Betekenisvol - Hogeschool de Kempel

Betekenisvol Leren Onderwijzen
in de werkplekleeromgeving
Kempelonderzoekscentrum
Jeannette Geldens, lector
Monique van der Heijden, promovenda-docentonderzoeker
Herman L. Popeijus, erelector
Popeijus, H. L. & Geldens, J. (Eds.). (2009). Betekenisvol leren onderwijzen
in de werkplekleeromgeving. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
Doelen en focus algemene opdracht
Doelen
Gerelateerd aan die uit Instellingsplan (Hogeschool de Kempel, 2012).
Uitgewerkt in indicatoren (Geldens, Heijden & Popeijus, 2013) o.a.
- doorwerking in en aanpassing curriculum of verandering opleidingsstructuren
- inhoudelijke relatie met instellingen van hoger onderwijs en onderzoek
- aantoonbare vergroting van inspanningen op gebied van kennisoverdracht
Focus
Gericht op ‘Betekenisvol leren onderwijzen in de
werkplekleeromgeving’. Sluit aan bij duiding van leren door
De Kempel als betekenisvol,
vanuit sociaal constructivistisch paradigma:
het is doelgericht, onderzoekend, constructief, cumulatief,
actief, waardevol, sociaal en contextgebonden.
Leren
vormen van handelen
in de zin van onderzoeken en verwerken van informatie
op basis waarvan de lerende nieuwe kennis construeert,
reeds aanwezige kennis, vaardigheden of houdingen aanvult of aanpast
en er zin en betekenis aan toekent (Popeijus & Geldens, 2009).
Leren vindt steeds plaats
in een sociale en culturele gemeenschap
(Brown & Palincsar,1989; Brown, Collins & Duguid, 1989).
De lerende construeert zelf actief kennis
in interactie met anderen en
met zijn omgeving
(Teurlings, Wolput & Vermeulen, 2006).
Die constructie gebeurt door aan
die informatie, via interpretatie en reflectie,
betekenis toe te kennen.
Betekenisvol leren
Enkel cognitief toekennen van betekenis is onvoldoende om te kunnen spreken
van betekenisvol leren. Daarvoor is ook zingeving nodig (Oers, 2009).
Eerst wanneer de lerende aan de nieuw verkregen kennis tevens een
persoonlijke of collectieve waarde toekent zodat eigenaarschap ontstaat,
is sprake van betekenisvol leren.
Betekenisvol leren bezit daarmee een krachtige persoonlijke binding.
Bij betekenisvol leren gaat het om diepgaand leren (Ausubel, 2000; Biggs,
2007; Mareé, 2013; Ramsden, 2003).
Betekenisvol leren is sleutelwoord van dimensie 4: ‘Onderzoek doen:
het toepassen van kennis in levensechte situaties.
Dimensie 4 sluit aan op
nieuwsgierig zijn en ‘willen weten’
en is de basis van en de motor voor
het latere kritisch (en wetenschappelijk) denken
(Marzano & Miedema, 2014).
Kenmerken van betekenisvol leren onderwijzen
1. Actief
2. Collaboratief
3. Constructief
4. Doelgericht
5. Gecontextualiseerd
6. Waardevol
(Popeijus & Geldens, 2009)
Kenmerken van betekenisvol leren onderwijzen
1. Actief
lerenden construeren actief en zelfstandig kennis
niet langer staat de instructie door leraren centraal, zoals in het
overdrachtsmodel,
maar de leeractiviteiten van de actieve van de zelfstandige leerder
2. Collaboratief
lerenden werken samen
3. Constructief
lerenden bouwen actief kennis op (ze construeren deze) door
nieuwe informatie te interpreteren vanuit
eerdere kennis die ze al hebben en vanuit eerdere ervaringen (cumulatief),
en ook vanuit persoonlijke waarden en opvattingen.
Kenmerken van betekenisvol leren onderwijzen
4. Doelgericht
noodzakelijk is dat er tevoren duidelijkheid bestaat over de doelstellingen
voor de te ondernemen activiteiten
5. Gecontextualiseerd
het leren vindt plaats in een betekenisvolle context
6. Waardevol
individueel/persoonlijk en op groepsniveau:
het toekennen van persoonlijke waarde aan de betreffende activiteiten
(er zelf mee uit de voeten kunnen),
maar het gaat ook om een groepswaarde
(voor de groep als geheel geldt een gemeenschappelijke ambitie en een
gemeenschappelijk gedeelde waarde om te leren op groepsniveau)
Vragen kenmerk 1. Actief
Lerenden construeren actief en zelfstandig kennis, de
leeractiviteiten van de actieve van de zelfstandige leerder
staan centraal
1. Kun jij actief zijn in dit onderwijsaanbod? Zo ja, op welke wijze en in
welke mate?
a. In hoeverre leiden de activiteiten die in het onderwijsaanbod plaatsvinden
tot bruikbare resultaten?
b. In hoeverre vinden er activiteiten in het onderwijsaanbod plaats waarbij je
niet alleen luistert, maar ook (samen) werkt?
c. Wat doe je met de gekregen feedback in het onderwijsaanbod?
d. Hoeveel ruimte is er in het onderwijsaanbod om actief te werken we aan
het oplossen van realistische problemen?
Vragen kenmerk 2. Collaboratief
Lerenden werken samen
2. Kun jij samenwerken binnen dit onderwijsaanbod?
Zo ja, op welke wijze en in welke mate?
a. Is er ruimte er in het onderwijsaanbod om veel samen te leren en samen
te werken?
b. Tot wie wend je je wanneer je problemen ervaart met het
onderwijsaanbod?
c. In hoeverre leer je van de bijdragen van de andere klasgenoten in het
onderwijsaanbod?
d. In hoeverre is er in het onderwijsaanbod sprake van samen leren en
samen werken gericht op een gemeenschappelijk doel?
