16-06-201405 B conceptverslag Haaglanden19februari2014-AB

-Concept-
Verslag van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het
Stadsgewest Haaglanden op woensdag 19 februari 2014 in de Statenzaal van
het Provinciehuis in Den Haag (opening 19.52 uur).
Voorzitter: de heer J.J. van Aartsen
Secretaris: mevrouw M.F. Stein
Aanwezig zijn de leden:
Delft
Mw. Van Geenen (plv.), Guldemond, Harpe, Kroon, Verkerk, Vogel.
Den Haag
Bakker, mw. Gidaly, Kajouane, Van de Laar, Lakerveld, mw. Mulder, Smit,
Verspuij.
Leidschendam-Voorburg
Brussaard, Jansen, mw. Kersbergen, mw. Plomp.
Midden-Delfland
Mw. De Jong-Hoogendoorn (plv.), Horlings.
Pijnacker-Nootdorp
Van der Hoeven, Mulder, mw. de Veld-Van Hassel.
Rijswijk
Braam, Mateman, Hagenaars (plv.).
Wassenaar
Derks, mw. Erwich-Eisveld Bosch.
Westland
1
Doelman, Spanbroek, Van der Steen.
Zoetermeer
Mw. van As-De Groot, Batelaan (plv.), Emmens, Janssen, Lobel, mw. Van der
Meer (plv.), Schotel, mw. Wortel, mw. van Zantvoort.
Bericht van verhindering is ontvangen van de leden:
Den Haag
Dander, Klein, Revis.
Midden-Delfland
Trouwborst.
Westland
Spaans, Van der Tak.
Zoetermeer
Bos.
De agenda van de vergadering luidt als volgt:
1. Opening en mededelingen
2. Conceptverslag spreekrechtbijeenkomst d.d. 27 november 2013
3. Conceptverslag vergadering algemeen bestuur d.d. 27 november 2013
4. Verkiezing leden adviescommissies
5. Inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds
6. Procesvoorstel besluitvorming liquidatieplan en opheffingsbesluit
7. Liquidatie VINEX-grondkostenverordening
8. BOR-subsidie OV-knoop Delft
9. Evaluatie afspraken sociale woningbouw (30%-afspraak)
10. Ontslagverlening aan de huidige secretaris-directeur van het Stadsgewest
Haaglanden, mevrouw M.F. Stein
2
11. Benoeming van de heer M.J. Toet tot secretaris-directeur ad interim van het
Stadsgewest Haaglanden
12. Stand van zaken MRDH
1.
Opening en mededelingen
De VOORZITTER: Ik open de vergadering. Ik wil allereerst kort stilstaan bij het
onverwachte overlijden van een tweetal heel belangrijke mensen uit de
organisatie van het Stadsgewest Haaglanden. Beiden hebben zich in de
afgelopen jaren werkelijk met hart en ziel ingezet voor het Stadsgewest
Haaglanden en hebben een fantastische bijdrage geleverd aan de
ontwikkelingen die wij hier met zijn allen hebben gewenst: Han Geers,
werkzaam als projectleider voor tramlijn 19, zoals wij allen weten een
buitengemeen actief en markant voorman van de ondernemingsraad, en Ruud 't
Hart van de Omgevingsdienst Haaglanden, gedetacheerd in het kader van de
geluidsanering van woningen. Ik denk dat ik namens u spreek, als ik hun familie
en vrienden condoleer en heel veel sterkte toewens in de komende periode, in
de moeilijke tijden die zij zonder enige twijfel nu doormaken. Hetzelfde geldt
uiteraard voor de medewerkers die met hen hebben gewerkt en voor hun
vrienden binnen en buiten de organisatie van het Stadsgewest Haaglanden.
Een mededeling van geheel andere aard is dat de gemeente Delft twee nieuwe
AB-leden heeft benoemd, de heer Guldemond en de heer Vogel. De heer
Guldemond zit in de trein, de heer Vogel is aanwezig. Van harte welkom in het
algemeen bestuur.
Met het oog op de schriftelijke stemming die in deze vergadering plaatsvindt,
benoem ik als lid van het stembureau mevrouw De Veld-van Hassel (voorzitter),
mevrouw De Jong-Hoogendoorn en de heer Braam.
Dan zijn wij bij agendapunt 2 …
De heer VERSPUIJ: Voorzitter. Excuus voor de onderbreking, dat is niet mijn
gewoonte. Ik wil vragen of agendapunt 6 kan opschuiven naar agendapunt 4.
Het gaat immers om het personeel.
3
De VOORZITTER: Heel eerlijk gezegd heb ik liever dat wij de agenda eerst tot
en met punt 4 behandelen en dan agendapunt 6.
2.
Conceptverslag spreekrechtbijeenkomst d.d. 27 november 2013
Dit verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
Conceptverslag vergadering algemeen bestuur d.d. 27 november 2013
Dit verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
4.
Verkiezing leden adviescommissies
De VOORZITTER: Voor de adviescommissie Verkeer en Vervoer en
Economische Zaken wordt de heer Vogel, zojuist toegetreden tot het AB, door
de delegatie van Delft voorgedragen als lid. De stembiljetten zijn rondgedeeld.
Ik constateer dat niemand hierover het woord wenst te voeren. De stembiljetten
worden nu opgehaald.
De vergadering wordt enkele minuten geschorst.
De VOORZITTER: Het woord is aan de voorzitter van het stembureau,
mevrouw De Veld-van Hassel.
Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Bij de benoeming voor de
commissie Verkeer, Vervoer en Economische Zaken zijn 41 stemmen
uitgebracht, waarvan 40 geldig, op de heer Vogel. Daarmee is hij benoemd tot
lid van deze commissie.
6.
Procesvoorstel besluitvorming liquidatieplan en opheffingsbesluit
De heer BRUSSAARD: Voorzitter. Onze delegatie heeft kennisgenomen van
het liquidatieplan. Het plan gaat redelijk gedetailleerd in op de financiële,
juridische en technische kanten van de opheffing van Haaglanden. De meer
4
materiële kanten komen minder aan de orde. Het stuk gaat minder in op de
betekenis voor het personeel en op de wijze waarop de lopende taken wordt
vervuld.
Er staat op het stuk dat het een procesvoorstel is. Ik vraag mij echter af in
hoeverre hierin de verschillende stappen worden beschreven, temeer daar het
aan ons wordt voorgelegd ter kennisneming. Op blz. 9, waar de procedure kort
wordt uitgelegd, staat bij punt 2 dat het algemeen bestuur het voorgenomen
besluit tot opheffing vaststelt. Omdat wij nu toch al in de maand februari zitten,
vroeg ik mij af of ons nu al wordt gevraagd om iets vast te stellen. De secretaris
schudt nee, dus dan is dit alleen nog maar ter kennisneming. De vraag is of dit
nu wel al naar de gemeenten toe gaat. Ook nog niet? Dus dat betekent dat pas
verder in het najaar die besluiten worden genomen. In feite wordt dan alleen
maar een stand van zaken geschetst en wordt ons nog niet een proces
voorgelegd. Ook vanwege de onzekerheid over de voortgang van de landelijke
wetgeving, krijg ik toch het gevoel dat dit een wat onduidelijke situatie is waarin
wij nog lange tijd zullen verblijven. Ook omdat het nieuwe algemeen bestuur
Haaglanden pas ergens in de maand juni/juli weer bijeen zal komen, vraag ik
mij af of de continuïteit hiermee voldoende is gewaarborgd.
