Gebruiksaanwijzing en montage-instructies voor :UMIKRONPARTIKELlLTERVAN2ÍEGG pagina Inhou Voorwoord 2. Veiligheidsinstructies (dit eerst lezen)! 3. Zumik®on gebruiksaanwijzing 4. Werkingsprincipes van de Zumik®on 5. Installatiecomponenten 5.1. Filterelement en adapter T- stuk 5.2 Aanvoerleiding 5.3 Bedieningseenheid 6. Basisvoorwaarden voor de installatie van een partikelfilter 7. Haard uitgerust met partikelfilter 7.1 Vrijstaande kachels met partikelfilter (pellets,brandhout, snippers) 8. Installatie van de partikelfilter 8.1 Plaatsing van een haard / houtkachel met partikelfilter 8.2 Elektrische aansluitingen van de Zumik®on 8.2.1 Elektrische aansluitingen van de bedieningseenheid 8.2.2. Elektrische aansluitingen van het filterelement 9. Eerste ingebruikneming 10. :DWGRHQDOV«" 11. Interface 12. Acceptatie- en ingebruiknemingsprotocol 13. Reiniging 14. Reparaties Bijlage I Aansluiting van de interface met multifunctioneel relais Comat CM3 Bijlage II Technische gegevens ZUMIK ON %LMODJH,,,0RQWDJHVFKHPD¶V Bijlage IV Afmetingen Bijlage V Conformiteitsverklaring 3 4 6 7 9 10 11 11 12 15 15 16 17 21 21 24 24 25 27 27 28 28 29 32 33 38 41 Voorwoord U hebt uw keuze gemaakt en een ZUMIK®ON aangekocht, de partikelfilter van Rüegg ± Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons stelt. Onze producten maken gebruik van geavanceerde technologie en staan synoniem voor een uitstekende kwaliteit en een lange levensduur met optimale functionaliteit. Voor een jarenlange, correcte werking zonder defecten is het absoluut noodzakelijk de assemblage en de onderhoudsprocedure die beschreven worden in deze gebruiksaanwijzing nauwkeurig te volgen. Lees deze instructies aandachtig voor de assemblage en de eerste ingebruikneming. De installateur zal de installatieprocedure in detail beschrijven. Rüegg Cheminée AG 3 2. Veiligheidsinstructies (dit eerst lezen)! Defecte installaties en / of gebruik van incorrecte brandstof (te vochtig, geïmpregneerd of behandeld hout, afval, etc.) kunnen de werking van de ZUMIK ON belemmeren en zelfs volledig beletten! Deze gebruiks- en montagehandleiding bevat belangrijke veiligheids-, montage en gebruiksinstructies. U moet deze aandachtig lezen! Deze gebruiksaanwijzing bevat uitsluitend informatie over de ZUMIK®ON Rüegg partikelfilter. U moet de schoorsteenveger op de hoogte brengen dat een ZUMIK®ON filter geïnstalleerd werd in het rookkanaal voordat de schoorsteen de eerste maal geveegd wordt. De schoorsteenveger moet bovendien op de hoogte gebracht worden over de veiligheidsinstructies. Ter attentie van de schoorsteenveger: Lees eerst de veiligheidsinstructies. De ZUMIK®ON filter MOET eerst gedemonteerd worden voor het rookkanaal schoongemaakt wordt en het deksel moet gemonteerd zijn. Loskoppelen van het elektriciteitsnet voor de demontage. De neerslag op het invoegstuk van de filter uitsluitend schoonmaken met een stofzuiger of een zachte borstel. Na het schoonmaken, de ZUMIK®ON opnieuw monteren en het elektriciteitsnet opnieuw inschakelen. Zorg ervoor dat de elektrode (fijne draad) niet geklemd raakt of afbreekt tijdens de demontage van het filterelement. De ZUMIK®ON is een elektrische filter ontworpen voor houtkachels, gecontroleerd en gehomologeerd als onafhankelijke component conform aan de EN-normen (laagspanning richtlijn, elektrische veiligheid, EMC). (Conformiteitverklaring in bijlage V). De ZUMIK®ON is gehomologeerd voor een installatie in de verbindingsleiding naar het rookkanaal in de opstellingsruimte van het apparaat zonder bijkomende maatregelen. De montage in rookkanalen (schouw) is toegelaten op voorwaarde dat een correcte brandbeveiliging aanwezig is. De officiële goedkeuring van de bevoegde autoriteiten is verplicht. De wettelijke voorschriften en geldige richtlijnen in de overeenstemmende landen moeten nageleefd worden. Tijdens de installatie en het gebruik moet u ook rekening houden met de montageen gebruiksinstructies van de andere componenten van de gehele installatie. De ZUMIK®ON moet door deskundig personeel geïnstalleerd worden! Alle werkzaamheden op de elektrische onderdelen moeten uitgevoerd worden door een gekwalificeerde elektricien, rekening houdende met de geldige voorschriften, richtlijnen en normen. 4 Spanning Het bedieningspaneel en het deksel van het filterelement mogen slechts geopend worden nadat u het systeem hebt losgekoppeld van het elektriciteitsnet. De bedieningseenheid mag slechts ingeschakeld worden als alle aansluitingen correct uitgevoerd werden. Spanning Spanning De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden zonder aarding! Indien er geen aarding aanwezig is of indien de aarding onderbroken is, kan de bedieningseenheid beschadigd worden! Bovendien is er in dat geval geen aardlekbeveiliging! De installateur is verantwoordelijk voor de controle van de correcte aarding van alle rookgaskanalen in het ZUMIK®ON verzorgingsgebied. Spanning Spanning De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden als de hoogspanningskabel niet aangesloten is! Hierdoor kan de hoogspanning niet afgevoerd worden waardoor de hoogspanningstransformator en het elektronisch circuit beschadigd wordt. Reiniging / onderhoud: De roetneerslag op het filterelement en in het rookkanaal moet regelmatig schoongemaakt worden. Het reinigingsinterval hangt af van de verwarminginstallatie en van de gebruiksduur. Indien deze reiniging verwaarloosd wordt, kan dit leiden tot meer spanningsontladingen op het niveau van het aansluitstuk van de filter. Dit kan gevolgen hebben op de filterwerking van de ZUMIK®ON. Het bedieningspaneel detecteert de overspanningen en geeft deze aan met een URGHGLRGHRSGHSODDWYRRUDDQHQGRRUKHWIRXWEHULFKW³7HKRJHLRQLVDWLHVWURRP´ Meer informatie op pagina 6. 5 3. Zumik®on gebruiksaanwijzing Bedieningspaneel en weergave Weergave eenheid Betekenis Hoofd aan/uit schakelaar. Partikelfilter klaar voor gebruik. Ventilator ingeschakeld. Werkingstemperatuur bereikt. *) Hoogspanning ingeschakeld! **) Te lage ionisatiestroom. **) Te hoge ionisatiestroom. Tijdens de normale werking branden de vier eerste groene indicatoren permanent . *) Knippert ongeveer 30 seconden na inschakeling = normale werking. Knippert ook DOVGH³7HKRJHLRQLVDWLHVWURRP´LQGLFDWRULQJHVFKDNHOGLV **) Te lage ionisatiestroom: het kort oplichten van de indicator heeft geen betekenis. De indicator brandt permanent = elektrode losgekoSSHOGRIHUJYXLO=LH³)LOWHUHOHPHQW controleUHQ´RSSDJLQD ***) Te hoge ionisatiestroom: het kort oplichten van de indicator heeft geen betekenis. Deze indicator kan bijvoorbeeld oplichten indien vochtig hout gebruikt wordt wanneer de kachel ontstoken wordt. In dat geval kan een normale werking automatisch bereikt worden zodra er weer droge rookgassen aanwezig zijn. De indicator brandt permanent = de overspanningen doen zich constant voor door een ernstige vervuiling in het filterelement of door dat een elektrode losgekomen is. Zie ³)LOWHUelement FRQWUROHUHQ´RSSDJLQD Beide indicatoren lichten rood op of het bedieningspaneel reageert niet meer zoals normaal: het bedieningspaneel uitschakelen via de hoofdschakelaar en na ongeveer 10 seconden opnieuw inschakelen. Als het defect aanhoudt, moet u contact opnemen met de naverkoop service. 