Versie 14 februari 2014 Productveiligheidsvoorschriften voor navulverpakkingen met e-vloeistoffen voor e-sigaretten en shishapennen Waarom deze informatie voor ondernemers? E-sigaretten en daarmee ook de navulverpakkingen zijn een booming business, omdat de e-sigaret om verschillende redenen wordt gezien als een alternatief voor de gewone sigaret. Deze informatie beperkt zich alleen tot de veiligheid van navulverpakkingen voor e-sigaretten en shishapennen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft in december 2013 een marktverkenning van deze producten uitgevoerd. Daarbij is gekeken naar de naleving van de veiligheidsvoorschriften die op deze producten van toepassing zijn. Het is gebleken dat er op veel punten verbeteringen nodig zijn. Deze informatie biedt u als ondernemer de informatie om vanuit het oogpunt van productveiligheid aan uw verplichtingen te voldoen. De belangrijkste veiligheidsrisico’s van navulverpakkingen met e-vloeistoffen zijn het ontbreken van een kinderveilige sluiting en het ontbreken van belangrijke veiligheidssymbolen en -waarschuwingen op het etiket, Hierdoor kunnen kinderen de (giftige) inhoud van de verpakking binnenkrijgen en is de gebruiker zich onvoldoende bewust van de risico’s van dit product. Doel en doelgroep van dit informatieblad Deze informatie is bedoeld om importeurs en distributeurs van verpakkingen met vloeistoffen voor het navullen van e-sigaretten en shishapennen (ook wel e-vloeistoffen of e-liquids genoemd) te informeren over de wettelijke eisen die gelden voor deze producten en waar de NVWA (mede) toezicht op houdt. Deze navulverpakkingen bevatten mengsels van chemische stoffen en daarop zijn de Europese regels voor chemische stoffen en mengsels van toepassing. Deze informatie is niet van toepassing op producten als de (wegwerp)e-sigaret en shishapen, maar uitsluitend op de navulverpakkingen voor deze producten. Met een importeur wordt bedoeld een (rechts)persoon die in de Europese Gemeenschap is gevestigd, die een product binnen de Europese Economische Ruimte brengt. Deze persoon heeft de meeste verplichtingen. Met distributeur wordt bedoeld elke in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon, met inbegrip van detailhandelaren, die een stof, als zodanig of in een mengsel, uitsluitend bewaart en voor derden in de handel brengt. Veiligheidseisen op hoofdlijnen Deze folder geeft informatie over de (wettelijke) voorschriften voor productveiligheid die voor navulverpakkingen gelden vanuit de optiek van consumentenbescherming. Dit zijn met name de voorschriften voor: - de registratie van chemische stoffen in mengsels en het doorgeven van veiligheidsinformatie over chemische stoffen aan andere actoren in de toeleveringsketen (REACH-verordening); - de indeling, etikettering en verpakking van mengsels (tot 1 juni 2015 Preparatenrichtlijn en Warenwetbesluit veilige verpakking van chemische stoffen en vanaf 1 juni 2015 de CLP-verordening); Zie de rubriek In het kort van de website www.stoffen-info.nl voor een toelichting op de overgangstermijnen. - algemene productveiligheid (Warenwet). Het is de verantwoordelijkheid van de ondernemer om na te gaan hoe deze eisen vertaald moeten worden naar het product dat hij op de markt brengt. De specifieke samenstelling van dit product kan aanleiding geven tot een andere indeling en etikettering. Raadpleeg hiervoor een deskundig adviseur. De NVWA is de toezichthouder op de naleving van de veiligheidseisen die van toepassing zijn op navulverpakkingen. 