DenkAndersDebat vraagt aandacht voor jongeren met functiebeperking en hun kansen op de arbeidsmarkt Een inkijkje in het leven van een jongen met autisme; zo begint de bijeenkomst op 13 november jl. op de locatie Rochussenstraat van Hogeschool Rotterdam. Aanvankelijk denk je, bij het zien van het filmpje, met een willekeurige jongere te maken te hebben. Maar al snel zie je dat er iets met hem aan de hand is. De voice-over stelt: ‘mensen met autisme hebben een bovengemiddeld goed geheugen maar minder verbeeldingskracht’. Toch proberen ze die wel in te zetten. En wij? Doen wij ook ons best om ons voor te stellen hoe het leven er voor hen uitziet? Ron Bormans, collegevoorzitter van Hogeschool Rotterdam, vindt dat we het te weinig doen. Hij vertelde dat hij in een bijeenkomst over studio uitval hem opviel dat de hogeschool haar ‘klanten’ op een uniforme manier bejegent: allemaal dezelfde instroomprocedure en begeleiding. Daarmee maak je het bepaalde mensen moeilijk en anderen makkelijk. Een meer diverse aanpak, waarbij we mensen accepteren zoals ze zijn, met hun eigen kracht en beperking, zou passender zijn. Toch doet de hogeschool veel voor de doelgroep van deze bijeenkomst: jongeren met een functionele beperking. Sinds tien jaar is er het PowerPlatform: een platform waar studenten/ervaringsdeskundigen nieuwkomers helpen met één-op-één coaching en empoweringsbijeenkomsten. Nieuwe studenten moeten wel zelf aangeven dat ze een beperking hebben. Op de vraag van dagvoorzitter Swanet Woldhuis (directeur Oudervereniging Balans en Nederlandse Vereniging voor Autisme), waarom de hogeschool dit doet, antwoordt Bormans: “Het is normaal dat we dit doen. Het PowerPlatform is belangrijk om aan onze organisatie alertheid mee te geven en gecommitteerd en empathisch te zijn; daar is permanente aandacht voor nodig.” Debatronde Naast Bormans en Marloes de Vries (voorzitter PowerPlatform) zitten tijdens de eerste debatronde vooral mensen aan tafel die studenten met een beperking begeleiden naar werk, zoals Lilian van Heckers van uitzendorganisatie Emma at Work: “Door medische vooruitgang overlijden kinderen met een chronische ziekte minder snel, zij moeten wel een rol krijgen in de maatschappij. Emma at Work bouwt netwerken op en bemiddelt bij bedrijven om jongeren te begeleiden naar passend werk.” Zij werkt veel samen met Marloes, zodat ze samen studenten vanuit de opleiding kunnen bemiddelen naar een stage- of werkplek. Studente Corina de Nijs, afgestudeerd aan Hogeschool Rotterdam, heeft zich net ingeschreven bij Emma at Work: “Ze helpen me te laten zien waar ik goed in ben. Het hangt van de functie af of ik direct vertel over mijn beperking. Als het geen consequenties heeft voor de functie, dan hoeft het niet, al creëer je wel begrip als je het wel vertelt.” Ook het UWV zit aan tafel. Monique Janssen van het werkgeversservicepunt: "Werkgevers denken vaak niet in mogelijkheden. Ik help deze te benoemen. Chronisch zieken zijn vaak nog veel gemotiveerder dan ‘gewone’ kandidaten. Als ze al een hele studie hebben afgerond bewijst dat dat het echte doorzetters zijn. Bovendien loopt een werkgever geen risico, door de no-risk polis. Het UWV betaalt dan als de werknemer ziek is.” Arbeidskundige Freek Bierhoff, ook van UWV: “Het gaat om belastbaarheid van de werknemer, die is minder als je een beperking hebt. Als je een baan wil vinden gaat het erom dit goed te verwoorden. Hoe je het zegt is belangrijk en vooral ook goed benadrukken wat je wel kunt.” Onzichtbare beperking Het debat wordt onderbroken door een kort intermezzo. Willemiek van Duijn studeert Logopedie en heeft jeugdreuma. Ze schrijft een blog over haar leven. “In het eerste jaar vertelde ik meteen in de eerste week wat ik mankeer, in de hoop dat ze zouden vragen hoe het