2 weging criteria definitief 04 04 2014

Tussentijdse weging criteria voor besluit aankondiging voornemen tot fusie
De fusie van de grote FNV bonden is geen doel op zich, maar moet leiden tot een sterkere FNV.
Abvakabo FNV heeft drie jaar geleden geconstateerd dat we sterker moeten worden. Het evenwicht in
de polder is immers verstoord; de positie van de werknemer is op essentiële onderdelen
verslechterd. Denk hierbij aan de doorgeslagen marktwerking en flexibilisering en de afbraak van de
sociale zekerheid. Een sterkere vakbeweging is activerend en solidair. En in een sterkere
vakbeweging hebben de (kader)leden het voor het zeggen. Activerend, solidair en democratisch. Wat
ons (congres) betreft zijn dat de drie pijlers voor in ieder geval het ongedeelde deel van de nieuwe
FNV.
Onder activerend verstaan wij (congresbesluit Abvakabo FNV 1 en 2 van 30 mei 2012):
“De vakbeweging moet sterker worden door een hogere organisatiegraad en activering. Onder activerend
vakbondswerk verstaan we: het uitvoeren van zichtbare activiteiten, gericht op leden en potentiële leden,
waarin krachtige leden en kaderleden samen op de werkvloer en daarbuiten vakbondsmacht en slagkracht
opbouwen. Het planmatig uitvoeren van activiteiten die herkenbaar zijn, doordat zij aansluiten bij wat
mensen wensen. Wensen en problemen, die veel mensen ervaren en hen soms diep raken. Het uitvoeren
van activiteiten die passen binnen een inhoudelijke agenda van de nieuwe vakbeweging.”
Leeswijzer
In deze notitie worden de verschillende wegingscriteria benoemd die in 2013 door de Bondsraad zijn
vastgesteld. De criteria zijn ingedeeld in drie pijlers en een financieel criterium, met vervolgens een
onderverdeling:
1.
Democratisch;
Functionerend LP (onderverdeling a. t/m h.)
2.
Activerend vakbondswerk;
Onderverdeling a. t/m k.
3.
Solidair;
Onderverdeling a. en b.
4.
Financieel;
Onderverdeling a. t/m d.
Bij elk criterium is een analyse, met verwijzing naar relevante documenten voor zover mogelijk, gevolgd door
een weging en eventuele aanbevelingen. De weging bestaat uit drie mogelijkheden: voldoende, op de goede
weg en onvoldoende. Hierbij kan de volgende uitleg gehanteerd worden:
Voldoende: er is in voldoende mate voldaan aan het criterium.
Op de goede weg: we zijn op de goede weg, maar er is nog niet in voldoende mate aan voldaan. Bij deze
weging volgt veelal een aanbeveling.
Onvoldoende: er is in onvoldoende mate aan voldaan.
Doel van de notitie
Doel van deze notitie is om te komen tot een tussentijdse weging. Deze tussentijdse weging is nodig om
tijdens het congres op 27 mei een besluit te nemen over het al dan niet ondertekenen van het voornemen
tot fusie. Wettelijk is het namelijk vereist om uiterlijk 1 juli het voornemen tot fusie te publiceren (onder
andere door het plaatsen van advertenties in landelijke dagbladen). Het definitieve besluit nemen we in de
eerste week van oktober 2014.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
1
1.
Wegingscriteria Democratisch
Functionerend Ledenparlement:
a.
Het Bestuur van de FNV kent politiek gewicht toe aan het Ledenparlement(LP) en dat is
zichtbaar binnen de verenigingsbesluitvorming; bij onderhandelingstrajecten wordt het LP
tijdig betrokken; bij het bepalen van de inzet, door het tussentijds delen van de dilemma's en
het "vrij" beoordelen van het eindresultaat.
Samengevoegd met criterium 1e.:
Samenstelling politieke agenda’s is op een zodanig tijdstip beschikbaar dat LP daar nog
invloed op kan uitoefenen.
Analyse:
In de statuten is onder andere in artikel 26 vastgelegd dat het Ledenparlement beslist over en goedkeuring
geeft aan bestuursbesluiten, lange termijnplannen, begroting, jaarplan FNV, beleidskaders,
onderhandelingsresultaten, etc.:
Artikel 26.1: “….aan de goedkeuring van het Ledenparlement zijn onderworpen besluiten van het algemeen
bestuur omtrent …het actuele beleid…”
Artikel 26.2: “Het ledenparlement is voorts bevoegd andere besluiten van het algemeen bestuur aan zijn
goedkeuring te onderwerpen.”
Artikel 31.1:"Aan het ledenparlement komen in de FNV vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de
wet of de statuten aan andere organen van de FNV vereniging zijn opgedragen."
Uit het verenigingsplan blijkt het volgende (pagina 14 en 15):
De FNV is een vereniging en dat betekent dat leden de koers bepalen. Binnen het Ledenparlement worden
sectoroverstijgende lijnen uitgezet en het Ledenparlement stelt beleidskaders vast voor sectoren. De
sectorplannen worden door het Ledenparlement getoetst aan die beleidskaders. De sector moeten, volgens
een nog te maken plan, democratisch worden vormgegeven en de sectoren krijgen een democratische
structuur. De sector(werk)plannen worden vooraf vastgesteld. Het sectorbestuur legt verantwoording af aan
de leden van de sector, het bestuur van de FNV en het Ledenparlement.
Uit deze cruciale en bindende documenten blijkt dat dit criterium is geborgd.
Uit de agenda’s, verslagen en moties van het LP blijkt onder andere het volgende:
-
Het LP is GEEN toezichthoudend orgaan op afstand, dat slechts 1 of 2 keer per jaar bijeen komt. Het
ledenparlement is zeer regelmatig bij elkaar gekomen (7 keer in 2013 en 3 keer in 2014), en zelfs 1
keer in een spoedzitting in verband met eenzijdige wijziging van het sociaal akkoord. Het is in een
korte tijd voor iedereen binnen, maar ook buiten, de FNV ondenkbaar dat belangrijke
besluiten/resultaten niet aan het LP ter goedkeuring worden voorgelegd.
-
De inzet bij belangrijke (SER-)trajecten wordt in het LP vastgesteld. Bij de planning van (SER)trajecten wordt rekening gehouden, ook binnen de SER, met de vergaderingen van het LP. Een
aantal beleidnotities, zoals over Europa en het Meerjarenbeleidsplan, worden eerst ter oriëntatie aan
het LP voorgelegd om in een volgende vergadering tot besluitvorming te komen. Resultaten van
belangrijke onderhandelingstrajecten worden aan het LP ter besluitvorming voorgelegd. Bij de
ondertekening van het Energieakkoord heeft de FNV iedereen laten wachten totdat het LP als hoogste
orgaan goedkeuring aan het resultaat had gegeven, alvorens wij tot ondertekening overgingen.
-
Door het LP worden regelmatig moties ingebracht en aangenomen. Het LP ontwikkelt zich tot een
koersbepalend orgaan.
