Vormingen OCB-VBB 2013-2014

vo r m in g
Schooljaar 2013-2014
Bestemd voor het Nederlandstalig basisonderwijs van Brussel
Onder wijscentrum Brussel
Voorrangsbeleid Brussel vzw
2
INHOUD
Inleiding
1.Basisvormingen
1.1.Taalvaardigheid(sonderwijs)
KO – Aardig! V aardig! Taalv aardig!
7
LO – Taal is een werkwoord
8
1.2. Schriftelijke vaardigheden
KO – LeveNde letters!
9
LO – Ik lees dus ik ben
10
LO – Schrijf het maar op!
11
1.3. Mondelinge vaardigheden
KO – Luister…ik spreek!
12
LO – Spreken doe je niet alleen
13
2.
Verdiepende vormingen
2.1. Vormingen kleuteronderwijs
KO – Nog een verhaaltje? KO – Talige thema’s A
15
16
A
KO – Klein, dapper en taalvaardig 17
2.2. Vormingen leesvaardigheid
LO (1) – Van letters tot verhaal
18
A
LO (2, 3) – Lezen is doodgewoon fantastisch!
LO (4, 5, 6) – LeZen, LeRen, LeVen
A
19
20
A
2.3. Vormingen schrijfvaardigheid
LO - Kijk juf/meester, ik schrijf! N
21
LO - S(chrijven) M(et) S(tijl) N
22
3.
Specifieke vormingen
3.1. Ouder- en buurtbetrokkenheid
KO/LO – Naar een ouderbeleid op school A
25
KO/LO – Ze hebben de brief toch gehad…?!
26
3.2 ICT en taalvaardigheid
KO – ICT, de computer speelt mee!
27
LO – Mee(R) met ICT?!
28
3.3 Anderstalige nieuwkomers
LO – Een anderstalige nieuwkomer … oh j(n)ee?
A
29
3.4Huiswerkbeleid
LO – En wat met huiswerk? A
30
3.5Talensensibilisering
KO/LO – Op een positieve manier omgaan
met diversiteit in de klas DA
A
aangepast
N
nieuw
31
DA doelgroep aangepast
3
4
Inleiding
De aangeboden vormingen richten zich op de thema’s die door Voorrangsbeleid Brussel en het Onderwijscentrum Brussel
ondersteund worden. Taalvaardigheidsonderwijs, omgaan met diversiteit en betrokkenheid van ouders en buurt lopen dan
ook als een rode draad doorheen het aanbod.
De vormingen worden in de loop van het schooljaar één keer aangeboden. Elke vorming heeft een eigen focus en bijhorend doelpubliek (zie beschrijving van de vorming) en koppelt theorie en visievorming aan praktijk. De vormers creëren
ook voldoende ruimte voor vragen en interactie.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen basisvormingen, verdiepende vormingen en specifieke vormingen.
Basisvormingen zijn bedoeld voor leraren die nieuw zijn in het Brussels onderwijs en inzicht willen verwerven in krachtig
taalvaardigheidsonderwijs binnen de Brusselse grootstedelijke en meertalige context.
De verdiepende vormingen zijn gericht op alle leraren die al vertrouwd zijn met lesgeven in Brussel en die zich in een
bepaalde inhoud willen verdiepen.
De specifieke vormingen benaderen onderwijs vanuit een specifiek thema: ouderbetrokkenheid, huiswerkbeleid, ICT, …
Er worden maximum 20 deelnemers voor een vorming ingeschreven. Bij minder dan 10 deelnemers vindt de vorming niet
plaats. Een ingeschreven deelnemer wordt verondersteld aanwezig te zijn. Bij eventuele problemen vragen we u om zo
snel mogelijk de organisatie op de hoogte te brengen ([email protected] of 02/210.63.90), zodat eventuele kandidaten op de reservelijst alsnog in aanmerking komen.
Heel wat vormingen, o.a. verdiepende vormingen, bestaan uit 2 sessies. Er wordt van de deelnemers verwacht dat ze
beide sessies volgen.
We willen erop aandringen tijdig in te schrijven (vóór 25 september 2013) via de website www.onderwijscentrumbrussel.be
(klik op ‘Ondersteuning en vorming’ – ‘Inschrijven vormingsaanbod basisonderwijs’).
5
1
6
1. Basisvormingen
De basisvormingen taalvaardigheid(sonderwijs) zijn gericht op nieuwe leraren, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs in het Nederlandstalig basisonderwijs.
Uw school heeft al een lange ondersteunings- en vormingshistoriek. Dit maakt het voor nieuwe medewerkers niet altijd makkelijk om bij het huidige professionaliseringsbeleid binnen de school aansluiting te vinden. Via deze vormingen worden ze
in de basisprincipes van krachtig taalvaardigheidsonderwijs ingeleid.
Deze vormingen zijn een aanrader voor elke beginnende leraar in Brussel!
1.1. TAALVAARDIGHEID(SONDERWIJS)
Kleuteronderwijs
AARDIG! V AARDIG! TAALV AARDIG!
Werken aan taalvaardigheid in het kleuteronderwijs
1 sessie
In jouw Brusselse kleuterklas sta je, door de grootstedelijke en meertalige context, voor belangrijke uitdagingen om alle
kleuters ook in het Nederlands taalvaardig te maken. We zoeken naar manieren om het aanbod de hele dag door uitdagend te maken, zodat de kleuters steeds meer met taal kunnen doen.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat is taalvaardigheidsonderwijs?
