Notarius 8

notarius
Revue pour le notariat
Tijdschrift voor het notariaat
DECEMBER 2013 - 48STE JAARG.
DÉCEMBRE 2013 - 48ÈME ANNÉE
Jo Baret - Sophie Maquet
Benoemingscommissies
Commissions de nomination
Afgiftekantoor: 2099
Antwerpen X P501197
Bergstraat 30-34, 1000 Brussel
Bureau de dépôt : 2099
Anvers X P501197
Rue de la Montagne 30-34, 1000 Bruxelles
- Quiz privacy
- Le vade-mecum association
- Interview avec Henri Meert
et Anthony Leleu
Inhoud - Sommaire
notarius
35
Interview
Maak kennis met de nieuwe voorzitter van AVOCATS.BE op pag. 35.
Faites connaissance avec le nouveau président d’AVOCATS.BE en page 35.
06
Blikvanger/Coup d’œil
08
Benoemingscommissies voor
het Notariaat
Interview Jo Baret en Sophie Maquet
10
Tour de Belgique
Isabelle Van Campenhoudt
We zijn al aan het laatste nummer van 2013 toe. In deze editie doorprikken de
voorzitters van de Benoemingscommissies voor het notariaat, Jo Baret en Sophie
Maquet, de mythes rond het vergelijkend examen. André Michielsens, op zijn beurt,
vertelt over zijn objectieven als voorzitter van de CNUE in 2014.
Denkt u erover om te associëren? Lees dan zeker het artikel op pagina 12.
In een nieuw vademecum leest u alles wat u over het associatieproces wil weten.
Mag een collega uw toegangskaart voor het e-notariaat gebruiken? Wanneer mag u
opzoekingen in het Rijksregister uitvoeren over een nieuwe cliënt? Doe de privacyquiz
en kom te weten of uw werkmethode strookt met de wettelijke verplichtingen op het
vlak van vertrouwelijke informatie. Alvast veel leesplezier en een prettig eindejaar!
Voici le dernier numéro de 2013. Les présidents des Commissions de nomination pour le notariat,
Jo Baret en Sophie Maquet, font éclater les mythes entourant le concours. André Michielsens,
pour sa part, nous explique ses objectifs comme président du CNUE en 2014.
Vous songez à vous associer ? Ne manquez pas l’article à la page 12. Un nouveau vade-mecum
décrit tout sur les démarches à entreprendre en cas d’association. Pouvez-vous prêter votre carte
e-not à votre collègue ? Sous quelles conditions pouvez-vous effectuer une recherche au Registre
national sur un nouveau client ? Faites le Quiz privacy et découvrez si vos méthodes de travail
respectent les obligations légales en matière d’informations confidentielles.
D’ores et déjà excellente lecture et joyeuses fêtes de fin d’année !
12
Nationale Kamer en Notariële
Kantoororganisatie
De associatie van A tot Z
14
Chambre nationale et Organisation des études notariales
L’association de A à Z
16
E-notariat
Quiz Privacy
NOTARIUS
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
3
7
22
23
16
35
22
Events
Driejaarlijkse prijs van het Antwerps
Notariaat
23
Internationaal
André Michielsens, voorzitter van de
CNUE
26
E-notariat
Un renouveau de l’infrastructure ICT
27
E-notariaat
42
Een vernieuwing van de ICT infrastructuur
28
28
Chambre nationale des
39
Erevoorzitters van de
Interview avec Henri Meert et Anthony
Leleu
Karel Tobback
notaires
32
OVAM
Overdracht van appartementen
volgens Bodemdecreet
35
Interview
Patrick Henry, nouveau président
d’AVOCATS.BE
38
Office Management
Het evaluatiegesprek - L’entretien
d’évaluation
federatie
42
Koninklijke vereniging van
het notarispersoneel Union royale professionelle
du personnel des etudes
notariales
Verslag familiedag – Journée des
Familles
43
Risques du métier
44
Info juridique/Juridische
info
4
CHAIRMAN’S CORNER
notarius
Lorette Rousseau, Président FRNB - Voorzitter KFBN
Charles Six
“Une année est si vite passée”. Voilà une phrase qu’on entend
souvent en cette fin d’année. Ces 365 jours défilent à une
vitesse affolante et, avant même de s’en apercevoir, on se
retrouve au milieu des fêtes. On ne peut y échapper : cette
période appelle un regard rétrospectif sur l’année écoulée et
visionnaire sur la nouvelle.
“Een jaar is zo voorbij”. Deze verzuchting klinkt wel vaker
wanneer het einde van het jaar nadert. 365 dagen glijden
voorbij en voor we het goed en wel beseffen zitten we alweer
aan de feestdis. We kunnen er niet aan onderuit; deze periode
vraagt om een terugblik op het voorbije jaar en een vooruitblik
op het nieuwe.
Qu’est-ce que 2013 a apporté au notariat ?
L’année a commencé en force avec les réformes du droit
successorale. Des modifications qui ont eu un impact
considérable sur le travail du notaire. La force motrice Hélène
Casman, s’est concertée avec le Département juridique,
la commission Droits de la famille et le Comité d’Etude
et de Législation en vue d’une réforme du droit successoral
et des régimes matrimoniaux.
Un autre fait qui a marqué 2013 est encore le lancement du
nouvel e-notariat. Outre un relooking, le portail a fait l’objet
d’améliorations en matière de personnalisation
et de convivialité. Le tout nouveau site a été inauguré lors du
congrès du notariat, organisé cette année à Genk.
Tous les participants s’accordent à dire que cette édition
comptera parmi les annales. Avec un programme scientifique
particulièrement riche et une ambiance chaleureuse.
En ce qui concerne la rue de la Montagne, nous avons fait nos
adieux, après 20 ans de service, à Philippe Ch. Six
en tant que CEO et nous avons fait la connaissance
de son remplaçant, Pascal De Roeck.
Wat bracht 2013 voor het notariaat? Het jaar begon met
hervormingen op het vlak van het erfrecht.
Een herziening die toch heel wat impact heeft op het werk van
de notaris. Drijvende kracht Hélène Casman, pleegde overleg
met het Juridisch Departement, de commissie Familierecht
en het Comité voor Studie en Wetgeving met het oog op een
hervorming van het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht.
Een ander opvallend feit dit jaar was de lancering van het
nieuwe e-notariaat. Naast een uiterlijke facelift werd ook
veel aandacht besteed aan de personaliseerbaarheid en het
gebruiksgemak.
Deze lancering gebeurde tijdens het tweejaarlijks Notarieel
Congres dat dit jaar in Genk plaatsvond.
Alle aanwezigen zullen beamen dat het een editie was om
niet snel te vergeten. Met een interessant wetenschappelijk
programma en heel veel ambiance.
Wat de Bergstraat betreft, namen we na 20 jaar afscheid van
Philippe Ch. Six als CEO en verwelkomden we Pascal De Roeck.
Que nous réserve 2014 ? Je ne dispose pas d’une boule de
cristal mais il est fort probable que le droit successoral sera
réformé. Ce qui est certain c’est qu’André Michielsens deviendra
le président du notariat européen, un bel honneur.
Et enfin, je suis persuadée que chaque notaire exercera sa
mission de conseiller du citoyen avec le sérieux professionnel
nécessaire et beaucoup de plaisir.
Je vous souhaite à tous une année 2014 haute en couleur !
Wat heeft 2014 in petto voor het notariaat? Ik heb natuurlijk
geen glazen bol, maar waarschijnlijk zal het erfrecht verder
hervormd worden. Vast staat dat André Michielsens de
voorzitter van het Europees notariaat wordt, een hele eer.
En verder ben ik er zeker van dat elke notaris met de nodige
beroepsernst én plezier zijn taken als raadgever van de burger
zal uitoefenen.
Ik wens iedereen een fantastisch 2014 toe!
NOTARIUS
2013
REDACTIONNEL REDACTIONEEL
DECEMBER - DÉCEMBRE
Nathalie Guyaux, Hoofdredacteur - Rédacteur en chef
Bart Azare
«A l’horizon 2014 :
tenons la barre pour garder le cap »
Les douze coups de minuit vont bientôt sonner ;
les dés sont jetés pour l’année écoulée.
Il est l’heure pour chaque étude notariale de procéder à son
bilan de santé et de s’interroger, comme toute PME,
sur la structure et l’organisation de son entreprise ;
réflexion qui aura été fort agrémentée par les mesures fiscales
inscrites dans la loi programme du 28 juin 2013 et, tout
récemment, par la mesure visant à limiter la responsabilité
professionnelle du notaire en société.
“2014 komt eraan:
we moet zorgen dat we op koers blijven”
Nog even en de klok slaat middernacht; het doek valt over het
afgelopen jaar.
Hoog tijd dus voor elk kantoor om een balans op te maken en
bij zichzelf te rade te gaan, net zoals elke KMO, en na te denken
over de structuur en de organisatie van zijn onderneming;
de fiscale maatregelen ingeschreven in de wet van 28 juni
2013 en recent nog de maatregel die de professionele
verantwoordelijkheid van de notaris in vennootschap beperkt,
kunnen dit reflectieproces extra kruiden.
Cette période de fin d’année, propice à la générosité,
nous amène aussi à nous recentrer sur le rôle social que nous
devons jouer dans cette conjoncture morose.
De eindejaarsperiode, die in het teken van vrijgevigheid staat,
brengt ons ook terug tot bij de essentie van de rol die we
spelen in deze sombere conjunctuur.
Si la vie notariale n’est pas un long fleuve tranquille et que
l’afflux de dossiers se fait de temps à autre au gré des saisons ;
le baromètre des notaires nous rappelle que le notariat belge
reste largement épargné par la crise.
Ons beroep wordt steeds complexer en de toevloed
van dossiers is vaak seizoensgebonden. Toch geeft onze
Notarisbarometer aan dat het notariaat grotendeels gespaard
blijft van de crisis.
Nous devons nous en réjouir même si la prudence est de mise.
We moeten ons hierover verheugen, zelfs al is enige
voorzichtigheid op z’n plaats.
Les dossiers auxquels nous sommes confrontés nous
imprègnent des difficultés vécues par nos clients ;
qu’il s’agisse de cas de saisie ou de faillite qui requièrent notre
intervention, aux dossiers de crédit qui n’aboutissent pas,
cela ne nous rend pas insensibles pour autant.
Même si ce n’est qu’une petite goutte dans l’océan,
notre conseil désintéressé et notre première consultation
gratuite, chers au notariat, doivent plus que jamais faire
étinceler notre costume de notaire.
Meilleurs vœux à tous pour 2014 !
De dossiers waarmee we te maken krijgen, doordringen ons
van de moeilijkheden waarmee onze cliënten geconfronteerd
worden; of het nu gaat om een inbeslagneming of een
faillissement waarvoor onze tussenkomst vereist is, of een
kredietdossier zonder resultaat, het raakt ons allemaal.
Zelfs als is het maar een kleine druppel in de oceaan, onze
onbaatzuchtige en eersterangs raad aan onze cliënten, geven
ons beroep meer dan ooit een extra glans.
Voor iedereen alvast mijn beste wensen voor 2014!
5
6
Isabelle Persyn, Bart Azare, K-pture, Ann Poppe
2013 in beeld - 2013 en images
Twee sleutelfiguren van het notariaat:
André Michielsens, de voorzitter van
het Europees notariaat in 2014 en
Hélène Casman, drijvende kracht achter
de hervorming van het erfrecht
Adieu à Philippe Ch. Six, 20 ans CEO de la fédération
Guy Verlinden en Bram Vuylsteke, organisatoren van het Notarieel Congres te Genk
Verwelkoming van Pascal De Roeck, nieuwe CEO van de federatie
De Nederlandstalige Raad sluit een protocol met
CIB-Vlaanderen om het verkoopproces te optimaliseren
NOTARIUS
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
BLIKVANGER / COUP D’ŒIL
7
Les notaires du Namurois remettent 85.000 euros à l’ONG « graine de vie »,
à l’ASBL « souffle un peu » et à la Fondation Roi Baudouin Bert Kruismans schrijft de bestseller ‘Meneer de notaris’
141 notaires et collaborateurs participent aux 20 km de Bruxelles
Lancement du nouvel e-notariat
8
Frederic Petitjean
Koen Bauters
De examencommissie
op de rooster gelegd
Eind februari organiseren de Benoemingscommissies voor het Notariaat weer hun jaarlijks
vergelijkend examen voor kandidaat-notarissen. Voor heel wat examinandi gaat dat gepaard
met knikkende knieën en angstzweet. Om de mythes rond het examen de wereld uit te
helpen, ging Notarius zijn licht opsteken bij de voorzitters van de Commissie:
Jo Baret voor de Nederlandstalige kant en notaris Sophie Maquet voor de Franstalige.
De weg naar het notarisberoep is
lang en behoorlijk moeilijk: vijf jaar
rechten studeren, een bijkomende
master notariaat behalen en ook
nog eens stage lopen. En dan,
als orgelpunt, slagen voor het
(beruchte…) vergelijkend examen.
Dat examen wordt sinds 2001
georganiseerd door de Benoemingscommissies voor het Notariaat en
sinds begin dit jaar staat die onder
het voorzitterschap van Jo Baret en
Sophie Maquet.
“Men had mij al enkele malen
gevraagd om voorzitter te worden,
maar dat had ik altijd geweigerd”,
steekt Jo Baret van wal. “Ik was
vroeger secretaris-generaal van de
FOD Justitie en ook kabinetschef en
ik vond dat eigenlijk onverenigbaar
met een taak in de benoemingscommissie. De Commissie geeft adviezen
en voordrachten aan de minister
van Justitie en zijn administratie.
Het leek mij nogal moeilijk om eerst
die adviezen mee op te stellen en er
daarna over te beslissen om er al dan
niet iets mee te doen. Maar goed, de
laatste keer dat men mij vroeg, eind
2012, had ik dat argument niet meer,
dus toen heb ik wel toegestemd
(lacht).”
Jo Baret en Sophie Maquet
Dat precies Jo Baret gevraagd werd,
is ook niet zo geweldig verwonderlijk. Hij was al betrokken bij de
wet die de benoemingscommissie
in 1999 oprichtte en schreef ook
mee aan de vernieuwingen binnen de
Ventôsewet. Hij kende de materie dus
door en door.
NOTARIUS
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
Ook notaris Maquet mag een ervaringsdeskundige genoemd worden
en ook zij werd simpelweg gevraagd
om de Franstalige voorzittersrol op
haar te nemen. “Zo eenvoudig kan
het soms gaan, ja”, lacht ze. “Ik was
inderdaad ook al eens gewoon lid van
de Commissie, namelijk in de eerste
Commissie.”
Harde noten
We moeten een kat een kat noemen:
de examens die de commissies
opstellen, hebben de reputatie van
harde noten om te kraken. “Veel
mensen hebben er vooral schrik van
omdat ze niet goed weten wat hen
te wachten zal staan”, nuanceert Jo
Baret. “Maar goed, ik geef toe dat
het zeker geen eenvoudige klus is.
Dat kan ook moeilijk anders, omdat
de materie die notarissen moeten
beheersen, vaak ook ingewikkeld
én zeer uitgebreid is. Een notaris is
betrokken bij heel wat takken van het
recht en wordt natuurlijk verondersteld om daar de juiste kennis over
te hebben. Komt daarbij dat alles
constant evolueert en dat je je dus
permanent moet bijscholen om op de
hoogte te blijven.”
“Je moet het natuurlijk ook niet
overdrijven”, zegt notaris Maquet.
“De reputatie van het examen is een
beetje overtrokken en er hangen heel
wat urban legends rond. Als ik op mijn
eigen examen in 2001 terugkijk, kan
ik alleen maar zeggen dat dat eigenlijk
probleemloos gegaan is. Het grote
verschil was wel dat het examen toen
nog geen reputatie hád. Het was
namelijk de eerste keer dat het georganiseerd werd (lacht).”
Mensentaal
Maar niet alleen is de examenstof
ingewikkeld en uitgebreid, er is nog
een tweede struikelblok, zegt Jo
Baret. “De notaris moet niet alleen
perfect op de hoogte zijn van de
juridische materie die hij op zijn bord
krijgt, hij moet die ook nog eens
uitgelegd krijgen in een taal die zijn
cliënten kunnen begrijpen. Je moet
dus niet alleen de kennis hebben, je
moet ze ook in mensentaal kunnen
BENOEMINGSCOMMISSIES VOOR HET NOTARIAAT
verwoorden. Dat is precies wat we
testen op het mondelinge gedeelte
van het examen. En dat is niet zo
evident, hoor. Regelmatig zien we
kandidaten die erg goed scoren op
het schriftelijke examen, maar toch
ontgoochelen op dat mondelinge
gedeelte.”
Voor de examens werken de Nederlandstalige en Franstalige commissies
nauw samen wat betreft de
organisatie en logistiek. De inhoud van
de examens en de vragen staan echter
compleet los van elkaar. “In de eerste
Commissie zijn er examens geweest
die hetzelfde waren, maar daar is men
van afgestapt omdat het vertalen
veel te veel werk was”, legt notaris
Maquet uit. “De regelgeving verschilt
uiteraard ook dikwijls heel erg. Er
zijn heel wat decretale en regionale
wetten die totaal anders zijn in de
twee gewesten.”
Tips
En welke tips zouden de voorzitters
dan kunnen meegeven aan de
moedigen die aan het examen
deelnemen? “Ik denk dat een tijdige
voorbereiding cruciaal is”, zegt Jo
Baret. “Zoals ik al zei, is er een zeer
breed spectrum aan juridische materie
die je moet kennen en we proberen
ook over elk deelgebied wel een vraag
te stellen. De wetgeving wordt ook
constant geüpdatet, daar moeten de
kandidaten dus voortdurend van op
de hoogte zijn. Volg dus de juridische
actualiteit, lees het e-notariaat en
blijf bij. Als derde tip zou ik aanraden
om tijdens de stage zoveel mogelijk
praktijkgericht te werken. Zie dat je
in de front office terechtkomt en blijf
niet steken in de back office waar
je constant dezelfde taken uitvoert.
Want op het examen is de kans
natuurlijk reëel dat je ondervraagd
wordt over zaken waar je niet elke dag
mee in contact komt. Dat is trouwens
meteen ook een oproep aan de stagemeesters.”
