Handleiding Radarsensor voor continue niveaumeting van water en afvalwater VEGAPULS WL 61 Profibus PA Document ID: 38062 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Over dit document 1.1 Functie ............................................................................................................................. 4 1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4 1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4 2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd personeel.................................................................................................. 5 2.2 Correct gebruik................................................................................................................. 5 2.3 Waarschuwing voor misbruik............................................................................................ 5 2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5 2.5 CE-conformiteit ................................................................................................................ 6 2.6 NAMUR-aanbevelingen ................................................................................................... 6 2.7 Radiotechnische toelating voor Europa ............................................................................ 6 2.8 Radiografische toelating voor USA/Canada ..................................................................... 7 2.9 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 7 3 Productbeschrijving 3.1 Constructie ....................................................................................................................... 8 3.2 Werking ............................................................................................................................ 9 3.3 Verpakking, transport en opslag ....................................................................................... 9 4 Monteren 4.1 Algemene instructies ...................................................................................................... 11 4.2 Montagevarianten .......................................................................................................... 11 4.3 Montagevoorbereidingen montagebeugel ...................................................................... 14 4.4 Montage-instructies........................................................................................................ 14 5 Op de voedingsspanning aansluiten 5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 20 5.2 Aansluitschema .............................................................................................................. 21 5.3 Inschakelfase ................................................................................................................. 21 6 In bedrijf nemen 6.1 DD-bedieningsprogramma's .......................................................................................... 22 6.2 Inregeling ....................................................................................................................... 22 7 Diagnose, Asset Management en Service 7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 24 7.2 Meetwaarde- en eventgeheugen .................................................................................... 24 7.3 Asset-management functie ............................................................................................ 25 7.4 Storingen oplossen ........................................................................................................ 29 7.5 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 32 8 Demonteren 8.1 Demontagestappen........................................................................................................ 33 8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 33 9 Bijlage 9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 34 9.2 Radioastronomiestation ................................................................................................. 38 9.3 Communicatie Profibus PA ............................................................................................. 39 9.4 Afmetingen ..................................................................................................................... 43 2 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 1 38062-NL-140904 Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specifieke veiligheidsinstructies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd. Uitgave: 2014-05-05 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 3 1 Over dit document 1 Over dit document 1.1 Functie 1.2 Doelgroep 1.3 Gebruikte symbolen Deze gebruiksaanwijzing geeft u de benodigde informatie voor de montage, aansluiting en inbedrijfname plus belangrijke instructies voor onderhoud en oplossen van storingen. Lees deze daarom voor de inbedrijfname en bewaar deze daarom goed toegankelijk als onderdeel van het product in de nabijheid van het instrument. Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwalificeerd vakpersoneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel beschikbaar worden gesteld. Informatie, tip, instructie Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie. Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen storingen of foutief functioneren ontstaan. Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan. Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument ontstaan. • → 1 Ex-toepassingen Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. Lijst De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde. Handelingsstap Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling. Handelingsvolgorde Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen. Afvoeren batterij Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van batterijen en accu's. 38062-NL-140904 4 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 2 Voor uw veiligheid 2 2.1 Voor uw veiligheid Geautoriseerd personeel Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de benodigde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen. 2.2 Correct gebruik De VEGAPULS WL 61 is een sensor voor continue niveaumeting. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in het hoofdstuk "Productbeschrijving" opgenomen. De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvullende handleidingen gegeven. 2.3 Waarschuwing voor misbruik 2.4 Algemene veiligheidsinstructies Bij ondeskundig of niet correct gebruik kunnen door het instrument toepassingsspecifieke gevaren ontstaan, zoals bijv. overlopen van een tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage of instelling. Het instrument voldoet aan de laatste stand der techniek rekening houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Deze mag alleen onder technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De eigenaar is verantwoordelijk voor het storingsvrij gebruik van het instrument. De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en nieuwe voorschriften aan te houden. Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handleiding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepalingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden. 38062-NL-140904 Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk verboden. Bovendien moeten de op het instrument aangebrachte veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden. De zendfrequenties van de radarsensoren liggen afhankelijk van de uitvoering in de C- of K-band. De lage zendvermogens liggen ver onder de internationaal toegelaten grenswaarden. Bij correct gebruik bestaat geen enkel gevaar voor de gezondheid. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 5 2 Voor uw veiligheid 2.5 CE-conformiteit Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen van de geldende EG-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de succesvolle beproeving. De CE-conformiteitsverklaring vindt u in het download-bereik van onze homepage. 