-Concept- Verslag van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op woensdag 19 februari 2014 in de Statenzaal van het Provinciehuis in Den Haag (opening 19.52 uur). Voorzitter: de heer J.J. van Aartsen Secretaris: mevrouw M.F. Stein Aanwezig zijn de leden: Delft Mw. Van Geenen (plv.), Guldemond, Harpe, Kroon, Verkerk, Vogel. Den Haag Bakker, mw. Gidaly, Kajouane, Van de Laar, Lakerveld, mw. Mulder, Smit, Verspuij. Leidschendam-Voorburg Brussaard, Jansen, mw. Kersbergen, mw. Plomp. Midden-Delfland Mw. De Jong-Hoogendoorn (plv.), Horlings. Pijnacker-Nootdorp Van der Hoeven, Mulder, mw. de Veld-Van Hassel. Rijswijk Braam, Mateman, Hagenaars (plv.). Wassenaar Derks, mw. Erwich-Eisveld Bosch. Westland 1 Doelman, Spanbroek, Van der Steen. Zoetermeer Mw. van As-De Groot, Batelaan (plv.), Emmens, Janssen, Lobel, mw. Van der Meer (plv.), Schotel, mw. Wortel, mw. van Zantvoort. Bericht van verhindering is ontvangen van de leden: Den Haag Dander, Klein, Revis. Midden-Delfland Trouwborst. Westland Spaans, Van der Tak. Zoetermeer Bos. De agenda van de vergadering luidt als volgt: 1. Opening en mededelingen 2. Conceptverslag spreekrechtbijeenkomst d.d. 27 november 2013 3. Conceptverslag vergadering algemeen bestuur d.d. 27 november 2013 4. Verkiezing leden adviescommissies 5. Inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds 6. Procesvoorstel besluitvorming liquidatieplan en opheffingsbesluit 7. Liquidatie VINEX-grondkostenverordening 8. BOR-subsidie OV-knoop Delft 9. Evaluatie afspraken sociale woningbouw (30%-afspraak) 10. Ontslagverlening aan de huidige secretaris-directeur van het Stadsgewest Haaglanden, mevrouw M.F. Stein 2 11. Benoeming van de heer M.J. Toet tot secretaris-directeur ad interim van het Stadsgewest Haaglanden 12. Stand van zaken MRDH 1. Opening en mededelingen De VOORZITTER: Ik open de vergadering. Ik wil allereerst kort stilstaan bij het onverwachte overlijden van een tweetal heel belangrijke mensen uit de organisatie van het Stadsgewest Haaglanden. Beiden hebben zich in de afgelopen jaren werkelijk met hart en ziel ingezet voor het Stadsgewest Haaglanden en hebben een fantastische bijdrage geleverd aan de ontwikkelingen die wij hier met zijn allen hebben gewenst: Han Geers, werkzaam als projectleider voor tramlijn 19, zoals wij allen weten een buitengemeen actief en markant voorman van de ondernemingsraad, en Ruud 't Hart van de Omgevingsdienst Haaglanden, gedetacheerd in het kader van de geluidsanering van woningen. Ik denk dat ik namens u spreek, als ik hun familie en vrienden condoleer en heel veel sterkte toewens in de komende periode, in de moeilijke tijden die zij zonder enige twijfel nu doormaken. Hetzelfde geldt uiteraard voor de medewerkers die met hen hebben gewerkt en voor hun vrienden binnen en buiten de organisatie van het Stadsgewest Haaglanden. Een mededeling van geheel andere aard is dat de gemeente Delft twee nieuwe AB-leden heeft benoemd, de heer Guldemond en de heer Vogel. De heer Guldemond zit in de trein, de heer Vogel is aanwezig. Van harte welkom in het algemeen bestuur. Met het oog op de schriftelijke stemming die in deze vergadering plaatsvindt, benoem ik als lid van het stembureau mevrouw De Veld-van Hassel (voorzitter), mevrouw De Jong-Hoogendoorn en de heer Braam. Dan zijn wij bij agendapunt 2 … De heer VERSPUIJ: Voorzitter. Excuus voor de onderbreking, dat is niet mijn gewoonte. Ik wil vragen of agendapunt 6 kan opschuiven naar agendapunt 4. Het gaat immers om het personeel. 3 De VOORZITTER: Heel eerlijk gezegd heb ik liever dat wij de agenda eerst tot en met punt 4 behandelen en dan agendapunt 6. 2. Conceptverslag spreekrechtbijeenkomst d.d. 27 november 2013 Dit verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Conceptverslag vergadering algemeen bestuur d.d. 27 november 2013 Dit verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 4. Verkiezing leden adviescommissies De VOORZITTER: Voor de adviescommissie Verkeer en Vervoer en Economische Zaken wordt de heer Vogel, zojuist toegetreden tot het AB, door de delegatie van Delft voorgedragen als lid. De stembiljetten zijn rondgedeeld. Ik constateer dat niemand hierover het woord wenst te voeren. De stembiljetten worden nu opgehaald. De vergadering wordt enkele minuten geschorst. De VOORZITTER: Het woord is aan de voorzitter van het stembureau, mevrouw De Veld-van Hassel. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Bij de benoeming voor de commissie Verkeer, Vervoer en Economische Zaken zijn 41 stemmen uitgebracht, waarvan 40 geldig, op de heer Vogel. Daarmee is hij benoemd tot lid van deze commissie. 6. Procesvoorstel besluitvorming liquidatieplan en opheffingsbesluit De heer BRUSSAARD: Voorzitter. Onze delegatie heeft kennisgenomen van het liquidatieplan. Het plan gaat redelijk gedetailleerd in op de financiële, juridische en technische kanten van de opheffing van Haaglanden. De meer 4 materiële kanten komen minder aan de orde. Het stuk gaat minder in op de betekenis voor het personeel en op de wijze waarop de lopende taken wordt vervuld. Er staat op het stuk dat het een procesvoorstel is. Ik vraag mij echter af in hoeverre hierin de verschillende stappen worden beschreven, temeer daar het aan ons wordt voorgelegd ter kennisneming. Op blz. 9, waar de procedure kort wordt uitgelegd, staat bij punt 2 dat het algemeen bestuur het voorgenomen besluit tot opheffing vaststelt. Omdat wij nu toch al in de maand februari zitten, vroeg ik mij af of ons nu al wordt gevraagd om iets vast te stellen. De secretaris schudt nee, dus dan is dit alleen nog maar ter kennisneming. De vraag is of dit nu wel al naar de gemeenten toe gaat. Ook nog niet? Dus dat betekent dat pas verder in het najaar die besluiten worden genomen. In feite wordt dan alleen maar een stand van zaken geschetst en wordt ons nog niet een proces voorgelegd. Ook vanwege de onzekerheid over de voortgang van de landelijke wetgeving, krijg ik toch het gevoel dat dit een wat onduidelijke situatie is waarin wij nog lange tijd zullen verblijven. Ook omdat het nieuwe algemeen bestuur Haaglanden pas ergens in de maand juni/juli weer bijeen zal komen, vraag ik mij af of de continuïteit hiermee voldoende is gewaarborgd. De heer MATEMAN (DB): Voorzitter. Ik dank de heer Brussaard voor zijn vragen, die iets verder gaan dan het voorstel dat op dit moment op tafel