gaat. Maar je krijgt geen begrip. Ik merk dat ik dat zelf ook niet heb. Als iemand klaagt over hoofdpijn en vervolgens voortdurend zit te whatsappen, dan denk ik ook; dat zal wel meevallen’’, zegt Willemiek. Dit studiejaar heeft ze het bewust niet direct verteld. Maar omdat ze vaker afwezig was en steeds om aantekeningen moest vragen, moest ze dat uiteindelijk toch doen. “Ik zag geschrokken gezichten, want het is niet te zien. Soms zou ik liever willen van wel. Maar ik kan dit, ik wil dit, waar een wil is is een weg en ik ben op zoek naar de juiste weg!” Vervolgens speelt Lex Bekkernens een aantal zelf gecomponeerde stukken op de piano. Lex, meegedaan het tv-programma ‘Tourette on Tour’, heeft het syndroom van Gilles de la Tourette. Ook hij heeft gestudeerd aan de hogeschool (SPW) maar is nu vooral muzikaal bezig, solo en met de touretteband. Tweede debatronde De tweede debatronde gaat over de werkgeverskant. Lector Anneloes van Staa, aanwezig in het publiek, signaleert dat werkgevers het niet oppakken dat er zoveel mensen met een functiebeperking zijn die heel goed zouden kunnen werken. Ook ondernemer Bianca Prins vindt dat er iets gedaan moet worden voor de doelgroep waar ze zelf deel van uit maakt: “Ik ben inmiddels zelfstandig ondernemer, maar ik heb talloze keren gesolliciteerd. Omdat ik geen Wajong-er ben, kwam ik er niet tussen. ” Marga Mulder van het Enabel Netwerk van Shell: “Wij halen bewust mensen binnen met talent. Iemand met autisme heeft waarschijnlijk niet de beste relatieskills, maar kan een uitstekend onderzoeker zijn. Iemand met een beperking denkt niet direct aan werken bij Shell, daarom hebben we onze reclameposters aangepast: ‘een rolstoel kan wel’, laat het zien. We hebben ook een target voor 10% instroom van mensen met beperking.“ Peter Don, programmamanager bij ING, vindt dat het niet mag uitmaken of iemand een Wajong heeft of niet. Mensen met een beperking hebben een steuntje in de rug nodig, misschien is het nodig om de doelgroep uit te breiden, stelt hij. Anita Joosten van gemeente Rotterdam, verantwoordelijk voor de invoering van de participatiewet (de wet die ervoor moet zorgen dat meer mensen met een beperking aan het werk komen): “De doelgroep die nu een Wajong zou aanvragen komt straks naar de gemeente. Degenen die niet in staat zijn zelf een minimum loon te verdienen gaan we sowieso helpen.” Doelgroep uitbreiding is volgens haar moeilijk omdat er al meer dan genoeg mensen zijn die wel een Wajong-uitkering hebben. Die zijn makkelijker bemiddelbaar. Staatssecretaris Jetta Klijnsma van SoZaWe is inmiddels aangeschoven. Zij is ervaringsdeskundige als het gaat om werk vinden met een beperking. “IK heb geluk gehad met een baas die mij zag zitten. Als secretaresse weliswaar. Hij accepteerde dat hij zelf zijn koffie moest halen.” Ze is het ermee eens dat het voor hoger opgeleiden met een beperking moeilijk is om een baan te vinden, omdat zij wél zelf een minimum loon kunnen verdienen en niet in aanmerking komen voor Wajong, zo vertelt ze in het interview met Janneke Kaim (hoofdredacteur bij de stichting Hoezo Anders?), de organisator van het debat. “Door de participatiewet zijn werkgevers zich bewuster van het bestaan van mensen met een beperking, en er worden meer initiatieven ontplooid om ze aan het werk te krijgen. Dat is winst.” Zo sluit zij af. Jetta Klijnsma: “Werkgevers, deze mensen zijn een dijk van een medewerker als je ze eenmaal kent. Zet je koudwatervrees opzij!” Lector Harald Miedema heeft het laatste woord. Hij vraagt nog heel kort aandacht voor het onderzoek van de hogeschool op dit terrein, wat jongeren nodig hebben, hoe ze te begeleiden. Vervolgens dankt hij de studenten Bo, Eveline en Meike voor hun inzet bij de organisatie van deze middag.
© Copyright 2024 ExpyDoc