2
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
De volgende dossiers zijn reeds door het LP behandeld:
-
Het Energieakkoord van de SER: het LP heeft besloten over de inzet, en heeft, zoals hiervoor
beschreven, het eindresultaat vrij kunnen beoordelen.
-
Het LP is in spoed bijeen geroepen toen de regering eenzijdig besloot tot aanpassingen van het
Sociaal Akkoord. Hiermee wordt het ledenparlement direct betrokken bij tussentijdse dilemma’s. De
tijd was echter te kort om de achterban erbij te betrekken.
-
Het LP wordt op de hoogte gehouden van ontwikkelingen en trajecten in de SER en StAr. Bij het in
werking zetten van trajecten wordt het LP direct betrokken en de inzet van de FNV wordt aan het LP
voorgelegd ter besluitvorming, zoals bij SER-trajecten Zorg en pensioenonderwerpen in de StAr.
Weging: op de goede weg
Het FNV bestuur kent politiek gewicht toe aan het LP. Het LP is geen toezichthoudend orgaan op afstand,
maar nu al koersbepalend. Dat blijkt uit de statuten, het verenigingsplan en de besluitvorming in belangrijke
trajecten.
Aanbevelingen
-
Het LP moet de gelegenheid krijgen om haar achterban bij besluitvorming te betrekken en te
raadplegen.
Het LP moet zelf actief haar positie blijven bevechten.
b. Het LP bepaalt de lange termijn koers van de FNV.
Analyse:
Op pagina 8 van het verenigingsplan staat:
“Het LP stelt het meerjarenbeleidsplan vast, waarin het beleid voor de komende jaren voor de FNV als
geheel wordt uitgestippeld. Het vormt een apart stuk dat vastgesteld wordt door het LP.”
Tijdens het congres in 2013 is op hoofdlijnen de lange termijn koers van de FNV door het LP bepaald.
Recent zijn deze hoofdlijnen concreet verwerkt in het meerjarenbeleidsplan, welke door het LP is behandeld.
Zij zullen dat binnenkort vaststellen. Daar de fusie nog geen feit is, moet de besluitvorming over de lange
termijn koers vele stations passeren, ook die van de afzonderlijke bonden. Daarom duurt het wat langer dan
gewenst. Verder is er een commissie door het Ledenparlement ingesteld die adviseert over de visie en
strategie van de FNV.
Weging: voldoende
Het LP bepaalt de lange termijn koers van de FNV; dat blijkt onder andere uit de vaststelling van het
Meerjarenbeleidsplan en de instelling van de commissie Visie en Strategie.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
3
c. Het LP neemt beslissingen over voorstellen van het algemeen bestuur voor de uitvoering van
deze koers.
Analyse:
Ten aanzien van dit punt zoeken het algemeen bestuur en parlement naar een goed evenwicht. Na
vaststelling van de hoofdlijnen van de lange termijn koers van de FNV in het congres vorig jaar is het
meerjarenbeleidsplan de concretisering van deze hoofdlijnen.
Het LP besluit in het algemeen binnen welke actuele beleidskaders het algemeen bestuur tot uitvoering kan
overgaan. Er zijn in november 2013 commissies van het LP geformeerd, die zich nauwer met een aantal
hoofdthema's bemoeien. In het najaar 2013 is bijvoorbeeld op basis van de vastgestelde hoofdlijnen de
arbeidsvoorwaardennota aan het LP voorgelegd en vastgesteld. Deze arbeidsvoorwaardennota heeft
vervolgens geleid tot de campagne Koopkracht en Echte Banen. Het campagneplan is met het LP
besproken en afgestemd. Een commissie van het LP komt maandelijks bijeen om de stand van zaken rond
de campagne te bespreken en één lid van het LP zit in het campagneteam.
Er lagen echter ook moties die een grotere bemoeienis van het LP met de dagelijkse gang van zaken
voorstonden(zie analyse volgende criterium). Met de instelling van commissies is gezocht naar een werkbare
methode.
Weging: voldoende
Het LP neemt beslissingen over voorstellen van het algemeen bestuur voor de uitvoering van de koers. Er
is discussie tot op welk (detail) niveau dat moet gebeuren.
Aanbeveling
Ledenparlement en bestuur moeten, voor wat betreft de uitvoering van de lange termijn koers, tot een
concretisering komen over wat wel en niet aan Ledenparlement voorgelegd wordt.
d. Het LP controleert het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur bij de uitvoering van hun
werkzaamheden.
Analyse:
In de statuten is vastgelegd dat het LP als hoogste orgaan ook een controlerende rol heeft. Daarnaast
hebben op grond van de statuten ook de onbezoldigde algemeen bestuursleden die rol ten aanzien van het
dagelijks bestuur. Het LP heeft uiteindelijk statutair het ultieme middel: het bestuur wegsturen. Het LP is dus
in de positie om deze taken en verantwoordelijkheden te controleren en daar consequenties aan te
verbinden. Zij krijgen alle relevante stukken of kunnen die krijgen. In de praktijk is sprake van spanning
tussen het bestuur en het LP en dan met name over de vraag hoe ver de bemoeienis dan wel de controle
van het LP gaat. Er is een motie in het LP gebracht waar voorgesteld is om tot op detailniveau (bijvoorbeeld
voorleggen van elk persbericht aan het LP en verslagen van vergaderingen van DB aan het LP sturen) het
LP te laten controleren of goedkeuren. Deze motie is door het LP afgewezen. Hieruit blijkt dat het LP van
mening is dat zij de hoofdlijnen en beleidskaders bepalen en niet voor elke handeling goedkeuring willen
hoeven geven.
Weging: voldoende
Het LP is in de positie om het bestuur te controleren en doet dat op hoofdlijnen.
4
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
e.
Samenstelling politieke agenda’s is op een zodanig tijdstip beschikbaar dat LP daar nog
invloed op kan uitoefenen.
Zie 1a. Dit criterium is met criterium 1a. samengevoegd.
f.
Het LP heeft een gestructureerde verbinding met de sectoren en lokale netwerken en is
zichtbaar door middel van overlegstructuren en achterbanraadplegingen van de
parlementsleden.
Analyse:
De helft van de (AKF-)leden van het LP zijn voor de periode tot en met 2017 verkozen uit de afdelingen van
AKF. In de bondsraad van de Abvakabo FNV is een motie aangenomen dat deze leden van het LP de nietvertegenwoordigde afdelingen moeten ‘adopteren’. Op deze manier is elke afdeling in het LP
e
'vertegenwoordigd'. In de FNV-statuten is in artikel 32.6 bepaald dat vanaf 2017 1/3 van de
vertegenwoordiging in het ADSA-deel (ADSA=afgevaardigden directe sectorale afdelingen) van het
Ledenparlement ook actief moet zijn in een lokaal netwerk. Voorts is in de statuten in artikel 35.1 het
spreekrecht in het LP voor netwerken geregeld. De verbinding met de lokale netwerken is hiermee in ieder
geval geborgd.
