notarius Revue pour le notariat Tijdschrift voor het notariaat DECEMBER 2013 - 48STE JAARG. DÉCEMBRE 2013 - 48ÈME ANNÉE Jo Baret - Sophie Maquet Benoemingscommissies Commissions de nomination Afgiftekantoor: 2099 Antwerpen X P501197 Bergstraat 30-34, 1000 Brussel Bureau de dépôt : 2099 Anvers X P501197 Rue de la Montagne 30-34, 1000 Bruxelles - Quiz privacy - Le vade-mecum association - Interview avec Henri Meert et Anthony Leleu Inhoud - Sommaire notarius 35 Interview Maak kennis met de nieuwe voorzitter van AVOCATS.BE op pag. 35. Faites connaissance avec le nouveau président d’AVOCATS.BE en page 35. 06 Blikvanger/Coup d’œil 08 Benoemingscommissies voor het Notariaat Interview Jo Baret en Sophie Maquet 10 Tour de Belgique Isabelle Van Campenhoudt We zijn al aan het laatste nummer van 2013 toe. In deze editie doorprikken de voorzitters van de Benoemingscommissies voor het notariaat, Jo Baret en Sophie Maquet, de mythes rond het vergelijkend examen. André Michielsens, op zijn beurt, vertelt over zijn objectieven als voorzitter van de CNUE in 2014. Denkt u erover om te associëren? Lees dan zeker het artikel op pagina 12. In een nieuw vademecum leest u alles wat u over het associatieproces wil weten. Mag een collega uw toegangskaart voor het e-notariaat gebruiken? Wanneer mag u opzoekingen in het Rijksregister uitvoeren over een nieuwe cliënt? Doe de privacyquiz en kom te weten of uw werkmethode strookt met de wettelijke verplichtingen op het vlak van vertrouwelijke informatie. Alvast veel leesplezier en een prettig eindejaar! Voici le dernier numéro de 2013. Les présidents des Commissions de nomination pour le notariat, Jo Baret en Sophie Maquet, font éclater les mythes entourant le concours. André Michielsens, pour sa part, nous explique ses objectifs comme président du CNUE en 2014. Vous songez à vous associer ? Ne manquez pas l’article à la page 12. Un nouveau vade-mecum décrit tout sur les démarches à entreprendre en cas d’association. Pouvez-vous prêter votre carte e-not à votre collègue ? Sous quelles conditions pouvez-vous effectuer une recherche au Registre national sur un nouveau client ? Faites le Quiz privacy et découvrez si vos méthodes de travail respectent les obligations légales en matière d’informations confidentielles. D’ores et déjà excellente lecture et joyeuses fêtes de fin d’année ! 12 Nationale Kamer en Notariële Kantoororganisatie De associatie van A tot Z 14 Chambre nationale et Organisation des études notariales L’association de A à Z 16 E-notariat Quiz Privacy NOTARIUS 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE 3 7 22 23 16 35 22 Events Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat 23 Internationaal André Michielsens, voorzitter van de CNUE 26 E-notariat Un renouveau de l’infrastructure ICT 27 E-notariaat 42 Een vernieuwing van de ICT infrastructuur 28 28 Chambre nationale des 39 Erevoorzitters van de Interview avec Henri Meert et Anthony Leleu Karel Tobback notaires 32 OVAM Overdracht van appartementen volgens Bodemdecreet 35 Interview Patrick Henry, nouveau président d’AVOCATS.BE 38 Office Management Het evaluatiegesprek - L’entretien d’évaluation federatie 42 Koninklijke vereniging van het notarispersoneel Union royale professionelle du personnel des etudes notariales Verslag familiedag – Journée des Familles 43 Risques du métier 44 Info juridique/Juridische info 4 CHAIRMAN’S CORNER notarius Lorette Rousseau, Président FRNB - Voorzitter KFBN Charles Six “Une année est si vite passée”. Voilà une phrase qu’on entend souvent en cette fin d’année. Ces 365 jours défilent à une vitesse affolante et, avant même de s’en apercevoir, on se retrouve au milieu des fêtes. On ne peut y échapper : cette période appelle un regard rétrospectif sur l’année écoulée et visionnaire sur la nouvelle. “Een jaar is zo voorbij”. Deze verzuchting klinkt wel vaker wanneer het einde van het jaar nadert. 365 dagen glijden voorbij en voor we het goed en wel beseffen zitten we alweer aan de feestdis. We kunnen er niet aan onderuit; deze periode vraagt om een terugblik op het voorbije jaar en een vooruitblik op het nieuwe. Qu’est-ce que 2013 a apporté au notariat ? L’année a commencé en force avec les réformes du droit successorale. Des modifications qui ont eu un impact considérable sur le travail du notaire. La force motrice Hélène Casman, s’est concertée avec le Département juridique, la commission Droits de la famille et le Comité d’Etude et de Législation en vue d’une réforme du droit successoral et des régimes matrimoniaux. Un autre fait qui a marqué 2013 est encore le lancement du nouvel e-notariat. Outre un relooking, le portail a fait l’objet d’améliorations en matière de personnalisation et de convivialité. Le tout nouveau site a été inauguré lors du congrès du notariat, organisé cette année à Genk. Tous les participants s’accordent à dire que cette édition comptera parmi les annales. Avec un programme scientifique particulièrement riche et une ambiance chaleureuse. En ce qui concerne la rue de la Montagne, nous avons fait nos adieux, après 20 ans de service, à Philippe Ch. Six en tant que CEO et nous avons fait la connaissance de son remplaçant, Pascal De Roeck. Wat bracht 2013 voor het notariaat? Het jaar begon met hervormingen op het vlak van het erfrecht. Een herziening die toch heel wat impact heeft op het werk van de notaris. Drijvende kracht Hélène Casman, pleegde overleg met het Juridisch Departement, de commissie Familierecht en het Comité voor Studie en Wetgeving met het oog op een hervorming van het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht. Een ander opvallend feit dit jaar was de lancering van het nieuwe e-notariaat. Naast een uiterlijke facelift werd ook veel aandacht besteed aan de personaliseerbaarheid en het gebruiksgemak. Deze lancering gebeurde tijdens het tweejaarlijks Notarieel Congres dat dit jaar in Genk plaatsvond. Alle aanwezigen zullen beamen dat het een editie was om niet snel te vergeten. Met een interessant wetenschappelijk programma en heel veel ambiance. Wat de Bergstraat betreft, namen we na 20 jaar afscheid van Philippe Ch. Six als CEO en verwelkomden we Pascal De Roeck. Que nous réserve 2014 ? Je ne dispose pas d’une boule de cristal mais il est fort probable que le droit successoral sera réformé. Ce qui est certain c’est qu’André Michielsens deviendra le président du notariat européen, un bel honneur. Et enfin, je suis persuadée que chaque notaire exercera sa mission de conseiller du citoyen avec le sérieux professionnel nécessaire et beaucoup de plaisir. Je vous souhaite à tous une année 2014 haute en couleur ! Wat heeft 2014 in petto voor het notariaat? Ik heb natuurlijk geen glazen bol, maar waarschijnlijk zal het erfrecht verder hervormd worden. Vast staat dat André Michielsens de voorzitter van het Europees notariaat wordt, een hele eer. En verder ben ik er zeker van dat elke notaris met de nodige beroepsernst én plezier zijn taken als raadgever van de burger zal uitoefenen. Ik wens iedereen een fantastisch 2014 toe! NOTARIUS 2013 REDACTIONNEL REDACTIONEEL DECEMBER - DÉCEMBRE Nathalie Guyaux, Hoofdredacteur - Rédacteur en chef Bart Azare «A l’horizon 2014 : tenons la barre pour garder le cap » Les douze coups de minuit vont bientôt sonner ; les dés sont jetés pour l’année écoulée. Il est l’heure pour chaque étude notariale de procéder à son bilan de santé et de s’interroger, comme toute PME, sur la structure et l’organisation de son entreprise ; réflexion qui aura été fort agrémentée par les mesures fiscales inscrites dans la loi programme du 28 juin 2013 et, tout récemment, par la mesure visant à limiter la responsabilité professionnelle du notaire en société. “2014 komt eraan: we moet zorgen dat we op koers blijven” Nog even en de klok slaat middernacht; het doek valt over het afgelopen jaar. Hoog tijd dus voor elk kantoor om een balans op te maken en bij zichzelf te rade te gaan, net zoals elke KMO, en na te denken over de structuur en de organisatie van zijn onderneming; de fiscale maatregelen ingeschreven in de wet van 28 juni 2013 en recent nog de maatregel die de professionele verantwoordelijkheid van de notaris in vennootschap beperkt, kunnen dit reflectieproces extra kruiden. Cette période de fin d’année, propice à la générosité, nous amène aussi à nous recentrer sur le rôle social que nous devons jouer dans cette conjoncture morose. De eindejaarsperiode, die in het teken van vrijgevigheid staat, brengt ons ook terug tot bij de essentie van de rol die we spelen in deze sombere conjunctuur. Si la vie notariale n’est pas un long fleuve tranquille et que l’afflux de dossiers se fait de temps à autre au gré des saisons ; le baromètre des notaires nous rappelle que le notariat belge reste largement épargné par la crise. Ons beroep wordt steeds complexer en de toevloed van dossiers is vaak seizoensgebonden. Toch geeft onze Notarisbarometer aan dat het notariaat grotendeels gespaard blijft van de crisis. Nous devons nous en réjouir même si la prudence est de mise. We moeten ons hierover verheugen, zelfs al is enige voorzichtigheid op z’n plaats. Les dossiers auxquels nous sommes confrontés nous imprègnent des difficultés vécues par nos clients ; qu’il s’agisse de cas de saisie ou de faillite qui requièrent notre intervention, aux dossiers de crédit qui n’aboutissent pas, cela ne nous rend pas insensibles pour autant. Même si ce n’est qu’une petite goutte dans l’océan, notre conseil désintéressé et notre première consultation gratuite, chers au notariat, doivent plus que jamais faire étinceler notre costume de notaire. Meilleurs vœux à tous pour 2014 ! De dossiers waarmee we te maken krijgen, doordringen ons van de moeilijkheden waarmee onze cliënten geconfronteerd worden; of het nu gaat om een inbeslagneming of een faillissement waarvoor onze tussenkomst vereist is, of een kredietdossier zonder resultaat, het raakt ons allemaal. Zelfs als is het maar een kleine druppel in de oceaan, onze onbaatzuchtige en eersterangs raad aan onze cliënten, geven ons beroep meer dan ooit een extra glans. Voor iedereen alvast mijn beste wensen voor 2014! 5 6 Isabelle Persyn, Bart Azare, K-pture, Ann Poppe 2013 in beeld - 2013 en images Twee sleutelfiguren van het notariaat: André Michielsens, de voorzitter van het Europees notariaat in 2014 en Hélène Casman, drijvende kracht achter de hervorming van het erfrecht Adieu à Philippe Ch. Six, 20 ans CEO de la fédération Guy Verlinden en Bram Vuylsteke, organisatoren van het Notarieel Congres te Genk Verwelkoming van Pascal De Roeck, nieuwe CEO van de federatie De Nederlandstalige Raad sluit een protocol met CIB-Vlaanderen om het verkoopproces te optimaliseren NOTARIUS 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE BLIKVANGER / COUP D’ŒIL 7 Les notaires du Namurois remettent 85.000 euros à l’ONG « graine de vie », à l’ASBL « souffle un peu » et à la Fondation Roi Baudouin Bert Kruismans schrijft de bestseller ‘Meneer de notaris’ 141 notaires et collaborateurs participent aux 20 km de Bruxelles Lancement du nouvel e-notariat 8 Frederic Petitjean Koen Bauters De examencommissie op de rooster gelegd Eind februari organiseren de Benoemingscommissies voor het Notariaat weer hun jaarlijks vergelijkend examen voor kandidaat-notarissen. Voor heel wat examinandi gaat dat gepaard met knikkende knieën en angstzweet. Om de mythes rond het examen de wereld uit te helpen, ging Notarius zijn licht opsteken bij de voorzitters van de Commissie: Jo Baret voor de Nederlandstalige kant en notaris Sophie Maquet voor de Franstalige. De weg naar het notarisberoep is lang en behoorlijk moeilijk: vijf jaar rechten studeren, een bijkomende master notariaat behalen en ook nog eens stage lopen. En dan, als orgelpunt, slagen voor het (beruchte…) vergelijkend examen. Dat examen wordt sinds 2001 georganiseerd door de Benoemingscommissies voor het Notariaat en sinds begin dit jaar staat die onder het voorzitterschap van Jo Baret en Sophie Maquet. “Men had mij al enkele malen gevraagd om voorzitter te worden, maar dat had ik altijd geweigerd”, steekt Jo Baret van wal. “Ik was vroeger secretaris-generaal van de FOD Justitie en ook kabinetschef en ik vond dat eigenlijk onverenigbaar met een taak in de benoemingscommissie. De Commissie geeft adviezen en voordrachten aan de minister van Justitie en zijn administratie. Het leek mij nogal moeilijk om eerst die adviezen mee op te stellen en er daarna over te beslissen om er al dan niet iets mee te doen. Maar goed, de laatste keer dat men mij vroeg, eind 2012, had ik dat argument niet meer, dus toen heb ik wel toegestemd (lacht).” Jo Baret en Sophie Maquet Dat precies Jo Baret gevraagd werd, is ook niet zo geweldig verwonderlijk. Hij was al betrokken bij de wet die de benoemingscommissie in 1999 oprichtte en schreef ook mee aan de vernieuwingen binnen de Ventôsewet. Hij kende de materie dus door en door. NOTARIUS 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE Ook notaris Maquet mag een ervaringsdeskundige genoemd worden en ook zij werd simpelweg gevraagd om de Franstalige voorzittersrol op haar te nemen. “Zo eenvoudig kan het soms gaan, ja”, lacht ze. “Ik was inderdaad ook al eens gewoon lid van de Commissie, namelijk in de eerste Commissie.” Harde noten We moeten een kat een kat noemen: de examens die de commissies opstellen, hebben de reputatie van harde noten om te kraken. “Veel mensen hebben er vooral schrik van omdat ze niet goed weten wat hen te wachten zal staan”, nuanceert Jo Baret. “Maar goed, ik geef toe dat het zeker geen eenvoudige klus is. Dat kan ook moeilijk anders, omdat de materie die notarissen moeten beheersen, vaak ook ingewikkeld én zeer uitgebreid is. Een notaris is betrokken bij heel wat takken van het recht en wordt natuurlijk verondersteld om daar de juiste kennis over te hebben. Komt daarbij dat alles constant evolueert en dat je je dus permanent moet bijscholen om op de hoogte te blijven.” “Je moet het natuurlijk ook niet overdrijven”, zegt notaris Maquet. “De reputatie van het examen is een beetje overtrokken en er hangen heel wat urban legends rond. Als ik op mijn eigen examen in 2001 terugkijk, kan ik alleen maar zeggen dat dat eigenlijk probleemloos gegaan is. Het grote verschil was wel dat het examen toen nog geen reputatie hád. Het was namelijk de eerste keer dat het georganiseerd werd (lacht).” Mensentaal Maar niet alleen is de examenstof ingewikkeld en uitgebreid, er is nog een tweede struikelblok, zegt Jo Baret. “De notaris moet niet alleen perfect op de hoogte zijn van de juridische materie die hij op zijn bord krijgt, hij moet die ook nog eens uitgelegd krijgen in een taal die zijn cliënten kunnen begrijpen. Je moet dus niet alleen de kennis hebben, je moet ze ook in mensentaal kunnen BENOEMINGSCOMMISSIES VOOR HET NOTARIAAT verwoorden. Dat is precies wat we testen op het mondelinge gedeelte van het examen. En dat is niet zo evident, hoor. Regelmatig zien we kandidaten die erg goed scoren op het schriftelijke examen, maar toch ontgoochelen op dat mondelinge gedeelte.” Voor de examens werken de Nederlandstalige en Franstalige commissies nauw samen wat betreft de organisatie en logistiek. De inhoud van de examens en de vragen staan echter compleet los van elkaar. “In de eerste Commissie zijn er examens geweest die hetzelfde waren, maar daar is men van afgestapt omdat het vertalen veel te veel werk was”, legt notaris Maquet uit. “De regelgeving verschilt uiteraard ook dikwijls heel erg. Er zijn heel wat decretale en regionale wetten die totaal anders zijn in de twee gewesten.” Tips En welke tips zouden de voorzitters dan kunnen meegeven aan de moedigen die aan het examen deelnemen? “Ik denk dat een tijdige voorbereiding cruciaal is”, zegt Jo Baret. “Zoals ik al zei, is er een zeer breed spectrum aan juridische materie die je moet kennen en we proberen ook over elk deelgebied wel een vraag te stellen. De wetgeving wordt ook constant geüpdatet, daar moeten de kandidaten dus voortdurend van op de hoogte zijn. Volg dus de juridische actualiteit, lees het e-notariaat en blijf bij. Als derde tip zou ik aanraden om tijdens de stage zoveel mogelijk praktijkgericht te werken. Zie dat je in de front office terechtkomt en blijf niet steken in de back office waar je constant dezelfde taken uitvoert. Want op het examen is de kans natuurlijk reëel dat je ondervraagd wordt over zaken waar je niet elke dag mee in contact komt. Dat is trouwens meteen ook een oproep aan de stagemeesters.” “Het ligt soms ook wel aan de kandidaten zelf”, vult notaris Maquet aan. “Er zijn er nog te veel die absoluut in een grote associatie willen werken. Terwijl je in een kleiner kantoor veel vaker met heel diverse zaken te maken krijgt. Ik zie ook vaak kandidaten die last hebben met tijdsmanagement, die zich op het examen verliezen in details en geen keuzes kunnen maken.” Vleugels uitslaan Sinds enkele maanden huist de Commissie, die jarenlang in de Bergstraat gevestigd was, in een nieuw gebouw vlakbij het Parlement. Die verhuis is er niet toevallig gekomen en is ook wel een beetje symbolisch, zegt Jo Baret. “Het was eigenlijk van in 2000 de bedoeling dat de Commissie volledig zelfstandig zou kunnen werken, maar dat heeft wel iets langer geduurd dan voorzien. We hebben dus jarenlang gesteund op de Nationale Kamer die ons personeel en ruimte ter beschikking heeft gesteld, iets waarvoor ik hen ook nadrukkelijk wil bedanken. Maar nu is dus de tijd gekomen om onze vleugels uit te slaan en onze zelfstandigheid echt concreet te maken. De verhuis gaat dus gepaard met een grotere onafhankelijkheid en met een eigen secretariaat dat uitgebouwd wordt. Als voorzitters is het onze taak om die nieuwe structuur zelfstandig te kunnen laten werken en we moeten ook zorgen voor een grote continuïteit, voor de dag dat wij hier niet meer zullen zijn.” Voor zijn huisvesting werkt de Commissie nu samen met de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het personeel wordt geleverd door de Senaat. “De banden met de Bergstraat zijn misschien een beetje losser geworden, maar het is zeker de bedoeling om de goede verstandhouding met de andere notariële instellingen te behouden”, benadrukt Jo Baret. Vous pouvez consulter le texte en français sur l’e-notariat. 