TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Evaluatie TIS-pilot Voegovergangen Vervanging voegovergangen Martinus Nijhoff-brug PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 1 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Evaluatie TIS-pilot Voegovergangen Vervanging voegovergangen Martinus Nijhof-brug Versiedatum: 27 juni 2012 Status: Definitief Vrijgegeven: 30 oktober 2012 Opgesteld door: Frank van Beek Getoetst door: Ben Notenboom (namens TIS/Bouw-Q) Han Leendertz (namens RWS) Vrijgegeven door: Arjan Tromp (initiatiefnemer, RWS) Douwe van Akkerveeken (namens PVO) PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 2 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Inhoud Inhoud ...................................................................................................................................... 3 Samenvatting ........................................................................................................................... 4 1. Inleiding............................................................................................................................. 6 1.1 Achtergrond project en pilot......................................................................................... 6 1.2 Werkwijze RWS........................................................................................................... 7 1.2.1 Algemene werkwijze RWS .................................................................................... 7 1.2.2 Projectspecifieke aanpak RWS............................................................................. 8 1.3 Werkwijze TIS.............................................................................................................. 8 1.3.1 Algemene werkwijze TIS....................................................................................... 8 1.3.2 Projectspecifieke aanpak TIS ............................................................................... 9 2. De Vraagspecificatie ....................................................................................................... 11 2.1 Eisen vraagspecificatie (product) .............................................................................. 11 2.2 Eisen vraagspecificatie (procesdeel)......................................................................... 14 2.3 Resultaten toetsing vraagspecificatie door TIS ......................................................... 14 3. Beschrijving ontwerp en uitvoering voegovergangen ..................................................... 15 3.1 Het ontwerp ............................................................................................................... 15 3.2 De uitvoeringswijze.................................................................................................... 16 3.2.1 Planning/fasering ................................................................................................ 16 3.2.2 Werkbeschrijving................................................................................................. 17 4. Toetsing Ontwerpfase ..................................................................................................... 20 4.1 Overzicht levering documenten ................................................................................. 20 4.2 Resultaten TIS........................................................................................................... 22 4.2.1 Risico-inventarisatie TIS ..................................................................................... 22 4.2.2 Toetsresultaten TIS............................................................................................. 24 4.3 Resultaten RWS ........................................................................................................ 25 4.3.1 Risico-inventarisatie RWS .................................................................................. 25 4.3.2 Toetsresultaten RWS .......................................................................................... 26 4.4 Vergelijking aanpak en resultaten ontwerpfase TIS-RWS......................................... 29 5. Toetsing uitvoeringsfase ................................................................................................. 32 5.1 Resultaten TIS........................................................................................................... 32 5.2 Resultaten RWS ........................................................................................................ 34 5.3 Vergelijking aanpak en resultaten RWS-TIS en opvolging van resultaten ................ 35 6. Toetsing bij oplevering .................................................................................................... 37 7. Conclusies en leerpunten ............................................................................................... 38 7.1 Werkt een TIS voor voegovergangen kwaliteitsverhogend? ..................................... 38 7.2 Beschikt de TIS over voldoende inhoudelijke kennis van voegovergangen?............ 39 7.3 Leidt inzetten van TIS ook daadwerkelijk tot reductie van faalkosten? ..................... 41 7.4 Leerpunten ................................................................................................................ 42 7.5 Aanbevelingen........................................................................................................... 44 PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 3 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Samenvatting Dit document is opgesteld in het kader van de TIS-pilot "Voegovergangen Martinus Nijhof Brug". Het doel van de pilot is antwoord krijgen op de volgende vragen: • Werkt een TIS voor voegovergangen kwaliteitsverhogend? • Beschikt de TIS over voldoende inhoudelijke kennis van voegovergangen? • Leidt het inzetten van de TIS ook daadwerkelijk tot een reductie van de faalkosten? Conclusies Werkt een TIS voor voegovergangen kwaliteitsverhogend? De inzet van een TIS werkt kwaliteitsverhogend omdat op onafhankelijke wijze het ontwerp en uitvoering wordt gevalideerd. Met name in de uitvoering heeft de TIS belangrijke bevindingen gedaan. Voor toekomstige projecten heeft de TIS, zeker bij een terugtrekkende overheid t.a.v. de technische inhoudelijke producttoetsing, een kwaliteitsverhogend effect voor de uitvoering van projecten met kritische onderdelen zoals voegovergangen & opleggingen. Voor een optimaal resultaat is het wel van belang dat specifieke ervaringskennis bij RWS over schade/faalmechanismen van de diverse typen voegovergangen gedeeld en geborgd wordt. Beschikt de TIS over voldoende inhoudelijke kennis van voegovergangen? Op basis van de beoordelingen van de TIS kan geconcludeerd worden dat de TIS op dit pilot project voldoende technische deskundigheid heeft ingebracht, vooral in de realisatiefase. In de ontwerpfase is echter ook gebleken dat op aspecten levensduur/vermoeiing en het mechanisch gedrag van bruggen, de TIS beter zou presteren als zij ook over de unieke specialistische ervaringskennis beschikt, welke nu alleen nog bij RWS zit. Daardoor heeft de TIS de risico's met betrekking tot het ontwerp anders ingeschat dan RWS. Hierdoor zijn met name levensduur in relatie tot vermoeiing en het mechanische gedrag van bruggen bij de TIS wat onderbelicht gebleven. Zowel RWS als de TIS onderkennen het feit dat de specialistische ervaringskennis op het gebied van voegovergangen kwetsbaar is, vooral op de levensduurgevoelige aspecten als vermoeiing en detaillering van het ontwerp. Deze kennis zit bij te weinig personen. Verder ontwikkeling, deling en borging van kennis is noodzakelijk. Leidt het inzetten van de TIS ook daadwerkelijk tot een reductie van de faalkosten? Op basis van de conclusie dat de inzet van een TIS leidt tot kwaliteitsverhoging, is het aannemelijk te maken dat dit tevens een gunstig effect zal hebben op de totale kosten gedurende de levensduur. Door voor oplevering aantoonbaarheid van de betrouwbaarheid af te dwingen worden onzekerheden t.a.v. duurzaam functioneren minder groot. Eventuele gebreken in de kwaliteit kunnen voorkomen of gecorrigeerd worden, danwel financieel afgewikkeld worden met de Opdrachtnemer ter compensatie van eventueel ingeschat eerder of vaker onderhoud. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 4 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Aanbevelingen Het advies aan het PVO is om een opleiding in te richten rondom het onderwerp voegovergangen. Vanuit de pilot kan deze opleiding zich richten op de TIS die toetsen uitvoert. Aangezien een goede voeg begint bij goede specificaties en goede ontwerpen, is het aan te raden om de doelgroep ook breder te trekken, om zo ook te investeren in de voorkant. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 5 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 1. Inleiding 1.1 Achtergrond project en pilot Rijkswaterstaat bevindt zich momenteel in de positie dat ze enerzijds zelf deskundig wil blijven, maar anderzijds vanwege een teugtrekkende overheid niet meer in staat is om zelf op alle projecten deze deskundigheid in operationele zin in te zetten. Inzet van of samenwerking met andere deskundige partijen, zoals een Technical Inspection Services (TIS) is nodig. Door Rijkswaterstaat is besloten om een pilotproject “TIS voor voegovergangen” uit te voeren. De organisatie daarvan is in handen van het Platform voor Voegovergangen & Opleggingen gegeven. De aanleiding voor een dergelijke pilot zijn de vele recente problemen met voegovergangen. De problemen beginnen bij de specificatie en eindigen bij het inbouwen van de voeg. Gedurende het hele bouwproces van specificatie tot en met de inbouw worden cruciale fouten gemaakt Door Rijkswaterstaat is aan Bouw-Q gevraagd om TIS werkzaamheden uit te voeren ten behoeve van het project “A2 Voegovergangen Martinus Nijhoffbrug”. De Martinus Nijhoffbrug is een tuibrug over de rivier de Waal in de snelweg A2. Van deze brug dienen de voegovergangen vervangen te worden. Het betreft hier het vervangen van twee voegovergangsconstructies tussen de brug en het landhoofd en een voegovergang tussen de aanbrug en de tuibrug. De bestaande lamellenvoegen zijn na 15 jaar aan vervanging toe i.v.m. diverse problemen in de afgelopen jaren. Deze problemen maakten de laatste jaren monitoring en regelmatig extra onderhoud aan de voegen noodzakelijk om de betrouwbaarheid van de voegen te kunnen blijven garanderen. De scope van de TIS voor dit project bevat de aspecten constructieve veiligheid, duurzaamheid en functionaliteit en waterdichtheid. Het doel van de pilot is antwoord krijgen op de volgende vragen: 1. Werkt een TIS voor voegovergangen kwaliteitsverhogend? 2. Beschikt de TIS over voldoende inhoudelijke kennis van voegovergangen? 3. Leidt het inzetten van de TIS ook daadwerkelijk tot een reductie van de faalkosten? De kwaliteitsverhogende werking en de inhoudelijke kennis van de TIS wordt gemeten middels referentiemetingen; het werk van de TIS wordt ook door deskundigen van RWS uitgevoerd. De aanpak en resultaten worden vergeleken. M.b.t. kennis en ervaring en borging daarvan wordt tevens een interview uitgevoerd met betrokken medewerkers van de TIS. De reductie van faalkosten wordt gemeten door de bevindingen van de TIS te vertalen naar mogelijke schadeposten. Door dit af te zetten tegen de meerkosten van de TIS kan PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 6 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug hierover een uitspraak worden gedaan. In de volgende paragraven wordt kort de werkwijze van zowel RWS als de TIS verder toegelicht. 