De heer MATEMAN (DB): Voorzitter. Ik dank de heer Brussaard voor zijn
vragen, die iets verder gaan dan het voorstel dat op dit moment op tafel ligt. Ik
begrijp die vragen ook, omdat het proces dat wij zijn ingegaan getrapt verloopt.
Het is echter niet zo onschuldig als ik op dit moment zeg. Als u namelijk
vanavond het licht op groen zet met de kennisneming van het memo dat u is
aangereikt en van het bijgevoegd werkdocument ontwerpliquidatieplan, dan zet
u daarmee wel een stroom in beweging waarvan u in verband van de
Metropoolregio, vrijwel parallel aan dit proces, weet dat het zou gaan gebeuren.
Het betekent overigens niet dat het onherroepelijk is. U zet het licht op groen
voor een proces met veel inspraak, zelfs nog meer inspraak dan wij
aanvankelijk dachten. U hebt gezien dat Vijverberg Juristen, waaraan wij
gevraagd hebben om nog eens goed te kijken naar mogelijke processuele
risico's, heeft geadviseerd om de gemeenten er nog eens uitdrukkelijk als
instanties bij te betrekken. U kunt dus ook als raadslid, als college en als
burgemeester, de drie bestuursorganen van de gemeente, hierover nog
5
opvattingen hebben. Maar de koers wordt ingezet, gericht op het beëindigen - ik
vind 'liquidatie' een naar woord, maar het schijnt er juridisch voor te staan - van
Haaglanden in de huidige vorm. Dat format zetten wij in.
Het is begrijpelijk dat de heer Brussaard de vragen stelt die hij stelt. Het is dus
niet helemaal zo erg als hij zegt. Het is niet onherroepelijk. Het zou kunnen dat
de gemeenten en/of het AB het niet willen. Als landelijk wordt bewogen in het
tempo waarin wij denken en ook hopen dat het gaat gebeuren, gezien de
onzekerheid voor alle betrokkenen, dan ziet u in het bijgevoegde tijdschema dat
het AB uiterlijk in oktober de eindbeslissing krijgt. Daarbij wordt dan rekening
gehouden met het uitgewerkte sociaal plan, waarbij collega Hoekema als
bestuurder betrokken is richting het personeel. Dat overleg is nog niet afgerond,
want er wordt wederzijds bewogen. Zo gaat dat in Nederland bij het polderen.
Het personeel krijgt nooit helemaal gelijk, maar ook nooit helemaal ongelijk; zo
doen wij dat in dit land. Wij gaan dan naar een proces toe waarbij wij
Haaglanden in de huidige vorm opheffen. Onze core business is uiteraard
verkeer en vervoer, waarop het wetsvoorstel gebaseerd is, maar het is ook
economie omdat wij echt wat voorstellen in Europa. Wij hebben ook een aantal
andere taken die wij in het verleden 'weeskinderen' noemden, maar die wij toch
heel succesvol in Haaglanden hebben uitgevoerd. Met onze core business en
met die andere taken willen wij aanhaken bij de Metropoolregio of wij doen het
nog een keer vanuit Haaglanden. Op dit moment hebben wij een derde weg
gevonden. Vanavond hadden wij hier in het gebouw een DB-vergadering. Wij
hebben op een tweetal terreinen als oud-DB Haaglanden een voorzet gegeven
om in de toekomstige structuur clusters tot stand te brengen voor het uitvoeren
van die oude taken, onder andere groen en wonen. Collega Horlings en collega
Emmens hebben het initiatief al genomen. Zij hebben gezegd: ik wacht niet af
wat er gebeurt, ik vind dat de taak belegd moet worden in welk verband dan
ook.
Zetten wij een proces in dat op een doel gericht is? Ja, het doel is liquidatie,
opheffing van Haaglanden. Of wij dat bereiken, hangt niet alleen van ons af. Het
hangt ook af van wat de Tweede Kamer binnenkort doet. Het hangt nog meer af
van de Eerste Kamer. Het hele voorstel is gekoppeld aan de vraag of de Eerste
Kamer, de hoogste bevoegde instantie in Nederland, het licht op groen zet. Dan
wordt pas het signaal go/no go gegeven, maar zelfs dan moet u nog zeggen dat
6
u vindt dat Haaglanden in die situatie opgeheven kan worden. Het is een beetje
een uitvoerig antwoord, maar korter kon ik het nauwelijks maken.
De heer BRUSSAARD: Het antwoord is mij grotendeels wel duidelijk. Ik proef
toch bij het DB-lid de heer Mateman dat hij benadrukt dat wij vanavond groen
licht geven. Als je van iets kennisneemt, dan is dat geen vereiste. Je kunt
hoogstens zeggen dat wij er geen bezwaar tegen maken dat dit het vertrekpunt
is voor de verdere ontwikkelingen en de voorbereidingen in de loop van het
jaar. Wij hebben vorige week in de commissie Jeugdzorg ook gesproken over
de veranderingen die gaande zijn. Daar is sprake van een vergelijkbaar
verschijnsel met de komst van de decentralisaties. Veel is onzeker en er valt
nog meer van te zeggen. Ik denk dat ik namens andere delegaties spreek, als ik
aandacht vraag voor de positie van het personeel. Naarmate er meer tijd is
verstreken in het jaar richting 1 januari, zijn er misschien weinig verschillende
opties meer mogelijk.
De VOORZITTER: De heer Hoekema wil op dit punt ook nog het een en ander
naar voren brengen. U zit zo ver weg van mij. Dat ben ik niet gewend.
De heer HOEKEMA (DB): Voorzitter. Het zijn Europese afstanden binnen deze
provincie, maar dat terzijde.
De heer Brussaard vraagt terecht wat de status van het stuk is. De heer
Mateman heeft die vraag al beantwoord. Het is een analyse van de financiële,
juridische en technische aspecten van de liquidatie. Uiterlijk 22 oktober moet
zowel het liquidatieplan als het opheffingsbesluit zijn goedgekeurd door uw AB.
De heer Brussaard sprak over materiële taken en personele aspecten. De heer
Mateman sprak in jargon al over weestaken, over restanttaken.
Over de personele aspecten, ook in reactie op de inspraak van de heer Mol, wil
ik nog zeggen dat de belangen van het personeel van Haaglanden altijd leidend
zijn geweest bij de opstelling van het DB en ook van de secretaris van de
organisatie, in die zin dat het niet goed en niet wenselijk is om te lang te
wachten met de beweging die je toch onvermijdelijk zult moeten maken. Ervan
uitgaande dat de opheffing een feit is, waarvan wij moeten uitgaan in de loop
van het jaar, is het goed om zo snel mogelijk te beginnen met de mobiliteit die
7
ook de heer Mol noemde in zijn interventie onder het spreekrecht naar hetzij de
Metropoolregio Rotterdam Den Haag, hetzij de negen deelnemende gemeenten
aan de Regeling Stadsgewest Haaglanden. De heer Mol sprak over vrijwillig
ontslag als derde optie, maar ik zou toch eerder de mogelijkheid noemen dat
mensen buiten het Stadsgewest Haaglanden, buiten de Metropoolregio en
buiten de gemeenten een heel andere functie gaan vervullen. Dat wordt
aangemoedigd en er zijn ook voorbeelden van dat dit is gelukt.