“Het ligt soms ook wel aan de
kandidaten zelf”, vult notaris
Maquet aan. “Er zijn er nog te veel
die absoluut in een grote associatie
willen werken. Terwijl je in een kleiner
kantoor veel vaker met heel diverse
zaken te maken krijgt. Ik zie ook vaak
kandidaten die last hebben met tijdsmanagement, die zich op het examen
verliezen in details en geen keuzes
kunnen maken.”
Vleugels uitslaan
Sinds enkele maanden huist de
Commissie, die jarenlang in de
Bergstraat gevestigd was, in een
nieuw gebouw vlakbij het Parlement.
Die verhuis is er niet toevallig
gekomen en is ook wel een beetje
symbolisch, zegt Jo Baret. “Het was
eigenlijk van in 2000 de bedoeling dat
de Commissie volledig zelfstandig zou
kunnen werken, maar dat heeft wel
iets langer geduurd dan voorzien. We
hebben dus jarenlang gesteund op de
Nationale Kamer die ons personeel en
ruimte ter beschikking heeft gesteld,
iets waarvoor ik hen ook nadrukkelijk wil bedanken. Maar nu is dus
de tijd gekomen om onze vleugels
uit te slaan en onze zelfstandigheid
echt concreet te maken. De verhuis
gaat dus gepaard met een grotere
onafhankelijkheid en met een eigen
secretariaat dat uitgebouwd wordt.
Als voorzitters is het onze taak om
die nieuwe structuur zelfstandig te
kunnen laten werken en we moeten
ook zorgen voor een grote continuïteit, voor de dag dat wij hier niet meer
zullen zijn.”
Voor zijn huisvesting werkt de
Commissie nu samen met de
Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het personeel wordt geleverd
door de Senaat. “De banden met de
Bergstraat zijn misschien een beetje
losser geworden, maar het is zeker
de bedoeling om de goede verstandhouding met de andere notariële
instellingen te behouden”, benadrukt
Jo Baret. Vous pouvez consulter le texte en
français sur l’e-notariat.
9
10
Michel Gassée
Emmanuel Crooÿ
La force des évidences
Au terme de ses études secondaires de latin/grec, elle savait que ce serait le droit... En licence à
l’UCL, que ce serait le droit civil. « Parce que c’est le droit qui touche les gens » ! Et, pendant son
stage chez un avocat au Barreau, elle sut rapidement que ce serait le notariat... D’abord comme
clerc, puis comme associée et, enfin, comme notaire titulaire d’une étude en forme de « coquille
quasiment vide ». Rencontre avec une femme qui aime les défis.
Pas de clientèle, pas de bureaux,
pas d’informatique, pas de personnel,
pas de dossier... Quand Isabelle
Van Campenhoudt prête serment,
le 6 novembre 2012, son étude est
une coquille quasi vide. Elle prend
pourtant la succession d’un notaire
bien connu à Schaerbeek, Xavier Wets.
Explication : « Le fils de Xavier Wets,
Simon, était devenu notaire dans la
commune en 2002, résume Isabelle
Van Campenhoudt. Père et fils partageaient les mêmes bureaux et, au bout du
compte, leurs deux études avaient fini
par fonctionner pratiquement comme
une étude unique. C’est ce qui explique
pourquoi l’étude au nom de Xavier Wets
était devenue une sorte de coquille vide à
sa démission en 2007. » Pas totalement
vide néanmoins, puisque la succession
comporte les minutes du notaire Xavier
Wets et de ses prédécesseurs.
Isabelle Van Campenhoudt
Quoi qu’il en soit, l’étude restera encore
vacante pendant quelques années. Il
faut dire que le défi pour le successeur
était – est – immense : créer une
clientèle à partir de presque rien.
« Pendant les deux premiers mois, on
taille les crayons, raconte Isabelle Van
Campenhoudt en riant. Plus sérieusement, j’en ai profité pour mettre à jour
mes lectures juridiques. Et puis, petit à
petit, les choses se sont enclenchées
à partir du mois de janvier 2013. »
Les clients ont commencé à trouver le
chemin de cette petite étude située à
un jet de pierre du boulevard Reyers
et de la RTBF à Bruxelles. Les dossiers
rentrent, de plus en plus nombreux.
L’agenda se remplit au point qu’avant
les vacances d’été, Isabelle Van
Campenhoudt décide qu’à la rentrée,
elle doit engager quelqu’un. « Je n’avais
pas besoin d’aide pour gérer les dossiers
NOTARIUS
2013
TOUR DE BELGIQUE
DECEMBER - DÉCEMBRE
juridiques, à vrai dire, je pouvais encore
augmenter ce temps de travail-là, mais
il était devenu impossible de signer des
actes et, en même temps, de décrocher
le téléphone, ouvrir la porte, etc. Et puis,
tout de même, c’est un peu gênant
de devoir répondre à un appel dévié
vers votre GSM pendant la signature
d’un acte chez un confrère... Vis-à-vis
du confrère mais également vis-à-vis
de votre client. Car pour le client, la
signature d’un acte notarial est souvent
un moment important de son existence,
il a droit à toute notre attention. »
Reste la question clé : quel doit être le
profil du premier salarié de cette étude
(re)naissante ? Une secrétaire pour
répondre au téléphone et accueillir les
clients ? Un juriste licencié en notariat ?
Eh bien, ce sera une juriste, qu’Isabelle
Van Campenhoudt compte bien former
« à sa sauce »...
D’AVENTURE EN AVENTURE
Et quelle sauce... Car du caractère,
Isabelle Van Campenhoudt n’en manque
pas. De suite dans les idées, non plus,
apparemment. Les études secondaires ?
Elles furent littéraires et ouvrirent
une voie presque naturelle vers le
monde juridique puisque, avoue-telle volontiers, « le droit s’est très vite
imposé comme une évidence ».
Parfait ! Mais après ?
Ce sera le droit civil qu’elle apprend à
aimer pendant ses années de licence. Là
encore, Isabelle Van Campenhoudt parle
d’ « évidence » : « Pourquoi ?
Parce que ça touche les gens. Voilà !
Le droit civil, c’est le droit de la vie
quotidienne. J’ai accroché très vite ».
Mais après ? Dilemme... Le barreau ou
le notariat ? 90 heures de stage chez
un avocat, et la réponse est... évidente :
ce sera le notariat. « Cet avocat traitait
essentiellement du droit administratif
et du droit des étrangers, ce n’était
vraiment pas ma tasse de thé. En fait,
c’est plus par la matière que par la
pratique du métier d’avocat en tant que
telle que j’ai évité le barreau. »
Encore fallait-il « accrocher » avec le
monde notarial. L’occasion vient avec
la licence en notariat : deux journées
de cours par semaine, trois jours de
pratique dans une étude. C’est la
révélation. « J’ai accroché dès le premier
jour. J’ai aussi eu la chance d’avoir un
maître de stage très chouette, très
compétent, en la personne de Didier
Gyselinck. On est d’ailleurs restés en
contact, c’est quelqu’un que j’ai régulièrement consulté quand il m’a fallu
prendre des décisions importantes pour
ma carrière. » C’est chez lui en tout cas
qu’Isabelle Van Campenhoudt dit avoir
appris les bases du métier. On est en
1998. Elle envoie son cv, Edouard De
Ruydts l’engage comme clerc dans son
étude à Forest. Elle y restera jusqu’en
2006. « Une très belle expérience,
dit-elle aujourd’hui, une excellente
collaboration avec lui et son équipe.
Une étude pas trop grande, un boulot
varié de généraliste, avec droit de la
famille, successions, ventes publiques,
immobilier, sociétés aussi mais pas trop
grandes, bref, une chouette tranche de
vie. »
Mais voilà, une nouvelle évidence se fait
jour : elle sera notaire elle aussi. Elle veut
présenter le concours. Elle le réussit
en 2003... à sa grande surprise. Pour
autant, le grand saut vers une étude
à elle n’est pas immédiat, notamment
parce qu’elle n’a pas encore réussi
l’examen linguistique (ce sera chose
faite en 2007) et qu’elle veut s’installer
à Bruxelles où le bilinguisme est indispensable. Mais l’envie d’aller voir ailleurs
la démange, pour se confronter à
d’autres méthodes de travail. « Edouard
De Ruydts le comprend fort bien,
raconte-t-elle. En 2006, je rejoins
l’étude de Bernard Dewitte comme
collaboratrice. L’idée de l’association
germe tout doucement et, en 2009,
Bernard me propose de devenir son
associée. J’accepte, évidemment. Je dois
dire qu’humainement, on s’entendait
bien. En 2011 pourtant, je romps
l’association. Avec le recul, je pense que
nos méthodes de travail étaient sans
doute trop différentes ; ensuite, je n’ai
pas bien vécu mon changement de
statut au sein de l’étude de Bernard : de
collaboratrice au départ, je suis devenue
patron, co-dirigeante en tout cas. Pas
simple à vivre par rapport aux autres
collaborateurs de l’équipe. Je me suis
souvent retrouvée en porte-à-faux
entre mes anciennes collègues et mon
associé. On n’est pas préparé à ça et le
résultat, c’est que l’ambiance de travail
ne me convenait plus. »
Isabelle Van Campenhoudt s’en va
donc, sans savoir de quoi son avenir
immédiat sera fait. Quelques mois de
congé sabbatique sûrement, c’est idéal
pour souffler après quelques années
exigeantes. Mais les mois passent, les
procédures de nomination prennent plus
de temps que prévu, elle commence
à trouver le temps long et, pendant
quelques mois, elle travaille comme
indépendante pour des confrères
à Waterloo jusqu’à ce choix des
Commissions : la succession du notaire
Xavier Wets lui échoit. Elle relève le
défi. Comme une évidence... Loue des
bureaux, achète du matériel, reçoit
les premiers coups de téléphone de
clients. Le bouche à oreille commence
à fonctionner. Aujourd’hui, 40% de
sa clientèle émane de son réseau de
connaissances, 20% sont de nouveaux
clients et 40%, d’anciens clients
qui l’ont retrouvée dans l’annuaire
« alors, insiste-t-elle, que je n’en avais
recontacté aucun, par respect pour mon
ancien associé ».
Un an après le début de cette aventure
un peu folle, Isabelle Van Campenhoudt
semble avoir trouvé ses marques. Elle
n’a pas envie, dit-elle, de développer
une grosse machine, une grosse étude
avec une croissance folle. Ce qui
compte, c’est la relation de proximité
avec le client. Pour elle, c’est une
évidence.
11
NATIONALE KAMER - NOTARIËLE KANTOORORGANISATIE
12
Bo Bogaert
De associatie van A tot Z
Alles wat u over het associatieproces wil weten beschikbaar op het e-notariaat
Het departement Kantoororganisatie van de KFBN en de
Nationale Kamer van notarissen hebben de handen in elkaar
geslagen en een praktische gids geschreven over alle aspecten
van het associatieproces. Het vademecum en de bijhorende
checklists, modelbrieven en meest gestelde vragen vindt u terug
op het e-notariaat in het submenu ‘Associatie’.
Steeds meer associaties
Sinds 1 januari 2000 zijn associaties
in het notariaat toegestaan en de
laatste jaren kent deze samenwerkingsvorm een groeiend succes. De
wens om meer beschikbaar te zijn
voor de cliënt, een beter evenwicht
tussen professioneel en privéleven,
de plicht om een continu toenemend
aantal juridische en niet-juridische
onderwerpen te doorgronden, … zijn
maar enkele van de redenen waarom
(kandidaat-)notarissen kiezen om te
associëren. De Nationale Kamer en het
departement Kantoororganisatie van
de KFBN kregen daarover steeds meer
vragen: hoe moeten we dit voorbereiden en concreet aanpakken? Welke
zijn de wettelijk te volgen procedures?
Wie kan ons daarbij helpen? Waar vind
ik informatie? Alle antwoorden op die
vragen vindt u terug in het overzichtelijk vademecum dat beschikbaar
is op het e-notariaat onder Beroep
> Uitoefening van het ambt >
Associatie of onder Kantoor > Kantoor
Management > Associatie.
‘hoe pakken we dit aan’ overstappen.’
Het vademecum legt de nadruk op een
goede voorbereiding. Daarmee staat of
valt alles. De gids spoort toekomstige
associés aan om zich te bezinnen over
niet zo voor de hand liggende zaken.
Ja, zelfs al over de gevolgen van
het einde van de associatie. ‘Het is
belangrijk dat associés zich op dezelfde
lijn bevinden en dezelfde verwachtingen hebben van hun samenwerking.
Alles, van fundamentele zaken tot het
kleinste detail, moet bespreekbaar zijn.
Van de waarden en de visie van het
toekomstig kantoor tot de praktische
kantoororganisatie. Een objectieve
externe persoon biedt hier vaak een
toegevoegde waarde: hij kan punten
bespreekbaar maken zonder dat een
partij zich onwennig moet voelen.
Kandidaat-associés kunnen hiervoor
beroep doen op de KFBN of op een
geaccrediteerd consultant die terug te
vinden is via het e-notariaat. Wij raden
kandidaat-associés ook aan om eens
met collega’s die al geassocieerd zijn te
praten.’
Goed begonnen is half gewonnen
‘We vergelijken een associatie graag
met een huwelijk’, steekt Catherine
Van Acker, verantwoordelijke van het
departement Kantoororganisatie, van
wal. ‘Net zoals voor verloofden is het
voor kandidaat-associés belangrijk dat
ze op voorhand goed nadenken over
het ‘waarom’ en ‘met wie’ ze zich willen
associëren en niet onmiddellijk naar het
Voor de juridisch-formele kant van de
zaak is de Nationale Kamer verantwoordelijk. Anne Catherine Deleye,
directeur van de Nationale Kamer:
‘Het opstarten van een associatie
is onderworpen aan heel wat
wettelijke en deontologisch voorgeschreven bepalingen. Met behulp
van checklists (bijvoorbeeld voor het
opstellen van de associatieovereen-
komst, het opmaken van de statuten,
het huishoudelijk reglement, …) en
modelbrieven (aanvraag tot aanstelling
schatter, verzoek Provinciale Kamer
tot goedkeuring associatie, melding
eind van de associatie aan de minister,
…) willen we een overzicht geven van
alle stappen die kandidaat-associés
moeten ondernemen. Omdat iedere
individuele situatie verschillend is,
hebben we er bewust voor gekozen
om geen modellen ter beschikking te
stellen voor de associatieovereenkomst, de statuten en het huishoudelijk
reglement. In de checklists vestigen
we wel de aandacht op de wettelijke
voorschriften en stippen we een aantal
mogelijkheden aan. Elke associatie is
persoonlijk en tailor-made. We willen
iedereen aanmanen om voldoende tijd
te nemen om alles goed door te praten.’
Flexibel werkinstrument
Het vademecum kwam tot stand mede
door interviews met geassocieerde
notarissen. Zij vertelden ons over de
voor- en nadelen van de associatie,
de valkuilen en de aandachtspunten.
Deze gids is dan ook een continu ‘work
in progress’. Uw ervaringen en aanvullingen kunnen ons helpen om de gids
steeds verder te verfijnen.
U mag uw suggesties doorgeven
aan Catherine Van Acker:
[email protected]
of Anne Catherine Deleye
[email protected].
NOTARIUS
2013
BERGSTRAAT
DECEMBER - DÉCEMBRE
13
U hebt sneller uw lening dan dat u
omzetting van vruchtgebruik
in volle eigendom hebt gezegd.
U KUNT REKENEN OP ONZE ADVISEURS VRIJE BEROEPEN.
Maak een afspraak via 02 433 43 31 of surf naar bnpparibasfortis.be/vrijberoep
bnpparibasfortis.be
bnpparibasfortis.be
Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag door de kredietverstrekker.
V.U.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702.
CHAMBRE NATIONALE – ORGANISATION DES ÉTUDES NOTARIALES
14
Bo Bogaert
L’association de A à Z
Un tout nouveau guide pour se lancer dans l’association disponible sur l’e-notariat
Le département Organisation des études de la FRNB et la
Chambre nationale des notaires ont collaboré à la rédaction
d’un guide pratique concernant tous les aspects du processus
d’association. Le vade-mecum mais aussi les check-lists,
modèles de lettres et questions / réponses (FAQ) en rapport
avec le sujet sont dès à présent disponibles sur l’e-notariat dans
le sous-menu « Association ».
Toujours plus d’associations
Les associations sont autorisées depuis
le 1er janvier 2000 et, ces dernières
années, cette forme de collaboration
connaît un succès grandissant. L’envie
d’être plus disponible pour ses clients,
un meilleur équilibre entre vie professionnelle et vie privée, l’obligation de
devoir se pencher sur un nombre sans
cesse croissant de sujets juridiques et
non juridiques, … ne sont que quelques-unes des raisons qui incitent
les (candidats)-notaires à opter pour
l’association. Le nombre de questions
qui parvient à ce sujet à la Chambre
nationale et au département Organisation des études de la FRNB est en
constante augmentation : comment se
préparer concrètement pour s’associer,
quelles sont les règles à respecter, qui
peut nous aider, où trouver des informations ? Les réponses à toutes ces
questions se trouvent sur l’e-notariat
sous Etude > Management des études
> Association ou Profession > Exercice
de la profession > Association.
Une bonne préparation :
la clef de la réussite
« On peut comparer une association à un
mariage », explique Catherine Van Acker,
responsable du département Organisation des études. « Tout comme des
fiancés, il est essentiel que les candidats
associés réfléchissent d’abord correctement au “Pourquoi” de l’association
et au choix du “partenaire” avant le
“Comment” ». Le vade-mecum met
l’accent sur la préparation. C’est en
effet la première condition du succès.
Le guide encourage ainsi les futurs
associés à porter leur attention sur
certains aspects qui ne leur sautent
pas aux yeux, mais qui ont une réelle
importance pour leur projet. Cela inclut
notamment les conséquences de la fin
de l’association. « Il est important que
les associés soient sur la même longueur
d’onde et qu’ils aient les mêmes attentes
concernant leur collaboration. Tout,
absolument tout – depuis les fondamentaux jusqu’aux plus petits détails
– doit pouvoir être discuté. Tant les
valeurs et la vision de l’avenir de l’étude
jusqu’à son organisation pratique. Le
regard objectif d’une personne externe
constitue bien souvent une valeur
ajoutée : elle peut aider à aborder des
sujets sensibles sans risquer de mettre
l’une des deux parties dans l’embarras.
Les candidats associés peuvent faire
appel à la FRNB ou à un des consultants
accrédités renseignés sur l’e-notariat.