• Wat zijn de kenmerken van een krachtige leeromgeving in Brussel?
• Hoe kunnen we in onze activiteiten maximaal talige kansen bieden?
• Welke materialen en methodes zijn geschikt om aan taalvaardigheid te werken?
• Hoe kan je gericht ondersteunen in je aanbod?
• Hoe betrekken we ouders bij wat er in de klas gebeurt?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren kleuteronderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die:
• nieuw zijn in het Brussels kleuteronderwijs;
• inzicht willen verwerven in de basis van krachtig taalvaardigheidsonderwijs;
• willen nadenken over wat goed taalvaardigheidsonderwijs allemaal inhoudt en hoe dit in de klas en op school vorm
kan krijgen.
Wanneer?
1 oktober 2013 van 9 – 12u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
7
Lager onderwijs
TAAL IS EEN WERKWOORD
Werken aan taalvaardigheid in het lager onderwijs
1 sessie
Leerlingen taalvaardig maken, neemt een centrale plaats binnen de eindtermen in. In een Brusselse klas is het echter een
hele uitdaging om leerlingen in het Nederlands taalvaardig te maken. In het antwoord op deze uitdaging wordt er vaak
gegoocheld met de termen ‘taalvaardigheidsonderwijs’ en ‘betekenisvolle taken’. Maar wat betekenen deze termen precies? In deze sessie gaan we op zoek naar het antwoord op deze centrale vraag.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat is taalvaardigheidsonderwijs?
• Wat zijn betekenisvolle taken?
• Hoe ondersteun je deze taken als leerkracht?
• Hoe bouw je een rijk en talig klimaat uit?
• Hoe kan je ouders betrekken bij wat in de klas gebeurt?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die:
• nieuw zijn in het Brussels lager onderwijs;
• inzicht willen verwerven in de basis van krachtig taalvaardigheidsonderwijs;
• willen nadenken over wat goed taalvaardigheidsonderwijs allemaal inhoudt en hoe dit in de klas en op school vorm
kan krijgen.
Wanneer?
3 oktober 2013 van 9 – 12u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
8
1.2. SCHRIFTELIJKE VAARDIGHEDEN
Kleuteronderwijs
LeveNde letters!
Ontluikende geletterdheid
1 sessie
Ervaringen met geschreven taal maken deel uit van de leefwereld van kleuters. Ze vormen mee de basis voor het latere
lees- en schrijfonderwijs.
Brusselse kleuters hebben vaak erg verschillende kansen om in contact te komen met geschreven taal. Via een krachtige
leeromgeving kan je alle kleuters voldoende ervaringskansen bieden.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat is ontluikende geletterdheid?
• Waarom werken aan ontluikende geletterdheid?
• Hoe bouw je al bij de jongste kleuters aan een krachtige leeromgeving voor ontluikende geletterdheid?
• Hoe geef je doelgerichte, betekenisvolle prikkels aan kleuters?
• Hoe stimuleer je de lees- en schrijfhonger bij kleuters?
• Welke mogelijkheden zijn er om ouders in dit proces te betrekken?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren kleuteronderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die:
• nieuw zijn in het Brussels kleuteronderwijs;
• inzicht in ontluikende geletterdheid willen verwerven.
De vorming richt zich ook tot leid(st)ers van de 1ste en 2de kleuterklas en leraren van het 1ste leerjaar.
Wanneer?
21 november 2013 van 9 – 12u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
9
Lager onderwijs
IK LEES DUS IK BEN
Werken aan leesvaardigheid in het lager onderwijs
1 sessie
Leesvaardigheid is een belangrijke deelvaardigheid in de ontwikkeling van kinderen. De grote diversiteit van de Brusselse
schoolpopulatie vraagt een efficiënt, rijk en motiverend leesonderwijs dat de basis legt voor school- en maatschappelijk
succes.
In deze sessie gaan we in op het algemene kader en de basisprincipes van goed leesonderwijs.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat zijn belangrijke doelen van het leesonderwijs?
• Hoe kan je aandacht hebben voor zowel technisch lezen, begrijpend lezen als leesplezier?
• Wat zijn betekenisvolle leestaken?
• Hoe ondersteun je kinderen voor, tijdens en na de leestaak om tot betere resultaten te komen?
• Hoe kan je op een motiverende, uitdagende manier leeskansen verruimen?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die:
• nieuw zijn in het Brussels lager onderwijs;
• nog niet eerder rond leesvaardigheid gewerkt hebben;
• willen nadenken over wat goed leesonderwijs allemaal inhoudt en hoe dit in de klas en op school vorm kan krijgen.
Wanneer?
17 oktober 2013 van 9 – 12u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
10
Lager onderwijs
SCHRIJF HET MAAR OP!
Werken aan schrijfvaardigheid in het lager onderwijs
1 sessie
Doorheen het lager onderwijs leren kinderen gaandeweg hun ideeën neer te pennen. Dat is niet vanzelfsprekend. Ideeën
zo neerschrijven dat ze voor een lezer duidelijk zijn, is moeilijk voor alle kinderen. Het werken aan schrijven op een taalvaardige manier staat in deze sessie centraal.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat zijn belangrijke doelen voor schrijfvaardigheid?
