
Geschiedenis
Gronden der staatsinrigting
Staathuishoudkunde en statistiek
Toeken en
examens.
16
20
9 12
6 10
4 11
20
21
24
16
15
12
5
4
5
6
10
18
25
22
13
23
18
11
14
23
13
10
3 6 4
1
12
27
20
25
9
16
11
26
29
10
7
10
9
7
9
11
16 3 5 2
17 8 3 1
_l I
Totaal
onvoldoende
I I
17 30 50,98 130 88 58,34
3
~
Aan tal
AANTAL MALEN DAT IS TOEGEKEND HET CIJFER
VAKKEN.
1 2 3 4
Geschiedenis van Nederlandscli Indie
. . . .
L a n d - en volkenkunde van
Noderlandsch Indie . .
Kennis der staatsinstellingen van Nederl. Indie .
Maleische taal
. . . .
Javaansche taal
. . . .
Kennis der godsdienstige
wetten enz. van Nederlandsch Indie
. . . .
» )) 2 6
5
6 7 8 9 10
voldoende
onvoldoende
examens.
6 1412 5 2 1
40
8
1 7 15 9 1 3 2 1 »
40
8
» » 3 2 12 7,13 7 4 ))
» 1 1 2 4 7 13 7 2 ))
)) )) 3 3 3 3 2 1 1 n
(2)
(1) (6)
43
33
10
5
4
6
29
12
))
n
»
n
1
6 11' 7 4 1 ))
(2) (3)0)
Landmeten en watei'passen )) » » )) 1 )) 1) )) )) ))
0) (1)»' n
n I) » »
Boekhouden
))
» 1 H
0)(1)(3) (2) 0)
i^y
n
» 2 10
1
Totaal
NB
.
,
.
» 1 12 30 47 51 60 26 12 1
De cijfers tusschen ( ) hebben op de niet verpligte examens
betrekking.
E r toe overgaande om Uvre Excellentie de opmerkingen mede te
deelen waai'toe de examens aanleiding gaven, beginnen wij met examen
A en wel met de enkele vakken afzonderlijk.
De uitslag van de examens iu de nieuive talen was niet gunstig. Inzonderheid het schriftelijk werk gaf tot klagten aanleiding, vooral over
verregaande slordigheid van bewerking, en de kennis der moedertaal
was bij velen zoo min, dat het soms den indruk gaf als of men meende
dat daartoe alle studie overbodig was. Ook de kennis der Hoogduitsche
grammatika gaf aanleiding tot bijzondere klagten. Van de examens in
4
tie mukunde was ile totaal-iudiük niet beter. Ofschoon den candidaten
naai* aanleiding van den bij het vorige examen geuiten •\vensch meer
tijd w a s toegestaan voor het schriftelijk bewerken der opgegeven v r a a g stukken, zoo was toch het geleverde werk van de meerderheid der
candidaten niet voldoende, terAvijl het mondeling examen, dat anders
nog wol eens dient om do fouten van het schriftelijke te herstellen, de
onvoldoende kennis van \ele candidaten op andere punten, als daar
zijn het stelsel van maten en gewigten, do logarithmen, de kennis der
stereometrie enz. deed uitkomen.
Bij de examens in de plant- en dier-kunde, de delfstof- en aardkunde,
en de scheikunde bleek het duidelijk hoe b'j vele candidaten de eigen
aanschouwing der voorwerpen ontbroken had en l.oe het van buiten
leeren van een schat van namen dat gemis aan aanschouwelijk onderwijs niet had kunnen vergoeden. De uitslag van het examen in de
natuurkunde was verre van gunstig; in geen vak geven de cijfers zulke
treurige resultaten. Dat in aardrijkskunde leverde op nieuw het bewijs hoe
vele candidaten zich wel moeite willen geven om van buiten te leeren,
maar verstomd staan zoo men hen vragen doet die zich niet als namen
en getallen memoriseren laten, eene wijze van bestuderen, die niet
nalaten kan allen lust in een vak als do aardrijkskunde uit te dooven.
Zoo kenden de candidaten ook in de kosmographie do feiten vrij goed,
maar de vragen naar do verklaring van verschijnselen werden veelal
onvoldoende beantwoord. Bij do geschiedenis haperde het vooral aan
de kennis der oudere geschiedenis en aan die van do middeleeuwen,
en in de nieuwo geschiedenis waren wederom juist de vroegere, de
16de en 17de eeuwen, beter bekend dan de 18de en vooral de 19de. Do
indruk van de examens in de staatsinrigting van ons land, alsmede van
dat in de staathuishoudkunde en statistiek, waren over het algemeen ook
al ongunstig; 'de eenvoudigste vragen werden dikwijls onvoldoende
beantwoord en getuigden niet zelden van oppervlakkigheid en gebrek
aan wetenschappelijk inzïgt. V a n de bevolkingsstatistiek hadden de
meeste candidaten nog al werk gemaakt. Het examen in het teekenen
was niet slechter dan verleden j a a r , ofschoon ook niet uitstekend. De
meeste candidaten maakten bij het teekenen nog perspectivische fouten.
U w e Excellentie zal opgemerkt hebben dat de Commissie over geen
enkel vak van het examen tevreden heeft kunnen zijn , en zoo is ook
do verhouding door de cijfers uitgedrukt vrij wat ongunstiger dan verleden j a a r . Terwijl er nu 195 examens onvoldoend geweest zijn, had
dat g e t a l , ware de verhouding dezelfde geweest als toen , slechts 129
mogen bedragen. W a r e niet aan de Commissie het vooruitzigt geopend
dat U w e P^xcellentie spoedig gevolg zal geven aan den dezerzijds meerm.aals geuiten wcnsch dat het examen A afgeschaft en vervangen mogt
wolden door het eindexamen van de hoogere burgerschool, dan zou
dit verschijnsel ernstig genoeg yijn om er bij stil te staan. Nu acht
de Commis.«ie zulks niet noodig.
5
Over het examen B, waartoe wij thans overgaan , kan het o'ordeet
der Commissie over het algemeen gunstig zijn.
Vooral in de kennis der staatsinstellingen van Nedcrlandsch Indie was
vooruitgang merkbaar. De verbetering, waarvan in het vorige verslag
sprake was , het beter inzigt namelijk in het onderlinge verband der
deelen , is ook deze keer waargenomen, en over het algemeen hebben
de geëxamineerden blijken gegeven dat de kennis van dit vak gaandeweg toeneemt en beter wordt.
Het examen ia de land- en volkenkunde van Nederlandsch Indie heeft.
over hot algemeen ook tamelijk wel voldaan, ofschoon dezelfde aanmerkii'gen die verleden j a a r gemaakt werden, dat dit vak namenlijk bij velen al
te zeer geheugenwerk blijft en kleinigheden daarbij met hoofdzaken op
eene lijn gesteld worden, nu weder zouden kunnen herhaald worden.
Evenzoo gaf het examen in de geschiedenis van Nederlandsch, Indie geen
stof tot nieuwe aanmerkingen. Het gebrekkige dat er aan de kennis
der canJidaten van dit vak nog steeds blijft kleven, moet grootendeels
aan het gebrekkige der hulpmiddelen worden toegeschreven, die dienen
om het te beoefenen.
Het examen in de godsdienstige wetten van Nederlandsch Indie heeft
op nieuw het wenschelijke doen inzien dat er eenige leiddraad bestond
om de candidaten het regte begrip te geven van wat zij eigenlijk op
het examen behooren te weten en wat minder noodig is. Nu maakt
het ontbreken van zulk eene handleiding het hun bij den meesien ijver,
waarmede zij zich blijkbaar op dat vak toeleggen, moeijelijk om daarin
te voldoen.
^De uitslag van het examen in de Maleische taal staat, blijkens do
cyf'ers, volkomen gelijk met die van het vorige j a a r , en geeft tot geen
bijzondere opmerkingen aanleiding.