9 10 Michel Gassée Emmanuel Crooÿ La force des évidences Au terme de ses études secondaires de latin/grec, elle savait que ce serait le droit... En licence à l’UCL, que ce serait le droit civil. « Parce que c’est le droit qui touche les gens » ! Et, pendant son stage chez un avocat au Barreau, elle sut rapidement que ce serait le notariat... D’abord comme clerc, puis comme associée et, enfin, comme notaire titulaire d’une étude en forme de « coquille quasiment vide ». Rencontre avec une femme qui aime les défis. Pas de clientèle, pas de bureaux, pas d’informatique, pas de personnel, pas de dossier... Quand Isabelle Van Campenhoudt prête serment, le 6 novembre 2012, son étude est une coquille quasi vide. Elle prend pourtant la succession d’un notaire bien connu à Schaerbeek, Xavier Wets. Explication : « Le fils de Xavier Wets, Simon, était devenu notaire dans la commune en 2002, résume Isabelle Van Campenhoudt. Père et fils partageaient les mêmes bureaux et, au bout du compte, leurs deux études avaient fini par fonctionner pratiquement comme une étude unique. C’est ce qui explique pourquoi l’étude au nom de Xavier Wets était devenue une sorte de coquille vide à sa démission en 2007. » Pas totalement vide néanmoins, puisque la succession comporte les minutes du notaire Xavier Wets et de ses prédécesseurs. Isabelle Van Campenhoudt Quoi qu’il en soit, l’étude restera encore vacante pendant quelques années. Il faut dire que le défi pour le successeur était – est – immense : créer une clientèle à partir de presque rien. « Pendant les deux premiers mois, on taille les crayons, raconte Isabelle Van Campenhoudt en riant. Plus sérieusement, j’en ai profité pour mettre à jour mes lectures juridiques. Et puis, petit à petit, les choses se sont enclenchées à partir du mois de janvier 2013. » Les clients ont commencé à trouver le chemin de cette petite étude située à un jet de pierre du boulevard Reyers et de la RTBF à Bruxelles. Les dossiers rentrent, de plus en plus nombreux. L’agenda se remplit au point qu’avant les vacances d’été, Isabelle Van Campenhoudt décide qu’à la rentrée, elle doit engager quelqu’un. « Je n’avais pas besoin d’aide pour gérer les dossiers NOTARIUS 2013 TOUR DE BELGIQUE DECEMBER - DÉCEMBRE juridiques, à vrai dire, je pouvais encore augmenter ce temps de travail-là, mais il était devenu impossible de signer des actes et, en même temps, de décrocher le téléphone, ouvrir la porte, etc. Et puis, tout de même, c’est un peu gênant de devoir répondre à un appel dévié vers votre GSM pendant la signature d’un acte chez un confrère... Vis-à-vis du confrère mais également vis-à-vis de votre client. Car pour le client, la signature d’un acte notarial est souvent un moment important de son existence, il a droit à toute notre attention. » Reste la question clé : quel doit être le profil du premier salarié de cette étude (re)naissante ? Une secrétaire pour répondre au téléphone et accueillir les clients ? Un juriste licencié en notariat ? Eh bien, ce sera une juriste, qu’Isabelle Van Campenhoudt compte bien former « à sa sauce »... D’AVENTURE EN AVENTURE Et quelle sauce... Car du caractère, Isabelle Van Campenhoudt n’en manque pas. De suite dans les idées, non plus, apparemment. Les études secondaires ? Elles furent littéraires et ouvrirent une voie presque naturelle vers le monde juridique puisque, avoue-telle volontiers, « le droit s’est très vite imposé comme une évidence ». Parfait ! Mais après ? Ce sera le droit civil qu’elle apprend à aimer pendant ses années de licence. Là encore, Isabelle Van Campenhoudt parle d’ « évidence » : « Pourquoi ? Parce que ça touche les gens. Voilà ! Le droit civil, c’est le droit de la vie quotidienne. J’ai accroché très vite ». Mais après ? Dilemme... Le barreau ou le notariat ? 90 heures de stage chez un avocat, et la réponse est... évidente : ce sera le notariat. « Cet avocat traitait essentiellement du droit administratif et du droit des étrangers, ce n’était vraiment pas ma tasse de thé. En fait, c’est plus par la matière que par la pratique du métier d’avocat en tant que telle que j’ai évité le barreau. » Encore fallait-il « accrocher » avec le monde notarial. L’occasion vient avec la licence en notariat : deux journées de cours par semaine, trois jours de pratique dans une étude. C’est la révélation. « J’ai accroché dès le premier jour. J’ai aussi eu la chance d’avoir un maître de stage très chouette, très compétent, en la personne de Didier Gyselinck. On est d’ailleurs restés en contact, c’est quelqu’un que j’ai régulièrement consulté quand il m’a fallu prendre des décisions importantes pour ma carrière. » C’est chez lui en tout cas qu’Isabelle Van Campenhoudt dit avoir appris les bases du métier. On est en 1998. Elle envoie son cv, Edouard De Ruydts l’engage comme clerc dans son étude à Forest. Elle y restera jusqu’en 2006. « Une très belle expérience, dit-elle aujourd’hui, une excellente collaboration avec lui et son équipe. Une étude pas trop grande, un boulot varié de généraliste, avec droit de la famille, successions, ventes publiques, immobilier, sociétés aussi mais pas trop grandes, bref, une chouette tranche de vie. » Mais voilà, une nouvelle évidence se fait jour : elle sera notaire elle aussi. Elle veut présenter le concours. Elle le réussit en 2003... à sa grande surprise. Pour autant, le grand saut vers une étude à elle n’est pas immédiat, notamment parce qu’elle n’a pas encore réussi l’examen linguistique (ce sera chose faite en 2007) et qu’elle veut s’installer à Bruxelles où le bilinguisme est indispensable. Mais l’envie d’aller voir ailleurs la démange, pour se confronter à d’autres méthodes de travail. « Edouard De Ruydts le comprend fort bien, raconte-t-elle. En 2006, je rejoins l’étude de Bernard Dewitte comme collaboratrice. L’idée de l’association germe tout doucement et, en 2009, Bernard me propose de devenir son associée. J’accepte, évidemment. Je dois dire qu’humainement, on s’entendait bien. En 2011 pourtant, je romps l’association. Avec le recul, je pense que nos méthodes de travail étaient sans doute trop différentes ; ensuite, je n’ai pas bien vécu mon changement de statut au sein de l’étude de Bernard : de collaboratrice au départ, je suis devenue patron, co-dirigeante en tout cas. Pas simple à vivre par rapport aux autres collaborateurs de l’équipe. Je me suis souvent retrouvée en porte-à-faux entre mes anciennes collègues et mon associé. On n’est pas préparé à ça et le résultat, c’est que l’ambiance de travail ne me convenait plus. » Isabelle Van Campenhoudt s’en va donc, sans savoir de quoi son avenir immédiat sera fait. Quelques mois de congé sabbatique sûrement, c’est idéal pour souffler après quelques années exigeantes. Mais les mois passent, les procédures de nomination prennent plus de temps que prévu, elle commence à trouver le temps long et, pendant quelques mois, elle travaille comme indépendante pour des confrères à Waterloo jusqu’à ce choix des Commissions : la succession du notaire Xavier Wets lui échoit. Elle relève le défi. Comme une évidence... Loue des bureaux, achète du matériel, reçoit les premiers coups de téléphone de clients. Le bouche à oreille commence à fonctionner. Aujourd’hui, 40% de sa clientèle émane de son réseau de connaissances, 20% sont de nouveaux clients et 40%, d’anciens clients qui l’ont retrouvée dans l’annuaire « alors, insiste-t-elle, que je n’en avais recontacté aucun, par respect pour mon ancien associé ». Un an après le début de cette aventure un peu folle, Isabelle Van Campenhoudt semble avoir trouvé ses marques. Elle n’a pas envie, dit-elle, de développer une grosse machine, une grosse étude avec une croissance folle. Ce qui compte, c’est la relation de proximité avec le client. Pour elle, c’est une évidence. 11 NATIONALE KAMER - NOTARIËLE KANTOORORGANISATIE 12 Bo Bogaert De associatie van A tot Z Alles wat u over het associatieproces wil weten beschikbaar op het e-notariaat Het departement Kantoororganisatie van de KFBN en de Nationale Kamer van notarissen hebben de handen in elkaar geslagen en een praktische gids geschreven over alle aspecten van het associatieproces. Het vademecum en de bijhorende checklists, modelbrieven en meest gestelde vragen vindt u terug op het e-notariaat in het submenu ‘Associatie’. Steeds meer associaties Sinds 1 januari 2000 zijn associaties in het notariaat toegestaan en de laatste jaren kent deze samenwerkingsvorm een groeiend succes. De wens om meer beschikbaar te zijn voor de cliënt, een beter evenwicht tussen professioneel en privéleven, de plicht om een continu toenemend aantal juridische en niet-juridische onderwerpen te doorgronden, … zijn maar enkele van de redenen waarom (kandidaat-)notarissen kiezen om te associëren. De Nationale Kamer en het departement Kantoororganisatie van de KFBN kregen daarover steeds meer vragen: hoe moeten we dit voorbereiden en concreet aanpakken? Welke zijn de wettelijk te volgen procedures? Wie kan ons daarbij helpen? Waar vind ik informatie? Alle antwoorden op die vragen vindt u terug in het overzichtelijk vademecum dat beschikbaar is op het e-notariaat onder Beroep > Uitoefening van het ambt > Associatie of onder Kantoor > Kantoor Management > Associatie. ‘hoe pakken we dit aan’ overstappen.’ Het vademecum legt de nadruk op een goede voorbereiding. Daarmee staat of valt alles. De gids spoort toekomstige associés aan om zich te bezinnen over niet zo voor de hand liggende zaken. Ja, zelfs al over de gevolgen van het einde van de associatie. ‘Het is belangrijk dat associés zich op dezelfde lijn bevinden en dezelfde verwachtingen hebben van hun samenwerking. Alles, van fundamentele zaken tot het kleinste detail, moet bespreekbaar zijn. Van de waarden en de visie van het toekomstig kantoor tot de praktische kantoororganisatie. Een objectieve externe persoon biedt hier vaak een toegevoegde waarde: hij kan punten bespreekbaar maken zonder dat een partij zich onwennig moet voelen. Kandidaat-associés kunnen hiervoor beroep doen op de KFBN of op een geaccrediteerd consultant die terug te vinden is via het e-notariaat. Wij raden kandidaat-associés ook aan om eens met collega’s die al geassocieerd zijn te praten.’ Goed begonnen is half gewonnen ‘We vergelijken een associatie graag met een huwelijk’, steekt Catherine Van Acker, verantwoordelijke van het departement Kantoororganisatie, van wal. ‘Net zoals voor verloofden is het voor kandidaat-associés belangrijk dat ze op voorhand goed nadenken over het ‘waarom’ en ‘met wie’ ze zich willen associëren en niet onmiddellijk naar het Voor de juridisch-formele kant van de zaak is de Nationale Kamer verantwoordelijk. Anne Catherine Deleye, directeur van de Nationale Kamer: ‘Het opstarten van een associatie is onderworpen aan heel wat wettelijke en deontologisch voorgeschreven bepalingen. Met behulp van checklists (bijvoorbeeld voor het opstellen van de associatieovereen- komst, het opmaken van de statuten, het huishoudelijk reglement, …) en modelbrieven (aanvraag tot aanstelling schatter, verzoek Provinciale Kamer tot goedkeuring associatie, melding eind van de associatie aan de minister, …) willen we een overzicht geven van alle stappen die kandidaat-associés moeten ondernemen. Omdat iedere individuele situatie verschillend is, hebben we er bewust voor gekozen om geen modellen ter beschikking te stellen voor de associatieovereenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement. In de checklists vestigen we wel de aandacht op de wettelijke voorschriften en stippen we een aantal mogelijkheden aan. Elke associatie is persoonlijk en tailor-made. We willen iedereen aanmanen om voldoende tijd te nemen om alles goed door te praten.’ Flexibel werkinstrument Het vademecum kwam tot stand mede door interviews met geassocieerde notarissen. Zij vertelden ons over de voor- en nadelen van de associatie, de valkuilen en de aandachtspunten. Deze gids is dan ook een continu ‘work in progress’. Uw ervaringen en aanvullingen kunnen ons helpen om de gids steeds verder te verfijnen. U mag uw suggesties doorgeven aan Catherine Van Acker: [email protected] of Anne Catherine Deleye [email protected]. NOTARIUS 2013 BERGSTRAAT DECEMBER - DÉCEMBRE 13 U hebt sneller uw lening dan dat u omzetting van vruchtgebruik in volle eigendom hebt gezegd. U KUNT REKENEN OP ONZE ADVISEURS VRIJE BEROEPEN. Maak een afspraak via 02 433 43 31 of surf naar bnpparibasfortis.be/vrijberoep bnpparibasfortis.be bnpparibasfortis.be Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag door de kredietverstrekker. V.U.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702. CHAMBRE NATIONALE – ORGANISATION DES ÉTUDES NOTARIALES 14 Bo Bogaert L’association de A à Z Un tout nouveau guide pour se lancer dans l’association disponible sur l’e-notariat Le département Organisation des études de la FRNB et la Chambre nationale des notaires ont collaboré à la rédaction d’un guide pratique concernant tous les aspects du processus d’association. Le vade-mecum mais aussi les check-lists, modèles de lettres et questions / réponses (FAQ) en rapport avec le sujet sont dès à présent disponibles sur l’e-notariat dans le sous-menu « Association ». Toujours plus d’associations Les associations sont autorisées depuis le 1er janvier 2000 et, ces dernières années, cette forme de collaboration connaît un succès grandissant. L’envie d’être plus disponible pour ses clients, un meilleur équilibre entre vie professionnelle et vie privée, l’obligation de devoir se pencher sur un nombre sans cesse croissant de sujets juridiques et non juridiques, … ne sont que quelques-unes des raisons qui incitent les (candidats)-notaires à opter pour l’association. Le nombre de questions qui parvient à ce sujet à la Chambre nationale et au département Organisation des études de la FRNB est en constante augmentation : comment se préparer concrètement pour s’associer, quelles sont les règles à respecter, qui peut nous aider, où trouver des informations ? Les réponses à toutes ces questions se trouvent sur l’e-notariat sous Etude > Management des études > Association ou Profession > Exercice de la profession > Association. Une bonne préparation : la clef de la réussite « On peut comparer une association à un mariage », explique Catherine Van Acker, responsable du département Organisation des études. « Tout comme des fiancés, il est essentiel que les candidats associés réfléchissent d’abord correctement au “Pourquoi” de l’association et au choix du “partenaire” avant le “Comment” ». Le vade-mecum met l’accent sur la préparation. C’est en effet la première condition du succès. Le guide encourage ainsi les futurs associés à porter leur attention sur certains aspects qui ne leur sautent pas aux yeux, mais qui ont une réelle importance pour leur projet. Cela inclut notamment les conséquences de la fin de l’association. « Il est important que les associés soient sur la même longueur d’onde et qu’ils aient les mêmes attentes concernant leur collaboration. Tout, absolument tout – depuis les fondamentaux jusqu’aux plus petits détails – doit pouvoir être discuté. Tant les valeurs et la vision de l’avenir de l’étude jusqu’à son organisation pratique. Le regard objectif d’une personne externe constitue bien souvent une valeur ajoutée : elle peut aider à aborder des sujets sensibles sans risquer de mettre l’une des deux parties dans l’embarras. Les candidats associés peuvent faire appel à la FRNB ou à un des consultants accrédités renseignés sur l’e-notariat. Nous conseillons, en outre, aux candidats-notaires de s’entretenir avec des confrères déjà associés. » La Chambre nationale est responsable des aspects juridico-formels. Anne Catherine Deleye, Directeur : « Le lancement d’une association est soumise à toute une série de règles légales et déontologiques. Nous avons réalisé des check-lists (par exemple pour la rédaction de la convention d’association, des statuts, du règlement d’ordre intérieur,…) et des lettres types (demande de désignation d’un estimateur, demande de l’approbation d’association de la Chambre nationale, déclaration de fin d’association au ministre,…) afin de donner un aperçu des différentes démarches que doivent entreprendre les candidats-associés. Chaque situation individuelle étant différente, nous avons délibérément choisi de ne pas proposer de modèle de convention d’association, de statuts ou de règlements d’ordre intérieur. Dans les check-lists, nous attirons toutefois l’attention sur le prescrit légal et nous présentons quelques solutions. Chaque association doit être conçue “ sur mesure “ pour ses membres. Nous voulons encourager les futurs associés à prendre le temps pour aborder minutieusement l’ensemble des aspects. » Un outil destiné à évoluer Le vade-mecum a été élaboré notamment grâce à des entretiens avec plusieurs notaires associés. Ils nous ont confié les avantages et les inconvénients de l’association, les pièges à éviter et les questions à ne pas négliger. Comme ce guide est évolutif, vos expériences et vos contributions nous aideront à l’enrichir. N’hésitez pas à transmettre toutes vos remarques et suggestions à Catherine Van Acker : [email protected] ou Anne Catherine Deleye : [email protected]. NOTARIUS 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE 15 Votre prêt en moins de temps qu’il n’en faut pour dire acceptation de succession sous bénéfice d’inventaire. VOUS POUVEZ COMPTER SUR NOS CONSEILLERS PROFESSIONS LIBÉRALES. Prenez rendez-vous au 02 433 43 32 ou surfez sur bnpparibasfortis.be/professionliberale bnpparibasfortis.be bnpparibasfortis.be Sous réserve d’acceptation de votre demande par le prêteur. E.R.