• Wat maakt schrijven moeilijk?
• Wat zijn complete schrijftaken?
• Hoe ondersteun je kinderen voor, tijdens en na een schrijftaak?
• Hoe geef je gerichte feedback op schrijfproducten van kinderen?
• Hoe werk je aan een rijk schrijfklimaat in de klas en op school?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die:
• nieuw zijn in het Brussels lager onderwijs;
• nog niet eerder rond schrijfvaardigheid gewerkt hebben;
• willen nadenken over wat goed schrijfvaardigheidsonderwijs inhoudt en hoe dit in de klas en op school vorm kan
krijgen.
Wanneer?
3 december 2013 van 9 – 12u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
11
1.3. MONDELINGE VAARDIGHEDEN
Kleuteronderwijs
LUISTER … IK SPREEK!
Mondelinge vaardigheden in de kleuterklas
2 sessies
Kleuters leren heel de dag taal door wat zij doen, ervaren en beleven.
Een rijk taalaanbod, veel spreekkansen voor de kleuters en een goede ondersteuning zijn de ingrediënten om de taalverwerving te stimuleren. Luisteren en spreken bij kleuters … de hele dag door!!
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe verloopt de taalverwerving en hoe kan je die positief beïnvloeden?
• Welke doelen moet je nastreven voor luisteren en spreken?
• Hoe kan je de betrokkenheid van alle kleuters tijdens luister- en spreekmomenten verhogen? Op welke wijze hou je
daarbij rekening met de verschillen in taalvaardigheid ?
• Hoe kan je mondelinge vaardigheden op elk moment van een klasdag een plaats geven?
• Welke zijn de belangrijke vaardigheden die je hiervoor als leerkracht bewust dient in te zetten?
In sessie B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Welke werkvormen zijn geschikt om in taalgemengde groepen aan mondelinge vaardigheden te werken?
• Hoe de ontwikkeling van mondelinge vaardigheden binnen zelfstandige activiteiten kansen geven (vrij spel, zelfstandig
werk, hoekenwerk, … )?
• Hoe ouders bij de ondersteuning van de mondelinge vaardigheden betrekken?
Sessie B sluit op sessie A aan en bestaat uit de toepassing van de basisprincipes uit sessie A.
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren kleuteronderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die:
• nieuw zijn in het Brussels kleuteronderwijs;
• inzicht willen verwerven in het werken aan mondelinge vaardigheden.
Wanneer?
Sessie A: 14 januari 2014 van 9 – 12 u.
Sessie B: 28 januari 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
12
Lager onderwijs
SPREKEN DOE JE NIET ALLEEN
Mondelinge vaardigheden in de lagere school
2 sessies
Spreken en luisteren zijn de vaardigheden die de basis vormen voor communicatie en leren. Ze zijn bijgevolg van cruciaal
belang in het onderwijs. Kinderen moeten vaardig worden om in communicatieve situaties op school en erbuiten te functioneren. Voor veel Brusselse leerlingen is zowel de thuistaal, de omgevingstaal als de schooltaal verschillend. Voor hen
vormen de mondelinge vaardigheden dan ook een hinderpaal. Een uitdaging voor de klaspraktijk!
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Welke doelen moet je voor luisteren nastreven?
• Hoe creëer je een veilig klimaat met veel kansen voor luisteren?
• Wat zijn goede spreek- en luistertaken?
• Wat is het belang van het geven van feedback en het ondersteunen van kinderen om hun luister- en spreekvaardigheid
te bevorderen?
• Hoe creëer je binnen de klas meer ruimte voor spreek- en luisterkansen?
• Hoe ouders bij het stimuleren van mondelinge vaardigheden betrekken?
In sessie B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe maak ik een goede spreek- en luistertaak?
• Hoe maak ik binnen een methode een juiste keuze voor een goede spreektaak?
• Concrete voorbeelden van meer spreek- en luisterkansen.
• Op welke manier kan je feedback geven en ondersteuning bieden aan kinderen om hun luister- en spreekvaardigheid
te bevorderen?
Sessie B sluit op sessie A aan en bestaat uit de toepassing van de basisprincipes uit sessie A.
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die:
• nieuw zijn in het Brussels kleuteronderwijs;
• inzicht willen verwerven in het werken aan mondelinge vaardigheden.
Waar en wanneer?
Sessie A: 15 oktober 2013 van 9 – 12 u.
Sessie B: 14 november 2013 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
13
2
14
2. Verdiepende vormingen
De verdiepende vormingen zijn gericht op leraren die reeds een goede basis op het vlak van taalvaardigheidsonderwijs
hebben en die hun kennis willen verdiepen.
Deze vormingen, die telkens uit 2 sessies bestaan, bieden heel wat ruimte tot interactie en uitwisseling.
2.1. VORMINGEN KLEUTERONDERWIJS
Kleuteronderwijs
NOG EEN VERHAALTJE?
Omgaan met prentenboeken in de kleuterklas
A
2 sessies
Prentenboeken zijn onmisbaar voor de taalverwerving, de algemene ontwikkeling, de ontluikende geletterdheid en de
wereldverkenning van elke kleuter. Hoe breng je prentenboeken écht tot leven?
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe maak je prentenboeken voor alle kleuters toegankelijk?
• Hoe kies je een prentenboek?