1 Dit infoblad gaat niet in op andere eisen die worden gesteld aan het (bedrijfsmatig) veilig opslaan en werken met de navulverpakkingen. Let op: gevolgen van de herziening van de Tabaksproductenrichtlijn Bij de huidige herziening van de Europese Tabaksproductenrichtlijn worden in artikel 18 eisen opgenomen voor de e-sigaret. In dit conceptartikel worden ook eisen gesteld aan de navulverpakkingen (refill containers). Naast de hierboven genoemde regels die ook van toepassing worden verklaard, worden aanvullende eisen gesteld onder meer aan de maximale verpakkingsgrootte (flesjes niet groter dan 10 ml; cartridges niet groter dan 2 ml) en de concentratie van nicotine in de vloeistof (niet hoger dan 20 mg/ml). Deze richtlijn moet officieel nog worden vastgesteld. Bij het opstellen van het reeds aangekondigde Warenwetbesluit zal zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van de definitieve tekst van deze richtlijn. Het is sterk aan te bevelen nu vast zoveel mogelijk rekening te houden met deze voorgestelde maatregelen. Meer algemene informatie over e-sigaretten en e-vloeistoffen Voor meer algemene informatie over e-sigaretten en e-vloeistoffen wordt verwezen naar de ‘Factsheet e-sigaret’ van het RIVM (november 2013): http://www.rivm.nl/Onderwerpen/T/Tabak/Nieuwe_producten/e_sigaret De e-vloeistoffen bevatten een mengsel van stoffen, waarin de belangrijkste componenten zijn nicotine, propyleenglycol, glycerol en smaakstoffen. Daarnaast kunnen er bepaalde verontreinigingen in de vloeistof worden aangetroffen (meer informatie in de factsheet) De meest bepalende stof voor de productveiligheidseisen die aan het product worden gesteld is nicotine. Deze komt in deze vloeistoffen voor in verschillende concentraties, waarbij de meest voorkomende 6 (laag), 12 (middel) en 18 (hoog) mg/ml zijn. De hoogste in de literatuur vermelde concentraties zitten rond de 50 mg/ml. In de vloeistoffen voor de shishapen zit doorgaans geen nicotine, maar alleen smaakstoffen. Alle stoffen moeten aan de wetgeving voor chemische stoffen voldoen. Disclaimer Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Hoewel bij het opstellen van deze informatie de grootste zorgvuldigheid is betracht kan niet gegarandeerd worden dat de inhoud altijd juist en volledig is. Indien u meer wilt weten of hulp nodig hebt bij het voldoen aan de wettelijke eisen en verplichting dient u contact te zoeken met een gespecialiseerd adviesbureau. Aangezien wetgeving (regelmatig) aan wijzigingen onderhevig is, kan deze informatie niet meer actueel zijn. Zie voor de meest recente wettelijke eisen en verplichtingen: Helpdesks voor REACH en CLP, zie www.stoffen-info.nl Een afdruk kan verouderd zijn. Een actuele versie is op de website van NVWA beschikbaar 2 Algemeen Hieronder volgt een overzicht van de verplichtingen die direct van toepassing zijn m.b.t. productveiligheid. Zie de website van de REACH en CLP Helpdesk voor een uitgebreide toelichting op de verplichtingen van importeurs en distributeurs: www.stoffen-info.nl. Welke verplichtingen heeft een importeur van chemische mengsels/evloeistoffen? REACH Importeurs, dus degene die chemische mengsels/e-vloeistoffen van buiten de Europese Gemeenschap importeren, hebben volgens de REACH-verordening (nr. 1907/2006) in ieder geval de volgende verplichtingen: • Registratie van stoffen in mengsels - Indien een stof (bv. nicotine) als zodanig of in een of meer mengsel(s) wordt geïmporteerd in de hoeveelheid van 1 ton per jaar per importeur dient de importeur de stof te registreren bij het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA), zie http://echa.europa.eu/nl/regulations/reach/registration. • Informatie in de toeleveringsketen - Opstellen van een veiligheidinformatieblad (VIB) voor het mengsel.. - Het VIB op verzoek van een downstreamgebruiker of distributeur beschikbaar stellen,(b.v. vanuit arbo-optiek)’ conform REACH art. 31, lid 4: 'Het VIB hoeft niet te worden verstrekt aan consumenten