Vragen kenmerk 3. Constructief
Lerenden bouwen actief kennis op (ze construeren deze)
door nieuwe informatie te interpreteren vanuit kennis die
ze al hebben en vanuit eerdere ervaringen (cumulatief),
en ook vanuit persoonlijke waarden en opvattingen
3. Kun jij constructief je kennis opbouwen in dit onderwijsaanbod?
Zo ja, op welke wijze en in welke mate?
a. In hoeverre kan je nieuwe informatie die in het onderwijsaanbod naar
voren komt koppelen aan kennis die je al had?
b. In hoeverre leer je verbanden te leggen tussen de onderwerpen die in het
onderwijsaanbod aan de orde zijn
c. In hoeverre brengt de informatie die in het onderwijsaanbod aan de orde
komt je op nieuwe ideeën?
d. In hoeverre ben je in het onderwijsaanbod ook bezig met het ontwikkelen
van kennis op basis van eigen vragen?
Vragen kenmerk 4. Doelgericht
Er bestaat tevoren duidelijkheid over de doelstellingen voor de
te ondernemen activiteiten in het onderwijs
4. Herken je in dit onderwijsaanbod dat je doelgericht werkt?
Zo ja, op welke wijze en in welke mate?
a. In hoeverre draagt het werken in het onderwijsaanbod bij aan je
persoonlijke doelen?
b. In hoeverre wordt in het onderwijsaanbod doelgericht samengewerkt?
c. In hoeverre ben je van elke bijeenkomst van het onderwijsaanbod op de
hoogte van het doel van de bijeenkomst?
Vragen kenmerk 5. Gecontextualiseerd
het leren vindt plaats in een betekenisvolle context
5. Is dit onderwijsaanbod voor jou bruikbaar?
Zo ja, op welke wijze en in welke mate?
a. In hoeverre is de kennis die je in het onderwijsaanbod opdoet
bruikbaar in de onderwijspraktijk?
b. In hoeverre is de informatie die in het onderwijsaanbod aan de orde
komt relevant voor jouw persoonlijke ontwikkeling?
c. In hoeverre ga je in het onderwijsaanbod samen op zoek naar
oplossingen als blijkt dat bepaalde kennis nog mist?
d. In hoeverre heeft de informatie die in het onderwijsaanbod aan de
orde komt een zichtbare relatie met de praktijk?
Vragen kenmerk 6. Waardevol
individueel/persoonlijk en op groepsniveau:
het toekennen van persoonlijke waarde aan de betreffende
activiteiten (er zelf mee uit de voeten kunnen), maar het gaat
ook om een groepswaarde (voor de groep als geheel geldt een
gemeenschappelijke ambitie en een gemeenschappelijk
gedeelde waarde om te leren op groepsniveau)
6. Is dit onderwijsaanbod voor jou waardevol?
Zo ja, op welke wijze en in welke mate?
a. In hoeverre heeft de informatie die in het onderwijsaanbod aan bod komt
waarde voor je toekomstig beroep van leraar basisonderwijs?
b. Hoeveel waarde hecht je aan het samen leren en werken in het
onderwijsaanbod?
c. In hoeverre heeft het samen leren en werken in het onderwijsaanbod
waarde voor je ontwikkeling tot leraar basisonderwijs?
d. In hoeverre heeft het samen leren en werken in het onderwijsaanbod
persoonlijke waarde?
Literatuur
Ausubel, D. P. (2000). The acquisition and retention of knowledge: A cognitive view. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers.
Biggs, J., & Tang, C. (Eds.). (2007). Teaching for quality at university: What the student does (3 ed.). Maidenhead: McGraw-Hill.
Brown, A. & Palincsar, A. (1989). Guided, cooperative learning and individual knowledge acquisition. In L. Resnick (Ed.),
Knowledge, learning and instruction, (pp. 307-336.). Hillsdale, HJ: Lawrence Erlbaum Associates.
Brown, J. S., Collins, A. & Duguid, P. (1989). Situated Cognition and the Culture of Learning. Educational Researcher, 18(1), 32-42.
Geldens, J., Heijden, H. R. M. A., van der, & Popeijus, H. L. (2013). Betekenisvol leren onderwijzen in de werkplekleeromgeving.
Onderzoeksplan algemene opdracht Kempelonderzoekcentrum. Helmond: Kempelonderzoekscentrum, Hogeschool de Kempel.
Hogeschool de Kempel (2012). Verschil maken. Instellingsplan 2012-2017. Helmond: Hogeschool de Kempel.
Mareé, T. (2013). Scripted collaborative enriched skeleton concept mapping to foster meaningful learning (Proefschrift Technische
Universiteit Eindhoven). Eindhoven: Eindhoven School of Education.
Marzano, R. J., & Miedema, W. (2014). Leren in 5 dimensies: moderne didactiek voor het primair onderwijs. Assen: Koninklijke van
Gorcum.
Oers, B. v. (2009). Narrativiteit in leerprocessen. Ontwikkelingen binnen de cultuurhistorische benadering van het leren.
Pedagogische Studiën, 86(2), 147-156.
Popeijus, H. L., & Geldens, J. J. M. (Eds.). (2009). Betekenisvol leren onderwijzen in de werk-plekleeromgeving. AntwerpenApeldoorn: Garant.
Ramsden, P. (2003). Learning to teach in higher education (2 ed.). London / New York: Routledge Falmer.
Teurlings, C., Wolput, B. v. & Vermeulen, M. (2006). Nieuw leren waarderen. Een literatuuronderzoek naar effecten van nieuwe
vormen van leren in het voortgezet onderwijs. Utrecht: Schoolmanagers VO.