• Lees je voor of vertel je? Of combineer je voorlezen en vertellen?
• Welke mogelijkheden en werkvormen zijn er om prentenboeken in de klas uit te werken?
• Hoe betrek je ouders hierbij?
Tijdens het zoeken naar antwoorden op deze vragen werken de deelnemers een prentenboek uit.
In sessie B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe heb je het uitgewerkte prentenboek in de klaspraktijk ervaren?
• Welke succeservaringen wil je delen?
• Voor welke moeilijkheden zoek je nog een oplossing?
• Hoe ondersteun je kleuters bij het voorlezen en vertellen en tijdens verwerkingsactiviteiten?
• Hoe reflecteer je rond een prentenboek met kleuters?
• Hoe evalueer je je werking rond prentenboeken in de klas?
Tijdens deze tweede sessie wisselen we ervaringen, tips en aandachtspunten uit over het werken met een prentenboek in
de klas.
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren kleuteronderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die de basisprincipes van taalvaardigheidsonderwijs onder de knie hebben en die dieper op het werken met prentenboeken willen ingaan. Ook aan te raden voor
leraren die met de jongste kleuters werken.
De deelnemers zijn bereid om inzichten (en activiteiten) uit sessie A in de klas uit te proberen en hierover in sessie B ervaringen
uit te wisselen.
Wanneer?
Sessie A: 7 november 2013 van 9 – 12 u.
Sessie B: 17 december 2013 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
15
Kleuteronderwijs
TALIGE THEMA’S
Taal (stimu)leren via thema’s
2 sessies
Ook op zoek naar mogelijkheden om ál je kleuters te prikkelen om actief de wereld te verkennen? Dan kunnen rijke en
uitdagende thema’s een oplossing bieden! We geven tips om thema’s boeiender en leerzamer, maar vooral taliger aan te
pakken.
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In de sessies A en B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat zijn rijke en uitdagende thema’s?
• Hoe kan je via een thema de betrokkenheid, de taalvaardigheid en de leerkansen van élk kind verhogen?
• Hoe kan je bij elke activiteit, hoekenwerk en vrij spel bewust aandacht voor taal hebben?
• Hoe kan je positief met de aanwezige verschillen tussen de kleuters omgaan?
• Hoe kan je ouders bij thema’s betrekken?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren kleuteronderwijs, SES-leraren en zorgcoördinatoren. Sterk aanbevolen om deze vorming samen met je SESleraar en/of zorgcoördinator te volgen. Sla de handen in elkaar en jullie thema’s worden nog rijker!
Wanneer?
Sessie A: 22 oktober 2013 van 9 – 12 u.
Sessie B: 19 november 2013 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
16
Kleuteronderwijs
KLEIN, DAPPER EN TAALVAARDIG
Taalvaardigheid tijdens klasthema’s en klasroutines bij de jongste kleuters
A
2 sessies
Bij de jongste kleuters wordt het fundament gelegd voor een succesvolle schoolloopbaan. Door de taalheterogeniteit en
het multiculturele karakter van een Brusselse klasgroep is het stimuleren van taalvaardigheid bij deze jongste kleuters een
specifieke uitdaging. Hoe kan je daar tijdens klasthema’s en klasroutines aan werken?
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In de sessies A en B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe verwerven jonge anderstalige kleuters taal? Welke vaardigheden zijn hierbij van belang?
• Wat mag je op gebied van taalproductie en taalbegrip bij jonge kleuters verwachten?
• Wat is zeer typisch aan de ontwikkeling van deze jonge kleuters?
• Hoe werk je routines en thema’s bij de jongste kleuters doelgericht én taalstimulerend uit?
• Hoe bouw je bij de jongste kleuters aan een goede communicatie en samenwerking met ouders?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor alle leraren kleuteronderwijs, kinderverzorgsters, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die het werken aan
taalvaardigheid bij de jongste kleuters (2,5 tot 3-jarigen) als een extra uitdaging ervaren.
Wanneer?
Sessie A: 28 november 2013 van 9 – 12 u.
Sessie B: 12 december 2013 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
17
2.2. VORMINGEN LEESVAARDIGHEID
Lager onderwijs
VAN LETTERS TOT VERHAAL
Differentiatie bij het leren lezen in het eerste leerjaar
A
2 sessies
Vol verwachtingen starten kinderen in het eerste leerjaar.
Ze kijken ernaar uit om te leren lezen. Maar dat lezen onder de knie krijgen, blijkt voor velen taaier dan verwacht. De
taalvaardigheid Nederlands van veel kinderen in een Brusselse school is immers nog volop in ontwikkeling. Van bij de aanvang zijn er heel wat verschillen tussen de kinderen.
Dit betekent dat gedifferentieerd onderwijs in het eerste leerjaar van een Brusselse school een noodzaak is.
In 2 sessies gaan we in op de specifieke uitdagingen van het leren lezen in een Brusselse klas.
In sessie A zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe ga je om met verschillen tussen kinderen?
• Wat betekent diagnosticerend onderwijzen?
• Hoe vertrek je van leerlingenresultaten om differentiatie vorm te geven?
• Welke mogelijkheden zijn er om binnen je leesonderwijs aandacht voor woordenschatuitbreiding te hebben?
In sessie B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Welke conclusies trek je uit de leerlingenresultaten van je eigen klas en hoe zet je deze in concrete acties om?