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis SA, Montagne du Parc 3, 1000 Bruxelles, RPM Bruxelles, TVA BE 0403.199.702. 16 Aurélie Van der Perre Quiz privacy Pour notaires & collaborateurs Confrontez vos pratiques de travail à la législation relative à la protection de la vie privée Quotidiennement, le notaire et ses collaborateurs effectuent des traitements de données à caractère personnel (recherches auprès des sources authentiques, communication de données vers les autorités publiques, etc.). Dans un contexte de dématérialisation croissante, les risques d’atteinte aux données à caractère personnel des citoyens sont de plus en plus élevés. Les abus en la matière défraient d’ailleurs la chronique. Le notariat peut, une fois de plus, se positionner comme garant d’un droit fondamental dont la protection devient un véritable enjeu sociétal. Dans ce cadre, nous vous proposons de tester vos pratiques professionnelles relatives aux traitements de données à caractère personnel. En sus, des trucs et astuces vous sont proposés afin d’améliorer facilement vos méthodes de travail et de vous conformez en douceur à la législation. QUESTIONS 1. Vous acceptez qu’un collègue utilise votre carte d’accès à l’e-notariat : a) En lui donnant des instructions précises ; b) Sauf s’il s’agit d’une carte eID ; c) De manière systématique ; d) En aucune façon. 2. Vous utilisez les données cadastrales : a) Sans contrainte, ces données n’étant pas confidentielles ; b) En respectant les règles précisées dans l’autorisation de la Commission de la vie privée ; c) À des fins privées et/ou professionnelles ; d) Uniquement avec l’accord du client concerné. 3. Vous avez communiqué les données d’un client pour la DB « Points de comparaison » : a) Vous en avez informé ce client ; b) Vous en avez informé ce client et déclaré le traitement à la Commission vie privée ; c) Vous n’en avez pas informé ce client ; d) Vous avez demandé une autorisation à la Commission vie privée. 4. Pour utiliser le numéro national d’un client, vous : a) Lui demandez son autorisation écrite ; b) Lui demandez son autorisation orale ; c) Ne faites rien ; d) Respectez les règles décrites dans les autorisations de la Commission de la vie privée. 5. Vous accédez à l’e-notariat en dehors de l’étude : a) Uniquement depuis votre domicile ; b) Uniquement dans le train et dans le parc ; c) Peu importe l’endroit ; d) Uniquement en respectant les règles de sécurité de l’étude. 6. Vous effectuez une recherche au Registre national sur un nouveau client : a) Avant de l’avoir rencontré ; b) Après l’avoir rencontré ; c) Après avoir jugé que la recherche était nécessaire ; d) Après lui avoir demandé l’autorisation. 7. Vous publiez des photographies sur Immoweb : a) Avec ou sans passant(s) ; b) Avec ou sans plaque(s) d’immatriculation de tiers ; c) Sans passant ni plaque d’immatriculation de tiers ; d) Avec ou sans passant(s) et plaque(s) d’immatriculation de tiers. NOTARIUS 2013 E-NOTARIAT DECEMBER - DÉCEMBRE Explications, trucs et astuces 1ère question Il est évidemment interdit de prêter sa carte d’accès à l’e-notariat à un tiers. En effet, la carte d’accès à l’e-notariat – qu’il s’agisse d’une carte eID ou de tout autre carte à puce (par exemple la carte eNot ou anciennement la carte REAL) – ne peut être utilisée que par son titulaire. L’article 16, § 4 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel (par après « loi vie privée »), prévoit qu’« afin de garantir la sécurité des données à caractère personnel, le responsable du traitement » doit « prendre les mesures techniques et organisationnelles requises pour protéger les données à caractère personnel », notamment contre « l’accès non autorisé de données à caractère personnel ». La loi précise que ces mesures doivent « assurer un niveau de protection adéquat, compte tenu, d’une part, de l’état de la technique en la matière et des 1 2 frais qu’entraîne l’application de ces mesures et, d’autre part, de la nature des données à protéger et des risques potentiels ». En d’autres termes, cela signifie que la Fédération Royale du Notariat belge, en tant que responsable de l’e-notariat, a dû mettre en place des mesures de sécurité particulières pour protéger les accès non autorisés vers les données à caractère personnel. Le niveau de confidentialité des données accessibles par le biais de l’e-notariat est évidemment élevé1. Parmi les mesures de sécurité mises en place, la Fédération Royale du Notariat belge a limité l’accès de l’e-notariat aux seules personnes détentrices d’une carte à puce sécurisée. Notons que la Commission de la protection de la vie privée requiert explicitement, dans sa déclaration de réponse d conformité relative à la sécurité des systèmes2, qu’ « un mécanisme d’autorisation d’accès conçu de façon à ce que les données à caractère personnel traitées et les traitements les concernant ne soient accessibles qu’aux personnes et applications explicitement autorisées a été mis en place ». Rappelons que les conditions d’utilisation de l’e-notariat, auxquelles ont adhéré les utilisateurs du Portail, précisent que le titulaire d’une carte doit prendre les mesures nécessaires afin d’éviter qu’une tierce personne ne puisse l’utiliser. En conclusion, le fait de prêter sa carte à un tiers sera toujours considéré comme illégal dans le chef de l’utilisateur au vu des enjeux poursuivis. En cas d’abus, la responsabilité pénale du titulaire de la carte pourrait être engagée. A titre d’exemple, les données du Registre national, de la Banque-Carrefour de la sécurité sociale, du Registre central des testaments, etc. Il s’agit d’un document que la Fédération Royale du Notariat belge doit remplir et s’engager à respecter pour qu’un accès vers le Registre national soit offert aux notaires. Celui-ci est disponible sur le site internet de la Commission de la protection de la vie privée : http://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/explications-declaration-de-conformite-rn_0.pdf 17 18 2ème question L’accès aux données cadastrales ne peut être réalisé que dans le cadre de l’autorisation spécifique délivrée au notariat par la Commission de la protection de la vie privée. Notons que chaque accès vers une source de référence (Cadastre, Registre national, etc.) doit être prévu légalement ou faire l’objet d’une autorisation spécifique du Comité sectoriel compétent auprès de la Commission de la protection de la vie privée. Ainsi, en vertu de l’article 36bis de la loi vie privée, « toute communication électronique de données personnelles par un service public fédéral ou par un organisme public avec personnalité juridique qui relève de l’autorité fédérale, exige une autorisation de principe (du comité sectoriel compétent) ». Les notaires et leurs collaborateurs ont été autorisés à accéder aux données cadastrales dans le cadre des tâches qui relèvent de leur compétence par la délibération 09/2011 du Comité sectoriel pour l’Autorité Fédérale. L’autorisation, accessible en ligne via le site de la Commission de la protection de la vie privée3, précise les modalités de cet accès. Bien que la plupart des données cadastrales soient librement accessibles auprès des pouvoirs communaux ou disponibles en ligne, le fait de disposer d’un accès généralisé aux données cadastrales nécessite que certaines mesures soient prises afin de garantir la vie privée des personnes concernées. Afin d’éviter les accès illégitimes, la FRNB est d’ailleurs tenue d’assurer « un système de «logging/ auditing» permettant d’archiver les données relatives aux consultations et de retrouver, pour chaque consultation, le dossier dans le cadre duquel la recherche a été effectuée ». Dans la délibération 09/2011 précitée, le Comité sectoriel précise que les notaires et leurs collaborateurs bénéficient d’un accès automatisé au Cadastre uniquement dans le cadre de l’accomplissement des missions légales du notaire. Toute autre utilisation serait constitutive d’infraction pénale. 3ème question L’obligation d’information et de transparence vis-à-vis des personnes dont les données à caractère personnel sont traitées est incontestablement un principe de base de la loi vie privée. Le fait d’alimenter la base de données des « Points de comparaison » est somme toute légitime dans le chef du notaire et de ses collaborateurs. Cela étant, le responsable du traitement, le notaire, est tenu à un devoir de loyauté et de transparence vis-à-vis de son client lors du traitement de ses données à caractère personnel. Il est intéressant de savoir que cette obligation s’applique en toutes circonstances, et donc même si le traitement est autorisé par ou en vertu d’une loi. L’article 9 de la loi vie privée prévoit en effet que le responsable du traitement doit fournir « à la personne concernée auprès de laquelle il obtient les données la concernant et au plus tard au moment où ces données sont obtenues », au moins les informations concernant les finalités du traitement, l’éventualité d’un droit d’opposition au traitement et les destinataires des données. En conclusion, il est essentiel que le client puisse être informé de manière suffisamment précise des traitements réponse b réponse a effectués à son égard. La méthode d’information est laissée au libre choix du notaire. Pour éviter que la responsabilité pénale du notaire et/ou de ses collaborateurs ne puisse être mise en cause, il est conseillé de remettre ces informations par écrit au citoyen et ce, dans un langage clair et compréhensible afin que ce dernier ne puisse se méprendre sur les intentions louables d’une telle démarche : la protection d’un droit fondamental. Disponible via le lien suivant : http://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/d%C3%A9lib%C3%A9ration_AF_009_2011_0.pdf. En vertu de l’article 8 de la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques. 5 Il vous suffit d’introduire le numéro de la délibération dans le moteur de recherche accessible par le biais du lien hypertexte suivant : http://www.privacycommission.be/fr/search. 3 4 NOTARIUS 2013 E-NOTARIAT DECEMBER - DÉCEMBRE 4ème question L’utilisation du numéro d’identification du Registre national n’est considérée comme légitime que si la loi le prévoit ou si le Comité sectoriel du Registre national (auprès de la Commission de la protection de la vie privée) en a expressément donné l’autorisation4. Chacune de ces autorisations détaille les modalités d’utilisation du numéro national. Les notaires ont reçu l’autorisation formelle d’utiliser le numéro national comme critère de recherche pour accéder : au Registre national et à la Banque-carrefour de la sécurité sociale ; aux Registres centraux des testaments et des contrats de mariage ; au Cadastre ; au fichier central des avis de saisies, de délégation, de cession et de règlement collectif de dettes (cf. délibérations 58/2008, 15/2011, 16/2011, 12/2012). Une autorisation récente permet également au notaire d’insérer le numéro national dans les actes authen- tiques (délibération 38/2013). Toutes les délibérations du Comité sectoriel sont librement accessibles sur le site de la Commission de la protection de la vie privée5. Toute autre utilisation du numéro national serait susceptible d’être sanctionnée pénalement. La loi organisant un registre national des personnes physiques du 8 août 1983 précise les organismes habilités à demander auprès de la Commission de la protection de la vie privée l’autorisation d’utiliser le numéro national. A titre informatif, seuls les organismes accomplissant des missions d’intérêt général ou travaillant dans le cadre de l’ordre public ont le droit de demander une autorisation auprès de la Commission. A titre d’exemple, eBay avait demandé de pouvoir utiliser le numéro national de ses utilisateurs présent sur la carte à puce de leur carte eID. La demande a été jugée irrecevable. 5ème question L’accès au réseau de l’étude à distance peut être utile pour le notaire et pour ses collaborateurs, par exemple pour ceux qui souhaitent travailler depuis leur domicile. Cela étant, l’accès à distance doit être suffisamment sécurisé. En effet, l’article 16, § 4 de la loi vie privée prévoit que le responsable du traitement doit prendre « les mesures techniques et organisationnelles requises pour protéger les données à caractère personnel contre la destruction accidentelle ou non autorisée, contre la perte accidentelle ainsi que contre la modification, l’accès et tout autre traitement non autorisé de données à caractère personnel ». Afin de répondre à cette obligation, quelques précautions peuvent utilement être prises. Ainsi, le notaire s’assurera (ou fera assurer par son fournisseur informatique) que l’accès à internet est 6 sécurisé, que les logiciels anti-virus des PC portables sont régulièrement mis à jour, que le système impose l’utilisation de mots de passe adéquats ou encore qu’une mise en veille automatique se déclenche après un certain temps. L’utilisateur notaire ou collaborateur accédera à l’e-notariat en bon père de famille. Il prendra soin de ne pas se connecter dans des endroits non sécurisés (train, zones publiques, etc.). S’il souhaite utiliser son propre PC, celui-ci devra être configuré de manière à répondre aux critères de sécurité de l’étude. Rappelons que les infractions à la loi vie privée sont punissables pénalement et que l’utilisateur pourrait être personnellement sanctionnés – s’il ne prend réponse d réponse d pas certaines mesures de sécurité – lorsqu’il accède à des données à caractère personnel. Notons, bien que cela ne soit pas expressément interdit si le système est suffisamment sécurisé, qu’il est déconseillé d’accéder au réseau depuis un pays situé en dehors de l’Europe. Cette barrière tombe si le pays n’est pas considéré par la Commission Européenne comme jouissant d’une protection adéquate6. En effet, l’article 21 de la loi vie privée pose le principe de l’interdiction du transfert des données à caractère personnel en dehors du territoire européen, lorsque ces données seront amenées à être traitées à l’étranger, sauf si le pays en question assure un niveau de protection adéquat. La Suisse, le Canada, Andorre, l’Argentine, les Etats-Unis, Guernesey, l’île de Man, les îles Féroé, Jersey, l’Australie, l’Islande, le Liechtenstein, et Israël ont été considérés par la Commission Européenne comme jouissant d’une protection adéquate. 