In het landmeten en waterpassen was geen vooruitgang te bespeuren..
Meestal wordt dit vak gekozen a h onverpligt vak, in de hoop nog
eenige punten meer er door te behalen, maar dien ten gevolge wordt
het ook met groote oppervlakkigheid behandeld.
Hetzelfde kan van het boekhouden gezegd worden. Het examen in dat
vak gaf dan ook over 't_geheol den indruk van eene van buiten geleerde les, die men zich niet eens de moeite gegeven had van te leeren.
verstaan.
De mededeeling van het oordeel voor den uitslag van liet examen
in de Jaraansche taal heeft de Commissie tot het einde b e w a a r d , omdat
het met het gunstige oordeel over de eerst besproken vakken een scherp
contrast vormt. Ook dit j a a r was bij dat eximon weder over het algemeen achteruitgang te hespeuren Indien men de konnis van de Javaansche
t a a l , die de meeste candidaten zich eigen gemaakt hadden, vergelijkt
met de kennis, die nog voor weinige jaren de meesten, die zich voor
het examen aangaven, toonden te bezitten, dan is die achteruitgang,
aanmerkelijk te noemen. Wel hadden zich dit j a a r veel meer dan in.
6
de laatste jaren voor liet txaraon in de Javaansclu- taal aangegeven,
maar de keiuds, die zij er zich van verworven hadden, was bij
de nieesten zeer oppervLakldg. De oorzaak van dit verschijnsel ligt
duidelijk in eeno te korte on vlugtige, immers in eene niet zelden
eenjarige studio van een vak waarvoor twee jaren zijn gesteld. Daar
bijkans allen met hunne studie niets anders bedoelen, dan door hot
examen te komen , on zij weten met hoe weinig studie en konnis anderen
in een vorig j a a r er door gekomen zijn , gevoelen zij geen l u s t , om
door meer en beter studie zich boven dat peil te verheffen. En dit
heeft dan het natuurlijk gevolg dat zij zelfs dat lage peil niet bereiken,
daar hun vlugtige en weinig gezette studie m a a k t , dat zij er bij slot
nog minder van weten dan zij zelf meenden.
Hiermede staat in verband wat do Commissie, voor dat zij haar verslag eindigt, als eeno meermalen in dit als in vorige j a r e n in haar
midden besproken zaak , ditmaal opzettelijk onder de aandacht van Uwe
Excellentie wenscht te brengen. Volgens het Koninklijk besluit van
10 September ISGt (Staatsblad n°. 93) staat namelijk aan ieder candidaat de keus vrij tus^chen vier vakken: de beginselen van eeno of meer
der in Noderlandsch Indio inheemsche talen, behalve die waarin hij
reeds examen hoeft afgelegd , do godsdienstige wetten van Noderlandsch
l u d i e , het landmeten en het waterpassen en het boekhouden. Ten
gevolge daarvan doet zich nu en dan het geval voor dat een candid a a t , die het in do andere vakken een ander afgewonnen heeft, toch
op do ranglijst zeer bij hem achter komt te s t a a n , omdat hij , niet
tegen studeren opziende, de Javaansche taal nevens de Maleische koos,
waardoor zijno kans op oen hooger cijfer minder w o r d t , terwijl de
andere, die zich do zaak gemakkelijker wilde m a k e n , daarentegen het
boekhouden opgaf, Avaardoor de kans vermeerdert. De Commissie moet
daarin eeno onbillijkheid zien, die zij zou Avenschen dat door U w e
Excellentie bij eene eventuele herziening van dat besluit, of op andere
wijze, weggenomen werd.
Voorts herhaalt de Commissie den wcnsch der Commissie van het
vorige j a a r , betrekkelijk de geldigheid van een diploma van Willemsoord ot Breda tot toelating tot het examen Ë,
E n hiermede acht de Commissie dat zij hare taak ten einde gebragt
heeft, en voegt zij bij dit verslag, als gewoonlijk, eene opgaaf van het
schriftelijk werk aan de candidaton opgegeven en de ranglijst der toegelaten candidaten.
's Gravenhage , den 17dcn September 1870.
De Co7nmissie voornoemd,
VAN HoËVELL , Voorzitter,
J. PiiNArrEL Gz,, Secretaris,
BIJLAGE
I.
SCHKIFTEIJUK
WERK,
opgegeven aan de candidatcn
voor examen A.
F r a n s c l i e <aal.
Ter vertaling in het
Fransch.
1ste serie.
_ Guido -was elf jaren oud, toen Liva door eeiie wreede en slepende
ziekte werd_aangetast. In geruimen tijd moot de knaap zijne gezellin
niet meer zien, en van dat oogenblik ontroofde hij aan geen vogel zijne
eijereu noch zijne kleine lievelingen meer. Het gevolg der ziekte was verschrikkelijk. Liva Avas blind, en wat al pogingen de geneesheeren
aanwendden, zij mogten er niet in slagen haar het gezigt weder te geven.
Guide weende, als ware hem zei ven dat verpletterend ongeluk overkomen ; hij had gaarne zijne eigene blinkende kijkers tegen de blinde
oogen van zijne speelvriendinne verwisseld. Sinds dien, en toen het
meisje zoo ver gekomen w a s , dat zij weer in de open lucht komen
mogt, werd Guido de trouwe leidsman van de ongelukkige blinde. De
knaap was zorgvoller voor L i v a , dan eene moeder voor haar kind dit
wezen zou; hij geleidde haar langs het minst oneffen wandelpad, wierp
de keisteentjes voor hare schreden weg, wist in het voorjaar het
koesterendste plaatsje in de zon, of het schaduwrijkste in den heeten
zomer uit te kiezen, en Liva beloonde hem dit alles met eene h a r t e lijke vriendschap, hoewel de fabrikant den knaap enkel aanzag, als den
kleinen nar of neger van zijne dochter.
2de serie.
Zonder te weten, wat ik van dit gezelschap te wachten h a d , wns
mijne eerste beweging, zoodra ik hen zag, mijn kop zoo hoog mogelijk
boven het water te verheffen en een luid gebulk te doen hooreu.°Een
der ruiters kwam terstond naar den kant van het moeras, en barstte^
zoodra hij mij bemerkte, in een luid gelach uit. » Hier T h r a s o " , riep
hij een ander toe, » hier hebben wij nog een heel vreemd dier. Dat moet
noodzakelijk met den kameelpardcl naar Rome. Het is voor den o-od-
8
ckiijken Caesar hier met opzot in den modder ingemaakt." Thraso
kwam , en lachte zoo als zijn makker. » Hoe komt dat lomp stuk vleesch
daar in dien modderpoel zou men zeggen." Met deze woorden wendda
hy zijn paard om, en reed weg. Ik begon op nieuw te bulken, en do
andere ruiter, hetzij dat hij wat menschelijker was, of omdat hij hoopte
er nog eenig voordeel uit te trekken, riep zijn maklcer toe: «Nu j a ,
maar wij konden er hem toch wel uithalen." » Wat zoudt gij er meê
doen ? ' antwoordde Thraso, terwijl hij voortreed. » P^en ezel! Avat
hebben wij aan een ezel!" .
3de serie.
Ondertusschen verkeerde Beatrix op haren burcht te Nijmegen in
het uiterste gevaar. Aide vijanden haars vaders — want magtige heeren
hebben altyd vijanden — maakten van zijne afwezigheid gebruik, en
poogden aan Baatrix hare landen te ontnemen. Thans trokken zij met
vereende magt tegen den burcht op, en daarbinnen zat Beatrix, benaauwd en schreijende naar eenen redder uitziende. IJsselijk werd
er gestreden , maar de aanvallers hadden zeker het kasteel bemagtigd ,
en alles daarbinnen geplunderd en vermoord, had niet plotseling een
vreemd jong ridder , dien niemand nog ooit zag, op den klank van het
wapengekletter toegesneld, zich onder den strijdenden hoop gemengd.