In het reglement directe sectorale afdelingen is vastgesteld dat elke sector een reglement moet opstellen
waar de verkiezing van afvaardiging in het LP via bijvoorbeeld sectorraad geregeld is.
Het LP moet het reglement goedkeuren. Hiermee is er sprake van borging in een democratische structuur.
Daarnaast is in het huishoudelijk reglement behoorlijk concreet verankerd dat leden bij
onderhandelingstrajecten moeten worden geraadpleegd, zowel bij aanvang, als tussentijds, als bij een
resultaat. Het LP is gerechtigd zonder last, maar uiteraard met ruggespraak (met de achterban), te oordelen.
Daarmee is ook dat geborgd.
Er zal echter nog veel moeten gebeuren om de sectoren actief bij het LP te betrekken. Dat is vooral moeilijk
doordat onze sectoren nog lang niet sterk genoeg zijn; concreter, gezegd, er zijn nog veel te weinig
kaderleden in de sectoren die zich ook nog met onze 'democratie' (kunnen) bemoeien. Daarom staat
activering en kaderopbouw hoog in het Abvakabo FNV (en inmiddels FNV-) vaandel. Zie hiervoor bij de
weging van criterium 'activering'.
Weging: voldoende
De borging van de democratische structuur in documenten is geregeld, maar in de praktijk zijn veel
sectoren nog niet sterk genoeg om die verbinding goed te organiseren. Er worden wel initiatieven genomen
om dat te realiseren.
Aanbeveling
Oproep aan ieder lid van het LP om een niet-vertegenwoordigde afdeling te adopteren en hier energie in te
steken.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
5
g.
Een sterke democratische kaderorganisatie in de sectoren en lokale netwerken. In deze
organen moeten mensen zitten met een achterban.
Analyse:
We kunnen de belangen van de leden en potentiële leden alleen goed behartigen als veel meer leden actief
zijn en zich met de bond bemoeien. Dat is een van de kernpunten voor de veranderingen binnen de
Abvakabo FNV en inmiddels ook bij de FNV. En we weten dat dat een 'project' van jaren is. Activerend
vakbondswerk moet die verandering vormgeven. Op papier is dat nu goed geborgd( zie ook de criteria
hiervoor), maar in de praktijk moet er nog heel veel gebeuren.
Wat betreft de sterke kaderorganisatie:
In het verenigingsplan draait het om activerend vakbondswerk en een sterke FNV door middel van een
sterke en actieve kaderorganisatie. Bijvoorbeeld pagina 9 van het verenigingsplan:
‘Een krachtige vakbeweging: we hebben meer en vooral meer actieve leden nodig die zelf de vakbond zijn,
of het nu aan de overlegtafel is of in een campagne of met acties. We worden weer een krachtige
vakbeweging door een hogere organisatiegraad. We hebben meer leden nodig die het verschil maken op
cruciale plekken.’
Pagina 14 van het verenigingsplan: ‘We streven ernaar dat kaderleden in sectoren zo maximaal mogelijk
worden ondersteund in het opbouwen van een sterke positie.’
Pagina 16 van het verenigingsplan:
‘Kaderopbouw is een expliciet doel van de programma’s organizing en handhaving en naleving. Maar ook
los van deze programma’s is kaderopbouw zeer belangrijk voor de FNV.’ En ‘Kadervorming en
kaderacademie versterken het activerend vakbondswerk.’
Pagina 23 van het verenigingsplan: ‘FNV wil een kaderorganisatie zijn.’
Maar ook in het meerjarenbeleidsplan en het bedrijfsplan komt het activeren en versterken van kaderleden
en hun organisatie prominent terug. Pagina 8 van het Meerjarenbeleidsplan: ‘Om de toekomst van de FNV
te waarborgen, is versterking van het vakbondswerk en de vereniging gekozen als hoofdprioriteit. De FNV
moet zich laten zien via krachtige, herkenbare sectoren en daarmee nieuwe (kader)leden aan zich binden.’
Pagina 10 van het Bedrijfsplan: ‘Voor de uitvoering staat activerend vakbondswerk centraal…. waarin
krachtige leden en kaderleden samen op de werkvloer en daarbuiten vakbondsmacht en slagkracht
opbouwen. ‘
Pagina 18 van het bedrijfsplan: ‘Belangrijke uitgangspunten voor inrichting en werkwijze van de
werkorganisatie zijn: activerend en campagnematig werken staat centraal en geldt als kerncompetentie.’
Pagina 25: ‘In het programma versterkend vakbondswerk zijn de organisatieonderdelen die zich expliciet
bezighouden met de ontwikkeling van het activerend vakbondswerk en campagnematig werken geclusterd:
organizing, programma naleving en handhaving, en kaderontwikkeling en –ondersteuning.’
De FNV wil dat activerend vakbondswerk onder andere vorm geven met de campagne 'koopkracht en echte
banen'. Bij het criterium activering zal worden aangegeven welke initiatieven er (nog meer) zijn/worden
genomen.
6
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
Weging: op de goede weg
Activerend vakbondswerk moet leiden tot een grotere en actievere achterban. Dit is helder en duidelijk
verwoord in cruciale en bindende documenten. Dit wegingscriterium is echter zo verwoord dat die sterke
democratische kaderorganisatie er al moet zijn. Dat is nog niet het geval en kan ook niet in een jaar
gerealiseerd zijn. Omdat het is geborgd in cruciale en bindende documenten en in gang wordt gezet, zijn we
op de goede weg.
Aanbevelingen
-
Bij het bepalen van het moment waarop de zeggenschap wordt verplaatst, moet worden bekeken of
sectoren sterk genoeg zijn.
De Abvakabo FNV sectoren moeten zelf nog flink aan de slag om te komen tot een sterkere
kaderorganisatie in sectoren. De structuur en de achterban voor de drie sectoren, Overheid, Zorg en
Welzijn en PD in OMS moet nog verder opgebouwd worden.
h.
Invloed van leden op de onderhandelingstrajecten moet worden georganiseerd.
Analyse:
De invloed van de leden op de onderhandelingstrajecten is met name in het huishoudelijk reglement
geregeld. De leden moeten voorstellen doen en de inzet vaststellen. Daarnaast dient er tussentijds te
worden teruggekoppeld. En uiteraard beoordelen leden het onderhandelingsresultaat.
Weging: voldoende
De borging in cruciale en bindende documenten is absoluut in orde.
2.
Wegingscriteria Activerend Vakbondswerk
a.
Organizing is geborgd en apart direct onder de directeur gepositioneerd.
Analyse:
Op pagina 25 van het bedrijfsplan staat duidelijk dat Organizing onder het programma versterkend
vakbondswerk valt en rechtstreeks onder de Algemeen Directeur is gepositioneerd. De manager Organizing
legt rechtstreeks verantwoording af aan de directeur. Organizing is een vast onderdeel van het programma
Activerend Vakbondswerk en wordt breder ingezet binnen het ongedeelde deel (pagina 27 van het
bedrijfsplan): ‘…de formatie 2018 is gelijk aan of groter dan de huidige formatie.’ De borging is via het
bedrijfsplan geregeld. De borging is verder zeker gesteld door het beleggen van de portefeuille in het FNV
bestuur.