19 20 6ème question L’obligation d’information et de transparence vis-à-vis des personnes dont les données à caractère personnel sont traitées est incontestablement un principe de base de la loi vie privée. En effet, l’article 4, §1 de la loi vie privée prévoit que les données à caractère personnel ne peuvent être collectées que pour des « finalités déterminées, explicites et légitimes ». Les recherches doivent être rigoureusement encadrées et ne peuvent avoir lieu que si cela s’avère nécessaire à la finalité professionnelle poursuivie. Précisons que l’article 10 de la loi vie privée expose le droit à l’information de la personne concernée. Ce droit permet à toute personne de s’adresser au responsable d’un traitement et d’obtenir de ce dernier une explication détaillée quant au traitement effectué à son égard. Le responsable des traitements dispose alors de 45 jours pour répondre à la demande. Afin de garantir le droit de la personne concernée, la Fédération Royale du Notariat belge s’est vu imposer à plusieurs reprises l’obligation de conserver les preuves techniques d’accès au Registre national. En agissant de la sorte, cette dernière est capable de répondre aux demandes de renseignements de plus en plus fréquentes des citoyens quant aux recherches effectuées à leur égard au Registre national. Ainsi, dans sa délibération n° 24/2006, le Comité sectoriel du Registre national « profite de l’occasion pour attirer l’attention sur le fait que – dans la mesure où l’accès au Registre national s’effectue via une application proposée par le demandeur (la FRNB), ce dernier doit tenir à jour les loggings concernant l’accès, loggings qui reprennent notamment qui a obtenu quelles données à caractère personnel, relatives à qui, quand et pour quelles réponse c finalités, et doit tenir ces loggings à disposition du Registre national et du comité sectoriel du Registre national ». Afin de faciliter au mieux l’exercice des droits des citoyens, le SPF Intérieur a même prévu la possibilité pour ceux-ci de prendre connaissance en ligne des consultations effectuées à leur égard au Registre national. Ce service est accessible au moyen de la carte d’identité électronique (eID) via l’adresse http://www. belgium.be/fr/services_en_ligne/app_ dossier_personnel.jsp. Ce droit d’accès justifie bien entendu le nombre élevé de demandes de renseignements introduites par les citoyens auprès de la Fédération Royale du Notariat belge. Toute recherche infondée serait évidemment constitutive d’infraction pénale. NOTARIUS 2013 E-NOTARIAT DECEMBER - DÉCEMBRE 7ème question La publication de photographies représentant des personnes physiques ou des plaques d’immatriculation est un traitement de données en tant que tel, soumis à la loi vie privée. Leur publication sans accord des personnes concernées est interdite. Tout individu bénéficie du droit à l’image. Il s’agit d’un droit de la personnalité qui découle directement de l’article 22 de la Constitution qui établit le respect du droit de chacun à sa vie privée et familiale. Le lien entre le droit à l’image et le droit de la protection de la vie privée dans le cadre de traitements de données à caractère personnel est étroit7. En effet, la définition d’une donnée à caractère personnel est extrêmement large : « toute information concernant une personne physique identifiée ou identifiable » (article 1er de la loi vie privée). De la capture d’image d’une personne physique découlera 7 donc quasi irrémédiablement un traitement de données, ce qui rendra la loi vie privée applicable. Notons qu’est réputée identifiable toute « personne qui peut être identifiée, directement ou indirectement, notamment par référence à un numéro d’identification ou à un ou plusieurs éléments spécifiques, propres à son identité physique, physiologique, psychique, économique, culturelle ou sociale ». Ainsi, sera considéré comme une donnée à caractère personnel un numéro de téléphone, une adresse, le numéro d’identification national, la religion d’une personne, son profil utilisateur (d’une application informatique par exemple), son profil acheteur (quels sont ses centres d’intérêts), etc. 21 réponse c Le champ d’application de la loi étant très large, le traitement d’une plaque d’immatriculation, comme la publication de son image, tombera immanquablement sous celui-ci. En conclusion, cela signifie que les personnes, dont les données à caractère personnel sont reprises sur une photographie, doivent donner leur consentement sous peine de voir considérer comme illégitime sa publication. Notons que les photographies intérieures des biens publiées sur Immoweb doivent répondre aux mêmes exigences. Plus d’infos ? [email protected] DE HERT, P ; PISSOORT, D. ; SAELENS R., “Le droit à l’image et le recours à la surveillance vidéo », Vie Privée et données à caractère personnel, Bruxelles, Politeia, Mise à jour actualisée au 20 juin 2013, Titre V, pp. 71 et s. Nous remuons ciel et terre pour vous La législation impose des normes environnementales strictes. Tout terrain mis en vente ou cédé doit s’accompagner d’une attestation de sol. Experts indépendants en assainissement du sol, nous apportons à vos clients des réponses pertinentes, rapides, détaillées et claires. Forts de nombreuses années d’expériences sur le terrain, nos collaborateurs vous conseillent et assurent le suivi individuel impeccable de votre dossier, que ce soit pour investiguer ou assainir un terrain. Et ce, partout en Belgique. Tauw Belgique remue ciel et terre pour vous. Demandez-nous conseil. Contacter Michael Dumas: [email protected], T +32 81 20 72 05 www.tauw.be Apporter des solutions durables pour un environnement meilleur EVENTS 22 Bo Bogaert Ann Poppe Nicolas Carette wint de Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat voor zijn boek Derdenbeding. Nicolas Carette, docent Zakenrecht, Inleiding tot het privaatrecht, Rechtsmethodiek aan de Universiteit Antwerpen en advocaat aan de balie te Brussel, ontvangt voor zijn boek Derdenbeding (Antwerpen, Intersentia, 2011, 892 p.) de Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat. In dit werk bespreekt de auteur het complexe en zeer technische leerstuk van het derdenbeding (art. 1121 BW). Een derdenbeding wordt omschreven als een (clausule in een) overeenkomst ingevolge dewelke de belover verbonden is tegenover zijn medecontractant, de bedinger, tot een voordeel uit de overeenkomst ten gunste van een derde, met de strekking dat de begunstigde derde daaraan een recht ontleent. Het werk is de facto onderverdeeld in drie grote delen. In het eerste deel (p. 17-138) wordt een algemene schets gegeven van de derdenwerking van overeenkomsten in het algemeen. In het tweede deel (p. 141-822) schrijft de auteur dan een rechtsvergelijkend onderbouwde algemene theorie van het derdenbeding. Het derde deel (p. 823-848) bevat dan de algemene conclusies van het proefschrift. De jury oordeelde dat Carettes doctoraat, uit de acht ingezonden werken, het best beantwoordt aan de verschillende criteria die de Prijs vooropstelt. “Het werk is zeer vlot geschreven wat, gelet op de vaak heel erg complexe theoretische onderbouw van een aantal concepten uit het verbintenissenrecht, zonder meer als een buitengewone verdienste moet worden gekwalificeerd. Het werk vormt een buitengewoon grondige studie van het derdenbeding en is in dit opzet met zekerheid oorspronkelijk van aard. Het wetenschappelijk niveau van het werk is uitzonderlijk. De door de auteur geschreven algemene theorie van het derdenbeding is een zonder meer origineel werk en in tal van de door de auteur ingenomen standpunten komt deze originaliteit duidelijk tot uiting. Het werk is absoluut een bijdrage tot de rechtswetenschap. “De auteur slaagt er ook steeds in om klare besluiten te trekken waardoor de lezer, ondanks de enorme omvang van het werk, toch het overzicht kan behouden. Dit is ook nodig want de genuanceerdheid van bepaalde vraagstukken is vaak zo groot dat de duidelijkheid van het antwoord volkomen dreigt te verdwijnen.” Op 14 november jl. werd in het notarishuis van Antwerpen voor de 17de keer de Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat uitgereikt. Deze prijs bestaat sinds 1962 en gaat vandaag uit van het genootschap van notarissen van de Provincie Antwerpen. Een onafhankelijke jury van professoren, advocaten, raadsheren en notarissen, allen prominente vertegenwoordigers van de diverse geledingen binnen de juridische wereld, die wordt voorgezeten door de eerste voorzitter van het Hof van Beroep van Antwerpen, beoordeelt alle ingezonden werken. Deze prijs wil jonge auteurs aansporen tot grondig onderzoek en onderbouwde analyses en deze inspanningen belonen. NOTARIUS 2013 INTERNATIONAAL DECEMBER - DÉCEMBRE Bo Bogaert André Michielsens, nieuwe voorzitter van het Europees notariaat In 2014 is België aan de beurt om het Europees notariaat, de CNUE, voor te zitten. Dat doet ze in de persoon van André Michielsens. Deze Antwerpse notaris, die niet aan zijn proefstuk toe is wat betreft het leiden van een notariële organisatie, is er helemaal klaar voor. Notarius vroeg hem naar zijn objectieven van zijn voorzitterschap van de CNUE in 2014. Laten we met de deur in huis vallen: waarom hebt u dit mandaat aangenomen? André Michielsens: “Na mijn voorzitterschap van de Nationale Kamer van notarissen raakte ik, eerder toevallig, opnieuw betrokken bij de werkzaamheden van de Internationale Raad van het Belgisch Notariaat (IRBN). Namelijk in het kader van de procedure voorafgaand aan het arrest van 24 mei 2011 in verband met de nationaliteitsvereiste (het Hof van Justitie besliste dat België de toegang tot het beroep van notaris niet aan eigen onderdanen mag voorbehouden, nvdr). Dit arrest heeft een belangrijke impact op het notarisambt van de toekomst. Als je dan al meer dan vijftien jaar studenten opleidt in het notariaat, doet je dat wel nadenken. Ik vind het meer dan de moeite waard om het notarisambt te verdedigen, en het niet te laten afbreken op basis van een Europese interne marktstrategie.” U loopt al bijna een jaar mee in de CNUE als vicevoorzitter. Wat is uw perceptie van het Europees notariaat na één jaar? André Michielsens: “Wat me opvalt, is de grote verscheidenheid tussen de verschillende notariaten en hoe weinig we van elkaar weten. We zijn altijd geneigd door onze eigen notarisbril te kijken. Een recent bezoek aan de Baltische staten deed me bijvoorbeeld beseffen hoe dynamisch die notariaten zijn, maar, omwille van hun verleden, vanuit een volledig ander standpunt vertrekken. Het is logisch dat een jong land vecht voor zijn eigenheid en zijn zelfstandigheid wil bewaren. En dat is nu net waar het schoentje wringt. De Europese Unie wil zoveel mogelijk harmoniseren en iedere nationale eigenheid onderuit halen om als het ware eenheidsworst te creëren onder het mom van een vrije interne markt. Mijn conclusie na een jaar is dat we als notariaten meer moeten durven opkomen voor onze eigenheid om deze te kunnen bewaren. Daarnaast moeten we kijken naar wat ons bindt in Europa. ” Hebt u op basis van deze ervaring een aantal aandachtspunten kunnen definiëren die u wenst aan te pakken in 2014? André Michielsens: “In de eerste plaats wil ik graag voorzitter zijn voor alle Europese notariaten. Ik ga mijn nationaal petje daarvoor verruilen voor een blauw met sterren (lacht). De Belgische belangen zullen door de Belgische vertegenwoordigers verdedigd worden.” “Ik ben geen voorzitter van het notariaat, maar voor het notariaat” Het is belangrijker om te zoeken naar aspecten die ons binden dan naar de 23 24 Wie is André Michielsens? André Michielsens bekleedde in het verleden onder meer het voorzitterschap van de Nationale Kamer van notarissen en in deze hoedanigheid tevens het covoorzitterschap van de Internationale Raad van het Belgisch Notariaat (IRBN), het Europese en internationaal departement van KFBN en de Nationale Kamer, en het voorzitterschap van de Kamer van Antwerpen. Momenteel is André Michielsens naast geassocieerd notaris te Wijnegem ook voorzitter van de Notariële Zekerheid en directeur van de opleiding Notariaat aan de VUB. zaken waarin we verschillen. Dat kan door een actievere samenwerking binnen de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur van de CNUE, en dit samen met het permanent bureau van de CNUE. Met respect voor ieders eigenheid moeten we onderlijnen wat ons bindt, en dat is vooral de authentieke akte. Deze is eigen aan ons privaatrecht en heeft een bijzondere bewijskracht, namelijk de kracht van een vonnis. De notaris is verantwoordelijk voor de inhoud van de overeenkomst tussen partijen waarvan hij tevens raadsman is. Dat is niet alleen zo in België, maar ook in 21 andere lidstaten van de Europese Unie. Het Angelsaksisch en Scandinavisch recht kennen dit instrument dan weer niet, maar dat mag ons er niet van weerhouden om hard verder te werken aan de valorisatie en erkenning van de authentieke akte door de Europese instellingen. We mogen dit niet verliezen als gevolg van een doorgedreven en soms blinde toepassing van de regels van de interne markt” “Met de Europese verkiezingen in het vooruitzicht is 2014 een bijzonder jaar. In die zin dat nieuwe ambitieuze projecten pas vanaf juni 2014 door de EU op poten zullen gezet worden. In het begin van het jaar zullen de dossiers waaraan begonnen is, worden afgewerkt. De toekomst plannen Het is daarom mijn bedoeling om in 2014 veel te consolideren, maar ook om veel te plannen voor de toekomst. Het zou prachtig zijn als we na de verkiezingen aan de nieuw verkozen leden van het Parlement en de Commissie ons plan voor 2020 met de verwachtingen voor het notariaat kunnen formuleren. We moeten een langetermijnvisie voor het notariaat ontwikkelen. Een visie die niet enkel defensief is, maar ook constructief. We moeten meegaan in de Europese dialectiek zonder onze eigenheid van nationaal notariaat te verliezen. Hierbij kunnen we o.m. beroep doen op het uitmuntende werk dat wordt verricht binnen de verschillende werkgroepen van de CNUE. Experts uit de verschillende notariaten buigen samen over thema’s die het notariaat in Europa aanbelangen op het vlak van onder meer het burgerlijk recht, vennootschapsrecht, enz. De harmonisering van het internationaal privaatrecht binnen de Europese Unie is ook een belangrijk Europees project waar het notariaat sinds vele jaren haar steentje toe bijdraagt. We volgen alle initiatieven van nabij en vormen een belangrijke gesprekspartner van de Europese instellingen omwille van onze expertise in deze materie. Ik wens hierbij ook bijzondere aandacht te vragen voor de recente publicatie van het e-book dat in oktober door de Raad van de Europese Unie werd voorgesteld. Hierin kan elke rechtspracticus terecht voor juridisch commentaar bij de verschillende Europese instrumenten inzake justitie. Nieuwe uitdagingen We moeten ook durven zeggen dat het notariaat niet meer weg te denken is bij heel wat taken die de nationale overheden ons gedelegeerd hebben. Denken we op Belgisch vlak maar aan onze rol bij vastgoedtransacties, nalatenschappen en andere familiegebonden materies. Maar ook op Europees vlak moeten we blijvend uitdagingen durven aangaan. We moeten bijvoorbeeld blijven inzetten op de interconnectie van nationale registers inzake testamenten en huwelijkscontracten. In de toekomst moeten we dat ook doen voor de erfrechtverklaringen waar de notaris in een groot aantal landen naast de rechtbanken een belangrijke functie zal vervullen. Hier kunnen we ook verwijzen naar het ‘e-justice’ verhaal en de rol die vooral de Baltische notarissen hierin spelen. We moeten lessen trekken uit wat er nu reeds op nationaal vlak binnen de notariaten gebeurt. In Frankrijk worden dagelijks 1.500 elektronische authentieke akten opgemaakt en Oostenrijk neemt belangrijke stappen op het gebied van de archivering van akten. Die kennis moeten we exporteren naar andere landen. We moeten ook bewijzen dat het notariaat onmisbaar is in een Europa als rechtstaat en daarover meer en open communiceren, zowel extern als intern. Intern is dit, dankzij de nauwe samenwerking tussen de notariaten binnen de Europese Unie, eenvoudig. Onder meer via het Europees notarieel netwerk waarin het Roemeens notariaat een bijzondere voortrekkersrol speelt. We moeten ons ook bewust zijn van de impact van de economische en financiële crisis, die een heel aantal landen en dus ook notariaten treft.” NOTARIUS 2013 INTERNATIONAAL DECEMBER - DÉCEMBRE Wat is CNUE? CNUE, wat staat voor ‘The Council of the Notariats of the European Union’, fungeert als officiële instantie en spreekbuis van het notariaat bij de Europese instellingen. Gevestigd in Brussel, vertegenwoordigt de CNUE als vzw naar Belgisch recht alle 22 notariaten naar Latijns model van de Europese Unie, van het Spaans notariaat tot het Ests notariaat, en waaronder ook het Belgisch notariaat, als stichtend lid. Het is haar taak om deze notariaten over de evolutie van de Europese wetgeving en alle initiatieven die door de verschillende instellingen van de Europese Unie genomen worden, te informeren. De verschillende notariaten uit de Europese Unie worden in de CNUE door hun nationale voorzitters vertegenwoordigd. Elk jaar verkiezen zij een nieuwe voorzitter die binnen de Raad van Bestuur de werkzaamheden van de CNUE coördineert, de krijtlijnen uitzet en een consensus tracht te vinden in Europese dossiers met belang voor het notariaat om de positie van het notariaat binnen de Europese Unie te verdedigen. Europa maakt inderdaad momenteel een ernstige economische en financiële crisis door. Om hieraan antwoord te bieden wenst de Europese Unie in te zetten op de economische groei. Kan het notariaat een partner zijn van de Europese instellingen in deze uitdaging? En hoe? André Michielsens: “Elk land heeft zijn eigenheid, maar ook zijn problemen op nationaal vlak. Het aantal landen waaraan, sinds het uitbreken van de crisis, de Trojka (dit is de informele naam die gegeven wordt aan de combinatie van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds, nvdr) een bezoek heeft gebracht, om via doorgedreven en zware hervormingen de staatshuishouding opnieuw op orde te brengen, neemt nog steeds toe. We moeten hieruit leren en begrip opbrengen voor wat deze landen en notariaten moeten doorstaan. Tegelijk moeten we voorkomen dat de bouwstenen die de burger ten goede komen, zoals het notariaat, en nu om economische redenen verloren gaan, mee verdwijnen. Het notariaat staat een interne markt niet in de weg. Ze draagt er net toe bij door specifieke projecten.” “Eén van de talrijke projecten van het notariaat voor de burger en de bedrijven in een verenigd Europa is ‘EUFides’. EUFides is een platform opgericht om het Europese burgers eenvoudiger te maken om vastgoed aan te kopen in het buitenland. Het heeft tot doel om de aankoop van een buitenlands goed te laten plaatsvinden zonder dat de burger zich naar het buitenland hoeft te verplaatsen. Dit gebeurt via een intensieve samenwerking tussen de eigen notaris en de notaris van het land waar het goed zich bevindt, waarbij de rechtszekerheid maximaal wordt gegarandeerd.’ Met dit project levert het Europees notariaat een belangrijke bijdrage aan de Europese justitiële ruimte, en dit in het belang van de Europese burger. Met deze logica moet het Europees notariaat haar bijdrage leveren aan de Europa 2020 strategie, ondersteund door de 22 notariaten van de Europese Unie .” Wij gaan tot op de bodem De wetgeving stelt strenge eisen aan de bodemkwaliteit van onroerend goed. Zowel voor de verkoop als voor de overdracht ervan. Als onafhankelijk bodemsaneringsdeskundige geven we u en uw cliënt een duidelijk antwoord op alle vragen over bodemkwaliteit. We doen dat snel, efficiënt en op maat, precies zoals uw cliënt het wil. Onze medewerkers hebben een jarenlange ervaring met bodemonderzoek en -sanering. Ze volgen uw dossier persoonlijk op, samen met uw cliënt, waar ook in België. Tauw België gaat voor u tot op de bodem. Vraag advies aan Herwig De Wilde: [email protected], T +32 16 35 28 26 www.tauw.be Denkkracht voor duurzame omgevingskwaliteit 25 26 Jérome Debie Vers un renouveau de l’infrastructure ICT des études En octobre dernier, l’arrivée du nouveau portail e-notariat marquait le début d’un vaste programme de renouvellement de nombreuses applications. Ainsi, une nouvelle version des « Avis sociaux & fiscaux » a été mise à disposition des études, tout comme une nouvelle application permettant la consultation en ligne des relevés détaillés de chaque facture (« Finance Viewer »). D’autres applications suivront très prochainement, parmi lesquelles eDepot et de nouveaux modules de calculs. Nos objectifs sont de rendre ces applicatifs conformes aux normes technologiques modernes, d’y apporter de nouvelles fonctionnalités et d’améliorer votre confort d’utilisation. Cependant, afin de bénéficier pleinement de ces nouveautés et de limiter au maximum les risques de disfonctionnement, nous conseillons aux études de faire le point sur leur infrastructure informatique. Entendez par là, l’ensemble des équipements informatiques de l’étude, ainsi que tout ce qui concerne les télécommunications. Le cas échéant, l’étude devra entreprendre une série de démarches. Credoc et la Fédération soutiendront les études dans ces démarches. C’est pourquoi, nous avons, tout récemment, édité une brochure reprenant diverses recommandations relatives aux matériels, aux logiciels, à la connectivité et au réseau interne (LAN) des études. D’autres mesures seront également annoncées prochainement. Standardiser les équipements de l’étude Les technologies évoluent de manière exponentielle. Il est donc conseillé de renouveler les postes de travail de l’étude tous les 3 à 5 ans. Il est aussi recommandé de standardiser tous les équipements de l’étude. En équipant tous les postes de travail du même modèle et de la même configuration, vous faciliterez leur maintenance journalière, leurs mises à jour et le support technique en cas de problème. Cette standardisation vous fera réaliser des économies de temps et d’argent. Système d’exploitation et navigateurs Internet Une immense majorité d’études travaillent dans un environnement Windows. À terme, Microsoft ne supportera plus les anciennes versions de son système d’exploitation. Il est donc vivement conseillé aux études travaillant encore sous Windows XP, voire Windows Vista, de passer sous Windows 7 ou 8. Il en va de même pour les navigateurs Internet. À l’heure actuelle, la plupart des applications de Credoc fonctionnent de manière optimale sous Internet Explorer 9. A la fin du 1er trimestre 2014, nous supporterons Internet Explorer 10 et les versions récentes de Google Chrome. Point d’attention : JAVA est le langage de programmation utilisé pour le développement des nouvelles applications, ainsi que pour la signature électronique. Il est impératif que la dernière version de JAVA soit installée et mise à jour régulièrement. Il y a un risque de compromettre le fonctionnement de certaines applications de l’e-notariat, voire même d’empêcher la bonne exécution de la signature électronique. Connectivité Certaines applications comme eRegistration ou eDepot prévoient l’export de documents dans le portail. Ces documents sont parfois très lourds et peuvent occasionner un temps de chargement de plusieurs minutes. Pour un confort d’utilisation optimal, nous vous conseillons de doter l’étude d’une connexion Internet haut-débit moderne et performante. Pour permettre aux études de contrôler les performances de leur connexion Internet, nous avons développé un outil de simulation simple. Rendez-vous donc à l’adresse www.e-notariat.be/speedtest pour faire le test de votre ligne. Pour plus de détails, nous vous renvoyons à la brochure éditée par Credoc sur l’infrastructure ICT des études notariales, ainsi que sur le nouveau portail e-notariat dans la section « Aide ». NOTARIUS 2013 E-NOTARIAT - E-NOTARIAAT DECEMBER - DÉCEMBRE Naar een vernieuwing van de ICT infrastructuur van de kantoren De lancering van het nieuwe e-notariaat afgelopen oktober, betekende het begin van een uitgebreider plan met de vernieuwing van verschillende applicaties. Een nieuwe versie van “Sociale en Fiscale Berichten” is sindsdien ter beschikking van de kantoren, alsook een nieuwe applicatie die de online consultatie van de details van elke factuur (“Finance Viewer”) toelaat. Andere applicaties zullen binnenkort volgen, waaronder eDepot en nieuwe rekenmodules. Het is ons doel om deze applicaties in overeenstemming te brengen met de moderne technologische standaarden, er nieuwe functionaliteiten aan toe te voegen en hun gebruiksgemak te verbeteren. Echter, om ten volle van deze vernieuwingen te kunnen genieten en de risico’s op een slechte werking tot het maximum te beperken, raden wij de kantoren aan om hun ICT infrastructuur op punt te stellen, waarmee de gehele informatica-uitrusting bedoeld wordt, alsook alles wat de telecommunicatie betreft. Indien nodig, zal het kantoor een aantal stappen moeten ondernemen. Credoc en de federatie zullen de kantoren ondersteunen bij het nemen van die stappen. Daarom hebben wij recent een brochure samengesteld met daarin diverse aanbevelingen op het vlak van materiaal, software, aansluitmogelijkheden en intern netwerk (LAN) van de kantoren. Andere maatregelen zullen eveneens binnenkort aangekondigd worden. De kantooruitrusting standaardiseren Technologieën evolueren exponentieel. Daarom is het aangeraden om de werkposten in het kantoor elke 3 à 5 jaar te vernieuwen. Het is ook aangeraden om alle uitrusting van het kantoor te standaardiseren. Door alle werkposten volgens hetzelfde model en met dezelfde configuratie uit te rusten, vergemakkelijkt u hun dagelijks onderhoud, het up-to-date houden en de technische ondersteuning in geval van problemen. Dankzij deze standaardisatie zal u geld en tijd besparen. Besturingssysteem en internetbrowsers Een massale meerderheid van kantoren werkt in een Windows omgeving. Op termijn zal Microsoft de oude versies van zijn besturingssysteem niet meer ondersteunen. De kantoren die nog met Windows XP, en zelfs met Windows Vista, werken, worden sterk aangeraden om over te schakelen naar Windows 7 of 8. Hetzelfde geldt voor de internetbrowsers. Het merendeel van de applicaties van Credoc functioneert optimaal met Internet Explorer 9. Op het einde van het eerste trimester van 2014, zullen we Internet Explorer 10 en de recente versies van Google Chrome ondersteunen. Belangrijk: JAVA is de programmeertaal die gebruikt wordt om nieuwe applicaties te ontwikkelen. Deze wordt ook gebruikt voor de elektronische handtekening. Het is absoluut noodzakelijk dat de laatste versie van JAVA geïnstalleerd is en regelmatig geüpdatet wordt om de werking van verschillende applicaties of de goede uitvoering van de elektronische handtekening niet in gevaar te brengen. Connectivieit Sommige applicaties zoals eRegistration of eDepot zorgen voor de export van documenten in het portaal. Deze documenten zijn soms zeer zwaar en kunnen een laadtijd van meerdere minuten veroorzaken. Voor een optimaal gebruikerscomfort, raden wij u aan het kantoor uit te rusten met een modern en krachtig breedbandinternet. Opdat de kantoren het prestatievermogen van hun internetverbinding kunnen controleren, hebben wij een eenvoudige simulatietool ontwikkeld. Ga naar www.e-notariat.be/ speedtest om uw verbinding te testen. Voor meer details, verwijzen wij u naar de brochure over de ICT infrastructuur van notariskantoren, uitgegeven door Credoc, alsook naar de sectie ‘Help’ op het nieuwe e-notariaat. 27 28 Bo Bogaert Charles Six La Chambre nationale, ce n’est pas la Fédération ! La différence entre la Chambre nationale des notaires et la Fédération Royale du Notariat belge n’est pas tout à fait évidente pour vous non plus ? Ce qu’il se passe à la rue de la Montagne à Bruxelles, c’est du pareil au même, non ? « Non ! » répondent en chœur les notaires Anthony Leleu (Comines) et Henri Meert (Sint-Niklaas). Ils forment à deux la cellule communication de la Chambre nationale, créée afin de mettre une bonne fois pour toutes un terme à cette confusion. Henri Meert en Anthony Leleu Inconnue égal impopulaire « Contrairement à la fédération, La Chambre nationale est une institution publique », ajoute à son tour Henri Meert. « En découle une première différence fondamentale. Alors que nous pouvons considérer la fédération comme étant l’association de défense des intérêts du notariat, la Chambre nationale sert, en premier lieu, l’intérêt général du public. Elle s’assure que tous les notaires exercent leur fonction de manière uniforme, tout en veillant sur les conditions d’exercice égales de la fonction. C’est pourquoi elle rédige des règles et des obligations relatives à toutes les questions de la profession de notaire et à toutes les étapes de la carrière d’un notaire. » « Le problème est que la Chambre nationale, et par conséquent ses activités et ses objectifs, est trop peu connue auprès des notaires », poursuit Anthony Leleu, « cela ne fait que contribuer à la confusion avec la fédération. » La cellule communication doit y remédier. « Ce sont les notaires et les chambres provinciales mêmes qui ont formulé le souhait de bénéficier d’une communication améliorée et plus fréquente. Le notariat devient de plus en plus complexe ; nous sommes sans cesse confrontés à de nouveaux règlements ou bien d’anciens sont modifiés. Notre tâche consiste à en informer les notaires. La communication tient d’ailleurs une place essentielle dans la société dans laquelle nous vivons aujourd’hui. » NOTARIUS 2013 CHAMBRE NATIONALE DES NOTAIRES DECEMBER - DÉCEMBRE Mission de réglementation Henri Meert : « La tâche de la Chambre nationale consiste à édicter des règles sur la façon dont le notaire doit remplir sa fonction, en tenant toujours compte de l’intérêt général. » « Qui plus est, » intervient Anthony Leleu, « si la Chambre nationale ne remplissait pas sa mission de réglementation, ce serait au Roi de reprendre cette mission. Dans ce cas, je pense que nous pouvons faire mieux nous-mêmes (rires). » « Effectivement, ajoute Henri Meert en souriant, mais nous devons également veiller à ne pas surréglementer. Il n’est pas nécessaire de tout codifier. En outre, il est important que nous prêtions à cet égard une oreille attentive au notariat local. La Chambre nationale doit se nourrir auprès des institutions notariales, des chambres provinciales et des notaires. Nous ne pouvons pas réglementer comme ça dans le vent. » Le notaire Leleu approuve : « Bien que les intentions de la Chambre nationale et de la Fédération diffèrent, une plus grande communication entre les deux institutions permet d’édicter des règlements qui servent mieux l’intérêt des deux parties, à savoir le public et le notariat. » Anthony Leleu donne un exemple concret : « Le contrôle annuel obligatoire de la comptabilité a été créé pour éviter les catastrophes financières. Cela ne peut que profiter aux clients. Le rôle de la Chambre nationale a également évolué au fil des années. Lorsque la loi Ventôse a été rédigée en 2000, la Chambre nationale a surtout dû œuvrer de manière créative. Elle devait avoir toutes les provinces sur une seule ligne. Dix ans plus tard, la Chambre nationale doit principalement procéder à des travaux de correction et d’adaptation de règlements existants. Bien qu’il reste parfois à rédiger de nouveaux règlements. Pensez simplement au récent règlement sur le blanchiment d’argent. » Plan de communication Comment ces messieurs prévoient-ils de donner plus de visibilité et de renommée à la Chambre nationale ? « C’est ce qui nous occupe en ce moment-même », répond Henri Meert en rigolant. « Un article de temps en temps dans Notarius au sujet de nos activités constitue déjà une première étape. De plus, toute une section du nouvel e-notariat est consacrée à la Chambre nationale. Les notaires trouveront sous l’onglet “Profession” toutes les informations concernant la profession de notaire, de la déontologie à l’accès, en passant par l’exercice et le départ de la fonction. Cette division a d’ailleurs également été reprise dans l’édition actualisée du Vade-mecum sur la loi Ventôse, l’une de nos réalisations de l’année dernière. » « Nous recevons dans notre mission l’aide concrète du département communication de la Fédération », poursuit Anthony Leleu. « Ainsi, il a, par exemple, rédigé un plan de communication complet pour le dossier sur le blanchiment. La brochure “Workflow Blanchiment”, sous forme de cahier inséré dans le numéro d’octobre de Notarius et distribué lors du congrès de Genk, en fait partie. À la demande des présidents de chambres, la Chambre nationale a reçu un temps de parole sur ce thème durant les journées d’étude du Nederlandstalige Raad, du Conseil francophone, lors des assemblées générales des chambres provinciales et bientôt aussi lors des cercles d’étude. » « Une autre façon de donner plus de visibilité à la Chambre nationale est d’être présents aux réunions d’autres institutions telles que le Bureau juridique ou le Conseil francophone, lors des assemblées générales des compagnies provinciales, etc. » Il s’agit d’ailleurs d’une autre des motivations de ces deux messieurs lorsque je leur demande pourquoi ils se sont chargés de cette tâche. Henri Meert le prend comme un défi et comme une possibilité de nouer des contacts captivants. Il estime qu’il est enrichissant de se rendre régulièrement à l’extérieur de l’étude. Anthony Leleu approuve de la tête. « Il est intéressant d’apprendre à connaître de nombreuses personnes et de mieux comprendre les interactions entre les différentes institutions. Et bien sûr, quelqu’un devait le faire (rires). » 29 30 Bo Bogaert BRAFA nodigt u uit Van 25 januari tot en met 2 februari 2014 vindt de jaarlijkse kunstbeurs BRAFA plaats in Tour & Taxis te Brussel. BRAFA, wat staat voor Brussels Art Fair, is de belangrijkste kunst- en antiekbeurs van België die sinds 1955 georganiseerd wordt. Op de beurs komen zowel kunsthandelaars, kunstliefhebbers als verzamelaars vanuit de hele wereld bijeen. 