Uiteraard heeft het DB in de eerste plaats waardering voor het werk dat zo'n
vijftien jaar gedaan is voor de regio, voor de samenwerking tussen de negen
gemeenten. Dat staat buiten kijf. Er zijn politiek-bestuurlijke besluiten genomen
om te streven naar de oprichting van een metropoolregio. Dat is geen gebrek
aan waardering voor het werk dat is verricht. Tegelijkertijd richten wij ons op het
zo goed mogelijk behartigen van de belangen van de huidige werknemers van
het Stadsgewest Haaglanden. Dat gebeurt door het overleg met de
ondernemingsraad door de bestuurder, de secretaris-directeur, mevrouw Stein,
maar ook door het georganiseerd overleg met de bonden.
Er is inderdaad nog geen sociaal plan. Daar heeft de heer Brussaard gelijk in.
Dat lag niet direct aan de werkgeversdelegatie, maar aan het feit dat de bonden
nog onderling overleg wilden voeren, ook met de eigen achterban en met leden
van het personeel van het Stadsgewest Haaglanden. Daarbij is er een toch
altijd lastige discussie gaande of je loon en inkomen als eerste prioriteit stelt
dan wel werkgelegenheid. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten daarvan; die
discussie is nog gaande. Wij hopen op 7 maart bij het volgende overleg met de
bonden een klap te geven op het sociaal plan. Tegenover de stelling van de
heer Mol dat er te snel is begonnen met die mobiliteit wil ik toch opmerken dat,
als je daar te lang mee wacht, het voor de belangen van de werknemers wel
eens een heel moeilijke operatie zou kunnen worden. Vandaar ook een premie
op snelheid en mobiliteit, die in een aantal gevallen al tot een succesvolle
plaatsing heeft geleid.
Nogmaals, de belangen van het personeel waren en zijn nog steeds leidend
voor het DB. Wij houden er ernstig rekening mee. In de richting van de heer Mol
en de heer Brussaard zeg ik dat je pas over terugvalscenario's en plannen B
moet gaan denken, als er geen eerste scenario en geen eerste
voorkeursscenario meer is. De wetgeving is nu aanhangig bij de Tweede Kamer
8
van de Staten-Generaal. Begin april is de discussie in de Tweede Kamer. Dan
zullen wij verder zien hoe dat loopt.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
5.
Inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds
De heer DERKS: Voorzitter. Dank voor de stukken. Ik heb een paar vragen
over het Mobiliteitsfonds, omdat er veranderingen gaan optreden. In het
voorstel is namelijk niet aangegeven wat de gevolgen zijn voor gemeenten, als
de inwonerbijdrage wordt gehalveerd. Wat gaat er dan gebeuren? Hoewel wij er
niet zo'n voorstander van zijn, wil ik dat toch wel graag weten.
Het vaststellen van de financiële verordening zal vallen onder de
bevoegdheden van het AB van de Metropoolregio, maar de gemeenten in de
Rotterdamse regio hebben daarin een meerderheid. Hoe zal dat precies netjes
verdeeld worden? Op welke wijze vindt de besluitvorming plaats over de
besteding van deze middelen binnen de Metropoolregio? Wij zijn er erg
nieuwsgierig naar, want wij vrezen dat wij een beetje buiten de boot vallen aan
de rand van de Metropoolregio.
De heer BRAAM: Voorzitter. Vanuit Rijswijk denken wij over een andere optie.
Er wordt een aantal opties genoemd, van a tot en met g. Wij missen in dit lijstje
een heel belangrijke optie die wij in de afgelopen jaren al strak toepassen,
namelijk het vooral niet toepassen van de indexering. Die zouden wij graag aan
het lijstje toegevoegd zien. Daar zijn wij vanuit Rijswijk een groot voorstander
van.
De heer SCHOTEL: Voorzitter. Dank voor de notitie, waarom vorig jaar is
gevraagd. Met zo'n notitie kunnen de raden op het ogenblik aan de gang om
voor zichzelf te bepalen welke richting zij uiteindelijk met het Mobiliteitsfonds
willen opgaan.
9
Wat ons betreft, is het nu doen van een richtinggevende uitspraak prematuur,
voor Zoetermeer in ieder geval, want wij weten nog niet welke kant wij wensen
op te gaan. Normaliter zou de discussie over de indexering van het
Mobiliteitsfonds plaatsvinden in de AB-vergadering van juli. Dan zou er ook een
vooroverleg zijn in Verkeer en Vervoer en Economische Zaken van juni. Wij
lopen er nu dus flink op vooruit. Wij zien de noodzaak daartoe niet.
Over de hoogte van de inwonerbijdrage houden wij ons een klein beetje op de
vlakte. Wij komen er in juni nog wel een keer over te spreken. We vinden in
ieder geval dat er op het ogenblik geen indexering moet plaatsvinden. De
gemeenten worden geconfronteerd met redelijk hoge kortingen. Daar staan op
geen enkele manier verhoogde inkomsten tegenover. Dat betekent dat je op
een gegeven moment zult moeten kiezen waaraan je je geld gaat uitgeven, of je
moet zelf als gemeente ergens geld genereren. Dat laatste zien wij nog niet
gebeuren, dus wat ons betreft is de indexering voorlopig niet aan de orde. Wat
ons betreft, zullen wij dit in juni en juli herhalen, als het in VVEZ en in het AB ter
sprake komt.
De heer MULDER: Voorzitter. Namens de gemeente Pijnacker-Nootdorp wil ik
ervoor pleiten dat op basis van bestuurlijke betrouwbaarheid de bijdrage aan
het fonds in stand blijft voor projecten die in aanleg zijn. Voor ons geldt dat
bijvoorbeeld voor de Oostelijke randweg en de Komkommerweg. De gemeente
Pijnacker-Nootdorp heeft volledig meebetaald aan projecten in andere
gemeenten die op dit moment zijn afgerond. Wij hechten eraan dat projecten
die bij ons nog uitgevoerd moeten worden ook uitgevoerd kunnen worden. Wij
pleiten er dan ook voor dat het fonds conform de afspraak tot en met 2017
wordt gevuld, inclusief indexering.
De heer BATELAAN: Voorzitter. Wij sluiten ons aan bij de heer Schotel van
Zoetermeer. Ook Westland vindt het prematuur om het onderwerp nu te
bespreken. De minister heeft laatst het Wgr-onderzoek uitgesteld. Er worden
alternatieven onderzocht, dus het lijkt ons niet verstandig om er nu op vooruit te
lopen. Mocht er in de toekomst daadwerkelijk een vervoersautoriteit komen, dan
zal dit een geschikt vehikel zijn. Momenteel doen wij er echter nog geen
uitspraak over.
10
Mevrouw WYTEMA: Voorzitter. Het belang van een regionaal vervoerssysteem
is mij vanavond helder geworden. Als de treinen het laten afweten, dan zie je
ineens een heleboel bushaltes tussen Leiden en Den Haag. Ik heb Wassenaar
goed kunnen bekijken, mijnheer Hoekema.