Nous conseillons, en outre, aux candidats-notaires de s’entretenir avec des
confrères déjà associés. »
La Chambre nationale est responsable
des aspects juridico-formels.
Anne Catherine Deleye, Directeur :
« Le lancement d’une association est
soumise à toute une série de règles
légales et déontologiques. Nous avons
réalisé des check-lists (par exemple
pour la rédaction de la convention
d’association, des statuts, du règlement
d’ordre intérieur,…) et des lettres
types (demande de désignation d’un
estimateur, demande de l’approbation
d’association de la Chambre nationale,
déclaration de fin d’association au
ministre,…) afin de donner un aperçu
des différentes démarches que doivent
entreprendre les candidats-associés.
Chaque situation individuelle étant
différente, nous avons délibérément
choisi de ne pas proposer de modèle
de convention d’association, de statuts
ou de règlements d’ordre intérieur.
Dans les check-lists, nous attirons
toutefois l’attention sur le prescrit légal
et nous présentons quelques solutions.
Chaque association doit être conçue
“ sur mesure “ pour ses membres. Nous
voulons encourager les futurs associés
à prendre le temps pour aborder minutieusement l’ensemble des aspects. »
Un outil destiné à évoluer
Le vade-mecum a été élaboré
notamment grâce à des entretiens avec
plusieurs notaires associés. Ils nous
ont confié les avantages et les inconvénients de l’association, les pièges à
éviter et les questions à ne pas négliger.
Comme ce guide est évolutif, vos
expériences et vos contributions nous
aideront à l’enrichir.
N’hésitez pas à transmettre toutes vos
remarques et suggestions à Catherine
Van Acker : [email protected]
ou Anne Catherine Deleye :
[email protected].
NOTARIUS
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
15
Votre prêt en moins de temps
qu’il n’en faut pour dire
acceptation de succession sous
bénéfice d’inventaire.
VOUS POUVEZ COMPTER SUR NOS CONSEILLERS PROFESSIONS LIBÉRALES.
Prenez rendez-vous au 02 433 43 32 ou surfez sur bnpparibasfortis.be/professionliberale
bnpparibasfortis.be
bnpparibasfortis.be
Sous réserve d’acceptation de votre demande par le prêteur.
E.R.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis SA, Montagne du Parc 3, 1000 Bruxelles, RPM Bruxelles, TVA BE 0403.199.702.
16
Aurélie Van der Perre
Quiz privacy
Pour notaires & collaborateurs
Confrontez vos pratiques de travail à la législation relative à la protection de la vie privée
Quotidiennement, le notaire et ses collaborateurs effectuent des traitements de données à caractère personnel
(recherches auprès des sources authentiques, communication de données vers les autorités publiques, etc.).
Dans un contexte de dématérialisation croissante, les risques d’atteinte aux données à caractère personnel des citoyens sont
de plus en plus élevés. Les abus en la matière défraient d’ailleurs la chronique.
Le notariat peut, une fois de plus, se positionner comme garant d’un droit fondamental dont la protection devient un
véritable enjeu sociétal.
Dans ce cadre, nous vous proposons de tester vos pratiques professionnelles relatives aux traitements de données à
caractère personnel. En sus, des trucs et astuces vous sont proposés afin d’améliorer facilement vos méthodes de
travail et de vous conformez en douceur à la législation.
QUESTIONS
1. Vous acceptez qu’un collègue utilise votre carte d’accès à l’e-notariat :
a) En lui donnant des instructions précises ;
b) Sauf s’il s’agit d’une carte eID ;
c) De manière systématique ;
d) En aucune façon.
2. Vous utilisez les données cadastrales :
a) Sans contrainte, ces données n’étant pas confidentielles ;
b) En respectant les règles précisées dans l’autorisation de la Commission de la vie privée ;
c) À des fins privées et/ou professionnelles ;
d) Uniquement avec l’accord du client concerné.
3. Vous avez communiqué les données d’un client pour la DB « Points de comparaison » :
a) Vous en avez informé ce client ;
b) Vous en avez informé ce client et déclaré le traitement à la Commission vie privée ;
c) Vous n’en avez pas informé ce client ;
d) Vous avez demandé une autorisation à la Commission vie privée.
4. Pour utiliser le numéro national d’un client, vous :
a) Lui demandez son autorisation écrite ;
b) Lui demandez son autorisation orale ;
c) Ne faites rien ;
d) Respectez les règles décrites dans les autorisations de la Commission de la vie privée.
5. Vous accédez à l’e-notariat en dehors de l’étude :
a) Uniquement depuis votre domicile ;
b) Uniquement dans le train et dans le parc ;
c) Peu importe l’endroit ;
d) Uniquement en respectant les règles de sécurité de l’étude.
6. Vous effectuez une recherche au Registre national sur un nouveau client :
a) Avant de l’avoir rencontré ;
b) Après l’avoir rencontré ;
c) Après avoir jugé que la recherche était nécessaire ;
d) Après lui avoir demandé l’autorisation.
7. Vous publiez des photographies sur Immoweb :
a) Avec ou sans passant(s) ;
b) Avec ou sans plaque(s) d’immatriculation de tiers ;
c) Sans passant ni plaque d’immatriculation de tiers ;
d) Avec ou sans passant(s) et plaque(s) d’immatriculation de tiers.
NOTARIUS
2013
E-NOTARIAT
DECEMBER - DÉCEMBRE
Explications, trucs et astuces
1ère question
Il est évidemment interdit de prêter sa carte d’accès à l’e-notariat à un tiers.
En effet, la carte d’accès à l’e-notariat – qu’il s’agisse d’une carte eID ou
de tout autre carte à puce (par exemple
la carte eNot ou anciennement la carte
REAL) – ne peut être utilisée que par
son titulaire.
L’article 16, § 4 de la loi du 8
décembre 1992 relative à la
protection de la vie privée à l’égard
des traitements de données à
caractère personnel (par après « loi
vie privée »), prévoit qu’« afin de
garantir la sécurité des données à
caractère personnel, le responsable
du traitement » doit « prendre les
mesures techniques et organisationnelles requises pour
protéger les données à caractère
personnel », notamment contre
« l’accès non autorisé de données à
caractère personnel ». La loi précise
que ces mesures doivent « assurer
un niveau de protection adéquat,
compte tenu, d’une part, de l’état
de la technique en la matière et des
1
2
frais qu’entraîne l’application de ces
mesures et, d’autre part, de la nature
des données à protéger et des risques
potentiels ».
En d’autres termes, cela signifie que la
Fédération Royale du Notariat belge,
en tant que responsable de l’e-notariat, a dû mettre en place des mesures
de sécurité particulières pour protéger
les accès non autorisés vers les données
à caractère personnel. Le niveau
de confidentialité des données
accessibles par le biais de l’e-notariat est évidemment élevé1.
Parmi les mesures de sécurité mises
en place, la Fédération Royale du
Notariat belge a limité l’accès de
l’e-notariat aux seules personnes
détentrices d’une carte à puce
sécurisée.
Notons que la Commission de la
protection de la vie privée requiert
explicitement, dans sa déclaration de
réponse d
conformité relative à la sécurité des
systèmes2, qu’ « un mécanisme d’autorisation d’accès conçu de façon
à ce que les données à caractère
personnel traitées et les traitements
les concernant ne soient accessibles
qu’aux personnes et applications
explicitement autorisées a été mis en
place ».
Rappelons que les conditions d’utilisation de l’e-notariat, auxquelles
ont adhéré les utilisateurs du Portail,
précisent que le titulaire d’une carte
doit prendre les mesures nécessaires
afin d’éviter qu’une tierce personne ne
puisse l’utiliser.
En conclusion, le fait de prêter sa carte à
un tiers sera toujours considéré comme
illégal dans le chef de l’utilisateur au vu
des enjeux poursuivis.
En cas d’abus, la responsabilité pénale
du titulaire de la carte pourrait être
engagée.
A titre d’exemple, les données du Registre national, de la Banque-Carrefour de la sécurité sociale, du Registre central des testaments, etc.
Il s’agit d’un document que la Fédération Royale du Notariat belge doit remplir et s’engager à respecter pour qu’un accès vers le Registre national soit offert aux notaires.
Celui-ci est disponible sur le site internet de la Commission de la protection de la vie privée :
http://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/explications-declaration-de-conformite-rn_0.pdf
17
18
2ème question
L’accès aux données cadastrales ne peut être réalisé que dans le cadre de l’autorisation
spécifique délivrée au notariat par la Commission de la protection de la vie privée.
Notons que chaque accès vers une
source de référence (Cadastre,
Registre national, etc.) doit être prévu
légalement ou faire l’objet d’une autorisation spécifique du Comité sectoriel
compétent auprès de la Commission de
la protection de la vie privée.
Ainsi, en vertu de l’article 36bis de
la loi vie privée, « toute communication électronique de données
personnelles par un service public
fédéral ou par un organisme public
avec personnalité juridique qui relève
de l’autorité fédérale, exige une
autorisation de principe (du comité
sectoriel compétent) ».
Les notaires et leurs collaborateurs ont été autorisés à accéder
aux données cadastrales dans le
cadre des tâches qui relèvent de
leur compétence par la délibération 09/2011 du Comité sectoriel
pour l’Autorité Fédérale. L’autorisation, accessible en ligne via le site de la
Commission de la protection de la vie
privée3, précise les modalités de cet
accès.
Bien que la plupart des données
cadastrales soient librement accessibles
auprès des pouvoirs communaux ou
disponibles en ligne, le fait de disposer
d’un accès généralisé aux données
cadastrales nécessite que certaines
mesures soient prises afin de garantir la
vie privée des personnes concernées.
Afin d’éviter les accès illégitimes,
la FRNB est d’ailleurs tenue
d’assurer « un système de «logging/
auditing» permettant d’archiver
les données relatives aux consultations et de retrouver, pour chaque
consultation, le dossier dans
le cadre duquel la recherche a
été effectuée ».
Dans la délibération 09/2011
précitée, le Comité sectoriel précise
que les notaires et leurs collaborateurs
bénéficient d’un accès automatisé au
Cadastre uniquement dans le cadre de
l’accomplissement des missions légales
du notaire. Toute autre utilisation serait
constitutive d’infraction pénale.
3ème question
L’obligation d’information et de transparence vis-à-vis des personnes dont les données
à caractère personnel sont traitées est incontestablement un principe de base de la loi vie privée.
Le fait d’alimenter la base de données
des « Points de comparaison » est
somme toute légitime dans le chef du
notaire et de ses collaborateurs. Cela
étant, le responsable du traitement,
le notaire, est tenu à un devoir de
loyauté et de transparence vis-à-vis
de son client lors du traitement de
ses données à caractère personnel. Il
est intéressant de savoir que cette
obligation s’applique en toutes
circonstances, et donc même si le
traitement est autorisé par ou en
vertu d’une loi.
L’article 9 de la loi vie privée prévoit en
effet que le responsable du traitement
doit fournir « à la personne concernée
auprès de laquelle il obtient les données
la concernant et au plus tard au moment
où ces données sont obtenues », au
moins les informations concernant les
finalités du traitement, l’éventualité d’un
droit d’opposition au traitement et les
destinataires des données.
En conclusion, il est essentiel que le
client puisse être informé de manière
suffisamment précise des traitements
réponse b
réponse a
effectués à son égard. La méthode d’information est laissée au libre choix du
notaire.
Pour éviter que la responsabilité
pénale du notaire et/ou de ses collaborateurs ne puisse être mise en
cause, il est conseillé de remettre
ces informations par écrit au citoyen
et ce, dans un langage clair et
compréhensible afin que ce dernier ne
puisse se méprendre sur les intentions
louables d’une telle démarche : la
protection d’un droit fondamental.
Disponible via le lien suivant : http://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/d%C3%A9lib%C3%A9ration_AF_009_2011_0.pdf.
En vertu de l’article 8 de la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques.
5
Il vous suffit d’introduire le numéro de la délibération dans le moteur de recherche accessible par le biais du lien hypertexte suivant : http://www.privacycommission.be/fr/search.
3
4
NOTARIUS
2013
E-NOTARIAT
DECEMBER - DÉCEMBRE
4ème question
L’utilisation du numéro d’identification du Registre national n’est considérée comme légitime que si la loi
le prévoit ou si le Comité sectoriel du Registre national (auprès de la Commission de la protection de la
vie privée) en a expressément donné l’autorisation4. Chacune de ces autorisations détaille les modalités
d’utilisation du numéro national.
Les notaires ont reçu l’autorisation
formelle d’utiliser le numéro national
comme critère de recherche pour
accéder : au Registre national et à la
Banque-carrefour de la sécurité sociale ;
aux Registres centraux des testaments
et des contrats de mariage ; au
Cadastre ; au fichier central des avis de
saisies, de délégation, de cession et de
règlement collectif de dettes (cf. délibérations 58/2008, 15/2011, 16/2011,
12/2012). Une autorisation récente
permet également au notaire d’insérer le
numéro national dans les actes authen-
tiques (délibération 38/2013). Toutes
les délibérations du Comité sectoriel
sont librement accessibles sur le site
de la Commission de la protection de
la vie privée5.
Toute autre utilisation du numéro
national serait susceptible d’être
sanctionnée pénalement.
La loi organisant un registre national
des personnes physiques du 8 août
1983 précise les organismes habilités
à demander auprès de la Commission
de la protection de la vie privée l’autorisation d’utiliser le numéro national. A
titre informatif, seuls les organismes
accomplissant des missions d’intérêt
général ou travaillant dans le cadre
de l’ordre public ont le droit de
demander une autorisation auprès
de la Commission. A titre d’exemple,
eBay avait demandé de pouvoir utiliser
le numéro national de ses utilisateurs
présent sur la carte à puce de leur carte
eID. La demande a été jugée irrecevable.
5ème question
L’accès au réseau de l’étude à distance peut être utile pour le notaire et pour ses collaborateurs,
par exemple pour ceux qui souhaitent travailler depuis leur domicile. Cela étant, l’accès à distance
doit être suffisamment sécurisé.
En effet, l’article 16, § 4 de la loi vie
privée prévoit que le responsable
du traitement doit prendre « les
mesures techniques et organisationnelles requises pour protéger les
données à caractère personnel contre
la destruction accidentelle ou non
autorisée, contre la perte accidentelle ainsi que contre la modification,
l’accès et tout autre traitement non
autorisé de données à caractère
personnel ».
Afin de répondre à cette obligation,
quelques précautions peuvent
utilement être prises.
Ainsi, le notaire s’assurera (ou fera
assurer par son fournisseur informatique) que l’accès à internet est
6
sécurisé, que les logiciels anti-virus des
PC portables sont régulièrement mis à
jour, que le système impose l’utilisation
de mots de passe adéquats ou encore
qu’une mise en veille automatique se
déclenche après un certain temps.
L’utilisateur notaire ou collaborateur accédera à l’e-notariat en bon
père de famille. Il prendra soin de ne
pas se connecter dans des endroits
non sécurisés (train, zones publiques,
etc.). S’il souhaite utiliser son propre
PC, celui-ci devra être configuré de
manière à répondre aux critères de
sécurité de l’étude. Rappelons que
les infractions à la loi vie privée
sont punissables pénalement et que
l’utilisateur pourrait être personnellement sanctionnés – s’il ne prend
réponse d
réponse d
pas certaines mesures de sécurité
– lorsqu’il accède à des données à
caractère personnel.
Notons, bien que cela ne soit pas
expressément interdit si le système
est suffisamment sécurisé, qu’il est
déconseillé d’accéder au réseau
depuis un pays situé en dehors
de l’Europe. Cette barrière tombe
si le pays n’est pas considéré par la
Commission Européenne comme
jouissant d’une protection adéquate6.
En effet, l’article 21 de la loi vie privée
pose le principe de l’interdiction du
transfert des données à caractère
personnel en dehors du territoire
européen, lorsque ces données seront
amenées à être traitées à l’étranger, sauf
si le pays en question assure un niveau
de protection adéquat.
La Suisse, le Canada, Andorre, l’Argentine, les Etats-Unis, Guernesey, l’île de Man, les îles Féroé, Jersey, l’Australie, l’Islande, le Liechtenstein, et Israël ont été considérés par la
Commission Européenne comme jouissant d’une protection adéquate.
19
20
6ème question
L’obligation d’information et de transparence vis-à-vis des personnes dont les données à
caractère personnel sont traitées est incontestablement un principe de base de la loi vie privée.
En effet, l’article 4, §1 de la loi vie
privée prévoit que les données à
caractère personnel ne peuvent
être collectées que pour des
« finalités déterminées, explicites
et légitimes ». Les recherches doivent
être rigoureusement encadrées et ne
peuvent avoir lieu que si cela s’avère
nécessaire à la finalité professionnelle poursuivie.
Précisons que l’article 10 de la loi vie
privée expose le droit à l’information de la personne concernée. Ce
droit permet à toute personne de
s’adresser au responsable d’un
traitement et d’obtenir de ce
dernier une explication détaillée
quant au traitement effectué à son
égard. Le responsable des traitements
dispose alors de 45 jours pour répondre
à la demande. Afin de garantir le droit
de la personne concernée, la Fédération
Royale du Notariat belge s’est vu
imposer à plusieurs reprises l’obligation
de conserver les preuves techniques
d’accès au Registre national.
En agissant de la sorte, cette dernière
est capable de répondre aux demandes
de renseignements de plus en plus
fréquentes des citoyens quant aux
recherches effectuées à leur égard au
Registre national.
Ainsi, dans sa délibération n°
24/2006, le Comité sectoriel du
Registre national « profite de l’occasion
pour attirer l’attention sur le fait que –
dans la mesure où l’accès au Registre
national s’effectue via une application
proposée par le demandeur (la FRNB),
ce dernier doit tenir à jour les loggings
concernant l’accès, loggings qui
reprennent notamment qui a obtenu
quelles données à caractère personnel,
relatives à qui, quand et pour quelles
réponse c
finalités, et doit tenir ces loggings à
disposition du Registre national et du
comité sectoriel du Registre national ».
Afin de faciliter au mieux l’exercice
des droits des citoyens, le SPF
Intérieur a même prévu la possibilité
pour ceux-ci de prendre connaissance en ligne des consultations
effectuées à leur égard au Registre
national. Ce service est accessible au
moyen de la carte d’identité électronique (eID) via l’adresse http://www.
belgium.be/fr/services_en_ligne/app_
dossier_personnel.jsp.
