EPC naar 0,4: hoe krijgen we dit nu voor elkaar?

11
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
EPC naar 0,4: hoe krijgen we dit nu
voor elkaar?
JAARCONGRES VBWTN
Tekst ing. Frank de Groot
Per 1 januari 2015 worden de eisen voor energieprestatie een stuk strenger: de EPC voor woningnieuwbouw
wordt dan aangescherpt van 0,6 naar 0,4. Maar waar moeten we op letten bij een EPC-berekening voor
een bouwwerk met een energieprestatie van minder dan 0,4? En waar loopt de inspecteur in de praktijk
tegenaan bij controle van de energieprestatie? In een workshop tijdens het Jaarcongres van de Vereniging
BWT Nederland ging de aandacht uit naar het toetsen van met name die onderdelen die een groot effect
hebben op de uitkomst, zoals de lijnvormige koudebruggen.
‘
Voor woonfuncties gaat de EPC per 1 januari 2015 naar 0,4.
Tevens gaat de minimale Rc-waarde voor gevels van 3,5 naar
4,5 en voor daken van 3,5 naar 6,0 m2K/W. Voor vloeren blijft
de Rc-waarde 3,5 m2K/W, omdat het verder verhogen van de
warmteweerstand van vloeren qua energiebesparing minder
efficiënt is’, vertelt Arthur Barendregt, adviseur bouwfysica bij
de gemeente Rotterdam en lid van de Werkgroep Gezondheid
& Energiezuinigheid (zie kadertekst). ‘Tussen 2015 en 2020 zijn
nog verdere stappen te verwachten, maar hierover is nog niets
bekendgemaakt. Zeker is dat de EPC verder wordt aangescherpt,
richting 0.’
Voor ramen en deuren wordt de eis aan de U-waarde daarentegen
wat versoepeld: ‘De huidige U-waarde-eis van 1,65 W/m2K geldt
momenteel op constructieniveau. Het bleek bijvoorbeeld bij de
veel toegepaste schuifpuien in woningen lastig om aan de regels
te voldoen. Omdat energiebesparing door de hele gebouwschil
wordt bepaald, is besloten om per 1 januari 2015 de 1,65-eis te laten
gelden voor de gemiddelde U-waarde. Daarbij mag de U-waarde
van een individuele constructie niet hoger zijn dan 2,2 W/m2K.’
Lineaire warmteverliezen
Hans Bosch gaat vervolgens in op lineaire thermische bruggen
(ψ-waarde, oftewel, psi-waarde). Bosch is docent bouwfysica aan
de Hogeschool Rotterdam, ex ambtenaar BWT bij de gemeente
Rotterdam en eveneens lid van de Werkgroep Gezondheid & Energiezuinigheid. ‘Juist de lijnvormige warmteverliezen worden in de
ontwerp- en uitvoeringsfase schromelijk onderschat. Hoe hoger
de warmteweerstand (Rc-waarde) van de gebouwschil wordt, des
te groter de invloed van de lineaire warmteverliezen.’
Sinds 2003 moeten in de energieprestatieberekening de
ψ-waarden worden ingevoerd. De energieprestatiecoëfficiënt
wordt bepaald volgens NEN 7120 ‘Energieprestatie van gebouwen
- Bepalingsmethode’. Voor het bepalen van de ψ-waarden wordt
vanuit hoofdstuk 8 van NEN 7120, paragraaf 8.3, verwezen naar
de NEN 1068 ‘Thermische isolatie van gebouwen’. Bosch: ‘De EPCberekening kan worden uitgevoerd met forfaitaire ψ-waarden.
Bij de forfaitaire bepaling werd tot 1 april 2014 het transmissieverlies via de aansluitingen bepaald door een toeslag van 0,1 W/m2K
op de U-waarde van de constructieonderdelen. Stel; een spouwmuur heeft een Rc-waarde van 5,0 m2K/W, dan is de U-waarde
0,193 W/m2K. Met een toeslag van 0,1 wordt de U-waarde 0,293 W/
m2K. De rekenwaarde waarmee het warmteverlies wordt berekend
daalt dan naar 3,24 m2K/W. Maar met de aanwijzing van de nieuwe
Hans Bosch (links), docent bouwfysica aan de Hogeschool Rotterdam en Arthur Barendregt (rechts), adviseur bouwfysica bij de gemeente Rotterdam zijn beiden lid van
de Werkgroep Gezondheid & Energiezuinigheid van de Vereniging BWT Nederland.