Wij gaan naar één vervoerssysteem voor Haaglanden en de stadsregio
Rotterdam. Wat Delft betreft, moet dat een helder vervoerssysteem zijn, niet
alleen in de uitvoering, maar ook in de administratie. Naar aanleiding van de
commissie VVEZ heeft Delft zorgen over die helderheid. Wij zien nog heel wat
hobbels in zo'n opt-in/opt-outsysteem. Wij kunnen ons daarom volledig
aansluiten bij de woorden vanuit Zoetermeer dat je juist over langjarige
financiële commitments goed moet nadenken. Nu wij aan de vooravond staan
van de verkiezingen, is het aan de nieuwe colleges om goed hierover na te
denken. Het gaat over commitment en het gaat ook over heroverweging van dat
commitment.
Het is ook belangrijk dat de financiële verordening waarin wij gaan vastleggen
hoe wij in het Mobiliteitsfonds staan niet in dit gremium wordt vastgesteld, maar
in het AB van de Vervoersautoriteit. Dit zijn allemaal redenen om een
richtinggevende uitspraak nog even op te schuiven. Wij zien dan ook de ABvergadering in juli dit jaar als een geschikt moment. Wij sluiten ons aan bij
voorgaande sprekers die zeggen: stop in ieder geval met de indexering, want
iedere gemeente moet in deze tijd op de kleintjes letten. Dat geldt voor Delft,
maar ik hoor dat van meerdere gemeenten. Wij horen graag wat de
portefeuillehouder hiervan vindt.
Mevrouw KERSBERGEN: Voorzitter. Ik heb keurig gewacht op mijn collega uit
Delft mevrouw Wytema. In de commissie VVEZ waren nog een aantal vragen
blijven hangen. Er zouden toen nog schriftelijke vragen worden gesteld. Ik
vroeg mij af of die daadwerkelijk zijn gesteld. Nee?
Mevrouw WYTEMA: Die schriftelijke vragen hebben wij inderdaad niet gesteld,
ook omdat wij tot de conclusie zijn gekomen dat wij überhaupt wat langer de tijd
willen nemen om erover na te denken. Vandaar.
11
Mevrouw KERSBERGEN: Dank u wel, dat is verhelderend. Dan rest mij alleen
te zeggen dat ik mij zeker schaar achter de woorden van mevrouw Wytema uit
Delft en de heer Schotel uit Zoetermeer. Ook Leidschendam-Voorburg wil
afwachten hoe het verder moet en wil de besluitvorming over indexering en
andere zaken doorschuiven naar de reguliere AB-vergadering in juli.
De heer KAJOUANE: Voorzitter. De Haagse delegatie vindt het Mobiliteitsfonds
belangrijk. Wij willen dat graag continueren met de motivering die in dit voorstel
staat. Wij zijn dus voor continuering en voor het nemen van een richtinggevend
besluit.
Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Voorzitter. Midden-Delfland vindt dat
het Mobiliteitsfonds zijn nut heeft bewezen. Wij willen dan ook graag
zekerstellen dat er middelen beschikbaar blijven, ook straks in de
Metropoolregio, voor de gemeenten die ze hebben ingebracht. Wat de
indexering betreft, sluiten wij ons aan bij Delft.
De heer SMIT (DB): Voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het
waardeer dat de overgrote meerderheid van de sprekers heeft gezegd het
Mobiliteitsfonds als zodanig een goed instrument te vinden voor onze
gezamenlijke samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer.
Bijvoorbeeld de heer Batelaan zegt dat het nu nog prematuur is, verwijzende
naar besluitvorming in de Kamer: als er dan een vervoersautoriteit komt, vind ik
het wel een geschikt instrument. Als wij die bottomline met zijn allen kunnen
trekken, dan zijn wij al een heel eind verder. Ik vind dat een heel positieve
aangelegenheid, omdat deze inwonerbijdrage echt helpt bij het realiseren van
verkeer- en vervoerprojecten in de verschillende gemeenten. Dat staat goed
beschreven in de notitie.
Een van de vragen die ik had verwacht, maar die ik in de commissie VVEZ niet
kon beantwoorden en nu eigenlijk ook niet, stel ik maar even om die niet te
beantwoorden. Hoe is precies in de geschiedenis van de inwonerbijdrage de
verdeling geweest? Welke gemeenten hebben er precies uit getrokken en
welke gemeenten hebben vooral een inwonerbijdrage geleverd? Ik had daar
alleen maar dit antwoord op, namelijk dat ik er nog nooit klachten over heb
12
gehad in de zeven jaar dat ik hier zit. Dat zegt iets over de gezamenlijkheid en
over de onderlinge solidariteit. Het zegt ook iets over het gevoel dat indien een
project rijp is voor financiering uit het Mobiliteitsfonds, dat dan ook gewoon
gebeurt, welke gemeente het dan ook is. Ik ben daar heel blij mee.
Dat is ook een beetje een antwoord op de vraag van de heer Derks wat er per
gemeente gebeurt, als er wordt gehalveerd. Dat kan ik helemaal niet zeggen
per gemeente. Dan zou ik het hele IPVV door moeten en zou ik moeten kijken
waar welke projecten op welk moment besluitrijp zijn. Dat meerjarenschema
staat in het IPVV. Er wordt wel degelijk ingegaan op de vraag wat een halvering
van de inwonerbijdrage betekent voor het IPVV; zie ad d op pagina 5. Dan valt
er een tienjaarsgat van €47,5 mln. Dat is dan alleen maar de bijdrage vanuit het
Stadsgewest Haaglanden. Dat betekent dus ook dat, met cofinanciering vanuit
de gemeenten, die €47,5 mln. er niet meer is. Dat betekent dus dat je over tien
jaar tijd een investering van €95 mln. niet doet in dit Stadsgewest Haaglanden.
Ik vind dat zelf een verlies, maar ja, ik houd nu eenmaal erg van mijn
vakgebied. Wij zijn nog niet klaar. Er zijn nog fietspaden en er zijn nog wegen
die wij moeten aanleggen. Er werden al diverse wegen genoemd. Wij hebben
nog wel degelijk een investeringsopgave te gaan; zie het IPVV.
De grote vraag is of wij nu überhaupt prematuur bezig zijn met deze vraag om
een richtinggevende uitspraak. Dat vind ik niet. Ik dacht eigenlijk dat ik het
verwijt zou krijgen 'wat bent u laat met uw notitie', want wij hebben er een
maand of drie, vier langer over gedaan dan gepland. Wij doen het niet op eigen
initiatief, maar naar aanleiding van een motie van het AB. U hebt er dus om
gevraagd. Ik had dan eerder gedacht: goh, schiet nou eens op met een en
ander.
De vraag is eigenlijk niet wat een ander nu doet: wat doet de Metropoolregio of
wat doet de Tweede Kamer? Nee, de vraag is wat u wilt u. U bent de
deelnemende gemeenten. U kunt zeggen: als wij in een metropoolregio
samengaan, zal er zo'n fonds moeten zijn. Als u er iets anders van zegt, treden
de gevolgen in zoals in deze notitie is beschreven. U kunt ook zeggen: ik wil de
inwonerbijdrage halveren. Dan treden de gevolgen in zoals ik die zojuist
beschreef. Of u kunt zeggen: we indexeren niet. Dan treden de gevolgen in
zoals bij punt g staat. De heer Braam zei dat het niet toepassen van de
13
indexering niet in de notitie staat, maar dat staat er wel in; zie punt g bovenaan
pagina 6.