Geducht waren zijne slagen, want die de verdrukte onschuld beschermt,
kan goed vechten. In weinig tijds waren alle vijanden tot den laatsten
man gevallen, en Elius, bebloed en bestoven als hij was, knielde aan
de voeten van de schoone Beatrix, en vertoonde haar den ring. De
zwaan had hem den regten weg gewezen. En nu ? het vervolg°kunt
gij wel raden. Beatrix was zoo ingenomen met haren redder, d>it zij
zelfs vergat naar zijn naam en afkomst te vragen.
4 de serie.
Op alle punten van het uitgestrekte slagveld waren de Trojanen
geslagen. Priamus, die van een hoogen toren den strijd gadesloeg,
gaf bevel om de poorten der stad open te zetten , opdat de vlugtelingen
zich daarbinnen kouden terugtrekken, en ijlings volgden de Trojanen
izijn bevel. Ee'n slechts achtte het beneden zich den strijd te ontwijken,
de heldhaftige Hector. Vergeefs-smeekte hem zijn vader, luid jammerend met opgeheven handen; Hector was door geen smeekingen te
bewegen. Vast besloten om den strijd met Achilles te wagen, wachtte
hij zijn tegenstander af. Maar toen de held op hem toekwam, toen
hij den geduchten strijder, die in gestalte den oorlogsgod gelijk scheen ,
in zijne schitterende wapenrusting naderen zag, toen sloeg de schrik
om zijn anders zoo moedig hart, toen waagde hij den strijd niet langer.
Hij vlugtte zoo sucl, als zijne voeten hem wilden dragen. Het was
te laat. Het gelukte hem niet meer, eeno der poorten te bereiken,
want Achilles vervolgde hem met blikscmsnelheid en snood hem den
9
terugweg naar de^ stad af. Do sterke vlugtte
driemaal renden zij rondom de stad.
voor
den
sterkere,
5de serie.
Het sprak van zelf, dat bij de priesters niets gevonden Averd,maar
ook dat m e n , den ezel missende, overal rondzond om dezen te vinden.
I n het h u i s , waarin mijn geleider mij bragt, begreep men, dat men
mij niet beter kon verbergen, dan door mij op den zolder te plaatsen,
w a a r ik met mijne vier beenen gemakkelijk komen k o n , daar het hilis
van achteren tegen een berg aan lag. Op den zolder, dacht men, zou
zeker niemand oen ezel zoeken. E n dit was zeer goed bedacht, mits
men geweten h a d , welk soort van ezel men voor had. Te w e t e n , toen
de boeren eindelijk, na lang zoeken, aan het huis kwamen, waar hun
schat verborgen w a s , omsingelden zij het en eischten, dat men hun
de deur zou openen. Om geen vermooden te verwekken, werd dit
godaan, en hun gezegd, dat zij vrijelijk huis en stal konden doorzoeken, dat zij gden ezel zoudon vinden. Het rumoer deed mij dadelijk
begrijpen, wat er gaande w a s : en, zonder mij een oogenblik te bedenken, stoot_ ik met mijn kop het luik van het zolder venster open,
en vertoon mij aan de zaamgevioeide menigte. Het zal wel niet noodi"zijn te zeggen, welk een gelach en tevens welk een vreugde dit veroorzaakte.
D u i t s c h c taal.
Ter vertaling in het Duitsch.
1ste serie.
Verheven schrift op een ei. (Een scheikundig kunststuk.)
_Om dit kunststuk uit te voaren, kieze men een ei met eenigzins
dikke schaal, wassche het in frisch water af en drooge het vorFolgens
met een zuiver linnen lapje. Dan smelto men een weinig talk in°een
zilveren lepel botsen een kolen vuur en met deze gesmoltene heete talk
schrijve men op het ei, waartoe men zich van eene nieuw versneden
pen bediene. Hierop neme men het aan zijne beide einden tusschen
twee vingers, legge het voorzigtig in een beker met wijnazijn, en late
het 3I/2 uur daarin liggen. Gedurende dezen tijd lost het zuur van
den wijnazijn een groot deel van de eischaal op. Dit heeft echter geea
plaats op^die punten, die met talk bestrekon zijn. Deze beschreven
punten blijven hunne vorige dikte behouden, en vormen het verlangde
verheven schrift. Op dezelfde wijze kan men wapenen en teekoningon
op eene eischaal daarstellon.
10
2de serie.
Het verhaal dat Gellert ous in zijne fabelen en vertellingen heeft
medegedeeld, vindt men terug in hetgeen twee personen elkander bij
«en anderen schrijver zoeken wijs te maken. De eerste beweert in een
ver land eene kool te hebben zien groeijen, die zoo buitengewoon groot
w a s , dat het goheele veld waarop zij stond er door bedekt w e r d , en
die dus voor de bevolking eener tamelijk groote stad een voldoend maal
zou uitgemaakt hebben. De tweede neemt den schijn aan van zulks
te gelooven, doch begint op zijne beurt te verhalen, hoe hij later in
dezelfde streek iets gezien h a d , dat niet minder merkwaardig w a s ;
daarop gaat hij eene beschrijving geven van eenen reusachtigen ketel
<lie eenige honderden werklieden vervaardigden uit ijzeren platen, zoo
gi-oot, dat de werklieden, die ze aan elkander moesten verbinden,
malkander niet konden hooren als ieder van hen aan 't hameren was.
" M a a r " , zeide de eerste, »> dat komt mij bijna ongelooflijk voor, want
waartoe zou zulk een groote ketel dienen ? " » W e l " , antwoordde de
ander, » waartoe anders dan om uwe kool te k o k e n ? "
3de serie.
Berthome, die in het j a a r 1800 beroemd w a s , en reeds als achtjarige
knaap verbaasde door zijn violoncel-spel, had bij zijne eenzame oefeningen, zonder dat men het vermoedde, eene toehoorderes, eene spin.
De spin zat eerst in den hoek van den m u u r , maar zij nam de vrijheid uit den hoek op de tafel te komen, van de tafel op het muziekblad en vervolgens van lieverlede tot op den zoo beweeglijken arm die
de streken op het instrument maakte. liier hoorde zij geheel in de nabijheid , als eene geroerde, ademlooze vriendin der muziek. Zij bekleedde
de plaats van een geheel auditorium. De kunstenaar had niet meer
noodig, om zijne'ziel opgewekt, zijnen ijver verdubbeld te gevoelen.
H e t kind had eene stiefmoeder. Deze leidde op zekeren dag een
muziekliefhebber in het heiligdom binnen en zag het gevoelige dier op
zijn post. Ee'n slag vernietigde het auditorium. Het kind viel in onm a g t , bleef drie maanden krank en was bijna aan de gevolgen van
den schrik gestorven.
4de serie.
^ Onder de beroemde vrouwen onzer geschiedenis bekleedt de bekende
dienstmaagd van Hugo de Groot eene voorname plaats. Van hare geboorteplaats en van hare ouders weet men op dit oogenblik nog niets.
Zij moet reeds vroeg in het huis van haar beroemden meester gekomen
zijn en kan slechts den ouderdom van achttien j a a r bereikt h e b b e n ,
toen zij Grotius bevrijdde. Later vinden wij haar terug als de vrouw
van Willem van "Velden. Als jong man was deze in dienst van de
Groot gokomon , maar meer als schrijver dan al.? bediende , gelijk het
11
ook waarschijnlijk is , dat Elsje eenen hoogeron rang bekleedde, dan
men gewoonlijk aan haar toekent. Op het laatst van haar lang leven
was zij w e d u w e , en hare bezittingen waren zeer verminderd. Zij b e woonde niet meer haar groot huis , dat niet meer geheel haar eigendom
w a s , maar had eene kleinere woning in een stil gedeelte der hoofdstad. D a a r werd zij de hospita van den wijsgeer Spinosa, die in haar
huis zijne dagen eindigde.