Weging: voldoende
In de nieuwe FNV is organizing geborgd en rechtstreeks onder de directeur gepositioneerd.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
7
b.
Het aantal actieve leden, met een representatieve achterban, wordt vergroot. De wijze
waarop hieraan vorm wordt gegeven moet zichtbaar zijn bij de inrichting van de
werkorganisatie.
Analyse:
Activerend vakbondswerk moet leiden tot meer actieve leden met een (actieve) achterban. Op verschillende
plaatsen wordt het belang van activerend vakbondswerk onderschreven. Bij 1g is al aangegeven dat
activerend vakbondswerk absoluut hoofdprioriteit is. De wijze waarop hieraan vorm wordt gegeven blijkt uit
de samenvatting Cluster 4 en het bedrijfsplan. Met name pagina 25 tot en met 30 gaan over activerend
vakbondswerk en hoe hier door middel van organizing, kaderontwikkeling en – ondersteuning en programma
‘naleving en handhaving’ invulling aan wordt gegeven. Organizing gaat in essentie over een sterke vakbond
op de werkvloer, een vakbond met achterban. Afdeling kaderopbouw zal kaderleden gaan ondersteunen,
trainen en scholen. Programma naleving zal zich met name richten op het collectief afdwingen van rechten,
door vakbondsmacht. De sterke nadruk op activerend vakbondswerk heeft geleid tot de wijze waarop de
werkorganisatie wordt ingericht. Deze insteek heeft er ook toe geleid dat de FNV actiever is; er wordt
aantoonbaar meer actie gevoerd, gelinkt aan de campagne 'koopkracht en echte banen'.
Weging: voldoende
Het aantal actieve leden is door de campagne vergroot. De manier waarop we tot meer actieve leden met
een representatieve achterban komen, is met 'activerend vakbondswerk' geborgd in alle documenten.
c.
d.
Kaderschool is opgericht.
In de werkorganisatie van de nieuwe FNV is een basistraining voor kaderleden ingericht.
Analyse:
Allereerst: met kaderschool en kaderacademie wordt hetzelfde bedoeld. Op pagina 25 van het
verenigingsplan staat: ‘De kaderacademie is een onderdeel van FNV.’ En: ‘De Kaderacademie wordt
gefaseerd ingevoerd. Voor 2014 wordt het maatwerk voor sectoren nog vanuit de huidige bonden gedaan.
Vanaf 2015 wordt dat gecontinueerd vanuit de te ontwikkelen Kaderacademie.’ Er wordt een Kaderacademie
opgericht die in feite als kaderschool moet fungeren. De oprichting is nog geen feit, maar staat in de
steigers. Verder is in het verenigingsplan onze eis ook opgenomen: ‘Het uitgangspunt is dat de scholing
gebeurt door trainers in eigen dienst, maar in een aantal gevallen zal bijzondere expertise van buiten
ingehuurd worden, bijv. voor overheidsfinanciën of analyse flitskapitaal.’
Op pagina 27 van het bedrijfsplan is vervolgens de Kaderacademie in de werkorganisatie ondergebracht:
‘Een belangrijk instrument voor kaderontwikkeling is de Kaderacademie.’
Taken, activiteiten en verantwoordelijkheden zijn (pagina 28 van het bedrijfsplan): ‘…op vraag en op maat
trainingen en opleidingen verzorgen (voor kaderleden en bestuurders) en de regie daarvan..’ en
‘…kaderscholing: als instrument wordt de Kaderacademie ontwikkeld…’
Als laatste alinea van het verenigingsplan (pagina 26) staat: ‘Kaderleden in sectoren en netwerken moeten
goed begeleid en gecoacht worden door de werkorganisatie. De begeleiding moet worden afgestemd op de
behoefte van de kaderleden en vereisten die de functie stelt. Kaderondersteuning speelt hier een belangrijke
rol in.’ In het kaderstatuut is een introductiegesprek opgenomen en het recht op scholing (pagina 8,
respectievelijk onder punt 3 en 5). Er komt in die kaderschool uiteraard een basistraining voor kaderleden.
FNV Bouw is bereid een deel van haar bovenvermogen te investeren in de start van deze 'school'.
8
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
Weging: op de goede weg
Het vastleggen van de oprichting in cruciale en bindende documenten zorgt voor de borging. De realisatie
kan pas vanaf 2015 een feit worden. Bij de oprichting van de Kaderacademie zal ook een basistraining voor
kaderleden geregeld worden.
e.
De campagnes die gevoerd worden zijn activerend en themagericht.
Analyse:
Het arbeidsvoorwaardenbeleid (in het LP vastgesteld najaar 2013) is rechtstreeks gekoppeld aan de
campagne Koopkracht en Echte Banen. Door de koppeling van de campagne aan onze
arbeidsvoorwaardeninzet is zowel intern als extern volstrekt helder waar de FNV voor gaat.
Onderhandelingstrajecten en acties worden afgestemd. De coördinatie valt ook journalisten op; verschillende
redactionele commentaren besteden aandacht aan onze strategie. Maar belangrijker nog, we boeken
resultaten op koopkracht en echte banen. Onderdeel van onze campagne is ook de actie tegen ‘Werken
zonder loon’. In Limburg worden honderden uitkeringsgerechtigden verplicht bij PostNL te werken zonder
loon. In Amsterdam moeten honderden uitkeringsgerechtigden archiefmateriaal van een nietje ontdoen en
scannen, zonder loon. De voorbeelden zijn inmiddels talrijk. In dit deel van de campagne concentreren we
ons op een aantal gemeenten en wordt de verdringing en uitbuiting aan de orde gesteld. Dat doen we via
druk op de gemeenteraad en de werkgever. De coördinatie op dit onderdeel van de campagne heeft al
geleid tot een minder strenge wet op dit punt. Tevens zal het fenomeen 'aanbesteden' in een aantal
gemeenten worden opgepakt. Aanbesteden leidt veelal tot slechtere kwaliteit, en slechtere
arbeidsvoorwaarden en omstandigheden. In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen zijn er 65
lokale debatten georganiseerd over de FNV thema's. De thema’s zijn duidelijk (en komen voort uit de
hoofdprioriteiten van de FNV), zoals koopkracht, echte banen en terugdringen flex. Onder deze thema’s
hangen de verschillende activiteiten zoals eerder genoemd. De startbijeenkomst op 30 november is met
10.000 (kader)leden zeer goed bezocht. Acties en activiteiten 'mogen' alleen onder de vlag 'koopkracht en
echte banen' meedoen, als ze activerend zijn. Er is door de FNV in jaren niet zoveel beweging (activering)
gegenereerd als de laatste maanden. Ook uit recente media-uitingen (bijvoorbeeld RTL journaal) blijkt dat de
media van mening zijn dat de FNV effectief campagne voert op het thema koopkracht. Hiermee zijn de
eerste stappen gezet die tot verandering en activering leiden. Er zijn geen andere campagnes door de FNV
gevoerd.