Eigenlijk is de vraag: wat wilt u? Als ik het goed samenvat, is de mededeling
van de heer Batelaan wat dat betreft maatgevend: als er een vervoersautoriteit
komt, willen wij toch zoiets continueren. Volgens mij heb ik dat bij iedereen
gehoord. De vraag was vooral of we moeten indexeren. Daar kom ik zo op.
Zolang het AB niet een motie pakt met de tekst 'wij willen eigenlijk zoiets
continueren', constateer ik dat dat ongeveer de consensus is.
De vraag is hoe je dat precies moet doen op het moment dat je met 24 bent.
Daarover hebben wij het al met onze Rotterdamse vrienden gehad. Zij zeggen:
als jullie dat willen doen, dan staan wij dat absoluut niet in de weg. Zij zijn
volkomen bereid om in de financiële verordening van de nieuwe Metropoolregio
straks een dergelijke clausule op te nemen. Zoals ik ook in de commissie VVEZ
heel nadrukkelijk heb gezegd, kun je niet het ene jaar wat inleggen en volgende
jaar even niet meedoen. Je probeert inderdaad een langdurige gezamenlijkheid
te organiseren, omdat projecten een lange aanlooptijd hebben. Er is niet één
weg die wij binnen een jaar aanleggen. Al die dingen duren lang. Met dat
langdurige gezamenlijke commitment trek je er per saldo ongeveer uit wat je
erin legt. Daar had ik geen klachten over. Je stapt er dus in.
Ik zou het zelf prachtig vinden als het niet bij deze negen gemeenten bleef,
maar als er ook nog iemand zou toetreden. Wie weet zegt bij wijze van spreken
Schiedam wel, dit gezien hebbende: wat een schitterend idee, ik doe mee. Dat
moet dus open zijn, maar als je erin stapt, moet je wel voor tenminste een jaar
of acht, negen, tien instappen. Anders ben je toch nog aan het freeriden. Wij
moeten proberen zoiets te organiseren. Dat komt dan in de financiële
verordening te staan die moet worden aangenomen in de constituerende
vergadering van het AB van de Metropoolregio. Als dat AB van de
Metropoolregio dat niet doet, dan zijn wij natuurlijk niet zo stom om ons geld
nog naar die Metropoolregio te brengen. Dat gaan wij dan natuurlijk niet doen.
Dat hoeven we ook niet te doen, want die verordening is er niet. Dat betekent
dat een deel van ons IPVV wegvalt, tenzij wij zeggen dat we het stiekem zelf
buiten de Metropoolregio om doen. Dat kan ook nog, maar ik ben ervan
overtuigd dat dit straks gewoon in het AB van de Metropoolregio wordt
besloten. Dan kunnen we door.
14
Dan blijft nog het puntje over de indexering. Ik hoor een aantal sprekers zeggen
dat dit een probleem is, gezien de hardheid van de tijden. Ja, dat kun je
zeggen. Ik zeg er wel bij dat je dan ook wordt ingehaald door de hardheid van
de tijden, want in de praktijk is er zoiets als een loon- en prijsstijging. De laatste
tijd is die bescheiden, maar ze is er wel. Als je de indexering niet toepast,
neemt ieder jaar de onderlinge solidariteit van deze negen gemeenten in
betekenis af. Willen wij dat echt? Ik heb overigens niet de pretentie dat ik hier in
mijn eentje een massieve dijk daartegen kan opwerpen, maar ik vind het zo
zonde om die solidariteit jaarlijks te zien afnemen. Dat is niet verstandig.
Voorzitter. Dat zou mijn antwoord zijn. Ik kan het wel langer maken indien
gewenst, maar dit is het ongeveer.
De VOORZITTER: Dank u wel. Dan geef ik het woord weer aan de heer Derks,
indien hij dat wenst.
De heer SCHOTEL: Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Wij stellen voor om
even een schorsing in te lassen om te bekijken of wij niet tot een verandering
van het besluit zouden kunnen komen.
De vergadering wordt van 20.38 uur tot 21.03 uur geschorst.
De VOORZITTER: Ik geef het woord aan de heer Schotel. Ik neem aan dat hij
spreekt namens allen die in eerste termijn hebben gesproken. Of is dat niet zo?
Misschien is het goed om dat even te weten.
De heer SCHOTEL: Voorzitter. Dat zal straks blijken bij de stemming. Wij
hebben ook niet geprobeerd van iedereen een handtekening onder ons
amendement te krijgen, want dan had het nog veel langer geduurd.
De VOORZITTER: Door de heer Schotel, daartoe gesteund door mevrouw
Wytema, de heer Batelaan en mevrouw Kersbergen, wordt het volgende
amendement voorgesteld:
15
'Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, bijeen op 19 februari
2014,
gelezen het voorstel inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds,
besluit het voorgenomen besluit als volgt te wijzigen:
doorhalen 'waarbij het dagelijks bestuur adviseert om te kiezen voor het
onverkort voortzetten van de inwonerbijdrage, inclusief het toepassen van de
jaarlijkse indexering (optie a)'
toevoegen 'en daarbij te kiezen voor optie f (bevriezen van de nominale bijdrage
per 1 januari 2015).'
Het amendement maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.
De heer SCHOTEL: Wij voegen hier als delegatie aan toe dat wij verdere
uitspraken over de vraag hoe dat dan in de toekomst verder zal moeten, willen
overlaten aan de nieuwe raad.
De heer BRAAM: Voorzitter. Allereerst wil ik een reactie geven in de richting
van de heer Smit, die gezellig aan de wandel is gegaan. Onder punt f staat toch
nog een beperking in de tijd aangegeven. Het jaartal 2024 wordt genoemd. Dat
zal ongetwijfeld bedoeld zijn om puur een financieel getal aan te geven, mag ik
voorzichtig aannemen. Als dat de enige toegevoegde waarde is van dat jaartal,
kan ik mij in het verlengde daarvan volledig vinden in het amendement.
De heer MULDER: Voorzitter. Het past niet in mijn politieke achtergrond om het
woord 'solidariteit' onnodig in de mond te nemen, maar ik wil namens de
gemeente Pijnacker-Nootdorp toch graag het betoog van de heer Smit
ondersteunen. Wij zullen het amendement niet steunen. Wij vinden dat wij
gedurende de rit de spelregels niet moeten wijzigen. Wij hechten er sterk aan
dat het IPVV op een goede manier uitgevoerd kan blijven worden.
16
Mevrouw WYTEMA: Voorzitter. Gehoord hebbende de termijn van de heer
Smit, zijn wij heel blij dat wij nu na driekwart jaar eindelijk deze discussie
ordentelijk voeren. Wij danken de portefeuillehouder dan ook dat hij de feiten
voor ons op een rijtje heeft gezet. Er zijn ook wel wat verrassingen voor ons
geweest in VVEZ, bijvoorbeeld dat de verordening niet in 2017 afloopt, maar
opgaat in de financiële verordening. Dat was voor ons een nieuw feit. Ik heb
begrepen dat het voor meerdere gemeenten een nieuw feit was. Het is dus fijn
dat wij deze discussie voeren.