als aangeboden of verkochte gevaarlijke mengsels vergezeld gaan van voldoende informatie (gevaarsetikettering) om gebruikers in staat te stellen de nodige maatregelen op het gebied van de bescherming van de gezondheid te nemen. - Bij hogere importvolumes, nader aangegeven in REACH, gelden er aanvullende eisen voor de registratie en het VIB. Een chemisch veiligheidsrapport is nodig als meer dan 10 ton van een stof per jaar geïmporteerd of geproduceerd wordt. • Bepaling over mogelijke autorisatie en restricties - Autorisatie aanvragen voor zeer risicovolle stoffen (art. 56) genoemd in bijlage XIV van REACH. - Voldoen aan de restricties die gelden voor het op de markt brengen of het gebruik van een stof opgenomen in bijlage XVII van REACH. CLP/Preparatenrichtlijn Importeurs van chemische mengsels/e-vloeistoffen hebben de volgende verplichtingen onder de CLP-verordening (nr. 1272/2008) dan wel de Preparatenrichtlijn (tot 1 juni 2015): • • • Indeling, etikettering en verpakken van de mengsels In de bijlage is deze verplichting voor nicotine-oplossingen uitgewerkt (bijlage: nadere uitwerking van de eisen voor indelen, etiketteren en verpakken van mengsels in navulverpakkingen van e-sigaretten en shishapennen). Het etiket moet zijn opgesteld in de Nederlandse taal. Meldingsplicht van de indeling en etikettering De importeur die een mengsel importeert met een als gevaarlijk ingedeelde stof, aanwezig in een concentratie, waardoor het mengsel moet worden ingedeeld als gevaarlijk moet de indeling en etikettering melden bij het ECHA. Zie website: http://echa.europa.eu/nl/regulations/clp/cl-inventory/notification-to-the-cl-inventory. Productnotificatie aan de NVIC Bedrijven die gevaarlijke chemische producten, zoals de e-vloeistof met nicotine, op de markt brengen, zijn op basis van artikel 45 van CLP verplicht om informatie over deze gevaarlijke producten, zoals de complete samenstelling en toxicologische eigenschappen van de gebruikte stoffen, aan te leveren bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Zie website: http://www.umcutrecht.nl/subsite/nvic/Productinformatie 3 De importeur heeft vanuit REACH en CLP ook een bewaarplicht en moet minimaal 10 jaar alle gegevens over de gevaarlijke stoffen bewaren. Algemene productveiligheid Importeurs van chemische mengsels/e-vloeistoffen dienen aanvullend op bovenstaande eisen te voldoen aan de Warenwet en het Warenwetbesluit algemene productveiligheid (waarin de Europese Richtlijn nr. 2001/95/EG, betreffende Algemene Productveiligheid, is geïmplementeerd). Daarin staan de volgende verplichtingen: • De bedrijfsvoering moet zo zijn ingericht, dat onveilige producten geïdentificeerd kunnen worden. • De consument moet geïnformeerd worden over risico’s die zonder waarschuwing niet onmiddellijk herkenbaar zijn. • Gevaarlijke producten en de daarbij genomen maatregelen moeten door de betreffende ondernemer gemeld worden aan de autoriteiten en de andere partijen in de keten. Dit kan via de business applicatie die te vinden is op de website van de NVWA: http://www.nvwa.nl/ melden mogelijk onveilige non-food producten • De bedrijfsvoering moet zo ingericht zijn, dat de risico’s van producten kunnen worden 'gevolgd'. Producenten moeten een klachtenregistratie bijhouden. • Bedrijven moeten corrigerende maatregelen kunnen nemen als er sprake is van een gevaarlijk product. Dit kan zover gaan, dat producten bij de consument teruggehaald moeten worden. • Documentatie moet worden bijgehouden over de bewaking van de veiligheid van verhandelde producten. • Deze documentatie moet op verzoek aan de NVWA en binnen de keten verstrekt worden om de oorsprong van (onveilige) producten op te kunnen sporen. Welke verplichtingen heeft een distributeur