Weging: voldoende
De eerste campagne die activerend en themagericht is, is een feit (Koopkracht en Echte Banen).
f.
Er moet een landelijke dekking zijn van Lokale netwerken binnen de nieuwe FNV. Lokale
netwerken worden, ook financieel, optimaal gefaciliteerd.
Analyse:
In de statuten is in artikel 30a. de borging van lokale netwerken geregeld. In het verenigingsplan (pagina 17
t/m 19) worden de lokale netwerken georganiseerd en toegezegd dat ‘… activiteiten kunnen doorlopen.’
Over het financieren en faciliteren staat in het verenigingsplan: ‘De lokale netwerken worden gefinancierd op
basis van activiteiten- en werkplannen. De begeleidend bestuurder moet de opstelling daarvan faciliteren. Bij
die plannen hoort een begroting. De kaders worden landelijk vastgesteld door het LP. De budgetsystematiek
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
9
volgt in april.’ En ‘De lokale netwerken worden ondersteund door een team van bestuurders die als
aandachtgebied het lokale en regionale vakbondswerk hebben en het er dus niet “bij doen”. Zij begeleiden,
adviseren en scholen de lokale netwerken. Daarbij kan natuurlijk ook gebruik gemaakt worden van
ondersteunende diensten als kaderontwikkeling, communicatie en marketing en de beleidsafdeling in
integrale teams.’
In het meerjarenbeleidsplan (pagina 8): ‘Lokaal FNV is verantwoordelijk voor belangenbehartiging op
gemeentelijk niveau. Het oprichten van netwerken wordt vanuit de vereniging ondersteund.’
In het bedrijfsplan is op pagina 22 t/m 24 is de borging in de werkorganisatie geregeld.
Er komt een regeling lokale netwerken (medio april 2014, waarin onder andere de besluitvorming rond de
oprichting van de lokale netwerken wordt geregeld en het bestaansrecht van lokale netwerken wordt
geborgd.
De vakbondshuizen kunnen ruimte bieden aan activiteiten, afhankelijk van de regionale situatie. Er wordt
gestreefd naar een landelijk dekkend netwerk. Voor 1 juli 2014 worden er FNV brede, regionale conferenties
georganiseerd om tot een landelijke dekking van lokale netwerken te komen. Wij constateren dat tweederde
van onze afdelingen al in gesprek is met andere bonden over het organiseren van lokale netwerken. Een
aantal afdelingen zijn al verder dan dat.
Er is afgesproken dat, zolang er nog geen lokale netwerken met gekozen bestuur tot stand zijn gekomen, de
huidige activiteiten kunnen doorlopen.
Er zijn echter nog zorgen over de financiering(nog niet geregeld), faciliteiten en huisvesting. Met betrekking
tot dat laatste is er op een aantal plaatsen onduidelijkheid over behoud van locaties.
Weging: op de goede weg
De borging van lokale netwerken is in cruciale en bindende documenten geregeld.
We zijn op weg naar een landelijk dekkend netwerk, maar er zijn gebieden waar nog onvoldoende
activiteiten zijn ontplooid om te komen tot een lokaal netwerk.
Aanbevelingen
Voor 1 oktober 2014 moet er een landelijk dekkende indeling zijn.
De financiën en faciliteiten( inclusief huisvesting) van lokale netwerken moet op vergelijkbaar niveau
van Abvakabo FNV zijn.
g.
In de werkplannen van de (focus)sectoren wordt aangegeven wat het BOND-issue is en hoe
daarin verbetering kan worden gerealiseerd. Kwaliteit van het werk, opinieleiderschap en een
offensieve aanpak zijn belangrijke uitgangspunten. In de aanpak speelt kaderopbouw een
essentiële rol. Er komt een verantwoordingssysteem voor bestuurders.
Analyse:
Er zijn nog geen werkplannen van focussectoren of prioriteitssectoren als zodanig gepubliceerd (staat wel in
de planning, maar proces is nog niet in die fase). Op pagina 8 van het verenigingsplan is het BOND-issue
opgenomen: ‘Het gaat om issues die mensen raken (Breed gedragen, Oplosbaar, Nu, Diepgevoeld (BOND))
en die we samen met onze leden aanpakken.’ In het meerjarenbeleidsplan is een van de hoofdprioriteiten:
Gewoon Goed Werk. Hiermee is de kwaliteit van werk opgenomen in het meerjarenbeleid en daarom moet
dit in de werkplannen terugkomen. In het verenigingsplan (pagina 16) is opgenomen dat kaderopbouw
essentieel onderdeel van de activiteiten is en dat activerend vakbondswerk de norm is. Hiermee is het een
vereiste dat het in de werkplannen terugkeert.
10
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
De kaders voor de sectorplannen c.q. werkplannen zijn hiermee vastgelegd. De uitwerking in sectorplannen
moet nog plaatsvinden. Op dit moment zijn ze er niet. Er is nog geen verantwoordingssysteem voor
bestuurders, en dit komt ook nog niet in de plannen voor.
Weging: op de goede weg
De kaders voor de sectorplannen zijn helder en voldoen aan onze criteria. De plannen zullen er echter op
zijn vroegst eind 2014 zijn. Er is (nog) geen verantwoordingssysteem voor bestuurders.
Aanbevelingen
Er moet een verantwoordingssysteem voor bestuurders komen en een concreet plan van aanpak
moet voor 1 oktober 2014 in de plannen terug te vinden zijn.
De sectorplannen moeten goedgekeurd worden door de kaderleden van de betreffende sector.
h.
De marketingcampagnes sluiten aan bij activeringscampagnes.
Analyse:
De campagne Koopkracht en Echte Banen heeft FNV breed dezelfde marketing die consequent wordt gebruikt.
Het beleid is gericht op dit criterium. De uitvoering is te zien in de campagne Koopkracht en Echte Banen.
Weging: voldoende
i.
Bestuurders zijn geschoold in activering/organizing. Functieprofielen (van alle medewerkers
en bestuurders in het bijzonder) zijn gericht op (affiniteit met en) competenties met activerend
vakbondswerk.
Analyse:
Een groot deel van de huidige bestuurders van AKF heeft een eerste scholing gehad. Tot 1-1-2015 zal het
niet mogelijk zijn dit voor alle bestuurders te regelen. Pas vanaf 1-1-2015 zal de werkorganisatie een feit zijn
en is gezamenlijke aansturing op dit punt pas mogelijk. Desondanks is er in diverse documenten al iets over
vastgelegd:
In het bedrijfsplan (pagina 11): ‘…Daarbij is veel aandacht voor de ontwikkeling van vaardigheden en
competenties die horen bij de nieuwe FNV. Die aansluiten bij de strategie van activerend vakbondswerk…’
In het Meerjarenbeleidsplan op pagina 9: ‘Opleiding en ontwikkeling van medewerkers op het gebied van
activerend vakbondswerk in de plannen opnemen.’