• Hoe kan je remediëring vormgeven?
• Hoe kan je van bij de aanvang van het leren lezen aan leesbegrip werken?
• Hoe bouw je een rijk en veilig leesklimaat uit om leesplezier te bevorderen?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs eerste leerjaar, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die over specifieke uitdagingen
bij het leren lezen in Brussel willen reflecteren.
Wanneer?
Sessie A: 21 januari 2014 van 9 – 12 u.
Sessie B: 18 februari 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
18
Lager onderwijs
LEZEN IS DOODGEWOON FANTASTISCH!
Lezen in het tweede en derde leerjaar
A
2 sessies
Bij de aanvang van het tweede leerjaar hebben kinderen al heel wat leesvaardigheid opgebouwd, maar het leesproces is
nog niet voltooid. De technische leesvaardigheid dient verder ontwikkeld te worden in nauwe samenhang met de ontwikkeling van begrijpend lezen en leesplezier. Een gedifferentieerde aanpak is hierbij noodzakelijk.
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In de sessies A en B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat is het belang van breed evalueren in het kader van leesvaardigheid?
• Wat doe je met leesresultaten op klas- en schoolniveau?
• Hoe moet je in je klas met grote verschillen in leesvaardigheid bij de leerlingen omgaan?
• Hoe ondersteun je begrijpend lezen in je klas? Welke plaats hebben leesstrategieën daarin?
• Wat maakt begrijpend lezen moeilijk voor je leerlingen? Hoe pak je dat in je klas aan?
• Hoe bouw je een rijk en veilig leesklimaat uit om het leesplezier te bevorderen?
• Hoe kan je aan technisch lezen werken?
• Welke mogelijkheden zijn er om ouders bij het leesproces van hun kind te betrekken?
• Hoe ga je om met lezen binnen andere vakken?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs tweede en derde leerjaar, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die de basisprincipes van taalvaardigheidsonderwijs toepassen en zich in alle aspecten van lezen binnen een taalvaardige context willen
verdiepen.
Wanneer?
Sessie A: 26 november 2013 van 9 – 12 u.
Sessie B: 10 december 2013 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
19
Lager onderwijs
LeZen, LeRen, LeVen
Lezen in het vierde, vijfde en zesde leerjaar
A
2 sessies
Bij de aanvang van het vierde leerjaar hebben kinderen al heel wat leesvaardigheid opgebouwd, maar het leerproces is
nog niet voltooid. Naast de blijvende aandacht voor technisch lezen in functie van het leesbegrip, moeten kinderen ook
leren diverse teksten op verschillende niveaus te verwerken. Diagnostiek en een gedifferentieerde aanpak vormen de sleutel
tot een betere leesvaardigheid.
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Waar zijn de problemen op het vlak van lezen in de bovenbouw aan toe te schrijven?
• Hoe ga je om met verschillen op het vlak van technisch lezen?
- Hoe ondersteun je leerlingen tijdens leestaken binnen de verschillende vakken?
- Hoe kan je leestekorten wegwerken?
• Hoe zorg je voor een rijk en motiverend leesklimaat?
- Hoe creëer je veel leeskansen?
- Hoe bevorder je het leesplezier?
In sessie B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Met welke factoren dien je bij begrijpend lezen rekening te houden?
- Hoe kan je gebruikmaken van een aantal leesstrategieën?
- Wat is het belang van woordenschat?
• Hoe kunnen ouders en school elkaar ondersteunen in functie van het leesproces van de leerlingen?
• Hoe geef je lezen een plaats binnen het taalbeleid van je school?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs vierde, vijfde en zesde leerjaar, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs, die willen
investeren in het behalen van de eindtermen lezen in het basisonderwijs en dit vanuit een goede basiskennis op het vlak
van taalvaardig leesonderwijs.
Wanneer?
Sessie A: 11 februari 2014 van 9 – 12 u.
Sessie B: 11 maart 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
20
2.3. VORMINGEN SCHRIJFVAARDIGHEID
Lager onderwijs
KIJK JUF/MEESTER, IK SCHRIJF!
Werken aan schrijfvaardigheid in de eerste graad
N
2 sessies
Schrijven in het eerste en tweede leerjaar is niet vanzelfsprekend. Nochtans zijn er tal van mogelijkheden om met jonge
kinderen aan het schrijven te gaan. We kijken over de muur van de kleuterschool om te ontdekken hoe kleuters ‘schrijven’
en zoeken hiervoor aansluiting bij het schrijfonderwijs in de eerste graad.
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe wordt in de kleuterklas aan ‘schrijven’ gewerkt?
• Hoe ontwikkelt het schrijven van een kind zich?
• Welke schrijftaken zijn in een eerste of tweede leerjaar mogelijk?
• Hoe kan je creatief schrijven als nog niet alle letters aan bod gekomen zijn?
• Hoe ondersteun je deze jonge kinderen op verschillende momenten in hun schrijfontwikkeling?
• Hoe ondersteun je de verschillende fasen van het schrijfproces (ideeën genereren, omzetten in begrijpelijke taal, rekening houden met conventies, …)?
In sessie B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe heb je het uitproberen van de schrijftaak in de klaspraktijk ervaren?
• Welke succeservaringen wil je delen?
• Voor welke moeilijkheden zoek je nog een oplossing?