131 Belgische en internationale exposanten stellen op maar liefst 15.400 m² klassieke, moderne en hedendaagse kunst tentoon. Dit jaar is het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika (KMMA) de eregast. Onder de titel ‘Merkwaardige collecties’ zal het museum een selectie maskers, beelden, sieraden, totems en etnografische objecten presenteren, waarvan sommige zelden of nooit eerder tentoongesteld. BRAFA schenkt aan de Notarius-lezers 50 kaarten geldig voor 2 personen weg. Wilt u graag de BRAFA ontdekken? Stuur dan een mailtje naar Charlotte Maertens: [email protected]. De eerste 50 mailers hebben geluk! www.brafa.be La BRAFA vous invite Du 25 janvier au 2 février 2014 se tient la foire d’art BRAFA à Tour & Taxis à Bruxelles. BRAFA, qui signifie ‘Brussels Art Fair’, foire d’art la plus importante de Belgique, existe depuis 1955. Elle accueille chaque année des collectionneurs, des amateurs et des professionnels de l’art du monde entier. Pas moins de 131 exposants belges et internationaux auront à cœur d’offrir la plus haute qualité en matière d’art ancien, moderne et contemporain sur plus de 15.400 m² d’espace d’exposition. Cette année, l’invité d’honneur est le prestigieux Musée royal de l’Afrique centrale de Tervuren. Réunis sous le titre ‘Collections singulières’, le musée proposera une collection de masques, statues, parures, totems et autres objets ethnographiques pour certains jamais ou rarement exposés. La BRAFA offre 50 entrées valables pour 2 personnes aux lecteurs de Notarius. Vous désirez découvrir la BRAFA ? Envoyez vite un mail à Charlotte Maertens: [email protected]. Les 50 premiers seront récompensés ! www.brafa.be adv_merak_170x243_cmyk_mao.qxd 6/11/2011 15:37 Pagina 1 Wil je de bestandjes op mijn CD-ROM eens afprinten aub? © merak nv © merak sa Pourrais-tu s'il te plait imprimer les fichiers de mon CD ROM ? la meilleure alternative : lisibilité garantie, authenticité, confidentialité et trace d'audit . het beste alternatief: gewaarborgde leesbaarheid, authenticiteit, confidentialiteit en audit trail. www.merak.eu OVAM 32 Caroline Van Gool, Kaat Schaevers, Johan Ceenaeme Overdracht van appartementen volgens Bodemdecreet Het Bodemdecreet heeft als doelstelling de koper van een onroerend goed te beschermen. Niemand wil immers met een verontreinigde grond opgezadeld worden. Het belangrijke basisprincipe hierbij is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen risicogronden en nietrisicogronden. Voor de overdracht van een risicogrond geldt er een onderzoeksplicht. Is deze regeling echter altijd klaarhelder voor onroerend goed dat valt onder het stelsel van gedwongen mede-eigendom? Met andere woorden: Wat met appartementen? De overdracht van een appartement gaat immers gepaard met de overdracht van het daaraan verbonden aandeel in een perceel grond waarin meerdere mede-eigenaars gerechtigd zijn en desgevallend samen aansprakelijk zijn voor de naleving van de verplichtingen uit hoofde van het Bodemdecreet met betrekking tot de overdracht van een risicogrond. Onderzoeksplicht bij overdracht? Bij een overdracht van een kavel in een appartementsgebouw dat onder het stelsel van gedwongen medeeigendom valt, moet u eerst nagaan of een oriënterend bodemonderzoek verplicht is. Als het gaat om een overdracht van (een kavel op) een niet-risicogrond, dan volstaat een bodemattest en moet er geen melding van overdracht gebeuren noch een bodemonderzoek. Als het gaat om de overdracht van een kavel op een risicogrond dan moet de overdrager wel en voorafgaandelijk een bodemonderzoek laten uitvoeren en een melding van overdracht doen, wanneer: • in het privatieve deel (over te dragen kavel) een risico-inrichting gevestigd is of was. Bijvoorbeeld: Een droogkuisbedrijf op de gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw wordt overgedragen. • in het gemeenschappelijk deel van het perceel een risico-inrichting aanwezig is of was, die uitsluitend gebruikt werd ten behoeve van het privatieve deel van de over te dragen kavel. Bijvoorbeeld: Een kavel op de eerste verdieping waarvoor in de gemeenschappelijke grond brandstoftanks (inhoud alle tanks samen > 20.000L) enkel ten behoeve van de over te dragen kavel aanwezig zijn, wordt overgedragen; of Een tankstation op de gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw wordt overgedragen. Er zitten 3 brandstoftanks (samen > 20.000L) in de gemeenschappelijke grond die dienen voor het privatief gebruik van dat tankstation. In die gevallen moet de overdrager aan de volgende voorwaarden voldoen om tot overdracht te kunnen overgaan: • Er moet een goedgekeurd, recent oriënterend bodemonderzoek bij de OVAM aanwezig zijn.* • De overdracht moet bij de OVAM gemeld zijn aan de hand van een meldingsformulier. • Er moet een bodemattest aanwezig zijn met vermelding van het oriënterend bodemonderzoek. *Als het oriënterend bodemonderzoek vermeldt dat er verdere maatregelen nodig zijn, dan moet eerst hieraan voldaan worden. Wat met de eenmalige onderzoeksplicht? Uit de vorige paragraaf kunt u afleiden dat er enkel bij de overdracht van een ‘risico’kavel een onderzoeksplicht is bij overdracht. De overdrachten van andere kavels kunnen doorgaan met enkel een bodemattest, dus zonder melding en zonder oriënterend bodemonderzoek. Het kan dus gebeuren dat een kavel op een risicogrond wordt overgedragen zonder oriënterend bodemonderzoek, wanneer de vroegere risico-inrichtingen niet (enkel) verbonden waren aan die individuele kavel en er geen huidige risico-inrichtingen meer zijn. Voor een dergelijke risicogrond is er echter wel een eenmalige onderzoeksplicht. Een oriënterend bodemonderzoek moet op initiatief en op kosten van de vereniging van medeeigenaars uitgevoerd worden voor 31 december 2014, in het geval dat: • vóór de vestiging van de gedwongen mede-eigendom er een risico-inrichting gevestigd was op de grond waarop de gedwongen medeeigendom gevestigd is. Bijvoorbeeld: Op het kadastraal perceel waarop het appartementsgebouw zich bevindt, was er vroeger NOTARIUS 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE 33 Cofinanciering ? voor bodemsanering Sinds 1 september 2013 ondersteunt de OVAM particulieren, ondernemingen en openbare besturen met een financiële tussenkomt voor de sanering van historische bodemverontreiniging. Op www.ovam.be/cofinanciering verneemt u er alles over. 34 een leerlooierij die afgebroken werd. Of een oud fabrieksgebouw is omgebouwd tot lofts onder de vorm van gedwongen mede-eigendom; • in de gemeenschappelijke delen een risico-inrichting gevestigd was ten behoeve van de gedwongen medeeigendom. Bijvoorbeeld: Vroeger was er in de gemeenschappelijke kelder een tank van 25.000 liter stookolie aanwezig voor de verwarming van het hele appartementsgebouw. Deze opslagtank is reeds geruime tijd geleden verwijderd. Indien zulk eenmalig bodemonderzoek nog niet is uitgevoerd, dient de instrumenterende notaris de overdrager en de verwerver te wijzen op de onderzoeksplicht en op de mogelijke nadelige gevolgen voor de verwerver indien dat onderzoek pas later, na de overdracht, zou worden uitgevoerd en dan zou blijken dat de grond vervuild is. De verwerver zal immers als toekomstige eigenaar toetreden tot de vereniging van mede-eigenaars en uit hoofde daarvan vooreerst mee moeten bijdragen in de kosten van het nog uit te voeren eenmalig bodemonderzoek en desgevallend ook mee moeten bijdragen in de eventuele kosten van sanering mocht zulks nodig blijken. Wat als er nog huidige risicoinrichtingen aanwezig zijn? Er bestaat mogelijk een periodieke onderzoeksplicht in het geval er nog actuele risico-inrichtingen aanwezig zijn op de grond die valt onder het stelsel van gedwongen medeeigendom. Het kan zijn dat de risico-inrichtingen geëxploiteerd worden ten behoeve van de hele mede-eigendom. In dat geval liggen de uitvoering van de periodieke onderzoeksplicht en de hieraan gekoppelde saneringsplicht bij de vereniging van mede-eigenaars, die beschouwd wordt als exploitant van de risico-inrichting. Bij afwezigheid van de vereniging is dat ten laste van de mede-eigenaars zelf. Voorbeeld In een gemeenschappelijke kelder is een opslagtank van meer dan 20.000 liter stookolie aanwezig voor de verwarming van het gehele appartementsgebouw. Het kan zijn dat de risico-inrichtingen geëxploiteerd worden ten behoeve van een privatieve kavel. In dat geval moet de exploitant van de risico-inrichting het oriënterend bodemonderzoek uitvoeren in het kader van de periodieke onderzoeksplicht. Voorbeeld In de gemeenschappelijke grond zitten opslagtanks voor minerale olie voor de exploitatie van een tankstation op de gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw. Binnen welke termijn het eerste oriënterend bodemonderzoek moet worden opgesteld en met welke periodiciteit nadien de onderzoeken moeten plaatsvinden, wordt bepaald in artikel 61 en 62 van het Vlarebo en wordt verduidelijkt op www.ovam.be/periodiekeplicht. Meer informatie? Meer informatie over overdrachten kunt u terugvinden op de OVAMwebsite: www.ovam.be/overdracht. Hier vindt u bovendien een uitgebreide ‘Handleiding voor Overdrachten’ Meer informatie over gedwongen mede-eigendommen vindt u op www.ovam.be/mede-eigendommen. NOTARIUS Carine Vassart 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE Koen Bauters Patrick Henry, nouveau président d’AVOCATS.BE INTERVIEW 35 36 À long terme, il nous faudra travailler à la préservation des valeurs essentielles à la profession, telles que son indépendance et son autorégulation, tout en veillant à sa nécessaire adaptation à la société moderne. Et le défi principal ? L’élaboration d’un plan stratégique à l’horizon 2025. Ce travail a été confié à quatre experts. Il devrait nous donner les moyens de ne plus devoir improviser des réponses, souvent dans l’urgence, vis-à-vis de projets de réforme qui soulèvent des questions fondamentales. « Avocats et notaires ont plus de raisons de travailler ensemble pour préserver les intérêts communs que de raisons de se diviser. » En octobre dernier, Patrick Henry est devenu le nouveau président d’AVOCATS.BE, l’Ordre des barreaux francophones et germanophone de Belgique. Comment voit-il sa mission et comment envisage-t-il les relations entre avocats et notaires ? Quelles seront vos priorités en tant que Président d’AVOCATS.BE ? À court terme, j’évoquerais la problématique de la T.V.A. sur les honoraires des avocats. Cette réforme va rendre plus difficile l’accès à la justice pour de nombreux justiciables. Nous avons déposé un recours en annulation auprès de la Cour constitutionnelle. Toutefois, nous participons à la négociation des modalités pratiques au cas où ce recours échouerait. À moyen terme, l’un des dossiers importants est la préservation du secret professionnel. Le CIR1992 confie aux autorités disciplinaires (pour les avocats, le bâtonnier) la décision définitive d’autoriser ou non la consultation par les inspecteurs du fisc d’un document que l’avocat estime couvert par le secret professionnel. Or, aujourd’hui, l’administration des impôts voudrait obtenir un appel auprès du Tribunal de première instance, ce que nous refusons. Le barreau doit rester maître du secret professionnel des avocats. Comment voyez-vous l’évolution du monde judiciaire en Belgique ? L’un des enjeux majeurs est l’organisation de la profession. Personnellement, j’aurais préféré que l’on privilégie de grands tribunaux plutôt que de grands arrondissements. Je regrette surtout que la décision ait été prise sans véritable étude d’impact sur les difficultés que cela engendrera. La possibilité de déplacer les magistrats constitue ainsi une menace potentielle contre leur indépendance. Au-delà, les barreaux doivent s’adapter à cette évolution en renforçant leur collaboration au niveau des nouveaux arrondissements. Quel a été l’impact de la scission des Ordres néerlandophones et francophones ? Nous avons passé trop de temps à nous séparer puis à nous réorganiser, ce qui a affaibli l’autorité des Ordres et a réduit notre poids politique. Mais la concertation entre AVOCATS.BE et l’O.V.B. s’améliore sans cesse. Nous collaborons sur les dossiers importants, comme la T.V.A. ou l’aide juridique. Quelle est votre évaluation des récentes réformes initiées par la Ministre de la Justice ? La fragmentation de la profession, qui est en train de s’esquisser, nous inquiète. La réforme visant à restreindre le nombre de recours en cassation prévoit d’introduire l’obligation de faire signer la déclaration de pourvoi et les mémoires par des avocats pouvant justifier d’une formation spécifique. C’est un peu comme si les notaires devaient disposer d’une formation particulière pour pouvoir s’occuper de divorce ou de la constitution de sociétés ! La spécialisation a certes un effet positif sur la qualité du service presté, mais sa généralisation est une question délicate qui devrait faire l’objet d’une évaluation approfondie. Les avocats et les notaires sont-ils concurrents ou complémentaires ? La rivalité entre avocats et notaires doit être reléguée au grand bal des mythes. Il a pu y avoir des désaccords comme lorsque nous avons proposé la reconnaissance de l’acte d’avocat. Mais les discussions étaient constructives, les malentendus ont alors été dissipés. Les textes adoptés reconnaissent la spécificité des deux professions. Celles-ci doivent collaborer sur de nombreux dossiers comme celui du Code de droit économique. Ensemble, nous avons obtenu un chapitre spécifique pour les professions libérales. Celui-ci reste cependant trop inspiré par les dispositions qui régissent les pratiques du commerce et comporte dès lors des éléments inappropriés pour les professions libérales. Il y a donc bien plus de raisons de travailler ensemble pour préserver nos intérêts communs que de raisons de se diviser. CV Express Patrick Henry a commencé à exercer comme avocat en 1977, à Liège, au sein du cabinet elegis dont il fait toujours partie. Il a été bâtonnier du barreau de Liège de 2007 à 2009 et est administrateur d’AVOCATS.BE depuis 2010. Il a également représenté la Belgique au sein du Conseil des barreaux européens (C.C.B.E.). Rédacteur en chef de la Revue de Jurisprudence de Liège, Mons et Bruxelles (J.L.M.B.), il a aussi été, jusqu’en septembre 2013, Maître de conférences à l’Université de Liège. NOTARIUS 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE 25 JAN--02 FEB 2014 BRUSSELS GUEST OF HONOUR: ROYAL MUSEUM FOR CENTRAL AFRICA / TERVUREN 37 OFFICE MANAGEMENT 38 Jan Van Cleemput Het evaluatiegesprek: erg nuttig voor werkgever én werknemer! Aan het begin van het nieuwe jaar plannen veel notarissen een individueel evaluatiemoment met elk van hun werknemers. Er wordt tijd genomen om even terug te blikken op de werking van het voorbije jaar en vooral om vooruit te kijken naar wat de samenwerking het komende jaar moet worden. Nochtans voelen beiden zich niet altijd op hun gemak in de aanloop naar dit gesprek, vaak door een verkeerd beeld over het evaluatiegesprek. Voor alle duidelijkheid: een evaluatiegesprek is niet: een losse babbel, een proces, een afrekening, een interview, een confrontatie, een biecht, een bevestiging van wat iedereen al weet, een monoloog, een loopbaangesprek of een (loon)onderhandeling. Een evaluatiegesprek is wél: een open en constructief gesprek tussen twee gelijkwaardige gesprekspartners waarbij, op basis van een terugblik op het voorbije jaar, vooral vooruit wordt gekeken naar wat beiden in het komende jaar gerealiseerd willen zien en welke ondersteuning daarvoor eventueel nodig is. Als dit het uitgangspunt is van het onderhoud, dan is het een erg nuttig gesprek voor beiden; werkgever en werknemer verwerven een beter inzicht in elkaars verwachtingen en eventuele misverstanden worden uit de weg geruimd. Kenmerken van een evaluatiegesprek Een evaluatiegesprek is gebaseerd op de volgende kenmerken: 1. G elijkwaardigheid: het gesprek wordt gevoerd vanuit een gelijkwaardige positie, en heel bewust niet vanuit de hiërarchische relatie tussen werkgever en werknemer. 2. T weerichtingsverkeer: noch de ene, noch de andere monopoliseert het gesprek. Zowel werkgever als werknemer hebben de tijd om hun inzichten over sterke en te ontwikkelen punten uiteen te zetten. 3. Blik gericht op de toekomst: even terugblikken op het voorbije jaar is nuttig, maar is vooral bedoeld om eruit te leren naar de toekomst toe. Neem zeker de tijd om de objectieven voor het komende jaar te bespreken. Voorbereiding van het gesprek Om van dit evaluatiegesprek een succes te maken, is een goede aanpak en voorbereiding belangrijk. Enkele tips om een evaluatiegesprek vlot te laten verlopen: 1. Bereid uw gesprek voor: zowel de notaris als de werknemer hebben er alle belang bij de tijd te nemen om de onderwerpen voor te bereiden die ze ter sprake willen brengen. 2. Leg datum en uur vast en respecteer die. Dit is een uiting van respect en van het belang dat u aan dit gesprek hecht. Voorzie ook voldoende tijd. 3. Laat het gesprek doorgaan op neutraal terrein (een vergaderzaal, een cosy corner op kantoor, of waarom zelfs niet buiten het kantoor). Dit accentueert de gelijkwaardigheid van beide partners. 