6 Het filterelement controleren: Het apparaat uitschakelen met de hoofdschakelaar van het bedieningspaneel. Minimum een minuut wachten zodat het elektrisch veld is afgebouwd. De bevestiging losmaken ter hoogte van het rookgaskanaal, de filter lichtjes draaien in wijzerzin en verwijderen. De volgende elementen controleren: - Veel neerslag ter hoogte van de filter, in het bijzonder ter hoogte van de doorgang van de isolator en op de elektrode, kunnen leiden tot een weergave van over- en onderspanning. De filter, het adapter T-stuk- en rookkanaal schoonmaken! - Is de elektrode centraal aangebracht in het adaptatie kanaal? Als de afstand tussen de elektrode en het rookgaskanaal of de thermische sensor minder is dan 30 mm kan dit overspanningen veroorzaken. De elektrode opnieuw richten indien noodzakelijk. De filter opnieuw installeren. Het apparaat inschakelen met de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel. Als het defect aanhoudt, moet u contact opnemen met de naverkoop service. Belangrijk! U kunt de houtkachel zelfs gebruiken wanneer een defect aangegeven wordt. In dit geval wordt het fijne stof niet of slechts in beperkte mate gefilterd. Om schade aan het filterelement te vermijden, moet het bedieningspaneel echter ingeschakeld blijven. In het tegenovergestelde geval moet het filterelement gedemonteerd worden en moet het reinigingsdeksel geplaatst worden. Spanning Om elektrische schokken of beschadiging van het bedieningspaneel te voorkomen, moet u de volgende acties ondernemen voor iedere reinigingsbeurt of andere behandeling op het filterelement of de bedieningseenheid: u moet eerst de bedieningseenheid uitschakelen en minimum een minuut wachten zodat de elektrische velden worden afgebouwd! Daarna moet u de elektrische verbinding onderbreken (de schakelaar of de zekering verwijderen) omdat de aarding absoluut noodzakelijk is om het elektrisch veld af te bouwen voor de demontage. 4. Werkingsprincipes van de Zumik®on Werking Het principe van de elektrostatische filtering is gebaseerd op de volgende procedures: Opwekken van de ladingdragers ± Lading van de deeltjes ± Filtering van het fijn stof door middel van elektrostatische krachten Een elektrisch veld wordt gegenereerd rond de draadvormige elektrode, wanneer een elektrische spanning aangebracht wordt. Indien de spanning voldoende hoog is, is de veldsterkte ]RNUDFKWLJGDWHHQRQWODGLQJGRRUKHW³FRURQD-HIIHFW´RSWUHHGW+LHUGRRU verschijnen de ladingdragers die leiden tot de oplading van de rookgasmoleculen. Wanneer deze rookgasionen, die op deze wijze gevormd werden, in contact komen met de stofdeeltjes in de rookgasstroom worden enkel deze stofdeeltjes geladen. Door het elektrisch veld worden de geladen stofdeeltjes tegen de wand van het rookgaskanaal geduwd waar ze langdurig afgescheiden worden. 7 Normaal gezien wordt het filterelement in een metalen adapter T-stuk geïnstalleerd. Op deze wijze bereikt men een optimale ionisatie. Als het filterelement gemonteerd wordt in een gemetseld of keramisch rookgaskanaal moet een metalen adapter T-stuk gebruikt worden ter hoogte van de elektrode om dienst te doen als tegenpool! Molecuul 2-afzetting Ion Elektron Stofdeeltje 1-ionisatie Deeltjesscheider (afneembaar Kap met flexibele aluminium 80 mm buis (afneembaar) Air de balayage Elektrische leidingdoorvoer met isolator Hoogspanningskabel Metalen rookbuis Rookgassen Electrode Functioneel schema van de Zumik®on 8 5. Installatiecomponenten De ZUMIK®ON bestaat uit drie hoofdcomponenten: Adapter T-stuk met filterelement Aanvoerkanaal - adapter T-stuk met filterelement en elektrode - aanvoerleiding - bedieningsmodule met kast Bedieningsmodule ,QVWDOODWLHVFKHPDYDQGH=XPLNRQLQGH³LQERXZ´YHUVLH Adapter T-stuk met filterelement Aanvoerkanaal Bedieningsmodule ,QVWDOODWLHVFKHPDYDQGH=XPLNRQLQGHFRPSDFWH³Rpbouw´YHUVLH. 9 5.1. Filterelement en adapter T- stuk Dit adapter T-stuk dient om het filterelement in te bouwen in het rookkanaal. Het eigenlijke ionisatieproces en de filtering van de stofdeeltjes gebeuren ter hoogte van het filterelement. Adapter T-stuk (130 à 400 mm) Filterelement met deksel Afdekkap, aansluiting in D: 80 mm. Adapter T-stuk / Zumik®on filterelement in de ³LQbRXZ´YHUVLH Het filterelement is voornamelijk samengesteld uit de volgende componenten: - Basisplaat met montageplaatjes, spoelluchtconus en aansluitstuk voor de afdekking - Temperatuursensor - Houder voor de elektrode en isolator - Elektrode - Deksel (HQNHOYRRUGH³opbouw´YHUVLHPHW ingebouwde vlakke ventilator) De basismodule van het filterelement is identiek voor alle secties van kanaaldiameter. De filterelementen verschillen uitsluitend door de positie van de elektrode die steeds in het midden van het rookkanaal geplaatst moet zijn. In de aansluitsokkel is het filterelement is een opening van 50 mm voorzien, waardoor de geïsoleerde sokkel, en de elektrode in het rookkanaal geplaatst wordt. Door de vrije doorgang stroomt er spoellucht in het rookanaal. Belangrijk: de vrije doorstroming mag nooit verstopt of afgesloten raken. Het filterelement is steeds verbonden met het aansluit T-stuk. Deze is beschikbaar in de volgende diameters: 130/150/180/200/250/300/ max. 400 mm. Deze diameters worden echter permanent uitgebreid. U kunt de momenteel beschikbare versies raadplegen in de huidige prijslijst. 10 5.2 Aanvoerleiding =XPLNRQLQ³LQERXZ´YHUVLH De bedieningseenheid wordt aan het filterelement gekoppeld met een flexibele aluminiumbuis met een diameter van 80mm. Via deze buis wordt de spoellucht van de ventilator in de bedieningsunit, de hoogspannings-, signaal- en aardingskabel naar het filterelement geleid. Behalve de kabeldoorvoer dient deze buis voor de luchtgeleiding, deze, door een ventilator opgewekte spoellucht in richting van het filterelement heeft volgende redenen: - het systeem afkoelen - de onderdelen schoonhouden Belangrijk: deze luchtstroom mag nooit belemmerd worden. Het is dus verboden de aansluitingbuis niet te installeren, deze op te splitsen of onnodig te verkorten. De lucht die wordt aangevoerd via de bedieningseenheid door de aansluitingbuis moet altijd verzekerd worden, zo niet zal het filterelement en meer in het bijzonder de isolator beschadigd worden! Max. operationele temperatuur voor het filterelement: 120º C. =XPLNRQLQFRPSDFWH³opbouw´YHUVLH De verbinding tussen de bedieningseenheid en het filterelement gebeurt via een gevlochten kabel. De hoogspannings-, signaalkabels en de aardingskabel lopen hierdoor, in deze versie bevindt de spoelluchtventilator zich in het filterelement. Belangrijk: De luchtstroom mag nooit belemmerd worden. De ventilatiespleten van de ventilator mogen niet afgedekt worden. De luchtstroom moet steeds verzekerd zijn, zo niet zal het filterelement en in het bijzonder de isolator beschadigd worden! Max. operationele temperatuur voor het filterelement: 50º C. 5.3 Bedieningseenheid =XPLNRQLQ³LQERXZ´YHUVLH De bedieningseenheid omvat de