2.6 NAMUR-aanbevelingen Namur is de belangenvereniging automatiseringstechniek binnen de procesindustrie in Duitsland. De uitgegeven NAMUR-aanbevelingen gelden als norm voor de veldinstrumentatie. Het instrument voldoet aan de eisen van de volgende NAMUR-aanbevelingen: • • • NE 43 – signaalniveau voor de uitvalinformatie van meetversterkers NE 53 – compatibiliteit van veldinstrumenten en aanwijs-/bedieningscomponenten NE 107 - zelfbewaking en diagnose van veldinstrumenten Zie voor meer informatie www.namur.de. 2.7 Radiotechnische toelating voor Europa Het instrument voldoet aan de LPR (Level Probing Radar)-richtlijn EN 301729-1/2. Het is toegelaten voor de onbeperkte toepassing binnen en buiten afgesloten tanks in de volgende landen van de EU en de EFTA, die deze richtlijn hebben geïmplementeerd: Oostenrijk, België, Bulgarije, Duitsland, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, IJsland, Italië, Liechtenstein, Litouwen, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden, Zwitserland, Slowakije, Slowenië, Spanje, Tsjechische Republiek en Cyprus. Uitgezonderd zijn de in de CE-conformiteitsverklaring genoemde landen Finland en Hongarije, die de radiorichtlijn pas op een later tijdstip implementeren. Voor het gebruik buiten gesloten tanks moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: • • • Een lijst van de betreffende radioastronomiestations vindt u in het hoofdstuk "Bijlage". 6 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 • De installatie moet door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Het instrument moet vast worden gemonteerd en de antenne moet verticaal naar beneden zijn gericht. De montageplaats moet minimaal op 4 km afstand liggen van radioastronomiestations, voor zover geen speciale vergunning door de verantwoordelijke nationale autoriteiten is verleend. Bij de montage in een omtrek van 4 tot 40 km tot een radioastronomiestation mag het instrument niet hoger dan 15 m boven het maaiveld worden gemonteerd. 2 Voor uw veiligheid 2.8 RadiografischetoelatingvoorUSA/Canada The instrument is in conformity with part 15 of the FCC regulations. Operation is subject to the following two conditions: • • • this device may not cause harmful interference, and this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. the antenna must be directed vertically downward FCC requirements limit this device to be used only in a fixed installation, never in a portable installation or in installations that are in motion (i.e. cement trucks, etc.). Changes or modifications not expressly approved by the manufacturer could void the user’s authority to operate the equipment. This device complies with Industry Canada license-exempt RSS standard(s). Operation is subject to the following two conditions: • • this device may not cause interference, and this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux deux conditions suivantes: • • l'appareil ne doit pas produire de brouillage , et l'utilisateur de l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement 2.9 Milieuvoorschriften De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de belangrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming constant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd conform DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de milieu-instructies in deze handleiding. Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag" Hoofdstuk "Afvoeren" 38062-NL-140904 • • VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 7 3 Productbeschrijving 3 Typeplaat Productbeschrijving 3.1 Constructie De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identificatie en toepassing van het instrument: 1 17 16 2 3 15 4 5 6 7 8 9 13 10 11 14 12 Fig. 1: Opbouw van de typeplaat (voorbeeld) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Serienummer - instrument zoeken Instrumenttype Productcode Toelatingen Voeding en signaaluitgang elektronica Beschermingsgraad Meetbereik Proces- en omgevingstemperatuur, procesdruk Materiaal onderdelen in aanraking met medium Hard- en softwareversie Opdrachtnummer Serienummer van het instrument Data-Matrix-Code voor Smartphone-App Symbool voor instrumentveiligheidsklasse ID-nummers instrumentdocumentatie Aanwijzing voor het aanhouden van de instrumentdocumentatie Erkend instituut voor de CE-markering Toelatingsrichlijn De typeplaat bevat het serienummer van het instrument. Daarmee kunt u via onze homepage de volgende gegevens van het instrument vinden: • • • • • Ga hiervoor naar www.vega.com, "VEGA Tools" en "Gerätesuche". Voer daar het serienummer in. Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone. 8 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 • Productcode (HTML) Leveringsdatum (HTML) Opdrachtspecifieke instrumentspecificaties (HTML) Handleidingen en beknopte handleidingen op het tijdstip van uitlevering (PDF) Opdrachtspecifieke sensorspecificaties voor vervangen elektronica (XML) Testcertificaat (PDF) - optie 3 Productbeschrijving • • • Geldigheid van deze handleiding Leveringsomvang Smartphone-App "VEGA Tools" uit de "Apple App Store" of de "Google Play Store" downloaden Data-matrixcode op de typeplaat van het instrument scannen of Serienummer handmatig in de app invoeren Deze gebruiksaanwijzing geldt voor de volgende instrumentuitvoeringen: • • Hardware vanaf 1.0.0 Software vanaf 4.4.0 De levering bestaat uit: • • • • Radarsensor Optionele montagetoebehoren Documentatie – Beknopte handleiding VEGAPULS WL 61 – Handleidingen voor optionele instrumentuitvoeringen – Ex-specifieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen) – evt. andere certificaten DVD "Software & Documents", daarin opgenomen – Handleidingen – Veiligheidsinstructies – PACTware/DTM-Collection – Driver-software Informatie: In de handleidingen worden ook instrumentkenmerken beschreven, die optioneel zijn. De betreffende leveringsomvang is in de bestelspecificatie gespecificeerd. Toepassingsgebied 38062-NL-140904 Werkingsprincipe Verpakking 3.2 Werking De radarsensor VEGAPULS WL 61 is de ideale sensor voor alle toepassingen in water en afvalwater. Het is bijzonder goed geschikt voor de niveaumeting in de waterbehandeling, in pompstations, regenretentiebekkens, voor doorstroommeting in open kanalen en voor niveaubewaking. Door de antenne van de radarsensor worden korte radarimpulsen (ca. 1 ns) uitgezonden. Deze worden door het medium gereflecteerd en door de antenne als echo opgevangen. De looptijd van de radarimpuls van het moment van uitzenden tot het moment van ontvangen is proportioneel met de afstand en dus met het niveau. Het zo bepaalde niveau wordt in een genormeerd uitgangssignaal omgezet en als meetwaarde uitgestuurd. 3.3 Verpakking, transport en opslag Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door een beproeving verzekerd conform ISO 4180. Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 9 3 Productbeschrijving PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven. Transport Het transport moet rekening houdend met de instructies op de transportverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade aan het instrument tot gevolg hebben. Transportinspectie De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volledigheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld. Opslag De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstellings- en opslagmarkeringen worden bewaard. Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de volgende omstandigheden opslaan: Opslag- en transporttemperatuur • • • • • • • Niet buiten bewaren Droog en stofvrij opslaan Niet aan agressieve media blootstellen Beschermen tegen directe zonnestralen Mechanische trillingen vermijden Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische gegevens - Omgevingscondities" Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %. 38062-NL-140904 10 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 4 Monteren 4 Geschiktheid voor de procesomstandigheden Monteren 4.1 Algemene instructies Waarborg dat alle onderdelen van het instrument die in aanraking komen met het proces, geschikt zijn voor de optredende procesomstandigheden. Daarbij behoren in het bijzonder: • • • Meetactieve deel Procesaansluiting Procesafdichting • • • • Procesdruk Procestemperatuur Chemische eigenschappen van het medium Abrasie en mechanische inwerkingen Procesomstandigheden zijn in het bijzonder: De specificaties van de procesomstandigheden vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens" en op de typeplaat. Inspanklem 4.2 Montagevarianten De eenvoudigste montage van het instrument is met een spanklem. De aansluitkabel bevat hiervoor een trekontlastingskabel van Kevlar. Daarbij moet erop worden gelet, dat de sensor niet gaat pendelen om meetwaardevervalsing te voorkomen. 