5 de serie.
De kleine stad Goes ligt op het eiland Zuid-Beveland. Als men het
wapen dezer plaats beschouwt, verkrijgt men geen zeer gunstig denkbeeld van de etymologische kennis dergenen, welke den naam van
Goes hebben willen voorstellen door een gans. Sedert lang is het plaatsje
vermaard door de overblijfselen van een oud slot, dat gravin Jacoba
bewoond heeft in do dagen harer onrust'ge regering. Men toont ei- den
bezoeker een doel van een ouden moorbezlenboom , dien ^ de jonge
vorstin daar zou geplant hebben. Deze boom is kennelijk een tak
van een ouderen boom , en geeft op zijnen tijd goede vruchten. Ieder
die liet slot Ostende bezoekt, vergeet niet den boom te gaan__zien.
De liefde tot oude zaken bewoog veel menschen om er oen twijg af
te scheuren, daarom hoeft de eigenaar de wijsheid gehad, zulke
maatregelen te nemen , dat zijne gasten den boom wel kunnen zien,
maar dat hunne handen dien niet kunnen bereiken. Anders ware van
den ouden boom in korten tijd weinig meer overgebleven.
Kin g e l s c l i c t a a l .
Ter vertaling in het Ejigelsch.
1ste serie.
Aan den oever d e r R o o d e Z e e , tegenover Arabie, ligt Egypte, het land
waar de Israëliten gedurende 215 j a a r in slavernij woonden. De voornaamste steden van Kgypte zijn Alexandrie en Cairo de lioofdstad.
Op geringen afstand van Cairo worden de beroemde piramiden gevonden , de gedenkteekenen, waarin de oude koningen van Egypte
hunne dooden plagten te begraven.
Zij zijn van buitengewone grootte, en voor iemand, die op eenigen
afstand iiaar haar ziet, schijnen hare toppen, even als hooge heuvels,
tot in de wolken te reiken. In deze piramiden heeft men vele kamers
g e m a a k t , d i o d e doodJcisten (1) der Egyptische koningen bevatten. De
lijken, d a a r i n , zijn op vreemdsoortige wijze in linnen gewikkeld (2)
met specerijen, om hen togon vergiaa (3) te bewaren en wo rden mum(1) coffm.
(-i) to wrap. (3) decay.
12
mien genoenid. In onzo dagen zijn ci- eenige in verschillende museums
van E u r o p a , die ten minste 2000 jaren oud zijn. Egypte was een
van de oudste en magtigste koningrijken in de wereld. Eeuwen lang
was het de voornaamste plaats waar de kunsten en wetenschappen werden beoefend (1) en de openbare werken en prachtige gebouwen, die
door zijne koningen werden opgerigt, verwekken tot op dozen dao- de
verwondering der wereld.
°
(1) to cultivate.
2d 3 serie.
Weinige jaron voor de geboorte van Christus , werd P]gypte door
de Romeinen veroverd, en van dien tijd af, is dit land nooit van een
vreemd juh [\] bevrijd geworden.
E r waren twee groote natuurwonderen in ï]gypte, in oude tijden
even als tegenwoordig. Ten eerste regende het daar nooit, of ten minste
zoo zelden, dat de regen beschouwd werd als een wonderlijk natuurverschijnsel, hetwelk don gewonen loop der natuur verbrak (2). Het
vallen van waterdroppels uit de wolken, was zulk eene vreemde en
onverklaarbare gebeurtenis, dat de geheele bevolking het met verwondering en ontsteltenis (3) aanschouwde. Met uitzondering van deze zeldzame gevallen, was er noch regen, noch sneeuw, noch hagel, noch
wolken aan de lucht. De zon scheen altijd. en de hemel was altijd
helder. Daar deze kenmerkende eigenschappen (4) van het land uit blijvende [b) natuurlijke oorzaken ontstaan, houden zij natuurlijk tot op
dezen dag onverarderd stand; en de Arabieren, die nu langs de oevers
der Nijlrivior wonen, laten hun oogst in hoopen in de open lucht staan
en hebben geene daken op hunne hutten noodig, behalve eene ligte bedekking van stroo om de bewoners tegen de zon te beschutten."
(1) yoke. (2) to interrupt
(3) awe. (t) characteristic
(5) permanent.
3de serie.
Het ander natuurwonder van Egypte was het jaarlijksch ivassen (1)
van de rivier den Nijl. Tegen het midden van den zomer zagen de
boeren, die langs de oevers woonden, dat de rivier langzamerhand begon te wassen. Ook werd de stroom steeds troebeler (2), n a a r m a t e hot
water steeg. E r was geene zigtbare oorzaak voor deze geheimzinnige
vermeerdering, daar de lucht even blaauw on helder bleef als te voren,
en de zon voortging met zelfs meer dan gewonen glans (3) te schijnen.
De bewoners^ gevoelden echter geene verwondering, en vroegen naar
geene uitlegging van het natuurverschijnsel. Het was de gewone loop
der natuur in dat jaargetijde. Allen waren er van kindsbeen af getuigen van geweest. Bij gevolg zagen zij er na-tr löt (I) wanneer de bc-
13
paalde^ (5) maand aankwam, en ofschoon zij verbaasd zouden gc^-eest
zijn, indien de jaarlijksche vloed was uitgebleven (G), zagen zij niets
buitengewoons in zijno komst. Wanneer het wassen der wateren, en
het langzamerhand volloopen (7) der kanalen, en lage gronden in da
nabijheid der rivier, het volk waarschuwde, dat de vloed nabij w a s ,
hielden zij zich allen bezig met het voltooijen hunner toebereidselen.
(1) rising. (2) turbid.
(0) to fail. (7) filling.
(3) splendour.
(4) to look for.
(5) proper.
4de serie.
De geheele oogst werd van het veld gehaald en de groote voorraad [i]
vruchten en k o r e n , welke hij opleverde, werd opgestapeld (2) in gebouwen zonder dak die op elke verhevenheid van den grond werden
opgerigt, waar men veilig was voor de naderende overstrooming. Het
wassen (.^) van het water was zeer gelijkmatig en langzaam. In alle
rigtingen begonnen er stroomen over het land te vloeijen , vijvers (4)
en nieren, die met eiken dag uitgestrekter werden , verspreidden zich
geheimzinnig over de oppervlakte der weiden, en gedurende al den
tijd, dat het water wies , om het land te bedekken , bleef de lucht
droog en de hemel onbewolkt. Terwijl de vloed bleef opkomen veranderde gedurig van dag tot dag de verhouding (5) tusschen land en
water en de vorm der onregelmatige oevers, die ze van elkander
scheidden. De bewoners verzamelden zich in hunne dorpen, op verheven gronden gebouwd, waarvan sommige door de n a t u u r , andere
kunstmatig waren gevormd.
(1)
supply. (2) to pile up. (3) rising. (4) pond. (5) proportion.
5de serie.
IIet_ water stceg meer on meer, tot dat niets dan deze eilanden boven zijne oppervlakte te zien w a s , en dan vertoonde (1) het dal ten
laatste aan het oog het schouwspel van eene groote uitgestrektheid waters , zoo kalm als eene zee in den zomer, schitterend door (2) de teruggekaatste stralen der zon en overwelfd (3) door een hemel, die altijd
onbewolkt en helder w a s , en o v e r d a g zijn vlekkeloos blaauw ten toon
spreidde (4), even als des nachts zijne tallooze starren. De overstrooming was op zijn hoogst in October. N a dat tijdstip nam het Avater
langzamerhand af, een zeer vruchtbaarmakend (5) slijk (6) op al het
land achterlatende, dat het bedekt had. Ofschoon do inwoners , die aan
deze overstrooming van kindsbeen afgewend geweest waren , noch verwondering noch nieuwsgierigheid naar hare oorzaak aan den dag legden
(7), beproefden de toenmalige wijsgeeren en reizigers uit andere landen-,
(1) to present. (2) brilliant with. (S) to canopy.