NEN 1068:2012 in Bouwbesluit 2012 per 1 april 2014, is de toeslag
niet langer 0,1, maar wordt nu met een formule bepaald, wat tot
een minder gunstige rekenwaarde leidt. Naarmate de Rc-waarden
hoger worden neemt het verschil in rekenwaarde tussen de oude
en de nieuwe norm toe (zie figuur 1). In dit geval blijft van de
rekenwaarde volgens de ‘oude’ NEN1068:2001 (3,24 m2K/W) dan
nog maar 2,73 m2K/W over! Voor het voldoen aan de EPC-eisen
zal hierdoor vaker de uitgebreide methode voor lineaire warmteverliezen worden toegepast. Dit levert meer controlewerk op. Als
per 1 januari 2015 de EPC-eisen worden aangescherpt dan is het
helemaal oppassen geblazen!’
Bosch vraagt aan de zaal wie er nu eigenlijk op de hoogte is van
deze verzwaring: ‘Niemand dus! NEN 1068 is de minst gekende
norm in de bouw. Onterecht, want deze norm bevat alle informatie over de berekening van Rc-waarden en lineaire warmteverliezen. Probleem is ook dat de leveranciers van de EPC-software tijd
nodig hadden om de wijzigingen in NEN 1068:2012 door te voeren.
Dat is pas in september gelukt. Kortom; bij normontwikkeling
hoort ook softwareontwikkeling!’
De vraag wordt vanuit de zaal gesteld of de EPC-berekeningen die
na 1 april 2014 zijn uitgevoerd met oude software dan wel rechtsgeldig zijn. Joost Pothuis, adviseur op het gebied van bouwregelgeving bij Arcadis en betrokken bij de totstandkoming van zowel
Bouwbesluit 2003 als 2012, brengt klaarheid: ‘Ja, die berekeningen
zijn rechtsgeldig. In artikel 1.3 in het Bouwbesluit staat namelijk:
Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft
12
Bouwregels in de praktijk | november 2014
Figuur 1: het verschil in rekenwaarde van de warmteweerstand voor het bepalen
Hans Bosch: ‘NEN 1068 is de minst gekende norm in de bouw. Onterecht, want deze
van het warmteverlies is vooral bij hogere Rc-waarden minder gunstig volgens de
norm bevat alle informatie over de berekening van Rc-waarden en lineaire warmte-
‘nieuwe’ NEN1068:2012.
verliezen.’
niet te worden voldaan indien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door de toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste de gelijke mate aan veiligheid, bescherming van
de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming
van het milieu biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken
gestelde voorschriften.’
sche ventilatie, vraaggestuurd met CO2-regeling. Goed voor een
EPC=0,6, mits de ψ-waarden uitgebreid zijn berekend. Hoe komen
we nu naar 0,4? Bijvoorbeeld door 12 m2 PV-panelen op het dak te
plaatsen. Of 10 m2 PV-panelen en het toepassen van warmteterugwinning uit douchewater.
Een tweede variant bestaat uit dezelfde woning, maar nu met ventilatie met warmteterugwinning en CO2-sturing in twee of meer
zones. Goed voor een EPC van 0,55. Plaatsen we hier 10 m2 PVpanelen op het dak dan daalt de EPC naar 0,37. Een derde variant
laat de keuze voor een warmtepomp met warmte/koude-opslag in
de bodem zien in combinatie met balansventilatie: goed voor een
EPC van 0,38.
Een vierde variant is de passiefwoning met een zeer goed geïsoleerde schil: Rc dak=10 m2K/W, Rc gevel=8 m2K/W, Rc vloer=5 m2K/W
en een Uw (gem)= 0,8 W/m2K (te realiseren met drievoudig glas in
geïsoleerde kozijnen). Dit in combinatie met warmteterugwinning en CO2-sturing in twee of meer zones levert een EPC op van
0,40.
In de tabel hieronder de EPC 0,4 varianten.
Anders detailleren
De grotere invloed van lijnvormige warmteverliezen op de berekening van de warmteweerstand vraagt om extra aandacht voor
aansluitingen in gevel en dak. Want bij de aansluitingen treden
lijnvormige warmteverliezen op. Denk aan de aansluitdetails van
de nok, dakvoet, kozijnen en begane grondvloeren op de fundering. ‘Ook zal er kritisch naar de U-waarde van kozijnen zelf
gekeken moeten worden. Dat zijn nu nog vaak wild-west berekeningen. Door de juiste keuze van de materiaalsoort en beglazing is
een U-waarde haalbaar van 1,6 W/m2K van een raam met gemiddelde afmetingen. Nauwkeurig rekenen levert vaak een lagere
waarde op, zeker bij grote ramen’, aldus Bosch.