Ce droit d’accès justifie bien entendu le
nombre élevé de demandes de renseignements introduites par les citoyens
auprès de la Fédération Royale du
Notariat belge. Toute recherche
infondée serait évidemment constitutive d’infraction pénale.
NOTARIUS
2013
E-NOTARIAT
DECEMBER - DÉCEMBRE
7ème question
La publication de photographies représentant des personnes physiques ou des plaques
d’immatriculation est un traitement de données en tant que tel, soumis à la loi vie privée.
Leur publication sans accord des personnes concernées est interdite.
Tout individu bénéficie du droit à
l’image. Il s’agit d’un droit de la personnalité qui découle directement de
l’article 22 de la Constitution qui établit
le respect du droit de chacun à sa vie
privée et familiale.
Le lien entre le droit à l’image et le droit
de la protection de la vie privée dans
le cadre de traitements de données à
caractère personnel est étroit7.
En effet, la définition d’une
donnée à caractère personnel
est extrêmement large : « toute
information concernant une personne
physique identifiée ou identifiable »
(article 1er de la loi vie privée).
De la capture d’image d’une
personne physique découlera
7
donc quasi irrémédiablement un
traitement de données, ce qui rendra
la loi vie privée applicable.
Notons qu’est réputée identifiable toute
« personne qui peut être identifiée,
directement ou indirectement, notamment
par référence à un numéro d’identification
ou à un ou plusieurs éléments spécifiques,
propres à son identité physique, physiologique, psychique, économique, culturelle
ou sociale ».
Ainsi, sera considéré comme une donnée
à caractère personnel un numéro de
téléphone, une adresse, le numéro
d’identification national, la religion d’une
personne, son profil utilisateur (d’une
application informatique par exemple),
son profil acheteur (quels sont ses
centres d’intérêts), etc.
21
réponse c
Le champ d’application de la loi étant très
large, le traitement d’une plaque d’immatriculation, comme la publication de son
image, tombera immanquablement sous
celui-ci.
En conclusion, cela signifie que les
personnes, dont les données à
caractère personnel sont reprises sur
une photographie, doivent donner
leur consentement sous peine de
voir considérer comme illégitime sa
publication.
Notons que les photographies intérieures
des biens publiées sur Immoweb doivent
répondre aux mêmes exigences.
Plus d’infos ?
[email protected] DE HERT, P ; PISSOORT, D. ; SAELENS R., “Le droit à l’image et le recours à la surveillance vidéo », Vie Privée et données à caractère personnel, Bruxelles, Politeia, Mise à jour
actualisée au 20 juin 2013, Titre V, pp. 71 et s.
Nous remuons ciel et terre pour vous
La législation impose des normes environnementales strictes.
Tout terrain mis en vente ou cédé doit s’accompagner d’une
attestation de sol.
Experts indépendants en assainissement du sol, nous apportons à vos
clients des réponses pertinentes, rapides, détaillées et claires. Forts de
nombreuses années d’expériences sur le terrain, nos collaborateurs vous
conseillent et assurent le suivi individuel impeccable de votre dossier, que
ce soit pour investiguer ou assainir un terrain. Et ce, partout en Belgique.
Tauw Belgique remue ciel et terre pour vous. Demandez-nous conseil.
Contacter Michael Dumas: [email protected],
T +32 81 20 72 05
www.tauw.be
Apporter des solutions durables pour un environnement meilleur
EVENTS
22
Bo Bogaert
Ann Poppe
Nicolas Carette wint de Driejaarlijkse prijs
van het Antwerps Notariaat voor zijn boek
Derdenbeding.
Nicolas Carette, docent Zakenrecht, Inleiding tot het
privaatrecht, Rechtsmethodiek aan de Universiteit Antwerpen
en advocaat aan de balie te Brussel, ontvangt voor zijn boek
Derdenbeding (Antwerpen, Intersentia, 2011, 892 p.) de
Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat.
In dit werk bespreekt de auteur het
complexe en zeer technische leerstuk
van het derdenbeding (art. 1121 BW).
Een derdenbeding wordt omschreven
als een (clausule in een) overeenkomst ingevolge dewelke de belover
verbonden is tegenover zijn medecontractant, de bedinger, tot een
voordeel uit de overeenkomst ten
gunste van een derde, met de strekking
dat de begunstigde derde daaraan een
recht ontleent.
Het werk is de facto onderverdeeld
in drie grote delen. In het eerste deel
(p. 17-138) wordt een algemene
schets gegeven van de derdenwerking
van overeenkomsten in het algemeen.
In het tweede deel (p. 141-822)
schrijft de auteur dan een rechtsvergelijkend onderbouwde algemene theorie
van het derdenbeding. Het derde deel
(p. 823-848) bevat dan de algemene
conclusies van het proefschrift.
De jury oordeelde dat Carettes
doctoraat, uit de acht ingezonden
werken, het best beantwoordt aan
de verschillende criteria die de Prijs
vooropstelt. “Het werk is zeer vlot
geschreven wat, gelet op de vaak heel
erg complexe theoretische onderbouw
van een aantal concepten uit het
verbintenissenrecht, zonder meer als
een buitengewone verdienste moet
worden gekwalificeerd. Het werk vormt
een buitengewoon grondige studie
van het derdenbeding en is in dit opzet
met zekerheid oorspronkelijk van aard.
Het wetenschappelijk niveau van het
werk is uitzonderlijk. De door de auteur
geschreven algemene theorie van
het derdenbeding is een zonder meer
origineel werk en in tal van de door de
auteur ingenomen standpunten komt
deze originaliteit duidelijk tot uiting. Het
werk is absoluut een bijdrage tot de
rechtswetenschap.
“De auteur slaagt er ook steeds in om
klare besluiten te trekken waardoor
de lezer, ondanks de enorme omvang
van het werk, toch het overzicht
kan behouden. Dit is ook nodig want
de genuanceerdheid van bepaalde
vraagstukken is vaak zo groot dat
de duidelijkheid van het antwoord
volkomen dreigt te verdwijnen.”
Op 14 november jl. werd in het
notarishuis van Antwerpen voor de
17de keer de Driejaarlijkse prijs van
het Antwerps Notariaat uitgereikt.
Deze prijs bestaat sinds 1962 en gaat
vandaag uit van het genootschap
van notarissen van de Provincie
Antwerpen. Een onafhankelijke jury van
professoren, advocaten, raadsheren en
notarissen, allen prominente vertegenwoordigers van de diverse geledingen
binnen de juridische wereld, die
wordt voorgezeten door de eerste
voorzitter van het Hof van Beroep van
Antwerpen, beoordeelt alle ingezonden
werken.
Deze prijs wil jonge auteurs aansporen
tot grondig onderzoek en onderbouwde
analyses en deze inspanningen belonen.
NOTARIUS
2013
INTERNATIONAAL
DECEMBER - DÉCEMBRE
Bo Bogaert
André Michielsens,
nieuwe voorzitter van het Europees notariaat
In 2014 is België aan de beurt om het Europees notariaat, de CNUE, voor te zitten. Dat doet ze in
de persoon van André Michielsens. Deze Antwerpse notaris, die niet aan zijn proefstuk toe is wat
betreft het leiden van een notariële organisatie, is er helemaal klaar voor. Notarius vroeg hem naar
zijn objectieven van zijn voorzitterschap van de CNUE in 2014.
Laten we met de deur in huis
vallen: waarom hebt u dit mandaat
aangenomen?
André Michielsens: “Na mijn voorzitterschap van de Nationale Kamer van
notarissen raakte ik, eerder toevallig,
opnieuw betrokken bij de werkzaamheden van de Internationale Raad
van het Belgisch Notariaat (IRBN).
Namelijk in het kader van de procedure
voorafgaand aan het arrest van 24 mei
2011 in verband met de nationaliteitsvereiste (het Hof van Justitie besliste
dat België de toegang tot het beroep
van notaris niet aan eigen onderdanen
mag voorbehouden, nvdr). Dit arrest
heeft een belangrijke impact op het
notarisambt van de toekomst. Als je
dan al meer dan vijftien jaar studenten
opleidt in het notariaat, doet je dat
wel nadenken. Ik vind het meer dan
de moeite waard om het notarisambt
te verdedigen, en het niet te laten
afbreken op basis van een Europese
interne marktstrategie.”
U loopt al bijna een jaar mee in
de CNUE als vicevoorzitter.
Wat is uw perceptie van het
Europees notariaat na één jaar?
André Michielsens: “Wat me opvalt,
is de grote verscheidenheid tussen de
verschillende notariaten en hoe weinig
we van elkaar weten. We zijn altijd
geneigd door onze eigen notarisbril
te kijken. Een recent bezoek aan de
Baltische staten deed me bijvoorbeeld
beseffen hoe dynamisch die notariaten
zijn, maar, omwille van hun verleden,
vanuit een volledig ander standpunt
vertrekken. Het is logisch dat een jong
land vecht voor zijn eigenheid en zijn
zelfstandigheid wil bewaren. En dat
is nu net waar het schoentje wringt.
De Europese Unie wil zoveel mogelijk
harmoniseren en iedere nationale
eigenheid onderuit halen om als het
ware eenheidsworst te creëren onder
het mom van een vrije interne markt.
Mijn conclusie na een jaar is dat we
als notariaten meer moeten durven
opkomen voor onze eigenheid om
deze te kunnen bewaren. Daarnaast
moeten we kijken naar wat ons bindt in
Europa. ”
Hebt u op basis van deze ervaring
een aantal aandachtspunten kunnen
definiëren die u wenst aan te
pakken in 2014?
André Michielsens: “In de eerste
plaats wil ik graag voorzitter zijn voor
alle Europese notariaten. Ik ga mijn
nationaal petje daarvoor verruilen
voor een blauw met sterren (lacht).
De Belgische belangen zullen door
de Belgische vertegenwoordigers
verdedigd worden.”
“Ik ben geen voorzitter van
het notariaat, maar voor het
notariaat”
Het is belangrijker om te zoeken naar
aspecten die ons binden dan naar de
23
24
Wie is André Michielsens?
André Michielsens bekleedde in het verleden onder meer het voorzitterschap
van de Nationale Kamer van notarissen en in deze hoedanigheid tevens het
covoorzitterschap van de Internationale Raad van het Belgisch Notariaat
(IRBN), het Europese en internationaal departement van KFBN en de Nationale
Kamer, en het voorzitterschap van de Kamer van Antwerpen. Momenteel is
André Michielsens naast geassocieerd notaris te Wijnegem ook voorzitter van
de Notariële Zekerheid en directeur van de opleiding Notariaat aan de VUB.
zaken waarin we verschillen. Dat kan
door een actievere samenwerking
binnen de Algemene Vergadering en
de Raad van Bestuur van de CNUE, en
dit samen met het permanent bureau
van de CNUE. Met respect voor ieders
eigenheid moeten we onderlijnen
wat ons bindt, en dat is vooral de
authentieke akte. Deze is eigen aan ons
privaatrecht en heeft een bijzondere
bewijskracht, namelijk de kracht van
een vonnis. De notaris is verantwoordelijk voor de inhoud van de overeenkomst
tussen partijen waarvan hij tevens
raadsman is. Dat is niet alleen zo in
België, maar ook in 21 andere lidstaten
van de Europese Unie. Het Angelsaksisch en Scandinavisch recht kennen dit
instrument dan weer niet, maar dat mag
ons er niet van weerhouden om hard
verder te werken aan de valorisatie en
erkenning van de authentieke akte door
de Europese instellingen. We mogen dit
niet verliezen als gevolg van een doorgedreven en soms blinde toepassing van
de regels van de interne markt”
“Met de Europese verkiezingen in het
vooruitzicht is 2014 een bijzonder
jaar. In die zin dat nieuwe ambitieuze
projecten pas vanaf juni 2014 door
de EU op poten zullen gezet worden.
In het begin van het jaar zullen de
dossiers waaraan begonnen is, worden
afgewerkt.
De toekomst plannen
Het is daarom mijn bedoeling om in
2014 veel te consolideren, maar ook om
veel te plannen voor de toekomst. Het
zou prachtig zijn als we na de verkiezingen aan de nieuw verkozen leden
van het Parlement en de Commissie ons
plan voor 2020 met de verwachtingen
voor het notariaat kunnen formuleren.
We moeten een lange­termijnvisie voor
het notariaat ontwikkelen. Een visie
die niet enkel defensief is, maar ook
constructief. We moeten meegaan in
de Europese dialectiek zonder onze
eigenheid van nationaal notariaat
te verliezen. Hierbij kunnen we o.m.
beroep doen op het uitmuntende werk
dat wordt verricht binnen de verschillende werkgroepen van de CNUE.
Experts uit de verschillende notariaten
buigen samen over thema’s die het
notariaat in Europa aanbelangen op
het vlak van onder meer het burgerlijk
recht, vennootschapsrecht, enz. De
harmonisering van het internationaal
privaatrecht binnen de Europese Unie
is ook een belangrijk Europees project
waar het notariaat sinds vele jaren haar
steentje toe bijdraagt. We volgen alle
initiatieven van nabij en vormen een
belangrijke gesprekspartner van de
Europese instellingen omwille van onze
expertise in deze materie. Ik wens hierbij
ook bijzondere aandacht te vragen voor
de recente publicatie van het e-book
dat in oktober door de Raad van de
Europese Unie werd voorgesteld. Hierin
kan elke rechtspracticus terecht voor
juridisch commentaar bij de verschillende Europese instrumenten inzake
justitie.
Nieuwe uitdagingen
We moeten ook durven zeggen dat
het notariaat niet meer weg te denken
is bij heel wat taken die de nationale
overheden ons gedelegeerd hebben.
Denken we op Belgisch vlak maar aan
onze rol bij vastgoedtransacties, nalatenschappen en andere familiegebonden
materies. Maar ook op Europees vlak
moeten we blijvend uitdagingen durven
aangaan. We moeten bijvoorbeeld
blijven inzetten op de interconnectie van
nationale registers inzake testamenten
en huwelijkscontracten. In de toekomst
moeten we dat ook doen voor de
erfrechtverklaringen waar de notaris
in een groot aantal landen naast de
rechtbanken een belangrijke functie zal
vervullen. Hier kunnen we ook verwijzen
naar het ‘e-justice’ verhaal en de rol die
vooral de Baltische notarissen hierin
spelen. We moeten lessen trekken uit
wat er nu reeds op nationaal vlak binnen
de notariaten gebeurt. In Frankrijk
worden dagelijks 1.500 elektronische authentieke akten opgemaakt en
Oostenrijk neemt belangrijke stappen op
het gebied van de archivering van akten.
Die kennis moeten we exporteren naar
andere landen. We moeten ook bewijzen
dat het notariaat onmisbaar is in een
Europa als rechtstaat en daarover meer
en open communiceren, zowel extern
als intern. Intern is dit, dankzij de nauwe
samenwerking tussen de notariaten
binnen de Europese Unie, eenvoudig.
Onder meer via het Europees notarieel
netwerk waarin het Roemeens notariaat
een bijzondere voortrekkersrol speelt.
We moeten ons ook bewust zijn van
de impact van de economische en
financiële crisis, die een heel aantal
landen en dus ook notariaten treft.”
NOTARIUS
2013
INTERNATIONAAL
DECEMBER - DÉCEMBRE
Wat is CNUE?
CNUE, wat staat voor ‘The Council of the Notariats of the European Union’,
fungeert als officiële instantie en spreekbuis van het notariaat bij de Europese
instellingen. Gevestigd in Brussel, vertegenwoordigt de CNUE als vzw naar
Belgisch recht alle 22 notariaten naar Latijns model van de Europese Unie, van
het Spaans notariaat tot het Ests notariaat, en waaronder ook het Belgisch
notariaat, als stichtend lid. Het is haar taak om deze notariaten over de evolutie
van de Europese wetgeving en alle initiatieven die door de verschillende
instellingen van de Europese Unie genomen worden, te informeren.
De verschillende notariaten uit de Europese Unie worden in de CNUE door
hun nationale voorzitters vertegenwoordigd. Elk jaar verkiezen zij een nieuwe
voorzitter die binnen de Raad van Bestuur de werkzaamheden van de CNUE
coördineert, de krijtlijnen uitzet en een consensus tracht te vinden in Europese
dossiers met belang voor het notariaat om de positie van het notariaat binnen
de Europese Unie te verdedigen.
Europa maakt inderdaad momenteel
een ernstige economische en
financiële crisis door. Om hieraan
antwoord te bieden wenst de
Europese Unie in te zetten op de
economische groei. Kan het notariaat
een partner zijn van de Europese
instellingen in deze uitdaging? En hoe?
André Michielsens: “Elk land heeft zijn
eigenheid, maar ook zijn problemen
op nationaal vlak. Het aantal landen
waaraan, sinds het uitbreken van de
crisis, de Trojka (dit is de informele naam
die gegeven wordt aan de combinatie
van de Europese Commissie, de Europese
Centrale Bank en het Internationaal
Monetair Fonds, nvdr) een bezoek heeft
gebracht, om via doorgedreven en
zware hervormingen de staatshuishouding opnieuw op orde te brengen, neemt
nog steeds toe. We moeten hieruit leren
en begrip opbrengen voor wat deze
landen en notariaten moeten doorstaan.
Tegelijk moeten we voorkomen dat de
bouwstenen die de burger ten goede
komen, zoals het notariaat, en nu om
economische redenen verloren gaan,
mee verdwijnen. Het notariaat staat een
interne markt niet in de weg. Ze draagt
er net toe bij door specifieke projecten.”
“Eén van de talrijke projecten van het
notariaat voor de burger en de bedrijven
in een verenigd Europa is ‘EUFides’.
EUFides is een platform opgericht om
het Europese burgers eenvoudiger te
maken om vastgoed aan te kopen in
het buitenland. Het heeft tot doel om
de aankoop van een buitenlands goed
te laten plaatsvinden zonder dat de
burger zich naar het buitenland hoeft
te verplaatsen. Dit gebeurt via een
intensieve samenwerking tussen de
eigen notaris en de notaris van het land
waar het goed zich bevindt, waarbij de
rechtszekerheid maximaal wordt gegarandeerd.’
Met dit project levert het Europees
notariaat een belangrijke bijdrage aan
de Europese justitiële ruimte, en dit in
het belang van de Europese burger. Met
deze logica moet het Europees notariaat
haar bijdrage leveren aan de Europa
2020 strategie, ondersteund door de
22 notariaten van de Europese Unie .”