Van functieprofielen voor de nieuwe werkorganisatie is op het moment van schrijven van deze notitie nog
geen sprake. Er is wel sprake van een duidelijke vereiste van bestuurders als het gaat om de beschrijving
van hun rol in het verenigingsplan en het bedrijfsplan. Zij zijn verantwoordelijk voor het activeren van (kader)
leden en het uitvoeren van activerend vakbondswerk.
Weging: op de goede weg
In de huidige documenten zijn de vereisten, zoals genoemd in dit criterium, al opgenomen.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
11
Aanbeveling:
Er moet extra impuls komen voor scholing, training en coaching van bestuurders en medewerkers voor
activerend vakbondswerk.
j. Er zijn voldoende middelen beschikbaar om uitvoering te geven aan activering; er moet veel
meer geld van secundair naar primair proces om activerend vakbondswerk vorm te geven.
Analyse:
Zowel Abvakabo FNV als FNV Bondgenoten hebben deze ontwikkeling al ingezet. In de komende begroting
(uiterlijk juni 2014) zal dit terug te zien zijn. Dit is een onvermijdelijk gevolg van de afspraken in onder andere
verenigingsplan, meerjarenbeleidsplan en bedrijfsplan. De begroting zal in lijn zijn met deze afspraken. Een
voorbeeld waaruit duidelijk blijkt dat meer op activering wordt geïnvesteerd zijn onder andere Bureau
Naleving en Handhaving en de afdeling kaderopbouw.
Weging: voldoende
De begroting is nog niet beschikbaar, maar in cruciale en bindende documenten zijn leidende en dwingende
afspraken hierover vastgelegd.
k.
Er staat een werkorganisatie die is toegerust om de vereniging op alle niveaus te
ondersteunen, integraal activerend vakbondswerk verricht in sectoren, een adequate
dienstverlening biedt en de primaire processen inricht. Het moet een werkorganisatie zijn
waar de vereniging van Abvakabo FNV vertrouwen in heeft en passend bij de doelstellingen
die zij nastreeft.
Analyse:
In onder andere verenigingsplan, meerjarenbeleidsplan en het bedrijfsplan staat activerend vakbondswerk
als integraal onderdeel van alle activiteiten centraal. De sectoren zullen ondersteund worden door integrale
teams uit de werkorganisatie, waaronder kaderopbouw en – ontwikkeling. De uitgangspunten voor deze
integrale teams zijn het activerend vakbondswerk. Er worden extra mensen vrijgemaakt voor de
intensivering van lokale netwerken. De beschikbare formatie voor kaderopbouw zal meer dan ooit gericht
zijn op training en scholing. Organizing zal gelijk aan of hoger zijn dan de huidige bezetting. Echter, het
Organisatie Ontwikkelingplan zal in de loop van april/mei worden vastgesteld en die wordt op basis van de
eerder genoemde documenten vastgesteld. Afgesproken is verder dat zolang de fusie gaande is de ‘winkel
open blijft’.
Weging: op de goede weg
De uitgangspunten zijn in cruciale en bindende documenten opgenomen. De werkorganisatie 'staat' er
echter nog niet(later gepland), want er zouden geen onomkeerbare besluiten worden genomen.
Aanbeveling:
Het OOP moet leiden tot een, in onze ogen, adequate werkorganisatie vanaf 1-1-2015, waarbij de
dienstverlening aan onze leden wat betreft kwaliteit gelijkwaardig is aan huidig Abvakabo FNV niveau.
12
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
3.
Wegingscriteria Solidair
a.
Solidariteit moet worden georganiseerd en is een essentieel uitgangspunt in onze aanpak en
strategie.
Analyse:
In de statuten, artikel 5, staat de grondslag van de FNV: ‘De FN vereniging hanteert als uitgangspunt
(internationale) solidariteit tussen werkenden en niet-werkenden onderling.’ Voorts bepaalt artikel 8.1 k van
de statuten dat solidariteit moet worden georganiseerd.
Het verenigingsplan heeft als thema: Krachtig, Sociaal, Solidair. Solidariteit komt overal in het
verenigingsplan tot uiting. In de missie van de FNV staat: ‘…en maken ons elke dag sterk voor een
rechtvaardige en solidaire verdeling van werk, welvaart, welzijn en macht…’ Op pagina 4 van het
Meerjarenbeleidsplan staat: ‘Voor een democratische samenleving en (internationale) solidariteit.’ En ‘Op
meerdere plekken in de officiële startdocumenten voor de Vereniging wordt het belang benadrukt dat de
FNV toekent aan (internationale) solidariteit. ‘ In het bedrijfsplan op pagina 9; ‘Samen op weg naar een
krachtige, sociale en solidaire FNV.’ Solidariteit is, in feite net als nu bij Abvakabo FNV en de andere
fusiepartners, een intrinsiek onderdeel van de vereniging en organisatie. In de campagne koopkracht en
echte banen wordt de solidariteit gestimuleerd en georganiseerd.
Weging: voldoende
Solidariteit (die moet worden georganiseerd) als basisprincipe voor de FNV is geborgd in cruciale en
bindende documenten.
b.
▪
▪
Financiële solidariteit:
Begroting: de rijke sectoren helpen arme sectoren.
Sterke sectoren helpen zwakke sectoren in tijd en middelen.
Analyse:
In de samenvatting van Cluster 4 staat het volgende: ‘…de som is meer dan de afzonderlijke delen: Het
financiële systeem is een solidair systeem, waarin inkomsten centraal worden geïnd en herverdeeld. Dit
gebeurt op basis van heldere criteria die leiden tot een basisbudget per sector en op basis van plannen
waarvoor aanvullend budget wordt aangevraagd. Meer leden betekent meer budget. Op deze manier is
solidariteit dichtbij en zichtbaar, ook over sectoren heen.’
Ook in het verenigingsplan is opgenomen dat er sprake is van een solidaire verdeling tussen de sectoren.
De sectoren krijgen een basisbudget. Bovenop het basisbudget wordt door middel van onderbouwing en
jaarplannen door sectorbesturen aanvullend jaarbudget en extra ondersteuning vanuit de werkorganisatie
aangevraagd als dat nodig is om de belangenbehartiging in de sector goed vorm te geven. De
budgetsystematiek wordt verder uitgewerkt en volgt in april 2014. De begroting voor de nieuwe FNV volgt in
juni 2014. Voorts wordt gewerkt aan een regeling voor het verdelen van de middelen.
Weging: op de goede weg
De uitgangspunten zijn vastgelegd in documenten en we zijn in afwachting van de begroting en
systematiek.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
13
4.