38062-NL-140904 > 200 mm (7.87") Fig. 2: Montage via een spanklem Montagebeugel Voor een starre montage verdient gebruik van een montagehoekstuk met opening voor schroefdraad G1½A aanbeveling, bijv. uit het VEGA-leveringsprogramma. De sensor wordt in het hoekstuk bevestigd VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 11 4 Monteren via een G1½A-contramoer van kunststof. Zie voor de afstand tot de wand het hoofdstuk "Montagevoorschriften". > 200 mm (7.87") Fig. 3: Montage via een montagehoekstuk Montagebeugel De optimale montagebeugel maakt de sensormontage mogelijk, bijv. aan plafond, wand of een dwarsbalk. De volgende uitvoeringen staan ter beschikking: • • Lengte 300 mm voor plafondmontage Lengte 170 mm voor wandmontage Montagebeugel - plafond- Standaard volgt de beugelmontage verticaal aan het dak. montage Daardoor is zwenken van de sensor mogelijk tot 180° voor een optimale uitlijning. 12 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Fig. 4: Plafondmontage via de montagebeugel met lengte 300 mm 4 Monteren Fig. 5: Draaien bij dakmontage in het midden Montagebeugel - wandmontage Als alternatief wordt de beugelmontage horizontaal of schuin op de wand uitgevoerd. > 200 mm (7.87") 38062-NL-140904 Fig. 6: Wandmontage via de montagebeugel met lengte 170 mm Fig. 7: Wandmontage met schuine wand met de montagebeugel met lengte 300 mm Flensmontage Voor de montage van het apparaat op een aansluiting of een schachtafdekking staat als optie een losse combi-overschuifflens voor DN 80 (ASME 3" of JIS 80) ook voor aanbouw naderhand, ter beschikking. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 13 4 Monteren Tekeningen betreffende deze montage-opties vindt u in hoofdstuk "Afmetingen". Fig. 8: Montage via de adapterflens, bijv. op een schachtafdekking. 4.3 Montagevoorbereidingen montagebeugel De optionele montagebeugel wordt los meegeleverd. Deze moet voor de inbedrijfname met de meegeleverde schroeven op de sensor worden geschroefd. Max. aandraaimoment zie hoofdstuk "Technische gegevens". Benodigd gereedschap: inbussleutel grootte 4. Voor het vastschroeven van de beugel op de sensor zijn twee varianten mogelijk. Afhankelijk van de gekozen variant kan de sensor in de beugel traploos over 180° of in drie stappen 0°, 90° en 180° worden gedraaid. Dichte inbouw van de kunststof hoornantenne 4.4 Montage-instructies Voor een dichte inbouw van de uitvoering met kunststof hoornantenne met de overschuif- of adapaterflens moet aan het volgende zijn voldaan: 1. Gebruik een bassende vlakke pakking bijv. van EPDM met Shore-hardheid 25 of 50 2. Aantal flensbouten overeenkomstig het aantal flensgaten 3. Trek alle schroeven aan met de aandraaimomenten gespecificeerd in de technische gegevens Polarisatie De positie van de polarisatie is door markeringen op het instrument aangegeven. 14 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 De uitgezonden radarimpulsen van de radarsensor zijn elektromagnetische golven. De polarisatie is de richting van het elektrische aandeel. Door draaien van het instrument in de verbindingsflens of montagebeugel kan de polarisatie worden gebruik, om de effecten van stoorecho's te reduceren. 4 Monteren 1 Fig. 9: Positie van de polarisatie 1 Inbouwpositie Markering Monteer de sensor op een positie, die minimaal op 200 mm afstand van de tankwand ligt. Wanneer de sensor in tanks met bol of rond dak wordt gemonteerd, kunnen veelvoudige echo's ontstaan, die door een inregeling moeten worden onderdrukt (zie hoofdstuk "Inbedrijfname"). Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbedrijfname het stoorsignaalverloop opslaan. Dit geldt vooral, wanneer aanhechtingen op de tankwand te verwachten zijn. In dit geval verdient het aanbeveling, het opslaan van het stoorsignaalverloop op een later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is, te herhalen. > 200 mm (7.87") Fig. 10: Montage van de radarsensor op ronde tankdaken 38062-NL-140904 Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de sensor in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan tot op de bodem mogelijk is. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 15 4 Monteren Fig. 11: Montage van de radarsensor op tanks met conische bodem Instromend medium Monteer het instrumen niet boven of in de vulstroom. Waarborg dat u het productoppervlak registreert en niet het instromende product. Fig. 12: Montage van de radarsensor bij instromend product Aansluitingen Richtwaarden voor de sokhoogten vindt u in de navolgende afbeelding. Het uiteinde van de sok moet in dit geval glad zijn en vrij van bramen, indien mogelijk afgerond. Na de montage moet bij de parametrering een stoorsignaalonderdrukking worden uitgevoerd. 38062-NL-140904 16 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA h 4 Monteren d Fig. 13: Afwijkende sokmaten De tabellen hierna geven de maximale soklengte h afhankelijk van de diameter d. Sensoruitlijning Sokdiameter d Soklengte h 80 mm ≤ 300 mm 100 mm ≤ 400 mm 150 mm ≤ 500 mm Sokdiameter d Soklengte h 3" ≤ 11.8 in 4" ≤ 15.8 in 6" ≤ 19.7 in Lijn de sensor zo loodrecht mogelijk uit op het productoppervlak, teneinde optimale meetresultaten te realiseren. Fig. 14: Uitlijning van de sensor 38062-NL-140904 Ingebouwde onderdelen in de tank De inbouwpositie van de radarsensor moet zodanig worden gekozen dat in de tank ingebouwde onderdelen de microgolfsignalen niet kruisen. Ingebouwde onderdelen zoals bijv. geleidingen, eindschakelaars, verwarmingsslangen, tankversterkingen enz. kunnen stoorecho's veroorzaken en de effectieve echo wegdrukken. Let bij het ontwerpen van uw meting op een zo vrij mogelijk "zicht" van de radarsensor op het product. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 17 4 Monteren Bij aanwezigheid van ingebouwde onderdelen in de silo moet u bij de inbedrijfname een stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Wanneer grote onderdelen zoals schoren en dragers in de tank stoorecho's veroorzaken, dan kunnen deze door aanvullende maatregelen worden afgezwakt. Kleine, schuin ingebouwde platen boven de ingebouwde onderdelen "verstrooien" de radarsignalen en voorkomen zo effectief directe stoorechoreflectie. Fig. 15: Gladde profielen met verstrooiplaten afdekken Schuimvorming Door vullen, een roerwerk of andere processen in de tank, kunnen deels zeer compacte schuimen op het productoppervlak worden gevormd, die het zendsignaal zeer sterk dempen. Wanneer schuim meetfouten veroorzaakt, moet u zo groot mogelijke radarantenne's, de elektronica met verhoogde gevoeligheid of laagfrequente radarsensoren (C-band) toepassen. Als alternatief kunnen sensoren met geleide microgolf worden overwogen. Deze worden niet beïnvloed door schuimvorming en zijn bijzonder goed geschikt voor deze toepassingen. De korte voorbeelden geven inleidende instructies voor de flowmeting. Gedetailleerde ontwerpspecificaties vindt u bij de leveranciers van goten en in de vakliteratuur. 1 3 ... 4 hmax 90° ≥ 50 mm 2 3 ≥ 2 mm x hmax hmax 90° dmin Flowmeting bij rechthoekige overstort 4 Fig. 16: Flowmeting met rechthoekige overstort: dmin. = minimale afstand van de sensor (zie hoofdstuk "Technische gegevens"); hmax. = max. vulhoogte rechthoekige overstortschot Overstortgoten (zijaanzicht) Bovenstroom Benedenstrooms Overstortgoot (aanzicht vanaf benedenstrooms) In principe moet op het volgende worden gelet: • 18 Inbouw sensor bovenstrooms VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 1 2 3 4 4 Monteren • • • • • Inbouw midden boven de goot en loodrecht op het vloeistofoppervlak Afstand tot de overstort Afstand overstortopening boven de bodem Min. afstand overstortopening tot laagwater Min. afstand sensor t.o.v. max. opstuwhoogte Flowmeting bij Khafagi-venturigoten d 3 ... 