hoogspanningsgenerator en de bedieningselektronica. Aansluiting op het elektriciteitsnet (naar keuze achteraan of op de zijkant) Aansluitring voor flexibel D: 80 mm (2x) Kabeldoorvoer Vlakke ventilator Bedieningseenheid (inbouwversie) Zes LED indicatoren voor de weergave van de operationele status Bedieningspaneel Schakelaar 11 De bedieningseenheid bestaat uit de inbouwdoos met ingebouwde vlakke ventilator en bedieningspaneel,QGH³LQERXZ´YHUVLHLVde bedieningseenheid volledig ingebouwd in de schoorsteenmantel. Nadat de gehele installatie is afgewerkt, moeten de bijgeleverde kabels aangesloten worden op de bedieningseenheid en aan het andere uiteinde op het filterelement en moet het geheel aan het elektriciteitsnet worden aangesloten. Zumik®on in de FRPSDFWH³opbouw´YHUVLH De bedieningseenheid omvat de hoogspanningsgenerator en de bedieningselektronica. De bedieningseenheid bestaat uit het bedieningspaneel en bedieningsdoos. Alle elektrische aansluitingen staan EHVFKUHYHQLQGH³LQERXZ´YHUVLH'H aansluiting op het elektriciteitsnet wordt uitgevoerd via een stroomkabel met stekker. 6. Basisvoorwaarden voor de installatie van een partikelfilter De volgende voorwaarden moeten gerespecteerd worden tijdens de montage van deze partikelfilter: De installatie moet verbrandingstechnisch in orde zijn. De partikelfilter dient niet om defecte installaties te herstellen! Geen verbranding die creosoot veroorzaakt (nat hout en te weinig luchttoevoer!) De integratie van het filterelement in het rookkanaal moet technisch mogelijk zijn. De montage wordt bij voorkeur uitgevoerd in de aansluitbuis van de houtkachel naar de schoorsteen. De montage in een schouw is toegelaten op voorwaarde dat een correcte brandbeveiliging aanwezig is. De officiële goedkeuring van de bevoegde autoriteiten is noodzakelijk. De rookafvoerleiding (filtratietraject) na de partikelfilter moet minimum 2 m. bedragen. Hoe langer het beschikbare filtratietraject, hoe efficiënter de afscheiding verloopt. 12 Afstanden met rustige rookgasstroming, dit zijn afstanden waarbinnen geen wijzigingen in kanaaldiameter optreden of wijzigingen in richting van de rookgassen: - voor filterelement: 1 x diameter - na filterelement: 1 x diameter Advies: als het traject voor en na het filterelement in rechte lijn verloopt, zal dit betere resultaten opleveren. Geen rookklep onmiddellijk voor of na het filterelement: - voor filterelement: 1 x diameter - na filterelement: 1 x diameter De oriëntatie van het rookkanaal ter hoogte van het filterelement is onbelangrijk, m.a.w. het filterelement mag aangesloten worden op verticale of horizontale buizen. Belangrijk: Het filterelement mag nooit aan de onderzijde gemonteerd worden op een horizontaal rookkanaal of een opwaarts hellend rookkanaal. Mogelijk aan te sluiten op een rookkanaal met een diameter van: min.130/150/180/200/250/300/ max. 400mm. Het filterelement moet steeds toegankelijk zijn! Een controle- en toegangsluik van minimum 30x30 moet geïnstalleerd worden voor Installaties met inbouwhaarden en tegelkachels. Het filterelement moet na de installatie verwijderd kunnen worden! Dit betekent dat er voldoende ruimte beschikbaar moet zijn naast het filterelement met de elektrode, om dat uit het rookkanaal te kunnen trekken. De aansluiting van de bedieningseenheid op het filterelement wordt bij de ³LQERXZYHUVLH´XLWJHYRHUGPet een flexibele aluminium buis. Deze dient voor de doorvoer van de kabels en de spoellucht. Diameter van 8 cm, geen wijzigingen in de lengte! De lengte van de buis niet wijzigen! Luchtdichte aansluiting. Geen extreme richtingsveranderingen! Geen ander materiaalgebruik! Max. gebruikstemperatuur voor het filterelement³LQbouwversie´PD[ C, ³opbouwversie´PD[ C. Geen contact met het rookkanaal de thermische isolatie! De aluminium leiding moet na het filterelement minimum 80 cm vrijhangen m.a.w. op deze afstand mag de koker niet gekneld raken of ingemetseld worden! 13 De spoellucht (3 tot 5 m3/u) wordt aangevoerd via een kleine ventilator in de bedieningseenheid: de spoellucht mag niet kouder zijn dan 0°C en mag niet weggenomen worden uit een vochtige ruimte. De gebruikstemperatuur van de bedieningseenheid mag niet hoger zijn dan 50°C! Ze moet dus ingebouwd worden in de buurt van de installatie (bijv. ter hoogte van de sokkel) maar moet duidelijk zichtbaar zijn voor de gebruiker. Met de standaard geleverde kabels kan het bedieningspaneel maximum 2,75 m van het filterelement verwijderd worden. De kabels kunnen optioneel besteld worden met een maximale lengte van 5 m. Hierdoor is een afstand van 4,75 m tussen het bedieningspaneel en het filterelement mogelijk. De rooster van de verse luchttoevoer mag niet meer dan 2 m verwijderd zijn van het bedieningspaneel. Het moet mogelijk zijn het bedieningspaneel te verwijderen uit het bedieningseenheid m.a.w. er mag geen vast hindernis aanwezig zijn op minder dan 50 cm voor het bedieningspaneel. Het nominale vermogen van een haard of kachel mag niet hoger zijn dan 35 kW, voor pellet- en snipperhouttoestellen mag deze niet hoger zijn dan 70 kW! Hierdoor beperken we de rookgassnelheid. U kunt de prestaties optimaliseren door een scheiding van de rookgasstroom te bewerkstelligen en door meerdere ZUMIK ON partikelfilters te installeren. Temperatuur van de rookgassen lager dan 400°C. Geen overdruk in het rookgaskanaal. Voeding 230 V. Elektrisch verbruik in waakstand 3W, in werking <10W. Gecontroleerd en gehomologeerd conform de vereisten van de EN-normen (laagspanningsrichtlijn, elektrische veiligheid, EMV richtlijn). De partikelfilter kan ingebouwd worden in praktisch iedere houtgestookte installatie. Dit geldt ook voor de aanpassing van bestaande houtgestookte systemen. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, kan met deze partikelfilter de gemiddelde uitstoot van fijn stof verminderd worden met ca. 60 tot 90% (gemeten met CPC partikelteller). Belangrijk: Indien er aan deze vereisten niet voldaan wordt, is de garantie uitgesloten. 14 7. Haard uitgerust met partikelfilter Haard uitgerust met partikelfilter Zie bijlage III voor het gedetailleerde montageschema. 7.1 Vrijstaande kachels met partikelfilter (pellets,brandhout, snippers) Zie bijlage III voor het gedetailleerde montageschema. 