ligt. Ik begrijp die vragen ook, omdat het proces dat wij zijn ingegaan getrapt verloopt. Het is echter niet zo onschuldig als ik op dit moment zeg. Als u namelijk vanavond het licht op groen zet met de kennisneming van het memo dat u is aangereikt en van het bijgevoegd werkdocument ontwerpliquidatieplan, dan zet u daarmee wel een stroom in beweging waarvan u in verband van de Metropoolregio, vrijwel parallel aan dit proces, weet dat het zou gaan gebeuren. Het betekent overigens niet dat het onherroepelijk is. U zet het licht op groen voor een proces met veel inspraak, zelfs nog meer inspraak dan wij aanvankelijk dachten. U hebt gezien dat Vijverberg Juristen, waaraan wij gevraagd hebben om nog eens goed te kijken naar mogelijke processuele risico's, heeft geadviseerd om de gemeenten er nog eens uitdrukkelijk als instanties bij te betrekken. U kunt dus ook als raadslid, als college en als burgemeester, de drie bestuursorganen van de gemeente, hierover nog 5 opvattingen hebben. Maar de koers wordt ingezet, gericht op het beëindigen - ik vind 'liquidatie' een naar woord, maar het schijnt er juridisch voor te staan - van Haaglanden in de huidige vorm. Dat format zetten wij in. Het is begrijpelijk dat de heer Brussaard de vragen stelt die hij stelt. Het is dus niet helemaal zo erg als hij zegt. Het is niet onherroepelijk. Het zou kunnen dat de gemeenten en/of het AB het niet willen. Als landelijk wordt bewogen in het tempo waarin wij denken en ook hopen dat het gaat gebeuren, gezien de onzekerheid voor alle betrokkenen, dan ziet u in het bijgevoegde tijdschema dat het AB uiterlijk in oktober de eindbeslissing krijgt. Daarbij wordt dan rekening gehouden met het uitgewerkte sociaal plan, waarbij collega Hoekema als bestuurder betrokken is richting het personeel. Dat overleg is nog niet afgerond, want er wordt wederzijds bewogen. Zo gaat dat in Nederland bij het polderen. Het personeel krijgt nooit helemaal gelijk, maar ook nooit helemaal ongelijk; zo doen wij dat in dit land. Wij gaan dan naar een proces toe waarbij wij Haaglanden in de huidige vorm opheffen. Onze core business is uiteraard verkeer en vervoer, waarop het wetsvoorstel gebaseerd is, maar het is ook economie omdat wij echt wat voorstellen in Europa. Wij hebben ook een aantal andere taken die wij in het verleden 'weeskinderen' noemden, maar die wij toch heel succesvol in Haaglanden hebben uitgevoerd. Met onze core business en met die andere taken willen wij aanhaken bij de Metropoolregio of wij doen het nog een keer vanuit Haaglanden. Op dit moment hebben wij een derde weg gevonden. Vanavond hadden wij hier in het gebouw een DB-vergadering. Wij hebben op een tweetal terreinen als oud-DB Haaglanden een voorzet gegeven om in de toekomstige structuur clusters tot stand te brengen voor het uitvoeren van die oude taken, onder andere groen en wonen. Collega Horlings en collega Emmens hebben het initiatief al genomen. Zij hebben gezegd: ik wacht niet af wat er gebeurt, ik vind dat de taak belegd moet worden in welk verband dan ook. Zetten wij een proces in dat op een doel gericht is? Ja, het doel is liquidatie, opheffing van Haaglanden. Of wij dat bereiken, hangt niet alleen van ons af. Het hangt ook af van wat de Tweede Kamer binnenkort doet. Het hangt nog meer af van de Eerste Kamer. Het hele voorstel is gekoppeld aan de vraag of de Eerste Kamer, de hoogste bevoegde instantie in Nederland, het licht op groen zet. Dan wordt pas het signaal go/no go gegeven, maar zelfs dan moet u nog zeggen dat 6 u vindt dat Haaglanden in die situatie opgeheven kan worden. Het is een beetje een uitvoerig antwoord, maar korter kon ik het nauwelijks maken. De heer BRUSSAARD: Het antwoord is mij grotendeels wel duidelijk. Ik proef toch bij het DB-lid de heer Mateman dat hij benadrukt dat wij vanavond groen licht geven. Als je van iets kennisneemt, dan is dat geen vereiste. Je kunt hoogstens zeggen dat wij er geen bezwaar tegen maken dat dit het vertrekpunt is voor de verdere ontwikkelingen en de voorbereidingen in de loop van het jaar. Wij hebben vorige week in de commissie Jeugdzorg ook gesproken over de veranderingen die gaande zijn. Daar is sprake van een vergelijkbaar verschijnsel met de komst van de decentralisaties. Veel is onzeker en er valt nog meer van te zeggen. Ik denk dat ik namens andere delegaties spreek, als ik aandacht vraag voor de positie van het personeel. Naarmate er meer tijd is verstreken in het jaar richting 1 januari, zijn er misschien weinig verschillende opties meer mogelijk. De VOORZITTER: De heer Hoekema wil op dit punt ook nog het een en ander naar voren brengen. U zit zo ver weg van mij. Dat ben ik niet gewend. De heer HOEKEMA (DB): Voorzitter. Het zijn Europese afstanden binnen deze provincie, maar dat terzijde. De heer Brussaard vraagt terecht wat de status van het stuk is. De heer Mateman heeft die vraag al beantwoord. Het is een analyse van de financiële, juridische en technische aspecten van de liquidatie. Uiterlijk 22 oktober moet zowel het liquidatieplan als het opheffingsbesluit zijn goedgekeurd door uw AB. De heer Brussaard sprak over materiële taken en personele aspecten. De heer Mateman sprak in jargon al over weestaken, over restanttaken. Over de personele aspecten, ook in reactie op de inspraak van de heer Mol, wil ik nog zeggen dat de belangen van het personeel van Haaglanden altijd leidend zijn geweest bij de opstelling van het DB en ook van de secretaris van de organisatie, in die zin dat het niet goed en niet wenselijk is om te lang te wachten met de beweging die je toch onvermijdelijk zult moeten maken. Ervan uitgaande dat de opheffing een feit is, waarvan wij moeten uitgaan in de loop van het jaar, is het goed om zo snel mogelijk te beginnen met de mobiliteit die 7 ook de heer Mol noemde in zijn interventie onder het spreekrecht naar hetzij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, hetzij de negen deelnemende gemeenten aan de Regeling Stadsgewest Haaglanden. De heer Mol sprak over vrijwillig ontslag als derde optie, maar ik zou toch eerder de mogelijkheid noemen dat mensen buiten het Stadsgewest Haaglanden, buiten de Metropoolregio en buiten de gemeenten een heel andere functie gaan vervullen. Dat wordt aangemoedigd en er zijn ook voorbeelden van dat dit is gelukt. Uiteraard heeft het DB in de eerste plaats waardering voor het werk