van chemische mengsels/evloeistoffen? Voor distributeurs zijn de volgende verplichtingen van toepassing: REACH • Registratie van stoffen in mengsels Registratie dient plaats te vinden door de importeur of fabrikant van de stof De distributeur dient na te gaan bij zijn leverancier binnen de Europese Gemeenschap (importeur) of de stoffen in de mengsels die verhandeld worden zijn geregistreerd bij het ECHA en of de stoffen zijn toegestaan voor de beoogde bestemming. • Informatie in de toeleveringsketen Doorgeven informatie (het VIB) in de handelsketen. CLP/Preparatenrichtlijn • Indeling, etikettering en verpakking van de mengsels Een stof die of mengsel dat als gevaarlijk is moet worden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt volgens de eisen van CLP. Daarbij kan de indeling worden gebruikt die door een ander bedrijf - bijvoorbeeld fabrikant of importeur - in dezelfde toeleveringsketen is bepaald (artikel 4, lid 5) • Meldingsplicht van de indeling en etikettering De melding moet zijn uitgevoerd door de producent van het mengsel of de importeur die het product van buiten de EU haalt, zie hierboven. • Productnotificatie aan de NVIC Bedrijven die gevaarlijke chemische producten, zoals de e-vloeistof met nicotine, op de Nederlandse markt brengen, zijn op basis van artikel 45 van CLP verplicht om informatie over deze gevaarlijke producten, zoals de complete samenstelling en toxicologische eigenschappen van de gebruikte stoffen, aan te leveren bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Zie website: http://www.umcutrecht.nl/subsite/nvic/Productinformatie 4 De distributeur heeft vanuit REACH en CLP ook een bewaarplicht en moet minimaal 10 jaar alle gegevens over de gevaarlijke stoffen bewaren. Algemene Productveiligheid Zie de bij importeur genoemde verplichtingen Welke verplichtingen heeft een afvuller van chemische mengsels/evloeistoffen? Voor een afvuller (d.w.z. degenen die zelf kleinere verpakkingen vullen uit een grote verpakking) geldt dat deze wordt gezien als producent en moet voldoen aan dezelfde verplichtingen als de importeur van producten buiten de EU voldoen. Zie informatie hiervoor. Welke verplichtingen heeft een ‘private label’-houder van chemische mengsels/e-vloeistoffen? Voor een ‘private label’-houder (d.w.z. degenen die onder eigen naam/‘label’ geïmporteerde verpakkingen in de handel brengt; ook wel ‘ompakkers’ genoemd) geldt dat deze wordt gezien als downstreamgebruiker en moet voldoen aan dezelfde verplichtingen als de distributeur van producten. Zie informatie hiervoor. 5 Bijlage: voorschriften voor het indelen, etiketteren en verpakken van mengsels in navulverpakkingen van e-sigaretten en shishapennen 1. Verpakking De algemene verpakkingsvoorschriften staan in de Preparatenrichtlijn, artikelen 19 e.v., en de CLPverordening, deel IV, artikel 35. De speciale verpakkingsvoorschriften zijn geregeld in het Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën en in de CLP-verordening, bijlage 2, deel 3. 1.1 Kinderveilige sluiting Een sluiting die, aangebracht op de verpakking, voldoet aan de norm ISO NEN-ISO 8317. 1.2 Tastbare gevaarsaanduiding Een aanduiding die voldoet aan de norm NEN-EN-ISO 11683. Deze aanduiding moet op de verpakking die de inhoud rechtstreeks omsluit, de wetgeving spreekt over de recipiënt (dus niet op de dop). Bij een kleine verpakking mag er gebruik gemaakt worden van een kleine VGA. Het symbool kan verschillende afmetingen hebben. Bij de normale maat is de lengte L van de zijde 18 mm ± 2 mm. De breedte B van de zijde van het driehoekje is 1,7 mm ± 0,2 mm en de hoogte van het reliëf H is tussen 0,25 mm en 0,5 mm (zie figuur 2). Op kleine verpakkingen mag men gebruik maken van een kleinere aanduiding. De lengte