15 8. Installatie van de partikelfilter Bij ontvangst van de partikelfilter moet u controleren dat de levering volledig is. Voor u de partikelfilter begint te monteren, moet de integratie in de installatie correct gepland worden. Enkel een toepassing conform aan de vereisten van hoofdstuk 6 garandeert de veilige en probleemloze werking van de installatie. De installateur van de partikelfilter is verantwoordelijk voor de correcte installatie van het filterelement in de adapter T-stuk en moet er voor zorgen dat dit verwijderd kan worden! Zorg ervoor dat dit punt steeds gecontroleerd wordt tijdens de montage en de installatie. =XPLNRQLQ³LQERXZversie´: Veegdeksel Adapter T-stuk D=150mm Filterelement kompleet D=150,180mm Inbouwdoos bedieningseenheid Bedieningspaneel 16 =XPLNRQLQFRPSDFWH³XLWVWHNHQGH´YHUVLH Veegdeksel Bedieningseenheid Met kast Filterelement 8.1 Plaatsing van een haard / houtkachel met partikelfilter Tijdens de installatie en de montage van een haard of een houtkachel zijn de desbetreffende plaatsingsinstructies van de fabrikant ook noodzakelijk. Deze instructies blijven echter geldig (afmetingen van de schoorsteen, aanvoer van frisse lucht, thermische isolatie, etc.).Voor open haarden en tegelkachels gelden specifieke technische regels. Voorbereiding van de onderdelen De meeste onderdelen kunnen rechtstreeks gemonteerd kunnen worden in de installatie. Montage van de adapter T-stuk met filterelement Na de plaatsing van de haard of de kachel en na de installatie van eventuele bijkomende keramische verwarmingskanalen kan de installatie van de aansluitbuis (= aansluiting tussen de haard/kachel met de schouw) plaatsvinden. De montage van de adapter T-stuk kan uitgevoerd worden binnen in deze aansluiting, conform de vereisten van hoofdstuk 6. De opening van de aansluiting voor het filterelement moet zodanig georiënteerd te worden dat een eventuele demontage mogelijk is. Indien schuine of horizontale leidingen gebruikt worden, mag deze opening nooit naar beneden gericht zijn. Zodra de juiste richting bepaald werd, wordt de adapter T-stuk gasdicht en mechanisch stabiel ingebouwd in de aansluitleiding. 17 De montage van de elektrode 1. Plaatsen van beide moeren / schijfjes op de Bevestigingsschroeven voor de elektrode elektrodehouder (later moeten deze in het midden van het adapter T-stuk aangebracht worden). 2. De elektrode wordt daarna tussen beide drukringen aangebracht en beide moeren worden stevig aangedraaid. 3. De elektrode wordt in de richting van de adapter TGrote schroef Élektrode stuk geplaatst: de achterste moer aandraaien naar voor bevestiging de elektrode in de zin van de wijzers van de klok van de isolator (van achter gezien) tot de elektrode correct georiënteerd is. Belangrijk: Voor de oriëntatie van de elektrode mag de spanschroef van de isolator NIET losgedraaid worden. Deze schroef mag enkel losgedraaid worden als de isolator vervangen dient te worden. 4. De elektrode is van wolfram en is dus uiterst flexibel. Ze kan echter beschadigd worden door een incorrecte handeling, bijv. als ze sterk gebogen wordt. Als ze in het filterelement aangebracht is, moet deze dus zorgvuldig behandeld worden. Als de elektrode echter gebogen is, kan ze voorzichtig rechtgebogen worden met de hand of met een tang (1 tot 2 maal). Montage van het filterelement U kunt nu doorgaan met de montage van het filterelement met deksel op het adapter T-stuk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Oriënteer het filterelement zodanig dat de thermische sensor onderin geplaatst is, in de richting van de warmtebron, haard / kachel. +HW³ERYHQVWH´GHHOYDQGHHOHNWURGHLQYRHUHQLQGHRSHQLQJYDQGHDGDSWDWLH leiding. Hiervoor moet het filterelement lichtjes naar onder gedraaid worden en de punt van de elektrode moet in de opening gevoerd worden. Houd het filterelement schuin en til het 5 tot 10 cm op met betrekking tot de adapter T-stuk, en dit tot de stang met schroefdraad in aanraking komt met het bovenste uiteinde van de opening van het adapter T-stuk. Nu kunt U het filterelement naar beneden kippen, waardoor het onderste deel van de elektrode in de opening springt, indien niet, kunt u met de hand lichtjes helpen. Zorg dat het filterelement nog steeds afstand heeft tov het T-stuk. Voor u het filterelement volledig op de aansluiting van het T-stuk plaatst, dient u met een zaklamp te controleren, dat de elektrode op de juiste plaats zit en correct georiënteerd is. Als de oriëntatie correct is, kan het filterelement zodanig geplaatst en door het te draaien passen de aansluitplaatjes over de aansluitboutjes. De vleugelmoeren aandraaien. Belangrijk: Zodra de haard /kachel geïnstalleerd is en het filterelement geplaatst werd, moet de aarding van deze elementen gecontroleerd worden. De aarding moet verzekerd zijn om de correcte werking en de veiligheid te handhaven. Als het RVS/inox kanaal van de schouw rechtstreeks op de adapter T-stuk gekoppeld wordt, maakt deze ook deel uit van het geheel. 18 Montage van GH³inbouw´ bedieningseenheid met de ventilator Alvorens met de montage van de schouwmantel te beginnen moet de plaatsing van de bedieningseenheid gepland worden, rekening houdend met bovenvernoemde vereisten: belangrijk: de omgevingstemperatuur van de bedieningseenheid met het ingebouwde bedieningspaneel mag niet hoger zijn dan 50°C. Alvorens de inbouwdoos te plaatsen moet men de uitgang van de stroomkabel bepalen: onderaan of achteraan. (af fabriek bevindt zich deze doorvoer onderaan de inbouwdoos. Dit kan echter eenvoudig gewijzigd worden door de doorvoernippel van positie te veranderen door hem los te schroeven en op de juiste plaats te zetten. Tijdens de plaatsing van de inbouwdoos is erop te letten dat de ventilator steeds aan de bovenzijde zit en in richting van de aluflexbuis blaast. De inbouwdoos statisch voldoende stevig inbouwen in de schouwmantel, maar ervoor zorgen dat er voldoende vrije ruimte blijft voor de 2 aansluitingen (Ø 80mm) boven en onderaan! Belangrijk: zorg ervoor dat tijdens de montage geen vuil in de inbouwdoos terecht komt. Zorg dat er geen vuil in de ventilator binnendringt. Sluit deze opening eventueel als de opening aan de voorzijde af met plakband tijdens de constructie van de schouwmantel. Als het noodzakelijk is om openingen te boren in de inbouwdoos om ze te bevestigen, moeten de elektronica en de kabel vooraf losgekoppeld en weggenomen worden. Tijdens het boren moet u ervoor zorgen geen scherpe randen na te laten. Voor de montage van het bedieningspaneel en de kabel moet u al het boorvijlsel verwijderen. In de buurt van het bedieningspaneel mogen geen schroeven gedraaid worden. De plaatsing van de rand van de bedieningsdoos deze inbouwversie moet steeds gelijk met het pleisterwerk geplaatst worden en niet op het metselwerk. Als de rand te veel naar achter ligt, kan het bedieningspaneel niet ver genoeg naar achteren schoven worden om correct vast te klikken in de vergrendelveren. Van het paneel. Het paneel moet altijd zodanig geplaatst worden dat: 1. de bedieningseenheid gemonteerd en daarna gedemonteerd kan worden (noodzakelijke ruimte vooraan: 40 cm). 