dat zo'n vijftien jaar gedaan is voor de regio, voor de samenwerking tussen de negen gemeenten. Dat staat buiten kijf. Er zijn politiek-bestuurlijke besluiten genomen om te streven naar de oprichting van een metropoolregio. Dat is geen gebrek aan waardering voor het werk dat is verricht. Tegelijkertijd richten wij ons op het zo goed mogelijk behartigen van de belangen van de huidige werknemers van het Stadsgewest Haaglanden. Dat gebeurt door het overleg met de ondernemingsraad door de bestuurder, de secretaris-directeur, mevrouw Stein, maar ook door het georganiseerd overleg met de bonden. Er is inderdaad nog geen sociaal plan. Daar heeft de heer Brussaard gelijk in. Dat lag niet direct aan de werkgeversdelegatie, maar aan het feit dat de bonden nog onderling overleg wilden voeren, ook met de eigen achterban en met leden van het personeel van het Stadsgewest Haaglanden. Daarbij is er een toch altijd lastige discussie gaande of je loon en inkomen als eerste prioriteit stelt dan wel werkgelegenheid. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten daarvan; die discussie is nog gaande. Wij hopen op 7 maart bij het volgende overleg met de bonden een klap te geven op het sociaal plan. Tegenover de stelling van de heer Mol dat er te snel is begonnen met die mobiliteit wil ik toch opmerken dat, als je daar te lang mee wacht, het voor de belangen van de werknemers wel eens een heel moeilijke operatie zou kunnen worden. Vandaar ook een premie op snelheid en mobiliteit, die in een aantal gevallen al tot een succesvolle plaatsing heeft geleid. Nogmaals, de belangen van het personeel waren en zijn nog steeds leidend voor het DB. Wij houden er ernstig rekening mee. In de richting van de heer Mol en de heer Brussaard zeg ik dat je pas over terugvalscenario's en plannen B moet gaan denken, als er geen eerste scenario en geen eerste voorkeursscenario meer is. De wetgeving is nu aanhangig bij de Tweede Kamer 8 van de Staten-Generaal. Begin april is de discussie in de Tweede Kamer. Dan zullen wij verder zien hoe dat loopt. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen. 5. Inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds De heer DERKS: Voorzitter. Dank voor de stukken. Ik heb een paar vragen over het Mobiliteitsfonds, omdat er veranderingen gaan optreden. In het voorstel is namelijk niet aangegeven wat de gevolgen zijn voor gemeenten, als de inwonerbijdrage wordt gehalveerd. Wat gaat er dan gebeuren? Hoewel wij er niet zo'n voorstander van zijn, wil ik dat toch wel graag weten. Het vaststellen van de financiële verordening zal vallen onder de bevoegdheden van het AB van de Metropoolregio, maar de gemeenten in de Rotterdamse regio hebben daarin een meerderheid. Hoe zal dat precies netjes verdeeld worden? Op welke wijze vindt de besluitvorming plaats over de besteding van deze middelen binnen de Metropoolregio? Wij zijn er erg nieuwsgierig naar, want wij vrezen dat wij een beetje buiten de boot vallen aan de rand van de Metropoolregio. De heer BRAAM: Voorzitter. Vanuit Rijswijk denken wij over een andere optie. Er wordt een aantal opties genoemd, van a tot en met g. Wij missen in dit lijstje een heel belangrijke optie die wij in de afgelopen jaren al strak toepassen, namelijk het vooral niet toepassen van de indexering. Die zouden wij graag aan het lijstje toegevoegd zien. Daar zijn wij vanuit Rijswijk een groot voorstander van. De heer SCHOTEL: Voorzitter. Dank voor de notitie, waarom vorig jaar is gevraagd. Met zo'n notitie kunnen de raden op het ogenblik aan de gang om voor zichzelf te bepalen welke richting zij uiteindelijk met het Mobiliteitsfonds willen opgaan. 9 Wat ons betreft, is het nu doen van een richtinggevende uitspraak prematuur, voor Zoetermeer in ieder geval, want wij weten nog niet welke kant wij wensen op te gaan. Normaliter zou de discussie over de indexering van het Mobiliteitsfonds plaatsvinden in de AB-vergadering van juli. Dan zou er ook een vooroverleg zijn in Verkeer en Vervoer en Economische Zaken van juni. Wij lopen er nu dus flink op vooruit. Wij zien de noodzaak daartoe niet. Over de hoogte van de inwonerbijdrage houden wij ons een klein beetje op de vlakte. Wij komen er in juni nog wel een keer over te spreken. We vinden in ieder geval dat er op het ogenblik geen indexering moet plaatsvinden. De gemeenten worden geconfronteerd met redelijk hoge kortingen. Daar staan op geen enkele manier verhoogde inkomsten tegenover. Dat betekent dat je op een gegeven moment zult moeten kiezen waaraan je je geld gaat uitgeven, of je moet zelf als gemeente ergens geld genereren. Dat laatste zien wij nog niet gebeuren, dus wat ons betreft is de indexering voorlopig niet aan de orde. Wat ons betreft, zullen wij dit in juni en juli herhalen, als het in VVEZ en in het AB ter sprake komt. De heer MULDER: Voorzitter. Namens de gemeente Pijnacker-Nootdorp wil ik ervoor pleiten dat op basis van bestuurlijke betrouwbaarheid de bijdrage aan het fonds in stand blijft voor projecten die in aanleg zijn. Voor ons geldt dat bijvoorbeeld voor de Oostelijke randweg en de Komkommerweg. De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft volledig meebetaald aan projecten in andere gemeenten die op dit moment zijn afgerond. Wij hechten eraan dat projecten die bij ons nog uitgevoerd moeten worden ook uitgevoerd kunnen worden. Wij pleiten er dan ook voor dat het fonds conform de afspraak tot en met 2017 wordt gevuld, inclusief indexering. De heer BATELAAN: Voorzitter. Wij sluiten ons aan bij de heer Schotel van Zoetermeer. Ook Westland vindt het prematuur om het onderwerp nu te bespreken. De minister heeft laatst het Wgr-onderzoek uitgesteld. Er worden alternatieven onderzocht, dus het lijkt ons niet verstandig om er nu op vooruit te lopen. Mocht er in de toekomst daadwerkelijk een vervoersautoriteit komen, dan zal dit een geschikt vehikel zijn. Momenteel doen wij er echter nog geen uitspraak over. 10 Mevrouw WYTEMA: Voorzitter. Het belang van een regionaal vervoerssysteem is mij vanavond helder geworden. Als de treinen het laten afweten, dan zie je ineens een heleboel bushaltes tussen Leiden en Den Haag. Ik heb Wassenaar goed kunnen bekijken, mijnheer Hoekema. Wij gaan naar één vervoerssysteem voor Haaglanden en de stadsregio Rotterdam. Wat Delft betreft, moet dat een helder vervoerssysteem zijn, niet alleen in de