• Hoe en wanneer geef je mondelinge feedback?
• Op welke manier kan je starten met schriftelijke feedback in het tweede leerjaar?
• Wat zijn vaak voorkomende moeilijkheden waar kinderen tegenaan lopen?
Tijdens deze tweede sessie wisselen we ervaringen, tips en aandachtspunten uit over het uitproberen van een schrijftaak in
de klas.
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren eerste en tweede leerjaar, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die de basisprincipes van taalvaardigheidsonderwijs reeds toepassen en zich willen verdiepen in het ondersteunen en evalueren van het schrijfproces bij de
leerlingen.
De deelnemers zijn bereid om een schrijftaak in de klas uit te proberen en hierover in sessie B ervaringen uit te wisselen.
Wanneer?
Sessie A: 6 februari 2014 van 9 – 12 u.
Sessie B: 25 februari 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
21
Lager onderwijs
S(CHRIJVEN) M(ET) S(TIJL)
Werken aan schrijfvaardigheid in de tweede en derde graad
N
Hoe leerlingen liever en beter leren schrijven?
2 sessies
Leren schrijven is geen eenvoudige opgave voor kinderen en is dit evenmin voor de leraar. Om van leerlingen competente
schrijvers te maken, is het belangrijk dat we het schrijfproces stap voor stap aanpakken. Evaluatie en een gedifferentieerde ondersteuning vormen de sleutel tot een betere schrijfvaardigheid.
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat betekent ‘leren’ schrijven?
• Welke schrijftaken geef je aan leerlingen van de tweede en derde graad?
• Waar lopen kinderen tegenaan als ze leren schrijven?
• Wat zijn de doelen schrijfvaardigheid in het basisonderwijs? Welke zijn de gelijkenissen en verschillen met de doelen
van de eerste graad secundair onderwijs?
• Hoe kan je leerlingen op de schrijftaak oriënteren?
• Hoe geef je concrete gedifferentieerde ondersteuning en (mondelinge) feedback tijdens de schrijftaak?
In sessie B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe geef je concrete gedifferentieerde ondersteuning en (schriftelijke) feedback na de schrijftaak?
• Welke plaats krijgen spelling en taalbeschouwing in een schrijftaak?
• Hoe evalueer en rapporteer je de schrijfvaardigheid van de leerlingen?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs tweede en derde graad, SES-leraren, zorgcoördinatoren en directeurs die de basisprincipes
van taalvaardigheidsonderwijs reeds toepassen en zich willen verdiepen in het ondersteunen en evalueren van het schrijfproces bij de leerlingen
Wanneer?
Sessie A: 20 februari 2014 van 9 – 12 u.
Sessie B: 20 maart 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
22
23
3
24
3. Specifieke vormingen
De specifieke vormingen leggen de focus op een aantal specifieke thema’s zoals ouderbetrokkenheid, ICT, anderstalige
nieuwkomers, huiswerkbeleid en talensensibilisering.
3.1. OUDER- EN BUURTBETROKKENHEID
NAAR EEN OUDERBELEID OP DE BASISSCHOOL
2 sessies
A
Ouders zijn een belangrijke partner voor elke school. Van de samenwerking tussen ouders en school worden leerlingen
beter. Een schoolspecifiek en in een concrete taal geformuleerd ouderbeleid is een houvast voor het schoolteam in de
communicatie en de samenwerking met ouders. Alle ouders betrekken bij wat er op school gebeurt o.a. door hen uit te
nodigen, door hen inzicht te geven in de klaspraktijk, door hen te stimuleren in hun ondersteunende rol als ouder en ook
door inspraak te geven, kan een meerwaarde voor alle betrokken actoren bieden. In de vormingen willen we op een interactieve en visuele manier handvatten en kaders aanreiken om tot een doelgericht en doordacht ouderbeleid te komen.
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A staan we stil bij de meer waarde van ouderbetrokkenheid en bij de inhoud en de noodzaak van een specifiek ouderbeleidsplan. We zoeken een antwoord op volgende vragen:
• Wat versta je onder ouder- en buurtbetrokkenheid en waarom zijn ze belangrijk?
• Welke vormen kan je onderscheiden?
• Hoe kan je zicht op de ouderbetrokkenheid in jouw school krijgen?
• Wanneer ben je tevreden met de ondernomen acties: In welke mate is de ouder op de school betrokken?
• In welke mate is de school/leerkracht op ouders betrokken?
• Een ouderbeleidsplan: Hoe kan dat eruitzien en welke zijn de specifieke kenmerken?
• Hoe evalueer je een ouderbeleidsplan?
In sessie B gaan we in op de verschillende mogelijke concrete acties die de ouderbetrokkenheid
vorm kunnen geven. We zoeken een antwoord op volgende vragen:
• Wat is de meerwaarde van een krachtige samenwerking tussen ouders en school?
• Hoe realiseer je enerzijds de participatie van ouders op school en anderzijds de betrokkenheid van ouders thuis in
functie van de schoolloopbaan van de kinderen?
• Hoe zorg je ervoor dat oudercontacten, schoolpoortcontacten, openklasmomenten, infomomenten, invulling van het
huiswerk, het gebruik van het heen- en weerschriftje, het uitwerken van de schoolwebsite, praatcafés, oudercomité,…
succesvol zijn?
• Hoe pak je dit in jouw school concreet aan?