2. de frontopening mag in geen geval naar beneden hellen. Aansluiting op het elektriciteitsnet De elektrische aansluiting op het bedieningspaneel moet uitgevoerd worden door een erkend elektricien. In de mate van het mogelijke moet de elektrische aansluiting uitgevoerd worden met 2 een snoer (3x1 mm ). De schroefnippel die gebruikt wordt om de stroomkabel naar binnen te leiden, biedt de mogelijkheid een beschermbuis te gebruiken voor de aansluiting op de inbouwdoos. De stroomkabel wordt doorheen het bedieningspaneel geleid met een doorvoernippel. De kabel moet aan de binnenzijde van de inbouwdoos nog 50 cm uitsteken gerekend vanaf dit doorvoerstuk. Daarna kan de doorvoernippel vastgedraaid worden. Zodra de stroomkabel werd bevestigd, kan de beschermbuis worden ingevoerd tot ze vastklikt. Belangrijk: de stroomkabel en dito beschermbuis mogen niet warmer worden dan 50°C. 19 Veiligheidsadvies: alvorens het netsnoer op de besturingsunit aan te sluiten, vergewis u ervan dat er zeker geen spanning op staat. Spanning Installatie van de flexibele aluminium leiding voor de geleiding van de kabels en de spoellucht Zodra het bedieningspaneel en het filterelement geïnstalleerd zijn, kunt u de flexibele, aluminium koker installeren. Voor de installatie van de aluminium flexibele slang op het verbindingsstuk van het paneel moeten de kabels (hoogspanning, signaal en aarding) of twee trekkabels ingevoerd worden. De kabels of snoeren moeten ingevoerd worden ter hoogte van het bedieningspaneel doorheen de twee openingen (Ø 12 mm) aan de zijde van de vlakke ventilator. Zodra de kabels of snoeren ingevoerd zijn, kan de aluflex bevestigd worden op de aansluitkragen van het filterelement en de bedieningseenheid met klembanden. Let op dat de kabels of snoeren zodanig bevestigd zijn, dat ze niet terug in de aluflex kunnen glijden. Belangrijke aanwijzing: De koker mag niet over een lengte van meer dan 2,75 m in totaal aangebracht worden. Aansluiting van de spoelluchtleiding Zodra de inbouwdoos geïnstalleerd is, kunt u de flexibele aluflex monteren voor de aanvoer van spoellucht op het onderste aansluitstuk van de inbouwdoos. De aluflex met een klemband bevestigen. De onderste aluflex wordt aan de schouwmantel aangesloten en verbonden me de opstellingsruimte, waaruit hij de noodzakelijke spoellucht trekt. Worden deze slangen door verschillende bouwlage geleid, moeten de brandveiligheidsvoorschriften geraadpleegd worden. Aansluitingen rechtstreeks aan de buitenlucht moeten vermeden worden. Deze lucht kan condensvorming op de printplaat veroorzaken. U moet ervoor zorgen dat de luchtstroom geen condens kan vormen op het bedieningspaneel of in de inbouwunit. Plaatsing van de schouwmantel: Zie de instructies van de fabrikant. Zodra het adapter T-stuk, het filterelement en de bedieningseenheid geïnstalleerd zijn en na de montage van de flexibele aluminium buis conform aan onze vereisten kunt u de schouw- en kachelmantel plaatsen en afwerken. Belangrijk: De aansluiting van het T-stuk moet een thermische isolatie omvatten conform aan onze voorschriften. Belangrijk: Het filterelement moet voor een demontage moeten steeds toegankelijk zijn, zelfs na de plaatsing van de mantel (zie de documentatie, controle opening 30 x 30 cm). De mantel ter hoogte van het filterelement moeten zodanig geplaatst worden dat de gebruikstemperatuur van het filterelement niet hoger is dan 120°C. U kunt de mantel normaal gezien plaatsen zoals voorzien. 20 8.2 Elektrische aansluitingen van de Zumik®on /HHVGLWKRRIGVWXNDDQGDFKWLJ³YRRUGHHHUVWHLQJHEUXLNQHPLQJ´ Belangrijke aanwijzingen! De werkzaamheden beschreven in dit document moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel! De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden zonder aarding! Indien er geen aarding aanwezig is of indien de aarding onderbroken is, kan de bedieningseenheid beschadigd worden. Bovendien is er in dat geval geen bescherming door de aardlekschakelaar. De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden als de hoogspanningskabel niet ingeschakeld is! Hierdoor wordt de hoogspanning niet afgevoerd en dit kan de hoogspanningstransformator en de elektronische schakeling ernstig beschadigen. Indien extra openingen noodzakelijk zijn voor de bevestiging van de inbouwdoos moet u eerst de elektrische bedieningsapparatuur en de kabels uit de doos verwijderen. Tijdens het boren moet u ervoor zorgen geen scherpe randen na te laten. U moet er ook op letten geen metalen vijlsel, en vuil cq plaaster achter te laten in de inbouwdoos. Geen bijkomende schroeven in het bedieningspaneel. 8.2.1 Elektrische aansluitingen van de bedieningseenheid Index (a) geldt uitsluitend voor de Zumik®on in de³LQERXZversie´; index (b) voor de FRPSDFWH³opbouwversie´. De onderstaande afbeeldingen geven de elektrische aansluitingen weer van deze beide versies: 1) Bedieningspaneel. Indien openingen noodzakelijk zijn voor de bevestiging van de bedieningseenheid moet u eerst de elektrische bedieningsapparatuur en de kabels uit de inbouwdoos verwijderen. Tijdens het boren moet u ervoor zorgen geen scherpe randen na te laten. Voor de montage van het elektrische bedieningspaneel en de kabel moet u al het vijlsel verwijderen. 2a) Aluflexslang. Via deze slang wordt de spoellucht van de ventilator, de hoogspanning- en signaalkabel en de aarding van de bedieneenheid naar het filterelement geleid. 2b) Gevlochten mantel. De hoogspanning- en signaalkabels net als de aardingskabel worden door deze gevlochten koker gevoerd. De spoellucht ventilator bevindt zich in het filterelement. 3a) De stroomkabel invoeren. De kabel kan ook via de onderzijde van het paneel ingevoerd worden. 3b) De stroomkabel invoeren. 21 4) Aansluiting van de aardingskabel en de aarding van het bedieningspaneel via een kabelschoen. $IEHHOGLQJ³LQERXZversie´LQGH[D 5) Sluit de hoogspanningskabel aan op de hoogspanningstransformator en bevestig de rubberen beveiliging stevig. Voor een probleemloze werking van de aansluiting moeten de aangegeven afmetingen van de hoogspanningsconnector (+/- 1 mm) gerespecteerd worden. Opgelet! De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden als de hoogspanningskabel niet aangesloten is! Hierdoor wordt de hoogspanning niet afgevoerd en dit kan de hoogspanning transformator en de elektronische schakeling ernstig beschadigen. 22 $IEHHOGLQJ³opbouwversie´LQGH[E 2 6a) Het 230VAC elektrisch snoer moet aangesloten zijn (snoer, min. 3x0.75mm ). Bruin (fase) op klem 3, lichtblauw (neutrale draad) op klem 4, groen-geel (aarding) in een geleider op klem 5. Gebruik een meeraderige stroomkabel! 6b) Het 230VAC netsnoer met een lengte van 3 m maakt deel uit van de levering. Opgelet! De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden zonder aarding! Indien er geen aarding aanwezig is of indien de aarding onderbroken is, kan de bedieningseenheid beschadigd worden. Bovendien is er in dat geval geen bescherming door aardlekschakelaar. 7) 100 mA zekering, vertraagde actie, 5 x 20 mm. 8a) Aansluiting van de ventilatorkabel: verstrengel eerst de twee draden in elkaar (15 tot 20 maal)! Zwart (-) op klem 1, rood (+) op klem 2. 8b) De ventilator bevindt zich in het filterelement. In dit geval wordt een 4 aderige signaalkabel gebruikt om de voeding van de ventilator via deze kabel te geleiden. Groene draad op klem 1 en gele draad op klem 2. 9) Signaalkabel. Zwart (afscherming) en bruin met verbinding met M4-schroef of samen met een kabelschoen op het paneel. Wit op klem 4, kabelbrug tussen klem 3+4. 10) In de bedieningseenheid moet de ventilator zodanig gemonteerd worden, dat de lucht in de aluflex slang geblazen wordt (de pijl op de ventilator moet naar buiten gericht zijn). Door twee geboorde openingen worden de kabels naar buiten geleid en in de aluflex slang gevoerd. Ten slotte wordt de aluflexslang op de aansluitkraag aangesloten met een klemband. Opgelet! De luchtaanzuigopening bevindt zich op de tegenoverstelde zijde van de inbouwdoos en moet vrij blijven! 