4 x hmax 90° hmax 2 1 B Fig. 17: Flowmeting met Khafagi-venturigoot: d = min. afstand van de sensor; hmax. = max. vulgraad van de goot; B = grootste insnoering van de goot 1 2 Positie sensor Venturigoot In principe moet op het volgende worden gelet: • • 38062-NL-140904 • • Inbouw van de sensor aan de ingangszijde Inbouw midden boven de goot en loodrecht op het vloeistofoppervlak Afstand tot venturi-goot Min. afstand sensor t.o.v. max. opstuwhoogte VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 19 5 Op de voedingsspanning aansluiten 5 Veiligheidsinstructies Op de voedingsspanning aansluiten 5.1 Aansluiting voorbereiden Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies: Waarschuwing: Alleen in spanningsloze toestand aansluiten. • • Voedingsspanning De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd. Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten overspanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd. De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde twee-aderige kabel overgedragen. De bedrijfsspanning kan afhankelijk van de uitvoering van het instrument variëren. De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens". Zorg voor een veilige scheiding van het voedingscircuit van de netvoedingscircuits conform DIN EN 61140 VDE 0140-1 Houdt rekening met de volgende extra invloeden op de voedingsspanning: • • Verbindingskabel Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nominale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij storingsmelding) Invloed van andere apparaten in het circuit (zie belastingswaarde in het hoofdstuk "Technische gegevens") De aansluiting wordt met afgeschermde kabel conform Profibus-specificaties uitgevoerd. De voedingsspanning en de overdracht van het digitale bussignaal gebruiken daarbij dezelfde tweedraads aansluitkabel. Gebruik kabels met ronde doorsnede bij instrument met behuizing en kabelwartel. Controleer voor welke kabeldiameter de kabelwartel geschikt is, om de afdichtende werking van de kabelwartel te waarborgen (IP-beschermingsklasse). Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabelwartel. Let erop, dat uw installatie conform de Profibus-specificatie wordt uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige afsluitweerstanden is belangrijk. Meer informatie ove kabelspecificatie, installatie en topologie vindt u in de "Profibus PA - User and Installation Guideline" op www.profibus.com. 38062-NL-140904 20 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 5 Op de voedingsspanning aansluiten Aderbezetting aansluitkabel 5.2 Aansluitschema 1 2 Fig. 18: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel 1 2 br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker. Afscherming 5.3 Inschakelfase Na de aansluiting van het instrument op de voedingsspanning resp. na terugkeer van de voedingsspanning voert het instrument eerst gedurende ca. 30 s een zelftest uit. • • • • Interne test van de elektronica. Weergave van instrumenttype, hard- en softwareversie, meetplaatsnaam op display resp. PC Weergave van de statusmelding "F 105 bepaal meetwaarde" op display resp. PC Uitgangssignaal springt naar de ingestelde storingsstroom 38062-NL-140904 Zodra een plausibele meetwaarde is gevonden, wordt de bijbehorende stroom op de signaalkabel uitgestuurd. De waarde komt overeen met het actuele niveau en de al uitgevoerde instellingen, bijv. de fabrieksinregeling. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 21 6 In bedrijf nemen 6 In bedrijf nemen 6.1 DD-bedieningsprogramma's Voor het instrument staan instrumentbeschrijvingen als Enhanced Device Description (EDD) voor DD-bedieningsprogramma's zoals bijv. AMS™ en PDM ter beschikking. De bestanden kunnen op www.vega.com/downloads en "Software" worden gedownload. 6.2 Inregeling Omdat het bij een radarsensor om een afstandsmeetinstrument gaat, wordt de afstand van de sensor tot het productoppervlak gemeten. Om de eigenlijke vulhoogte te kunnen weergeven, moet een toekenning van de gemeten afstand aan de procentuele hoogte plaatsvinden. Voor het uitvoeren van deze inregeling wordt de afstand bij een volle en lege tank ingevoerd, zie het volgende voorbeeld: 0,5 m (19.68") 3 2 5m (196.85") 100% 0% 1 Fig. 19: Parametreervoorbeeld 1 2 Min. niveau = max. meetafstand Max. niveau = min. meetafstand Het actuele niveau speelt bij deze inregeling geen rol, de min.-/ max.-inregeling wordt altijd zonder verandering van het productniveau 22 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Wanneer deze waarden niet bekend zijn, kan ook met de afstanden van bijvoorbeeld 10% en 90% worden ingeregeld. Uitgangspunt voor deze afstandsspecificaties is altijd het afdichtingsoppervlak van het schroefdraad of de flens. Aan de hand van deze instellingen wordt dan de eigenlijke vulhoogte berekend. 6 In bedrijf nemen 38062-NL-140904 uitgevoerd. Daarom kunnen deze instellingen al vooraf worden ingevoerd, zonder dat het instrument hoeft te zijn ingebouwd. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 23 7 Diagnose, Asset Management en Service 7 Diagnose, Asset Management en Service 7.1 Onderhoud 7.2 Meetwaarde- en eventgeheugen Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen onderhoud nodig. Het instrument beschikt over meerdere geheugens, die voor diagnosedoeleinden ter beschikking staan. De gegevens blijven ook bij onderbreking van de voedingsspanning behouden. Meetwaardegeheugen Tot maximaal 100.000 meetwaarden kunnen in de sensor worden opgeslagen in een ringgeheugen. Iedere positie bevat datum/tijd en de betreffende meetwaarde. Bewaarbare waarden zijn bijv.: • • • • • • • • Afstand Vulhoogte Procentuele waarde Lin. procent Op schaal Stroomwaarde Meetzekerheid Elektronicatemperatuur Het meetwaardegeheugen is bij uitlevering actief en slaat elke 3 minuten afstand, meetzekerheid en elektronicatemperatuur op. De gewenste waarde en registratievoorwaarden worden via een PC met PACTware/DTM resp. het besturingssysteem met EDD vastgelegd. Op die manier worden de data uitgelezen resp. ook gereset. Eventgeheugen Tot maximaal 500 events worden met tijdstempel automatisch in de sensor permanent opgeslagen. Iedere positie bevat datum/tijd, eventtype, eventbeschrijving en waarde. Eventtypen zijn bijv.: • • • • Verandering van een parameter In- en uitschakeltijdstippen Statusmeldingen (conform NE 107) Foutmeldingen (conform NE 107) Via een PC met PACTware/DTM resp. het besturingssysteem met EDD worden de data uitgelezen. Echocurvegeheugen De echocurven worden hierbij met datum en tijd en de bijbehorende echogegevens opgeslagen. Het geheugen is in twee sectoren onderverdeeld: • • • 24 PC met PACTware/DTM Besturingssysteem met EDD Display- en bedieningsmodule VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Echocurve van de inbedrijfname: Deze is bedoeld als referentie-echocurve voor de meetomstandigheden bij de inbedrijfname. Veranderingen van de meetomstandigheden tijdens bedrijf of aanhechtingen aan de sensor kunnen zo worden herkend. De echocurve van de inbedrijfname wordt opgeslagen via: 7 Diagnose, Asset Management en Service Overige echocurven: in dit geheugengebied kunnen maximaal 10 echocurven in de sensor in een ringgeheugen worden opgeslagen. De overige echocurven worden opgeslagen via: • • PC met PACTware/DTM Besturingssysteem met EDD 7.3 Asset-management functie Het instrument beschikt over een zelfbewaking en diagnose conform NE 107 en VDI/VDE 2650. Voor de in de volgende tabel genoemde statusmeldingen zijn gedetailleerde storingsmeldingen onder het menupunt "Diagnose" via display- en bedieningsmodule, PACTware/ DTM en EDD beschikbaar. Statusmeldingen De statusmeldingen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: • • • • Uitval Functiecontrole Buiten de specificaties Onderhoud nodig en door pictogrammen verduidelijkt: 1 2 3 4 Fig. 20: Pictogrammen van de statusmeldingen 1 2 3 4 Uitval (failure) - rood Buiten de specificatie (out of specification) - geel Functiecontrole (function check) - oranje Onderhoud nodig (maintenance) - blauw Uitval (Failure): vanwege een herkende functiestoring in het instrument geeft het instrument een storingsmelding. Deze statusmelding is altijd actief. Deactiveren door de gebruiker is niet mogelijk. Functiecontrole (Function check): aan het instrument wordt gewerkt, de meetwaarde is tijdelijk ongeldig (bijv. tijdens de simulatie). 