Uitstroomprofiel - Technische Universiteit Eindhoven

Uitstroomprofiel opleiding
Klinisch Informatica
September 2014
1 Inleiding
Dit uitstroomprofiel sluit aan op het beroepsprofiel van de klinisch informaticus. Het beroepsprofiel
beschrijft evenwel de totale breedte van het veld van de Klinisch Informatica. De opleiding heeft
binnen dat veld als kerndoel mensen op te leiden die de rol van Klinisch Informaticus op het tactische
niveau goed (op de schaal van een zorginstelling) vervullen: zij kunnen ontwerpen op een niveau dat
voor een instelling/grote afdeling relevant is.
Kennis van het operationele niveau wordt door hen beheerst, maar behoort niet tot hun (hoofd)taak.
Op strategisch niveau van afdelingen, en mogelijk instellingen, hebben ze al actief meegedaan,
bijvoorbeeld middels het geven van een goed uitgewerkt, lange termijn advies. Ze hebben hierin in
het algemeen nog niet de eindverantwoordelijkheid.
De belangrijkste kenmerken van het uitstroomprofiel staan in dit document en sluiten aan op de
eisen van de ontwerpersopleidingen:
 Afbakening van het domein;
 Competenties op het gebied van ontwerpen;
 Professionele competenties om in het domein goed te kunnen opereren (naast de
ontwerpcompetenties);
 Kennis van het domein.
/school of medical physics and engineering Eindhoven
1
Uitstroomprofiel opleiding
Klinisch Informatica
September 2014
2 Het domein
Het werkgebied van de Klinisch Informaticus zoals die uitstroomt uit de opleiding is aangegeven in
onderstaande figuur, overgenomen uit het “Referentiedomeinenmodel ziekenhuizen”1:
 Hierbij zijn samenwerking, zorg en zorgprocesondersteuning de drie kerngebieden van het
werkgebied op uitstroomniveau. Met tenminste drie deelgebieden hieruit heeft de
afgestudeerde KI in projecten kennisgemaakt;
 Sturing en verantwoording is een gebied waar men mee in aanraking gekomen is, maar
waarin in het algemeen nog niet zelfstandig gefunctioneerd wordt;
 Wetenschappelijk onderzoek kan van toepassing zijn wanneer de opleiding plaatsvindt
binnen een instituut met een grote wetenschappelijk component;
 De overige gebieden behoren niet direct tot het werkgebied. Kennis van met name de het
bedrijfsondersteuning is van belang.
1
Referentiedomeinenmodel ziekenhuizen versie 2 RDZ v2.1, NVZ/Nictiz, Juni 2012, 12001A
/school of medical physics and engineering Eindhoven
2
Uitstroomprofiel opleiding
Klinisch Informatica
September 2014
3 Ontwerpen
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
De afgestudeerde KI levert een ontwerp op, op het gebied van informatie in de zorg op het
niveau van een opdracht van 1 jaar werk.
De afgestudeerde KI voert het ontwerpproces zelfstandig en projectmatig uit.
De afgestudeerde KI voert het ontwerpproces uit met een heldere communicatie naar
projectleden, klanten en overige stakeholders.
De afgestudeerde ziet de impact van zijn ontwerp op mensen en organisatie. Hij kan (waar
nodig) mensen meenemen in de benodigde veranderingen bij de implementatie van het
ontwerp (Verandermanagement).
De afgestudeerde KI heeft kennis van relevante ontwerpmethodieken. Hij past deze toe in de
praktijk bij het ontwerpen.
De afgestudeerde KI gebruikt intensief externe en wetenschappelijke kennis tijdens het
ontwerpproces.
De afgestudeerde KI adviseert op het gebied van informatie(systemen).
De afgestudeerde KI slaat in het ontwerp de brug tussen de behoeften van zorgprofessionals
en de (on)mogelijkheden van informatie technologie.
De afgestudeerde KI evalueert de risico’s van het ontwerp en neemt daar actie op.
De afgestudeerde KI legt alle stappen in het proces schriftelijk vast en ondersteunt daarmee
zijn eigen leer- en denkproces en de communicatie met anderen.
/school of medical physics and engineering Eindhoven
3
Uitstroomprofiel opleiding
Klinisch Informatica
September 2014
4 Kennis
De afgestudeerde KI heeft de volgende kennis en gebruikt die om gestelde doelen te realiseren.
4.1 Sturing/beleid