23 8.2.2. Elektrische aansluitingen van het filterelement 1) Filterelement. 2) Aansluiting van de aarding via een kabelschoen zoals in de afbeelding. 3) Sluit de hoogspanningskabel aan op de metalen draadstang. De connector erop drukken, niet draaien! Let er op dat het contact grijpt op meerdere draadomwentelingen. 4) De elektrode monteren tussen beide drukringen. Het los draaien van de bevestigingschroef geeft de isolator vrij, waaraan de elektrode bevestigd is aan het andere uiteinde en door het verschuiven van de isolator kan de elektrode exact in het midden van het rookkanaal geplaatst kan worden. 5) De signaalkabels op de thermische sensor aansluiten (Pt 100) (inschakeltemperatuur tussen 45 en 50 graden). Bruin op bruin, wit op wit. Het is ook mogelijk de partikelfilter aan te schakelen via een signaal van de haardbesturing. In dit geval is een interface noodzakelijk (zie hoofdstuk 11) dat tussen de haardbesturing en de partikelfilter geplaatst wordt. 6) De kap met de aluflex slang bevestigen op de filter. Opgelet! De slang mag niet gekneld raken. In de versie met ventilator in de filter moet de elektrische voeding van de ventilator aangesloten worden via een tweepolig kroonsteentje (1). De ventilator werkt enkel als de + en ± correct aangesloten zijn! Rekening houden met de richting van de luchtstroom. De ventilator moet buitenlucht aanzuigen. 9. - - Eerste ingebruikneming Werden alle aansluitingen correct uitgevoerd? Is de elektrode gemonteerd en bevindt ze zich in het midden van het rookgaskanaal? De hoofdschakelaar inschakelen. De eerste groene LED indicator moet branden. Zo niet is er geen netspanning (230V) of de zekering is defect. De installatie is nu klaar voor gebruik. De Haard of kachel aansteken. 24 - Wanneer de ontstekingstemperatuur van de filter bereikt is, schakelt de bediening eerst de ventilator aan en na 30 seconden de hoogspanning. De vier groene LED indicatoren moeten nu branden. Men bevindt zich dikwijls in een situatie dat men ter plaatse na de installatie van de partikelfilter geen vuur kan maken. Om toch een operationele test te kunnen uitvoeren, gaat u als volgt te werk: Het deksel van het filterelement verwijderen. Een van de aansluitingen op de Pt100 temperatuursensor losmaken. De bedieningseenheid schakelt de ventilator in en 30 seconden later de hoogspanning. Na de operationele test moet de verbinding met de thermische sensor opnieuw hersteld worden! - - - - 10. Indien spanningsoverslagen optreden tijdens de aanmaakfase (de tweede rode LED indicator licht kort op) kan dit veroorzaakt worden door vochtige rookgassen. Zodra de haard of de kachel hun bedrijfstemperatuur hebben bereikt, zijn de rookgassen normaal gezien droog en zal er geen doorslag meer optreden. De bedieningsapparatuur wordt beschermd tegen permanente kortsluitingen. Dit mag geen schade veroorzaken aan de partikelfilter. De hoogspanning schakelt steeds uit als de tweede rode LED indicator ingeschakeld is. Dit veroorzaakt een minder efficiënte werking van de filter. Als de tweede rode LED indicator blijft branden tijdens een lange periode kunnen andere elementen verantwoordelijk zijn voor de doorslagen. In dat geval gaat u als volgt te werk: Bepalen waar de doorslag zich situeert. In het bijzonder, de hoogspanningstekker controleren in het filterelement en de verbinding van de isolator. Indien op deze doorslag optreedt, moeten de aansluiting en/of de isolator gewoonlijk vervangen worden omdat een doorslag gewoonlijk een geleidend spoor inbrandt. Als de overslagen zich voordoen in het rookkanaal kan dit gewoonlijk opgelost worden door de elektrode opnieuw correct te oriënteren of een nieuwe, kortere elektrode te installeren. :DWGRHQDOV«" Hoorbare ontladingen of gekraak ter hoogte van de filter kan de volgende oorzaken hebben. 1. Ontladingen veroorzaakt door vochtige rookgassen kunnen zich voordoen in de ontstekingsfase en verdwijnen normaal gezien zodra hogere rookgastemperaturen bereikt worden. 2. Uiterst vuile filter. De filter schoonmaken. In het bijzonder ter hoogte van de isolator. 3. De elektrode bevindt zich niet in het midden van het rookkanaal. De elektrode opnieuw in de correcte positie plaatsen. Voor diameters van het adapter T-stuk van 130 tot 180 mm kan het elektrische veld een trilling van de elektrode veroorzaken ter hoogte van het uiteinde ervan en ontladingen veroorzaken. In dat geval dient men de elektrode in te korten. Hiervoor moet de elektrode in het midden doorgeknipt worden en beide delen moeten verschoven ten opzichte van elkaar terugplaatsen. 25 4. De koppelingsstekker van de hoogspanningskabel is niet correct geplaatst in het rubberen omhulsel van de hoogspanningskabel. Als de hoogspanningskabel aangesloten is op, of losgekoppeld werd van de filter, is het mogelijk dat deze stekker zich uit de originele positie verplaatst. Bij verder gebruik van de filter kan dit leiden tot overslagen op de bedieningsunit, op de signaalkabels of op de aardingsleiding. De afstand tussen het uiteinde van de rubberen beveiliging en de koppeling moet een diepte hebben van ca. 25 mm. Gebruik een nr. 3 schroevendraaier of een balpen om deze afstand te meten, door deze erin te steken. 5. De signaalkabel moet na het aansluiten van de thermische sensor met een kabelbinder bevestigd worden aan de aardingsleiding en aan de temperatuursensor aansluiting op de temperatuursensor. Als de signaalkabel niet bevestigd is, kan deze te dicht bij de aansluitingen de hoogspanningskabel komen en hierdoor kunnen storingspanningen (geknister) overgedragen worden via het elektrisch veld. Verbrande zekering, geen groene LED indicator ingeschakeld. In dit geval bestaan er twee mogelijkheden: 1. Dit kan door spanningspieken soms plaatsvinden tijdens het in- of uitschakelen. Nadat de zekering vervangen wordt, werkt de bedieningsapparatuur opnieuw zonder problemen. 2. Dit kan veroorzaakt worden door een overspanning te wijten aan defecte onderdelen. In dit geval zal de zekering opnieuw springen onmiddellijk na vervanging. Een van onze partners inlichten. De netschakelaar uitschakelen alvorens u het bedieningspaneel opent! 8LWVOXLWHQG³P$]HNHULQJHQPHWYHUWUDDJGHZHUNLQJ´PRJHQJHPRQWHHUG worden. Het systeem reageert niet meer. Bepaalde groene en/of rode LED indicatoren blijven permanent branden. Het systeem reageert niet meer op de temperatuur van het rookgas. Storing in het programmaverloop. Het bedieningspaneel uitschakelen en opnieuw inschakelen na 10 seconden. Als het systeem nog steeds niet reageert, moet het vervangen worden door een van onze partners. 