1.2 Werkwijze RWS 1.2.1 Algemene werkwijze RWS RWS werkt volgens de methode van systeemgerichte contractbeheersing (SCB), waarbij op basis van risico's d.m.v. een mix van toetsen op documenten, systeem, proces en product een beeld wordt gekregen van het functioneren van het kwaliteitssysteem van de Opdrachtnemer en de beheersing van de risico's. Het primaire doel is dat de contractbeheersing zowel effectief als efficiënt is. E.e.a. is voor het project verder uitgewerkt in een contractbeheersingsplan. De volgende toetsen worden onderscheiden: Documenttoetsen: Dit zijn toetsen op documenten die conform contract ter Acceptatie (Annex III) of ter toetsing (Annex IV) worden gevraagd. Systeemtoets Een systeemtoets is een toets (in de vorm van een audit) op het in het contract geëiste kwaliteitsmanagementsysteem van de opdrachtnemer. De acties die de opdrachtnemer zelf neemt om zeker te stellen dat het projectmanagementplan doelmatig functioneert en wordt nageleefd vallen hieronder (interne audits, de activiteiten van een kwaliteitsfunctionaris, de sturing door het projectmanagement etc. ). Het gaat hier vooral om de werking van de Deming-cirkel op systeemniveau. Procestoets Een procestoets is een toets op het functioneren van de processen die de opdrachtnemer heeft beschreven in het projectmanagementplan en afgeleide deelplannen (projectkwaliteits-, werk-, keurings-, test- of verificatieplannen). In de procestoets moeten de volgende aspecten terugkomen: - input- outputrelaties - gebruik van middelen - aansturing van het proces - beheersing van de risico’s in het proces - functioneren van de Deming-cirkel binnen het proces Producttoets Een producttoets is een toets ter beoordeling of producten voldoen aan gestelde eisen en/of technische specificaties, met het doel de betrouwbaarheid van de gegevens van de opdrachtnemer te verifiëren. Hierbij wordt een meting op een product uitgevoerd, waarna het resultaat wordt vergeleken met het verificatie- of keuringsrapport en de onderliggende verificatie- of keuringsgegevens van de opdrachtnemer. De opdrachtgever neemt hierbij de verantwoordelijkheid voor de productkwaliteit niet over. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 7 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 1.2.2 Projectspecifieke aanpak RWS Door RWS zijn de volgende toetsen (in volgorde) gepland: Systeemtoets Circa 1 maand na Acceptatie van het projectmanagementplan wordt een systeemtoets gehouden op verificatie/validatie, planningsmanagement, inkoopmanagement en risicomanagement Documenttoetsen Tijdens de ontwerp/voorbereidingsfase worden de volgende ter Acceptatie gevraagde documenten getoetst: - ontwerpnota's - verificatieplannen - keuringsplannen Na de uitvoering word vervolgens nog een toets uitgevoerd op het ter Acceptatie gevraagde opleverdossier Proces- en producttoetsen Tijdens de uitvoeringsfase worden voor alle drie de fasen (zie par 3.2.1) een gecombineerde proces/producttoets uitgevoerd op de inbouw van de voegen. 1.3 Werkwijze TIS 1.3.1 Algemene werkwijze TIS TIS-bureaus werken conform de CROW Erkenningsregeling TIS. Volgens die regeling worden tijdens alle fasen van het project beoordelingen (van het ontwerp) en inspecties (tijdens de uitvoering) uitgevoerd gebaseerd op een inschatting van projectspecifieke risico’s en ervaringen uit eerdere projecten. De tijdens de risicoanalyse geïnventariseerde risico’s worden vastgelegd in een risicoregister, dat op basis van bevindingen tijdens uitgevoerde beoordelingen en inspecties wordt geactualiseerd. Eventueel zal de frequentie en/of aard van de beoordelingen en inspecties bijgesteld dienen te worden. De werkwijze (strategie en aanpak) van de TIS-bureaus is (nog) niet uniform. TIS-bureau Bouw-Q gaat in principe uit van het uitvoeren van beoordelingen en inspecties op een 3-tal abstractieniveaus, te weten: 1. Systeemniveau; 2. Procesniveau; 3. Productniveau PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 8 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Ad 1 Bij een beoordeling op systeemniveau worden audits uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de opdrachtnemer de in zijn kwaliteitssysteem beschreven processen op correcte wijze heeft geïmplementeerd in het project. Ad 2 Beoordelingen op procesniveau dienen om vast te kunnen stellen of de ontwerp- en uitvoeringsprocessen die leiden tot producten door de opdrachtnemer op een beheerste wijze worden uitgevoerd conform zijn eigen uitvoerings- en keuringsplannen. Ad 3 Beoordelingen op productniveau worden uitgevoerd om vast te kunnen stellen of het product voldoet aan de gestelde eisen; in combinatie met de beoordelingen en bevindingen op systeem- en procesniveau kan worden beoordeeld of een producttoets representatief is voor soortgelijke producten en of resultaten op productniveau een betrouwbaar beeld geven voor het gehele werk. Op basis van een risico-inventarisatie wordt tijdens de start van een project een verhouding tussen beoordelingen en inspecties op systeem-, proces-, en productniveau vastgesteld, waarbij voor het bepalen van representatieve steekproeven rekening wordt gehouden met aantal objecten, aantal verschillende typen objecten en aantal soortgelijke constructieonderdelen. 1.3.2 Projectspecifieke aanpak TIS Het zwaartepunt van de toetsingen ligt bij de producttoetsen. Toetsen op procesniveau en systeemniveau worden over het algemeen alleen ingezet indien producttoetsen daar aanleiding toe geven. Doordat de TIS voor dit project aan de zijlijn is meegenomen als toetser (contractueel met ON is TIS niet geïmplementeerd), worden proces/systeemtoetsen niet uitgevoerd. De scope van de TIS voor dit project bevat de aspecten constructieve veiligheid, duurzaamheid en functionaliteit en waterdichtheid. Deze aspecten worden getoetst in ontwerp en realisatie fase en de definitieve resultaten worden verwoord in een eindrapportage. (een toets van het opleverdossier behoort in deze pilot niet tot de scope). Hieronder is de projectspecifieke aanpak van het TIS-bureau nader beschreven. Stap 1: Analyse vraagspecificatie Op basis van de deskundigheid binnen het projectteam wordt een risico analyse gemaakt van de vraagspecificatie behorende bij het project. Ter voorbereiding wordt alle relevante informatie onder de projectteamleden verspreid en wordt de risico-inventarisatie eerst individueel uitgevoerd; tijdens een gezamenlijke sessie worden de geïnventariseerde risico’s PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 9 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug vervolgens gecategoriseerd op systeem, proces,- en productniveau en vastgelegd in een risicoregister. Stap 2: Uitvoeren risicoscan van het ontwerp Op basis van de deskundigheid binnen het projectteam van de TIS wordt een risicoscan van het ontwerp uitgevoerd met als uitgangspunt de vraagspecificatie van het project VMN. Ter voorbereiding wordt alle relevante informatie onder de projectteamleden verspreid en wordt de risico-inventarisatie eerst individueel uitgevoerd; tijdens een gezamenlijke sessie worden de geïnventariseerde risico’s vervolgens gecategoriseerd op systeem, proces,- en productniveau en vastgelegd in een risicoregister. Stap 3: Opstellen toetsregister en toetsplanning Op basis van het risicoregister worden conform de algemene strategie de uit te voeren beoordelingen en inspecties bepaald en vastgelegd in een toetsregister. Op basis van de planning van de uitvoerend aannemer worden de in het toetsregister vastgelegde beoordelingen en inspecties ingepland en vastgelegd in een toetsplanning. Stap 4: Uitvoeren beoordelingen en inspecties Op basis van de deskundigheid binnen het projectteam worden de in het toetsregister en de toetsplanning vastgelegde (document)beoordelingen en (uitvoerings)inspecties uitgevoerd met als uitgangspunt de beschikbare ontwerp- en uitvoeringsdocumenten. De volgende documentbeoordelingen worden in het Plan van aanpak genoemd: - uitvoeringsontwerp voegovergangen - uitvoeringsdocumenten voegovergangen De volgende inspecties worden in het plan van aanpak genoemd: - inspecties op locaties waar onderdelen van het werk geproduceerd worden - inspecties op de bouwplaats (3x: PRB, HRL, HRR) Indien er door het projectteam tijdens het uitvoeren van beoordelingen en inspecties een ernstige tekortkoming wordt geconstateerd neemt de projectleider contact op met de projectleider RWS om te bepalen of en welke maatregelen vanuit het oogpunt van contractbeheersing en kwaliteitsbewaking genomen dienen te worden. Stap 5: Actualiseren risicoregister en toetsregister Op basis van de rapportages van de beoordelingen en inspecties en de eventuele bevindingen en restrisico’s worden het risicoregister en het toetsregister geactualiseerd. Stap 6: Opstellen eindrapport Als alle onderdelen van het werk gereed zijn én alle eventuele bevindingen zijn afgehandeld door de opdrachtnemer (verklaring van geen bezwaar op alle onderdelen) kan het werk worden opgeleverd en in gebruik genomen. Op basis van de voortgangsrapportages wordt een eindrapport opgesteld. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 10 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 2. De Vraagspecificatie 2.1 Eisen vraagspecificatie (product) De functionele eisen van de voegovergangen zijn: Eisnr Omschrijving V-FE 01 De voegovergang dient het brugdek te verbinden met de weg. De voegovergang dient ervoor te zorgen dat het verkeer ongehinderd de brug kan oprijden terwijl deze aan horizontale bewegingen o.i.v. temperatuursverschillen onderhevig is. Het hemelwaterafvoersysteem van de voegovergang inclusief riolering moet water zonder belemmering kunnen afvoeren c.q. doorvoeren naar de bestaande waterafvoer. De voegovergangen dienen bestand te zijn tegen de verkeersbelasting waarbij de belastingenfactoren voor de statische verkeersbelastingen moeten worden genomen als 1,50 i.p.v. 1,35 V-FE 02 V-FE 03 V-FE 04 Bovenliggende eis V-FE 01 V-FE 01 V-FE 01 De aspecteisen m.b.t. voegovergangen zijn weergegeven in onderstaande tabel: Eisnr Omschrijving V-AE 01 De voegconstructie moet de hoofdfuncties zodanig vervullen dat de veiligheid van weggebruikers niet in gevaar komt. De stroefheid van het stalen profiel aan het oppervlak dient ten minste 45 SRT eenheden te bedragen. Het systeem moet voldoen aan de ARBO-voorwaarden waardoor alle onderdelen veilig kunnen worden gebruikt door de weggebruikers en het personeel. Het te gebruiken beton moet voldoen aan milieuklasse XF 4 V-AE 02 V-AE 03 V-AE 04 PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Bovenliggende eis V-FE 01 V-AE 01 V-AE 01 V-AE 03 Pagina 11 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Eisnr Omschrijving V-AE 05 Het systeem, subsysteem of component daarvan moet gebruikt kunnen worden waarvoor het bedoeld is. De beschikbaarheid mag niet worden verminderd door Werkzaamheden van de Opdrachtnemer of het nalaten van Werkzaamheden door de Opdrachtnemer. De Opdrachtnemer moet voorkomen dat storingen of tekortkomingen optreden die het gevolg zijn van het niet tijdig, het niet correct c.q. het niet volledig uitvoeren van Werkzaamheden. De voegovergangen dienen aan de technische eisen te voldoen uit de NBD00710 met uitzondering van de ontwerp levensduur. De ontwerp levensduur dient 40 jaar te bedragen. De horizontale bewegingen van de brug mogen geen schade veroorzaken aan de gehele constructie. De voegovergangsconstructie moet worden uitgevoerd middels proven technology die reeds eerder in Nederland succesvol is toegepast. De geluidproductie t.g.v. het berijden van de voegovergangen dient te voldoen aan de NBD 401. De doorstroming van het verkeer mag niet worden belemmerd. Bij de fabricage van de staalconstructies uitgaan van de uitvoeringskwaliteit : Execution class 3 De voegovergang moet voldoen aan de corrosivity classes C-5I of C-5M met life expectancy high waarbij schooperen is toegestaan. Bouwplaatslassen dienen zo veel mogelijk te worden vermeden. De voeg in het alignement van het rijdek en de aansluitende verharding aanbrengen. Rekening houden met aanvullende bewegingen t.g.v. het oplegsysteem. Er dient een inbouwprotocol te worden opgesteld voor de inbouwmaten, de afstelmaten en de toleranties hierop. De verplaatsingen en rotaties van de brug dienen te worden bepaald door de opdrachtnemer. De voegovergangsconstructie bij de pijlers 10 en 13 dient bereikbaar en inspecteerbaar te zijn zonder hinder voor het verkeer te veroorzaken. Gedurende 15 jaar dient er geen onderhoud nodig te zijn. V-AE 06 V-AE 07 V-FE 07a V-AE 08 V-AE 09 V-AE 10 V-AE 