L mag dan 9 mm zijn. 2. Indeling en etikettering 2.0 Algemene aanwijzingen De voorschriften voor indeling en etikettering zijn geregeld in de Preparatenrichtlijn of CLPverordening. Er kan op dit moment nog worden gekozen of de etikettering wordt uitgevoerd volgens de Preparatenrichtlijn of de CLP-verordening. De indeling moet momenteel volgens beide regelgevingen. De Preparatenrichtlijn is tot 1 juni 2015 van kracht, maar er mag nu al de CLPverordening worden gebruikt. Na 1 juni 2015 mag alleen nog worden ingedeeld en geëtiketteerd volgens de CLP-verordening. Voor navulverpakkingen en losse ampullen met e-vloeistoffen met nicotine gelden de hieronder vermelde etiketterings- en verpakkingseisen. Alle onderstaande beschrijvingen van wat er op het etiket moet worden vermeld, zijn gebaseerd op alleen de stof nicotine. Eventueel aanwezige andere gevaarlijke stoffen zijn in de indeling en etikettering niet meegenomen, maar deze kunnen invloed hebben op de indeling van het gehele mengsel (vooral bij lagere concentraties) en daarmee op de inhoud van het etiket. Op het etiket moeten de aangegeven gevaarsymbolen, het onderschrift (Preparatenrichtlijn) of de gevarenzin (CLP-verordening) en de daaronder genoemde R-/S-zinnen (Preparatenrichtlijn) of P-/H-zinnen (CLP-verordening) worden vermeld. 6 Producten/mengsels zonder nicotine zijn niet ingedeeld conform REACH/CLP. Op deze verpakkingen zijn alleen de verplichtingen t.a.v. het Warenwetbesluit algemene productveiligheid van kracht. Voor alle navulverpakkingen (dus met en zonder nicotine) geldt dus dat op het etiket het volgende vermeld moet worden: de vermelding (op het product of op de verpakking ervan) van de identiteit en de contactinformatie van de producent alsmede de referentie van het product, of in voorkomend geval, van de partij waartoe het product behoort. In de praktijk betekent dit dat duidelijk moet zijn wat de bestemming van het product is en dat de naam, het adres en het telefoonnummer van de handelaar of producent op het etiket vermeld moet worden. In CLP artikel 28 3e lid wordt gesteld dat op het etiket niet meer dan zes veiligheidsaanbevelingen (zgn. P-zinnen) worden vermeld, tenzij dat nodig is om de aard en de ernst van de gevaren aan te geven. Dit is ter beoordeling van de importeur/distributeur. Bij twijfel hierover, contact opnemen met gespecialiseerde adviesbureaus. Voor verpakkingen kleiner of gelijk aan 125 ml mag de verplichte etikettering m.b.v. uitvouwbare etiketten, hangkaartjes of een buitenverpakking worden bijgeleverd. LET OP: Op het etiket van een binnenverpakking (de recipiënt) staan in dit geval ten minste de gevarenpictogrammen, ‘bevat: nicotine’ alsmede de naam en het telefoonnummer van de leverancier van het product vermeld. Ook geldt dat de leesbaarheid, d.w.z. de lettergrootte, voldoende moet zijn. In de praktijk betekent dit dat het etiket een consument met een normaal gezichtvermogen de tekst moet kunnen lezen. 2.1 Indeling en etikettering van een nicotine bevattend mengsel op basis van de Preparatenrichtlijn In de Preparatenrichtlijn (Richtlijn 99/45/EG, link: http://www.vwa.nl/onderwerpen/wet-enregelgeving/dossier/richtlijn-99-45-eg-preparatenrichtlijn) zijn de eisen opgenomen ten aanzien van indelen en etiketteren. Op de verpakking van het nicotine bevattende mengsel moet altijd vermeld worden: • Naam/ Adres/ Telefoonnummer van verantwoordelijke leverancier die het product op de markt brengt. • Volume aanduiding. Is de concentratie aan nicotine < 0,1% dan geldt: Geen indeling, alleen de hierboven genoemde algemene aanduidingen vermelden. Vanaf een nicotine-percentage vanaf 0,1% gelden de volgende verplichte aanduidingen en verpakkingseisen: Bij een concentratie aan nicotine tussen de 