26 11. Interface Het systeem kan ook geactiveerd worden zonder de Pt 100 (thermische sensor). Dit kan, bijvoorbeeld noodzakelijk zijn wanneer de ontstekingstemperatuur van de filter niet bereikt wordt of pas na een zeer lange duur. Het systeem wordt dan geactiveerd via een interfacerelais dat, bijvoorbeeld in parallel verbonden is met de primaire luchtventilator van de haard. Dit type aansluiting is echter geval per geval specifiek afhankelijk van de situatie en vereist een voorafgaande verduidelijking van de fabrikant van de haard of kachel. Voor meer informatie over de aansluiting van de interface, zie bijlage. +HWV\VWHHPNDQRRNRSDDQYUDDJJHDFWLYHHUGZRUGHQPHWGH³6WDUW´WRHWVRSKHW bedieningspaneel vooraan. De procedure kan ook onmiddellijk gelanceerd worden, onafhankelijk van de rookgastemperatuur. Indien, na ongeveer 15 minuten (instelbare tijdsduur), de ontstekingstemperatuur niet bereikt is ter hoogte van de temperatuursensor schakelt de bediening opnieuw uit. Als u kiest voor deze versie moet dit bij de bestelling worden gepreciseerd. %HGLHQLQJPHW³6WDUW´WRHWV 12. Acceptatie- en ingebruiknemingsprotocol - De ingebruikneming moet plaatsvinden op basis van de aanwijzingen in hoofdstuk 9. - De klant moet ingelicht worden over het gebruik en de werking van de installatie. - De overeenstemmende documenten moeten ingediend worden. - De schoorsteenveger moet ingelicht worden. - Het acceptatie- en ingebruiknemingsprotocol moet volledig ingevuld worden en onmiddellijk teruggezonden naar saubereluft GmbH. (Uitsluitend voor Zwitserland). Het nr. van de fabriek (PABx xxx) bevindt zich op het typeplaatje en op het verificatieprotocol (in de verpakking van de bedieningseenheid). 27 13. Reiniging Spanning U moet de schoorsteenveger op de hoogte brengen dat een ZUMIK®ON filter geïnstalleerd werd in het rookkanaal voordat de schoorsteen de eerste maal geveegd wordt. De schoorsteenveger moet bovendien op de hoogte gebracht worden over de veiligheidsinstructies. Reiniging en onderhoud: De roetneerslag moet regelmatig schoongemaakt worden in het filterelement en in het rookkanaal. Het reinigingsinterval hangt af van de stookintensiteit en het aantal stookuren. Indien deze reiniging verwaarloosd wordt, kan zich vuil ophopen ter filterelement. Dit kan gevolgen hebben op de filterwerking van de ZUMIK®ON. Het bedieningspaneel detecteert de vonkoverslagen en geeft deze aan met een rode LED indicator op de bedieningsplaat en door de foutmelding ³7HKRJHLRQLVDWLHVWURRP´0HHU informatie op pagina 6) De ZUMIK®ON filter MOET eerst gedemonteerd worden voor het rookkanaal schoongemaakt wordt en het veegdeksel moet gemonteerd zijn. Loskoppelen van het elektriciteitsnet voor de demontage. De afzettingen op het filterelement uitsluitend schoonmaken met een stofzuiger of een zachte borstel. Na het schoonmaken, de ZUMIK®ON opnieuw monteren en het elektriciteitsnet opnieuw inschakelen. Zorg ervoor dat de elektrode (fijne draad) niet geklemd raakt of afbreekt tijdens het demonteren en het opnieuw plaatsen van het filterelement. Reinigingintervallen (ter informatie): - voor houthaarden en ±kachels in een woonkamer: normale reingingsinterval van 1 tot 2 maal per jaar. - voor verwarmingsketels in de kelder (met pellets of houtblokken): reinigingsinterval van 2 tot 4 maal per jaar. 14. Reparaties Behalve het vervangen van de elektrode, de isolator of de zekering kunnen er geen herstellingen ter plaatse worden uitgevoerd. Om deze reparaties uit te voeren, dient men over de nodige meetapparatuur en sensoren te beschikken (om de hoogspanning te meten) in combinatie met een diepgaande kennis van de schakeltechnologie. Indien zich problemen voordoen, moet u uw installateur raadplegen. 28 Bijlage I Aansluiting van de interface met multifunctioneel relais Comat CM3 Montage en aansluiting van de interface in parallel PHWGH³SULPDLUHOXFKW YHQWLODWRU´ De interface wordt voorbereid met steekverbindingen en kan ook achteraf nog in de bedieningunit worden ingebouwd. Enkel de aansluiting op de primaire luchtventilator moet nog gemaakt worden. Interface met multifunctioneel relais Na de plaatsing activeert dit systeem de ventilator en de hoogspanning zodra de primaire luchtventilator, bijvoorbeeld van een pelletkachel, ingeschakeld wordt en schakelt het systeem uit als de primaire luchtventilator uitgeschakeld wordt. De bedieningseenheid schakelt uit behalve als de temperatuur van de rookgassen nog hoger is dan 45°. De interface op de stand³Opstartvertraging´zetten. Schakel hiervoor de functiedraaiknop in de stand E stand (pijl naar E gericht). (Andere fabrikanten kunnen andere aanwijzingen gebruiken) De tijdsvertraging instellen: draai de middelste draaischakelaar op 0,6 s. De onderste draaischakelaar op 0,5 s. instellen A1 + A2 worden in parallel aangesloten op de primaire luchtventilator. Opgelet! 7RHJHODWHQVSDQQLQJVEHUHLN$$9$&'&««9$&'& De aansluiting wordt uitgevoerd met een geleverde 2-polige kabel. De kabel wordt naar buiten geleid via de doorvoer van de stroomkabel. Naargelang de situatie wordt de aansluiting uitgevoerd rechtstreeks op de primaire luchtventilator van de haard of kachel (fase en neutrale draad) of parallel op de aanwezige aansluitklemmen. De 4-polige groene steekverbinding (temperatuursensor / ventilator) loskoppelen van de printplaat en aansluiten op de 4-polige steekverbinding op de interface. Nu de 4-polige steekverbinding van de interface met de stuurprintplaat verbinden. De interface bevestigen met een zelfklevende velcro-band in de bedieningsinbouwdoos, om te vermijden dat de signaalkabel van de temperatuursensor onnodig verlengd wordt. Dit om het risico op stoorinvloeden via deze verlengde kabel te reduceren. 29 Montage en aansluiting van de interface met GH³6WDUW´WRHWV. Preciseer bij de bestelling of u voor deze optie kiest. %HGLHQLQJPHW³6WDUW´WRHWV De besturing wordt geVWDUWPHWGHRSWLRQHOH³6WDUW´WRHWVRSGHfrontplaat en blijft actief gedurende ca. 10 tot 15 minuten. Tijdens deze periode moet de temperatuur van het rookgassen in het adapter T-stuk minimum de noodzakelijke waarden bereiken voor het bedieningspaneel kan overnemen en automatisch temperatuursgestuurd verder zal functioneren en uitschakelen. De oude frontplaat vervangen. De frontplaat monteren met een bijkomende tiptoets. De aansluitkabel van de start toets kunnen doorheen de vrije boring gevoerd worden die zich naast de vijfpolige steekverbinding bevindt. De interface op stand ³ZLVVHQG´SODDWVHQ: schakel hiervoor de functiedraaiknop in de K/W stand (pijl naar K/W gericht). (Andere fabrikanten kunnen andere aanwijzingen gebruiken) De tijdsduur instellen: schakel de centrale draaischakelaar op 60 m en de onderste draaischakelaar op 1,5 (ca. 15 min). A1 + A2 worden parallel op de voeding van het bedieningspaneel aangesloten. Hiervoor moet de groene vijfpolige aansluiting met voeding loskoppelen van de bedieningsunit en opnieuw aansluiten op de vijfpolige aansluiting van de interface. Nu de 5-polige van de interface aansluiten op de printplaat van de bedieningseenheid. De Start toets als volgt aansluiten: een verbinding tot stand brengen met de fase aansluiting (bruin) op de vijfpolige steekverbinding en de tweede aansluiting op de B1 van de interface. De 4polige groene steekverbinding (temperatuursensor / ventilator) verwijderen van de printplaat en opnieuw aansluiten op de 4-polige aansluiting van de interface. Nu deze 4-polige aansluiting van de interface op de printplaat van de bedieningsunit aansluiten. De interface bevestigen met een zelfklevende velcro-band in de bedieningsinbouwdoos, om te vermijden dat de signaalkabel van de temperatuursensor onnodig verlengd wordt. Dit om het risico op stoorinvloeden via deze verlengde kabel te reduceren. Opmerking! Uit veiligheidsoverwegingen hebben we het elektrisch circuit van de temperatuurvoeler zo geconstrueerd, dat in geval van kabelbreuk de bedieningunit toch blijft functioneren. 