38062-NL-140904 Deze statusmelding is standaard niet actief. Activeren is door de gebruiker mogelijk via PACTware/DTM of EDD. Buitendespecificaties(Outofspecification): de meetwaarde isonzeker, omdat de instrumentspecificaties zijn overschreden (bijv. elektronicatemperatuur). Deze statusmelding is standaard niet actief. Activeren is door de gebruiker mogelijk via PACTware/DTM of EDD. Onderhoud nodig (Maintenance): door externe invloeden is de instrumentfunctie beperkt. De meting wordt beïnvloed, de meetwaarVEGAPULS WL 61 • Profibus PA 25 7 Diagnose, Asset Management en Service de is nog geldig. Plan het instrument in voor onderhoud, omdat uitval binnen afzienbare tijd valt te verwachten (bijv. door aangroei). Deze statusmelding is standaard niet actief. Activeren is door de gebruiker mogelijk via PACTware/DTM of EDD. Failure (storing) De volgende tabel toont de codes en tekstmeldingen van de statusmelding "Failure" en geeft aanwijzingen over de oorzaak en de oplossing. Daarbij moet erop worden gelet, dat bepaalde informatie alleen voor vierdraadsinstrumenten geldt en de elektronica bij de VEGAPULS WL61 door de gebruiker niet kan worden vervangen. Code Oplossen PA DevSpec – Sensor detecteert tijdens bedrijf geen Geen meetecho waarde – Antennesysteem aanwezig vervuild of defect – Inbouw en/of parametrering controleren resp. corrigeren – Procesmodule resp. antenne reinigen of vervangen Bit 0 F017 – Inregeling niet binnen de specificatie – Inregeling overeenkomstig de grenswaarden veranderen (verschil tussen min. en max. ≥ 10 mm) Bit 1 F025 – Steunpunten zijn niet – Linearisatietabel Bit 2 constant stijgend, bijv. controleren onlogische waarde– Tabel wissen/opnieuw paren aanmaken F036 – Mislukte of onderbroken software-update Bit 3 – Software-update herhalen – Uitvoering elektronica controleren – Elektronica vervangen – Instrument ter reparatie opsturen F040 – Hardwaredefect – Elektronica vervangen Bit 4 – Instrument ter reparatie opsturen F080 – Algemene softwarefout – Bedrijfsspanning kort- Bit 5 stondig onderbreken F105 – Instrument bevindt zich nog in de startfase, de meetwaarde kon nog niet worden bepaald. – Einde van de inschakelfase afwachten – Duur afhankelijk van de uitvoering en parametrering ca. 3 min. F113 – Fout in de interne instrumentcommunicatie – Bedrijfsspanning kort- Bit 7 stondig onderbreken – Instrument ter reparatie opsturen Tekstmelding Oorzaak Diagnosis F013 Inregelbereik te klein Fout in de lineariseringstabel Geen goede software Fout in de elektronica Bepaal meetwaarde 26 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Communicatiefout Bit 6 7 Diagnose, Asset Management en Service Code Tekstmelding Oorzaak Oplossen PA DevSpec Diagnosis F125 – Temperatuur van de – Omgevingstemperaelektronica niet binnen tuur controleren Ontoegespecificeerd bereik – Elektronica isoleren laatbare – Instrument met hoger temperatuur temperatuurbereik elektronica toepassen Bit 8 F260 – Fout in de af fabriek uitgevoerde kalibratie – Fout in EEPROM – Elektronica vervangen Bit 9 – Instrument ter reparatie opsturen F261 – Fout bij de inbedrijfname – Stoorsignaalonderdrukking fout – Fout bij uitvoeren van een reset – Inbedrijfname herhalen – Reset herhalen Fout in de kalibratie Fout in de configuratie Bit 10 F264 – Inregeling ligt niet – Inbouw en/of paraBit 11 binnen de tankhoogte/ metrering controleren Inbouw-/ het meetbereik resp. corrigeren inbedrijfna– Maximale meetbereik – Instrument met groter mefout van het instrument is meetbereik toepassen niet voldoende F265 – Sensor voert geen meting meer uit Meetfunctie – Voedingsspanning gestoord te laag Function check De volgende tabel toont de foutcodes en tekstmeldingen in de statusmelding "Function check" en geeft informatie over oorzaken en oplossingen. Code Oorzaak Oplossen C700 – Een simulatie is actief – Simulatie beëindigen – Automatisch einde na 60 min. afwachten Tekstmelding Simulatie actief 38062-NL-140904 Outofspecification Bit 12 – Bedrijfsspanning controleren – Reset uitvoeren – Bedrijfsspanning kortstondig onderbreken De volgende tabel toont de codes en tekstmeldingen in de statusmelding "Out of specification" en geeft informatie over oorzaken en oplossingen. Code Oorzaak S600 – Temperatuur van de elektro- – Omgevingstemperatuur nica niet binnen gespecificontroleren ceerd bereik – Elektronica isoleren – Instrument met hoger temperatuurbereik toepassen Tekstmelding Ontoelaatbare temperatuur elektronica VEGAPULS WL 61 • Profibus PA Oplossen 27 7 Diagnose, Asset Management en Service Code Oorzaak Oplossen S601 – Gevaar bij overvullen van de tank – Waarborg, dat verder vullen niet kan plaatsvinden – Niveau in tank controleren S603 – Bedrijfsspanning onder toegestane bereik – Elektrische aansluiting controleren – Eventueel bedrijfsspanning verhogen Tekstmelding Overvulling Ontoelaatbare bedrijfsspanning Maintenance De volgende tabel toont de foutcodes en tekstmeldingen in de statusmelding "Maintenance" en geeft informatie over oorzaken en oplossingen. Oorzaak Oplossen M500 – Bij reset naar de uitleveringstoestand konden de data niet worden hersteld. – Reset herhalen – XML-bestand met sensordata in sensor laden M501 – Hardwarefout EEPROM – Elektronica vervangen – Instrument ter reparatie opsturen M502 – Hardwarefout EEPROM – Elektronica vervangen – Instrument ter reparatie opsturen M503 Meetzekerheid te laag – De echo-/ruisverhouding is te klein voor een betrouwbare meting – Inbouw- en procesomstandigheden controleren – Antenne reinigen – Polarisatierichting veranderen – Instrument met hogere gevoeligheid toepassen M504 – Hardwaredefect – Aansluitingen controleren – Elektronica vervangen – Instrument ter reparatie opsturen M505 – Niveau-echo kan niet meer worden gedetecteerd – Antenne reinigen – Gebruik een beter geschikte antenne/sensor – Evt. aanwezige stoorecho's wegnemen – Sensorpositie en -uitlijning optimaliseren Tekstmelding Fout bij reset uitleveringstoestand Fout in de niet actieve linearisatietabel Fout in diagnosegeheugen Fout van een instrument-interface Geen echo aanwezig 28 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Code 7 Diagnose, Asset Management en Service Gedrag bij storingen Procedure voor oplossen van storingen 7.4 Storingen oplossen Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie, geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen te nemen. De eerste maatregelen zijn: • • • Analyse van storingsmeldingen, bijv. via de display- en bedieningsmodule Controle van het uitgangssignaal Behandeling van meetfouten Meer uitgebreide diagnosemogelijkheden biedt een PC met de software PACTware en de passende DTM. In veel gevallen kunnen de oorzaken hiermee worden vastgesteld en de storingen worden opgelost. Behandeling van meetfoutenbijvloeistoffen De tabel hieronder geeft typische voorbeelden voor toepassingstechnische meetfouten bij vloeistoffen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen meetfouten bij: • • • Constant niveau Vullen Aftappen Level De afbeeldingen in de kolom "Storingsbeeld" tonen telkens het werkelijke niveau gestippeld en het door de sensor getoonde niveau als doorgetrokken lijn. 1 2 0 1 2 time Werkelijk niveau Door sensor getoond niveau 38062-NL-140904 Opmerkingen: • Overal, waar de sensor een constante waarde aangeeft, kan de oorzaak ook in de storingsinstelling van de stroomuitgang op "Waarde houden" liggen. • Bij te lage niveau-indicatie kan de oorzaak ook een te hoge kabelweerstand zijn VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 29 7 Diagnose, Asset Management en Service Meetfout bij constant niveau Oorzaak 1. Meetwaarde geeft te laag resp. te hoog niveau aan – Min-Max inregeling niet correct – Min-Max inregeling aanpassen Level Storingsbeschrijving Storingsbeeld – Linearisatiecurve verkeerd 0 time Level 2. Meetwaarde verspringt richting 0% 0 – Linearisatiecurve aanpassen – Inbouw in bypass- of standpijp, – Paramtere Toepassing condaardoor looptijdfout (kleine troleren, resp. tankvorm, evt. meetfout nabij 100%/ grote fout aanpassen (bypass, standpijp, nabij 0%) diameter) – Veelvoudige echo (tankdeksel, productoppervlak) met amplitude groter dan niveau-echo. – Parameter toepassing controleren, speciaal tankdak, mediumtype, bolle bodem, hoge diëlektrische constante, evt. aanpassen – Procesafhankelijk neemt de amplitude van de niveau-echo af – Stoorsignaalonderdrukking werd niet uitgevoerd – Stoorsignaalonderdrukking uitvoeren – Amplitude of plaats van een stoorecho is veranderd (bijv. condensaat, productafzettingen); stoorsignaalonderdrukking past niet meer – Oorzaak van de veranderde stoorsignalen bepalen, stoorsignaalonderdrukking met bijv. condensaat uitvoeren time Level 3. Meetwaarde verspringt richting 100% Oplossen 0 time Meetfout bij vullen Oplossen – Stoorecho's in het nabijbereik te groot resp. niveau-echo te klein – Sterke schuim- of wervelvorming – Max inregeling niet correct – Stoorsignalen in nabijbereik wegnemen – Meetsituatie controleren: antenne moet uit de sok steken, ingebouwde onderdelen – Vervuilingen aan de antenne oplossen – Bij storingen door ingebouwde onderdelen in het nabijbereik: polarisatierichting veranderen – Stoorsignaalonderdrukking opnieuw uitvoeren – Max.