Wij gaan tot op de bodem
De wetgeving stelt strenge eisen aan de bodemkwaliteit van
onroerend goed. Zowel voor de verkoop als voor de overdracht
ervan.
Als onafhankelijk bodemsaneringsdeskundige geven we u en
uw cliënt een duidelijk antwoord op alle vragen over bodemkwaliteit. We doen dat snel, efficiënt en op maat, precies zoals
uw cliënt het wil. Onze medewerkers hebben een jarenlange
ervaring met bodemonderzoek en -sanering. Ze volgen uw
dossier persoonlijk op, samen met uw cliënt, waar ook in België.
Tauw België gaat voor u tot op de bodem. Vraag advies aan
Herwig De Wilde: [email protected], T +32 16 35 28 26
www.tauw.be
Denkkracht voor duurzame omgevingskwaliteit
25
26
Jérome Debie
Vers un renouveau
de l’infrastructure ICT des études
En octobre dernier, l’arrivée du nouveau portail e-notariat marquait le début d’un vaste
programme de renouvellement de nombreuses applications.
Ainsi, une nouvelle version des
« Avis sociaux & fiscaux » a été mise
à disposition des études, tout comme
une nouvelle application permettant
la consultation en ligne des relevés
détaillés de chaque facture (« Finance
Viewer »). D’autres applications suivront
très prochainement, parmi lesquelles
eDepot et de nouveaux modules de
calculs.
Nos objectifs sont de rendre ces
applicatifs conformes aux normes technologiques modernes, d’y apporter de
nouvelles fonctionnalités et d’améliorer
votre confort d’utilisation. Cependant,
afin de bénéficier pleinement de ces
nouveautés et de limiter au maximum
les risques de disfonctionnement,
nous conseillons aux études de faire le
point sur leur infrastructure informatique. Entendez par là, l’ensemble des
équipements informatiques de l’étude,
ainsi que tout ce qui concerne les télécommunications. Le cas échéant,
l’étude devra entreprendre une série de
démarches.
Credoc et la Fédération soutiendront
les études dans ces démarches. C’est
pourquoi, nous avons, tout récemment,
édité une brochure reprenant diverses
recommandations relatives aux
matériels, aux logiciels, à la connectivité
et au réseau interne (LAN) des études.
D’autres mesures seront également
annoncées prochainement.
Standardiser les équipements de
l’étude
Les technologies évoluent de manière
exponentielle. Il est donc conseillé de
renouveler les postes de travail de
l’étude tous les 3 à 5 ans. Il est aussi
recommandé de standardiser tous les
équipements de l’étude. En équipant
tous les postes de travail du même
modèle et de la même configuration, vous faciliterez leur maintenance
journalière, leurs mises à jour et le
support technique en cas de problème.
Cette standardisation vous fera réaliser
des économies de temps et d’argent.
Système d’exploitation et
navigateurs Internet
Une immense majorité d’études
travaillent dans un environnement
Windows. À terme, Microsoft ne
supportera plus les anciennes versions
de son système d’exploitation. Il est
donc vivement conseillé aux études
travaillant encore sous Windows XP,
voire Windows Vista, de passer sous
Windows 7 ou 8. Il en va de même
pour les navigateurs Internet. À l’heure
actuelle, la plupart des applications
de Credoc fonctionnent de manière
optimale sous Internet Explorer 9. A la
fin du 1er trimestre 2014, nous supporterons Internet Explorer 10 et les
versions récentes de Google Chrome.
Point d’attention : JAVA est
le langage de programmation
utilisé pour le développement des
nouvelles applications, ainsi que
pour la signature électronique. Il est
impératif que la dernière version
de JAVA soit installée et mise à jour
régulièrement. Il y a un risque de
compromettre le fonctionnement
de certaines applications de
l’e-notariat, voire même d’empêcher
la bonne exécution de la signature
électronique.
Connectivité
Certaines applications comme eRegistration ou eDepot prévoient l’export de
documents dans le portail. Ces documents
sont parfois très lourds et peuvent
occasionner un temps de chargement de
plusieurs minutes. Pour un confort d’utilisation optimal, nous vous conseillons de
doter l’étude d’une connexion Internet
haut-débit moderne et performante.
Pour permettre aux études de contrôler
les performances de leur connexion
Internet, nous avons développé un outil
de simulation simple. Rendez-vous donc
à l’adresse www.e-notariat.be/speedtest
pour faire le test de votre ligne.
Pour plus de détails, nous vous
renvoyons à la brochure éditée par
Credoc sur l’infrastructure ICT des
études notariales, ainsi que sur le
nouveau portail e-notariat dans la
section « Aide ».
NOTARIUS
2013
E-NOTARIAT - E-NOTARIAAT
DECEMBER - DÉCEMBRE
Naar een vernieuwing van de ICT
infrastructuur van de kantoren
De lancering van het nieuwe e-notariaat afgelopen oktober, betekende het begin van een
uitgebreider plan met de vernieuwing van verschillende applicaties.
Een nieuwe versie van “Sociale en
Fiscale Berichten” is sindsdien ter
beschikking van de kantoren, alsook
een nieuwe applicatie die de online
consultatie van de details van elke
factuur (“Finance Viewer”) toelaat.
Andere applicaties zullen binnenkort
volgen, waaronder eDepot en nieuwe
rekenmodules.
Het is ons doel om deze applicaties in
overeenstemming te brengen met de
moderne technologische standaarden,
er nieuwe functionaliteiten aan toe
te voegen en hun gebruiksgemak te
verbeteren. Echter, om ten volle van
deze vernieuwingen te kunnen genieten
en de risico’s op een slechte werking tot
het maximum te beperken, raden wij
de kantoren aan om hun ICT infrastructuur op punt te stellen, waarmee de
gehele informatica-uitrusting bedoeld
wordt, alsook alles wat de telecommunicatie betreft. Indien nodig, zal het
kantoor een aantal stappen moeten
ondernemen.
Credoc en de federatie zullen de
kantoren ondersteunen bij het nemen
van die stappen. Daarom hebben wij
recent een brochure samengesteld met
daarin diverse aanbevelingen op het
vlak van materiaal, software, aansluitmogelijkheden en intern netwerk (LAN)
van de kantoren. Andere maatregelen
zullen eveneens binnenkort aangekondigd worden.
De kantooruitrusting
standaardiseren
Technologieën evolueren exponentieel. Daarom is het aangeraden om
de werkposten in het kantoor elke
3 à 5 jaar te vernieuwen. Het is ook
aangeraden om alle uitrusting van het
kantoor te standaardiseren. Door alle
werkposten volgens hetzelfde model
en met dezelfde configuratie uit te
rusten, vergemakkelijkt u hun dagelijks
onderhoud, het up-to-date houden en
de technische ondersteuning in geval
van problemen. Dankzij deze standaardisatie zal u geld en tijd besparen.
Besturingssysteem en
internetbrowsers
Een massale meerderheid van kantoren
werkt in een Windows omgeving.
Op termijn zal Microsoft de oude
versies van zijn besturingssysteem
niet meer ondersteunen. De kantoren
die nog met Windows XP, en zelfs met
Windows Vista, werken, worden sterk
aangeraden om over te schakelen naar
Windows 7 of 8. Hetzelfde geldt voor
de internetbrowsers. Het merendeel
van de applicaties van Credoc functioneert optimaal met Internet Explorer 9.
Op het einde van het eerste trimester
van 2014, zullen we Internet Explorer
10 en de recente versies van Google
Chrome ondersteunen.
Belangrijk: JAVA is de
programmeertaal die gebruikt
wordt om nieuwe applicaties te
ontwikkelen. Deze wordt ook
gebruikt voor de elektronische
handtekening. Het is absoluut
noodzakelijk dat de laatste versie
van JAVA geïnstalleerd is en
regelmatig geüpdatet wordt om
de werking van verschillende
applicaties of de goede uitvoering
van de elektronische handtekening
niet in gevaar te brengen.
Connectivieit
Sommige applicaties zoals eRegistration of eDepot zorgen voor de export
van documenten in het portaal. Deze
documenten zijn soms zeer zwaar
en kunnen een laadtijd van meerdere
minuten veroorzaken. Voor een optimaal
gebruikerscomfort, raden wij u aan het
kantoor uit te rusten met een modern en
krachtig breedbandinternet. Opdat de
kantoren het prestatievermogen van hun
internetverbinding kunnen controleren,
hebben wij een eenvoudige simulatietool
ontwikkeld. Ga naar www.e-notariat.be/
speedtest om uw verbinding te testen.
Voor meer details, verwijzen wij
u naar de brochure over de ICT
infrastructuur van notariskantoren,
uitgegeven door Credoc, alsook
naar de sectie ‘Help’ op het nieuwe
e-notariaat.
27
28
Bo Bogaert
Charles Six
La Chambre nationale,
ce n’est pas la Fédération !
La différence entre la Chambre nationale des notaires et la Fédération Royale du Notariat belge
n’est pas tout à fait évidente pour vous non plus ? Ce qu’il se passe à la rue de la Montagne à
Bruxelles, c’est du pareil au même, non ? « Non ! » répondent en chœur les notaires Anthony
Leleu (Comines) et Henri Meert (Sint-Niklaas). Ils forment à deux la cellule communication de la
Chambre nationale, créée afin de mettre une bonne fois pour toutes un terme à cette confusion.
Henri Meert en Anthony Leleu
Inconnue égal impopulaire
« Contrairement à la fédération, La
Chambre nationale est une institution
publique », ajoute à son tour Henri
Meert. « En découle une première
différence fondamentale. Alors que
nous pouvons considérer la fédération
comme étant l’association de défense
des intérêts du notariat, la Chambre
nationale sert, en premier lieu, l’intérêt
général du public. Elle s’assure que tous
les notaires exercent leur fonction de
manière uniforme, tout en veillant sur
les conditions d’exercice égales de la
fonction. C’est pourquoi elle rédige
des règles et des obligations relatives
à toutes les questions de la profession
de notaire et à toutes les étapes de la
carrière d’un notaire. »
« Le problème est que la Chambre
nationale, et par conséquent ses
activités et ses objectifs, est trop
peu connue auprès des notaires »,
poursuit Anthony Leleu, « cela ne fait
que contribuer à la confusion avec la
fédération. » La cellule communication
doit y remédier. « Ce sont les notaires
et les chambres provinciales mêmes
qui ont formulé le souhait de bénéficier
d’une communication améliorée et plus
fréquente. Le notariat devient de plus en
plus complexe ; nous sommes sans cesse
confrontés à de nouveaux règlements
ou bien d’anciens sont modifiés. Notre
tâche consiste à en informer les notaires.
La communication tient d’ailleurs une
place essentielle dans la société dans
laquelle nous vivons aujourd’hui. »
NOTARIUS
2013
CHAMBRE NATIONALE DES NOTAIRES
DECEMBER - DÉCEMBRE
Mission de réglementation
Henri Meert : « La tâche de la Chambre
nationale consiste à édicter des règles
sur la façon dont le notaire doit remplir
sa fonction, en tenant toujours compte
de l’intérêt général. » « Qui plus est, »
intervient Anthony Leleu, « si la Chambre
nationale ne remplissait pas sa mission
de réglementation, ce serait au Roi de
reprendre cette mission. Dans ce cas,
je pense que nous pouvons faire mieux
nous-mêmes (rires). » « Effectivement,
ajoute Henri Meert en souriant, mais
nous devons également veiller à ne pas
surréglementer. Il n’est pas nécessaire de
tout codifier. En outre, il est important
que nous prêtions à cet égard une oreille
attentive au notariat local. La Chambre
nationale doit se nourrir auprès des
institutions notariales, des chambres
provinciales et des notaires. Nous ne
pouvons pas réglementer comme ça dans
le vent. »
Le notaire Leleu approuve : « Bien que les
intentions de la Chambre nationale et de
la Fédération diffèrent, une plus grande
communication entre les deux institutions permet d’édicter des règlements
qui servent mieux l’intérêt des deux
parties, à savoir le public et le notariat. »
Anthony Leleu donne un exemple
concret : « Le contrôle annuel obligatoire
de la comptabilité a été créé pour éviter
les catastrophes financières. Cela ne
peut que profiter aux clients. Le rôle de la
Chambre nationale a également évolué
au fil des années. Lorsque la loi Ventôse
a été rédigée en 2000, la Chambre
nationale a surtout dû œuvrer de manière
créative. Elle devait avoir toutes les
provinces sur une seule ligne. Dix ans
plus tard, la Chambre nationale doit principalement procéder à des travaux de
correction et d’adaptation de règlements
existants. Bien qu’il reste parfois à
rédiger de nouveaux règlements. Pensez
simplement au récent règlement sur le
blanchiment d’argent. »
Plan de communication
Comment ces messieurs prévoient-ils de
donner plus de visibilité et de renommée
à la Chambre nationale ?
« C’est ce qui nous occupe en ce
moment-même », répond Henri Meert
en rigolant. « Un article de temps en
temps dans Notarius au sujet de nos
activités constitue déjà une première
étape. De plus, toute une section du
nouvel e-notariat est consacrée à
la Chambre nationale. Les notaires
trouveront sous l’onglet “Profession”
toutes les informations concernant la
profession de notaire, de la déontologie
à l’accès, en passant par l’exercice et
le départ de la fonction. Cette division
a d’ailleurs également été reprise dans
l’édition actualisée du Vade-mecum sur
la loi Ventôse, l’une de nos réalisations de
l’année dernière. »
« Nous recevons dans notre mission l’aide
concrète du département communication de la Fédération », poursuit Anthony
Leleu. « Ainsi, il a, par exemple, rédigé un
plan de communication complet pour le
dossier sur le blanchiment.
La brochure “Workflow Blanchiment”,
sous forme de cahier inséré dans
le numéro d’octobre de Notarius et
distribué lors du congrès de Genk, en fait
partie. À la demande des présidents de
chambres, la Chambre nationale a reçu
un temps de parole sur ce thème durant
les journées d’étude du Nederlandstalige Raad, du Conseil francophone, lors
des assemblées générales des chambres
provinciales et bientôt aussi lors des
cercles d’étude. »
« Une autre façon de donner plus de
visibilité à la Chambre nationale est d’être
présents aux réunions d’autres institutions telles que le Bureau juridique ou le
Conseil francophone, lors des assemblées
générales des compagnies provinciales,
etc. »
Il s’agit d’ailleurs d’une autre des
motivations de ces deux messieurs
lorsque je leur demande pourquoi ils se
sont chargés de cette tâche.
Henri Meert le prend comme un défi
et comme une possibilité de nouer des
contacts captivants. Il estime qu’il est
enrichissant de se rendre régulièrement à
l’extérieur de l’étude.
Anthony Leleu approuve de la tête.
« Il est intéressant d’apprendre à
connaître de nombreuses personnes et
de mieux comprendre les interactions
entre les différentes institutions.
Et bien sûr, quelqu’un devait le faire
(rires). » 29
30
Bo Bogaert
BRAFA nodigt u uit
Van 25 januari tot en met 2 februari
2014 vindt de jaarlijkse kunstbeurs
BRAFA plaats in Tour & Taxis te Brussel.
BRAFA, wat staat voor Brussels Art Fair,
is de belangrijkste kunst- en antiekbeurs
van België die sinds 1955 georganiseerd wordt. Op de beurs komen
zowel kunsthandelaars, kunstliefhebbers
als verzamelaars vanuit de hele wereld
bijeen.
131 Belgische en internationale
exposanten stellen op maar liefst
15.400 m² klassieke, moderne en
hedendaagse kunst tentoon. Dit jaar is
het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika (KMMA) de eregast. Onder de
titel ‘Merkwaardige collecties’ zal het
museum een selectie maskers, beelden,
sieraden, totems en etnografische
objecten presenteren, waarvan sommige
zelden of nooit eerder tentoongesteld.
BRAFA schenkt aan de Notarius-lezers
50 kaarten geldig voor 2 personen
weg. Wilt u graag de BRAFA ontdekken?
Stuur dan een mailtje naar Charlotte
Maertens: [email protected].
De eerste 50 mailers hebben geluk!
www.brafa.be
La BRAFA vous invite
Du 25 janvier au 2 février 2014 se
tient la foire d’art BRAFA à Tour &
Taxis à Bruxelles. BRAFA, qui signifie
‘Brussels Art Fair’, foire d’art la plus
importante de Belgique, existe depuis
1955. Elle accueille chaque année des
collectionneurs, des amateurs et des
professionnels de l’art du monde entier.
Pas moins de 131 exposants belges et
internationaux auront à cœur d’offrir
la plus haute qualité en matière d’art
ancien, moderne et contemporain sur
plus de 15.400 m² d’espace d’exposition. Cette année, l’invité d’honneur est
le prestigieux Musée royal de l’Afrique
centrale de Tervuren. Réunis sous le
titre ‘Collections singulières’, le musée
proposera une collection de masques,
statues, parures, totems et autres objets
ethnographiques pour certains jamais ou
rarement exposés.
La BRAFA offre 50 entrées valables pour
2 personnes aux lecteurs de Notarius.
Vous désirez découvrir la BRAFA ?
Envoyez vite un mail à Charlotte
Maertens: [email protected].
Les 50 premiers seront récompensés !
www.brafa.be
adv_merak_170x243_cmyk_mao.qxd
6/11/2011
15:37
Pagina 1
Wil je de bestandjes op mijn CD-ROM
eens afprinten aub?
© merak nv
© merak sa
Pourrais-tu s'il te plait imprimer les fichiers
de mon CD ROM ?
la meilleure alternative :
lisibilité garantie, authenticité, confidentialité et trace d'audit .
het beste alternatief:
gewaarborgde leesbaarheid, authenticiteit, confidentialiteit en audit trail.
www.merak.eu
OVAM
32
Caroline Van Gool, Kaat Schaevers, Johan Ceenaeme
Overdracht van appartementen volgens
Bodemdecreet
Het Bodemdecreet heeft als doelstelling de koper van een onroerend goed te beschermen.
Niemand wil immers met een verontreinigde grond opgezadeld worden. Het belangrijke
basisprincipe hierbij is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen risicogronden en nietrisicogronden. Voor de overdracht van een risicogrond geldt er een onderzoeksplicht.