Wegingscriteria Financiële kaders
Algemeen:
In een eerder stadium zijn er veel discussies geweest over de financiën, mede naar aanleiding van de
ervaring op dit gebied bij FNV Bondgenoten. Om die reden is extra aandacht geweest voor de financiën. In
de afgelopen maanden is er in het kader van de Due Diligence (fase 2) onderzocht, op basis van de
vastgestelde begrotingen 2014, wat de financiële risico’s zijn met betrekking tot het te verwachten
exploitatieresultaat bij aanvang van de fusie en de jaren daarna. Om een goede vergelijking van de
toetredende bonden te kunnen maken, is alle financiële informatie berekend op basis van de
geüniformeerde uitgangspunten. De hoofdconclusie van dit onderzoek is dat de FNV en bonden financieel
gezond zijn. De uitgebreidere uitkomsten van deze Due Diligence zijn te vinden in de Rapportage Due
Diligence 2b (Begroting 2014 en meerjarenraming).
a.
•
Balans opbrengsten en kosten wordt strikt bewaakt en verbeterd:
sluitende taakstellende begrote exploitatie;
Analyse:
In de opdracht aan de nieuwe algemeen directeur van de FNV is onder meer opgenomen de opdracht om zo
spoedig mogelijk te starten met de vastgestelde planning & control cyclus om te komen tot een sluitende
exploitatiebegroting voor 2015. Deze opdracht heeft vervolgens geleid tot het opstellen van een plan van
aanpak “Begrotings- en werkplancyclus 2015”. Dit plan van aanpak is besproken en goedgekeurd in het
Penningmeestersoverleg d.d. 19 maart 2014 en is voorgelegd aan het Besturenoverleg. De uitvoering van
dit plan van aanpak is inmiddels gestart. Belangrijke taakstellende input voor deze exploitatiebegroting 2015
is het organisatieontwikkelingsplan dat eind maart 2014 in conceptvorm gereed zal zijn.
Weging: voldoende
Aan dit criterium is in zoverre voldaan dat de afspraken/vereiste zijn vastgelegd in cruciale en bindende
documenten (opdracht aan algemeen directeur, plan van aanpak Begrotings- en werkplancyclus 2015).
•
verbetering opbrengsten door streven naar meer leden en hogere organisatiegraad;
Analyse:
Deze ambitie is vastgelegd in het (concept) Verenigingsplan FNV 2014-2017 en het (concept)
Meerjarenbeleidsplan FNV 2014-2017. In de nog op te stellen Beleidskaderbrief 2015 (onderdeel van de
Begrotings- en werkplancyclus 2015) wordt deze ambitie concreet vertaald naar prioriteiten en doelen voor
2015.
Weging: op de goede weg
De borging van deze ambitie is geregeld in o.a. het (concept) Verenigingsplan 2014-2017 en het (concept)
Meerjarenbeleidsplan FNV 2014-207). De vertaling van deze ambitie in concrete doelstellingen en
activiteiten (in 2015) zal echter nog moeten gebeuren. De begroting 2015 en de sector- en afdelingsplannen
zijn hiertoe belangrijke, nog op te stellen documenten.
14
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
•
effectief en efficiënt inzetten van middelen van de bond op doelen ongedeelde deel.
Analyse:
Het effectief en efficiënt inzetten van middelen wordt nader geconcretiseerd in het
organisatieontwikkelingsplan. Deze effectieve en efficiënte inzet van middelen wordt vervolgens geborgd in
de sluitende exploitatiebegroting 2015 FNV.
Weging: op de goede weg
Op dit moment is er nog geen organisatieontwikkelingsplan beschikbaar. Bij gebrek aan daadwerkelijke
plannen kan, ondanks de in het bedrijfsplan vastgelegde ambitie om te streven naar het effectief en efficiënt
inzetten van middelen (synergievoordelen), nog niet aan dit criterium worden voldaan.
b.
•
o
Streven naar voldoende vermogen (buffer voor risico):
Normen voor eigen vermogen en weerstandskas:
Eigen vermogen 150% jaarbegroting;
Analyse:
Deze norm is vastgelegd in de financiële kaders voor het ongedeelde deel na samenvoeging (cluster IV,
hoofdstuk 6), alsmede in de financiële kaders tijdens de transitieperiode nieuwe FNV.
(documenten zijn reeds in oktober 2013 voorgelegd aan de Bondsraad).
o
Beleggingsbuffer en –beleid: Een beleggingsbuffer en –beleid waardoor per jaar de
kans<2,5% dat normvermogen <150% en in 15 jaar <1% dat normvermogen <75%);
Idem. Zie boven.
o
Weerstandskas: 1 – 1,5 dag per lid (inclusief niet werkenden), dotatie €2 per lid per jaar
indien tussen deze grenzen, bijstorting ultimo jaar indien onder ondergrens, geen dotatie
indien boven bovengrens en alleen positieve vermogensrendementen toerekenen (negatieve
ten laste eigen vermogen).
Idem. Zie boven.
Weging: voldoende
De borging van deze normen is in diverse cruciale en bindende documenten geregeld. Er wordt gestreefd
naar het zo snel mogelijk voldoen aan deze normen vanaf de start van de nieuwe organisatie, maar
hiermee zijn deze criteria op dit moment nog geen werkelijkheid. Wel hebben de diverse bonden inmiddels
–gedurende de transitieperiode- de nodige stappen gezet in de richting van de totaliteit aan financiële
uitgangspunten en normen zoals die vanaf 2015 zullen gelden. De verwachting is dat bij de aanvang van de
fusie, ondanks incidentele kosten die samenhangen met de fusie en reorganisatie, voldaan wordt aan de
gestelde normen. Een en ander is terug te vinden in de Rapportage Due Diligence 2b (Begroting 2014 en
meerjarenraming) en de toelichtende notitie hierbij.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
15
•
Vrij vermogen (vermogen meer dan bufferfunctie) wordt alleen incidenteel ingezet voor de
doelen van het ongedeelde deel of zeer geleidelijk voor structurele uitgaven bestemd die
tijdig afgebouwd kunnen worden als vrij vermogen opraakt.
Analyse:
Er zijn bonden met meer vermogen dan strikt noodzakelijk op basis van de afgesproken buffers (zogeheten
“bovenvermogen”). Het vermogen van de FNV blijft zoals afgesproken apart gepositioneerd. FNV
Bondgenoten zet haar ‘bovenvermogen’ in via een bestemmingsreserve. Alle vermogenscomponenten
worden gepositioneerd bij de fusie organisatie.
Voor de aanwending van deze specifieke bovenvermogens is er betrokkenheid met de andere sectoren en
zijn er ook mogelijkheden voor andere sectoren om initiatieven te ontplooien. Deze komen ten goede aan de
gehele FNV en dragen bij aan de versterking van de FNV. Bij FNV Bouw is het voorstel dit via dubbele
besluitvorming mogelijk te maken. Dat betekent dat op voordracht van het Algemeen Bestuur en/of de sector
Bouw, vertegenwoordigers van de sector Bouw van het ledenparlement én het Ledenparlement hierover
besluiten. Ook FNV Kiem heeft in haar voorstellen voor besteding van het door haar ingebrachte
bovenvermogen eenzelfde systematiek opgenomen.