11 V-AE 12 V-AE 13 V-AE 14 V-AE 15 V-AE 16 V-AE 17 V-AE 18 PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Bovenliggende eis V-FE 01 V-AE 05 V-FE 01 V-FE 02 V-FE 01 V-FE 02 V-FE 02 V-AE 07 V-AE 11 V-AE 05 V-FE 02 V-AE 05 V-AE 05 V-AE 10 V-AE 10 Pagina 12 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Eisnr Omschrijving V-AE 19 De voegovergangsconstructie dient bestand te zijn tegen de verkeersbelasting gedurende 40 jaar. Sloopwerkzaamheden mogen geen nadelige gevolgen veroorzaken voor onderliggende en aanpalende constructies. V-AE 20 Bovenliggende eis V-FE 04 V-AE 06 Verder zijn de volgende normen bindend van toepassing verklaard: NEN 6700 (nl); TGB 1990; Algemene basiseisen 1997 NEN 6702 (nl); TGB 1990; Belastingen en vervormingen 2001 NEN 6720 (nl); Voorschriften Beton;TGB 1990; Constructieve eisen en rekenmethoden (VBC 1995) 2004 NEN 6722 (nl); Voorschriften Beton Uitvoering (VBU 2002) 2002 NBD 00400 (voor enkelvoudige voegen) versie 1.0 NBD 00710 (voor meervoudige voegen) versie 31 NDB 00401 Eisen gesteld aan het minimaliseren van contact- en puls-geluid bij voegovergangen versie 2 NEN-EN 1090 Vervaardigen van staalconstructies NEN-EN-ISO 12944 Corrosion protection of steel structures by protective paint systems 2-2-2006 27-01-2007 30-07-2010 2009 1998/2007 Opmerking 1: Voor het berekenen van betonconstructies zijn in het contract de NEN6700/6702/6720 van toepassing verklaard. Deze opsomming is echter niet compleet. Door de Opdrachtnemer zijn in aanvulling hierop de NEN 6701, 6706 en 6723 (VBB 2009) toegepast voor het berekenen van de voegbalken. Door de leverancier van de stalen voegovergangsconstructie is in afwijking op het contract uitgegaan van Eurocode 2 bij de berekening. Opmerking 2: Voor het berekenen de staalconstructies zijn geen normen in het contract aangewezen. Door de leverancier van de Opdrachtnemer is gekozen om de berekeningen conform Eurocode 3 uit te voeren. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 13 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 2.2 Eisen vraagspecificatie (procesdeel) Conform het contract dient de Opdrachtnemer m.b.t. de voegovergangen de volgende documenten op te stellen in de ontwerpfase: - verificatieplan (ontwerp) - ontwerpnota incl uitvoeringsplan - keuringsplan (uitvoering) - verificatienota (ontwerp en uitvoering) - af/opleverdossier Deze documenten worden conform het contract ter Acceptatie gevraagd. In het hoofdstuk Technisch Management van de Vraagspecificatie procesdeel zijn eisen gesteld t.a.v. de inhoud van deze documenten. 2.3 Resultaten toetsing vraagspecificatie door TIS Er zijn geen opmerkingen t.a.v de vraagspecificatie gemaakt. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 14 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 3. Beschrijving ontwerp en uitvoering voegovergangen 3.1 Het ontwerp Voor de keuze van de in te bouwen voegovergangsconstructie zijn een aantal eisen die bepalend zijn voor de definitieve keuze van een type voegovergang. Het betreft de volgende eisen: - Ontwerpeis van 40 jaar volgende de NBD 00710 (eis V-AE 07). Door de opdrachtnemer is de checklist voegovergangen ingevuld (zie bijlage C). Aan de hand van deze checklist en de meerkeuzematrix voegovergangen is een afweging gemaakt voor een type voegovergang. Volgens de meerkeuze matrix is het mogelijk om een lamellenvoeg of een vingervoegconstructie in te bouwen. - De belastingsfactoren voor statische verkeersbelasting dient 1,5 te bedragen i.p.v. 1,35 (V-FE 04). - Geluidsproductie t.g.v. het berijden van de voegovergangen dient te voldoen aan de NBD 401 (eis V-AE 09). Volgens de meerkeuze matrix heeft een lamellenvoeg een hoger geluidsniveau in vergelijking met een vingervoeg. - De stroefheid van het rijvlak dient ten minste 45 SRT te bedragen (V-AE 02). - De uitvoeringskwaliteit van de fabricage: Execution class 3 (V-AE 11). - De conservering dient te voldoen aan: Corrosivity class C-5I of C-5M, life expectance high (V-AE 12). - Onderhoudsvrije periode van 15 jaar (V-AE 18). Na overleg met de diverse leveranciers is gebleken dat alleen op deze vingervoegen een onderhoudsvrije periode van 15 jaar kan worden afgegeven. - Inbouwperiode van een voeg dient realiseerbaar te zijn in een weekend (EMVI). Door de opdrachtnemer zijn per voegtype concept planningen opgesteld. Doel hiervan is te kijken welk voegtype de kortste inbouwperiode heeft. Vingervoegen zijn eenvoudige en sneller in te bouwen dan lamellen voegen. Op grond van bovengenoemde aspecten en de afwegingen is door de opdrachtnemer besloten om een vingervoegconstructie toe te passen. Deze voegconstructies bestaan uit vingerplaten welke gemonteerd worden op een stalen onderbouw ingestort in beton. Dit principe is een bewezen techniek en is op diverse plaatsen in Nederland toegepast. De conservering bestaat uit een 5-laags systeem op basis van epoxy–ijzerglimmer. Dit systeem voldoet aan corrosivity class C5-I/C5-M met life expectancy high, conform contracteis V-AE 12. Er worden 2 verschillende typen toegepast. Ter plaatse van het noordelijk landhoofd (as 1) een vingervoeg F240LL en ter plaatse van het zuidelijk landhoofd en de overgang tussen tuibrug en aanbrug het type F320LL. In figuur 1 is een dwarsdoorsnede van het type F320LL weergegeven PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 15 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Voor alle drie de voegovergangen geldt dat ter plaatse van de parallelrijbaan (PRB) een variant met een voorziening ter bescherming van fietsers wordt toegepast (zie figuur 2) Figuur 1 Vingervoeg in HRB type F320LL Figuur 2 Vingervoeg in PRB type F320LL 3.2 De uitvoeringswijze 3.2.1 Planning/fasering De voegovergangen worden gefaseerd uitgevoerd: - Parallelrijbaan in de nachten van de week van 15 augustus t/m 21 augustus (20:00 uur - 6:00 uur) met inzet van hulpbruggen. - Hoofdrijbaan richting Den Bosch in weekendafsluiting van vrijdag 26 augustus 21:00 uur t/m maandag 29 augustus 6:00 uur - Hoofdrijbaan richting Utrecht in weekendafsluiting van vrijdag 19 september 21:00 uur t/m maandag 22 september 6:00 uur PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 16 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 3.2.2 Werkbeschrijving. Fabricage stalen voegovergangsconstructie De voegovergangen worden geleverd door Reisner & Wolff Sollinger Hütte (RWSH). De productie van de voegen vindt plaats volgens de procedure vastgelegd volgens ISO9000, onder zowel eigen controle als ook externe kwaliteitscontroles (vlgs. Zulassungseisen Oostenrijk). De kwaliteitscontroles worden uitgevoerd en geregistreerd op een QS-plan. Levering vindt plaats vlak voor montage op de bouwplaats. De voegovergangsconstructie wordt als één compleet geheel aangevoerd en kan zonder verder samenstellen op de bouwplaats worden verwerkt. Inzagen voegovergang Ter voorkoming van betonschade aan de onderliggende betonconstructie wordt de voegovergang over de volle hoogte verticaal ingezaagd (ca 47 cm). Onder het dek wordt de voegovergang ca 5 cm horizontaal ingezaagd. De uitvoering geschied door firma Stelling Vroomshoop Slopen bestaande lamellenvoegen De bestaande lamellenvoeg wordt in secties gezaagd ter grootte van de h.o.h. afstand van de traversebalken. Daarna worden de staalvezelbetonnen voegbalken d.m.v. sloophamers (inzet 2 stuks per voeg) gesloopt. Tenslotte wordt de bestaande stekwapening afgebrand. De uitvoering geschied door firma Stelling Vroomshoop Inboren en verlijmen stekken Per voegbalk worden 2 rijen verticale stekken en 1 rij horizontale stekken ingeboord (hamerboor) en verlijmd met chemische lijm, type Hilti HIT-HY 150 max. Maatvoering van de stekken dient nauwkeurig afgestemd te worden op de verticale verankeringsdeuvels van de voegovergangsconstructie. De uitvoering geschied door firma Stelling Vroomshoop, die gecertificeerd is conform BRL 0509. Ter verificatie van het eindresultaat worden trekproeven uitgevoerd op enkele daarvoor aangewezen stekken. Montage voegovergangsprofielen De montage wordt uitgevoerd door monteurs van RW Sollinger Hütte. De voegen worden per fase geleverd (3 stuks lang ca. 6 m, respectievelijk 2 x ca. 14 m) compleet met gemonteerde goot en vingerplaten en hangend in een transport-montageframe met dwarsdragers om de standzekerheid en de voegbreedte in de ingestelde stand tijdens het transport en de montage te waarborgen. De constructie is voorzien van hijshaken en de “poten” kunnen, hangend in de kraan, worden verwijderd om de voeg met montagebeugels in de voegopening te laten zakken. De ankerbouten van de vingerplaten zijn fabrieksmatig reeds op moment gezet. De vingerplaten zijn in het werk weer verwijderd om een naadloze gootconstructie te kunnen realiseren. Verwachte constructietemperatuur tijdens inbouw(eind augustus): 15°C PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 17 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Aan de fabriek is opgegeven de voegen aan te leveren bij instelling die hoort bij 15°C(zie tabel per voeg). In het werk zal tijdens de inbouw de constructietemperatuur worden vastgelegd op het moment van fixeren van de voeg, waarna de correctie m.b.t. instelling zo nauwkeurig mogelijk zal plaatsvinden. (in principe per graad, met afronding op 5 mm.) Bij de 2e en 3e fase worden de instellingen exact van het ingestorte deel(vorige fase) overgenomen. De bouten van de eerste set platen van de nieuwe fase zijn af fabriek(in tegenstelling tot alle andere bouten) niet op voorspanning gezet, zodat deze set platen ter plekke verwijderd kan worden. De voeg wordt gekoppeld, na bepaling juiste ligging door de verticale buitenflens van het UNP-profiel door te lassen en het lijf van de beide UNPprofielen (met aanslag) af te kitten (alleen dichtfunctie onder vingerplaten). Waterafvoergoot De gootslab wordt, met het oog op de gestelde onderhoudseisen, in 1 lengte aangebracht (geen lassen/naden). Bij de 2e fase (HRL) is deze gootslab bij aanvoer van het voegovergangsprofiel reeds aanwezig en wordt vervolgens in de 3e fase (HRR) in het werk d.m.v. de EPDM–veter in de klemlijsten bevestigd. Hiervoor worden de vingerplaten gedemonteerd. Hetzelfde geldt voor de voegovergangen in de PRB van de 1e fase. De vingerplaten dienen gemonteerd te worden vóór het storten, zodat ze bijdragen aan de stijfheid van de constructie tijdens het betonneren. De bouten worden derhalve op voorspanning gebracht met een elektro-pneumatische moersleutel, waarna de plaatnaden (alleen eerste platenset) en de boutgaten met Argopox worden afgegoten tot bovenzijde volgring, om inwatering te voorkomen. Bekisting en wapening De voeg kan nu verder gewapend en bekist worden. De bekisting wordt vastgezet met conussen die aan stekken worden verbonden. Deze stekken worden hiervoor extra aangebracht en heeft verder geen invloed op de verankering van de voegconstructie. Eventuele tijdens sloop ontstane schade wordt haaks ingeslepen en uitgehakt en gelijktijdig met de stort van de staalvezelbeton hersteld. Van belang is geen klossen toe te passen tussen de bekistingschelen van beide voeghelften om spanningen in de verhardende voegbalken door uitzetting van het brugdek te voorkomen. Storten staalvezelbeton Het storten van de beton is een cruciaal onderdeel van de werkzaamheden. Een week voorafgaand aan de werkzaamheden wordt aan de hand van de weersverwachting bepaald of een snelle of langzame variant van de Beton 08 SF wordt ingezet. Het omslagpunt ligt hierbij ca. 20 C. Een volledige vulling van de stalen onderbouwconstructie met staalvezelbeton is een kritisch punt. T.b.v. ontluchting en controle van de mortel onder de stalen onderbouwconstructie zijn ontluchtingsgaten h.o.h. 250 mm aangebracht. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 18 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Het aanbrengen van de mortel gebeurt met behulp van dwangmengers waarbij een pomp is aangesloten. Deze dwangmengers hebben een tweetal mengunits. Een bovenmenger, hier wordt de mortel gemengd met het water en bijvoldoende menging door gestort naar de ondermenger. Bij de ondermenger zit de pomp aangesloten die vervolgens de mortel verpompt in de voeg. Het voordeel van dit systeem is dat er in één keer een bigbag van 1000 liter kan worden verpompt. Daarnaast is de verwerking van de mortel continue en goed regelbaar. Op iedere voeg wordt een pomp gezet waarbij een vierde pomp stand-by staat. Verdichting vindt plaats met trilnaalden. Nabehandeling vindt plaats d.m.v. curing compound of afdekken met folie. De uitharding van de mortel is erg belangrijk. Vooraf zal een rijpheidcomputer worden aangesloten op de voegen. Daarnaast worden er betonkubussen gemaakt. Na het storten, tijdens/na de binding van de beton, dienen de bouten van de stelijzers 1 slag te worden gelost, zodat de voeg wel gefixeerd blijft maar iets in en uit kan schuiven als gevolg van de brugbewegingen tijdens de verharding. Ontkisten: Na voldoende uitharding wordt de kisten verwijderd. Dit gebeurt via de onderzijde en heeft hierdoor geen invloed op de planning van een weekend. Ter controle van de volledige betonvulling onder de stalen onderbouw worden enkele platen verwijderd en de onderbouwconstructie afgeklopt om holle ruimte te detecteren. Zo nodig kan worden nageïnjecteerd. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 19 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 4. Toetsing Ontwerpfase 4.1 Overzicht levering documenten Door interne oorzaken bij de Opdrachtnemer en als gevolg van toetsen/beoordelingen door RWS en TIS hebben er meerdere leveringen plaatsgevonden. Hieronder is daarvan een overzicht gegeven. Eerste indiening Door problemen met leveranciers is de ontwerpfase planningtechnisch niet optimaal verlopen. Het ontwerpproces duurde langer dan aanvankelijk voorzien. Omwille van het tijdsrisico heeft de eerste indiening in 2 delen plaatsgevonden (respectievelijk op 30-5-2011 en 15-6-2011). De eerste indiening bestond uiteindelijk uit een ontwerpnota v1.0 met de volgende bijlagen: • Eisencontrolematrix • notitie "bepalen vervormingcapaciteit voegovergangen" (Oranjewoud) • Checklisten voegovergangen • FMECA (Failure Modes Effects and Criticality Analysis) • 4x berekening voegconstructie (Reisner&Wolff Sollinger Hütte) • 3x tekening voegconstructie (Reisner&Wolff Sollinger Hütte) Deze versie is door RWS en TIS onafhankelijk van elkaar getoetst. RWS heef gereageerd op 21-6-2011, de TIS op 5-7-2011. Tweede indiening: Na beoordeling door RWS en TIS is het ontwerp aangepast en voor de tweede maal ingediend op 7-7-2011 . De tweede indiening bestond uit een ontwerpnota v1.1 met de volgende bijlagen: • Eisencontrolematrix • notitie "bepalen vervormingcapaciteit voegovergangen" (Oranjewoud) • Checklisten voegovergangen • notitie m.b.t. dilatatiecapaciteit voegovergangen • 4x berekening voegconstructie (Reisner&Wolff Sollinger Hütte) (zelfde versie) • 3x tekening voegconstructie (Reisner&Wolff Sollinger Hütte) (zelfde versie) • berekening verankering voegovergang (Oranjewoud) - concept versie 1 • productbladen staalvezelbeton • tekeningen en berekeningen bordessen (concept) • meting stroefheid vinderplaten • FMECA-analyse voegovergangen Daarnaast is gelijktijdig een eerste versie van het deelplan voegovergangen geleverd. Het deelplan bevatte de volgende bijlagen: PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 20 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug • • werkplan leveren en monteren voegconstructies (Hartmann Engineering) versie 1 keuringsplan versie 2.0 Deze documenten zijn door Opdrachtnemer per abuis niet bij de TIS ingediend. Deze versie van de ontwerpnota is alleen door RWS beoordeeld. In verband met beperkt beschikbare toetscapaciteit tijdens de zomervakantie is het deelplan niet door RWS beoordeeld omdat prioriteit aan de ontwerpnota werd gegeven. Naar aanleiding van de opmerkingen van RWS is afgesproken dat uiterlijk 1 augustus de complete aangepaste ontwerpnota ingediend wordt. Derde indiening Op 1-8-2011 is het de ontwerpnota versie 2.0 ingediend bij RWS en TIS. De derde indiening bestond uit een ontwerpnota v2.0 met de volgende bijlagen: • Eisencontrolematrix • notitie "bepalen vervormingcapaciteit voegovergangen" (Oranjewoud) • Checklisten voegovergangen • notitie m.b.t. dilatatiecapaciteit voegovergangen • 4x berekening voegconstructie (Reisner&Wolff Sollinger Hütte) (zelfde versie) • 3x tekening voegconstructie (Reisner&Wolff Sollinger Hütte) (zelfde versie) • berekening verankering voegovergang (Oranjewoud) - def. versie 2 • 3x tekening wapening voegbalken (Oranjewoud) - concept • productbladen staalvezelbeton • rijpheidsgrafiek staalvezelbeton • tekeningen en berekeningen bordessen • meting stroefheid vinderplaten • FMECA-analyse voegovergangen • Spanprotocol voorspanbouten vingerplaten Naast de ontwerpnota is dezelfde versie van het deelplan uitvoering als bij de tweede levering geleverd. De derde levering is door RWS en TIS onafhankelijk van elkaar getoetst en gerapporteerd op 10-8-2011 respectievelijk 12-8-2011 PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 21 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 4.2 Resultaten TIS 4.2.1 Risico-inventarisatie TIS Door de TIS is vooraf een risicoscan uitgevoerd voor de ontwerp/werkvoorbereidingsfase. In onderstaande tabel zijn de resultaten daarvan opgenomen. Nr O1 O2 O3 O4 O5 O6 O7 U1 Ongewenste gebeurtenis Het gekozen ontwerp is niet functioneel Aandachtspunten - Dilatatie mogelijkheden (lengte-, hoogte-, dwarsrichting, translaties en hoekverdraaiingen) - Voorzieningen waterdichte afvoer hemelwater - Stroefheidseisen - Geluidseisen - Milieuklasse - Tijdelijke hoogteverschillen - Voorzieningen transport, opslag en montage Er worden onjuiste - Normen (belasting en sterkte) uitgangspunten gehanteerd - Aannames temperatuurwisseling - Veiligheidsfactoren - Referenties berekeningen en tekeningen - Schematisatie (belastingen en constructie) - Sterktes/stijfheden (niet stalen onderdelen) - Maatafwijkingen De gewenste levensduur - Niet vervangbare onderdelen <> Vervangbare wordt niet gerealiseerd onderdelen - Kwaliteit gewalste stalen onderdelen - Dynamisch belaste stalen onderdelen, - Niet-gelaste stalen onderdelen - Bouten De voeg is reeds defect voor - Bescherming tegen vervuiling of beschadiging hij op zijn plaats wordt tijdens transport aangebracht De constructie is niet - Aantonen waterdichtheid waterdicht Het toekomstig uit te voeren - Toegankelijkheid onderdelen onderhoud loopt vertraging - Inspectiehandleiding op vanwege het gekozen ontwerp Vroegtijdige scheurvorming - Kwaliteit gelaste stalen onderdelen in de voeg - Vermoeiingscategorie lasdetails - Corrosie beschermende maatregelen - Lassen Onderdelen worden niet - Fabricageplan correct gefabriceerd - Corrosiebescherming - Toegepaste lasprocedures - Kwalificatie lassers PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 22 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Nr Ongewenste gebeurtenis U2 Onderdelen worden niet correct gemonteerd U3 Er worden onjuiste uitgangspunten gehanteerd voor de toegepaste materialen Aandachtspunten - Lascondities - Lasnaadvoorbewerking - Inklemcondities - Laskwaliteit (visueel, non-destructieve controle) - Montageplan - Inspectierapport afmetingen - Montagestatus rapport - Omgevingscondities rapport - Uitvoeringsplan - Goedkeuring fabrikant - Materiaalcertificaten - Vloei- en treksterkte materialen - Taaiheid materialen - Maximale hardheid Bij de beoordeling van het uitvoeringsontwerp op basis van deze risicoscan worden door de TIS in principe wederom eventuele nieuwe risico's bepaald aan de hand van een beoordeling van: - de ontwerpuitgangspunten; - de probleemanalyses; - de specificaties met bijbehorende eisenanalyses; - de specificaties van materialen; - de uitvoerbaarheid van het ontwerp; - de ontwerp van risicovolle technieken; - de omgevingsfactoren, die direct invloed kunnen hebben op de duurzaamheid; - de beheer- en onderhoudsaspecten; - de betrouwbaarheid van ontwerpverificaties. Bij de beoordeling van de uitvoeringsdocumenten op basis van de risicoscan worden door de TIS wederom eventuele nieuwe risico's bepaald aan de hand van een beoordeling van: - kwaliteits- ,keurings- en werkplannen; - uitvoeringstekeningen; - specificaties en kwaliteitsverklaringen van materialen; - gecertificeerde producten en processen. - wijzigingsvoorstellen en afwijkingsrapporten. De documentbeoordelingen leverden een aantal nieuwe (rest) risico’s op: - Op tekening is niet aangegeven welke diameter het boorgat dient te hebben. Afwijkende boorgatdiameter (20mm berekend) maakt dat een andere verankeringslengte nodig is. - In de berekening uitgegaan van beproeven van de ankers volgens ROBK art. 16.12.6 dit is niet duidelijk in berekeningsconclusies of op tekening aangegeven. Proeven moeten wel uitgevoerd worden, hiertoe vooraf aan te geven bij welke belasting men dit gaat doen. Belasting te toetsen aan de hand van de ontwerpberekening. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 23 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug - - Op tekening zijn voor de meeste stekken vaste maten gegeven. Men is dus uitgegaan van een strakke slooplijn. Indien bij uitvoering meer beton verwijderd wordt kan de wapening mogelijk niet met de vereiste verankeringslengte geplaatst worden. Verankering is berekend voor specifiek het Hilti-lijm systeem, in uitvoering nagaan of dit systeem ook toegepast wordt. Afwijken hiervan kan o.a. betekenen dat gekozen verankeringslengte onvoldoende is. 4.2.2 Toetsresultaten TIS Eerste indiening (ontwerpnota) Door de TIS zijn deze documenten op basis van de risicoscan beoordeeld. De beoordelingsresultaten zijn op 5-7-2011 gerapporteerd aan Opdrachtnemer en Opdrachtgever. Samengevat zijn op hoofdlijnen zijn de volgende bevindingen door de TIS vastgesteld: • benodigde dilatatiecapaciteit in dwarsrichting is niet onvoldoende • tekeningen zijn nog onvoldoende projectspecifiek en onvolledig en zijn derhalve nog ongeschikt voor uitvoering • in de berekening van de staalconstructies zijn diverse kleine foutjes (o.a. met diverse toe te passen factors) , onduidelijkheden en onzorgvuldigheden aangetroffen (hebben waarschijnlijk geen invloed op uitkomst) • er zijn enkele afwijkingen t.o.v. de NBD00710 aangetroffen (o.a. minimale staalkwaliteit, minimaal aan te houden hoekverdraaiing en horizontale en verticale translaties) • ontbreken van uitvoeringsdocumenten • geen ontwerp van de HWA van de voegovergang Tweede indiening (ontwerpnota + uitvoeringsdocumenten) Deze versies zijn niet getoetst door de TIS (zie reden par 3.1.2 en 3.2.2) Derde indiening (ontwerpnota + uitvoeringsdocumenten) Door de TIS is de nieuwe ontwerpnota getoetst. Beoordeeld werd of de bevindingen op de eerste versie als afgehandeld konden worden beschouwd. Dit bleek het geval te zijn m.u.v. het nog ontbrekende ontwerp voor de HWA. De opmerkingen op de eerste versie t.a.v. de berekeningen/tekeningen van de staalconstructies zijn niet opnieuw beoordeeld omdat deze in de ogen van de TIS niet zo zwaarwegend zijn dat een reactie van aannemer wordt verlangd. Tevens is een beoordeling op de berekeningen en tekeningen van de voegbalken uitgevoerd (nieuwe bijlage bij ontwerpnota). Hierbij zijn de volgende bevindingen gedaan: PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 24 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug • • Bij de vermoeiingstoets is de reductiefactor voor omgebogen wapening verkeerd toegepast. Bij toetsing op correcte wijze wordt voor de horizontale staven in de hoofdrijbaan niet voldaan aan de eisen. In berekening van de verankeringslengte van de in te verlijmen staven is onjuiste kracht aangehouden waardoor de verankeringslengte van de horizontale staven onvoldoende is (verticaal voldoet wel) Naast de bevindingen op het ontwerp heeft de TIS onderstaande aan het gekozen ontwerp gekoppelde restrisico’s voor de uitvoering gerapporteerd: • Diameter in berekening aangehouden boorgat niet op tekeningen aangegeven. Afwijkend boorgatdiameter maakt een andere verankeringslengte noodzakelijk. • In berekening is uitgegaan van beproeven van ankers volgens ROBK 16.12.6 dit is niet op tekening of elders vastgelegd voor de uitvoering. • Op tekening voor stekken uitgegaan van een vaste maat. Geen rekening gehouden met afwijking in de uitvoering welke van invloed kunnen zijn op de benodigde verankeringslengte. • Verankering berekend voor specifiek systeem welke niet op tekening is aangegeven. Toepassen afwijkend systeem kan van invloed zijn op benodigde verankeringslengte. Tenslotte is een toets gedaan op de uitvoeringsdocumenten. Hierbij is de volgende bevinding gedaan: • Geen lasprocedure voor bouwplaatslassen opgenomen 4.3 Resultaten RWS 4.3.1 Risico-inventarisatie RWS Door RWS zijn 2 risico's opgenomen in de risicodatabase, te weten: - het ontwerp van de voegovergang is onvoldoende - de uitvoering van de voegovergang is onvoldoende. Door RWS zijn vooraf de volgende oorzaken m.b.t. het ontwerprisico geïnventariseerd en opgenomen in de projectrisicodatabase: • Voeg kan niet ontworpen worden als gevolg van verplaatsingen in gehele brugconstructie. • Het vaststellen van de uitgangspunten (brugbewegingen, (dynamische) verkeersbelasting, hoekverdraaiingen brugdek, omgevingscomponenten, beschrijving levensduur) voor het ontwerp van de voeg zijn niet juist of worden onvoldoende aangeleverd door opdrachtgever. • Onjuiste interpretatie van de gegevens temperatuur- en verplaatsingsmeting bij ontwerp van de voeg. • Engineering voegen is onvoldoende door ondeskundigheid opdrachtnemer. • In ontwerp onvoldoende B&O-aspecten meegenomen; soort voeg bepaalt wijze en frequentie onderhoud. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 25 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug • De opdrachtnemer maakt een onjuiste keuze van het type voeg. Door RWS zijn vooraf de volgende oorzaken m.b.t. het uitvoeringsrisico geïnventariseerd en opgenomen in de projectrisicodatabase: • Kwaliteit van het gereedmaken voor inbouwen voeg (sloopwerk) is onvoldoende. • Verkeerd gedimensioneerde en/of geplaatste ankers (de verankering komt in conflict met al aanwezige wapening) • De kwaliteit van de verankering van de voeg is onvoldoende. • Aanhechting van het beton is onvoldoende. • Betonkwaliteit aangrenzend kunstwerkdeel onvoldoende. • Voeg wordt bij inbouwen verkeerd afgesteld (inbouwtolerantie verkeerd bepaald, niet onder juiste alignement ingebouwd, verkeerde uitlijning). • Kwaliteit van het laswerk is onvoldoende. • Er is onvoldoende tijd voor het uitharden van het beton. • Het weer beïnvloedt de kwaliteit van de werkzaamheden. • De vlakheid van het beton is onvoldoende. • Onvoldoende beheersing uitvoering voeg alsook raakvlak met verharding. • Doorstromingseis beïnvloedt de kwaliteit (te strakke kaders); uitvoering moet aangepast worden aan planning/verkeersmaatregelen. • Kwaliteit voegen onvoldoende door ondeskundigheid ON. 4.3.2 Toetsresultaten RWS Systeemtoets Circa 1 maand na Acceptatie van het projectmanagementplan is een systeemtoets uitgevoerd op verificatie/validatie, planningsmanagement, inkoopmanagement en risicomanagement. Relevante bevindingen waren: • tijdstip indienen keuringsplan voegovergangen is in afwijking van de planning gewijzigd zonder dat de afwijkingsprocedure is gevolgd • in het risicodossier van Opdrachtnemer zijn geen risico's m.b.t voegovergangen opgenomen. Documenttoetsen Eerste indiening (ontwerpnota) Door RWS is een toets uitgevoerd op de ontvangen documenten. Daarbij is er in eerste instantie gekeken of de ontwerpnota voldoet aan de eisen in vraagspecificatie procesdeel. Dit bleek niet volledig het geval. Algemene opmerkingen daarbij waren: • Eisencontrolematrix bevat niet alle eisen m.b.t. de voegovergangen! • Eisen uit bindende normen en richtlijnen zijn niet meegenomen. Er worden door ON geen afgeleide eisen gespecificeerd op basis van het ontwerp. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 26 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Voor wat betreft de eisen die wel zijn opgenomen geldt dat de verificatiedocumenten ontbreken (zoals referenties, inbouwprotocol, conservering productbladen, testrapporten voegovergang/ankers, geluidsmetingen e.d.) • Uitvoeringsdeel (deelplan+keuringsplan) voor zowel fabricageplan als inbouwprotocol ontbreekt geheel. Daarmee diverse eisen niet duidelijk hoe hieraan wordt voldaan. Conclusie: er wordt op grond van dit document niet aangetoond hoe en of wordt voldaan aan de eisen! • Inhoudelijke beoordeling van de bijlagen leverde nog de volgende opmerkingen op: • tekeningen: zijn aanwezig, doch geven inhoudelijk onvoldoende informatie voor uitvoering • de uitwerking van de FMECA analyses is zeer summier en onvoldoende. De failuremodes, oorzaak van falen, maatregelen etc. zijn niet inzichtelijk en onvoldoende uitgewerkt. Er wordt niet juist geanticipeerd op risicovolle aspecten van het uitvoeringsproces. • berekening voegovergangsconstructie (eis V-AE 07 en V-AE 08): o de berekening is nogal cryptisch, er zouden meer teksten bij moeten hoe e.e.a. werkt en wat de overwegingen zijn. o γm waarden niet genoemd; onjuiste belastingfactor γF2 voor verkeersbelasting in statische berekening (projectspecifiek 1,50 i.p.v. standaard 1,35) o consequentie klasse (nabewerken van randen) nog niet voldoende aangetoond en moet ergens anders terugkomen. Niet duidelijk hoe hoog de spanning is bij de aanzet, rekening houdend met een spanningsconcentratiefactor van 2,5. o Vermoeiingstoets fundering (FLS) is niet voldoende onderbouwd/aangetoond. De uitgevoerde testen (niet bijgevoegd, wel beschikbaar bij RWS) zijn niet voldoende. De uitgangspunten voor de ankertest was een aslast van 130 kN met 2,2 x 106 wisselingen. Dit is niet in overeenstemming met deze uitgangspunten van de hier te verwachten verkeersbelasting in 40 jaar (teruggerekend naar equivalente aslasten van 130kN kom je dan op 4,9 x 108 aslasten) o Verankering onvoldoende gedetailleerd • berekening vervormingen (eis V-AE 16 + V-FE 07a + V-AE 14): Is aanwezig, doch bevat enkele fouten en hiaten: o Langstranslaties: De beweging t.g.v. verkeersbelasting is niet correct doordat beweging om de vaste oplegging van as 5 plaatsvindt. de vervormingen worden hierdoor groter dan nu aangegeven. Bewegingen t.g.v. speling in oplegsysteem zijn niet aangegeven. Ter plaatse van as 10 zijn de bewegingen van de afzonderlijke brugdelen (aanbrug en tuibrug) niet gecombineerd. o Dwarstranslaties Verkeerde doorsneden/figuren in document, waardoor afstanden tot vaste opleggingen en daarmee de dwarsverplaatsingen niet correct zijn. Niet aangetoond is of deze dwarsverplaatsingen in combinatie met de langsverplaatsingen opneembaar zijn o Verticale verplaatsingen PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 27 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Het is onjuist te stellen dat er geen hoogtetranslatie plaatsvindt. Verplaatsingen in Z-richting zijn niet beschouwd, zoals verticale beweging in het oplegsysteem, doorbuiging van de dwarsdrager, hoogteverschil tussen de vingerplaten t.g.v. langstranslaties in combinatie met een langsalignement in de voegovergang, hoekverdraaiing ten gevolge van de veranderlijke belasting. Tweede indiening (ontwerpnota) Door RWS is de nieuwe ontwerpnota i.v.m. de vakantieperiode in korte tijd getoetst. I.v.m tijdsgebrek is daarbij alleen gekeken naar de ontwerpnota en niet inhoudelijk naar de uitvoeringsdocumenten. Ook is door RWS geen hertoets uitgevoerd op de eerder gemaakte algemene opmerkingen. Doordat dit niet is uitgevoerd heeft het op dat moment niet geleid tot een bevinding dat er onvoldoende opvolging door Opdrachtnemer is gegeven t.a.v. de gemaakte opmerkingen. Het ontbreekt dan ook aan een expliciete beantwoording van de eerder gemaakte opmerkingen. Beoordelingsresultaten t.a.v. nieuwe ontwerpnota: • FMECA-analyses zijn nog steeds onvoldoende uitgewerkt • De tekeningen en berekeningen van de voegovergangsconstructie zijn niet aangepast (dezelfde versie) • De berekening van de vervormingen is aangepast. Beschouwing verticale verplaatsingen is nog niet opgenomen. • Nieuwe opmerking: De nieuw toegevoegde subberekening van de hoekverdraaiingen t.g.v verkeer is ontoegankelijk/onleesbaar. • De nieuw toegevoegde berekening van de betonnen voegbalken is onvoldoende leesbaar/toegankelijk. Berekening heeft conceptstatus. Onduidelijk of met stootfactor en terugveereffect is rekening gehouden. • opmerking: RWS heeft de berekening niet inhoudelijk getoetst i.v.m. onvoldoende capaciteit tijdens vakantie. • Nieuw toegevoegde tekeningen van de betonnen voegbalken: randafstand van de stekken (berekening: 70 mm) komt niet overeen met tekening (55 mm) • Geen gegevens m.b.t sterkteontwikkeling staalvezelbeton • Spanprotocol voorspanbouten ontbreekt Derde indiening (ontwerpnota + uitvoeringsdocumenten) Algemene opmerkingen: • Nog steeds geen afgeleide eisen op basis van het ontwerp en NBD's gespecificeerd • Nog geen deelplan/ontwerp m.b.t. de afwatering • Diverse afwijkingen van NBD's niet expliciet vermeld en gemotiveerd • Geen expliciete beantwoording van opmerkingen van de TIS • Diverse in de eisencontrolematrix genoemde verificatiedocumenten ontbreken nog steeds. Inhoudelijke opmerkingen ontwerpnota: PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 28 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug • • • • • Berekeningsnota van de vervormingen is nog niet compleet gemaakt (bewegingen oplegsysteem, motivatie geen aanvullende dwarsverplaatsing 35mm, verticale verplaatsingen) Tekeningen en berekeningen voegovergangsconstructie nog steeds niet aangepast na aanleiding van opmerkingen RWS en TIS Afgesproken EEM-berekeningen zoals afgesproken ontbreken nog. De wapening wordt verlijmd met Hilti HIT-HY 150 MAX injectiemortel. Volgens ETA08-0202 wordt vermoeiingsbelasting niet gedekt door deze ETA. Hoe is aangetoond dat de mortel wel geschikt voor vermoeiingsbelasting? FMECA analyse nog steeds summier, beheersmaatregelen niet altijd doorgevoerd in verificatieplan / keuringsplan. Inhoudelijke opmerkingen uitvoeringsdocumenten: • Opzet keuringsplan voldoet niet aan eisen van het contract • Keuringsplan bevat geen afgeleide eisen op basis van het uitvoeringsontwerp, en NBD's en daarop afgestemde keuringen • Fabricageplan (QS-plan) en conserveringsplan ontbreekt • Reparatieplan conservering ontbreekt • Details sloopwerkwijze/volgorde (sloopplan) ontbreekt • Details betonreparatie werkwijze bij schade is niet vermeld. • Werkplan boren/inlijmen ankers conform eisen BRL0509 ontbreekt • Details bekisting en bevestiging ontbreekt • Details werkwijze aanbrengen beton ontbreken (maatregelen bij slecht weer, werkwijze reinigen stortnaad, stortwerkwijze t.b.v volledig vullen onderbouwconstructie, verdichtingswijze, afwerkings- en nabehandelingsmethode) 4.4 Vergelijking aanpak en resultaten ontwerpfase TIS-RWS Overeenkomsten in aanpak De aanpak van RWS en TIS vertoont zowel overeenkomsten als verschillen. Beide organisaties werken risicogestuurd. De werkwijze is m.b.t. risicoinventarisatie en toetsing is vergelijkbaar. Zowel aan de zijde van de TIS als RWS is er voor gekozen om voor dit onderdeel in de ontwerpfase de ontwerpdocumenten inhoudelijk te toetsen. Beide partijen toetsen of de uitgangspunten, de schematisatie en de rekenmethode juist zijn. Verschillen in aanpak De risico's die door RWS vooraf geïnventariseerd zijn, zijn globaler beschreven (bijv "onvoldoende deskundigheid Opdrachtnemer", "onjuiste interpretatie van gegevens") en niet limitatief omgezet in een reeks van concrete aandachtspunten. Vanuit het Acceptatieplan (annex III) zijn de ontwerp en uitvoeringsdocumenten inhoudelijk getoetst. Daarbij is enerzijds beoordeeld of documenten volledig en samenhangend zijn, anderzijds vindt een inhoudelijke toets plaats op de juistheid van de berekeningswijze, het aantoonbaar voldoen aan (alle) contracteisen en een expliciete beheersing van de risico's. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 29 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug In tegenstelling tot RWS is de toetsing van de TIS gebaseerd op een meer uitgebreide risicoscan vooraf. De daarbij geformuleerde concrete aandachtspunten vormen het uitgangspunt en leidraad voor de toetsing. Kijkend naar de beoordelingsresultaten beoordeelt de TIS in mindere mate of de documenten volledig en samenhangend zijn en voldoen aan de gestelde proceseisen en alle producteisen. Door de TIS zijn geen opmerkingen gemaakt t.a.v. de ontwerpproces overeenkomstig de eisen van System Engineering. Transparantheid van dit proces en het expliciet uitwerken van de oplossing in afgeleide eisen en daarop gebaseerde verificaties om het voldoen aan de eisen/normen van het ontwerp en de uitvoering aan te tonen, is voor de TIS niet zozeer van belang omdat de TIS het eindresultaat zelf beoordeelt/verifieert. De TIS beperkt de interactie met ON tijdens de ontwerpbeoordelingen om haar onafhankelijke positie te behouden. Bevindingen zijn "goed" of "fout". Eventueel kunnen achteraf de bevindingen met het predicaat "fout" alsnog omgezet worden in "goed" indien dat op basis van aanvullende informatie gerechtvaardigd is. Kenmerkend verschil met RWS is dat de TIS ook eigen analyses en beschouwingen uitvoert om tot een oordeel te komen indien de documenten van ON niet volledig of onduidelijk blijken te zijn. Indien dit oordeel positief is, dan volgen geen bevindingen. RWS legt in zo’n geval het aantoonbaar maken terug bij de Opdrachtnemer door hier wel een bevinding van te maken. TIS maakt een eigen onderscheid in "bevindingen", “restrisico’s” en "opmerkingen" en RWS heeft alleen "bevindingen". De TIS voert geen hertoets uit op gemaakte "opmerkingen", alleen op "bevindingen". De “rest-risico’s” betreffen vaak aandachtspunten voor bijvoorbeeld de uitvoering welke volgen uit het gekozen ontwerp. Op het herstel van fouten in documenten wordt niet getoetst indien het in de ogen van de TIS geen invloed heeft op de kwaliteit van het eindproduct. RWS toetst dit wel om redenen van een juiste "as-built" vastlegging in het opleverdossier en vertrouwen te krijgen in de bijsturing van de Opdrachtnemer. Het toetsresultaat is daarmee deels overlappend maar ook deels verschillend. Overeenkomsten in beoordelingsresultaten Overlappende opmerkingen t.a.v. de ontwerpnota zijn: • dilatatiecapaciteit in dwarsrichting onvoldoende aangetoond • tekeningen zijn nog onvoldoende projectspecifiek en onvolledig en zijn derhalve nog ongeschikt voor uitvoering • Ontbreken van uitvoeringsdocumenten (eerste indiening) • Geen ontwerp van de HWA van de voegovergang Verschillen in beoordelingsresultaten Door de TIS gemaakte opmerkingen die niet door RWS zijn opgemerkt: PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 30 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug • • • in de berekening van de staalconstructies gemaakte kleine foutjes (o.a met diverse toe te passen factors) , onduidelijkheden en onzorgvuldigheden (zonder invloed op de uitkomst van het ontwerp). Er zijn enkele afwijkingen t.a.v de NBD00710 aangetroffen Bij de vermoeiingstoets is de reductiefactor voor omgebogen wapening verkeerd toegepast. Bij toetsing op correcte wijze wordt voor de horizontale staven in de hoofdrijbaan niet voldaan aan de eisen. In berekening van de verankeringslengte van de in te verlijmen staven is onjuiste kracht aangehouden waardoor de verankeringslengte van de horizontale staven onvoldoende is (verticaal voldoet wel) Door RWS gemaakte opmerkingen op de ontwerpnota die niet door de TIS zijn opgemerkt: • Eisen uit bindende normen en richtlijnen zijn niet meegenomen. Er worden door ON geen afgeleide eisen gespecificeerd op basis van het ontwerp/risico's • Ontbrekende verificatiedocumenten ontbreken (zoals referenties, inbouwprotocol, conservering productbladen, testrapporten voegovergang/ankers, geluidsmetingen e.d. • De uitwerking van de FMECA analyses is zeer summier en onvoldoende. De failuremodes, oorzaak van falen, maatregelen etc. zijn niet inzichtelijk en onvoldoende uitgewerkt. • Leesbaarheid van de diverse constructieberekeningen is onvoldoende • Vermoeiingstoets van de voegovergangsconstructie (FLS) is niet voldoende onderbouwd/aangetoond. De uitgevoerde testen (niet bijgevoegd, wel beschikbaar bij RWS) zijn niet voldoende. Aantonen d.m.v. simulaties (EEM) of aanvullende testen • fout in berekening langstranslaties en ontbrekende beschouwing van de verticale verplaatsingen • De wapening wordt verlijmd met Hilti HIT-HY 150 MAX injectiemortel. Volgens ETA08-0202 wordt vermoeiingsbelasting niet gedekt door deze ETA, waarmee niet is aangetoond dat de mortel geschikt is voor vermoeiingsbelasting. Opvallend is dat in vergelijking met RWS door de TIS nauwelijks opmerkingen zijn gemaakt op de uitvoeringsdocumenten. Dit terwijl er sprake was van een onvolledig document. Wel heeft de TIS vanuit het aangeboden ontwerp enkele “rest-risico’s” benoemd die aandachtspunten voor de uitvoering betroffen. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 31 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 5. Toetsing uitvoeringsfase 5.1 Resultaten TIS Op basis van de risico's zoals genoemd in par 4.2 zijn tijdens de uitvoering in alle fasen van het werk producttoetsen uitgevoerd. Oorspronkelijk was in het plan van aanpak ook een toets gepland tijdens de fabricage van de voegovergangconstructies. Deze is niet uitgevoerd omdat ondanks vragen hieromtrent geen duidelijkheid werd verkregen van de Opdrachtnemer waar en wanneer de voegovergangsconstructies werden gefabriceerd. De TIS maakt gebruik van een standaard checklist zoals deze vooraf in het plan van aanpak als bijlage was opgenomen op basis van de risicoscan. Hieronder volgen kort per fase de bevindingen van de TIS. Fase 1 Parallelrijbaan Keuringsproces: Geen keuringen / registraties van afwijkingen. Kwaliteit stalen voegovergangsconstructie is niet aantoonbaar. Kwaliteit wapening (certificaten wapening) is niet aantoonbaar. Sloopwerk: Door Sloopwerk zijn meerdere schollen beton afgebroken waardoor de bestaande wapening bloot ligt of op te weinig dekking. Wijze van herstel dient ingediend te worden. Sloopwerk steunpunt 10 is plaatselijk dieper uitgevoerd dan op tekening (tekening niet correct). Stortnaden as 1,10,13 zijn onvoldoende opgeruwd. Inboren/verlijmen wapening: Horizontale stekken zijn veelal significant te hoog (as 13) of te laag (as 10) ingeboord. Verticale stekken steunpunt 01 (beugels) zijn niet conform tekening (verkeerde type ingelijmd). Wapening is aangepast en van nieuwe situatie dient nog aangetoond te worden dat deze voldoet. Wapening/vlechtwerk Langswapening is niet aangebracht conform tekening (staven ontbreken aan bovenzijde, maar liggen onderin). Montage voegovergangsprofielen Geen opmerkingen. Betonstorten Geen opmerkingen. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 32 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Fase 2 Hoofdrijbaan Utrecht-Den Bosch Keuringsproces: Er vinden geen keuringen / registraties plaats. Sloopwerk: Door Sloopwerk zijn meerdere schollen beton afgebroken waardoor de bestaande wapening bloot ligt of op te weinig dekking. Inboren/verlijmen wapening: Horizontale stekken zijn veelal significant te laag ingeboord. Wapening/vlechtwerk: Na montage van voegprofielen wordt geen check gedaan wat de consequenties zijn geweest t.a.v. de vooraf geplaatste wapening. Op diverse plaatsen bleek de wapening beschadigd en/of verplaatst te zijn. Langswapening is niet aangebracht conform tekening (staven ontbreken aan bovenzijde, maar liggen onderin). Wapeningskorf in voegbalk achter de vingerplaten is niet conform tekening gemaakt (10 cm te smal uitgevoerd). Montage voegovergangsprofielen: Na montage zijn de vingerplaten gedemonteerd geweest. Niet aantoonbaar of vingerplaten goed zijn voorgespannen Betonstorten Geen opmerkingen Fase 3 Hoofdrijbaan Den Bosch-Utrecht Sloopwerk Door Sloopwerk zijn meerdere schollen beton afgebroken waardoor de bestaande wapening bloot ligt of op te weinig dekking. Aansluitend asfalt is gescheurd Inboren/verlijmen wapening: Geen opmerkingen. Wapening/vlechtwerk Geen opmerkingen Montage voegovergangsprofielen Na montage zijn de vingerplaten gedemonteerd geweest. Niet aantoonbaar of vingerplaten goed zijn voorgespannen Betonstorten Geen opmerkingen PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 33 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 5.2 Resultaten RWS Op basis van de risico's zoals genoemd in par 4.3 zijn tijdens de uitvoering in alle fasen van het werk producttoetsen uitgevoerd. RWS maakt geen gebruik van een standaard checklist maar stelt per toets een specifieke vragenlijst op. Hieronder volgen kort per fase de bevindingen van RWS. Fase 1 Parallelrijbaan Keuringsproces: - Er is geen geaccepteerd en keuringsplan van voldoende niveau. - Hierdoor vinden er geen tussentijdse afnamekeuringen van deelproducten/ resultaten plaats (m.u.v beproeven van stekken). - Hierdoor is de kwaliteit van de uitvoering niet aantoonbaar en beheerst - Er vinden geen registraties van afwijkingen plaats - Diverse constructieve aanpassingen vinden zonder terugkoppeling met of goedkeuring van de constructeur plaats. Het werk gaat als normaal door. Sloopwerk Door Sloopwerk zijn meerdere schollen beton afgebroken waardoor de bestaande wapening bloot ligt of op te weinig dekking. Niet duidelijk hoe dit wordt vastgelegd en gerepareerd. Inboren/verlijmen wapening: - horizontale stekken zijn veelal significant te hoog (in de betondekking; as 13) of te laag (as 10) ingeboord. - Verticale stekken stp 01 (beugels) zijn niet conform tekening (verkeerde type ingelijmd). Wapening is aangepast en van nieuwe situatie dient nog aangetoond te worden dat deze voldoet. Wapening/vlechtwerk - Langswapening is niet aangebracht conform tekening (staven ontbreken aan bovenzijde, maar liggen onderin). - Diverse beugels onvoldoende of erg ruime betondekking aan voegzijde door variaties in inboormaten. Beugels liggen direct op de onderliggende beton (stortnaad) waardoor deze niet volledig met beton kunnen worden omhuld. Montage voegovergangsprofielen Geen opmerkingen Betonstorten - Vorm bekisting is afwijkend van tekening en niet d.m.v. betonconussen maar d.m.v. achterblijvende demu-ankers bevestigd. Deze zijn gelast aan de horizontale stekken wat een nadelige invloed heeft op de vermoeiingssterkte. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 34 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug - bij aanvang stort zijn de stortnaden niet schoon en er zijn veel plassen water op de ondergrond van de voegsponning; beide nadelig voor de aanhechting inclusief de aanhechting van mee te storten betonreparaties Fase 2 Hoofdrijbaan Utrecht-Den Bosch De bevindingen uit fase 1 gelden ook voor fase 2. De consequenties van de afwijkingen zoals geconstateerd in fase 1 blijken nog steeds niet te zijn onderzocht. Het werkproces en de uitvoeringsdocumenten zijn niet gewijzigd en soortgelijke herhaling van de afwijkingen treed weer op. Nieuwe opmerkingen: - Verankeringslengte van de verticale stekken stp 1 blijkt te worden aangepast in het werk (ingekort van 300 naar 250 mm). Volgens uitvoerder is het wel teruggekoppeld aan de constructeur, maar dat kan op dat moment niet worden aangetoond - Horizontale haarspelden blijken te kort doordat de verankeringslengte van de HRB is aangepast t.o.v. de PRB. Deze wijziging blijkt niet doorgevoerd te zijn in de bestelde wapening. Extra rechte wapening van onbekende kwaliteit/herkomst is aangevoerd en verwerkt. Fase 3 Hoofdrijbaan Den Bosch-Utrecht De kwaliteit van het uitgevoerde werk blijkt verbeterd n.a.v. gesprekken die hebben plaatsgevonden na afloop van fase 2. Afwijkingen t.a.v. het aangepaste ontwerp voor deze HRB treden niet of nauwelijks meer op. De uitvoeringsdocumenten zijn echter wederom niet aangepast, waardoor transparantie van het uitvoerings- en keuringsproces onvoldoende blijft. 