0,1 ≤ conc. < 1% moet het product zijn voorzien van de volgende etikettering: Gevaarsymbool Xn met onderschrift: ‘Schadelijk’ Bevat: Nicotine R21: Schadelijk bij aanraking met de huid S2: Buiten bereik van kinderen bewaren S36: Draag geschikte beschermende kleding S37: Draag geschikte handschoenen S46: In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen Tastbare gevaaraanduiding 7 Bij een concentratie aan nicotine tussen 1 ≤ conc. < 7% moet het product zijn voorzien van de volgende etikettering: Gevaarsymbool T met onderschrift: ‘Vergiftig’ Bevat: Nicotine R24: Vergiftig bij aanraking met de huid R22: Schadelijk bij opname door de mond (vermelden bij een gehalte aan nicotine van 3 ≤ conc. < 25%) R52/53: Schadelijk voor in het water levende organismen; kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken (vermelden bij een gehalte aan nicotine van 2,5 ≤ conc. < 25 %). S1/2: Achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren S36: Draag geschikte beschermende kleding S37: Draag geschikte handschoenen S45 Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen) Tastbare gevaaraanduiding Kinderveilige sluiting Bij een concentratie aan Nicotine ≥7% moet het product zijn voorzien van de volgende etikettering: Gevaarsymbool T+ met onderschrift: ‘Zeer vergiftig’ Bevat: Nicotine R27: Zeer vergiftig bij aanraking met de huid R22: Schadelijk bij opname door de mond R52/53: Schadelijk voor in het water levende organismen; kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken S1/2: Achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren. S36: Draag geschikte beschermende kleding S37: Draag geschikte handschoenen S45 Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen) Tastbare gevaaraanduiding Kinderveilige sluiting 8 2.2 Indeling en etikettering van een nicotine bevattend mengsel op basis van de CLPverordening Verordening (EG) Nr. 1272/2008 over de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels link: www.ghs-helpdesk.nl/wetgeving. In de CLP-verordening, hoofdstuk 1 (artikelen 17-30) staan de eisen voor de inhoud van het etiket. In hoofdstuk 2 (artikelen 31-34) staan voorschriften voor het aanbrengen van etiketten op verpakkingen en specifieke voorschriften voor etikettering van binnen- en buitenverpakkingen. In bijlage 1 van CLP zijn vanaf hoofdstukken 1.2-1.5 de regels voor etikettering verder uitgewerkt, o.a. over: afmeting en vorm van de pictogrammen op het etiket; vrijstellingen van art. 17 en 31 CLP (i.v.m. kleine verpakkingen). Op de verpakking van de nicotine bevattende mengsel moet overeenkomstig de eisen van de CLP verordening altijd vermeld worden: • Naam/ Adres/ Telefoonnummer van verantwoordelijke leverancier die het product op de markt brengt; • Volume aanduiding; • Productidentificatie bestaande uit de handelsnaam of de benaming van het mengsel, en de identiteit van de aanwezige gevaarlijke stoffen, in deze situatie tenminste de stofnaam ‘nicotine’. Is de concentratie aan nicotine < 0,25% dan geldt: Geen indeling, alleen de hierboven algemene aanduidingen vermelden. Is de concentratie aan nicotine 0,25% tot 0.5% dan geldt: Indeling van het mengsel is acute toxiciteit categorie 4 dermaal Bij deze concentratierange horen de volgende gevaarsaanduidingen: Gevaarsymbool: (Uitroepteken) Signaalwoord: Waarschuwing H312: Schadelijk bij contact met de huid. Keuze uit de volgende P-zinnen de verantwoordelijke leverancier moet het aantal P-zinnen beperken tot maximaal 6 overeenkomstig artikel 28 CLP de zgn. voorrangsbeginselen*. Omdat het product bestemd is voor de consument worden de volgende drie P zinnen vermeld P101: Bij het inwinnen van medisch advies de verpakking of het etiket meenemen. P102: Buiten bereik van kinderen houden. P103: Voor gebruik het etiket lezen. Tevens moeten er nog 3 zinnen gekozen worden uit de onderstaande P-zinnen. De keuze moet gemaakt worden op grond van de CLP-verordening, artikel 22: P280: Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatbescherming dragen P302+P352: Bij contact met de huid:met veel water en zeep wassen P312: Bij onwel voelen een vergiftigingencentrum of arts raadplegen P321: Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket) (Verwijzen naar aanvullende eerste hulp maatregel. Indien aangeraden wordt onmiddellijk maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een specifiek reinigingsmiddel te gebruiken) P362+ 364: Verontreinigde kleding uittrekken en wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken 9 P501: Inhoud/verpakking afvoeren naar ... (plaatselijke/regionale/nationale/internationale voorschriften; specificeren). NB. Vanaf 0.25 % altijd een tastbare gevaarsaanduiding op de verpakking aanbrengen. Is de concentratie aan nicotine 0,5 % tot 2.5 % dan geldt: Indeling van het mengsel is acute toxiciteit categorie 3 dermaal Bij deze concentratierange horen de volgende gevaarsaanduidingen: Gevaarsymbool: (Toxisch) Signaalwoord: Gevaar H311: Giftig bij contact met de huid. Keuze uit de volgende P-zinnen de verantwoordelijke leverancier moet het aantal P-zinnen beperken tot maximaal 6 overeenkomstig artikel 28 CLP de zgn. voorrangsbeginselen*. Omdat het product bestemd is voor de consument worden de volgende drie P zinnen vermeld P101: Bij het inwinnen van medisch advies de verpakking of het etiket meenemen. P102: Buiten bereik van kinderen houden. P103: Voor gebruik het etiket lezen. Tevens moeten er nog 3 zinnen gekozen worden uit de onderstaande P-zinnen. De keuze moet gemaakt worden op grond van de CLP-verordening, artikel 22: P280: Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen (Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren; beschermende handschoenen/kleding specificeren) P312: Bij onwel voelen een vergiftigingencentrum of arts raadplegen P321: Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket). (Verwijzen naar aanvullende eerstehulpmaatregel. Indien aangeraden wordt onmiddellijk maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een specifiek reinigingsmiddel te gebruiken) P302+P352, BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water/…. wassen. P361+P364: Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken en wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. P405: Achter slot bewaren P501 Inhoud/verpakking afvoeren naar … (laatselijke/regionale/nationale/internationale voorschriften; specificeren) NB. Vanaf 0.5 % altijd een kinderveilige sluiting gebruiken en een tastbare gevaarsaanduiding op de verpakking aanbrengen. Is de concentratie aan nicotine 2,5 % tot 5 % dan geldt: Indeling van het mengsel is acute toxiciteit categorie 2 dermaal en chronische aquatische toxiteit categorie 3 Bij deze concentratierange horen de volgende gevaarsaanduidingen: 10 Gevaarsymbool: (Toxisch) Signaalwoord: Gevaar H310: Dodelijk bij contact met de huid. H412: Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen Keuze uit de volgende P-zinnen de verantwoordelijke leverancier moet het aantal P-zinnen beperken tot maximaal 6 overeenkomstig artikel 28 CLP de zgn. voorrangsbeginselen*. Omdat het product bestemd is voor de consument worden de volgende drie P zinnen vermeld: P101: Bij het inwinnen van medisch advies de verpakking of het etiket meenemen. P102: Buiten bereik van kinderen houden. P103: Voor gebruik het etiket lezen. Tevens moeten er nog 3 zinnen gekozen worden uit de onderstaande P-zinnen. De keuze moet gemaakt worden op grond van de CLP-verordening, artikel 22: P262: Mag niet in de