Weging: voldoende
Aan dit criterium is in zoverre voldaan dat er een heldere systematiek van besluitvorming over de specifieke
aanwending van het eventuele bovenvermogen is vastgelegd in cruciale en bindende documenten. Echter,
hiermee is het nog geen gerealiseerde werkelijkheid.
•
Een verantwoord beleggingsbeleid dat aansluit op dit streven en bewaking daarvan.
Analyse:
Het beleggingsbeleid voor FNV dient nog te worden opgesteld. Naar verwachting zal dit in het voorjaar
gebeuren. Allereerst wordt de structuur voor het opstellen, vaststellen en bewaken van het beleggingsbeleid
ingericht.
Weging: voldoende
Aan dit criterium is in zoverre voldaan dat er heldere afspraken zijn gemaakt over de totstandkoming van
een verantwoord beleggingsbeleid en de noodzakelijke bijbehorende governance structuur. In het voorjaar
van 2014 zal het gezamenlijke beleggingsbeleid gereed zijn. In de tussentijd wordt bijvoorbeeld uitgegaan
van de meest gebruikte beleggingsmix binnen de fuserende organisaties.
c.
•
16
Streeft naar een goede inrichting van de governance met voldoende checks and balances:
Heldere explicitering en verdeling van domeinen taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden (t.b.v.) van de verschillende geledingen binnen het ongedeelde deel:
tot de geledingen van het ongedeelde deel behoren minimaal het ledenparlement, het
bestuur, de sectoren, de audit commissie (onafhankelijk toezicht) en (de leiding van) de
werkorganisatie.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
Analyse:
In de statuten van de FNV zijn de verdelingen van domeinen taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van het ledenparlement, dagelijks en algemeen bestuur en audit commissie
vastgelegd. In het bedrijfsplan zijn deze domeinen voor (de leiding) van de werkorganisatie in eerste
instantie vastgelegd.
Weging: voldoende
Om ervoor zorg te dragen dat de FNV ook na de fusie financieel gezond blijft, wordt momenteel gewerkt
aan de governance structuur (auditcommissie, beleggingscommissie).
•
Een planning & control cyclus die aansluit op de taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden.
Analyse:
Er is inmiddels een planning & control cyclus voor de nieuwe FNV in hoofdlijnen opgesteld. Deze planning &
control cyclus is van toepassing met ingang van 2015. Het jaar 2014 is een overgangsjaar waarin de
bestaande bonden een gezamenlijke begroting en werkplan voor 2015 maken.
Vanwege het fusieproces moet deze begroting 2015 in juni 2014 al beschikbaar zijn. Dit vereist in 2014 een
meer topdown benadering dan normaal wenselijk. Een beschrijving van de planning & controlcyclus voor
FNV is opgenomen in het organisatieontwikkelingsplan FNV, beschikbaar medio april 2014.
Weging: voldoende
Aan dit criterium is in zoverre voldaan dat de beoogde planning & controlcyclus voor de nieuwe FNV in
hoofdlijnen is vastgelegd. Deze planning & controlcyclus dient echter nog wel verder in detail te worden
uitgewerkt t.b.v. een goede aansluiting op de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de
diverse betrokkenen.
d.
•
Streeft naar een belangenbehartiging die in de basis voor alle leden gelijk is en ook keuzes
mogelijk maakt om de doelen van het ongedeelde deel beter na te streven met als
toetsingscriteria:
Harmonisering Contributies (gedragen besluiten): één contributieregeling en één set van
voorwaarden voor (de collectieve en) individuele belangenbehartiging die geldt voor alle
leden; en heldere doelen en prioriteiten voor de collectieve belangenbehartiging.
Analyse:
Er is inmiddels een uitgebreid voorstel voor de harmonisatie van de contributieregelingen opgesteld en
voorgelegd aan de bondsraden van de bonden van het ongedeelde deel. Deze notitie is besproken in de
Bondsraad van Abvakabo FNV op 4 maart 2014.
Weging: voldoende
Aan dit criterium is in zoverre voldaan dat de beoogde harmonisatie van contributies is vastgelegd.
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie
17
•
Centrale inning van alle inkomsten; zij worden ingezet en verdeeld binnen de door het
ledenparlement gestelde kaders in begroting en werkplan; het binnen de begroting voor
sectoren beschikbare gedeelte wordt ingezet en verdeeld op basis van begrotingen en
werkplannen en vastgesteld door sectorraad/sectorparlement. Sectoren beschikken op basis
van plannen over een basisbudget en eventueel een aanvullend budget. Uitgangspunten zijn
transparantie en gelijke behandeling, zo mogelijk meer leden/bijdragen = meer budget,
efficiencybevordering door onderbouwing van alle budgetten in plannen.
Analyse:
De uitgangspunten voor de financiering van de sectoren zijn uitgewerkt in Cluster IV (hoofdstuk 6) en het
Bedrijfsplan FNV. Deze uitgangspunten dienen nog nader te worden uitgewerkt en geconcretiseerd, onder
meer ten behoeve van het opstellen van een Begroting en werkplan 2015 FNV. Een eerste voorstel voor
deze concretisering wordt momenteel voorbereid door het Penningmeestersoverleg.
Weging: op de goede weg
De borging van de autonomie en de systematiek van financiering van de sectoren is slechts op hoofdlijnen
geregeld, in onder meer het document Cluster IV, Hoofdstuk 6 alsmede in het bedrijfsplan. Echter, de hierin
geformuleerde uitgangspunten blijken op verschillende manieren te worden geïnterpreteerd. De
penningmeesters van de diverse bonden werken momenteel aan een voorstel voor nadere uitwerking en
concretisering van de uitgangspunten m.b.t. de mate van autonomie en de gewenste
financieringssystematiek van de sectoren.
•
Een goede planning & control cyclus die er voor zorgt dat de vertaling van doelen naar
werkplannen, activiteiten en verantwoording plaatsvindt
Analyse:
Er is inmiddels een planning & control cyclus voor de nieuwe FNV in hoofdlijnen opgesteld. Deze planning &
control cyclus is van toepassing met ingang van 2015. Het jaar 2014 is een overgangsjaar waarin de
bestaande bonden een gezamenlijke begroting en werkplan voor 2015 maken. Vanwege het fusieproces
moet deze begroting 2015 in juni 2014 al beschikbaar zijn. Dit vereist in 2014 een meer topdown benadering
dan normaal wenselijk. (een beschrijving van de planning & controlcyclus voor FNV is opgenomen in het
organisatieontwikkelingsplan FNV, beschikbaar begin april 2014).
Weging: voldoende
Aan dit criterium is in zoverre voldaan dat de beoogde planning & controlcyclus voor de nieuwe FNV in
hoofdlijnen is vastgelegd. Deze planning & controlcyclus dient echter nog wel veder in detail te worden
uitgewerkt t.b.v. een goede aansluiting op de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de
diverse betrokkenen.
18
Tussentijdse weging criteria t.b.v. besluit aankondiging voornemen tot fusie