4. Kijk naar het verleden (30% van de duur van het gesprek) voor een stand van zaken van de gerealiseerde objectieven. Maar neem vooral de tijd om te kijken naar de toekomst (70%). Bepaal op basis van het voorbije jaar de objectieven voor het komende jaar. 5. Rond het gesprek af door samen duidelijke (“SMART”) objectieven en actiepunten te formuleren. Op HRNot, de minisite met werkgeversinformatie op het e-notariaat, vindt u nuttige modeldocumenten die u kunnen helpen om de evaluatiegesprekken goed voor te bereiden en vlot te laten verlopen. L’entretien d’évaluation: très utile, pour le notaire et pour l’employé! La période des entretiens d’évaluation individuels approche. Un tel entretien est très utile, tant pour le notaire que pour l’employé. Il leur permet de faire le point de l’année écoulée, mais surtout de dégager des objectifs pour l’année à venir. Néanmoins, les deux parties ne se sentent pas toujours à l’aise pour un tel entretien. Elle repose en effet souvent sur une mauvaise perception mutuelle. L’entretien d’évaluation n’est pas l’occasion de papoter, d’intenter un procès, de régler ses comptes ou de se lancer dans un monologue ou des négociations (salariales). Il s’agit plutôt d’un entretien constructif entre deux parties équivalentes pour faire le point surtout pour l’année à venir tout en revenant brièvement sur le passé. Il permet de fixer des objectifs à réaliser et de se doter des moyens indispensables pour les réaliser. Les notaires trouveront des informations et des modèles utiles sur HR Not, le mini-site des employeurs accessible sur l’e-notariat. Grâce à ces documents , l’employeur et l’employé pourront se préparer de façon efficace à l’entretien d’évaluation et poursuivre ainsi une collaboration productive. Une bonne préparation est une des clés de la réussite de l’entretien même ! NOTARIUS 2013 Michaël Vandamme DECEMBER - DÉCEMBRE EREVOORZITTERS VAN DE FEDERATIE Kurt Deruyter Interview met erevoorzitter van de federatie Karel Tobback “Federatie zorgde voor aggiornamento van het notariaat” Ooit was Karel Tobback de jongste notaris van het land. En exact één decennium later werd hij de jongste voorzitter die de federatie toen ooit gekend had. Verschillende functies en taken combineren is zijn ordewoord. “En daar slaag ik in omdat ik gepassioneerd ben door al hetgeen ik doe”, benadrukt hij. Deze erevoorzitter houdt er een duidelijk standpunt op na over de plaats die het notariaat in de maatschappij bekleedt. “We moeten blijven timmeren aan dit ingeslagen pad van professionalisering. Als geen ander beroep moeten notarissen de maatschappelijke evoluties met een waakzaam oog blijven opvolgen, en er zo mogelijk op anticiperen.” Een gesprek. Het minste wat je kan zeggen is dat Karel Tobback destijds via een stroomversnelling in het notariaat is terechtgekomen. Hij zat in zijn laatste jaar rechten, had nog geen beslissing genomen over welke richting hij uit wou, tot het noodlot toesloeg. “Onverwacht overleed mijn vader”, legt hij uit. “Plots diende zich een vraag aan die we pas jaren later hadden verwacht: wat met zijn notarispraktijk? Concreet op mij toegespitst: wil ik de stap naar het notariaat nemen, met als doel in de voetsporen van mijn vader te treden? Het drama van het moment leidde tot een snelle beslissing. Inmiddels kent u het antwoord op de cruciale vraag waar ik als prille twintiger plots mee geconfronteerd werd (lacht). We maakten gebruik van een regeling die intussen niet meer bestaat. Indien een familiale opvolging binnen een redelijke termijn mogelijk was, werd een notaris ad interim aangesteld om die periode te overbruggen. In mijn geval betekende die redelijke termijn vier jaar. Eén jaar voor mijn bijzondere licentie notariaat en drie jaar stage.” “Het zou echter verkeerd zijn te denken dat ik deze beslissing met tegenzin nam”, verduidelijkt Karel Tobback. “Mijn interesse voor het beroep was wel degelijk aanwezig. Trouwens, als kind speelden we al notaris bij ons thuis. Als dat geen voorteken was (lacht)? Alle gekheid op een stokje. Met interesse werd ik notaris, gezien mijn specifieke situatie de toen jongste notaris van 39 40 België. Maar vrij snel evolueerde deze belangstelling in een passie voor het beroep. En dit laatste is kenmerkend voor alles wat ik doe. Ik heb steeds het notariaat met andere engagementen gecombineerd. Voor een buitenstaander kan dit gekkenwerk lijken, maar doordat ik al die zaken gepassioneerd doe, is het werkbaar. Meer nog: wat mij betreft is het zonder meer aangenaam!” Politiek smaakt attitude notariaat “Sta me toe even uit de biecht te klappen. Consequent heb ik mijn politiek gerelateerde activiteiten steeds gescheiden gehouden van mijn notarispraktijk. Er is echter één zaak in het politiek milieu dat ik mijn collega-notarissen graag meegeef: de appreciatie voor notarissen, wat in de praktijk betekent voor de federatie, is er erg groot. Doorheen de jaren heeft zich een erg vruchtbare wisselwerking ontwikkeld tussen de federatie en de universitaire milieus. Dit leverde menig sterk juridisch dossier op. En dat weet men maar al te goed op de plaatsen waar de besluitvorming genomen wordt. Men apprecieert dit ook, want mede hierdoor is het notariaat een kwaliteitsvolle partner. Eerder dan het groepsbelang, plaatsen wij ook het algemeen belang op kop. Deze attitude wordt in de politiek erg gewaardeerd. Misschien zijn notarissen zich hier niet voldoende bewust van.” Contact met bevolking Eén man; één functie. De loopbaan van Karel Tobback is net het omgekeerde. “Al bijna een kwarteeuw ben ik ononderbroken notaris”, zegt hij. “Doorgaans ging dit gepaard met het bekleden van een andere functie, wat dankzij mijn associatie mogelijk was. Zo werd ik voorzitter van de federatie. Er werd me voorgehouden dat dit slechts één dag per week van mijn tijd in beslag zou nemen. Het bleken er al snel vijf te zijn (lacht).” Daarnaast bekleedde hij verschillende functies op ministeriële kabinetten. Ondertussen is hij, voor de tweede maal, kabinetschef bij de Vlaamse Minister-president Kris Peeters. “Ik zou kunnen zeggen dat ik dit geworden ben omdat ik ooit de buurman van Kris Peeters ben geweest”, grapt hij. “Alleen geen kat die het zou geloven – en terecht. Maar het klopt dat ik Kris Peeters al van op het OnzeLieve-Vrouw college in Boom ken. En ja, heel even waren we ook feitelijk buren (lacht), alleen is dit weinig relevante anekdotiek. Dat ik notaris ben en blijf ondanks deze functie, verschaft me hier een enorme meerwaarde. Want als de politiek, zeker op beleidsniveau, misschien soms wat vervreemd van de dagelijkse besognes van de mensen, is die bedreiging bij een notaris onbestaande. Met je beide benen sta je in de dagelijkse werkelijkheid van de mensen. Je ervaart hoe zij dingen ervaren, maar ook aanvoelen. Op het kabinet is dit informatie van onschatbare waarde.” Prille voorzitter Toen hij zijn eed aflegde was Karel Tobback de jongste notaris van België. Precies tien jaar later werd hij de jongste voorzitter van de federatie. “Het was een boeiend momentum om voorzitter te worden”, vervolgt Karel Tobback. “Tal van nieuwigheden kwamen op ons af. Zo was er de nieuwe wet op het notariaat. De creatie van de Nationale Kamer. Het was ook toen dat het e-notariaat opgestart werd. En er was ook eenvoudigweg de vaststelling dat ons beroep een steeds grotere internationale dimensie kreeg.” “Persoonlijk beschouw ik me als een schakel in een gevoelig langere keten”, aldus Karel Tobback. “De weg van de professionalisering van de federatie was reeds eerder ingeslagen. Zeker onder het voorzitterschap van Eric Deckers werden op dat vlak belangrijke eerste stappen gezet. Ik leverde mijn bijdrage, waarna mijn opvolger hetzelfde deed. Het zou verkeerd zijn er deze of gene hervorming uit te halen en te omschrijven als dé belangrijkste. Al onze initiatieven moeten als een geheel bekeken worden. Het is mijn oprechte overtuiging dat we er de voorbije jaren in geslaagd zijn een aggiornamento van het notariaat in de maatschappij te bewerkstelligen. De cultuur van het notariaat wijzigde op diverse vlakken, wat op verschillende manieren zijn vruchten afwerpt. Om te beginnen maakt deze modernisering het beroep aantrekkelijker. Anders dan nog pakweg tien jaar geleden het geval was, slaagden we erin ons te ontdoen van ons oubollig imago. Automatisch maak je op die manier jonge juristen sneller warm voor ons ambt. Maar ook naar buiten toe werd een gelijkaardig effect gerealiseerd. Voor Jan-met-de-pet is het notariaat niet meer dat ouderwetse beroep van weleer. Zijn perceptie is ter zake fundamenteel gewijzigd. Gelukkig gebeurde dit zonder afbreuk te doen aan het beeld van deskundigheid en vertrouwen dat notarissen nog steeds uitstralen.” Verjongen, vervrouwelijken... “Ons beroep is verjongd. En vervrouwelijkt. Associaties raken ook steeds beter ingeburgerd.” Het zijn drie belangrijke vaststellingen die Karel Tobback maakt. “Stuk voor stuk zijn dit gunstige trends die op hun beurt weer andere trends stimuleren. Een jongere die het tot notaris schopt, wordt daardoor niet minder ‘jongere’ (lacht). En deze generatie hecht een groter belang aan de work/life-balans dan de vorige. Ook de vervrouwelijking werkt dit in de hand, maar het lijkt me verkeerd het streven naar een beter evenwicht tussen werk en privé louter op dit conto te schrijven. Associaties zijn net een manier om dit te realiseren. Verjonging heeft dan weer een gunstig effect op de verdere ontwikkeling van het e-notariaat. Er treedt een generatie notarissen aan die als het ware met de computer in aanslag opgegroeid is. Het kan ons beroep enkel ten goede komen.” Examen bijsturen? “Nog steeds blijf ik onverminderd het notarieel examen verdedigen”, benadrukt erevoorzitter Tobback. “Niets is perfect, ik kom er zo dadelijk op terug, maar globaal genomen is het onmiskenbaar dat de invoering van dit nationaal examen tot een kwaliteitsverbetering heeft geleid. Het kunnen van de kandidaat-notarissen wordt er door geobjectiveerd. Dit gezegd zijnde, moeten we ons durven afvragen of het peilen van de kennis van deze mensen niet wat moet worden bijgestuurd. Wie stelt de examens op? Vaak zijn dat professoren die misschien de zaken iets te theoretisch aanpakken. Het zou misschien geen slechte zaak zijn de dingen wat open te trekken en andere vaardigheden te testen. Het psychologisch vermogen bijvoorbeeld. Of de empathie die deze jonge mensen aan de dag leggen. Want stuk voor stuk zijn ook dat kwaliteiten die een goede notaris in huis moet hebben.” NOTARIUS 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE Lans breken voor meerdere standplaatsen “Als voorzitter gaf ik ettelijke lezingen over het nut van associaties. Waar aanvankelijk veel scepticisme bestond, nam die geleidelijk aan af. Ik benadrukte toen – en dat doe ik nog steeds – dat de mogelijkheid tot associëren een ‘driver’ is van de professionalisering van ons beroep. En kijk eens waar we vandaag staan. Associaties zijn succesvoller dan ooit, zeker bij jongeren. Best begrijpelijk natuurlijk, want het is precies door een associatie aan te gaan dat toegang tot het beroep sneller een haalbare kaart wordt. Stellen dat deze hervorming een succesverhaal is geworden, strookt volledig met de werkelijkheid. De maatschappij staat echter niet stil, en misschien is de tijd gekomen om een nieuwe stap te zetten. Ik hoor sommige notarissen klagen dat het beroep onder druk staat. Dat is correct en...niet-correct. Feit is dat de hele maatschappij onder druk staat, waarom zouden wij er aan ontsnappen? Wij hebben echter de verantwoordelijkheid de maatschappelijke evoluties grondig te analyseren en zo mogelijk te anticiperen. Gezien de groeiende complexiteit van de maatschappij én dus van de dossiers waarmee wij geconfronteerd worden, is het misschien nuttig een project uit te werken dat kantoren – associaties - met verschillende standplaatsen mogelijk moet maken. Uiteraard moet dit op een doordachte manier gebeuren. En uiteraard moeten alle argumenten keurig afgewogen worden. Maar als het succes van de associaties ons één zaak geleerd heeft, is het wel dat dergelijke ideeën a priori afwijzen onverstandig is. Ik ben dus een grote voorstander van het multi-standplaats-associatieproject van de federatie.” Loopbaan in een notendop: • Notaris sinds 1989. • Tussen 1996 en 1999 raadgever burgerlijk recht en notarieel recht op het kabinet van de Minister van Justitie. • Voorzitter Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (2000-2004). • Tijdens de periode 2005-2009 voorzitter van de Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB). • Raadgever Vlaanderen in Actie (ViA) en Kabinetschef bij Minister-president Kris Peeters van 2007 tot 2009. • Van september 2009 tot december 2011 ICT-expert op het Kabinet van Justitie. • Sinds januari 2012 socio-economisch Kabinetschef bij Minister-president Kris Peeters. INTERNATIONAL Kunt u zich voorstellen dat er notariaten zijn 41 waar men nooit naar iets moet zoeken? Waar uw documenten en formulieren ) + !! zich zelf schrijven? Fantasie? Neen, Maestro-Office software Tijdswinst - Rendement Toekomstgericht Sans titre-4 1 11/10/07 14:37:06 Meesterlijk notariaat Maestro-Office, dé toonaangevende notariële software, integreert de meest geavanceerde informaticatoepassingen. Bijvoorbeeld, naast een perfecte agenda opvolging beheert Maestro-Office alle taken van uw medewerkers, uw deadlines, maakt gebruik van al de internet- en webtoepassingen zoals het e-Notariaat, het e-Depot, de fiscale en sociale notificaties, GEOVL, BIM, enz. Daarbij voegen we de integratie van de befaamde notariële boekhouding EuroWin. Het boekhoudprogramma waar u echt kunt op rekenen. Maestro-Office is ook voor uw kantoor onmisbaar geworden. Een kleine investering met een verzekerd hoog rendement! Snelle overzichtResultaat: tevreden cliënten hermen van de stand sc én medewerkers! van alle openstaande rs ) + dossie!! Maestro-Office 2009 www.officom.be OFFICIELE IT-PARTNER VAN HET NOTARIAAT hardware • software • service • training Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik Tel : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 - [email protected] 42 Johan Quicke (nl), Valérie Boca en Ariane Comans (fr) Cindy Verding KONINKLIJKE VERENIGING VAN HET NOTARISPERSONEEL UNION ROYALE PROFESSIONELLE DU PERSONNEL DES ETUDES NOTARIALES Journée des Familles sur les hauteurs de Namur Namen aan de top op de Familiedag Namen, de Citadel (één van de grootste vestingen van Europa, erkend en beschermd door het Waalse Gewest) was ditmaal op 22 september jl. “the place to be” voor een traditioneel gezellige familiedag van de beroepsvereniging van het notarispersoneel. terre … enfin, dans les souterrains qui comptent pas loin de 8 km de galeries. Nous n’en avons visité qu’une partie rassurez-vous, mais l’exploration de ces lieux faisait prendre la mesure de ce que les derniers occupants pendant la seconde guerre mondiale ont pu endurer. Quelques uns d’entre nous s’étaient donnés rendez-vous avant la balade pour prendre un snack à la « Brasserie la Reine Blanche » pour une mise en situation en dégustant une bonne Blanche de Namur. De sympathieke gids wist ons te vertellen hoe deze ellenlange gangen werden gegraven, waarvoor ze in de loop der tijden allemaal toe dienden en hoe de Citadel belegerd werd en onder andere in Spaanse, Oostenrijkse, Franse, Nederlandse en tenslotte Belgische handen is gevallen. Nadien was het verzamelen geblazen aan de Terra Nova, het versterkt gedeelte van de Citadel, gelegen op de 100 tal meter hoge heuvel boven de stad Namen. La visite des lieux s’est faite en deux groupes, chacun avec un guide dans sa langue maternelle. Nous sommes descendus dans les profondeurs de la Tevens bood het bezoek aan het domein ons prachtige uitzichten over de stad Namen en de vallei van de Maas en maakten we kennis met de middeleeuwse tuin, zo authentiek mogelijk aangelegd door de stad op de steilste kant van het domein van de Citadel. Lorsque nous sommes remontés à la surface, nous avons pris le petit train qui nous a fait découvrir de magnifiques panoramas sur Namur, avec vue sur le Grognon, cœur historique de la ville prenant la forme d’une pointe de terre à la confluence de la Sambre et de la Meuse. L’ancien hospice SaintGilles (côté Meuse) abrite le Parlement Wallon. N’oublions pas que Namur est la capitale de la Wallonie. Nous avons ensuite visionné la projection du film sur les 2.000 ans d’histoire de la Citadelle. Pour terminer notre journée en beauté, nous nous sommes retrouvés comme à l’accoutumée autour d’une bonne tasse de café et d’un morceau de tarte. Gezelligheid troef dus, naar goede gewoonte. Een ideale gelegenheid om collega’s buiten de werkomgeving te leren kennen en bij te praten. NOTARIUS André Wallemacq 2013 DECEMBER - DÉCEMBRE Charles Six Risques du métier Refiler la patate chaude … BASOCHE Imaginez une étude notariale oùLAtoutes les 43 informations sont toujours à portée de main. Où les documents et formulaires se rédigent comme par magie. Pure fantaisie ? ) !! Non, tout simplement la suite de+ logiciels intégrés Maestro-Office Gain de temps Rendement - Innovant Rien n’interdit de vendre un immeuble grevé d’hypothèques sans rembourser celles-ci, ni veiller à assurer la radiation de leurs inscriptions. Mais la prudence la plus élémentaire, sinon la simple correction, impose au notaire chargé d’authentifier la transaction d’être particulièrement explicite au sujet de la charge qui grève ainsi le bien vendu et en affecte lourdement la valeur. Sans titre-4 1 11/10/07 14:37:06 Deux sinistres récents traités par les Assurances du Notariat illustrent en creux, si l’on peut dire, le bien fondé de cette règle de bon sens. Pour l’allégement du récit, les deux cas étant très semblables, on ne relatera ici qu’un seul d’entre eux, suffisamment démonstratif d’ailleurs : M° Actetout intervient pour passer les ventes dans une série de mutations entre sociétés sœurs ou apparentées. On sait très bien ce qu’on vend, pour des prix très étudiés, et entre gens qui se connaissent, de telle sorte que les actes sont réduits à l’essentiel. À la revente d’un bien, à un tiers hors du cercle des initiés « pour prendre son bénéfice », l’usine de Grand Bequeret est cédée pour un solide paquet de millions mais lorsque, quelques années plus tard, on doit financer son extension, on constate qu’elle est grevée presqu’au delà de sa valeur d’achat au profit du banquier suisse du groupe promoteur. Rien dans le titre de propriété ne