(5) fertilising. (6) mud. (7) to show.
(1) to
display."
14
die Egypte bczocliten , dikwijls eeae uitlegging te vinden van dit natmu'verscliijnsel.
R e k e n - en ütclkundc.
1ste serie.
1. Herleid: ^
(^ _ |
a) X ^ ( « ^ V
« ^) X ^ ( J ) - 3 .
2. Men vraagt naar de getallen, die bij deeling door 3, 4 en 5
achtereenvolgens 2, 3 en 4 tot rest overlaten. •
3. Iemand zet een kapitaal van f 5000 op zamengestelden interest
tegen 5 per cent 's jaars, maar neemt aan het einde van elk jaar
f 100 terug. Hoe veel heeft hij na verloop van 10 jaren te vorderen?
2de serie.
1. Herleid: l / j ( — 1 + 4-V/n) ^ — ( | — | l / 5 ) ^ } •
2. Zoek eene rekenkundige reeks van drie termen; zoodanig dat
de eerste term door 4 , de tweede door 5 en de derde door 7 deelbaar is.
3. Eene schuld van f 1500 moet met gelijke jaarlijksche termijnen
tegen den interest van 5 per cent 's jaars in 15 jaar worden afgelost.
Hoe veel zal men telkens moeten betalen ?
3de serie.
1. Herleid: ^Z {a-h)''
^ ]/ (a+b) " . " ^ V {a-b) ^ V {a-\-b) ^.
2. Jlen vraagt drie op elkander volgende getallen te vinden, die
respectivelijk door 3 , 5 en 7 deelbaar zijn.
3. Iemand zet gedurende 15 jaar, bij hot begin van ieder jaar f 600
op interest. Wat zal hij na verloop van deze 15 jaar aan kapitaal en
zamengestelden interest hebben te vorderen, wanneer de jaarlijksche
interest tegen 5V2 per cent wordt berekend?
4de serie.
1. Herleid: \ / («2 + 2 a; l / («2 _ a;2)).
2. Dertig personen, uit mannen, vrouwen en kinderen bestaande,
hebben f 50 verteerd. Zoo iedere man f 3 , iedere vrouw f 2 en ieder
kind f 1 betaalt, vraagt men uit hoeveel mannen, vrouwen en kinderen het gezelschap kan bestaan ?
3. Hoe groot is de contante waarde van eene schuldvordering van
f 3000, die eerst over 7 jaar ontvangbaar is, wanneer do interest tegen
6 per cent 's jaars wordt berekend?
5de serie.
^ 1. Herleid: V {\ + , / _ 3) _|_ ^/ ( | __ ^/ _ 3).
35
2. Wölko gelieele positivo waarden voor x, ij en z voldoen aan de
vergelijkingen
8 a; + 7 ly + G z = 58
en 7 a; — 9 ?}• + 12 z = 6L
3. Hoe lang moet een kapitaal van f 1000 tegen 4 percent 'sjaars
uitstaan o;n na dien tijd eene som van f'131,510 aan kapitaal en zaïnengesteldon interest op te leveren ?
Meetkunde en clriclioelismcting.
1ste serie.
1-
^
gegeven: bij BC — bij A D = 2.792 M.
Inhoud A B C D = 13.9G M =.
A. B M C = 80'
IMen vraagt M A en M B.
2.
Van <I A B C is gegeven: £ B = 57° 12' 15"
Z_ C = 73° 17' 30"
de straal van den ingosclireven cirkel r •=. 118,3 C M.
Men vraagt de zijden van den driehoek.
3. Een bol is verdeeld in twee segmenten. Van het eerste bedraagt
de hooorte 0.5 INI. en het ronde oppervlak 1 M". Men vraagt den inhoud van beide segmenten.
2de serie.
S
Van het regthoekig trapezium A B C D is gegeven:
A B = 28 M.
.4
CD =
4 M.
AD =
50 M,
16
Men vraagt naar de lengte van do lijn die evenwijdig loopt met A B
en de figuur in twee gelijke deelen verdeelt.
2. Van <l A B C is gegeven: a == 68 M., c == 75 M. en c = 77 M.
Bereken de stralen van de in- en omgeschreven cirkels.
3. Van een regelmatig achtervlak bedraagt de ribbe 2 M. Bereken
den inhoud van den in- en omgeschreven bol.
8de sorie.
1. Bewijs dat de inhoud van een trapezium gelijk is aan het product van een der opstaande zijden en de loodlijn uit het midden der
overstaande zijde daarop jieêrgelaten.
2. Van <
A B C is opgegeven: a = 13.47 M.
b = 9.77 M.
en de loodlijn A D = 6.41 M.
Bereken de derde zijden en de hoeken.
3. In een kegel, waarvan de straal van het grondvlak r = 12 cM.
en de schuine zijde 5 = : 25 cM. is gegeven, is een bol besebreven, die
het grondvlak en het ronde oppervlak raakt. Men vraagt den inhoud
van een tweeden bol, die den eersten bol en het ronde oppervlak van
den kegel raakt.
4de serie.
1. In een driehoek is een vierkant beschreven. De zijde van den
driehoek, welke langs eene zijde van het vierkant ligt, is 33 cM. en
de loodlijn uit het overstaande hoekpunt op die zijde neergelaten 27 cM,
Hoe groot is de zijde van het vierkant ?
2.
Van < A B C is gegeven : a = 130 M.
b = 262 M.
en c = 289 M.
Bereken den inhoud van het segment, dat door de zijde A B van den
driehoek wordt afgesneden van den omgeschreven cirkel.
3. Van een hollen kegel bedraagt de inhoud 33.52 d. M ' , terwijl
de in- en uitwendige oppervlakken zich verhouden als 4 tot 9. Men
vraagt naar de dikte.
5de serie.
1. Bereken den inhoud van een regelmatigen vijfhook waarvan een
der diagonalen — 3 -f- j / 5 M. bedraagt.
i7
2.
Van <1 A B C is gegeven a = 100 M.
c = 155 M.
^ B — 95".
. Bereken de stukken waarin de derde zijde wordt verdeeld door dei
iijn die /_ B midden doordeelt.
3. Van twee elkander snijdende bollen zijn de stralen 5 en 8 c M . ,
terwijl de afstand der middelpunten 7.8 cM. bedraagt.
Iloe groot is de inhoud van het gemeenschappelijk deel van beide bollen ?
IVatuurkundCi
iste serie.
1. Men heeft 6.85 kub. decimeter lucht, welke bij 11° C. met waterdamp is verzadigd. Het mengsel van lucht en damp oefent een drukking uit van 768°"" kwik. Hoe groot is het volume van de drooge
lucht bij een temperatuur van 15° C. en een kwikdruk van 750""°, indien
men weet, dat het maximum van spankracht van waterdamp bij
11° C. = 10°"" 07 en de coëfficiënt van uitzetting der lucht gelijk I/273 is.
2. In een voltameter wordt bij 20° C. en 750'»™ kwikdrük 5 kub.
centimeter knalgas ontwikkeld. Hoe groot is de stoomsterkte ?
Maximum van spankracht van watex'damp bij 20° C. = lymm 4 k-nrikdruk; coëfficiënt van uitzetting der lucht = 1/273- ^^^ eenheid van
stoomsterkte wordt aangenomen de sterkte van een stroom , welke bij
0° C. en 760""» kwikdrük in een minuut 1 kub. centimeter knalgas levert;
2de serie.