Is deze regeling echter altijd klaarhelder voor onroerend goed dat valt onder het stelsel van
gedwongen mede-eigendom? Met andere woorden: Wat met appartementen? De overdracht van
een appartement gaat immers gepaard met de overdracht van het daaraan verbonden aandeel
in een perceel grond waarin meerdere mede-eigenaars gerechtigd zijn en desgevallend samen
aansprakelijk zijn voor de naleving van de verplichtingen uit hoofde van het Bodemdecreet met
betrekking tot de overdracht van een risicogrond.
Onderzoeksplicht bij overdracht?
Bij een overdracht van een kavel in
een appartementsgebouw dat onder
het stelsel van gedwongen medeeigendom valt, moet u eerst nagaan
of een oriënterend bodemonderzoek
verplicht is.
Als het gaat om een overdracht van
(een kavel op) een niet-risicogrond,
dan volstaat een bodemattest en
moet er geen melding van overdracht
gebeuren noch een bodemonderzoek.
Als het gaat om de overdracht van een
kavel op een risicogrond dan moet
de overdrager wel en voorafgaandelijk
een bodemonderzoek laten uitvoeren
en een melding van overdracht doen,
wanneer:
• in het privatieve deel (over te dragen
kavel) een risico-inrichting gevestigd
is of was.
Bijvoorbeeld: Een droogkuisbedrijf op
de gelijkvloerse verdieping van een
appartementsgebouw wordt overgedragen.
• in het gemeenschappelijk deel van
het perceel een risico-inrichting
aanwezig is of was, die uitsluitend
gebruikt werd ten behoeve van het
privatieve deel van de over te dragen
kavel.
Bijvoorbeeld: Een kavel op de eerste
verdieping waarvoor in de gemeenschappelijke grond brandstoftanks
(inhoud alle tanks samen > 20.000L)
enkel ten behoeve van de over te
dragen kavel aanwezig zijn, wordt
overgedragen; of
Een tankstation op de gelijkvloerse
verdieping van een appartementsgebouw wordt overgedragen. Er zitten
3 brandstoftanks (samen > 20.000L)
in de gemeenschappelijke grond die
dienen voor het privatief gebruik van
dat tankstation.
In die gevallen moet de overdrager aan
de volgende voorwaarden voldoen om
tot overdracht te kunnen overgaan:
• Er moet een goedgekeurd, recent
oriënterend bodemonderzoek bij de
OVAM aanwezig zijn.*
• De overdracht moet bij de OVAM
gemeld zijn aan de hand van een
meldingsformulier.
• Er moet een bodemattest aanwezig
zijn met vermelding van het
oriënterend bodemonderzoek.
*Als het oriënterend bodemonderzoek vermeldt dat er
verdere maatregelen nodig zijn, dan moet eerst hieraan
voldaan worden.
Wat met de eenmalige
onderzoeksplicht?
Uit de vorige paragraaf kunt u afleiden
dat er enkel bij de overdracht van een
‘risico’kavel een onderzoeksplicht is
bij overdracht. De overdrachten van
andere kavels kunnen doorgaan met
enkel een bodemattest, dus zonder
melding en zonder oriënterend bodemonderzoek.
Het kan dus gebeuren dat een kavel op
een risicogrond wordt overgedragen
zonder oriënterend bodemonderzoek,
wanneer de vroegere risico-inrichtingen niet (enkel) verbonden waren
aan die individuele kavel en er geen
huidige risico-inrichtingen meer zijn.
Voor een dergelijke risicogrond is er
echter wel een eenmalige onderzoeksplicht. Een oriënterend
bodemonderzoek moet op initiatief en
op kosten van de vereniging van medeeigenaars uitgevoerd worden voor 31
december 2014, in het geval dat:
• vóór de vestiging van de gedwongen
mede-eigendom er een risico-inrichting gevestigd was op de grond
waarop de gedwongen medeeigendom gevestigd is.
Bijvoorbeeld: Op het kadastraal
perceel waarop het appartementsgebouw zich bevindt, was er vroeger
NOTARIUS
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
33
Cofinanciering
?
voor bodemsanering
Sinds 1 september 2013 ondersteunt de OVAM particulieren, ondernemingen
en openbare besturen met een financiële tussenkomt voor de sanering van
historische bodemverontreiniging.
Op www.ovam.be/cofinanciering verneemt u er alles over.
34
een leerlooierij die afgebroken
werd. Of een oud fabrieksgebouw is
omgebouwd tot lofts onder de vorm
van gedwongen mede-eigendom;
• in de gemeenschappelijke delen een
risico-inrichting gevestigd was ten
behoeve van de gedwongen medeeigendom.
Bijvoorbeeld: Vroeger was er in de
gemeenschappelijke kelder een
tank van 25.000 liter stookolie
aanwezig voor de verwarming van
het hele appartementsgebouw. Deze
opslagtank is reeds geruime tijd
geleden verwijderd.
Indien zulk eenmalig bodemonderzoek
nog niet is uitgevoerd, dient de instrumenterende notaris de overdrager en
de verwerver te wijzen op de onderzoeksplicht en op de mogelijke nadelige
gevolgen voor de verwerver indien dat
onderzoek pas later, na de overdracht,
zou worden uitgevoerd en dan zou
blijken dat de grond vervuild is. De
verwerver zal immers als toekomstige
eigenaar toetreden tot de vereniging
van mede-eigenaars en uit hoofde
daarvan vooreerst mee moeten
bijdragen in de kosten van het nog
uit te voeren eenmalig bodemonderzoek en desgevallend ook mee moeten
bijdragen in de eventuele kosten van
sanering mocht zulks nodig blijken.
Wat als er nog huidige risicoinrichtingen aanwezig zijn?
Er bestaat mogelijk een periodieke
onderzoeksplicht in het geval er nog
actuele risico-inrichtingen aanwezig
zijn op de grond die valt onder
het stelsel van gedwongen medeeigendom.
Het kan zijn dat de risico-inrichtingen
geëxploiteerd worden ten behoeve
van de hele mede-eigendom. In dat
geval liggen de uitvoering van de
periodieke onderzoeksplicht en de
hieraan gekoppelde saneringsplicht bij
de vereniging van mede-eigenaars, die
beschouwd wordt als exploitant van
de risico-inrichting. Bij afwezigheid van
de vereniging is dat ten laste van de
mede-eigenaars zelf.
Voorbeeld
In een gemeenschappelijke kelder is een
opslagtank van meer dan 20.000 liter
stookolie aanwezig voor de verwarming
van het gehele appartementsgebouw.
Het kan zijn dat de risico-inrichtingen
geëxploiteerd worden ten behoeve van
een privatieve kavel. In dat geval moet
de exploitant van de risico-inrichting
het oriënterend bodemonderzoek
uitvoeren in het kader van de
periodieke onderzoeksplicht.
Voorbeeld
In de gemeenschappelijke grond zitten
opslagtanks voor minerale olie voor de
exploitatie van een tankstation op de
gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw.
Binnen welke termijn het eerste
oriënterend bodemonderzoek moet
worden opgesteld en met welke periodiciteit nadien de onderzoeken moeten
plaatsvinden, wordt bepaald in artikel 61
en 62 van het Vlarebo en wordt verduidelijkt op www.ovam.be/periodiekeplicht.
Meer informatie?
Meer informatie over overdrachten
kunt u terugvinden op de OVAMwebsite: www.ovam.be/overdracht.
Hier vindt u bovendien een
uitgebreide ‘Handleiding voor
Overdrachten’
Meer informatie over gedwongen
mede-eigendommen vindt u op
www.ovam.be/mede-eigendommen.
NOTARIUS
Carine Vassart
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
Koen Bauters
Patrick Henry,
nouveau
président
d’AVOCATS.BE
INTERVIEW
35
36
À long terme, il nous faudra travailler à la
préservation des valeurs essentielles à la
profession, telles que son indépendance
et son autorégulation, tout en veillant
à sa nécessaire adaptation à la société
moderne.
Et le défi principal ?
L’élaboration d’un plan stratégique à
l’horizon 2025. Ce travail a été confié
à quatre experts. Il devrait nous donner
les moyens de ne plus devoir improviser
des réponses, souvent dans l’urgence,
vis-à-vis de projets de réforme qui
soulèvent des questions fondamentales.
« Avocats et notaires ont plus de
raisons de travailler ensemble pour
préserver les intérêts communs que
de raisons de se diviser. »
En octobre dernier, Patrick Henry
est devenu le nouveau président
d’AVOCATS.BE, l’Ordre des barreaux
francophones et germanophone de
Belgique. Comment voit-il sa mission
et comment envisage-t-il les relations
entre avocats et notaires ?
Quelles seront vos priorités
en tant que Président
d’AVOCATS.BE ?
À court terme, j’évoquerais la problématique de la T.V.A. sur les honoraires
des avocats. Cette réforme va rendre
plus difficile l’accès à la justice pour
de nombreux justiciables. Nous avons
déposé un recours en annulation auprès
de la Cour constitutionnelle. Toutefois,
nous participons à la négociation
des modalités pratiques au cas où ce
recours échouerait.
À moyen terme, l’un des dossiers
importants est la préservation du secret
professionnel. Le CIR1992 confie aux
autorités disciplinaires (pour les avocats,
le bâtonnier) la décision définitive
d’autoriser ou non la consultation par les
inspecteurs du fisc d’un document que
l’avocat estime couvert par le secret
professionnel. Or, aujourd’hui, l’administration des impôts voudrait obtenir
un appel auprès du Tribunal de première
instance, ce que nous refusons. Le
barreau doit rester maître du secret
professionnel des avocats.
Comment voyez-vous l’évolution du
monde judiciaire en Belgique ?
L’un des enjeux majeurs est l’organisation de la profession. Personnellement,
j’aurais préféré que l’on privilégie de
grands tribunaux plutôt que de grands
arrondissements. Je regrette surtout que
la décision ait été prise sans véritable
étude d’impact sur les difficultés que
cela engendrera. La possibilité de
déplacer les magistrats constitue ainsi
une menace potentielle contre leur
indépendance. Au-delà, les barreaux
doivent s’adapter à cette évolution en
renforçant leur collaboration au niveau
des nouveaux arrondissements.
Quel a été l’impact de la scission
des Ordres néerlandophones et
francophones ?
Nous avons passé trop de temps à nous
séparer puis à nous réorganiser, ce qui a
affaibli l’autorité des Ordres et a réduit
notre poids politique. Mais la concertation entre AVOCATS.BE et l’O.V.B.
s’améliore sans cesse. Nous collaborons
sur les dossiers importants, comme la
T.V.A. ou l’aide juridique.
Quelle est votre évaluation des
récentes réformes initiées par la
Ministre de la Justice ?
La fragmentation de la profession,
qui est en train de s’esquisser, nous
inquiète. La réforme visant à restreindre
le nombre de recours en cassation
prévoit d’introduire l’obligation de faire
signer la déclaration de pourvoi et les
mémoires par des avocats pouvant
justifier d’une formation spécifique. C’est
un peu comme si les notaires devaient
disposer d’une formation particulière
pour pouvoir s’occuper de divorce ou de
la constitution de sociétés ! La spécialisation a certes un effet positif sur la
qualité du service presté, mais sa généralisation est une question délicate qui
devrait faire l’objet d’une évaluation
approfondie.
Les avocats et les notaires sont-ils
concurrents ou complémentaires ?
La rivalité entre avocats et notaires doit
être reléguée au grand bal des mythes.
Il a pu y avoir des désaccords comme
lorsque nous avons proposé la reconnaissance de l’acte d’avocat. Mais les
discussions étaient constructives, les
malentendus ont alors été dissipés.
Les textes adoptés reconnaissent
la spécificité des deux professions.
Celles-ci doivent collaborer sur de
nombreux dossiers comme celui du
Code de droit économique. Ensemble,
nous avons obtenu un chapitre
spécifique pour les professions libérales.
Celui-ci reste cependant trop inspiré
par les dispositions qui régissent les
pratiques du commerce et comporte dès
lors des éléments inappropriés pour les
professions libérales. Il y a donc bien plus
de raisons de travailler ensemble pour
préserver nos intérêts communs que de
raisons de se diviser. CV Express
Patrick Henry a commencé à
exercer comme avocat en 1977, à
Liège, au sein du cabinet elegis
dont il fait toujours partie. Il a été
bâtonnier du barreau de Liège de
2007 à 2009 et est administrateur
d’AVOCATS.BE depuis 2010.
Il a également représenté la
Belgique au sein du Conseil des
barreaux européens (C.C.B.E.).
Rédacteur en chef de la Revue de
Jurisprudence de Liège, Mons et
Bruxelles (J.L.M.B.), il a aussi été,
jusqu’en septembre 2013, Maître de
conférences à l’Université de Liège.
NOTARIUS
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
25 JAN--02 FEB 2014
BRUSSELS
GUEST OF HONOUR: ROYAL MUSEUM FOR CENTRAL AFRICA / TERVUREN
37
OFFICE MANAGEMENT
38
Jan Van Cleemput
Het evaluatiegesprek:
erg nuttig voor werkgever én werknemer!
Aan het begin van het nieuwe jaar plannen veel notarissen een individueel evaluatiemoment met
elk van hun werknemers. Er wordt tijd genomen om even terug te blikken op de werking van het
voorbije jaar en vooral om vooruit te kijken naar wat de samenwerking het komende jaar moet
worden. Nochtans voelen beiden zich niet altijd op hun gemak in de aanloop naar dit gesprek, vaak
door een verkeerd beeld over het evaluatiegesprek.
Voor alle duidelijkheid: een evaluatiegesprek is niet: een losse babbel, een
proces, een afrekening, een interview,
een confrontatie, een biecht, een
bevestiging van wat iedereen al weet,
een monoloog, een loopbaangesprek of
een (loon)onderhandeling. Een evaluatiegesprek is wél: een open en constructief
gesprek tussen twee gelijkwaardige
gesprekspartners waarbij, op basis van
een terugblik op het voorbije jaar, vooral
vooruit wordt gekeken naar wat beiden
in het komende jaar gerealiseerd willen
zien en welke ondersteuning daarvoor
eventueel nodig is. Als dit het uitgangspunt is van het onderhoud, dan is het
een erg nuttig gesprek voor beiden;
werkgever en werknemer verwerven
een beter inzicht in elkaars verwachtingen en eventuele misverstanden
worden uit de weg geruimd.
Kenmerken van een evaluatiegesprek
Een evaluatiegesprek is gebaseerd op de
volgende kenmerken:
1. G
elijkwaardigheid: het gesprek
wordt gevoerd vanuit een gelijkwaardige positie, en heel bewust niet
vanuit de hiërarchische relatie tussen
werkgever en werknemer.
2. T
weerichtingsverkeer: noch de
ene, noch de andere monopoliseert het gesprek. Zowel werkgever
als werknemer hebben de tijd om
hun inzichten over sterke en te
ontwikkelen punten uiteen te zetten.
3. Blik gericht op de toekomst: even
terugblikken op het voorbije jaar is
nuttig, maar is vooral bedoeld om
eruit te leren naar de toekomst toe.
Neem zeker de tijd om de objectieven
voor het komende jaar te bespreken.
Voorbereiding van het gesprek
Om van dit evaluatiegesprek een succes
te maken, is een goede aanpak en voorbereiding belangrijk. Enkele tips om een
evaluatiegesprek vlot te laten verlopen:
1. Bereid uw gesprek voor: zowel de
notaris als de werknemer hebben er
alle belang bij de tijd te nemen om de
onderwerpen voor te bereiden die ze
ter sprake willen brengen.
2. Leg datum en uur vast en
respecteer die. Dit is een uiting
van respect en van het belang dat u
aan dit gesprek hecht. Voorzie ook
voldoende tijd.
3. Laat het gesprek doorgaan op
neutraal terrein (een vergaderzaal, een cosy corner op kantoor, of
waarom zelfs niet buiten het kantoor).
Dit accentueert de gelijkwaardigheid
van beide partners.
4. Kijk naar het verleden (30% van de
duur van het gesprek) voor een
stand van zaken van de gerealiseerde
objectieven. Maar neem vooral de
tijd om te kijken naar de toekomst
(70%). Bepaal op basis van het
voorbije jaar de objectieven voor het
komende jaar.
5. Rond het gesprek af door samen
duidelijke (“SMART”) objectieven en
actiepunten te formuleren.
Op HRNot, de minisite met werkgeversinformatie op het e-notariaat, vindt u
nuttige modeldocumenten die u kunnen
helpen om de evaluatiegesprekken goed
voor te bereiden en vlot te laten verlopen.
L’entretien d’évaluation: très utile,
pour le notaire et pour l’employé!
La période des entretiens d’évaluation
individuels approche. Un tel entretien
est très utile, tant pour le notaire que
pour l’employé. Il leur permet de faire le
point de l’année écoulée, mais surtout
de dégager des objectifs pour l’année à
venir. Néanmoins, les deux parties ne se
sentent pas toujours à l’aise pour un tel
entretien. Elle repose en effet souvent
sur une mauvaise perception mutuelle.
L’entretien d’évaluation n’est pas l’occasion
de papoter, d’intenter un procès, de régler
ses comptes ou de se lancer dans un
monologue ou des négociations (salariales).
Il s’agit plutôt d’un entretien constructif
entre deux parties équivalentes pour faire
le point surtout pour l’année à venir tout en
revenant brièvement sur le passé. Il permet
de fixer des objectifs à réaliser et de se
doter des moyens indispensables pour les
réaliser.
Les notaires trouveront des informations et
des modèles utiles sur HR Not, le mini-site
des employeurs accessible sur l’e-notariat.
Grâce à ces documents , l’employeur
et l’employé pourront se préparer de
façon efficace à l’entretien d’évaluation
et poursuivre ainsi une collaboration
productive. Une bonne préparation est une
des clés de la réussite de l’entretien même !
NOTARIUS
2013
Michaël Vandamme
DECEMBER - DÉCEMBRE
EREVOORZITTERS VAN DE FEDERATIE
Kurt Deruyter
Interview met erevoorzitter van de federatie
Karel Tobback
“Federatie zorgde voor aggiornamento van het notariaat”
Ooit was Karel Tobback de jongste notaris van het land. En exact één decennium later werd hij
de jongste voorzitter die de federatie toen ooit gekend had. Verschillende functies en taken
combineren is zijn ordewoord. “En daar slaag ik in omdat ik gepassioneerd ben door al hetgeen ik
doe”, benadrukt hij. Deze erevoorzitter houdt er een duidelijk standpunt op na over de plaats die
het notariaat in de maatschappij bekleedt. “We moeten blijven timmeren aan dit ingeslagen pad
van professionalisering. Als geen ander beroep moeten notarissen de maatschappelijke evoluties
met een waakzaam oog blijven opvolgen, en er zo mogelijk op anticiperen.” Een gesprek.