Bosch en Barendregt laten vervolgens een basisberekening zien
waarmee een EPC van 0,6 wordt gehaald. Uitgangspunt is een tussenwoning met een Au=116,2 m2, Atot=132,4 m2, Rc dak=6 m2K/W,
Rc gevel=4,5 m2K/W, Rc vloer=3,5 m2K/W, Uw (gem)=1,65 W/m2K en
een tuin op het zuiden. De woning heeft in de basisuitvoering
een HR 107 combiketel met kwaliteitsverklaring en mechani-
Basis
Basis met
Variant 1
Variant 1a
Kanttekeningen
Arthur Barendregt vraagt wel extra aandacht voor de plaatsing
van PV-panelen op daken: ‘Hierbij is ook de architectonische
integratie van PV-panelen in daken van belang. Als we straks alle
daken gaan volleggen met PV-panelen dan moet de aanblik van
Variant 2
Variant 2a
Variant 3
Variant 4
(passief)
uitgebreide
berekening
thermische
bruggen
Natuurlijke
Natuur-
Natuur-
Natuur-
toevoer, mecha-
lijke toevoer,
lijke toevoer,
lijke toevoer,
nische afvoer
mechanische
mechanische
mechanische
afvoer
afvoer
afvoer
12 m2 PV
10 m2 PV
Balans
Balans
Balans
Balans
Warmtepomp,
CV
10 m2 PV
Douche WTW
CV
CV
CV
CV
CV
CV
WKO bodem
0,66
0,61
0,4
0,39
0,55
0,37
0.38
0,4
13
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
het dak geen rommeltje worden. Tevens moet ongewenste opwarming van PV-panelen worden voorkomen, door goede ventilatie
onder de panelen of koeling. Bij PV-panelen loopt namelijk het
rendement terug als ze te warm worden.’
In de zaal wordt een opmerking gemaakt over de warmteterugwinning bij douchewater: ‘Hier loopt het rendement op naarmate
er meer water door het doucheputje stroomt. Een waterbesparende douchekop bespaart weliswaar water, maar het rendement van
het wtw-systeem loopt dan fors terug. Dan maar een regendouche
plaatsen dus…’
Ook warmte/koude-opslag in de bodem kent zijn beperkingen, zoals de nabijheid van waterwingebieden of andere WKO-systemen
in de buurt die elkaar en de totale thermische balans in de bodem
kunnen verstoren. ‘Ook kan de bodem zelf ongeschikt zijn voor
WKO’, aldus Bosch.
Bij passiefhuisbouw met een zwaar geïsoleerde schil is het volgens
de heren van belang de warmte in de zomer buiten te houden:
‘Wat je aan warmte binnenkrijgt via de beglazing krijg je er lastig
weer uit door de goed geïsoleerde schil. Kies dus voor drievoudige
beglazing in combinatie met buitenzonwering.’
Handhaving
‘Aan handhaving van de EPC door de gemeente schort het nog wel
eens, staat vermeld op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De indruk bestaat ook bij onze werkgroep
Gezondheid & Energiezuinigheid, dat de EPC-berekeningen geen
hoge prioriteit hebben bij gemeenten. Hoe controleert uw gemeente of bouwaanvragen aan de eisen voor energieprestatie voldoen?’, vraagt Barendregt aan de zaal. ‘Toetst u de EPC-berekening
en controleert u die tijdens de uitvoering, of toetst u alleen? Of
kijkt u vooral tijdens de uitvoeringscontrole of aan de eisen wordt
voldaan? Of kijkt u alleen of de EPC-berekening bij de aanvraag
aanwezig is of doet u er zelfs helemaal niets mee?’
‘Controle tijdens de uitvoering vinden wij belangrijk’, reageert een
BWT’er. De meeste anderen geven aan de berekening te controleren, waarbij niet iedereen de uitvoering controleert. De verdeling
in de zaal blijkt overeen te komen met de reacties via de website.
In de praktijk blijken de aanwezige gemeenten dus wel degelijk de
berekening te controleren, maar de gedachte dringt zich op dat de
gemeenten die naar de workshop over de EPC zijn gekomen ook
meer betrokken zijn bij dit onderwerp.
De zaal krijgt nog een vraag voorgeschoteld. ‘Stel dat een woning
een EPC heeft van 0,4, maar dat er tijdens de bouw een vergunningvrije dakkapel wordt toegevoegd, waardoor de EPC op 0,42
uitkomt. Wat doet u dan?’ ‘Als de dakkapel op de tekening staat
dan telt die mee’, reageert een BWT’er. Volgens Joost Pothuis is
dat inderdaad zo: ‘Bij het ministerie staat op de website dat als de
woning wordt opgeleverd inclusief dakkapel, dat deze meetelt (zie
http://www.helpdeskbouwregels.nl/vraag/677).’