1. Een glazen ballon wordt bij 20° C. en 775"»' kwikdrük gevuld met
drooge lucht en weegt dan 568 gram. Verwijdert men de lucht, tot
dat hare spankracht noch slechts 5°'"' bedraagt, terwijl de temperatuur
niet verandert, dan weegt de ballon 561 gram. Hoe gi-oot is de inhoud
van den ballon bij 20° C, ? Soortelijk gewigt lucht bij O C. en 760""°^
kwikdrük = 0;0013; coëfficiënt van uitzetting der lucht V2;32. Een glazen ballon heeft bij 0° O. een inhoud van 5 kub. duim^
en is bij 0° C. en 760""" kwikdrük met koolzuur gevuld. Men vei'warmt den geopenden ballon tot 100° C , terwijl do drukking TSO"»" is.
Hoeveel weegt het uittredende koolzuur? Soortelijk gewigt koolzuur = 1.5 ;
soortelijk gewigt lucht = 0.001293.
Coëfficiënt van uitzetting in volume van glas = 0.000009.
I)
»
»
van koolzuur = : 0.00367.
3de sei'ie.
1. Het overbrengen van seinen met de electro-magnetische lelegraa{)h
door teekening en beschrijving duidelijk maken,
S!
18
2. Hoe verklaart men, dat door een Daniel-element eon stroom vart
standvastige sterkte wordt verkregen ?
4de serie.
1. De inrigtiug van den astronomischen verrekijker door beschrijving
en teekening, vooral door aanwijzing van den gang der lichtstralen,
duidelijk maken.
2. Hetzelfde als in het voorgaande vraagstuk ten opzigte van den
zamengesteldon mikroskoop.
5 de serie.
1. Een stuk koper dat inwendig hol is, weegt in het luchtledig
193,6 gram. In water van 10° C. ondergedompeld, ondervindt het een
opwaartsche drukking van 189 gram. Hoe groot is de holte bij 10° C. ?
Soortgelijk gewigt van koper bij 0° C. = 8.8.
,.
»
» water n 10° C. = 0.9.
Coëfficiënt van uitzetting in lengte van koper = 0.000019.
2. De vorming van beelden bij holle en bolle spiegels door teekening
en, zoo noodig, door beschrijving duidelijk te maken.
§eheikHnde.
1ste serie.
(
1. Hoe kan men basische oxyden bereiden, en maak
Een dezer | ait door voorbeelden duidelijk.
f 2. Bereiding en eigenschappen van chloor.
'
3. Welke zijn de voornaamste eiwitachtige stoffen
Een dezer \ ^n hare hoofdkenmerken?
beide vragen . 4, Welke zijn de voornaamste koplhydraten en hare
I eigenschappen ?
2de serie.
/
1. Hoe kunnen oxydes van verschillende metalen
Een dezer ) gereduceerd worden, en maak dit door voorbeelden
beide vragen. ' duidelijk.
( 2. Bereiding en eigenschappen van salpeterzuuv.
3. Zamenstelling en eigenschappen der vetten.
3de serie.
[
1. Hoe kunnen de zwavel verbindingen van metalen
Een dezer \ bereid worden; helder dit door voorbeelden op.
beide vragen. ) „ „ . , .
.
,
. ,
[ 2. Bereiding en eigenschappen van ammoniakgas.
19
3. Hoe küint men tot do kennis van de proc-zamenstelling vail
niet stikstof houdende organische stoffen?
4de serie.
(
1. Langs welke wegen kunnen verschillende chloorEen dezer \ verbindingen van metalen bereid worden ; maak dit door
beide vrao'en. ) ^^^ V^^^' voorbeelden duidelijk.
( 2. Bereiding en eigenschappen van H. S.
3. Zamenstelling en eigenschappen der alcoholen.
5de serie.
1. Maak het bestaan van verschillende allotropische
toestanden van onderscheidene stoffen duidelijk, en
beschrijf de bereiding van eenige dier stoffen in die
Een dezer I toestanden.
beide vragen. ) „ - „ , . . .
j t, - j T
'
2. Beschrijving van de bereiding van zwavelig zuur,
langs verschillende methoden, en opgave van zijne
eigenschappen.
3. Wat verstaat men door de reeks van vetzuren, en hoe worden
de vaste vetzuren uit de vetten afgescheiden?
§taathuishouilkunde.
1ste serie.
1. Beschrijf den aard, de onderscheiding en de bestemming van het
kapitaal.
2. Welke zijn de algemeene regelen die het loon bepalen? Welke
zijn de voornaamste uitzonderingen daarop, meer in 't bijzonder ten
aanzien van het dagloon?
2de serie.
1. Het stelsel van bescherming.
2. De vereischten van een goed belastingstelsel.
3de serie.
1. Banken en bankiers.
2. De weelde.
4de serie.
1. Monopolie en vrije mededinging.
2. De Staat in verband met het groote fabriekwezen.
20
5de serie.
1. De verdeeling van den arbeid.
2. Het Nederlandsche muntwezen.
De candidaten belioefden slechts éëne der beide opgegeven onderwerpen te behandelen.
Teekenen.
Handteekenen: eene groep regelmatige figuren.
Begtlijnig teekenen: een eenvoudig bouwkundig lijstwerk.
Crcschiedenis.
1ste serie.
Karel X I I .
of
Do val van de republiek der Vereenigde Nederlanden.
2de serie.
Gustaaf Adolf
of
De raadpensionaris R. J. Schimmelpenninck.
3de serie.
Hendrik IV van Frankrijk
of
Nederland in 1672.
4de serie.
Keizer Leopold
of
De stadhouder Willem III.
5de serie.
Keizer Jozef I
of
D. L. de Requesens in do Nederlanden,
2t
Examen B.
Creschledenls v a n IVederlandsch I n d i e .
1ste serie.
Wat is u bekend van het bestuur van den Gouverneur-Generaal
A. van Diemen?
of
Wat was de aanleiding tot de zending van de Commissarissen-Generaal in 1816, en vyelke de geschiedenis van Nederlandsch Indie onder
hun bestuur?
2de serie.
Geef een overzigt van het bestuur van den Gouverneur-Generaal
van Imhoff
of
Geef een overzigt van het bestuur van den Gouverneur-Generaal
van der Capellen.
3de serie.
Geef een overzigt van de geschiedenis der Nederlanders ter Westkust
van Sumatra tot na den oorlog met de Padries.
of
Geef een overzigt van het bestuur van den Gouverneur-Generaal
Daendels.
4 de serie.
Wat is u bekend van het bestuur van den Gouverneur-Generaal
Maetsuycker ?
of
Geef eene geschiedenis van de uitbreiding van het Nederlandsch
gezag op Java,
5 de serie.
Geef een overzigt van het bestuur van den Gouverneur-Generaal Koen;
of
Wat is u bekend van de geschiedenis van Nederlandsch Indie onder
den Commissaris-Generaal Dubus de Ghisignies.
22
Liand- en volkenkunde van Nederlandseh Indlc,
1ste serie.
Beschrijf de residentie langs Java's noordkust van Bantam tot en
met Tjeribon.
of
Geef eene algemeene schets van de geographische gesteldheid van
Borneo.
"Wat is u bekend van de rijstcultuur in de verschillende streken
van Nederlandsch Indie?
of
Wat is u bekend omtrent den maatschappelijken toestand der bevolking van Celebes?
2de serie.
Beschrijf de residentie langs Java's zuidkust van Madioen tot en
met Banjoewangi,
of
Geef eene geographische schets van de i-esidentie Amboina.
Wat is u bekend van de vreemde oosterlingen in Nederlandsch Indie,
voornamelijk wat betreft de Chinezen?
Pf
Wat is u bekend omtrent de voornaamste gewassen van Nederlandsch
Indie, die verwstoffen opleveren?
3 de serie.
Geef eene geographische schets van de residentie Ternate;
of
Beschrijf de residentie langs Java's zuidkust van Bantam tot aan
Madioen.