Het minste wat je kan zeggen is dat Karel
Tobback destijds via een stroomversnelling in het notariaat is terechtgekomen.
Hij zat in zijn laatste jaar rechten, had
nog geen beslissing genomen over welke
richting hij uit wou, tot het noodlot
toesloeg. “Onverwacht overleed mijn
vader”, legt hij uit. “Plots diende zich een
vraag aan die we pas jaren later hadden
verwacht: wat met zijn notarispraktijk? Concreet op mij toegespitst: wil ik
de stap naar het notariaat nemen, met
als doel in de voetsporen van mijn vader
te treden? Het drama van het moment
leidde tot een snelle beslissing. Inmiddels
kent u het antwoord op de cruciale
vraag waar ik als prille twintiger plots
mee geconfronteerd werd (lacht). We
maakten gebruik van een regeling die
intussen niet meer bestaat. Indien een
familiale opvolging binnen een redelijke
termijn mogelijk was, werd een notaris
ad interim aangesteld om die periode te
overbruggen. In mijn geval betekende
die redelijke termijn vier jaar. Eén jaar
voor mijn bijzondere licentie notariaat en
drie jaar stage.”
“Het zou echter verkeerd zijn te denken
dat ik deze beslissing met tegenzin
nam”, verduidelijkt Karel Tobback. “Mijn
interesse voor het beroep was wel
degelijk aanwezig. Trouwens, als kind
speelden we al notaris bij ons thuis. Als
dat geen voorteken was (lacht)? Alle
gekheid op een stokje. Met interesse
werd ik notaris, gezien mijn specifieke
situatie de toen jongste notaris van
39
40
België. Maar vrij snel evolueerde deze
belangstelling in een passie voor het
beroep. En dit laatste is kenmerkend
voor alles wat ik doe. Ik heb steeds het
notariaat met andere engagementen
gecombineerd. Voor een buitenstaander
kan dit gekkenwerk lijken, maar doordat
ik al die zaken gepassioneerd doe, is het
werkbaar. Meer nog: wat mij betreft is
het zonder meer aangenaam!”
Politiek smaakt attitude
notariaat
“Sta me toe even uit de biecht te
klappen. Consequent heb ik mijn
politiek gerelateerde activiteiten
steeds gescheiden gehouden van
mijn notarispraktijk. Er is echter
één zaak in het politiek milieu
dat ik mijn collega-notarissen
graag meegeef: de appreciatie
voor notarissen, wat in de praktijk
betekent voor de federatie, is er erg
groot. Doorheen de jaren heeft zich
een erg vruchtbare wisselwerking
ontwikkeld tussen de federatie en
de universitaire milieus. Dit leverde
menig sterk juridisch dossier op. En
dat weet men maar al te goed op de
plaatsen waar de besluitvorming
genomen wordt. Men apprecieert
dit ook, want mede hierdoor is
het notariaat een kwaliteitsvolle
partner. Eerder dan het groepsbelang, plaatsen wij ook het algemeen
belang op kop. Deze attitude wordt
in de politiek erg gewaardeerd.
Misschien zijn notarissen zich hier
niet voldoende bewust van.”
Contact met bevolking
Eén man; één functie. De loopbaan van
Karel Tobback is net het omgekeerde.
“Al bijna een kwarteeuw ben ik ononderbroken notaris”, zegt hij. “Doorgaans
ging dit gepaard met het bekleden
van een andere functie, wat dankzij
mijn associatie mogelijk was. Zo werd
ik voorzitter van de federatie. Er werd
me voorgehouden dat dit slechts één
dag per week van mijn tijd in beslag
zou nemen. Het bleken er al snel vijf
te zijn (lacht).” Daarnaast bekleedde
hij verschillende functies op ministeriële kabinetten. Ondertussen is hij,
voor de tweede maal, kabinetschef bij
de Vlaamse Minister-president Kris
Peeters. “Ik zou kunnen zeggen dat
ik dit geworden ben omdat ik ooit de
buurman van Kris Peeters ben geweest”,
grapt hij. “Alleen geen kat die het zou
geloven – en terecht. Maar het klopt
dat ik Kris Peeters al van op het OnzeLieve-Vrouw college in Boom ken. En ja,
heel even waren we ook feitelijk buren
(lacht), alleen is dit weinig relevante
anekdotiek. Dat ik notaris ben en blijf
ondanks deze functie, verschaft me
hier een enorme meerwaarde. Want
als de politiek, zeker op beleidsniveau, misschien soms wat vervreemd
van de dagelijkse besognes van de
mensen, is die bedreiging bij een notaris
onbestaande. Met je beide benen sta
je in de dagelijkse werkelijkheid van
de mensen. Je ervaart hoe zij dingen
ervaren, maar ook aanvoelen. Op het
kabinet is dit informatie van onschatbare
waarde.”
Prille voorzitter
Toen hij zijn eed aflegde was Karel
Tobback de jongste notaris van België.
Precies tien jaar later werd hij de jongste
voorzitter van de federatie. “Het was
een boeiend momentum om voorzitter
te worden”, vervolgt Karel Tobback.
“Tal van nieuwigheden kwamen op ons
af. Zo was er de nieuwe wet op het
notariaat. De creatie van de Nationale
Kamer. Het was ook toen dat het
e-notariaat opgestart werd. En er was
ook eenvoudigweg de vaststelling dat
ons beroep een steeds grotere internationale dimensie kreeg.”
“Persoonlijk beschouw ik me als een
schakel in een gevoelig langere keten”,
aldus Karel Tobback. “De weg van de
professionalisering van de federatie
was reeds eerder ingeslagen. Zeker
onder het voorzitterschap van Eric
Deckers werden op dat vlak belangrijke
eerste stappen gezet. Ik leverde mijn
bijdrage, waarna mijn opvolger hetzelfde
deed. Het zou verkeerd zijn er deze
of gene hervorming uit te halen en
te omschrijven als dé belangrijkste. Al
onze initiatieven moeten als een geheel
bekeken worden. Het is mijn oprechte
overtuiging dat we er de voorbije jaren
in geslaagd zijn een aggiornamento
van het notariaat in de maatschappij
te bewerkstelligen. De cultuur van het
notariaat wijzigde op diverse vlakken,
wat op verschillende manieren zijn
vruchten afwerpt. Om te beginnen
maakt deze modernisering het beroep
aantrekkelijker. Anders dan nog pakweg
tien jaar geleden het geval was, slaagden
we erin ons te ontdoen van ons oubollig
imago. Automatisch maak je op die
manier jonge juristen sneller warm voor
ons ambt. Maar ook naar buiten toe
werd een gelijkaardig effect gerealiseerd.
Voor Jan-met-de-pet is het notariaat
niet meer dat ouderwetse beroep van
weleer. Zijn perceptie is ter zake fundamenteel gewijzigd. Gelukkig gebeurde
dit zonder afbreuk te doen aan het beeld
van deskundigheid en vertrouwen dat
notarissen nog steeds uitstralen.”
Verjongen, vervrouwelijken...
“Ons beroep is verjongd. En vervrouwelijkt. Associaties raken ook steeds beter
ingeburgerd.” Het zijn drie belangrijke
vaststellingen die Karel Tobback maakt.
“Stuk voor stuk zijn dit gunstige
trends die op hun beurt weer andere
trends stimuleren. Een jongere die het
tot notaris schopt, wordt daardoor
niet minder ‘jongere’ (lacht). En deze
generatie hecht een groter belang aan
de work/life-balans dan de vorige. Ook
de vervrouwelijking werkt dit in de hand,
maar het lijkt me verkeerd het streven
naar een beter evenwicht tussen werk
en privé louter op dit conto te schrijven.
Associaties zijn net een manier om
dit te realiseren. Verjonging heeft dan
weer een gunstig effect op de verdere
ontwikkeling van het e-notariaat. Er
treedt een generatie notarissen aan die
als het ware met de computer in aanslag
opgegroeid is. Het kan ons beroep enkel
ten goede komen.”
Examen bijsturen?
“Nog steeds blijf ik onverminderd
het notarieel examen verdedigen”,
benadrukt erevoorzitter Tobback.
“Niets is perfect, ik kom er zo dadelijk
op terug, maar globaal genomen is het
onmiskenbaar dat de invoering van dit
nationaal examen tot een kwaliteitsverbetering heeft geleid. Het kunnen
van de kandidaat-notarissen wordt er
door geobjectiveerd. Dit gezegd zijnde,
moeten we ons durven afvragen of het
peilen van de kennis van deze mensen
niet wat moet worden bijgestuurd.
Wie stelt de examens op? Vaak zijn dat
professoren die misschien de zaken
iets te theoretisch aanpakken. Het zou
misschien geen slechte zaak zijn de
dingen wat open te trekken en andere
vaardigheden te testen. Het psychologisch vermogen bijvoorbeeld. Of de
empathie die deze jonge mensen aan de
dag leggen. Want stuk voor stuk zijn ook
dat kwaliteiten die een goede notaris in
huis moet hebben.”
NOTARIUS
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
Lans breken voor meerdere standplaatsen
“Als voorzitter gaf ik ettelijke lezingen over het nut van
associaties. Waar aanvankelijk veel scepticisme bestond,
nam die geleidelijk aan af. Ik benadrukte toen – en dat
doe ik nog steeds – dat de mogelijkheid tot associëren
een ‘driver’ is van de professionalisering van ons beroep.
En kijk eens waar we vandaag staan. Associaties zijn
succesvoller dan ooit, zeker bij jongeren. Best begrijpelijk natuurlijk, want het is precies door een associatie aan
te gaan dat toegang tot het beroep sneller een haalbare
kaart wordt. Stellen dat deze hervorming een succesverhaal is geworden, strookt volledig met de werkelijkheid. De
maatschappij staat echter niet stil, en misschien is de tijd
gekomen om een nieuwe stap te zetten. Ik hoor sommige
notarissen klagen dat het beroep onder druk staat. Dat is
correct en...niet-correct. Feit is dat de hele maatschappij
onder druk staat, waarom zouden wij er aan ontsnappen?
Wij hebben echter de verantwoordelijkheid de maatschappelijke evoluties grondig te analyseren en zo mogelijk
te anticiperen. Gezien de groeiende complexiteit van de
maatschappij én dus van de dossiers waarmee wij geconfronteerd worden, is het misschien nuttig een project uit
te werken dat kantoren – associaties - met verschillende
standplaatsen mogelijk moet maken. Uiteraard moet dit
op een doordachte manier gebeuren. En uiteraard moeten
alle argumenten keurig afgewogen worden. Maar als het
succes van de associaties ons één zaak geleerd heeft, is
het wel dat dergelijke ideeën a priori afwijzen onverstandig
is. Ik ben dus een grote voorstander van het multi-standplaats-associatieproject van de federatie.”
Loopbaan in een notendop:
• Notaris sinds 1989.
• Tussen 1996 en 1999 raadgever burgerlijk recht en
notarieel recht op het kabinet van de Minister van
Justitie.
• Voorzitter Koninklijke Federatie van het Belgisch
Notariaat (2000-2004).
• Tijdens de periode 2005-2009 voorzitter van de
Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB).
• Raadgever Vlaanderen in Actie (ViA) en Kabinetschef bij
Minister-president Kris Peeters van 2007 tot 2009.
• Van september 2009 tot december 2011 ICT-expert op
het Kabinet van Justitie.
• Sinds januari 2012 socio-economisch Kabinetschef bij
Minister-president Kris Peeters.
INTERNATIONAL
Kunt u zich voorstellen dat er
notariaten zijn
41
waar men nooit naar iets moet zoeken?
Waar uw documenten en formulieren
)
+
!!
zich zelf
schrijven?
Fantasie?
Neen,
Maestro-Office software
Tijdswinst - Rendement
Toekomstgericht
Sans titre-4 1
11/10/07 14:37:06
Meesterlijk notariaat
Maestro-Office, dé toonaangevende notariële software, integreert
de meest geavanceerde informaticatoepassingen. Bijvoorbeeld,
naast een perfecte agenda opvolging beheert Maestro-Office
alle taken van uw medewerkers, uw deadlines, maakt gebruik
van al de internet- en webtoepassingen zoals het e-Notariaat, het
e-Depot, de fiscale en sociale notificaties, GEOVL, BIM, enz.
Daarbij voegen we de integratie van de befaamde notariële
boekhouding EuroWin. Het boekhoudprogramma waar u echt
kunt op rekenen.
Maestro-Office is ook voor uw kantoor onmisbaar geworden.
Een kleine investering met een verzekerd hoog rendement!
Snelle overzichtResultaat: tevreden cliënten
hermen van de stand
sc
én medewerkers!
van alle openstaande
rs
) +
dossie!!
Maestro-Office
2009
www.officom.be
OFFICIELE IT-PARTNER VAN HET NOTARIAAT
hardware • software • service • training
Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik
Tel : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 - [email protected]
42
Johan Quicke (nl),
Valérie Boca en Ariane Comans (fr)
Cindy Verding
KONINKLIJKE VERENIGING VAN HET NOTARISPERSONEEL
UNION ROYALE PROFESSIONELLE DU PERSONNEL DES ETUDES NOTARIALES
Journée des Familles sur les hauteurs de Namur
Namen aan de top op de Familiedag
Namen, de Citadel (één van de
grootste vestingen van Europa,
erkend en beschermd door het
Waalse Gewest) was ditmaal op 22
september jl. “the place to be” voor
een traditioneel gezellige familiedag
van de beroepsvereniging van het
notarispersoneel.
terre … enfin, dans les souterrains qui
comptent pas loin de 8 km de galeries.
Nous n’en avons visité qu’une partie
rassurez-vous, mais l’exploration de
ces lieux faisait prendre la mesure de
ce que les derniers occupants pendant
la seconde guerre mondiale ont pu
endurer.
Quelques uns d’entre nous s’étaient
donnés rendez-vous avant la balade
pour prendre un snack à la « Brasserie
la Reine Blanche » pour une mise en
situation en dégustant une bonne
Blanche de Namur.
De sympathieke gids wist ons te
vertellen hoe deze ellenlange gangen
werden gegraven, waarvoor ze in de
loop der tijden allemaal toe dienden
en hoe de Citadel belegerd werd en
onder andere in Spaanse, Oostenrijkse,
Franse, Nederlandse en tenslotte
Belgische handen is gevallen.
Nadien was het verzamelen geblazen
aan de Terra Nova, het versterkt
gedeelte van de Citadel, gelegen op de
100 tal meter hoge heuvel boven de
stad Namen.
La visite des lieux s’est faite en deux
groupes, chacun avec un guide dans
sa langue maternelle. Nous sommes
descendus dans les profondeurs de la
Tevens bood het bezoek aan het
domein ons prachtige uitzichten over
de stad Namen en de vallei van de
Maas en maakten we kennis met de
middeleeuwse tuin, zo authentiek
mogelijk aangelegd door de stad op
de steilste kant van het domein van de
Citadel.
Lorsque nous sommes remontés à la
surface, nous avons pris le petit train
qui nous a fait découvrir de magnifiques
panoramas sur Namur, avec vue sur
le Grognon, cœur historique de la
ville prenant la forme d’une pointe de
terre à la confluence de la Sambre et
de la Meuse. L’ancien hospice SaintGilles (côté Meuse) abrite le Parlement
Wallon. N’oublions pas que Namur est la
capitale de la Wallonie.
Nous avons ensuite visionné la
projection du film sur les 2.000 ans
d’histoire de la Citadelle.
Pour terminer notre journée en beauté,
nous nous sommes retrouvés comme à
l’accoutumée autour d’une bonne tasse
de café et d’un morceau de tarte.
Gezelligheid troef dus, naar goede
gewoonte. Een ideale gelegenheid om
collega’s buiten de werkomgeving te
leren kennen en bij te praten.
NOTARIUS
André Wallemacq
2013
DECEMBER - DÉCEMBRE
Charles Six
Risques du métier
Refiler la patate
chaude …
BASOCHE
Imaginez une étude notariale oùLAtoutes
les 43
informations sont toujours à portée de main.
Où les documents et formulaires se rédigent
comme par magie. Pure fantaisie ?
)
!!
Non, tout simplement
la suite
de+
logiciels
intégrés
Maestro-Office
Gain de temps
Rendement - Innovant
Rien n’interdit de vendre un immeuble grevé d’hypothèques
sans rembourser celles-ci, ni veiller à assurer la radiation de
leurs inscriptions.
Mais la prudence la plus élémentaire, sinon la simple
correction, impose au notaire chargé d’authentifier la
transaction d’être particulièrement explicite au sujet de la
charge qui grève ainsi le bien vendu et en affecte lourdement
la valeur.
Sans titre-4 1
11/10/07 14:37:06
Deux sinistres récents traités par les Assurances du Notariat
illustrent en creux, si l’on peut dire, le bien fondé de cette
règle de bon sens.
Pour l’allégement du récit, les deux cas étant très
semblables, on ne relatera ici qu’un seul d’entre eux,
suffisamment démonstratif d’ailleurs :
M° Actetout intervient pour passer les ventes dans une série
de mutations entre sociétés sœurs ou apparentées. On sait
très bien ce qu’on vend, pour des prix très étudiés, et entre
gens qui se connaissent, de telle sorte que les actes sont
réduits à l’essentiel.
À la revente d’un bien, à un tiers hors du cercle des initiés
« pour prendre son bénéfice », l’usine de Grand Bequeret
est cédée pour un solide paquet de millions mais lorsque,
quelques années plus tard, on doit financer son extension,
on constate qu’elle est grevée presqu’au delà de sa valeur
d’achat au profit du banquier suisse du groupe promoteur.
Rien dans le titre de
propriété ne révélait
cette inscription et la
recherche hypothécaire non
trentenaire mais limitée au
seul vendeur ne
l’a pas davantage fait
apparaître au dossier.
Inutile d’ajouter que toutes
demandes d’explication
adressées au vendeur se
perdent dans les sables et que le notaire reste seul à
endosser une responsabilité que l’assureur émet des
réserves à couvrir.
La rubrique “Risques du métier” a pour objet, dans le cadre de la prévention
des sinistres, d’exposer, en les transposant, les cas les plus fréquents, traités
lors des réunions bimensuelles du Comité de Gestion des Assurances du
Notariat. Son contenu ne peut engager qui que ce soit, ni être retenu à
l’encontre d’un quelconque organisme de la profession.