Onze naam staat op het amendement, dus dat hoeven wij niet verder toe te
lichten.
Ik richt mij ook even tot de voorgaande spreker. Het maakt niet zoveel uit voor
de solidariteit dat je de indexering afschaft. Ik citeer even uit de brief van de
heer Smit: 'Dit is een bedrag dat valt binnen de marges die optreden als gevolg
van vertragingen, tegenvallers en meevallers. Hiervoor hoeven geen
wijzigingen in het investeringsprogramma te worden aangebracht. Hiervoor is
ook geen wijziging van de verordening nodig en het multipliereffect bij
cofinanciering komt niet in gevaar.' Ergo, het maakt dus niet zo heel veel uit dat
je die indexering afschaft. Waarom is het dan wel belangrijk voor Delft en ook
voor andere gemeenten? Je moet in deze tijden op de kleintjes letten. Vandaar
dat wij dit amendement steunen.
De heer KAJOUANE: Voorzitter. Solidariteit spreekt de gemeente Den Haag
wel aan. Ik denk dat het goed is om zoals afgesproken het IPVV maximaal te
continueren. Daarom zullen wij het amendement niet steunen.
De heer SMIT (DB): Voorzitter. Het is een amendement op het voorblad. Dat is
misschien wel zo handig, hoewel het formele voorgenomen besluit op de laatste
pagina staat. Dat is punt V, Gevraagd besluit. Volgens mij is het verder een
formaliteit waar wij wel overheen kunnen stappen. Als wij nu besluiten dat het
voorgesteld besluit op het voorblad het besluit is, dan doen wij het zo.
Voor mij is het al heel plezierig om het zo te kunnen doen, want wij kunnen een
begroting opstellen. Daarom is het ook nodig dat wij nu dat richtinggevende
besluit nemen. Optie a had mijn voorkeur, gewoon voluit, omdat de erosie van
de onderlinge band van deze negen gemeenten dan niet aan de orde is. Ik heb
17
bij de beschrijving van de optie 'laat de indexering vervallen' wel naar waarheid
geschreven dat de wereld daarmee niet vergaat. Mevrouw Wytema zei er al iets
over toen zij ons citeerde. Ik ga niet uit eigen werk citeren, maar dan kan ik
weer bevestigen wat zij zei.
Hoe ga je dit dan opvangen? Je zult toch moeten bekijken of je hier en daar met
een projectje wat kunt schuiven in de tijd of iets dergelijks. Zoiets zal het zijn.
Dat zijn dan niet de grootste projecten. Het is wel lastig - dan word ik streng om allerlei nieuwe aanvragen te honoreren. Dat soort elementen zit er natuurlijk
wel in. Wij kunnen houden wat wij nu hebben, maar we zullen wat zuiniger
moeten zijn met het toevoegen aan de lijst, met name in de loop van de tijd. Het
eerste jaar 2% indexering is geen drama, maar het tweede jaar is dat nog eens
2% en daarna weer, afhankelijk van de prijsstijging. Het kan zijn dat het na een
jaar of vijf, zes, zeven wel begint aan te tikken. Ik hoop dat wij dan een ander
besluit zullen nemen met de gemeenten die alsdan deelnemen aan het
Mobiliteitsfonds zoals dat dan zal gelden in de vervoerregio. Regeren is
vooruitzien, dus ik wilde dat toch maar even gezegd hebben.
Opvallend is dat de gemeente die de grootste bijdrage aan het Mobiliteitsfonds
levert, Den Haag, hier niet voor afschaffing van de indexering pleit. Dat zeg ik
niet om anderen terecht te wijzen. Ik zeg het wel om te laten zien dat wat hier
en daar soms over Den Haag wordt gezegd niet altijd doel treft. Dat mag ik
natuurlijk als Hagenees ook weleens melden. Voor het overige laat het DB de
beoordeling van dit amendement over aan uw wijsheid.
De beraadslaging wordt gesloten.
In stemming komt het amendement.
Het amendement wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
7.
Liquidatie VINEX-grondkostenverordening
De beraadslaging wordt geopend.
18
De heer VERSPUIJ: Voorzitter. Onze inbreng was eigenlijk gebaseerd op het
voorstel bij de stukken. Wij hebben nu een nieuw voorstel gekregen, maar
eigenlijk is het een extra onderbouwing van onze inbreng. Wij pleiten voor de
gezamenlijkheid die ons de afgelopen jaren zo sterk heeft gemaakt, als het gaat
om de bouw van sociale woningen. In die zin wil de Haagse delegatie een
oproep doen aan ons allen om ervoor te zorgen dat die noodzakelijke
nieuwbouw van sociale woningen wordt gerealiseerd. Wij kunnen dit voorstel
dan ook omarmen.
Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Het voorstel lag voor ons. Ook
ons DB-lid was daarvan niet op de hoogte. Wij willen toch even checken of wij
het voorstel goed lezen. Wij hebben begrepen dat Den Haag op dit moment niet
kan voldoen aan zijn taakstelling voor sociale woningbouw en dat het net als
Pijnacker-Nootdorp vraagt om uitstel om daaraan te voldoen. Dat is dan tot
november. Den Haag gaat dat realiseren in de Haagse Vinexwijken, dus
gewoon op Haags grondgebied.
De heer JANSSEN: Voorzitter. Naar aanleiding van het voorstel heb ik een
vraag die wij normaal gesproken in de voorbereiding hadden gesteld. Hieruit
komt naar voren dat er door Den Haag 89 extra woningen worden ingevuld. Ik
vroeg mij af of er termijnen zijn verbonden aan de realisatie daarvan.
Mevrouw PLOMP: Voorzitter. Wij hadden dezelfde vraag die zojuist door
Zoetermeer is gesteld. In principe is het voorstel dat wij vandaag hebben
gekregen heel begrijpelijk en goed te volgen. Er zitten echter een paar dingen in
die niet helemaal duidelijk zijn, zoals de termijn en de vraag hoe Den Haag dit
aantoont. Het lijkt nu een beetje een alles-of-nietsformulering te zijn. Wat
gebeurt er als Den Haag bijvoorbeeld 50 woningen extra realiseert? Gaat dat
dan naar rato? Dat staat er niet bij. Het zou wellicht iets duidelijker kunnen.
De heer VAN DE LAAR: Voorzitter. Wat een gedeelte van de delegatie van
Den Haag betreft, hoeft die 30% niet tot uitdrukking te worden gebracht in het
nieuwe beleid. Wij vinden dat er over het algemeen al meer dan genoeg sociale
19
woningen zijn ingebracht in deze regio en ook in Den Haag. Wij zijn er dus een
voorstander van om de 30%-regeling te laten vervallen.
De heer EMMENS (DB): Voorzitter. De uitleg die mevrouw De Veld gaf, is juist.
Wij wilden in eerste instantie afrekenen op het feit dat de taakstellingen niet
gehaald werden. Dat aantal is veranderd. Wij hebben met Pijnacker-Nootdorp
een afspraak dat de rest van de Vinextaakstelling nog wordt uitgevoerd, maar
dat wij desondanks afrekenen. Diezelfde lijn zetten wij door naar Den Haag.