De afgestudeerde heeft basiskennis van beleid binnen zorginstellingen en meer
gespecialiseerde kennis van Informatie beleid binnen zorginstellingen en gebruikt deze
kennis om gestelde doelen te realiseren.
De afgestudeerde is op de hoogte van actuele (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied
van Informatiebeleid en ICT in de zorg en houdt ook het toekomstperspectief goed in de
gaten. Hetzelfde geldt voor ontwikkelingen op het gebied van de medische professie die
betrekking hebben op Informatie.
4.2 Proces



De afgestudeerde heeft kennis van procesmodelleringstechnieken inclusief methoden voor
procesoptimalisatie
De afgestudeerde heeft basiskennis van huidige processen in de zorg (zowel klinisch als
bedrijfsmatig), binnen en tussen instellingen.
De afgestudeerde heeft kennis van de ontwikkelingen die in de toekomst relevant (zullen)
zijn in de zorg.
4.3 Informatie


De afgestudeerde heeft kennis van het kennisgebied Informatie en gebruikt die om gestelde
doelen te realiseren.
De afgestudeerde heeft kennis van
o architectuur van zorginformatiesystemen,
o referentiemodellen voor informatiedomeinen, gegevensuitwisseling, registratie aan
de bron, modellen voor terminologie, heeft kennis van
o kwaliteitsattributen en kan kwaliteitseisen afleiden,
o interoperabiliteit
o integratie met medische technologie
4.4 Applicatie


De afgestudeerde heeft kennis van verschillende methodieken van software-inrichting in
teamverband. Dit betreft basiskennis o.a. over specificatie, ontwerpen, implementatie en
testen.
De afgestudeerde heeft inzicht in diverse informatieoplossingen en de integratie daarvan
specifiek voor de zorg met nadruk op verschillen tussen de onderlinge oplossingen,
verschillen tussen leveranciers, diversiteit wat betreft stadia van volwassenheid, de daarbij
behorende marktontwikkelingen inclusief product-markt combinaties.
/school of medical physics and engineering Eindhoven
4
Uitstroomprofiel opleiding
Klinisch Informatica
September 2014
4.5 Techniek


De afgestudeerde heeft algemene basiskennis op het gebied van IT infrastructuur, systemen,
computers, netwerken en databases.
Aanvullend hierop heeft hij/zij ook basiskennis van medische techniek, specifiek voor de
zorg.
5 Professionele Ontwikkeling
5.1 Communicatie (communicator)




5.2


De afgestudeerde KI communiceert goed met zorgprofessionals, staf en andere spelers in de
zorg.
De afgestudeerde KI communiceert goed met technische, met name ICT, professionals.
De afgestudeerde geeft gevraagd en ongevraagd advies op zijn kennisgebied.
De afgestudeerde KI brengt informatie helder over, gericht op het publiek (schriftelijk en in
mondelinge presentatie).
Samenwerking (collaborator)
De afgestudeerde KI werkt goed en open samen met zorgprofessionals, ICT’ers, staf en ander
professionals in de zorg. Hij weet hun kennis en kunde goed te combineren met zijn eigen
kennis en kunde.
De afgestudeerde KI toont leiderschap op het gebied van de Klinische Informatica.
5.3 Organisatielidmaatschap (Manager)



De afgestudeerde KI kent het krachtenveld in de zorg (in instellingen en extramuraal) en kan
hier in functioneren.
De afgestudeerde KI (her)kent de motivatie en doelen van andere professionals in de zorg.
De afgestudeerde KI stemt zijn eigen werkzaamheden nauwkeurig af met de werkzaamheden
van anderen.
5.4 Maatschappelijk handelen (health advocate)



De afgestudeerde KI ziet hoe informatiesystemen gebruikers (professionals en patiënten)
beïnvloeden.
De afgestudeerde KI heeft kennis van de thema’s en processen rond medische ethiek. De
afgestudeerde KI hanteert ethiek bij evaluatie van alternatieven en projecten.
De afgestudeerde KI werkt op een (wetenschappelijke) integere manier.
/school of medical physics and engineering Eindhoven
5
Uitstroomprofiel opleiding
Klinisch Informatica
September 2014
/school of medical physics and engineering Eindhoven
6