ogen, op de huid of op de kleding komen. P264: Na het werken met dit product … grondig wassen. (Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren) P270: Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product P273: Voorkom lozing in het milieu. indien dit niet het beoogde gebruik is P280: Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen (Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren — beschermende handschoenen/kleding specificeren) P310: Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen P321: Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket) (Verwijzen naar aanvullende eerstehulpmaatregel — indien aangeraden wordt onmiddellijk maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een specifiek reinigingsmiddel te gebruiken) P302+P352: BIJ CONTACT MET DE HUID met veel water/... wassen P361+P364: Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken en wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken P405: Achter slot bewaren P501: Inhoud/verpakking afvoeren naar … (plaatselijke/regionale/nationale/internationale voorschriften; specificeren) Een kinderveilige sluiting gebruiken en tastbare gevaarsaanduiding op de verpakking aanbrengen. Is de concentratie aan nicotine 5 % tot 10 % dan geldt: Indeling van het mengsel is acute toxiciteit categorie 2 dermaal, acute toxiciteit categorie 4 oraal en chronische aquatische toxiteit categorie 3 Bij deze concentratierange horen de volgende gevaarsaanduidingen: Gevaarsymbool: (Toxisch) Signaalwoord: Gevaar 11 H310: Dodelijk bij contact met de huid H302: Schadelijk bij inslikken H412: Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen Keuze uit de volgende P-zinnen de verantwoordelijke leverancier moet het aantal P-zinnen beperken tot maximaal 6 overeenkomstig artikel 28 CLP de zgn voorrangsbeginselen*. Omdat het product bestemd is voor de consument worden de volgende drie P zinnen vermeld: P101: Bij het inwinnen van medisch advies de verpakking of het etiket meenemen. P102: Buiten bereik van kinderen houden. P103: Voor gebruik het etiket lezen. Tevens moeten er nog 3 zinnen gekozen worden uit de onderstaande P-zinnen. De keuze moet gemaakt worden op grond van de CLP-verordening, artikel 22: P262: Mag niet in de ogen, op de huid of op de kleding komen. P264: Na het werken met dit product … grondig wassen. (Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren) P270: Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. P273: Voorkom lozing in het milieu. (— indien dit niet het beoogde gebruik is) P280: Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. (Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. — beschermende handschoenen/kleding specificeren) P301+P312: Na inslikken: bij onwel voelen een vergiftigingencentrum of een arts raadplegen P310: Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. P321: Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket). (Verwijzen naar aanvullende eerstehulpmaatregel. — indien aangeraden wordt onmiddellijk maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een specifiek reinigingsmiddel te gebruiken) P302+P352: BIJ CONTACT MET DE HUIDmet veel water/… wassen P330: De mond spoelen. P361+P364: Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken en wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. P405: Achter slot bewaren. P501: Inhoud/verpakking afvoeren naar … (plaatselijke/regionale/nationale/internationale voorschriften; specificeren) Een kinderveilige sluiting gebruiken en een tastbare gevaarsaanduiding op de verpakking aanbrengen Ligt de concentratie aan nicotine hoger dan 10 % dan is een nog uitgebreidere etikettering nodig, vraag hiervoor hulp van een gespecialiseerd adviesbureau. 12
© Copyright 2024 ExpyDoc