uitvoering, maar ook in de administratie. Naar aanleiding van de commissie VVEZ heeft Delft zorgen over die helderheid. Wij zien nog heel wat hobbels in zo'n opt-in/opt-outsysteem. Wij kunnen ons daarom volledig aansluiten bij de woorden vanuit Zoetermeer dat je juist over langjarige financiële commitments goed moet nadenken. Nu wij aan de vooravond staan van de verkiezingen, is het aan de nieuwe colleges om goed hierover na te denken. Het gaat over commitment en het gaat ook over heroverweging van dat commitment. Het is ook belangrijk dat de financiële verordening waarin wij gaan vastleggen hoe wij in het Mobiliteitsfonds staan niet in dit gremium wordt vastgesteld, maar in het AB van de Vervoersautoriteit. Dit zijn allemaal redenen om een richtinggevende uitspraak nog even op te schuiven. Wij zien dan ook de ABvergadering in juli dit jaar als een geschikt moment. Wij sluiten ons aan bij voorgaande sprekers die zeggen: stop in ieder geval met de indexering, want iedere gemeente moet in deze tijd op de kleintjes letten. Dat geldt voor Delft, maar ik hoor dat van meerdere gemeenten. Wij horen graag wat de portefeuillehouder hiervan vindt. Mevrouw KERSBERGEN: Voorzitter. Ik heb keurig gewacht op mijn collega uit Delft mevrouw Wytema. In de commissie VVEZ waren nog een aantal vragen blijven hangen. Er zouden toen nog schriftelijke vragen worden gesteld. Ik vroeg mij af of die daadwerkelijk zijn gesteld. Nee? Mevrouw WYTEMA: Die schriftelijke vragen hebben wij inderdaad niet gesteld, ook omdat wij tot de conclusie zijn gekomen dat wij überhaupt wat langer de tijd willen nemen om erover na te denken. Vandaar. 11 Mevrouw KERSBERGEN: Dank u wel, dat is verhelderend. Dan rest mij alleen te zeggen dat ik mij zeker schaar achter de woorden van mevrouw Wytema uit Delft en de heer Schotel uit Zoetermeer. Ook Leidschendam-Voorburg wil afwachten hoe het verder moet en wil de besluitvorming over indexering en andere zaken doorschuiven naar de reguliere AB-vergadering in juli. De heer KAJOUANE: Voorzitter. De Haagse delegatie vindt het Mobiliteitsfonds belangrijk. Wij willen dat graag continueren met de motivering die in dit voorstel staat. Wij zijn dus voor continuering en voor het nemen van een richtinggevend besluit. Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Voorzitter. Midden-Delfland vindt dat het Mobiliteitsfonds zijn nut heeft bewezen. Wij willen dan ook graag zekerstellen dat er middelen beschikbaar blijven, ook straks in de Metropoolregio, voor de gemeenten die ze hebben ingebracht. Wat de indexering betreft, sluiten wij ons aan bij Delft. De heer SMIT (DB): Voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het waardeer dat de overgrote meerderheid van de sprekers heeft gezegd het Mobiliteitsfonds als zodanig een goed instrument te vinden voor onze gezamenlijke samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer. Bijvoorbeeld de heer Batelaan zegt dat het nu nog prematuur is, verwijzende naar besluitvorming in de Kamer: als er dan een vervoersautoriteit komt, vind ik het wel een geschikt instrument. Als wij die bottomline met zijn allen kunnen trekken, dan zijn wij al een heel eind verder. Ik vind dat een heel positieve aangelegenheid, omdat deze inwonerbijdrage echt helpt bij het realiseren van verkeer- en vervoerprojecten in de verschillende gemeenten. Dat staat goed beschreven in de notitie. Een van de vragen die ik had verwacht, maar die ik in de commissie VVEZ niet kon beantwoorden en nu eigenlijk ook niet, stel ik maar even om die niet te beantwoorden. Hoe is precies in de geschiedenis van de inwonerbijdrage de verdeling geweest? Welke gemeenten hebben er precies uit getrokken en welke gemeenten hebben vooral een inwonerbijdrage geleverd? Ik had daar alleen maar dit antwoord op, namelijk dat ik er nog nooit klachten over heb 12 gehad in de zeven jaar dat ik hier zit. Dat zegt iets over de gezamenlijkheid en over de onderlinge solidariteit. Het zegt ook iets over het gevoel dat indien een project rijp is voor financiering uit het Mobiliteitsfonds, dat dan ook gewoon gebeurt, welke gemeente het dan ook is. Ik ben daar heel blij mee. Dat is ook een beetje een antwoord op de vraag van de heer Derks wat er per gemeente gebeurt, als er wordt gehalveerd. Dat kan ik helemaal niet zeggen per gemeente. Dan zou ik het hele IPVV door moeten en zou ik moeten kijken waar welke projecten op welk moment besluitrijp zijn. Dat meerjarenschema staat in het IPVV. Er wordt wel degelijk ingegaan op de vraag wat een halvering van de inwonerbijdrage betekent voor het IPVV; zie ad d op pagina 5. Dan valt er een tienjaarsgat van €47,5 mln. Dat is dan alleen maar de bijdrage vanuit het Stadsgewest Haaglanden. Dat betekent dus ook dat, met cofinanciering vanuit de gemeenten, die €47,5 mln. er niet meer is. Dat betekent dus dat je over tien jaar tijd een investering van €95 mln. niet doet in dit Stadsgewest Haaglanden. Ik vind dat zelf een verlies, maar ja, ik houd nu eenmaal erg van mijn vakgebied. Wij zijn nog niet klaar. Er zijn nog fietspaden en er zijn nog wegen die wij moeten aanleggen. Er werden al diverse wegen genoemd. Wij hebben nog wel degelijk een investeringsopgave te gaan; zie het IPVV. De grote vraag is of wij nu überhaupt prematuur bezig zijn met deze vraag om een richtinggevende uitspraak. Dat vind ik niet. Ik dacht eigenlijk dat ik het verwijt zou krijgen 'wat bent u laat met uw notitie', want wij hebben er een maand of drie, vier langer over gedaan dan gepland. Wij doen het niet op eigen initiatief, maar naar aanleiding van een motie van het AB. U hebt er dus om gevraagd. Ik had dan eerder gedacht: goh, schiet nou eens op met een en ander. De vraag is eigenlijk niet wat een ander nu doet: wat doet de Metropoolregio of wat doet de Tweede Kamer? Nee, de vraag is wat u wilt u. U bent de deelnemende gemeenten. U kunt zeggen: als wij in een metropoolregio samengaan, zal er zo'n fonds moeten zijn. Als u er iets anders van zegt, treden de gevolgen in zoals in deze notitie is beschreven. U kunt ook zeggen: ik wil de inwonerbijdrage halveren. Dan treden de gevolgen in zoals ik die zojuist beschreef. Of u kunt zeggen: we indexeren niet. Dan treden de gevolgen in zoals bij punt g staat. De heer Braam zei dat het niet toepassen van de 13 indexering niet in de notitie staat, maar dat staat er wel in; zie punt g bovenaan pagina 