5.3 Vergelijking aanpak en resultaten RWS-TIS en opvolging van resultaten TIS en RWS hebben tijdens de uitvoering gekozen voor een gelijksoortige aanpak en komen grotendeels tot gelijke bevindingen. Deze verschillen op details. Opgemerkt kan worden dat de gerapporteerde bevindingen van RWS en TIS vanuit de 1e fase onvoldoende door Opdrachtnemer zijn opgepakt, waardoor tijdens de kort daarop volgende 2e fase een herhaling van de bevindingen te zien is. Zowel RWS als de TIS heeft niet de invloed gehad om bij de Opdrachtnemer de noodzakelijke kwaliteitsverbetering te laten plaatsvinden. Voor wat betreft de bevindingen van de TIS is het ontbreken van een contractuele verplichting voor de opdrachtnemer richting de TIS een belangrijke oorzaak hiervan. Na afloop van fase 2 heeft RWS als gevolg van onvoldoende vertrouwen in de Opdrachtnemer besloten zelf enkele controleberekeningen uit te voeren om de invloed van de afwijkingen te beoordelen. Daarbij bleek dat de invloed substantieel was, met name voor de FLS van de wapening in de voegbalken. Tevens werd daarbij een belangrijke invoerfout in de berekening geconstateerd (horizontale kracht maar voor 20% in rekening gebracht). PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 35 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Daaropvolgend is in overleg getreden met de opdrachtnemer, waarin de TIS is meegenomen. Op basis van de bevindingen heeft opdrachtnemer besloten de wapeningsconfiguratie voor de laatste fase van het werk aan te passen. Bij de opdrachtnemer is hierdoor meer inzicht ontstaan in de risico's van het ontwerp en de invloed van de uitvoering daarop, met als resultaat dat de kwaliteit tijdens de laatste fase werd verbeterd. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 36 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 6. Toetsing bij oplevering Na de 3e indiening van de ontwerpnota en na aanleiding van de uitgevoerde toetsen tijdens de uitvoering resteren nog veel openstaande vragen en bevindingen. Deze dienen in het opleverdossier nog aangetoond te worden. RWS en Opdrachtnemer blijken het niet snel eens te kunnen worden omtrent de wijze van het aantonen van de levensduureis na aanleiding de bevindingen t.a.v. het ontwerp en de bevindingen tijdens de uitvoering. De situatie wordt geëscaleerd. Besloten wordt de TIS-pilot op dit punt af te sluiten. De TIS heeft haar eindrapportage opgesteld, waarin zij op basis van 8 bevindingen die niet afdoende zijn opgelost komt tot een uitsluiting in haar goedkeuring. En wordt geen "verklaring van geen bezwaar" afgegeven. De uitsluiting betreft het niet voldoen aan de levensduureis voor vermoeiing van 40 jaar. De volgende zaken staan op moment van opstellen van deze rapportage nog open en worden verder alleen door RWS verder getoetst. • • • • • • • aantonen levensduur (t.a.v. vermoeiing) n.a.v. bevindingen uit alle toetsrapportages. Betreft vermoeiing van de vingerplaten, de betonnen voegbalken en de wapening in deze voegbalken met in achtneming van de opgetreden afwijkingen tijdens de uitvoering. Aantonen d.m.v. 3D-EEM berekening. aantonen openstaande ontwerpeisen verificatienota uitvoering; kwaliteitsregistraties t.b.v. aantonen kwaliteit voegovergangen (fabricage en montage) nulinspectie voegovergang: waterdichtheid voeg , functioneren hemelwaterafvoersysteem, controle uitgevoerde betonreparaties, betondekking en scheuren in voegbalken (onder/boven) inspectie beschadigingen/vervuiling steunpunten/opleggingen ten gevolge van sloopwerkzaamheden as-built verwerking van alle afwijkingen en wijzigingen in voegovergang en hemelwaterafvoer Beheer- en onderhoudsplan voegovergangen Bevindingen RWS m.b.t. opleverdossier Opleverdossier is op moment van publicatie nog niet ingediend. Bevindingen RWS bij eindopname werk Eindopname heeft op moment van publicatie nog niet plaatsgevonden. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 37 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug 7. Conclusies en leerpunten De pilot had als doel een antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Werkt een TIS voor voegovergangen kwaliteitsverhogend? 2. Beschikt de TIS over voldoende inhoudelijke kennis van voegovergangen? 3. Leidt het inzetten van de TIS ook daadwerkelijk tot een reductie van de faalkosten? In de volgende paragraven wordt een antwoord op deze vragen gegeven. Tevens wordt een overzicht van leerpunten voor de TIS en RWS gegeven. 7.1 Werkt een TIS voor voegovergangen kwaliteitsverhogend? Vooraf is hiervoor als succesfactor geformuleerd: “Als de TIS gedurende het hele proces fouten signaleert en laat corrigeren waardoor de kwaliteit van de voegovergangen wordt verhoogd.” Kwaliteit is te omschrijven als het (aantoonbaar) voldoen aan de eisen en verwachtingen van de klant. Deze wil in dit geval een betrouwbare en optimaal beschikbare voegovergangsconstructie. Het aantoonbaar maken hiervan is vaak een lastige kwestie. In praktijk blijken Opdrachtgever en Opdrachtnemer hier soms anders over te denken. Of erger nog, men blijkt hier onvoldoende over na te denken c.q. invulling aan te geven. Als er in de communicatie iets mis gaat dan kan dit achteraf leiden tot discussie of niet waargemaakte verwachtingen. Vanwege de aard van de werkzaamheden en de korte looptijd van het contract heeft de TIS ervoor gekozen om uitsluitend (product)toetsen uit te voeren. Hierbij zijn fouten en/of onduidelijkheden in ontwerpdocumenten en afwijkingen bij uitvoeringswerkzaamheden aan het licht gekomen. In de ontwerpfase diende het ontwerp door de toetsresultaten van de TIS verder uitgewerkt en aangepast te worden zodat meer zekerheid verkregen werd dat het ontwerp voldoet aan de gestelde eisen. Doordat de beoordelingen/inspecties systematisch op basis van een uitgebreide risicoanalyse plaatsvinden, wordt meer zekerheid gekregen t.a.v het voldoen van de constructie i.r.t. de kritieke aspecten, zowel ontwerptechnisch, als uitvoeringstechnisch gezien. Deze onafhankelijke verificatie & validatie overstijgen qua niveau en diepgang die van de Opdrachtnemer. In de uitvoeringsfase zijn de door de TIS geconstateerde fouten deels door interventie van de TIS nog tijdig hersteld. Voor een ander deel zijn de tekortkomingen tot op heden nog steeds niet weggenomen bij gebrek aan bewijsdocumenten waaruit blijkt dat geconstateerde afwijkingen te rechtvaardigen zijn. De oorzaak hiervan is dat er niet adequaat met de PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 38 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug bevindingen van de TIS is omgegaan doordat de opdrachtnemer onvoldoende bekwaam/deskundig is t.a.v. de ontwerpaspecten en het beheersen van de raakvlakken. Consequenties van afwijkingen worden daardoor niet onderkend. De door RWS geconstateerde afwijkingen betreffen grotendeels dezelfde afwijkingen als die van de TIS. Door de inzet van de TIS is een onafhankelijke bevestiging gekregen van de door RWS zelf geconstateerde zaken. Doordat opdrachtnemer en TIS niet contractueel aan elkaar gekoppeld waren heeft dit tot een gebrekkige communicatie en interventie geleid met een onvoldoende resultaat als gevolg. Was dit anders geweest, dan was het ontwerp en/of uitvoering op basis van de bevindingen waarschijnlijk wel tijdig aangepast en waren de processen van de Opdrachtnemer verbeterd op basis van door de TIS uitgevoerde toetsen. De inzet van een TIS werkt dus kwaliteitsverhogend omdat door de onafhankelijke positie van de TIS het ontwerp en uitvoering wordt gevalideerd c.q. wordt verbeterd. Met name in de uitvoering heeft de TIS belangrijke bevindingen gedaan. In de ontwerpfase heeft de TIS enkele belangrijke aspecten niet voldoende belicht, zoals levensduur / vermoeiing en het mechanische gedrag van bruggen. De reden hiervoor is dat de TIS de risico's anders heeft ingeschat dan RWS doordat specifieke (ervarings)kennis die bij RWS (nog) aanwezig is, bij de TIS (nog) ontbreekt. Voor toekomstige projecten heeft de TIS, zeker bij een terugtrekkende overheid t.a.v. de technische inhoudelijke producttoetsing, een kwaliteitsverhogend effect voor de uitvoering van projecten met kritische onderdelen zoals voegovergangen & opleggingen. Voor een optimaal resultaat is het wel van belang dat specifieke (ervarings)kennis bij RWS over schade/faalmechanismen (FMECA) van de diverse typen voegovergangen gedeeld en geborgd wordt. 7.2 Beschikt de TIS over voldoende inhoudelijke kennis van voegovergangen? Vooraf is hiervoor als succesfactor geformuleerd: Als de TIS qua kennis gelijkwaardig is aan de deskundige(n) van RWS, wat zich uit in dezelfde bevindingen als het gaat om de kritische zaken ten aanzien van de betrouwbaarheid. D.m.v. een overleg met betrokken TIS-medewerkers en een vergelijking van de resultaten van de TIS en RWS is hierop een antwoord te geven. Voldoende technische kennis is nodig voor: 1. het uitvoeren van een goede risicoanalyse 2. op basis van deze risicoanalyse het maken van een projectspecifiek toetsprotocol 3. het daadwerkelijk uitvoeren van de toetsen (ontwerpbeoordelingen en inspecties) PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 39 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug Deskundigheid zit bij personen. De vraag is of de TIS zelf de juiste personen in dienst heeft dan wel de juiste personen weet in te schakelen. Volgens de TIS is zowel generalistische als specialistische kennis nodig voor voegovergangen. Voor specialistische kennis maakt BouwQ gebruik van partners/voorkeursleveranciers TNO, Deltares en SGS Intron. Bouw-Q kan desgewenst snel over deze kennis beschikken omdat hierover afspraken zijn gemaakt. Bouw-Q heeft zelf voldoende basiskennis en ervaring in huis (kennis van risicomanagement, ontwerp en uitvoeringsprocessen, constructieve kennis, materiaalkennis). Daarmee is zij in staat een goede risicoanalyse en toetsprotocol op te stellen. Toetsing Ontwerp De TIS heeft in dit geval TNO als deskundig partner ingeschakeld voor zowel de risicoanalyse, de bepaling van het toetsprotocol als het daadwerkelijk uitvoeren van de ontwerpbeoordelingen. Vanuit een gedetailleerde risicoanalyse is door de TIS als toetstrategie gekozen voor het uitvoeren van een producttoets met als protocol dat risicovolle onderdelen van de berekening diepgaand en de minder risicovolle onderdelen niet of oppervlakkig worden getoetst. De constructieve berekening is dus niet volledig diepgaand en integraal getoetst. Geconcludeerd wordt dat het resultaat van de ontwerpbeoordeling niet optimaal is geweest. Ondanks dat door de TIS wel degelijk enkele fouten in de berekeningen zijn geconstateerd, zijn met name levensduur in relatie tot vermoeiing en het mechanische gedrag van bruggen wat onderbelicht gebleven. De reden daarvan is dat de TIS de risico's anders heeft ingeschat dan RWS doordat de specifieke (ervarings)kennis m.b.t de diverse voegovergangsconstructies die bij RWS (nog) aanwezig is, bij de TIS (nog) ontbreekt. Tevens heeft RWS specifieke actuele kennis door de betrokkenheid bij internationale normalisatietrajecten. Vanuit die hoedanigheid beschikte RWS over kennis van het bestaan van een rapport m.b.t. een uitgevoerde vermoeiingstest van het gekozen type voegovergangsconstructie. De TIS beschikte niet over deze kennis. Ook de versnippering in de ontwerpdocumenten van Opdrachtnemer en het late tijdstip waarop deze documenten bij de TIS zijn ingediend hebben enige invloed gehad op het toetsresultaat. Daarnaast is, achteraf beschouwd, een belangrijke invoerfout in een rekensheet voor een van te voren niet als risicovol ingeschat onderdeel niet tijdig geconstateerd (door zowel RWS als de TIS). Deze is pas naar voren gekomen na een discussie over in het werk geconstateerde afwijking t.o.v. het ontwerp, waarna door RWS een schaduwberekening is uitgevoerd. Deze controleaanpak heeft daarmee een duidelijke meerwaarde en komt als leerpunt naar voren. Toetsing uitvoering De toetsing van de uitvoering (inspectie) heeft Bouw-Q grotendeels met eigen medewerkers uitgevoerd. Op basis van de terugkoppeling en gesprekken die hebben plaatsgevonden kan worden geconcludeerd dat de medewerkers beschikken over voldoende kennis en ervaring v.w.b. het civieltechnische deel van het werk. Voor wat betreft de fabricage van de PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 40 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug staalconstructie is er geen beeld te vormen, te meer omdat een toets op dit onderdeel uiteindelijk niet door de TIS werd uitgevoerd. Borging van kennis en