-inregeling aanpassen – Tankbodemecho groter dan de niveau-echo, bijv. bij producten met εr < 2,5 op olie gebaseerd, oplosmiddelen – Parameters medium, tankhoogte en bodemvorm controleren, evt. aanpassen – Turbulenties op het productoppervlak, snelle vulling – Parameter controleren, evt. veranderen, bijv. in doseervat, reactor Level Oorzaak 4. Meetwaarde blijft bij het vullen stilstaan 5. Meetwaarde blijft bij het vullen in het onderste gebied staan 30 time Level 0 6. Meetwaarde blijft bij het vullen tijdelijk staan en verspringt dan naar het juiste niveau time Level 0 0 time VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Storingsbeschrijving Storingsbeeld 7 Diagnose, Asset Management en Service Oorzaak 7. Meetwaarde verspringt bij het vullen in de richting van 0% – Amplitude van een veelvoudige – Parameter toepassing conecho (tankdeksel, productroleren, speciaal tankdak, toppervlak) is groter dan de mediumtype, bolle bodem, niveau-echo hoge diëlektrische constante, evt. aanpassen Level Storingsbeschrijving Storingsbeeld 0 Level 8. Meetwaarde verspringt bij het vullen in de richting van 100% time 0 0 time Level 10. Meetwaarde verspringt naar ≥ 100 % resp. 0 m afstand 0 – Niveau-echo kan op een stoorecholocatie niet van de stoorecho worden onderscheiden (verspringt naar veelvoudige echo) – Bij storingen door ingebouwde onderdelen in het nabijbereik: polarisatierichting veranderen – Gunstiger inbouwpositie kiezen – Door sterke turbulentie en schuimvorming bij het vullen neemt de amplitude van de niveau-echo af. Meetwaarde verspringt naar stoorecho. – Stoorsignaalonderdrukking uitvoeren – Variërend condensaat of vervui- – Stoorsignaalonderdrukking ling aan de antenne uitvoeren of stoorsignaalonderdrukking met condensaat/ vervuiling in het nabijbereik via bewerken verhogen. Level 9. Meetwaarde verspringt bij vullen sporadisch naar 100% time Oplossen time – De niveauecho wordt in het nabijbereik vanwege schuim– Meetplaats controleren: vorming of stoorsignalen in het antenne moet uit de sok steken nabijbereik niet meer gede– Vervuilingen aan de antenne tecteerd. De sensor gaat in de oplossen overvulbeveiliging. Het max. niveau (0 m afstand) en de sta- – Sensor met beter geschikte antenne gebruiken tusmelding "overvulbeveiliging" worden uitgestuurd. Meetfout bij aftappen Oorzaak Oplossen 11. Meetwaarde blijft bij aftappen in nabijbereik staan – Stoorecho groter dan niveauecho – Niveau-echo te klein – Stoorsignaal in het nabijbereik oplossen. Daarbij controleren: antenne moet uit de sok steken – Vervuilingen aan de antenne oplossen – Bij storingen door ingebouwde onderdelen in het nabijbereik: polarisatierichting veranderen – Na het oplossen van de stoorecho's moet de stoorsignaalonderdrukking worden gewist. Nieuwe stoorsignaalonderdrukking uitvoeren – Tankbodemecho groter dan de niveau-echo, bijv. bij producten met εr < 2,5 op olie gebaseerd, oplosmiddelen – Parameters mediumtype, tankhoogte en bodemvorm controleren, evt. aanpassen Level Storingsbeschrijving Storingsbeeld 38062-NL-140904 12. Meetwaarde verspringt bij het aftappen in de richting van 0% time Level 0 0 time VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 31 7 Diagnose, Asset Management en Service Oorzaak 13. Meetwaarde verspringt bij het aftappen sporadisch in de richting van 100% – Variërend condensaat of vervui- – Stoorsignaalonderdrukking ling aan de antenne uitvoeren of stoorsignaalonderdrukking in het nabijbereik door bewerken verhogen – Bij stortgoederen radarsensor met luchtspoelaansluiting gebruiken Level Storingsbeschrijving Storingsbeeld 0 time Oplossen Gedrag na oplossen storing Afhankelijk van de oorzaak van de storing en genomen maatregelen moeten evt. de in hoofdstuk "Inbedrijfname" beschreven handelingen opnieuw worden genomen resp. op plausibiliteit en volledigheid worden gecontroleerd. 24-uurs service hotline Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder tel.nr. +49 1805 858550. De hotline staat ook buiten de gebruikelijke kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, is deze ondersteuning in het Engels. De service is gratis, alleen de telefoonkosten zijn van toepassing. 7.5 Procedure in geval van reparatie Een reparatieformulier en gedetailleerde informatie over de procedure vindt u op www.vega.com/downloads en "Formulieren en certificaten". U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen uit te voeren. Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk: • • • • Omschrijving van de opgetreden storing. Het instrument schoonmaken en goed inpakken Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatieblad buiten op de verpakking aanbrengen. Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordiging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com. 38062-NL-140904 32 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 8 Demonteren 8 8.1 Demonteren Demontagestappen Waarschuwing: Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden zoals bijv. druk in de tank of leiding, hoge temperaturen, agressieve of toxische media enz. Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omgekeerde volgorde. 8.2 Afvoeren Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recyclingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken recyclebare materialen. Een deskundige afvoer voorkomt negatieve effecten op mens en milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens" Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer. 38062-NL-140904 WEEE-richtlijn2002/96/EG Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de betreffende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 33 9 Bijlage 9 9.1 Bijlage Technische gegevens Algemenespecificaties Materialen, in aanraking met medium Ʋ Adapterflens Ʋ Afdichting adapterflens Ʋ Antenne PP-GF30 schwarz FKM (COG VI500), EPDM (COG AP310) PBT-GF 30 Ʋ Focusseerlens PP Ʋ Overschuifflens PP-GF30 schwarz Ʋ Bevestigingsbouten montagebeugel 316L Materialen, niet in aanraking met medium Ʋ Montagebeugel Ʋ Bevestigingsbouten adapterflens Ʋ Behuizing Ʋ Typeplaathouder op kabel 316L 304 Kunststof PBT (polyester) PE-hard Procesaansluiting, montageschroefdraad op de behuizing Ʋ Flens Ʋ Leidingschroefdraad, cilindrisch (ISO 228 T1) DIN vanaf DN 80, ASME vanaf 3", JIS vanaf DN 100 10K G1½ Gewicht instrument, afhankelijk van de procesaansluiting 0,7 … 3,4 kg (1.543 … 7.496 lbs) Max. aandraaimoment voor montagebeugel op sensorhuis 4 Nm Gewicht draagkabel Max. aandraaimoment flensbouten Ʋ Overschuifflens DN 80 Ʋ Adapterflens DN 100 Ingangsgrootheden Meeteenheid 0,1 kg/m (0.07 lbs/ft) 5 Nm (3.689 lbf ft) 7 Nm (5.163 lbf ft) De meetgrootheid is de afstand tussen de procesaansluiting van de sensor en het productoppervlak. Het referentieniveau is de onderzijde van de flens. 