30 Werking: Wordt de interface geactiveerd, wordt eer een contactschakelaar geactiveerd, die aansluiting 15 met 18 (rode LED indicator knippert)verbindt. Hierdoor wordt de WHPSHUDWXXUVHQVRUORVJHNRSSHOGYDQGHEHGLHQLQJVXQLWHQ³]ZHHIW´DOVKHWZDUH. De bedieningseenheid schakelt de ventilator en de hoogspanning in. Als de interface niet actief is, verbindt de contactschakelaar aansluiting 15 met 16. De temperatuursensor is opnieuw verbonden met pool 4. Zolang de temperatuur in het rookkanaal nog steeds hoger is dan ca. 45°C blijft de bedieningsunit functioneren tot het uitschakelpunt bereikt wordt. Technische achtergrond: Met de interfaceschakelaar kan de bedieningseenheid ingeschakeld worden (vanuit de ³VWDQG-E\´SRVLWLH) zonder dat de temperatuur van de rookgassen 45°C bereikt heeft. Om aan de verschillende vereisten te voldoenZRUGWHHQ³PXOWLIXQFWLRQHeOUHODLV´JHEUXLNW van het Comat CM3 type. Dit betekent dat de functie geselecteerd kan worden met een draaischakelaar, bijvoorbeeld: inschakelvertraging, uitschakelvertraging, wissend of als knipperrelais. Het schakelcontact in het relais biedt de mogelijkheid om polen 15,16 en 18 toe te wijzen. Als het relais ingeschakeld is, hebben contacten 15 en 18 een verbinding. In het tegenovergestelde geval zijn dit contacten 15 en 16.Het spanningsbereik van dit relais bedraagt: Voor de Comat CM3: 24VAC/DC ± 240VAC/DC (AC = wisselstroom, DC = gelijkstroom). A1 + A2 zijn de aansluitingen voor de voedingspanning, bijvoorbeeld fase op A1 en neutrale draad op A2 of +24V op A1 en GND op A2. Dit biedt de mogelijkheid voor een parallelle aansluiting op ventilator 230VAC of een relaisspoel of een API 24VDC uitgang. B1 is het stuurcontact, dat echter niet steeds nodig is. Bijvoorbeeld: inschakelvertraging. Zodra de voedingspanning aanligt wordt, begint de gedefinieerde vertraging. Na het verstrijken van de toegewezen tijdsduur schakelt de contactschakelaar in. B1 is dus niet noodzakelijk. Bijvoorbeeld: uitschakelvertraging. In dit geval moet het relais geïnformeerd blijven van het beginpunt van de vertraging van de uitschakeling. B1 is dus noodzakelijk. Er is een rode LED indicator aanwezig voor de controle. Als de rode LED indicator knippert, betekent dit dat de voedingsspanning aanligt, dat het relais geactiveerd is en dat de geprogrammeerde tijdsduur gestart is. Als de rode LED indicator permanent ingeschakeld is, betekent dit dat de schakelaar geactiveerd is (aansluiting 15 met 18). December 08 / JUS 31 Bijlage II Technische gegevens ZUMIK ON Netspanning Verbruik in waakstand Verbruik tijdens werking Zekering (op de printplaat van de bedieningseenheid) 230 VAC 3Watt < 9Watt 100 mA, vertraagde actie, 5 x 20 mm. Rookgastemperatuur ter hoogte van het filterelement Rookgastemperatuur ter hoogte van het filterelement Inschakeltemperatuur (standaard) max. 400 C (met standaard isolator) Uitschakeltemperatuur (standaard) 35 C Max. operationele temperatuur van het bedieningspaneel Max. operationele temperatuur voor het filterelement Max. operationele temperatuur voor het filterelement 50 C Korte elektrode Lange elektrode 150 ± 200mm 250 ± 300mm max. 600 C (met keramische isolator) 45 C 120 C (inbouwversie) 50 C (opbouwversie) 32 %LMODJH,,,0RQWDJHVFKHPD¶V Zumik®on Montagevoorschrift Inbouwversie - Vertakkingschema Filterzone Schoorsteenkanaal Filterelement Operationele temperatuur Max. 120°C Elektrode 0,3 x 300mm Controledeur Min. 300x300mm Metalen aansluitkanaal rookgasklep Haard/kachel Beschermingskoker voor de elektrische kabel Aluflex Aluflex leiding leiding diam. diam.80mm 80mmlengte. lengte. Max. Max. 2750mm 2750mm lengte lengte met met zwakke zwakke turbulentie turbulentie Min. Min. 22 xx diam diam kanaal kanaal Kamerhoogte 2400m Adapter T-stuk 33 Hoogspanningskabel met aarding Signaalkabel (sensor) Spoellucht 3-5 m3/h Bediening in ingebouwd paneel Max. operationele temperatuur 40°C (50°C kortstondig) Rooster met lamellen voor buiten- of omgevingslucht Compacte versie Zumik®on Op pelletstookinstallatie Zumikron Compacteversie - opbouwversie Filterzone Kabelbundel in een gevlochten koker Bedieningseenheid in opbouwdoos. (max. operationele T° 40°C/50°C Van korte duur) min. 1x diam. van het kanaal min. 1x diam. van het kanaal Trekonderbreker 3-polige kabel Reinigingsluik 230V stopcontact 34 Zumik®on Montagevoorschrift Inbouwversie ± Gepleisterde wand Bedieningseenheid Steun Pleister Reflectieplaat Inbouwlijst van de bedieningseenheid Plaat voorzijde 35 Zumik®on Montagevoorschrift Inbouwversie ± Minimum afstanden ten opzichte van de filter Controlevenster min. 300x300mm Diam. kanaal Vrije ruimte 36 Zumik®on Montagevoorschrift Inbouwversie ± Montageafstand isolator/elektrode elektrode (~150mm) elektrode (~150mm) elektrode (~150mm) elektrode (~280mm) elektrode (~280mm) 37 Bijlage IV Afmetingen Zumik®on Inbouwversie Adapter T-stuk Ø 300 Adapter T-stuk Ø 250 Filterelement Adapter T-stuk Ø 200 Adapter T-stuk Ø 180 Steun elektrode Adapter T-stuk Ø 150 Kap elektrode Ø 0,3mm (L-200-300mm) Sensor Plaat met bedieningspaneel LED operationele status In/uit schakelaar Spoellucht kanaal Bedieningseenheid 230V aansluiting bovenin of onderin Kabeldoortocht (hoogspanning en bedieningskabel Inbouwdoos bedieningseenheid 38 Compacte versie ± ³RSERXZYHUVLH´ Zumik®on Adapter T-stuk Ø 200 Adapter T-stuk Ø 180 Filterelement Adapter T-stuk Ø 150 Kap Kabelbundel (bediening hoogspanning en aarding Ø +/-15 mm. Steun elektrode Elektrode Ø 0,3mm (L-200-300mm) Sensor Plaat met bedieningspaneel LED operationele status Bedieningseenheid Aan/uit schakelaar Bedieningseenheid Kabelbundel (bediening, hoogspanning en aarding Ø +/-15 mm. Stroomkabel 230V 39 Compacte versie ± ³LQERXZYHUVLH´ Zumik®on Adapter T-stuk Ø 200 Adapter T-stuk Ø 180 Filterelement Adapter T-stuk Ø 150 Kap Kabelbundel (bediening hoogspanning en aarding Ø +/- 15 mm. Steun elektrode Sensor Elektrode Ø 0,3mm (L-200-300mm) Plaat met bedieningspaneel LED operationele status Bedieningseenheid In/uit schakelaar Bedieningseenheid Kabelbundel (bediening, hoogspanning en aarding Ø +/- 15 mm. Stroomkabel 230V 40 Bijlage V : Conformiteitsverklaring 41 Opmerkingen 42 www.ruegg-cheminee.com 2ÍEGG#HEMIN½E!' Schwäntenmos 4 8126 Zumikon Schweiz Tel. +41 (0)44 919 82 82 Fax +41 (0)44 919 82 90 [email protected] 2ÍEGG#HEMIN½ES3!3 Z.I.Sud - B.P. 70031 Rue de l’Industrie 67161 Wissembourg Cedex France Tel. +33 (0)3 88 54 10 60 Fax +33 (0)3 88 54 23 05 [email protected] 89.90.00260/01.09 Deutschland/Österreich 2ÍEGG+AMINE'MB( Biergasse 7 4616 Weisskirchen Österreich Tel. +43 (0)7243 56946 Fax +43 (0)7243 56946 10
© Copyright 2024 ExpyDoc