Voor november moet er een overeenkomst liggen tussen Den Haag en het
Stadsgewest Haaglandenwaarin is vastgelegd dat de gemeente een plan heeft
dat zij ook kan uitvoeren. Het zal nog moeten blijken hoe lang dat project
onderweg is, maar in ieder geval moet er een afspraak zijn dat een project is
aangewezen en wordt uitgevoerd. Het klopt - ik weet niet of het besluit daarvoor
gewijzigd moet worden - dat als slechts een deel van die woningen kan worden
ontwikkeld, het naar rato gaat gelden. In het eerste voorstel was er een veel
lager tekort. Daar stond iets meer dan €0,3 mln. voor. Als dat aantal van 89 niet
volledig wordt gerealiseerd, zal de bijdrage moeten plaatsvinden naar rato van
het aantal dat wel wordt gebouwd.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het gewijzigd voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
8.
BOR-subsidie OV-knoop Delft
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
9.
Evaluatie afspraken sociale woningbouw (30%-afspraak)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer VERSPUIJ: Voorzitter. Het meeste personeel is al weg. Wij van Den
Haag, deze keer wel unaniem, vinden het een uitstekend onderzoek en rapport.
Wij willen daarvoor onze waardering uitspreken, omdat wij dat goed kunnen
20
gebruiken in onze eigen gemeente. Complimenten voor de duidelijkheid en ook
voor het lef dat er is geschreven dat je op een bepaalde manier kunt kijken naar
wat je wilt. Dat zijn de betere stukken, omdat dat je helpt bij je besluitvorming en
je beleidsbepaling. Dank daarvoor.
Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. In de commissie RGVM hebben
wij het ook hierover gehad. Wij vinden het inderdaad een heel goed rapport.
Wat enige zorg baarde, was de opstelling van diverse gemeenten en de vraag
of en, zo ja, op welke wijze men die 30% in de toekomst wil invullen. Wij
hebben aan de portefeuillehouder gevraagd om het proces duidelijk neer te
leggen bij de gemeenten, waardoor wij met elkaar kunnen bekijken wat wij in de
toekomst willen. Dit rapport geeft duidelijk aan dat maatwerk mogelijk is en dat
er ook wordt gekeken naar de lokale opgaven. Het is dan ook goed om te
bekijken hoe wij het sociaal oplossen. Het kan niet zo zijn dat als gemeenten
zeggen 'onze woningbouwcorporatie verkoopt veel woningen', de andere
gemeenten dat moeten oplossen. Ik vind dat wij die discussie niet op die manier
moeten aangaan. Het zou goed zijn als wij de kaders vooraf aangeven.
Mevrouw HAGENAARS: Voorzitter. Ik sluit mij helemaal aan bij de conclusies
van de andere sprekers dat dit een helder rapport is waarin uitgangspunten
voor de sociale opgave wat betreft de woningbouw worden gepresenteerd en
dat je er op verschillende wijzen naar kunt kijken. De gemeente Rijswijk vindt
het bijzonder plezierig dat geconstateerd kan worden dat wij allemaal ervaren
dat die sociale opgave er is en ook blijvend is, omdat er altijd vraag naar
goedkopere woningen zal blijven. Wij moeten oppassen dat de term 'maatwerk',
die op vele gebieden in ons werkveld wordt toegepast, niet een schaamlap
wordt voor het niet meer voldoen aan een sociale vraag.
De gemeente Rijswijk wil aangeven dat er mogelijkerwijs een alternatief kan
worden onderzocht. Wij krijgen dit tenslotte ter kennisneming van u. Moet je niet
meer inzetten op de bestaande sociale voorraad en met name grootschalige
renovatieprojecten doorvoeren? Wij vragen ons ook af of je, behalve dat je
eisen moet stellen aan grootte en plaats, niet ook moet kijken naar de kwaliteit
van de woningen. De gemeente Rijswijk is van mening dat je op dat stuk aardig
kunt winnen.
21
De heer VAN DE LAAR: Voorzitter. Ik wil nog iets zeggen in aanvulling op
datgene wat ik bij het eerdere agendapunt heb gezegd. Die 30% is voor ons
geen maat. Die regel heeft in Den Haag meer dan genoeg gegolden. Wij
hebben een overschot aan sociale woningbouw. Ik ben het met de vorige
spreker eens dat wij moeten kijken naar de bestaande voorraad, maar voor
nieuwbouw moeten wij die 30% niet meer als maat hanteren. In de komende
periode kunnen wij het rapport verder uitwerken, maar een gedeelte van onze
delegatie vindt dat er nu al meer dan genoeg sociale woningbouw in Den Haag
is. Als de andere gemeenten dat verder willen ontwikkelen, is dat in belangrijke
mate hun keuze. Ik denk dat voor Den Haag de beslissing moet vallen: we
hebben genoeg en we gaan die 30%-regeling niet meer hanteren.
De heer EMMENS (DB): Voorzitter. Het rapport is natuurlijk niet geschreven om
nu al te besluiten om die 30% of een variant daarop toe te passen. Het rapport
betreft de evaluatie daarvan en wordt straks betrokken bij de nadere
beleidsvorming, het overleg met de sociale verhuurders, de regionale
prestatieovereenkomsten en de regionale woningbouwprogrammering die wij
aan de provincie moeten overleggen.
Die 30% is afgesproken in de tijd van de grote locaties Vinex en Vinac. Toen
kon je er zeker van zijn dat de rest van die productie ook werd gehaald, dus
30% was 30%. Een van de vorige agendapunten ging daar ook over. Wij
houden er dus aan vast dat die 30% wordt gerealiseerd.
Er is nu een volstrekt andere situatie ontstaan. Wij hebben geen grote locaties
meer. Wij hebben al bij Rijswijk-Zuid gezien dat een deel van die 30%-afspraak
op andere locaties zal worden gerealiseerd. Wij weten überhaupt niet hoeveel
productie er in de andere financieringscategorieën zal plaatsvinden. 30% van
nul is ook nul.
Wij kijken samen met de corporaties naar hun financieringscapaciteit. Misschien
moeten wij naar andere wegen zoeken, naar andere realisatoren in de sociale
huursector. De sociale voorraad neemt extra af, doordat de corporaties op dit
moment veel woningen verkopen, niet alleen Vestia, maar ook de andere
corporaties. De huur van een deel van de woningen stijgt ook dusdanig dat ze
boven de sociale huurprijzen uitkomen.
22
Wij zullen op een andere manier moeten bekijken hoe de sociale voorraad
wordt bediend. Dat gebeurt nu ook al bij de renovaties in de stad. Die zullen
straks zeker moeten plaatsvinden. Je zou veel meer kunnen gaan naar een
kernvoorraadbenadering: welke voorraden heb je, wat heb je nodig en waar
moeten aanvullingen plaatsvinden? Dat kan ook meer maatwerk betekenen,
omdat er in de ene gemeente relatief al veel meer is dan in de andere
gemeente. Wij doen daar nu geen uitspraak over. In het najaar komen wij met
het pakket regionale afspraken. Dan zullen wij uitgewerkt hebben hoe die
maatwerkafspraken met de gemeenten eruit kunnen zien. Natuurlijk is dat een
combi van solidariteit over de gemeentegrenzen heen om ervoor te zorgen dat
er geen segregatie in de ene gemeente plaatsvindt en geen andersoortige
segregatie in de andere gemeente. Ook zal moeten worden gekeken naar de
werkelijke behoefte van de gemeenten zelf. Ik ga ervan uit dat er dan
helderheid is en dat de gemeentelijke woonvisies, die onderhand in
voorbereiding zijn, in het najaar kunnen worden vastgesteld.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
10.