6. Eigenlijk is de vraag: wat wilt u? Als ik het goed samenvat, is de mededeling van de heer Batelaan wat dat betreft maatgevend: als er een vervoersautoriteit komt, willen wij toch zoiets continueren. Volgens mij heb ik dat bij iedereen gehoord. De vraag was vooral of we moeten indexeren. Daar kom ik zo op. Zolang het AB niet een motie pakt met de tekst 'wij willen eigenlijk zoiets continueren', constateer ik dat dat ongeveer de consensus is. De vraag is hoe je dat precies moet doen op het moment dat je met 24 bent. Daarover hebben wij het al met onze Rotterdamse vrienden gehad. Zij zeggen: als jullie dat willen doen, dan staan wij dat absoluut niet in de weg. Zij zijn volkomen bereid om in de financiële verordening van de nieuwe Metropoolregio straks een dergelijke clausule op te nemen. Zoals ik ook in de commissie VVEZ heel nadrukkelijk heb gezegd, kun je niet het ene jaar wat inleggen en volgende jaar even niet meedoen. Je probeert inderdaad een langdurige gezamenlijkheid te organiseren, omdat projecten een lange aanlooptijd hebben. Er is niet één weg die wij binnen een jaar aanleggen. Al die dingen duren lang. Met dat langdurige gezamenlijke commitment trek je er per saldo ongeveer uit wat je erin legt. Daar had ik geen klachten over. Je stapt er dus in. Ik zou het zelf prachtig vinden als het niet bij deze negen gemeenten bleef, maar als er ook nog iemand zou toetreden. Wie weet zegt bij wijze van spreken Schiedam wel, dit gezien hebbende: wat een schitterend idee, ik doe mee. Dat moet dus open zijn, maar als je erin stapt, moet je wel voor tenminste een jaar of acht, negen, tien instappen. Anders ben je toch nog aan het freeriden. Wij moeten proberen zoiets te organiseren. Dat komt dan in de financiële verordening te staan die moet worden aangenomen in de constituerende vergadering van het AB van de Metropoolregio. Als dat AB van de Metropoolregio dat niet doet, dan zijn wij natuurlijk niet zo stom om ons geld nog naar die Metropoolregio te brengen. Dat gaan wij dan natuurlijk niet doen. Dat hoeven we ook niet te doen, want die verordening is er niet. Dat betekent dat een deel van ons IPVV wegvalt, tenzij wij zeggen dat we het stiekem zelf buiten de Metropoolregio om doen. Dat kan ook nog, maar ik ben ervan overtuigd dat dit straks gewoon in het AB van de Metropoolregio wordt besloten. Dan kunnen we door. 14 Dan blijft nog het puntje over de indexering. Ik hoor een aantal sprekers zeggen dat dit een probleem is, gezien de hardheid van de tijden. Ja, dat kun je zeggen. Ik zeg er wel bij dat je dan ook wordt ingehaald door de hardheid van de tijden, want in de praktijk is er zoiets als een loon- en prijsstijging. De laatste tijd is die bescheiden, maar ze is er wel. Als je de indexering niet toepast, neemt ieder jaar de onderlinge solidariteit van deze negen gemeenten in betekenis af. Willen wij dat echt? Ik heb overigens niet de pretentie dat ik hier in mijn eentje een massieve dijk daartegen kan opwerpen, maar ik vind het zo zonde om die solidariteit jaarlijks te zien afnemen. Dat is niet verstandig. Voorzitter. Dat zou mijn antwoord zijn. Ik kan het wel langer maken indien gewenst, maar dit is het ongeveer. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan geef ik het woord weer aan de heer Derks, indien hij dat wenst. De heer SCHOTEL: Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Wij stellen voor om even een schorsing in te lassen om te bekijken of wij niet tot een verandering van het besluit zouden kunnen komen. De vergadering wordt van 20.38 uur tot 21.03 uur geschorst. De VOORZITTER: Ik geef het woord aan de heer Schotel. Ik neem aan dat hij spreekt namens allen die in eerste termijn hebben gesproken. Of is dat niet zo? Misschien is het goed om dat even te weten. De heer SCHOTEL: Voorzitter. Dat zal straks blijken bij de stemming. Wij hebben ook niet geprobeerd van iedereen een handtekening onder ons amendement te krijgen, want dan had het nog veel langer geduurd. De VOORZITTER: Door de heer Schotel, daartoe gesteund door mevrouw Wytema, de heer Batelaan en mevrouw Kersbergen, wordt het volgende amendement voorgesteld: 15 'Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, bijeen op 19 februari 2014, gelezen het voorstel inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds, besluit het voorgenomen besluit als volgt te wijzigen: doorhalen 'waarbij het dagelijks bestuur adviseert om te kiezen voor het onverkort voortzetten van de inwonerbijdrage, inclusief het toepassen van de jaarlijkse indexering (optie a)' toevoegen 'en daarbij te kiezen voor optie f (bevriezen van de nominale bijdrage per 1 januari 2015).' Het amendement maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. De heer SCHOTEL: Wij voegen hier als delegatie aan toe dat wij verdere uitspraken over de vraag hoe dat dan in de toekomst verder zal moeten, willen overlaten aan de nieuwe raad. De heer BRAAM: Voorzitter. Allereerst wil ik een reactie geven in de richting van de heer Smit, die gezellig aan de wandel is gegaan. Onder punt f staat toch nog een beperking in de tijd aangegeven. Het jaartal 2024 wordt genoemd. Dat zal ongetwijfeld bedoeld zijn om puur een financieel getal aan te geven, mag ik voorzichtig aannemen. Als dat de enige toegevoegde waarde is van dat jaartal, kan ik mij in het verlengde daarvan volledig vinden in het amendement. De heer MULDER: Voorzitter. Het past niet in mijn politieke achtergrond om het woord 'solidariteit' onnodig in de mond te nemen, maar ik wil namens de gemeente Pijnacker-Nootdorp toch graag het betoog van de heer Smit ondersteunen. Wij zullen het amendement niet steunen. Wij vinden dat wij gedurende de rit de spelregels niet moeten wijzigen. Wij hechten er sterk aan dat het IPVV op een goede manier uitgevoerd kan blijven worden. 