Voor wie? ( maximum 20 deelnemers)
Directies, SES-leraren, zorgcoördinatoren en leraren van het basisonderwijs die op klas- en schoolniveau de ouderbetrokkenheid onder de loep willen nemen en optimaliseren.
Wanneer?
Sessie A: 13 februari 2014 van 9 – 12 u.
Sessie B: 27 februari 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
25
ZE HEBBEN DE BRIEF TOCH GEHAD…?!
Mondelinge en schriftelijke communicatie tussen school en ouders
1 sessie
Een krachtige samenwerking tussen ouders en school is op een goede communicatie gebaseerd. De school moet zowel
mondeling als schriftelijk met ouders in interactie gaan en dient daarom over de juiste inzichten en vaardigheden te beschikken.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe kan je de communicatie tussen school en ouders optimaliseren?
• Hoe zorg je voor een begrijpelijke communicatie met alle ouders?
• Waar zitten mogelijke drempels?
• Welke variatie aan communicatievormen is er?
• Wat zijn kenmerken van goede mondelinge en schriftelijke communicatie tussen school en ouders?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Directies, SES-leraren, zorgcoördinatoren en leraren van het basisonderwijs die op klas- en schoolniveau de ouderbetrokkenheid onder de loep willen nemen en optimaliseren.
Wanneer?
13 maart 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
26
3.2. ICT en TAALVAARDIGHEID
Kleuteronderwijs
ICT, DE COMPUTER SPEELT MEE!
ICT als element van een krachtige leeromgeving
1 sessie
Het leren omgaan met ICT is niet verplicht in de kleuterschool, maar het kan wel. Meer nog, via multimedia kun je op een
leuke manier talige doelen bereiken!
In deze vorming gaan we na hoe jij ICT als krachtig leermiddel in je kleuterklas kan inzetten.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Waarom is het zinvol om ICT in de kleuterklas te gebruiken?
• Waar moet je op letten als je een ICT-opdracht voor je klas maakt?
• Wat zijn voorbeelden van goede ICT-opdrachten?
• Hoe kun je de klasthema’s met ICT verrijken?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren kleuteronderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren die de basisprincipes van taalvaardigheidsonderwijs kennen
en die dieper willen ingaan op het werken met multimedia in de kleuterklas.
Wanneer?
30 januari 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
27
Lager onderwijs
MEE(R) MET ICT?!
ICT als element van een krachtige leeromgeving
1 sessie
Sinds september 2007 zijn de ICT-eindtermen van kracht. Je hebt misschien al met computers in de klas gewerkt. Maar
welke doelen moet je ermee bereiken? En belangrijker nog… voor welke talige doelen kan je die computers inschakelen?
Hoe pak je dat dan het beste aan?
In deze sessie belichten we de mogelijkheden en de valkuilen van ICT als element van een krachtige leeromgeving
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Hoe kan je je taalleeromgeving met ICT verrijken?
• Hoe wend je de motiverende kracht van ICT zinvol aan?
• Waar moet je aan denken als je een ICT-activiteit organiseert?
• Hoe een ICT-activiteit ondersteunen?
• Wat zijn de aandachtspunten bij het betrekken van ouders?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren lager onderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren en ICT-coördinatoren die de basisprincipes van taalvaardigheidsonderwijs kennen en die willen stilstaan bij het inzetten van ICT als krachtig taalleermiddel in de lagere school.
Wanneer?
16 januari 2014 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
28
3.3. ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS
Lager onderwijs
EEN ANDERSTALIGE NIEUWKOMER… OH J(N)EE?
Werken met anderstalige nieuwkomers
A
2 sessies
Het zal je maar overkomen. Van de ene op de andere dag heb je een anderstalige nieuwkomer in je klas. Een kind dat uit
een ander land komt en onze taal niet spreekt. Jij begrijpt het kind niet en het kind begrijpt jou niet. Het kind komt terecht
in een voor hem ongewone situatie. Als school wil je dat de anderstalige nieuwkomer zich welkom voelt en dat hij voldoende taalvaardig wordt om zich in de klas en op school te beredderen.
In deze sessie ontdek je hoe de zorg voor een anderstalige nieuwkomer vorm kan krijgen.
Deze vorming is uit 2 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In de sessies A en B zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat is het wettelijk kader rond onderwijs aan anderstalige nieuwkomers?
• Hoe organiseer je het onthaal?
• Welke doelen streef je na?
• Waarmee houd je rekening om een anderstalige nieuwkomer in een klas te plaatsen?
• Hoe kan je een anderstalige nieuwkomer in een krachtige leeromgeving ondersteunen?
• Hoe kan je met de ouders van een anderstalige nieuwkomer communiceren en samenwerken?
In sessie A geven we, via concrete casussen, kaders mee om op deze vragen een antwoord te bieden.
In sessie B passen we deze kaders toe, rekening houdend met de schoolspecifieke vragen van de deelnemers.
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Directies, zorgcoördinatoren, SES-leraren en leraren die zich willen inwerken in de omgang met anderstalige nieuwkomers.
Wanneer?
Sessie A: 10 oktober 2013 van 9 – 12 u.
Sessie B: 5 november 2013 van 9 – 12 u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
Naast deze vorming vinden er ook intervisiemomenten plaats waar je –samen met collega’s- op zoek kan gaan naar oplossingen om problemen of uitdagingen bij de opvang van anderstalige nieuwkomers aan te pakken.