38062-NL-140904 34 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 9 Bijlage 3 4 1 2 Fig. 35: Data betreffende ingangsgrootheid 1 2 3 4 Referentievlak Meetgrootheid, max. meetbereik Antennelengte Effectief meetbereik Max. meetbereik 15 m (49.21 ft) Uitgangsgrootheid Uitgangssignaal Digitaal uitgangssignaal, formaat conform IEEE-754 Sensoradres 126 (default-instelling) Demping (63% van de ingangsgrootheid) 0 … 999 s, instelbaar Profibus-PA-Profiel Aantal FB's met AI (functieblokken met analogue input) Defaultwaarde Ʋ 1. FB Ʋ 2. FB Ʋ 3. FB Stroomwaarde Ʋ Niet-Ex- en Ex ia-instrumenten Ʋ Ex-d-instrumenten 38062-NL-140904 Meetresolutie digitaal 3.02 3 PV SV 1 SV 2 10 mA, ±0.5 mA 16 mA, ±0,5 mA < 1 mm (0.039 in) Meetnauwkeurigheid (volgens DIN EN 60770-1) Procesreferentie-omstandigheden conform DIN EN 61298-1 Ʋ Temperatuur Ʋ Relatieve luchtvochtigheid VEGAPULS WL 61 • Profibus PA +18 … +30 °C (+64 … +86 °F) 45 … 75 % 35 9 Bijlage Ʋ Luchtdruk 860 … 1060 mbar/86 … 106 kPa (12.5 … 15.4 psig) Ʋ Min. afstand tot ingebouwde onderdelen > 200 mm (7.874 in) Ʋ Stoorreflecties Grootste stoorsignaal 20 dB kleiner dan effectief signaal Inbouw-referentie-omstandigheden Ʋ Reflector Meetafwijking bij vloeistoffen Vlakke platenreflector Zie volgende diagrammen 10 mm (0.394 in) 2 mm (0.079 in) 0 - 2 mm (- 0.079 in) 0,5 m (1.6 ft) - 10 mm (- 0.394 in) 3 1 2 Fig. 36: Meetnauwkeurigheid onder referentiecondities 1 2 3 Referentievlak Antennerand Aanbevolen meetbereik Reproduceerbaarheid ≤ ±1 mm Invloeden op de meetnauwkeurigheid Temperatuurdrift - digitale uitgang ±3 mm/10 K, max. 10 mm Extra meetafwijking door elektromagne- < ±50 mm tische instrooiingen in het kader van de EN 61326 Meetkarakteristiekenenspecificaties Meetfrequentie K-band (26 GHz-technologie) Meetcyclustijd ca. 450 ms Sprongantwoordtijd1) Stralingshoek2) Uitgestraald HF-vermogen ≤3s 3) Ʋ Gemiddelde spectrale zendvermogensdichtheid 10° -34 dBm/MHz EIRP 1) 2) 3) 36 Tijdsperiode na sprongsgewijze verandering van de meetafstand met max. 0,5 m, tot het uitgangssignaal voor de eerste keer 90% van de stabiele waarde heeft aangenomen (IEC 61298-2). Buiten de opgegeven stralingshoek heeft de energie van het radarsignaal een met 50% (-3 dB) gereduceerd niveau EIRP: Equivalent Isotropic Radiated Power VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Ʋ Maximale spectrale zendvermogens- +6 dBm/50 MHz EIRP dichtheid 9 Bijlage Ʋ Max. vermogensdichtheid op 1 m afstand Omgevingscondities Omgevings-, opslag- en transporttemperatuur < 1 µW/cm² -40 … +80 °C (-40 … +176 °F) Procescondities Voor de procesomstandigheden moeten bovendien de specificaties op de typeplaat worden aangehouden. De lagere waarde geldt. Tankdruk Procestemperatuur (gemeten aan de procesaansluiting) Trillingsbestendigheid Ʋ Met adapterflens Ʋ Met montagebeugel Schokbestendigheid -1 … 2 bar (-100 … 200 kPa/-14.5 … 29.0 psig) -40 … +80 °C (-40 … +176 °F) 2 g bij 5 … 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij resonantie) 1 g bij 5 … 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij resonantie) 100 g, 6 ms conform EN 60068-2-27 (mechanische schok) Elektromechanischegegevens-uitvoeringIP66/IP68(2bar) Kabelinvoer IP 68-kabelwartel Verbindingskabel Ʋ Constructie Ʋ Aderdiameter Ʋ Standaard lengte 0,5 mm² (AWG 20) 6 m (19.69 ft) Ʋ Max. lengte 550 m (1804 ft) Ʋ Diameter ca. 8 mm (0.315 in) Ʋ Kleur - standaard Zwart Ʋ Min. buigstraal Ʋ Aderisolatie en kabelmantel Ʋ Kleur - Ex-uitvoering Ʋ Brandbeveiligingsklasse 25 mm (0.984 in) bij 25 °C (77 °F) PUR Blauw UL94-V0 Geïntegreerde klok Datumformaat Dag.Maand.Jaar Tijdzone af fabriek CET Tijdformaat 38062-NL-140904 Twee aders, een Kevlar-kabel, afschermingsvlechtwerk, mantel Gangafwijking max. Meting elektronicatemperatuur Resolutie VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 12 h/24 h 10,5 min/jaar 0,1 °C (1.8 °F) 37 9 Bijlage Nauwkeurigheid Toegestane temperatuurbereik Voedingsspanning Bedrijfsspanning Ʋ Niet-Ex instrument Ʋ Ex-ia-instrument - voeding FISCO-model ±1 °C (1.8 °F) -40 … +85 °C (-40 … +185 °F) 9 … 32 V DC 9 … 17,5 V DC Ʋ Ex-ia-instrument - voeding ENTITY-model 9 … 24 V DC Ʋ DP/PA-segmentkoppeling max. 32 (max. 10 bij Ex) Voeding via / max. aantal sensoren Ʋ VEGALOG 571 EP-kaart max. 15 (max. 10 bij Ex) Elektrische veiligheidsmaatregelen Beschermingsgraad IP 66/IP 68 (2 bar), NEMA 6P Veiligheidsklasse III5) Overspanningscategorie III4) Toelatingen Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische specificaties hebben. Bij deze instrumenten moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn met het instrument meegeleverd of kunnen onder www.vega.com via "VEGA Tools" en "Instrument zoeken" en via "www.vega.com/Downloads" en "Toelatingen" worden gedownload. 9.2 Radioastronomiestation De volgende tabel geeft de geografische ligging van radioastronomiestations in Europa aan: Country Name of the Station Geographic Latitude Geographic Longitude Finland Metsähovi 60°13'04'' N 24°23'37'' E Tuorla 60°24'56'' N 24°26'31'' E France Plateau de Bure 44°38'01'' N 05°54'26'' E Floirac 44°50'10'' N 00°31'37'' W Germany Effelsberg 50°31'32'' N 06°53'00'' E Penc 47°47'22'' N 19°16'53'' E Medicina 44°31'14" N 11°38'49" E Noto 36°52'34" N 14°59'21" E Sardinia 39°29'50" N 09°14'40" E Krakow- Fort Skala 50°03'18" N 19°49'36" E Poland 4) 5) 38 IEC 61010-1 IEC 61010-1 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Hungary Italy 9 Bijlage Country Name of the Station Geographic Latitude Geographic Longitude Russia Dmitrov 56°26'00" N 37°27'00" E Kalyazin 57°13'22" N 37°54'01" E Pushchino 54°49'00" N 37°40'00" E Zelenchukskaya 43°49'53" N 41°35'32" E Yebes 40°31'27" N 03°05'22" W Robledo 40°25'38" N 04°14'57" W Spain Switzerland Bleien 47°20’26" N 08°06’44" E Sweden Onsala 57°23’45" N 11°55’35" E UK Cambridge 52°09'59" N 00°02'20" E Darnhall 53°09'22" N 02°32'03" W Jodrell Bank 53°14'10" N 02°18'26" W Knockin 52°47'24" N 02°59'45" W Pickmere 53°17'18" N 02°26'38" W 9.3 CommunicatieProfibusPA Instrumentstambestand Het instrumentstambestand (GSD) bevat de specificaties van het Profibus PA-instrument. Tot deze data behoren bijv. de toegestane overdrachtssnelheden en informatie over diagnosewaarden en het formaat van de door het PA-instrument geleverde meetwaarde. Voor het projecteringstool van het Profibus-netwerk wordt bovendien een bitmap-bestand ter beschikking gesteld. Deze wordt automatisch bij het opnemen van het GSD-bestand ook geïnstalleerd. Het bitmap-bestand is bedoeld voor de symbolische weergave van het PA-instrument in het configuratietool. ID-nummer Ieder Profibus-instrument krijgt van de Profibus-gebruikersorganisatie (PNO) een uniek ID-nummer als identificatienummer. Dit ID-nummer is ook in de naam van het GSD-bestand opgenomen. Als optie naast dit fabrikantspecifieke GSD-bestand wordt door de PNO nog een algemeen zogenaamd profielspecifiek GSD-bestand ter beschikking gesteld. Wanneer dit algemene GSD-bestand wordt gebruikt, dan moet de sensor via DTM-software op het profielspecifieke identificatienummer worden omgezet. Standaard werkt de sensor met het fabrikantspecifieke ID-nummer. Bij toepassing van de instrumenten op een segmentkoppelaar SK-2 of SK-3 zijn geen speciale GSD-bestanden nodig. De volgende tabel geeft de instrument-ID en de GSD-bestandsnaam voor de radarsensoren VEGAPULS. 38062-NL-140904 Instrumentnaam Instrument-ID GSD-bestandsnaam VEGA Instrumentklasse inprofiel3.02 VEGA VEGAPULS WL 61 0x0CDB 0x9702 PS61WL0CDB.GSD PA139702.GSD VEGAPULS 61 0x0BFC 0x9702 PS610BFC.GSD PA139702.GSD VEGAPULS 62 0x0BFD 0x9702 PS620BFD.GSD PA139702.GSD VEGAPULS 63 0x0BFE 0x9702 PS630BFE.GSD PA139702.GSD VEGAPULS WL 61 • Profibus PA Profielspecifiek 39 9 Bijlage Instrumentnaam Instrument-ID GSD-bestandsnaam VEGA Instrumentklasse inprofiel3.02 VEGA Profielspecifiek VEGAPULS 65 0x0BFF 0x9702 PS650BFF.GSD PA139702.GSD VEGAPULS 66 0x0C00 0x9702 PS660C00.GSD PA139702.GSD VEGAPULS 67 0x0C01 0x9702 PS670C01.GSD PA139702.GSD VEGAPULS SR 68 0x0CDC 0x9702 PS68R0CDC.GSD PA139702.GSD VEGAPULS 68 0x0C02 0x9702 PS680C02.GSD PA139702.GSD VEGAPULS 69 ?? 