Wat is u bekend omtrent de voornaamste sporten \an palmen en
het gebruik daarvan gemaakt?
of
Beschrijf de zeden en gewoonten der Dajaks op Borneo.
4de serie,
Geef eene geographische beschrijving van hot Gouvernement van
(Sumatra's Westkust. »
23
of
Vergelijk de geographische gesteldheid en voortbrengselen van Java
met die van Sumatra.
Welke zijn de voornaamste gewassen van Nederlandsch Indie die
specerijen opleveren en v?at weet gij van hunne cultuur ?
of
Beschrijf den maatschappelijken toestand der Javanen in de Vorstenlanden.
5de serie.
Geef eene schets van het rivier- en bergstelsel van Java.
of
Wat is u bekend omtrent de voornaamste vulkanen van Nederlandsch Indie ?
Beschrijf de voornaamste middelen van bestaan der inlandsche bevolking van Nederlandsch Indie.
of
Beschrijf den maatschappelijken toestand der bevolking van het
gouvernement van Sumatra's Westkust.
Staatsinstellingen van IVederlandsch Indie.
Isle serie.
Hoe is de Raad van Nederlandsch Indie zamengesteld en welke zijn
zijne bevoegdheden ten opzigte van wetgeving en bestuur ?
of
Geef eene beschi-ijving van de voornaamste middelen begrepen onder
den naam van »landelijke inkomsten".
2de serie.
Welke Eiiropesche en inlandsche ambtenaren zijn in eene residentie
op .Tava met bestuursgezag bekleed en welke is ieders werkkring ?
of
Wat is u bekend van de belasting der inkomende on uitgaande
regten in Nederlandsch Indie ?
3de serie.
Geef eene korte beschrijving van de zamenstelling en de bevoegdheid der verschillende regtbanken en geregten op Java en Madura.
24
of
W a t is u bekend van de Algemeene Rekenkamer in Nederlandsch
Indie en van de vaststelling en inrigting van de Nederlandsch-Indische
begrooting.
4de serie.
W a t zijn "algemeene verordeningen"? Wie heeft de magt ze vast
te stellen en wat wordt voor de verbindbaarheid gevorderd ?
of
Welke voorschriften en regelingen bestaan
gouvernementskoffij en suikercultuur op J a v a ?
5de serie,
er ten
opzigte
der
Welke zijn de bevoegdheden on verpligtingen vlin den GouvorneurG e n e r a a l , zoo ten aanzien van wetgeving als van bestuur ?
of
Volgens welke regels worden Europeanen en vreemde Oosterlingen
in Nederlandsch Indie toegelaten en welke zijn hunne voornaamste
regten en verpligtingen ?
Javaansche taal.
Ter vertaling uit het Javaatisch in het HoUandsch.
1ste serie.
Uit de Javaansche brieven , berigten , verslagen e n z . , n°. 4-22.
2de serie.
Uit de Javaansche brieven, berigten,
Vegel 5 , — 418 i'eg. 23.
verslagen
enz., bladz. 417
3de serie.
Uit de Javaansche b r i e v e n , berigten, verslagen, e n z . , bladz. 445
regel 6 , — 446 reg. 3.
4de serie,
Uit de Javaansche brieven, berigten, verslagen, enz., bladz
n°. 208.
444,
5de serie,
Uit de Javaansche brieven , berigten , verslagen , enz., bladz. 443 ,
Teg. 6 V. o. — rog. 14.
25
Ter vertaling uit het Hollandsch ia het
Javaansch
1ste serie.
Briefje van een controleur aan den regent.
N a groete, begin. Hiernevens zend ik u een brief van een Wedüna
van Tingkir. Wees zoo goed om dien eens in te zien. W a t dunkt u
daarvan ? V a n avond kom ik bij u , om te spreken over den inhoud.
U w vriend,
(Naamteekening van den vertaler in Javaansch schrift.)
2de serie.
Krijg den brief, dien ik daar zoo even geschreven heb. Hij ligt in
gindsche kamer. G a met dien brief naar den regent, e n , als die thuis
is , wacht dan op zijn antwoord.
3de serie.
Weet gij ook, waar ï r i n a - d i a n a tegenwoordig woont? Hij is mij al
lang geld schuldig en betaalt niet. Zoo ik w i s t , waar hij i s , zou ik
hem m a n e n , en indien hij niet betaalde, een aanklagt tegen hem
instellen.
(Te vertalen in Ngoko en Krama).
4de serie,
Krijg mijn geweer eens; ik wil het eens nazien. Ga het schoonmak e n , en, als j e dat gedaan hebt, breng het dan terug op zijne plaats.
Morgen vroeg wil ik uit jagen gaan. J e moet mij om half vijf wekken,
en j e moet zelf met mij meegaan.
3de serie.
Van nacht is mijn bediende gedrost met vier en twintig gulden geld
van mij. Het lijkt wel dat hij ook van zins geweest is mijn paard meê
te nemen, w a n t van morgen vond men dat paard uit den stal gehaald
en rondloopen op het voorplein.
(Te vertalen in het J a v a a n s c h , in Ngoko, en dan in Krama.)
M a l e i s c h e taal.
Ter vertaling uit het Maleisch in het
Hollandsch.
1ste serie.
Niemann, bloemlezing uit Maleische geschriften: bladz. 255.
2de serie: bladz. 248.
3de serie: bladz. 262.
4de serie: bladz. 251.
5de serie: bladz. 245,
26
Ter vertaling uit het Hollandsch in het Maleisch.
1ste serie.
Indien iemand in een rijtuig rijdt en daar spoedig ineê voortgaat dan
schijnen liem de huizen en boomen hard te loopen terwijl hij meent
dat de wagen stilstaat.
De stad waarin de echtelieden woonden was zeer groot en welvarend.
Gij doet vergeefsche moeite met dien domoor te onderrigten maar
voor een verstandig niensch is een enkel woord genoeg.
Toen hunne beraadslagingen afgeloopen waren gingen zij alle drie
naar den voi'st om hunne opwachting te maken.
2de serie.
Allah schonk mij in dien tijd op allerlei wijzen mijn brood, maar
uit domheid en zorgeloosheid stelde ik er geen belang in om zulk een
digten regen op te vangen.
Ik dacht dat de regen altijd door zou nederdalen en ik vei-gat den
ommekeer der aardsche zaken, dat misschien de drooge moesson weer
eens komen zou en ik dan moeite zou hebben met mijn kost te verdienen»
De echtgenoot kwam binnen en vroeg aan zijne vrouw: "Wat is de
reden dat die man al scheldende en met een stok in zijne hand naar
buiten gaat ?
Is het mogelijk dat zij die dienaren der vorsten worden , in vrede
leven ? 't Kan niet anders of zij komen in 't ongeluk.
3de serie.
Gij moet ongelukkige menschen helpen, maar ze niet bespotten.
Gij moet zoo niet handelen, want wie een kuil graaft, zal er zelf invallen.
Ik zou zekerlijk zelf ongelukkig worden indien ik met u wilde medegaan.
Blijt nu een dag of tien bij mij. Ik zou u wel nog een maand willen
houden, doch daar het al ver in den tijd is (de moesson al ver heen is)
is het goed dat gij spoedig vertrekt.
4:de serie.
Gij moet uwe ouders gehoorzamen en eeren opdat uw leven gelukkig
zij en door God verlengd worde. Al is het geheim openbaar zal ik
zekerlijk mijn leven verliezen, maar hoe het ook zij, uit medelijden
voor u zal ik het u toch zeggen.
Mij dunkt dat het beter is in armoede te leven dan rijk te worden
door anderen te bedriegen.
Die man is gelijk eone giftige slang; wie hem. goed doet dien vergeldt hij met kwaad.
5de serie.