‘Stel, u constateert op een bouwplaats dat de Rc-waarde van de
gevel ongeveer 3,5 m2K/W is, conform het huidige Bouwbesluit.
Maar volgens de EPC-berekening moet de Rc-waarde 4,5 m2K/W
zijn. Wat doet u? Eisen dat aan de EPC-berekening wordt voldaan,
om een gewijzigde EPC-berekening vragen of doet u niets? Als je
eist dat aan de berekening wordt voldaan dan is dit een wel erg
draconische maatregel, omdat het buitenspouwblad gesloopt
moet worden. Vanuit milieu-oogpunt ook geen prettige keuze. Als
je om een gewijzigde EPC-berekening vraagt, kan het zo zijn dat
het eindresultaat niet meer voldoet. Nauwkeurig rekenen, zoals de
lineaire warmteverliezen volgens de uitgebreide methode invoeren, kan soms een oplossing zijn, tenzij dergelijke opties al zijn
benut. En ja, welke opties zijn er dan nog? Extra PV-cellen op het
dak? Als je als bouwinspectie kritisch wordt over een dergelijke
situatie, wat vindt het management er dan van? En het gemeentebestuur? Als je niets doet, zal dit vanuit de bouwende partij
Arthur Barendregt: ‘Momenteel kunnen er berekeningen worden gemaakt in zes rekenpakketten. Deze rekenpakketten hebben allemaal hun eigen layout, ook verschilt
de in te dienen uitdraai voor de vergunningaanvraag. Dit maakt het werk voor de
toetser er niet eenvoudiger op!
niet bezwaarlijk zijn. Echter, de toekomstige bewoners kunnen
hierdoor worden benadeeld in de vorm van een hogere energierekening. Lastig dus. Vraag is ook hoe de private toetsers hier straks
mee om zullen gaan.’
Rekenpakketten
Barendregt: ‘Momenteel kunnen er berekeningen worden gemaakt
in zes rekenpakketten. Deze rekenpakketten hebben allemaal
hun eigen lay-out, ook verschilt de in te dienen uitdraai voor de
vergunningaanvraag. Dit maakt het werk voor de toetser er niet
eenvoudiger op! Het kan voorkomen dat een toetser een uitdraai
te beoordelen krijgt van een relatief onbekend softwarepakket.
Dit levert extra zoekwerk op naar de te controleren invoerparameters. De werkgroep Gezondheid & Energiezuinigheid wil erop
aandringen bij de rijksoverheid om een uniforme digitale uitdraai
van alle pakketten te realiseren. Zodoende kan de controletool
EPCheck voor alle pakketten worden gebruikt. Private toetsers
krijgen te maken met dezelfde softwarepakketten bij het controleren. Zij hebben ook baat bij de overzichtelijkheid van de uniforme
uitvoer.’
Tot slot speelt de betrouwbaarheid van de EPC-berekening nog
een rol. Er kunnen fouten zijn gemaakt in de tekening of de technische informatie klopt niet. Is de berekening goed gemaakt? Tot
slot laat Bosch zien hoe eenvoudig het is om in een pdf-uitvoer
de uitkomsten van een epc-berekening aan te passen, dit kan
eenvoudig met ‘Word’, zonder dat achteraf te zien is dat de PDF is
aangepast. ‘Dit pleit voor het leveren van informatie via XML, dan
zijn dit soort malversaties achteraf te traceren’, besluit Bosch.
Werkgroep Gezondheid & Energiezuinigheid
Per 2011 is de Intergemeentelijke Werkgroep Bouwfysica (IWB) onder de
Vereniging BWT Nederland gekomen. Deze werkgroep heet tegenwoordig: Werkgroep Gezondheid & Energiezuinigheid. Doelstelling is:
het bespreekbaar maken van problemen en ontwikkelingen omtrent
de bouwfysische aspecten van het bouwen; uitdiepen van kennis op
dit vakgebied; het bevorderen van kennisoverdracht en het landelijk
uniform benaderen van bouwfysische aspecten.
De Werkgroep houdt zich bezig met zowel gezond binnenklimaat in
gebouwen als energiezuinigheid en duurzaam bouwen. De werkgroep
neemt deel aan NEN normcommissies en vergadert enkele keren per jaar
op een centrale plaats in Nederland. Wilt u een keer aanschuiven? Neem
dan contact op met de secretaris Gerdien van Dijk. Tel. (010) 489 6481.
E-mail: [email protected].
www.vereniging-bwt.nl/werkgroep-gezondheid-en-energiezuinigheid