Aan de hand van praktijkvoorbeelden, discussies,… wisselen we ideeën, tips en ervaringen uit met collega’s die eveneens
met deze doelgroep werken.
Om aan de intervisiemomenten deel te kunnen nemen, is het belangrijk eerst deze vorming te volgen, zodat vanuit dezelfde basisvisie kan vertrokken worden.
29
3.4. HUISWERKBELEID
Lager onderwijs
EN WAT MET HUISWERK?
Werken aan een huiswerkbeleid en de huiswerkpraktijk op school
A
3 sessies
Huiswerk is een actueel thema dat heel wat vragen oproept: Is huiswerk zinvol? Wat mag er van de leerkracht, de leerling
en de ouders verwacht worden? Zorgt huiswerk niet voor grotere kansenongelijkheid? Wat als huiswerk moeilijk verloopt?
Heeft huiswerk wel leereffect?
Het is belangrijk dat scholen over hun huiswerkpraktijk nadenken en overleggen. Dit proces leidt tot de uitwerking van
een kwalitatief huiswerkbeleid met duidelijke afspraken en verwachtingen naar alle betrokkenen. Het huiswerkbeleid geeft
richting aan een doordachte en zinvolle huiswerkpraktijk.
Deze vorming omvat drie sessies waarin zowel achtergrondinformatie wordt geboden als de tools worden aangereikt om
op de eigen school een huiswerkbeleid uit te werken.
Deze vorming is uit 3 sessies opgebouwd, die op elkaar aansluiten.
In sessie A staan we stil bij het wat en hoe van huiswerk.
We zoeken een antwoord op volgende vragen:
• Waar heeft huiswerk allemaal mee te maken?
• Waarom geven we huiswerk?
• Wat verwachten we van ouders wat betreft huiswerkbegeleiding?
• Hoe vermijden dat huiswerk kansenongelijkheid vergroot?
In de sessies B en C gaan we in op de verschillende aandachtspunten om een gedragen visie over
huiswerk met het schoolteam uit te werken en de huiswerkpraktijk te optimaliseren.
We zoeken een antwoord op volgende vragen:
• Welke stappen zetten we bij het werken aan een huiswerkbeleid op school?
• Hoe met het team aan een gelijkgerichte visie werken en dit in een uitgeschreven huiswerkbeleid vormgeven?
• Welke mogelijkheden zijn er om met ouders over het huiswerkbeleid te communiceren?
• Wat zijn de consequenties van het huiswerkbeleid voor de klas- en huiswerkpraktijk?
• Hoe via huiswerk aan leren leren werken?
• Hoe kunnen we differentiëren bij huiswerk?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor directies, zorgcoördinatoren, SES-leraren en leraren lager onderwijs die op schoolniveau diepgaander over huiswerk
willen nadenken en een huiswerkbeleid willen uitwerken. Per team worden 2 deelnemers verwacht waarvan minstens 1
iemand uit het middenkader (directie, SES-leraar, zorg) om een kerngroep te vormen die het proces op school in goede
banen kan leiden.
Wanneer?
Sessie A: 7 november 2013 van 9 – 12 u.
Sessie B: 17 december 2013 van 9 – 12 u.
Sessie C: 18 maart 2014 van 9 – 12 u.
In een volgend schooljaar kan een terugkomsessie worden georganiseerd voor de deelnemers die met het proces van
huiswerkbeleid in de eigen school aan de slag zijn gegaan.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
30
3.5. TALENSENSIBILISERING
OP EEN POSITIEVE MANIER OMGAAN MET DIVERSITEIT IN DE KLAS
1 sessie
DA
Talensensiblisering brengt leerlingen via speelse en motiverende activiteiten in contact met verschillende talen en bevordert
zo hun openheid en gevoeligheid voor die talen. Bij talensensibilisering is het niet rechtstreeks de bedoeling om een taal te
leren, maar wel om via talen de leerlingen iets te leren over talen. Zo ontwikkelen kinderen een positieve attitude tegenover
talen en culturen en staan ze ook meer open voor de schooltaal. Bovendien versterkt talensensibilisering hun taalvaardigheid en bevordert het hun interculturele gerichtheid.
In deze sessie zoeken we een antwoord op volgende vragen:
• Wat is talensensibilisering?
• Waarom doe je aan talensensibilisering?
• Hoe werk je aan talensensibilisering in de klas?
Voor wie? (maximum 20 deelnemers)
Voor leraren kleuter- en lager onderwijs, SES-leraren, zorgcoördinatoren die de basisprincipes van taalvaardigheidsonderwijs kennen en die actief én doelgericht met taaldiversiteit aan de slag willen gaan.
Wanneer?
24 oktober 2013 van 9 - 12u.
Waar?
Onderwijscentrum Brussel, Marcqstraat 16, 1000 Brussel.
Deze vorming wordt gegeven door het RIC Foyer i.s.m. Voorrangsbeleid Brussel en het Onderwijscentrum Brussel.
31
Hendrik Consciencegebouw
Koning Albert II – Laan 15 1210 Brussel
Tel. 02 553 93 62
Fax 02 553 93 50
E-mail [email protected]
Marcqstraat 16
1000 Brussel
Tel. 02 210 63 90
E-mail [email protected]