16 Mevrouw WYTEMA: Voorzitter. Gehoord hebbende de termijn van de heer Smit, zijn wij heel blij dat wij nu na driekwart jaar eindelijk deze discussie ordentelijk voeren. Wij danken de portefeuillehouder dan ook dat hij de feiten voor ons op een rijtje heeft gezet. Er zijn ook wel wat verrassingen voor ons geweest in VVEZ, bijvoorbeeld dat de verordening niet in 2017 afloopt, maar opgaat in de financiële verordening. Dat was voor ons een nieuw feit. Ik heb begrepen dat het voor meerdere gemeenten een nieuw feit was. Het is dus fijn dat wij deze discussie voeren. Onze naam staat op het amendement, dus dat hoeven wij niet verder toe te lichten. Ik richt mij ook even tot de voorgaande spreker. Het maakt niet zoveel uit voor de solidariteit dat je de indexering afschaft. Ik citeer even uit de brief van de heer Smit: 'Dit is een bedrag dat valt binnen de marges die optreden als gevolg van vertragingen, tegenvallers en meevallers. Hiervoor hoeven geen wijzigingen in het investeringsprogramma te worden aangebracht. Hiervoor is ook geen wijziging van de verordening nodig en het multipliereffect bij cofinanciering komt niet in gevaar.' Ergo, het maakt dus niet zo heel veel uit dat je die indexering afschaft. Waarom is het dan wel belangrijk voor Delft en ook voor andere gemeenten? Je moet in deze tijden op de kleintjes letten. Vandaar dat wij dit amendement steunen. De heer KAJOUANE: Voorzitter. Solidariteit spreekt de gemeente Den Haag wel aan. Ik denk dat het goed is om zoals afgesproken het IPVV maximaal te continueren. Daarom zullen wij het amendement niet steunen. De heer SMIT (DB): Voorzitter. Het is een amendement op het voorblad. Dat is misschien wel zo handig, hoewel het formele voorgenomen besluit op de laatste pagina staat. Dat is punt V, Gevraagd besluit. Volgens mij is het verder een formaliteit waar wij wel overheen kunnen stappen. Als wij nu besluiten dat het voorgesteld besluit op het voorblad het besluit is, dan doen wij het zo. Voor mij is het al heel plezierig om het zo te kunnen doen, want wij kunnen een begroting opstellen. Daarom is het ook nodig dat wij nu dat richtinggevende besluit nemen. Optie a had mijn voorkeur, gewoon voluit, omdat de erosie van de onderlinge band van deze negen gemeenten dan niet aan de orde is. Ik heb 17 bij de beschrijving van de optie 'laat de indexering vervallen' wel naar waarheid geschreven dat de wereld daarmee niet vergaat. Mevrouw Wytema zei er al iets over toen zij ons citeerde. Ik ga niet uit eigen werk citeren, maar dan kan ik weer bevestigen wat zij zei. Hoe ga je dit dan opvangen? Je zult toch moeten bekijken of je hier en daar met een projectje wat kunt schuiven in de tijd of iets dergelijks. Zoiets zal het zijn. Dat zijn dan niet de grootste projecten. Het is wel lastig - dan word ik streng om allerlei nieuwe aanvragen te honoreren. Dat soort elementen zit er natuurlijk wel in. Wij kunnen houden wat wij nu hebben, maar we zullen wat zuiniger moeten zijn met het toevoegen aan de lijst, met name in de loop van de tijd. Het eerste jaar 2% indexering is geen drama, maar het tweede jaar is dat nog eens 2% en daarna weer, afhankelijk van de prijsstijging. Het kan zijn dat het na een jaar of vijf, zes, zeven wel begint aan te tikken. Ik hoop dat wij dan een ander besluit zullen nemen met de gemeenten die alsdan deelnemen aan het Mobiliteitsfonds zoals dat dan zal gelden in de vervoerregio. Regeren is vooruitzien, dus ik wilde dat toch maar even gezegd hebben. Opvallend is dat de gemeente die de grootste bijdrage aan het Mobiliteitsfonds levert, Den Haag, hier niet voor afschaffing van de indexering pleit. Dat zeg ik niet om anderen terecht te wijzen. Ik zeg het wel om te laten zien dat wat hier en daar soms over Den Haag wordt gezegd niet altijd doel treft. Dat mag ik natuurlijk als Hagenees ook weleens melden. Voor het overige laat het DB de beoordeling van dit amendement over aan uw wijsheid. De beraadslaging wordt gesloten. In stemming komt het amendement. Het amendement wordt bij zitten en opstaan aangenomen. 7. Liquidatie VINEX-grondkostenverordening De beraadslaging wordt geopend. 18 De heer VERSPUIJ: Voorzitter. Onze inbreng was eigenlijk gebaseerd op het voorstel bij de stukken. Wij hebben nu een nieuw voorstel gekregen, maar eigenlijk is het een extra onderbouwing van onze inbreng. Wij pleiten voor de gezamenlijkheid die ons de afgelopen jaren zo sterk heeft gemaakt, als het gaat om de bouw van sociale woningen. In die zin wil de Haagse delegatie een oproep doen aan ons allen om ervoor te zorgen dat die noodzakelijke nieuwbouw van sociale woningen wordt gerealiseerd. Wij kunnen dit voorstel dan ook omarmen. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Het voorstel lag voor ons. Ook ons DB-lid was daarvan niet op de hoogte. Wij willen toch even checken of wij het voorstel goed lezen. Wij hebben begrepen dat Den Haag op dit moment niet kan voldoen aan zijn taakstelling voor sociale woningbouw en dat het net als Pijnacker-Nootdorp vraagt om uitstel om daaraan te voldoen. Dat is dan tot november. Den Haag gaat dat realiseren in de Haagse Vinexwijken, dus gewoon op Haags grondgebied. De heer JANSSEN: Voorzitter. Naar aanleiding van het voorstel heb ik een vraag die wij normaal gesproken in de voorbereiding hadden gesteld. Hieruit komt naar voren dat er door Den Haag 89 extra woningen worden ingevuld. Ik vroeg mij af of er termijnen zijn verbonden aan de realisatie daarvan. Mevrouw PLOMP: Voorzitter. Wij hadden dezelfde vraag die zojuist door Zoetermeer is gesteld. In principe is het voorstel dat wij vandaag hebben gekregen heel begrijpelijk en goed te volgen. Er zitten echter een paar dingen in die niet helemaal duidelijk zijn, zoals de termijn en de vraag hoe Den Haag dit aantoont. Het lijkt nu een beetje een alles-of-nietsformulering te zijn. Wat gebeurt er als Den Haag bijvoorbeeld 50 woningen extra realiseert? Gaat dat dan naar rato? Dat staat er niet bij. Het zou wellicht iets duidelijker kunnen. De heer VAN DE LAAR: Voorzitter. Wat een gedeelte van de delegatie van Den Haag betreft, hoeft die 30% niet tot uitdrukking te worden gebracht in het nieuwe beleid. Wij vinden dat er over het algemeen al meer dan genoeg sociale 19 woningen zijn ingebracht in deze regio en ook in Den Haag. Wij zijn er dus een voorstander van om de 30%-regeling te laten vervallen. De heer EMMENS (DB): Voorzitter. De uitleg die mevrouw De Veld gaf, is juist. Wij wilden in eerste instantie afrekenen op het feit dat de taakstellingen niet gehaald werden. Dat aantal is veranderd. Wij hebben met Pijnacker-Nootdorp een afspraak dat de rest van de Vinextaakstelling nog wordt uitgevoerd, maar dat wij desondanks afrekenen. Diezelfde lijn zetten wij door naar Den Haag. Voor november moet er een overeenkomst liggen tussen Den Haag en het Stadsgewest Haaglandenwaarin is vastgelegd dat de gemeente een plan heeft dat zij ook kan uitvoeren. Het zal nog moeten blijken hoe lang dat project onderweg is, maar in ieder geval moet er een afspraak zijn dat een project is aangewezen en wordt uitgevoerd. Het klopt - ik weet niet of het besluit daarvoor gewijzigd moet worden - dat als slechts een deel van die woningen kan worden ontwikkeld, het naar rato gaat gelden. In het eerste voorstel was er een veel lager tekort. Daar stond iets meer dan €0,3 mln. voor. Als dat aantal van 89 niet volledig wordt gerealiseerd, zal de bijdrage moeten plaatsvinden naar rato van het aantal dat wel wordt gebouwd. De beraadslaging wordt gesloten. Het gewijzigd voorstel wordt zonder stemming aangenomen. 