Des études notariales magistrales
Maestro-Office, le software notarial technologiquement le
plus avancé, intègre les technologies informatiques les plus
innovantes. Par exemple, en plus d’un agenda parfaitement suivi,
Maestro-Office gère toutes les tâches de vos collaborateurs,
les échéances, utilise toutes les applications du web: e-Notariat,
e-Dépôt, les notifications sociales et fiscales, OGEAD, IBGE, etc.
De plus, il peut intégrer la comptabilité notariale EuroWin.
Maestro-Office devient ainsi un must pour votre étude. Un petit
investissement pour un rendement assuré!
Un logiciel magistral pour une étude notariale tout aussi magistrale.
Aperçu rapide
de l’état
des dossiers
s
ouvert
) +
!!
Résultat: des clients et des
collaborateurs enchantés.
Maestro-Office
2009
www.officom.be
PARTENAIRE INFORMATIQUE OFFICIEL DU NOTARIAT
équipements – logiciels – services - formations
Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik
Tél : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 - [email protected]
44
Sebastian Roeland
Christophe Legasse
Droit des sociétés – Droit fiscal
Art. 537 CIR92 – Distributions de réserves et réduction de capital en présence
d’un usufruit sur actions
Dans la question de la semaine n°44 du 31 octobre 2013 nous avons abordé la question du sort
des distributions de dividendes provenant de bénéfices reportés en présence d’actions grevées
d’usufruit. Cette semaine nous continuons ce thème en traitant aussi l’hypothèse des distributions
de réserves ou de réduction de capital, qui ne suivent pas le même sort.
QUESTION
1.1. Des dividendes qui sont distribuées provenant des bénéfices reportés sont, en cas d’usufruit, à considérer comme des
fruits revenant à l’usufruitier. Quid des dividendes provenant de bénéfices qui ont été comptabilisés avant la création de
l’usufruit, eu égard à l’article 586 du Code civil lequel stipule que: « Les fruits civils sont réputés s’acquérir jour par jour, et
appartiennent à l’usufruitier, à proportion de la durée de son usufruit. Cette règle s’applique aux prix des baux à ferme, comme
aux loyers des maisons et aux autres fruits civils. »
1.2. Les mêmes règles s’appliquent-elles si on procède à une distribution de dividendes intermédiaires provenant de réserves ?
1.3. Et en cas de distribution après réduction de capital de réserves incorporées antérieurement ?
RÉPONSE
Sebastian Roeland,
Conseiller juridique - FRNB
1.1. Comme abordé dans la question
de la semaine n° 44 (message
e-notariat n° 9691 du 31 octobre
2013) des dividendes provenant
de bénéfices reportés sont, pour
des actions grevés d’usufruit, en
effet considéré comme des fruits,
ce qui est confirmé par la Cour de
Cassation (Cass. 1 décembre 1960,
Pas. 1961, I, 355; Cass. 9 mars
1961, Pas. 1961, I, 745; Cass. 16
janvier 1964, Pas. 1964, I, 520; A.
VERBEKE, “Creatief met vruchtgebruik”, T. Not. 1999, p. 573, n° 127).
Dans la question de la semaine
précitée il a dès lors été conclu que,
comme ces dividendes reviennent à
l’usufruitier en pleine propriété, lui
seul peut les apporter à la société,
en échange de quoi il recevra des
actions en pleine propriété.
Dans la mesure où il s’agirait en
l’espèce de bénéfices reportés
qui trouveraient leur origine
avant la naissance de l’ususfruit,
il faut en effet conclure conformément au droit commun qu’ils
ne reviennent pas à l’usufruitier
mais au nu-propriétaire (cf. E. VAN
ARENBERGH, Traité de l’usufruit,
Brussel, Larcier, 1936, nr. 896,
p. 269). Si les bénéfices distribuées
concernent en partie la période
avant l’établissement de l’usufruit et
en partie la période après l’établisse-
NOTARIUS
2013
INFO JURIDIQUE
DECEMBER - DÉCEMBRE
ment de l’usufruit, tant l(usufruitier
que le nu-propriétaire auront droit à
une partie des dividendes, chacun en
pleine propriété.
Dans ce cas le problème subsiste
que tant l’usufruitier que le
nu-propriétaire recevront des
dividendes en pleine propriété, qui
seront rémunérés après l’apport
dans la capital avec des actions en
pleine propriété. S’ils souhaitent
préserver le rapport existant entre
usufruit en nu-propriété pour les
nouvelles actions, ils devront le faire
après l’augmentation de capital, en
procédant à un échange de l’usufruit
et la nu-propriété de leurs nouvelles
actions respectives.
1.2. Vous parlez aussi de dividendes
intermédiaires provenant de
réserves. Attention, ceci ne
concerne en réalité pas une distribution de dividendes, mais une
distribution de réserves (même si
du point de vue fiscal, la distribution de réserves est bien considérée
comme une distribution de
dividendes (art. 18, 1e al., 1° CIR92
et CommIB1992, n° 18/16) qui peut
entrer en ligne de compte pour l’application de l’ art. 537 CIR92 (Circ.
35.2013, 1 octobre 2013)).
En fait, il n’est question de
dividendes que s’il s’agit de la distri-
bution de sommes figurant sur le
poste des bénéfices (reportés).
Des distributions intermédiaires provenant de réserves sont
également possibles, mais sont en
principe uniquement admis pour les
distributions provenant des réserves
disponibles (Cass. 23 janvier 2003,
T.R.V. 2003, 541-546) et non pour
les prélèvements sur les réserves
qui doivent être formées en vertu
de la loi ou des statuts (et qui
sont dès lors indisponibles) (cf. R.
MERCKEN et C. SIAU, Boekhouding
en financiële rapportering, Livre 2,
Anvers, Garant, 2004, 154).
Si les bénéfices ont été comptabilisés dans le poste des réserves
disponibles, ils font partie du «
capital » du nu-propriétaire à
compter de ce moment, ce qui a
de grandes conséquences pour les
actions grevées d’usufruit en cas
de distribution. Nous partageons à
cet égard la thèse de A. VERBEKE,
puisque l’interprétation de certains
auteurs d’attribuer les réserves
intégralement au nu-propriétaire viderait l’usufruit de tout
son contenu en réservant systématiquement les bénéfices. Si
la société à décidé antérieurement d’affecter le bénéfice à un
compte de réserves, au lieu de les
distribuer comme dividendes, il fait
partie du « capital » du nu-propriétaire. La distribution de réserves ne
sera pas un fruit, mais reviendra au
nu-propriétaire, avec un (quasi-)
usufruit sur la distribution pour
l’usufruitier. La distribution doit alors
être considérée comme un accroissement du bien grevé d’usufruit
(le « capital » du nu-propriétaire)
sur lequel s’étendent les droits
d’usufruit en application de la règle
de l’accession (A. VERBEKE, “Creatief
met vruchtgebruik”, T. Not. 1999,
p. 573-574, n° 128).
Dans ce cas, la distribution
reviendrait bien à l’usufruitier et
au nu-propriétaire dans les mêmes
proportions, de sorte qu’ils peuvent
également participer à l’augmentation de capital dans les mêmes
proportions. Ils peuvent alors
stipuler que le même rapport
usufruit/nue-propriété sera reporté
sur les nouvelles actions.
1.3. Les réductions de capital
suivent le même sort que les distributions de réserves (A. VERBEKE,
“Creatief met vruchtgebruik”, T. Not.
1999, p. 576, n° 136). 45
46
Véronique De Backer
Christophe Legasse
Internationaal Privaatrecht –
Insolventieverordening – Uitvoerend
beslag op onroerend goed in België –
Faillissement beslagene in Nederland –
Rangregeling en uitbetaling schuldeisers
VRAAG
Ik werd gelast met de gedwongen verkoop van een onroerend goed gelegen in België na beslag. Na de definitieve toewijs en na
betaling van de verkoopprijs, werd ik gecontacteerd door een Nederlandse curator die mij meldt dat de beslagene in Nederland
failliet werd verklaard.
De curator beweert dat de verdeling van de verkoopprijs door hem moeten gebeuren en dat ik de prijs dus aan hem moet
overmaken.
Gelieve aan te geven welke werkwijze ik moet volgen.
ANTWOORD
U verzoekt ons na te gaan op welke
wijze de verkoopprijs na beslag op
onroerend goed moet verdeeld
worden tussen de verschillende
schuldeisers gelet op het faillissement dat werd uitgesproken
ten aanzien van de beslagene in
Nederland.
Véronique De Backer,
Juridisch adviseur
1. In uw dossier wordt u
geconfronteerd met de samenloop
tussen enerzijds een procedure van
uitvoerend onroerend beslag, en
anderzijds de faillissementsprocedure die werd uitgesproken ten
aanzien van de beslagene door een
Nederlandse rechtbank.
De procedure van uitvoerend
onroerend beslag is een procedure
overeenkomstig de Belgische
bepalingen terzake gelet op de
ligging van het onroerend goed op
het Belgisch grondgebied.
NOTARIUS
2013
JURIDISCHE INFO
DECEMBER - DÉCEMBRE
De faillissementsprocedure
daarentegen is onderworpen aan het
Nederlandse recht dat in casu wordt
aangeduid als de ‘lex concursus’.
Het « toepassingsgebied » van
de ‘lex concursus’ (het recht dat
het faillissement beheerst) wordt
aangeduid in artikel 4, §2 van de
Europese verordening nr.1346/2000
van 29 mei 2000 betreffende
insolventieprocedures (Insolventieverordening).
De ‘lex concursus’ bepaalt met
name:
a) welke schuldenaars op grond
van hun hoedanigheid aan een
insolventieprocedure kunnen
worden onderworpen;
b) welk deel van het vermogen van
de schuldenaar tot de boedel
behoort en of de na de opening
van de insolventieprocedure
verkregen goederen tot deze
boedel behoren;
c) welke de respectieve
bevoegdheden van de
schuldenaar en de curator zijn;
d) onder welke voorwaarden een
verrekening kan worden tegengeworpen;
e) de gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende
overeenkomsten waarbij de
schuldenaar partij is;
f) de gevolgen van de insolventieprocedure voor individuele
vervolgingen met uitzondering
van lopende rechtsvorderingen;
g) welke vorderingen te verhalen
zijn op het vermogen van de
schuldenaar en wat de gevolgen
zijn ten aanzien van vorderingen
die zijn ontstaan na de opening
van de insolventieprocedure;
h) de regels betreffende indiening,
verificatie en toelating van de
vorderingen;
i) d
e regels betreffende de
verdeling van de opbrengst van de
te gelde gemaakte goederen, de
rangindeling van de vorderingen,
en de rechten van schuldeisers die
krachtens een zakelijk recht of
ingevolge verrekening gedeeltelijk
zijn voldaan;
j) d
e voorwaarden voor en de
gevolgen van de beëindiging van
de insolventieprocedure, met
name door een akkoord;
k) de rechten van de schuldeisers
nadat de insolventieprocedure
beëindigd is;
l) voor wiens rekening de kosten
en uitgaven in het kader van de
insolventieprocedure zijn;
m) de regels betreffende nietigheid,
vernietigbaarheid of niettegenwerpbaarheid van de voor
het geheel van schuldeisers
nadelige rechtshandelingen.
Het Nederlandse recht bepaalt dus
onder welke voorwaarden de faillissementsprocedure wordt geopend,
hoe deze verloopt en hoe deze
wordt beëindigd.
Hieruit volgt dat de verdeling van
de verkoopsopbrengst, de rangregeling van de schuldeisers en de
rechten van de schuldeisers worden
beheerst door het recht dat van
toepassing is op het faillissement.
Dit impliceert in casu dat voor het
opmaken van het proces-verbaal
van rangorde rekening moet worden
gehouden met de Nederlandse
bepalingen terzake. De vraag welke
schuldeisers al door u kunnen
worden uitbetaald, alvorens het
saldo over te maken aan de curator,
zal ook worden beantwoord door
het Nederlandse recht.
ECHTER, de insolventieprocedure
laat onverlet de zakelijke rechten
van de schuldeisers of van een derde
op de lichamelijke of onlichamelijke
roerende of onroerende goederen
die toebehoren aan de schuldenaar
en die zich op het tijdstip waarop
de procedure werd geopend op het
grondgebied van een andere lidstaat
bevinden (artikel 5 Insolventieverordening).
Algemeen kan worden gesteld dat
de tegenwerpbaarheid van een
zakelijk recht aan een derde, alsook
het bestaan van een recht van
voorrang en de rangorde, beheerst
worden door het recht van de
ligging van het onroerend goed (cfr
artikel 94 WIPR) (zie: F. RIGAUX
en M. FALLON, « Droit international privé », Troisième édition,
Bruxelles, Larcier, 2005, p.734-735,
n°13.73; J. ERAUW, « Internationaal
Privaatrecht », Deel XVII, Beginselen
van Belgisch privaatrecht, Mechelen,
Kluwer, 2009, p.904-905, n°819; F.
BOUCKAERT, « Notarieel Internationaal Privaatrecht », Reeks Notarieel
recht, Mechelen, Kluwer, 2009,
p.156).
2. Voor het opmaken van het
proces-verbaal van rangregeling,
zal er rekening moeten gehouden
worden met het Nederlandse recht
teneinde de rechten van de schuldeisers te bepalen.
Echter, de rechten van de schuldeisers die van een voorrecht genieten
krachtens hun zakelijk recht op
het desbetreffend onroerend goed
worden bepaald door het Belgisch
recht gelet op de ligging van het
goed op het Belgisch grondgebied.
Gelet op het feit dat vreemd recht
(in casu Nederlands recht) moet
worden toegepast, lijkt het, om
praktische redenen, aangewezen
om de verkoopprijs over te maken
aan de curator. Echter, wat betreft
de hypothecaire schuldeisers en
de schuldeisers met een bijzonder
voorrecht die hun zakelijke rechten
kunnen opeisen mbt het onroerend
goed gelegen in België, zult u deze
kunnen uitbetalen vooraleer het
saldo over te maken aan de curator
die vervolgens het saldo zal verdelen
tussen de andere schuldeisers. 47
notarius
Revue pour le notariat
Tijdschrift voor het notariaat
Notarius
In dit nummer – Dans ce numéro
DECEMBER 2013 - 48STE JAARG.
DÉCEMBRE 2013 - 48ÈME ANNÉE
Blikvanger - Coup d’œil
2013 in beeld – 2013 en images
06-07
Benoemingscommissies voor het Notariaat
Interview Jo Baret en Sophie Maquet
08-09
Tour de Belgique
Isabelle Van Campenhoudt
10-11
Nationale Kamer en Notariële Kantoororganisatie
De associatie van A tot Z
12
Chambre nationale et Organisation des études notariales
L’association de A à Z
14
e-notariat
Quiz Privacy
Un renouveau de l’infrastructure ICT
Een vernieuwing van de ICT infrastructuur
16-21
26
27
Events
Driejaarlijkse prijs van het Antwerps Notariaat
22
Internationaal
André Michielsens, voorzitter van de CNUE
23-25
Chambre nationale des notaires
Interview avec Henri Meert et Anthony Leleu
28-29
OVAM
Overdracht van appartementen volgens Bodemdecreet
32-34
Interview
Patrick Henry, nouveau président d’AVOCATS.BE
35-36
Office Management
Het evaluatiegesprek - L’entretien d’évaluation
38
Erevoorzitters van de federatie
Karel Tobback
39-41
Koninklijke vereniging van het notarispersoneel
Union royale professionelle du personnel des etudes notariales
Verslag familiedag – Journée des Familles
42
Risques du métier
43
Info juridique/Juridische info
44-47
COLOFON
Redactie en administratie | Rédaction et administration :
Bergstraat 30-34, rue de la Montagne
Brussel 1000 Bruxelles
Tel. : 02/505.08.38 – Fax : 02/505.05.15
Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever |
Rédacteur en chef et éditeur responsable :
Nathalie Guyaux – Lambermontlaan 374, Boulevard
Lambermont
Brussel 1030 Bruxelles
Coördinatie en eindredactie | Coordination et mise au
point rédactionelle :
Bo Bogaert, [email protected]
Redactiecomité | Comité de redaction :
Aude Cauchie, Anne-Catherine Deleye, Catherine De Moor,
Denis Carpentier, Eric Neven, Gauthier Clerens,
Nathalie Guyaux, Sylvain Bavier, Viviane Herman,
Catherine Hatert, Jean-Louis Jeghers, Hélène Diricq,
Marie-Pierre Géradin, Jérome Debie, Tanguy le Maire
Redactionele bijdragen in dit nummer | Contributions
rédactionnelles dans ce numéro :
Valérie Boca, Bo Bogaert, Johan Ceenaeme, Ariane Comans,
Véronique De Backer, Jérome Debie, Robin Frissyn,
Michel Gassée, Nathalie Guyaux, Frederic Petitjean, Johan Quicke,
Sebastian Roeland, Lorette Rousseau, Kaat Schaevers,
Michaël Vandamme, Jan Van Cleemput, Aurelie Van der Perre,
Caroline Van Gool, Carine Vassart, André Wallemacq
Advertenties | Annonces :
TREVI nv/sa – Willem Holemans
Meerlaan 9, 9620 Zottegem
tel.: +32 9 360 62 16
Foto’s | Photos :
Bart Azare, Koen Bauters, Emmanuel Crooÿ, Kurt Deruyter,
K-pture, Christophe Legasse, Isabelle Persyn, Ann Poppe,
Charles Six, Cindy Verding
Cover :
Koen Bauters
Vormgeving | Mise en Page :
Comfi&Publishing
Drukkerij | Imprimerie :
Dereume
Notarius wordt gedrukt op papier uit duurzaam beheerde bossen.
Voor deze editie heeft de KFBN de aanplanting gefinancierd van 2.500
bomen via de VZW Kiem des Leven. Deze bomen compenseren voor
een deel de CO2-uitstoot. De VZW Kiem des Leven is een project dat
gesteund wordt door de Koning Boudewijnstichting.
Notarius est imprimé sur du papier issu de forêts gérées durablement.
Pour cette édition, la FRNB finance la plantation de 2.500 arbres
via l’ONG Graine de vie. Ces arbres compenseront une partie de
l’émission de carbone. L’ONG Graine de vie est un projet agréé par la
Fondation Roi Baudouin.