Ontslagverlening aan de huidige secretaris-directeur van het
Stadsgewest Haaglanden, mevrouw M.F. Stein
De VOORZITTER: Ik neem aan dat u kunt instemmen met het voorstel om aan
mevrouw Stein op haar verzoek per 1 maart 2014 eervol ontslag te verlenen.
Anders zou u een groot probleem voor de gemeente Den Haag creëren.
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
(Applaus)
De VOORZITTER: Ik zal straks heel kort iets zeggen tot mevrouw Stein.
Morgenmiddag is haar officiële afscheid in het gewestelijk gebouw.
23
Als u het goed vindt, draaien wij de agendapunten 11 en 12 even om. Dan
kunnen wij eindigen met de stemming.
12.
Stand van zaken MRDH
De VOORZITTER: Zoals al heel even eerder aan de orde is gekomen bij het
agendapunt dat heel onaangenaam 'liquidatie' heet, hebben de burgemeester
van Rotterdam en ik een zeer indringende uitwisseling van gedachten gehad
met de minister van Binnenlandse Zaken. Wij hebben er bij hem op
aangedrongen om nu ten spoedigste het wetsvoorstel te doen behandelen in de
Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Dat is om allerlei redenen
noodzakelijk. Eerder op de avond hebben wij het al gehad over de onzekerheid
waarin het personeel van ons gewest verkeert. De heer Hoekema heeft terecht
veel aandacht gegeven aan het belang dat er ook voor het personeel
helderheid komt. Dat geldt uiteraard evenzeer voor onze gemeenteraden,
waarvan er inmiddels 20 al hebben ingestemd met de gemeenschappelijke
regeling voor de Metropoolregio. De minister heeft zowel mijn collega van
Rotterdam als mij verzekerd dat hij ten spoedigste, naar alle waarschijnlijkheid
in de eerste helft van april, het wetsvoorstel zal verdedigen in de Tweede
Kamer. U bent allen politici, dus u weet ook hoe de wereld van de politiek op dit
terrein werkt. Maar naar alle waarschijnlijkheid zal de minister in de Tweede
Kamer van de Staten-Generaal een meerderheid voor zijn wetsvoorstel hebben.
Als de voortekenen niet bedriegen, dan zal dat ook het geval zijn in de Eerste
Kamer van de Staten-Generaal. Vanuit mijn apolitieke kijk erop zou daarmee
het tijdpad van 1 januari 2015 gehaald kunnen worden. In ieder geval is de
afspraak vanuit het bestuursforum gemaakt om tempo te maken en in ieder
geval per 1 juli a.s. al te gaan draaien met de 24 gemeenten als Metropoolregio,
mits alle gemeenten daarmee instemmen. Een viertal gemeenten moet dat
besluit nu nog nemen.
Ik neem aan dat u allen kennis hebt genomen van de index van de Financial
Times over de rating van de regio's in Nederland. Eindhoven en omgeving staat
in de index van de Financial Times op de derde plaats en de zuidelijke
Randstad, de 24 gemeenten waarover wij het hier hebben, op de zeventiende
plaats. Er is dus ongelooflijk veel werk aan de winkel voor de komende jaren.
24
De Haagse raad en velen van u kennen mijn eeuwige thema: het gaat
eenvoudigweg om werk en werkgelegenheid in de komende jaren in ons deel
van de Randstad. Wij allen weten hoe essentieel dat is, want verloren
generaties zijn een ramp voor dit land. Ik hoop dat wij nu onder stoom het
proces kunnen voortzetten.
11.
Benoeming van de heer M.J. Toet tot secretaris-directeur ad interim van
het Stadsgewest Haaglanden
De VOORZITTER: U wordt verzocht in te stemmen met de voordracht van het
DB. Ik doe een beroep op het stembureau om nog een keer de honneurs voor
ons waar te nemen.
Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Bij de benoeming tot secretarisdirecteur ad interim van het Stadsgewest Haaglanden zijn alle 43 uitgebrachte
stemmen geldig en zijn alle stemmen uitgebracht op de heer Toet. Daarmee is
hij benoemd tot secretaris-directeur ad interim.
De VOORZITTER: Ik dank het stembureau. Wij wensen de heer Toet heel veel
succes in deze functie. Hij is op het ogenblik met vakantie. Anders zou hij
ongetwijfeld vanavond hier zijn geweest.
Ik constateer dat wij de agenda hebben afgewerkt. Ik wil heel kort Marion Stein
bedanken voor het werk dat zij als secretaris vanaf de zomer van 2011 voor het
Stadsgewest Haaglanden heeft gedaan. De indruk van in ieder geval het DB - ik
weet dat het ook bij het AB zo wordt gevoeld - is dat zij zich vanaf het begin als
een vis in het water voelde in de vijver van het Stadsgewest Haaglanden en
zich ook zeer thuis voelde bij de negen gemeenten die het Stadsgewest
Haaglanden dragen.
Het is voor het Stadsgewest Haaglanden en vooral voor degenen die als
ambtenaar bij het Stadsgewest Haaglanden werken een ingewikkelde periode
geweest. Ik noem de afschaffing van de Wgr-plus en de opbouw van de
Metropoolregio, waar mevrouw Stein ook namens u en namens een aantal
gemeenten heel veel aan heeft gedaan. Het is vooral heel knap van haar dat zij
in de ombouwfase van Stadsgewest Haaglanden naar Metropoolregio uiteraard
25
moeilijke discussies met het personeel daarover heeft gehad, maar erin is
geslaagd om iedereen volstrekt gemotiveerd te houden voor het werk. Dat is
een gave die niet velen op managementfuncties bezitten in dit soort toch
moeilijke situaties. Politici bedenken iets en vervolgens heeft dat heel veel
consequenties voor een organisatie. Zij heeft dat voortreffelijk gedaan en de
motivatie van het personeel zeer hoog gehouden. Het tempo van besluiten,
zoals u hebt kunnen volgen, is voor een belangrijk deel ook te danken aan het
feit dat men volledig ingespannen is geweest en nog steeds is voor het werk.
Het is voor haar jammer dat zij in haar periode geen akkoord heeft kunnen
realiseren met de or en de vakbeweging. Ik weet dat zij dat heel vervelend
vindt. Wij wensen de heer Toet daar heel veel succes mee.
Kortom, heel veel dank en ongelooflijk veel succes - dat kan ik toch als volstrekt
analytische en objectieve voorzitter van deze vergadering zeggen - in de
gemeente Den Haag. Zeer veel dank!
(Applaus)
De VOORZITTER: Ik sluit de vergadering. Wel thuis!
Sluiting 21.39 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van
het Stadsgewest Haaglanden d.d. 25 juni 2014.
De secretaris,
De voorzitter,
26