De een beschuldigde den ander en op deze wijze raakten zij aan 't
vochten, waarop zij naar den regter gingen.
27
De vrouw antwoordde: ik ken dien man niet en hij kent mij ook niot.
A c h ! Mijnheer! Wij hebben in drie dagen niets te eten gekregen en
nu hebben wij allen geweldigen honger.
De wijzen zeggen: al wascht gij een kraai met rosewater en geeft gij
hem amber en muskus te eten, toch wordt zijn zwart gevederte niet wit.
Crodsdienstlge w e t t e n , v o l k s l n s t e l l l n g e n e n g e b r u i k e n
v a n STedeilandsch Indie.
1ste serie.
Beschrijf de strekking van de drie Moslimsche hoofdfeesten en de
voornaamste plegtigheden van hunne viering op J a v a .
W a t bepaalt het Moslimsche regt omtrent de opvolging, de magt en
de pligten der vorsten, en hoe beantwoordt daaraan de toestand in den
Indischen Archipel ?
' 2 d e serie.
Beschrijf de zaka (djakat), haar bedrag, wijze van inning en gebruik, zoo in 't algemeen, als in het bijzonder op J a v a en elders in
den Indischen Archipel.
Beschrijf de voornaamste verpHgtingen van den man jegens de vrouw
volgens 't Moslimsche huwelijksregt.
3de serie.
W a t verstaat men in het Moslimsch regt door wagt ? Welke zijn de
regelen die bij de instelling van een wagt gevolgd worden ? Welke sporen
van deze instelling vindt men op J a v a ? In welke gevallen wordt de grond
als wagt ten behoeve van den Staat beschouwd?
Geef eene beschrijving van do bronnen van den Islam.
4de serie.
Welke zijn de hoofdbepalingen van het Moslimsch erfregt.?
Welke zijn de inrigting en de bevoegdheden der geestelijke regtbanken
?;oo m de Gouvernements-landen als in de Vorstenlanden op J a v a ?
5de serie.
Welke zijn de voornaamste bepalingen van hot Moslimsch regt omtrent de echtscheiding en de vernieuwing van een verbroken huwelijk ?
Geef een opstel over de Moslimsche gebeden op J a v a .
Liandmeten e n waterpassen.
1ste serie.
Beschrijf de inrigting en het gebruik van de boussole, en hoe verlengt men met behulp van dit instrument, eene regte lijn op hot terrein,
als er zich beletselen voor het gczigt opdoen ?
28
Geef eene beschrijving hoe met eenig goed geregeld instrument eene
doorloopende waterpassing wordt uitgevoerd.
2 de serie.
Beschrijf de inrigting en het gebruik van het planchet en hoe vindt
men mot-behulp van dit instrument uit eenig standpunt den afstand
tot een toegankelijk punt?
Geef eene beschrijving van het waterpas-instrument volgens de constructie Lenoir (niveau civile) of wel volgens Becker; wanneer is het
voor het gebruik gereed ?
3de serie.
_ Beschrijf de inrigting en het gebruik van het astrolabium, en hoe
vindt men met dat instrument den ouderlingen afstand tusschen twee
ontoegankelijke voorwerpen ?
Geef eene beschrijving van het waterpas-instrument volgens deconstructie Ramsden, of wel volgens Troughton; wanneer is dit instrument
voor het gebruik gereed?
Boekhouden.
1ste serie.
Schrijf eens een wissel.
In welke gevallen worden de volgende rekeningen gedebiteerd en
gecrediteerd, als: kapitaal, geaccepteerde wissels, assurantie, verlies
en winst, goederen in consignatie gegeven ?
Wat is een proef balans en waartoe dient zij ?
Journaliseer:
Gedisconteerd van A alhier 1 wissel op Amsterdam . . f 6000,00
Disconto , . .
45.00
Factuur aan B te Mannheim over 50 balen koffij,
bedragende
Comptant IV2 pet. . . .
Commissieloon IV3 pet.
.
.
.
f
5955.00
f
1800.00
27.00
f
1773.00
27.00
f 1800.00
Betaald aan C op order en voor rekening van D te Amsterdam f 56.00.
29
2dG serie.
Hoeveel personen moeten er in een wissel voorkomen en welke zijn
hunne verpligtingen ?
Moet de kapitaalrekening voor de middelen, waarmede de handel
begonnen wordt, gedebiteerd of gecrediteerd worden en waarom?
Waarom wordt de verlies en winstrekening voor het verlies gedebiteerd en niet gecrediteerd ?
Journaliseer:
Getrokken op A op order en voor rekening van B f 10,000, per 3
maanden dato aan de orde van C.
Hoe journaliseert B dezen post ?
A accepteert genoemden wissel.
3de serie.
Welke zijn de wettelijke bepalingen aangaande koopmansboeken ?
Welke zijn de voorbereidende werkzaamheden
voor de balans?
Waartoe wordt de balans opgemaakt ?
Journaliseer;
Betaald met 1 quitantie op mijn kassier A een door mii geaccepteerde
traite van B te P a r y s f 3895.
Getrokken op C te Amsterdam f 1100, betaalbaar op vertoon.
T e kort in de kas f 60.
4de serie.
Waarom is dubbel boekhouden te verkiezen boven enkel?
Welke verpligtingen rusten er op den betrokkene ?
Schrijf eens eene promesse.
Journaliseer :
Getrokken op A te Londen £ 80 a f 11,80 en dezen wissel geremitteerd aan B aldaar.
^
Van C te Triest in consignatie ontvangen 50 ceroenen amandelen ,
waardig volgens factuur frs. 6000, en daarop aan onkosten betaald f 211.
Lremcasseerd 1 remise op D a l h i e r , n". 14, f 100.
J.
P I J N A P P E L OZ. ,
/Secretaris der Commissie.
BlJI.AGK I I .
RANGLIJST DER CANDIDATEN die voldoend
hehhen afgelegd.
E x a m e n A.
* 1 v V, i- i, ^ J- Peelen.
Alphabetisch. j ^ ^ Steinmetz.
"
"
"
H. F . Veenstra.
\ P. M. L. de Bruyn Prince.
i .1. A. Wijnmalen.
W. C. C. Bleckmann.
( A. J. J. van Steyn.
\ A. van der Ven.
C. H. M. Ie Roux.
^ E. B. Masthoff.
\ C. Verburgh.
P . T. Couperus.
J. R. Couperus.
V. L. de Lannoy.
C. H. W. van der Moore.
F . la Fontaine.
\ G. Arntzenius.
^ H. W. L. Baud.
P . J. Voorstad.
i
"
EJxamen B.
mr. D. J. M. P. Mulder.
A. J. Sloot.
\ W. O. Gallois.
"
1 L. T. Wesly.
J. H. H. Gubbels.
mr. F. J. Tijndall de Veer.
J. M. G. Numans.
31
Alphabetisch.
W. A. van Aken.
G. van Genderen Stort.
P. F . Sijthoff.
A. J. Haaxman.
L. G. Mansfeld.
J. Vijzelaar.
D. H. Fraenkel.
B. T. W. van Hasselt.
mr. K. A. de Jongh.
A. C . Vreede.
A, H. Westra.
H. W. Peters.
mr. A. A. de Vries.
mr. J. F . J. Pliester.
H. E. Bookmaker.
J. L. J. A. Ruyssenaers.
K. A. Schneider.
J. C. DIrksen.
E. A. O. T. W. C. GasinjetM. A. F . Goossens.
G. de Heer jr.
A. C. Schepper.
J. van Wijk.
W. H. de Jong.
A. van der Ploeg.
G. J. Harrebomée.
K. W. Mac Donald.
J. H. D. van der Palm.
A. W. C. Yerwej.
H. E. D. Engelhard.
W. H. W. de Koek.
mr. W. D. J. van der Feltz.
J. PIJNAPPEL GZ.
Secretaris der Commissie,