8. BOR-subsidie OV-knoop Delft Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. 9. Evaluatie afspraken sociale woningbouw (30%-afspraak) De beraadslaging wordt geopend. De heer VERSPUIJ: Voorzitter. Het meeste personeel is al weg. Wij van Den Haag, deze keer wel unaniem, vinden het een uitstekend onderzoek en rapport. Wij willen daarvoor onze waardering uitspreken, omdat wij dat goed kunnen 20 gebruiken in onze eigen gemeente. Complimenten voor de duidelijkheid en ook voor het lef dat er is geschreven dat je op een bepaalde manier kunt kijken naar wat je wilt. Dat zijn de betere stukken, omdat dat je helpt bij je besluitvorming en je beleidsbepaling. Dank daarvoor. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. In de commissie RGVM hebben wij het ook hierover gehad. Wij vinden het inderdaad een heel goed rapport. Wat enige zorg baarde, was de opstelling van diverse gemeenten en de vraag of en, zo ja, op welke wijze men die 30% in de toekomst wil invullen. Wij hebben aan de portefeuillehouder gevraagd om het proces duidelijk neer te leggen bij de gemeenten, waardoor wij met elkaar kunnen bekijken wat wij in de toekomst willen. Dit rapport geeft duidelijk aan dat maatwerk mogelijk is en dat er ook wordt gekeken naar de lokale opgaven. Het is dan ook goed om te bekijken hoe wij het sociaal oplossen. Het kan niet zo zijn dat als gemeenten zeggen 'onze woningbouwcorporatie verkoopt veel woningen', de andere gemeenten dat moeten oplossen. Ik vind dat wij die discussie niet op die manier moeten aangaan. Het zou goed zijn als wij de kaders vooraf aangeven. Mevrouw HAGENAARS: Voorzitter. Ik sluit mij helemaal aan bij de conclusies van de andere sprekers dat dit een helder rapport is waarin uitgangspunten voor de sociale opgave wat betreft de woningbouw worden gepresenteerd en dat je er op verschillende wijzen naar kunt kijken. De gemeente Rijswijk vindt het bijzonder plezierig dat geconstateerd kan worden dat wij allemaal ervaren dat die sociale opgave er is en ook blijvend is, omdat er altijd vraag naar goedkopere woningen zal blijven. Wij moeten oppassen dat de term 'maatwerk', die op vele gebieden in ons werkveld wordt toegepast, niet een schaamlap wordt voor het niet meer voldoen aan een sociale vraag. De gemeente Rijswijk wil aangeven dat er mogelijkerwijs een alternatief kan worden onderzocht. Wij krijgen dit tenslotte ter kennisneming van u. Moet je niet meer inzetten op de bestaande sociale voorraad en met name grootschalige renovatieprojecten doorvoeren? Wij vragen ons ook af of je, behalve dat je eisen moet stellen aan grootte en plaats, niet ook moet kijken naar de kwaliteit van de woningen. De gemeente Rijswijk is van mening dat je op dat stuk aardig kunt winnen. 21 De heer VAN DE LAAR: Voorzitter. Ik wil nog iets zeggen in aanvulling op datgene wat ik bij het eerdere agendapunt heb gezegd. Die 30% is voor ons geen maat. Die regel heeft in Den Haag meer dan genoeg gegolden. Wij hebben een overschot aan sociale woningbouw. Ik ben het met de vorige spreker eens dat wij moeten kijken naar de bestaande voorraad, maar voor nieuwbouw moeten wij die 30% niet meer als maat hanteren. In de komende periode kunnen wij het rapport verder uitwerken, maar een gedeelte van onze delegatie vindt dat er nu al meer dan genoeg sociale woningbouw in Den Haag is. Als de andere gemeenten dat verder willen ontwikkelen, is dat in belangrijke mate hun keuze. Ik denk dat voor Den Haag de beslissing moet vallen: we hebben genoeg en we gaan die 30%-regeling niet meer hanteren. De heer EMMENS (DB): Voorzitter. Het rapport is natuurlijk niet geschreven om nu al te besluiten om die 30% of een variant daarop toe te passen. Het rapport betreft de evaluatie daarvan en wordt straks betrokken bij de nadere beleidsvorming, het overleg met de sociale verhuurders, de regionale prestatieovereenkomsten en de regionale woningbouwprogrammering die wij aan de provincie moeten overleggen. Die 30% is afgesproken in de tijd van de grote locaties Vinex en Vinac. Toen kon je er zeker van zijn dat de rest van die productie ook werd gehaald, dus 30% was 30%. Een van de vorige agendapunten ging daar ook over. Wij houden er dus aan vast dat die 30% wordt gerealiseerd. Er is nu een volstrekt andere situatie ontstaan. Wij hebben geen grote locaties meer. Wij hebben al bij Rijswijk-Zuid gezien dat een deel van die 30%-afspraak op andere locaties zal worden gerealiseerd. Wij weten überhaupt niet hoeveel productie er in de andere financieringscategorieën zal plaatsvinden. 30% van nul is ook nul. Wij kijken samen met de corporaties naar hun financieringscapaciteit. Misschien moeten wij naar andere wegen zoeken, naar andere realisatoren in de sociale huursector. De sociale voorraad neemt extra af, doordat de corporaties op dit moment veel woningen verkopen, niet alleen Vestia, maar ook de andere corporaties. De huur van een deel van de woningen stijgt ook dusdanig dat ze boven de sociale huurprijzen uitkomen. 22 Wij zullen op een andere manier moeten bekijken hoe de sociale voorraad wordt bediend. Dat gebeurt nu ook al bij de renovaties in de stad. Die zullen straks zeker moeten plaatsvinden. Je zou veel meer kunnen gaan naar een kernvoorraadbenadering: welke voorraden heb je, wat heb je nodig en waar moeten aanvullingen plaatsvinden? Dat kan ook meer maatwerk betekenen, omdat er in de ene gemeente relatief al veel meer is dan in de andere gemeente. Wij doen daar nu geen uitspraak over. In het najaar komen wij met het pakket regionale afspraken. Dan zullen wij uitgewerkt hebben hoe die maatwerkafspraken met de gemeenten eruit kunnen zien. Natuurlijk is dat een combi van solidariteit over de gemeentegrenzen heen om ervoor te zorgen dat er geen segregatie in de ene gemeente plaatsvindt en geen andersoortige segregatie in de andere gemeente. Ook zal moeten worden gekeken naar de werkelijke behoefte van de gemeenten zelf. Ik ga ervan uit dat er dan helderheid is en dat de gemeentelijke woonvisies, die onderhand in voorbereiding zijn, in het najaar kunnen worden vastgesteld. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen. 10. Ontslagverlening aan de huidige secretaris-directeur van het Stadsgewest Haaglanden, mevrouw M.F. Stein De VOORZITTER: Ik neem aan dat u kunt instemmen met het voorstel om aan mevrouw Stein op haar verzoek per 1 maart 2014 eervol ontslag te verlenen. Anders zou u een groot probleem voor de gemeente Den Haag creëren. Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. (Applaus) De VOORZITTER: Ik zal straks heel kort iets zeggen tot mevrouw Stein. Morgenmiddag is haar officiële afscheid in het gewestelijk gebouw. 23 Als u het goed vindt, draaien wij de agendapunten 11 en 12 even om. Dan kunnen wij eindigen met de stemming. 12. Stand van zaken MRDH De VOORZITTER: Zoals al heel even eerder aan de orde is gekomen bij het agendapunt dat heel onaangenaam 'liquidatie' heet, hebben de burgemeester van Rotterdam en ik een zeer indringende uitwisseling van gedachten gehad met de minister van Binnenlandse Zaken. Wij hebben er bij hem op aangedrongen om nu ten spoedigste het wetsvoorstel te doen behandelen in de Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Dat is om allerlei redenen noodzakelijk. Eerder op de avond hebben wij het al gehad over de onzekerheid waarin het personeel van ons gewest verkeert. De heer Hoekema heeft terecht veel aandacht gegeven aan het belang dat er ook voor het personeel helderheid komt. Dat geldt uiteraard evenzeer voor onze gemeenteraden, waarvan er inmiddels 20 al hebben ingestemd met de gemeenschappelijke regeling voor de Metropoolregio. De minister heeft zowel mijn collega van Rotterdam als mij verzekerd dat hij ten spoedigste, naar alle waarschijnlijkheid in de eerste helft van april, het wetsvoorstel zal verdedigen in de Tweede Kamer. U bent allen politici, dus u weet ook hoe de wereld van de politiek op dit terrein werkt. Maar naar alle waarschijnlijkheid zal de minister in de Tweede Kamer van de Staten-Generaal een meerderheid voor zijn wetsvoorstel hebben. Als de voortekenen niet bedriegen, dan zal dat ook het geval zijn in de Eerste Kamer van de Staten-Generaal. Vanuit mijn apolitieke kijk erop zou daarmee het tijdpad van 1 januari 2015 gehaald kunnen worden. In ieder geval is de afspraak vanuit het bestuursforum gemaakt om tempo te maken en in ieder geval per 1 juli a.s. al te gaan draaien met de 24 gemeenten als Metropoolregio, mits alle gemeenten daarmee instemmen. Een viertal gemeenten moet dat besluit nu nog nemen. Ik neem aan dat u allen kennis hebt genomen van de index van de Financial Times over de rating van de regio's in Nederland. Eindhoven en omgeving staat in de index van de Financial Times op de derde plaats en de zuidelijke Randstad, de 24 gemeenten waarover wij het hier hebben, op de zeventiende plaats. Er is dus ongelooflijk veel werk aan de winkel voor de komende jaren. 24 De Haagse raad en velen van u kennen mijn eeuwige thema: het gaat eenvoudigweg om werk en werkgelegenheid in de komende jaren in ons deel van de Randstad. Wij allen weten hoe essentieel dat is, want verloren generaties zijn een ramp voor dit land. Ik hoop dat wij nu onder stoom het proces kunnen voortzetten. 11. Benoeming van de heer M.J. Toet tot secretaris-directeur ad interim van het Stadsgewest Haaglanden De VOORZITTER: U wordt verzocht in te stemmen met de voordracht van het DB. Ik doe een beroep op het stembureau om nog een keer de honneurs voor ons waar te nemen. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Bij de benoeming tot secretarisdirecteur ad interim van het Stadsgewest Haaglanden zijn alle 43 uitgebrachte stemmen geldig en zijn alle stemmen uitgebracht op de heer Toet. Daarmee is hij benoemd tot secretaris-directeur ad interim. De VOORZITTER: Ik dank het stembureau. Wij wensen de heer Toet heel veel succes in deze functie. Hij is op het ogenblik met vakantie. Anders zou hij ongetwijfeld vanavond hier zijn geweest. Ik constateer dat wij de agenda hebben afgewerkt. Ik wil heel kort Marion Stein bedanken voor het werk dat zij als secretaris vanaf de zomer van 2011 voor het Stadsgewest Haaglanden heeft gedaan. De indruk van in ieder geval het DB - ik weet dat het ook bij het AB zo wordt gevoeld - is dat zij zich vanaf het begin als een vis in het water voelde in de vijver van het Stadsgewest Haaglanden en zich ook zeer thuis voelde bij de negen gemeenten die het Stadsgewest Haaglanden dragen. Het is voor het Stadsgewest Haaglanden en vooral voor degenen die als ambtenaar bij het Stadsgewest Haaglanden werken een ingewikkelde periode geweest. Ik noem de afschaffing van de Wgr-plus en de opbouw van de Metropoolregio, waar mevrouw Stein ook namens u en namens een aantal gemeenten heel veel aan heeft gedaan. Het is vooral heel knap van haar dat zij in de ombouwfase van Stadsgewest Haaglanden naar Metropoolregio uiteraard 25 moeilijke discussies met het personeel daarover heeft gehad, maar erin is geslaagd om iedereen volstrekt gemotiveerd te houden voor het werk. Dat is een gave die niet velen op managementfuncties bezitten in dit soort toch moeilijke situaties. Politici bedenken iets en vervolgens heeft dat heel veel consequenties voor een organisatie. Zij heeft dat voortreffelijk gedaan en de motivatie van het personeel zeer hoog gehouden. Het tempo van besluiten, zoals u hebt kunnen volgen, is voor een belangrijk deel ook te danken aan het feit dat men volledig ingespannen is geweest en nog steeds is voor het werk. Het is voor haar jammer dat zij in haar periode geen akkoord heeft kunnen realiseren met de or en de vakbeweging. Ik weet dat zij dat heel vervelend vindt. Wij wensen de heer Toet daar heel veel succes mee. Kortom, heel veel dank en ongelooflijk veel succes - dat kan ik toch als volstrekt analytische en objectieve voorzitter van deze vergadering zeggen - in de gemeente Den Haag. Zeer veel dank! (Applaus) De VOORZITTER: Ik sluit de vergadering. Wel thuis! Sluiting 21.39 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden d.d. 25 juni 2014. De secretaris, De voorzitter, 26
© Copyright 2024 ExpyDoc