révélait cette inscription et la recherche hypothécaire non trentenaire mais limitée au seul vendeur ne l’a pas davantage fait apparaître au dossier. Inutile d’ajouter que toutes demandes d’explication adressées au vendeur se perdent dans les sables et que le notaire reste seul à endosser une responsabilité que l’assureur émet des réserves à couvrir. La rubrique “Risques du métier” a pour objet, dans le cadre de la prévention des sinistres, d’exposer, en les transposant, les cas les plus fréquents, traités lors des réunions bimensuelles du Comité de Gestion des Assurances du Notariat. Son contenu ne peut engager qui que ce soit, ni être retenu à l’encontre d’un quelconque organisme de la profession. Des études notariales magistrales Maestro-Office, le software notarial technologiquement le plus avancé, intègre les technologies informatiques les plus innovantes. Par exemple, en plus d’un agenda parfaitement suivi, Maestro-Office gère toutes les tâches de vos collaborateurs, les échéances, utilise toutes les applications du web: e-Notariat, e-Dépôt, les notifications sociales et fiscales, OGEAD, IBGE, etc. De plus, il peut intégrer la comptabilité notariale EuroWin. Maestro-Office devient ainsi un must pour votre étude. Un petit investissement pour un rendement assuré! Un logiciel magistral pour une étude notariale tout aussi magistrale. Aperçu rapide de l’état des dossiers s ouvert ) + !! Résultat: des clients et des collaborateurs enchantés. Maestro-Office 2009 www.officom.be PARTENAIRE INFORMATIQUE OFFICIEL DU NOTARIAT équipements – logiciels – services - formations Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik Tél : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 - [email protected] 44 Sebastian Roeland Christophe Legasse Droit des sociétés – Droit fiscal Art. 537 CIR92 – Distributions de réserves et réduction de capital en présence d’un usufruit sur actions Dans la question de la semaine n°44 du 31 octobre 2013 nous avons abordé la question du sort des distributions de dividendes provenant de bénéfices reportés en présence d’actions grevées d’usufruit. Cette semaine nous continuons ce thème en traitant aussi l’hypothèse des distributions de réserves ou de réduction de capital, qui ne suivent pas le même sort. QUESTION 1.1. Des dividendes qui sont distribuées provenant des bénéfices reportés sont, en cas d’usufruit, à considérer comme des fruits revenant à l’usufruitier. Quid des dividendes provenant de bénéfices qui ont été comptabilisés avant la création de l’usufruit, eu égard à l’article 586 du Code civil lequel stipule que: « Les fruits civils sont réputés s’acquérir jour par jour, et appartiennent à l’usufruitier, à proportion de la durée de son usufruit. Cette règle s’applique aux prix des baux à ferme, comme aux loyers des maisons et aux autres fruits civils. » 1.2. Les mêmes règles s’appliquent-elles si on procède à une distribution de dividendes intermédiaires provenant de réserves ? 1.3. Et en cas de distribution après réduction de capital de réserves incorporées antérieurement ? RÉPONSE Sebastian Roeland, Conseiller juridique - FRNB 1.1. Comme abordé dans la question de la semaine n° 44 (message e-notariat n° 9691 du 31 octobre 2013) des dividendes provenant de bénéfices reportés sont, pour des actions grevés d’usufruit, en effet considéré comme des fruits, ce qui est confirmé par la Cour de Cassation (Cass. 1 décembre 1960, Pas. 1961, I, 355; Cass. 9 mars 1961, Pas. 1961, I, 745; Cass. 16 janvier 1964, Pas. 1964, I, 520; A. VERBEKE, “Creatief met vruchtgebruik”, T. Not. 1999, p. 573, n° 127). Dans la question de la semaine précitée il a dès lors été conclu que, comme ces dividendes reviennent à l’usufruitier en pleine propriété, lui seul peut les apporter à la société, en échange de quoi il recevra des actions en pleine propriété. Dans la mesure où il s’agirait en l’espèce de bénéfices reportés qui trouveraient leur origine avant la naissance de l’ususfruit, il faut en effet conclure conformément au droit commun qu’ils ne reviennent pas à l’usufruitier mais au nu-propriétaire (cf. E. VAN ARENBERGH, Traité de l’usufruit, Brussel, Larcier, 1936, nr. 896, p. 269). Si les bénéfices distribuées concernent en partie la période avant l’établissement de l’usufruit et en partie la période après l’établisse- NOTARIUS 2013 INFO JURIDIQUE DECEMBER - DÉCEMBRE ment de l’usufruit, tant l(usufruitier que le nu-propriétaire auront droit à une partie des dividendes, chacun en pleine propriété. Dans ce cas le problème subsiste que tant l’usufruitier que le nu-propriétaire recevront des dividendes en pleine propriété, qui seront rémunérés après l’apport dans la capital avec des actions en pleine propriété. S’ils souhaitent préserver le rapport existant entre usufruit en nu-propriété pour les nouvelles actions, ils devront le faire après l’augmentation de capital, en procédant à un échange de l’usufruit et la nu-propriété de leurs nouvelles actions respectives. 1.2. Vous parlez aussi de dividendes intermédiaires provenant de réserves. Attention, ceci ne concerne en réalité pas une distribution de dividendes, mais une distribution de réserves (même si du point de vue fiscal, la distribution de réserves est bien considérée comme une distribution de dividendes (art. 18, 1e al., 1° CIR92 et CommIB1992, n° 18/16) qui peut entrer en ligne de compte pour l’application de l’ art. 537 CIR92 (Circ. 35.2013, 1 octobre 2013)). En fait, il n’est question de dividendes que s’il s’agit de la distri- bution de sommes figurant sur le poste des bénéfices (reportés). Des distributions intermédiaires provenant de réserves sont également possibles, mais sont en principe uniquement admis pour les distributions provenant des réserves disponibles (Cass. 23 janvier 2003, T.R.V. 2003, 541-546) et non pour les prélèvements sur les réserves qui doivent être formées en vertu de la loi ou des statuts (et qui sont dès lors indisponibles) (cf. R. MERCKEN et C. SIAU, Boekhouding en financiële rapportering, Livre 2, Anvers, Garant, 2004, 154). Si les bénéfices ont été comptabilisés dans le poste des réserves disponibles, ils font partie du « capital » du nu-propriétaire à compter de ce moment, ce qui a de grandes conséquences pour les actions grevées d’usufruit en cas de distribution. Nous partageons à cet égard la thèse de A. VERBEKE, puisque l’interprétation de certains auteurs d’attribuer les réserves intégralement au nu-propriétaire viderait l’usufruit de tout son contenu en réservant systématiquement les bénéfices. Si la société à décidé antérieurement d’affecter le bénéfice à un compte de réserves, au lieu de les distribuer comme dividendes, il fait partie du « capital » du nu-propriétaire. La distribution de réserves ne sera pas un fruit, mais reviendra au nu-propriétaire, avec un (quasi-) usufruit sur la distribution pour l’usufruitier. La distribution doit alors être considérée comme un accroissement du bien grevé d’usufruit (le « capital » du nu-propriétaire) sur lequel s’étendent les droits d’usufruit en application de la règle de l’accession (A. VERBEKE, “Creatief met vruchtgebruik”, T. Not. 1999, p. 573-574, n° 128). Dans ce cas, la distribution reviendrait bien à l’usufruitier et au nu-propriétaire dans les mêmes proportions, de sorte qu’ils peuvent également participer à l’augmentation de capital dans les mêmes proportions. Ils peuvent alors stipuler que le même rapport usufruit/nue-propriété sera reporté sur les nouvelles actions. 1.3. Les réductions de capital suivent le même sort que les distributions de réserves (A. VERBEKE, “Creatief met vruchtgebruik”, T. Not. 1999, p. 576, n° 136). 45 46 Véronique De Backer Christophe Legasse Internationaal Privaatrecht – Insolventieverordening – Uitvoerend beslag op onroerend goed in België – Faillissement beslagene in Nederland – Rangregeling en uitbetaling schuldeisers VRAAG Ik werd gelast met de gedwongen verkoop van een onroerend goed gelegen in België na beslag. Na de definitieve toewijs en na betaling van de verkoopprijs, werd ik gecontacteerd door een Nederlandse curator die mij meldt dat de beslagene in Nederland failliet werd verklaard. De curator beweert dat de verdeling van de verkoopprijs door hem moeten gebeuren en dat ik de prijs dus aan hem moet overmaken. Gelieve aan te geven welke werkwijze ik moet volgen. ANTWOORD U verzoekt ons na te gaan op welke wijze de verkoopprijs na beslag op onroerend goed moet verdeeld worden tussen de verschillende schuldeisers gelet op het faillissement dat werd uitgesproken ten aanzien van de beslagene in Nederland. Véronique De Backer, Juridisch adviseur 1. In uw dossier wordt u geconfronteerd met de samenloop tussen enerzijds een procedure van uitvoerend onroerend beslag, en anderzijds de faillissementsprocedure die werd uitgesproken ten aanzien van de beslagene door een Nederlandse rechtbank. De procedure van uitvoerend onroerend beslag is een procedure overeenkomstig de Belgische bepalingen terzake gelet op de ligging van het onroerend goed op het Belgisch grondgebied. NOTARIUS 2013 JURIDISCHE INFO DECEMBER - DÉCEMBRE De faillissementsprocedure daarentegen is onderworpen aan het Nederlandse recht dat in casu wordt aangeduid als de ‘lex concursus’. Het « toepassingsgebied » van de ‘lex concursus’ (het recht dat het faillissement beheerst) wordt aangeduid in artikel 4, §2 van de Europese verordening nr.1346/2000 van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures (Insolventieverordening). De ‘lex concursus’ bepaalt met name: a) welke schuldenaars op grond van hun hoedanigheid aan een insolventieprocedure kunnen worden onderworpen; b) welk deel van het vermogen van de schuldenaar tot de boedel behoort en of de na de opening van de insolventieprocedure verkregen goederen tot deze boedel behoren; c) welke de respectieve bevoegdheden van de schuldenaar en de curator zijn; d) onder welke voorwaarden een verrekening kan worden tegengeworpen; e) de gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende overeenkomsten waarbij de schuldenaar partij is; f) de gevolgen van de insolventieprocedure voor individuele vervolgingen met uitzondering van lopende rechtsvorderingen; g) welke vorderingen te verhalen zijn op het vermogen van de schuldenaar en wat de gevolgen zijn ten aanzien van vorderingen die zijn ontstaan na de opening van de insolventieprocedure; h) de regels betreffende indiening, verificatie en toelating van de vorderingen; i) d e regels betreffende de verdeling van de opbrengst van de te gelde gemaakte goederen, de rangindeling van de vorderingen, en de rechten van schuldeisers die krachtens een zakelijk recht of ingevolge verrekening gedeeltelijk zijn voldaan; j) d e voorwaarden voor en de gevolgen van de beëindiging van de insolventieprocedure, met name door een akkoord; k) de rechten van de schuldeisers nadat de insolventieprocedure beëindigd is; l) voor wiens rekening de kosten en uitgaven in het kader van de insolventieprocedure zijn; m) de regels betreffende nietigheid, vernietigbaarheid of niettegenwerpbaarheid van de voor het geheel van schuldeisers nadelige rechtshandelingen. Het Nederlandse recht bepaalt dus onder welke voorwaarden de faillissementsprocedure wordt geopend, hoe deze verloopt en hoe deze wordt beëindigd. Hieruit volgt dat de verdeling van de verkoopsopbrengst, de rangregeling van de schuldeisers en de rechten van de schuldeisers worden beheerst door het recht dat van toepassing is op het faillissement. Dit impliceert in casu dat voor het opmaken van het proces-verbaal van rangorde rekening moet worden gehouden met de Nederlandse bepalingen terzake. De vraag welke schuldeisers al door u kunnen worden uitbetaald, alvorens het saldo over te maken aan de curator, zal ook worden beantwoord door het Nederlandse recht. ECHTER, de insolventieprocedure laat onverlet de zakelijke rechten van de schuldeisers of van een derde op de lichamelijke of onlichamelijke roerende of onroerende goederen die toebehoren aan de schuldenaar en die zich op het tijdstip waarop de procedure werd geopend op het grondgebied van een andere lidstaat bevinden (artikel 5 Insolventieverordening). Algemeen kan worden gesteld dat de tegenwerpbaarheid van een zakelijk recht aan een derde, alsook het bestaan van een recht van voorrang en de rangorde, beheerst worden door het recht van de ligging van het onroerend goed (cfr artikel 94 WIPR) (zie: F. RIGAUX en M. FALLON, « Droit international privé », Troisième édition, Bruxelles, Larcier, 2005, p.734-735, n°13.73; J. ERAUW, « Internationaal Privaatrecht », Deel XVII, Beginselen van Belgisch privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2009, p.904-905, n°819; F. BOUCKAERT, « Notarieel Internationaal Privaatrecht », Reeks Notarieel recht, Mechelen, Kluwer, 2009, p.156). 2. Voor het opmaken van het proces-verbaal van rangregeling, zal er rekening moeten gehouden worden met het Nederlandse recht teneinde de rechten van de schuldeisers te bepalen. Echter, de rechten van de schuldeisers die van een voorrecht genieten krachtens hun zakelijk recht op het desbetreffend onroerend goed worden bepaald door het Belgisch recht gelet op de ligging van het goed op het Belgisch grondgebied. Gelet op het feit dat vreemd recht (in casu Nederlands recht) moet worden toegepast, lijkt het, om praktische redenen, aangewezen om de verkoopprijs over te maken aan de curator. Echter, wat betreft de hypothecaire schuldeisers en de schuldeisers met een bijzonder voorrecht die hun zakelijke rechten kunnen opeisen mbt het onroerend goed gelegen in België, zult u deze kunnen uitbetalen vooraleer het saldo over te maken aan de curator die vervolgens het saldo zal verdelen tussen de andere schuldeisers. 47 notarius Revue pour le notariat Tijdschrift voor het notariaat Notarius In dit nummer – Dans ce numéro DECEMBER 2013 - 48STE JAARG. DÉCEMBRE 2013 - 48ÈME ANNÉE Blikvanger - Coup d’œil 2013 in beeld – 2013 en images 06-07 Benoemingscommissies voor het Notariaat Interview Jo Baret en Sophie Maquet 08-09 Tour de Belgique Isabelle Van Campenhoudt 10-11 Nationale Kamer en Notariële Kantoororganisatie De associatie van A tot Z 12 Chambre nationale et Organisation des études notariales L’association de A à Z 14 e-notariat Quiz Privacy Un renouveau de l’infrastructure ICT Een vernieuwing van de ICT infrastructuur 16-21 26 27 Events Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat 22 Internationaal André Michielsens, voorzitter van de CNUE 23-25 Chambre nationale des notaires Interview avec Henri Meert et Anthony Leleu 28-29 OVAM Overdracht van appartementen volgens Bodemdecreet 32-34 Interview Patrick Henry, nouveau président d’AVOCATS.BE 35-36 Office Management Het evaluatiegesprek - L’entretien d’évaluation 38 Erevoorzitters van de federatie Karel Tobback 39-41 Koninklijke vereniging van het notarispersoneel Union royale professionelle du personnel des etudes notariales Verslag familiedag – Journée des Familles 42 Risques du métier 43 Info juridique/Juridische info 44-47 COLOFON Redactie en administratie | Rédaction et administration : Bergstraat 30-34, rue de la Montagne Brussel 1000 Bruxelles Tel. : 02/505.08.38 – Fax : 02/505.05.15 Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever | Rédacteur en chef et éditeur responsable : Nathalie Guyaux – Lambermontlaan 374, Boulevard Lambermont Brussel 1030 Bruxelles Coördinatie en eindredactie | Coordination et mise au point rédactionelle : Bo Bogaert, [email protected] Redactiecomité | Comité de redaction : Aude Cauchie, Anne-Catherine Deleye, Catherine De Moor, Denis Carpentier, Eric Neven, Gauthier Clerens, Nathalie Guyaux, Sylvain Bavier, Viviane Herman, Catherine Hatert, Jean-Louis Jeghers, Hélène Diricq, Marie-Pierre Géradin, Jérome Debie, Tanguy le Maire Redactionele bijdragen in dit nummer | Contributions rédactionnelles dans ce numéro : Valérie Boca, Bo Bogaert, Johan Ceenaeme, Ariane Comans, Véronique De Backer, Jérome Debie, Robin Frissyn, Michel Gassée, Nathalie Guyaux, Frederic Petitjean, Johan Quicke, Sebastian Roeland, Lorette Rousseau, Kaat Schaevers, Michaël Vandamme, Jan Van Cleemput, Aurelie Van der Perre, Caroline Van Gool, Carine Vassart, André Wallemacq Advertenties | Annonces : TREVI nv/sa – Willem Holemans Meerlaan 9, 9620 Zottegem tel.: +32 9 360 62 16 Foto’s | Photos : Bart Azare, Koen Bauters, Emmanuel Crooÿ, Kurt Deruyter, K-pture, Christophe Legasse, Isabelle Persyn, Ann Poppe, Charles Six, Cindy Verding Cover : Koen Bauters Vormgeving | Mise en Page : Comfi&Publishing Drukkerij | Imprimerie : Dereume Notarius wordt gedrukt op papier uit duurzaam beheerde bossen. Voor deze editie heeft de KFBN de aanplanting gefinancierd van 2.500 bomen via de VZW Kiem des Leven. Deze bomen compenseren voor een deel de CO2-uitstoot. De VZW Kiem des Leven is een project dat gesteund wordt door de Koning Boudewijnstichting. Notarius est imprimé sur du papier issu de forêts gérées durablement. Pour cette édition, la FRNB finance la plantation de 2.500 arbres via l’ONG Graine de vie. Ces arbres compenseront une partie de l’émission de carbone. L’ONG Graine de vie est un projet agréé par la Fondation Roi Baudouin.
© Copyright 2024 ExpyDoc