0x9702 PS690???.GSD PA139702.GSD Cyclisch dataverkeer Door de master klasse 1 (bijv. PLC) worden tijdens bedrijf cyclisch de meetwaardegegevens uit de sensor gelezen. Tot welke gegevens de PLC toegang heeft, is te zien in het blokschema hierna. Fig. 37: VEGAPULS WL 61: Block diagram with AI FB 1 … AI FB 3 OUT values Function Block Module PA-sensoren Voor het cyclische dataverkeer stelt de VEGAPULS WL 61 de volgende modules ter beschikking: 40 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 TB Transducer Block FB 1 … FB 3 9 Bijlage • • • • AI FB1 (OUT) – Out-waarde van de AI FB1 na schaalinstelling AI FB2 (OUT) – Out-waarde van de AI FB2 na schaalinstelling AI FB3 (OUT) – Out-waarde van de AI FB3 na schaalinstelling Free Place – Deze module moet gebruikt worden, wanneer een waarde in het datatelegram van het cyclische dataverkeer niet moet worden gebruikt (bijv. temperatuur en Additional Cyclic Value vervangen). Er kunnen maximaal drie modules actief zijn. M.b.v. de configuratiesoftware van de Profibusmaster kunt u met deze modules de opbouw van het cyclische datatelegram bepalen. De procedure hangt af van de betreffende configuratiesoftware. Opmerking: De module is in twee uitvoeringen leverbaar: • • Afkorting voor Profibusmasters, die alleen een „Identifier Format“-byte ondersteunen, bijv. Allen Bradley Long voor Profibusmaster, die alleen het „Identifier Format“-byte ondersteunen, bijv. Siemens S7-300/400 Voorbeelden voor de telegramopbouw Hierna worden voorbeelden getoond, hoe de modules kunnen worden gecombineerd en hoe het bijbehorende datatelegram is opgebouwd. Voorbeeld 1 • • • AI FB1 (OUT) AI FB2 (OUT) AI FB3 (OUT) Byte-No. Format 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 IEEE-754-Floating point value Status IEEE-754-Floating point value Status IEEE-754-Floating point value Status AI FB1 (OUT) AI FB1 AI FB2 (OUT) AI FB2 AI FB3 (OUT) AI FB3 Value Voorbeeld 2 • • • AI FB1 (OUT) Free Place Free Place Byte-No. 1 Format 38062-NL-140904 Value 2 3 4 5 IEEE-754-Floating point value Status AI FB1 (OUT) AI FB1 Opmerking: De bytes 6-15 zijn in dit voorbeeld niet bezet. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 41 9 Bijlage Dataformaat van het uitgangssignaal Byte4 Byte3 Byte2 Byte1 Byte0 Status Value (IEEE-754) Fig. 38: Dataformaat van het uitgangssignaal De statusbyte is gecodeerd conform profiel 3.02 "Profibus PA Profile for Process Control Devices". De status "Meetwaarde OK" is als 80 (hex) gecodeerd (Bit7 = 1, Bit6 … 0 = 0). De meetwaarde wordt als 32 bits getal met drijvende komma in IEEE-754-formaat overgedragen. Byte n+2 Byte n+3 Byte n Byte n+1 Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit 7 6 5 4 3 2 1 0 7 6 5 4 3 2 1 0 7 6 5 4 3 2 1 0 7 6 5 4 3 2 1 0 VZ 27 26 25 24 23 22 21 20 2-1 2-2 2-3 2-4 2-5 2-6 2-7 2-8 2-9 2-10 2-11 2-12 2-13 2-14 2-15 2-16 2-17 2-18 2-19 2-20 2-21 2-22 2-23 Sign Significant Significant Exponent Significant Bit Value = (-1)VZ 2 (Exponent - 127) (1 + Significant) Fig. 39: Dataformaat van de meetwaarde Codering van de statusbyte bij PA-uitgangswaarde Meer informatie over de codering van de statusbyte vindt u in de Device Description op www.profibus.com. Beschrijving conform Profibusnorm. Mogelijke oorzaak 0 x 00 bad - non-specific Flash-Update actief 0 x 04 bad - configuration error – – – – Inregelfout Configuratiefout bij PV-Scale (PV-Span too small) Maateenheid onjuist Fout in de lineariseringstabel 0 x 0C bad - sensor failure – – – – Hardware-fout Omvormerfout Lekpulsfout Triggerfout 0 x 10 bad - sensor failure – Fout meetwaardeverzameling – Fout temperatuurmeting 0 x 1f bad - out of service constant "Out of Service"-modus ingeschakeld 0 x 44 uncertain - last unstable value Failsafe-vervangingswaarde (Failsafe-modus = "Last value" en al geldige meetwaarde sinds inschakeling) 0 x 48 uncertain substitute set – Simulatie inschakelen – Failsafe-vervangingswaarde (Failsafe-modus = "Fsafe value") 0 x 4c uncertain - initial value Failsafe-vervangingswaarde (Failsafe-modus = "Last valid value" en nog geen geldige meetwaarde sinds inschakeling) 42 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Statuscode 9 Bijlage Statuscode Beschrijving conform Profibusnorm. Mogelijke oorzaak 0 x 51 uncertain - sensor; conversion not accurate - low limited Sensorwaarde < onderste grens 0 x 52 uncertain - sensor; conSensorwaarde > bovenste grens version not accurate - high limited 0 x 80 good (non-cascade) - OK 0 x 84 good (non-cascade) - acti- Static revision (FB, TB) changed (10 sec lang actief, ve block alarm nadat parameters van de static-categorie werden geschreven) 0 x 89 good (non-cascade) - active advisory alarm - low limited Lo-Alarm 0 x 8a good (non-cascade) - active advisory alarm - high limited Hi-Alarm 0 x 8d good (non-cascade) - active critical alarm - low limited Lo-Lo-Alarm 0 x 8e good (non-cascade) - active critical alarm - high limited Hi-Hi-Alarm 9.4 OK Afmetingen 38062-NL-140904 De volgende maattekeningen geven slechts een deel van de mogelijke uitvoeringen weer. Gedetailleerde maattekeningen kunnen via www.vega.com/downloads en "Tekeningen" worden gedownload. VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 43 9 Bijlage VEGAPULS WL 61, basisuitvoering ø 8 mm (0.32") 42,5 mm (1.67") 18,5 mm (0.73") G1 1/2 ø 75 mm (2.95") 15 mm (0.59") 19 mm (0.75") 300 mm (11.81") ø 72 mm (2.84") ø 115 mm (4.53") Fig. 40: VEGAPULS WL 61, basisuitvoering 38062-NL-140904 44 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 9 Bijlage VEGAPULS WL 61, uitvoering met montagebeugel 125 mm (4.92") 107 mm (4.21") 9 mm (0.35") 115 mm (4.53") 38062-NL-140904 9 mm (0.35") 85 mm (3.35") 12 mm (0.47") 75 mm (2.95") 15 mm (0.59") 8,5 mm (0.34") 19 mm (0.75") 170 mm (6.69") 98 mm (3.86") 300 mm (11.81") 2,5 mm (0.10") 12 mm (0.47") Fig. 41: VEGAPULS WL 61, uitvoering met montagebeugel in 170 of 300 mm lengte VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 45 9 Bijlage 19 mm (0.75") 10,5 mm (0.41") 126 mm (4.96") VEGAPULSWL61,uitvoeringmetoverschuifflens ø 21 mm (0.83") ø 156 mm (6.14") ø 200 mm (7.87") Fig. 42: VEGAPULS WL 61, overschuifflens DN 80/3"/JIS80 38062-NL-140904 46 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 9 Bijlage 1 15 mm (0.59") 8 mm (0.32") 20 mm (0.79") 31 mm (1.22") 138 mm (5.43") VEGAPULSWL61,uitvoeringmetadapterflens ø 98 mm (3.86") 2 Fig. 43: VEGAPULS WL 61, adapterflens DN 100/4"/JIS 100 en DN 150/6"/JIS 150 Adapterflens Afdichting 38062-NL-140904 1 2 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 47 9 Bijlage 9.5 Industrieel octrooirecht VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see www.vega.com. Only in U.S.A.: Further information see patent label at the sensor housing. VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte. Nähere Informationen unter www.vega.com. Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuelle. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com. VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad industrial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com. Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com. VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。 进一步信息请参见网站<www.vega.com。 9.6 Handelsmerken Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/ auteur. 38062-NL-140904 48 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA INDEX INDEX A Aansluitingen 16 C Cyclisch dataverkeer 40 D Dataformaat uitgangssignaal 42 E Echocurvegeheugen 24 EDD (Enhanced Device Description) 22 Eventgeheugen 24 F Sensoruitlijning 17 Service-hotline 32 Statusbyte PA-uitgangswaarde 42 Statusmeldingen - NAMUR NE 107 25 Storingen verhelpen 29 Storingscodes 27 T Telegramopbouw 41 Toepassingsgebied 9 Typeplaat 8 W Werkingsprincipe 9 Flowmeting – Khafagi-venturigoot 19 – Rechthoekige overstort 18 G GSD-bestand 39 I Inbouwpositie 15 Ingebouwde onderdelen in de tank 17 Instromend medium 16 Instrumentstambestand 39 M Meetafwijking 29 Meetwaardegeheugen 24 Montage – Beugel 12 – Flens 13 – Hoek 11 – Inspanklem 11 N NAMUR NE 107 28 – Failure 26 P 38062-NL-140904 PA-module 40 Polarisatie 14 R Reparatie 32 S Schuimvorming 18 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 49 Notes 38062-NL-140904 50 VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 38062-NL-140904 Notes VEGAPULS WL 61 • Profibus PA 51 De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het moment van drukken. Wijzigingen voorbehouden © VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2014 VEGA Grieshaber KG Am Hohenstein 113 77761 Schiltach Germany Phone +49 7836 50-0 Fax +49 7836 50-201 E-mail: [email protected] www.vega.com 38062-NL-140904 Printing date:
© Copyright 2024 ExpyDoc