ervaringen Tijdens een interview bij Bouw-Q is inzicht gekregen hoe risicoanalyses tot stand komen en hoe ervaringen worden opgeslagen in een kennisdatabank. Bouw-Q werkt met een door hen ontwikkeld standaard toetsprotocol en een kennisdatabank. Ervaringen (bevindingen, risico's) uit eerder uitgevoerde projecten worden opgeslagen in deze databank. Deze databank vormt daarmee een referentiekader voor nieuwe projecten. Vanuit het standaard toetsprotocol en de kennisdatabank kan voor een nieuwe project een projectspecifiek toetsprotocol worden ontwikkeld die risico's omzet in toetsen met bijbehorende planning. Naast deze projectspecifieke kennisborging is het van belang dat de specialistische kennis op het gebied van voegovergangen ook op andere wijze gedeeld en geborgd wordt. Deze zit bij te weinig personen en is daarmee kwetsbaar. Daarbij gaat het met name om de volgende kennis: • keuze type voegovergang op basis van functie-eisen • Ervaringen met schade/faalmechanismen bij de diverse soorten/typen voegovergangen (FMECA) • vermoeiingaspecten in het ontwerp 7.3 Leidt inzetten van TIS ook daadwerkelijk tot reductie van faalkosten? Vooraf is hiervoor als succesfactor geformuleerd: Als de baten hoger zijn dan de kosten. De reductie van faalkosten wordt gemeten door de bevindingen van de TIS te vertalen naar mogelijke schadeposten en dit af te zetten tegen de meerkosten van de TIS. N.b. hierbij dient opgemerkt te worden dat het eenmalige karakter van deze pilot prijsverhogend werkt. De kosten van het vervangen van de 3 voegovergangen (totaal circa 100 meter) bedroegen: 1.200.000 euro (inclusief engineering, verkeersmaatregelen, AK, W&R, exclusief BTW). De kosten per meter voegovergang komen daarmee op circa 12.000 euro/ meter. De kosten van de inzet van de TIS op dit project bedroegen 21.000 euro (exclusief BTW). T.o.v. de vervangingskosten is dit 1,75%. Extra afschrijvingskosten bij niet halen ontwerplevensduur De totale vervangingskosten zijn te vertalen naar afschrijvingskosten per jaar. Bij een ontwerplevensduur van 40 jaar zijn de kosten 300 euro per jaar per meter voegovergang. Als de levensduur in praktijk niet gehaald wordt door constructieve fouten in het ontwerp en/of uitvoering en eerder (na x jaar) tot vervanging overgegaan moet worden, dan stijgen die kosten op jaarbasis met een factor 40/x. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 41 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug De kans op falen is het grootst in de zwaarst belaste rijstroken. In het gunstigste geval blijft reductie van de levensduur beperkt tot de twee zwaarst belaste (rechter)rijstroken. Dit betreft 2 rijstroken x 3,5 meter x 3 voegovergangen = 21 meter met een totale vervangingswaarde van euro 252.000 euro. Stel dat dit deel van de voegovergangen door ontwerp en/of uitvoeringsfouten na 30 jaar vervangen moet worden i.p.v. na 40 jaar, dan zijn de extra afschrijvingskosten dus 252.000 - 30x21x300 euro = 63.000 euro. Alleen dit bedrag is al 3 maal zo groot als de kosten van de inzet van de TIS, waarbij nog geen rekening gehouden is met het kostenverhogende effect van deze pilot. Kosten van extra onderhoud Ook kan het zijn dat onvoorzien of eerder/vaker dan voorzien groot onderhoud uitgevoerd moet worden. Eerder, vaker of onvoorzien onderhoud levert direct extra kosten op voor de Opdrachtgever indien dit buiten de garantietermijn of garantievoorwaarden valt. In praktijk leveren garanties regelmatig discussies en problemen op, waardoor de Opdrachtgever ook in dit geval kosten gaat maken. Voorzien variabel onderhoud betreft o.a. het vervangen van onderdelen rubber afdichtingprofielen, het opnieuw conserveren van stalen onderdelen en het aanbrengen van een slijtlaag op de voegbalken. Indien tijdens de uitvoering van deze onderdelen gebreken ontstaan bij het fabriceren en/of monteren, dan leidt dit tot eerder of vaker onderhoud. Onvoorzien variabel onderhoud betreft in dit geval bijvoorbeeld het gedeeltelijk moeten vervangen of opnieuw vastzetten van de vingerplaten in de zwaarst belaste rijstrook als gevolg van schademechanismen zoals corrosie en/of vermoeiing van staal voordat de ontwerplevensduur is bereikt. Tenslotte kunnen als gevolg van een onvoldoende betrouwbare constructie calamiteiten ontstaan waardoor naast directe kosten van verkeersafzettingen en spoedreparaties ook economische schade t.g.v. verkeershinder ontstaat. Conclusie Op basis van de conclusie dat de inzet van een TIS leidt tot kwaliteitsverhoging zoals beschreven in paragraaf 7.3, is het aannemelijk te maken dat dit tevens een gunstig effect zal hebben op de totale kosten gedurende de levensduur. Door voor oplevering aantoonbaarheid van de betrouwbaarheid af te dwingen worden genoemde onzekerheden minder groot. Eventuele gebreken in de kwaliteit kunnen voorkomen of gecorrigeerd worden, dan wel financieel afgewikkeld worden met de Opdrachtnemer ter compensatie van eventueel ingeschat eerder of vaker onderhoud. 7.4 Leerpunten Vanuit deze pilot zijn er de volgende leerpunten : PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 42 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug • De effectiviteit van de TIS wordt met name bepaald door de status die de TIS heeft in het contract tussen OG en ON. Doordat de Opdrachtnemer in deze pilot geen contractuele binding had met de TIS was de communicatie onvoldoende effectief en was er geen directe aanleiding voor de opdrachtnemer om alle bevindingen te weerleggen. • Het uitvoeren van onafhankelijke controleberekeningen door een TIS heeft toegevoegde waarde om de berekeningen van de Opdrachtnemer te kunnen valideren. Indien het alleen blijft bij het controleren van de output, dan bestaat er een kans dat fouten over het hoofd worden gezien. Het uitvoeren van dergelijke controle berekeningen zal in de praktijk afhankelijk zijn van de kwaliteit (leesbaarheid, diepgang) van de ter toetsing voorgelegde documenten, de mate waarin interactie met Opdrachtnemer mogelijk is en het vertrouwen dat daaruit wordt verkregen. De toetsstrategie / het toetsprotocol dient tussentijds daarop aangepast te kunnen worden. • Opdrachtnemers zijn vaak uitvoerende partijen (aannemers) die onvoldoende integrale kennis hebben van het ontwerp en de daaraan gekoppelde risico's voor de uitvoering. Ontwerp valt uiteen in diverse deelontwerpen die door verschillende (soms buitenlandse) partijen worden opgesteld. Bevindingen worden doorgesluisd naar onderaannemers/leveranciers. Deze tussenschakels initiëren communicatie- en raakvlakproblemen, hetgeen niet leidt tot de gewenste kwaliteit. Borging van de kwaliteit van het geheel naast die van de afzonderlijke delen vindt onvoldoende plaats, resulterend in onvolledige of onsamenhangende documenten en daarmee producten van onvoldoende kwaliteit. Toetsen op proces/systeemniveau in zowel ontwerp als uitvoeringsfase zijn cruciaal om een oordeel te kunnen geven over de deskundigheid van de opdrachtnemer t.a.v. beheersing van risico's, raakvlakken en afwijkingen en daarmee de borging van de integrale kwaliteit. Toetsing of het kwaliteitssysteem van Opdrachtnemer technisch inhoudelijk goed is ingericht op de productie en installatie van voegovergangen verdient aanbeveling. • Uitgebreide analyse en specificatie van eisen conform System Engineering is met name bij de kleinere opdrachtnemers die betrokken zijn bij voegovergangen nog niet een vanzelfsprekend gedachtegoed. Het wordt nog teveel gezien als boekhouding i.p.v. adequaat middel om het ontwerp en de uitvoering te beheersen. • De complexiteit van het ontwerp van grote vingervoegen is hoog. Kennis t.a.v. vermoeiingsaspecten bij alle partijen is van groot belang en is kwetsbaar. Aantoonbaarheid van de ontwerplevensduur t.a.v. vermoeiing op basis van berekeningen is complex vanwege de driedimensionale aard en compactheid van de voegovergangsconstructie. Aantoonbaarheid op basis van vermoeiingstesten (zoals vereist bij Zulassungen in o.a. Duitsland/Oostenrijk) is eveneens lastig omdat de PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 43 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug verkeersbelasting (zwaarte en aantal aslasten) in Nederland afwijkt van die in Oostenrijk. Bewezen geschiktheid in andere landen houd niet automatisch in dat de voegovergangen ook voldoen aan de specifieke contracteisen. • Bij het ontwerp wordt onvoldoende rekening gehouden met de bestaande constructie. Er wordt niet of onvoldoende rekening gehouden met aanwezige wapening en voorspanning, die per locatie ook nog eens afwijkend kan zijn. Hierdoor ontstaan bij voorbaat al conflicten en/of schades die grotendeels vermijdbaar of te beperken zijn. • De gevoeligheid voor afwijkingen tijdens de uitvoering is hoog. Met name bij het slopen, het inboren/verlijmen van wapening en lassen treden afwijkingen op waarvan de consequenties voor het duurzaam constructief functioneren niet worden onderkend. In het ontwerp dient zo mogelijk vooraf al rekening te worden gehouden met uitvoeringsafwijkingen Bij het ontwerp en de overdracht naar de uitvoering dient aan deze aspecten aandacht te worden besteed. Een adequate communicatie met de verantwoordelijke constructeur in geval van afwijkingen dient vooraf goed georganiseerd te worden. 7.5 Aanbevelingen De conclusies van de pilot laten zien dat er bij RWS nog specialistische kennis in huis is die bij de markt en toetsende partijen nog niet aanwezig is. Kennis die wel nodig is om een goede, duurzame voeg te maken. T.o.v. het totale nieuwbouw- en onderhoudsvolume is aandeel voegovergangen slechts een klein onderdeel. Door de vele verschillende aannemers is het niet te verwachten dat de markt deze kennis zelf gaat ontwikkelen, Dit komt niet alleen uit de pilot naar voren, maar wordt ook gestaafd door de projecten waarbij voegovergangen worden ingebouwd en waar men tegen dezelfde problemen aanloopt. Naast de kennis die nodig is om te bouwen en in te bouwen, is de kennis ook nodig om te toetsen en af te nemen. Om een aantrekkelijk volume van werken te bereiken die deze kennis nodig hebben, is centralisatie nodig. Bij de uitdaging om de kennis in de markt te vergroten kan het Platform Voegovergangen en Opleggingen (PVO) een belangrijke rol vervullen. Het borgen en delen van kennis past ook bij de doelstelling van het Platform. Uit reacties binnen en buiten het PVO blijkt ook dat hier behoefte aan is. Het advies aan het PVO is dan ook om een opleiding in te richten rondom het onderwerp voegovergangen. Vanuit de pilot kan deze opleiding zich richten op de TIS die toetsen uitvoert. Aangezien een goede voeg begint bij goede specificaties en goede ontwerpen, is het aan te raden om de doelgroep ook breder te trekken, om zo ook te investeren in de voorkant. Aanbevelingen voor deze opleiding zijn: • Organiseer de opleiding voor de gehele keten en langs de lijn van het bouw- en instandhoudingproces, omdat goed functionerende voegovergangen alleen mogelijk zijn als het gehele proces op orde is. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 44 van 45 TIS-pilot vervangen voegovergangen Martinus Nijhof-brug • • • • • • Voer een marktonderzoek uit om te inventariseren welke kennisbehoefte waar ligt; verwacht wordt dat de kennisbehoefte aan enkelvoudige voegovergangen veel groter is dan voor de complexere voegovergangen. Besteed in het bijzonder veel aandacht aan schade/faalmechanismen bij de diverse soorten/typen voegovergangen (FMECA) en vermoeiingaspecten in het ontwerp Houdt rekening met de Europese ontwikkeling zoals de Construction Products Regulation (2013) en de daarmee te ontwikkelen evaluatieprocedures. (CPR – ETAsCE-marking) Organiseer de opleiding bij voorkeur langs een bekende en betrouwbare weg (zoals het PAO) om ook de juiste status en gewicht aan de opleiding te geven. Overweeg certificering van ontwerpers, bouwers en toetsers om zo een sturingsinstrument te hebben op de kwaliteit. Realiseer dit zo snel mogelijk, aangezien de leermeesters in dit vak hun pensioen naderen en de behoefte in de markt toeneemt. PVO Rapport TIS-pilot MN-brug 1.1.docx Pagina 45 van 45
© Copyright 2024 ExpyDoc