Gebruiksaanwijzing en montage-instructies

Gebruiksaanwijzing en montage-instructies
voor
:UMIKRONPARTIKELlLTERVAN2ÍEGG
pagina
Inhou
Voorwoord
2.
Veiligheidsinstructies (dit eerst lezen)!
3.
Zumik®on gebruiksaanwijzing
4.
Werkingsprincipes van de Zumik®on
5.
Installatiecomponenten
5.1. Filterelement en adapter T- stuk
5.2
Aanvoerleiding
5.3
Bedieningseenheid
6.
Basisvoorwaarden voor de installatie van een partikelfilter
7.
Haard uitgerust met partikelfilter
7.1
Vrijstaande kachels met partikelfilter (pellets,brandhout, snippers)
8.
Installatie van de partikelfilter
8.1
Plaatsing van een haard / houtkachel met partikelfilter
8.2
Elektrische aansluitingen van de Zumik®on
8.2.1 Elektrische aansluitingen van de bedieningseenheid
8.2.2. Elektrische aansluitingen van het filterelement
9.
Eerste ingebruikneming
10.
:DWGRHQDOV«"
11.
Interface
12.
Acceptatie- en ingebruiknemingsprotocol
13.
Reiniging
14.
Reparaties
Bijlage I Aansluiting van de interface met multifunctioneel relais Comat CM3
Bijlage II Technische gegevens ZUMIK ON
%LMODJH,,,0RQWDJHVFKHPD¶V
Bijlage IV Afmetingen
Bijlage V Conformiteitsverklaring
3
4
6
7
9
10
11
11
12
15
15
16
17
21
21
24
24
25
27
27
28
28
29
32
33
38
41
Voorwoord
U hebt uw keuze gemaakt en een ZUMIK®ON aangekocht, de partikelfilter van
Rüegg ± Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons stelt.
Onze producten maken gebruik van geavanceerde technologie en staan synoniem
voor een uitstekende kwaliteit en een lange levensduur met optimale functionaliteit.
Voor een jarenlange, correcte werking zonder defecten is het absoluut noodzakelijk
de assemblage en de onderhoudsprocedure die beschreven worden in deze
gebruiksaanwijzing nauwkeurig te volgen. Lees deze instructies aandachtig voor de
assemblage en de eerste ingebruikneming.
De installateur zal de installatieprocedure in detail beschrijven.
Rüegg Cheminée AG
3
2. Veiligheidsinstructies (dit eerst lezen)!
Defecte installaties en / of gebruik van incorrecte brandstof (te vochtig,
geïmpregneerd of behandeld hout, afval, etc.) kunnen de werking van de
ZUMIK ON belemmeren en zelfs volledig beletten!
Deze gebruiks- en montagehandleiding bevat belangrijke veiligheids-,
montage en gebruiksinstructies. U moet deze aandachtig lezen!
Deze gebruiksaanwijzing bevat uitsluitend informatie over de ZUMIK®ON Rüegg
partikelfilter.
U moet de schoorsteenveger op de hoogte brengen dat een ZUMIK®ON filter
geïnstalleerd werd in het rookkanaal voordat de schoorsteen de eerste maal
geveegd wordt. De schoorsteenveger moet bovendien op de hoogte gebracht
worden over de veiligheidsinstructies.
Ter attentie van de schoorsteenveger: Lees eerst de veiligheidsinstructies. De
ZUMIK®ON filter MOET eerst gedemonteerd worden voor het rookkanaal
schoongemaakt wordt en het deksel moet gemonteerd zijn. Loskoppelen van het
elektriciteitsnet voor de demontage. De neerslag op het invoegstuk van de filter
uitsluitend schoonmaken met een stofzuiger of een zachte borstel. Na het
schoonmaken, de ZUMIK®ON opnieuw monteren en het elektriciteitsnet opnieuw
inschakelen. Zorg ervoor dat de elektrode (fijne draad) niet geklemd raakt of
afbreekt tijdens de demontage van het filterelement.
De ZUMIK®ON is een elektrische filter ontworpen voor houtkachels, gecontroleerd
en gehomologeerd als onafhankelijke component conform aan de EN-normen
(laagspanning richtlijn, elektrische veiligheid, EMC). (Conformiteitverklaring in
bijlage V).
De ZUMIK®ON is gehomologeerd voor een installatie in de verbindingsleiding naar
het rookkanaal in de opstellingsruimte van het apparaat zonder bijkomende
maatregelen. De montage in rookkanalen (schouw) is toegelaten op voorwaarde dat
een correcte brandbeveiliging aanwezig is. De officiële goedkeuring van de
bevoegde autoriteiten is verplicht.
De wettelijke voorschriften en geldige richtlijnen in de overeenstemmende landen
moeten nageleefd worden.
Tijdens de installatie en het gebruik moet u ook rekening houden met de montageen gebruiksinstructies van de andere componenten van de gehele installatie.
De ZUMIK®ON moet door deskundig personeel geïnstalleerd worden!
Alle werkzaamheden op de elektrische onderdelen moeten uitgevoerd worden door
een gekwalificeerde elektricien, rekening houdende met de geldige voorschriften,
richtlijnen en normen.
4
Spanning
Het bedieningspaneel en het deksel van het filterelement
mogen slechts geopend worden nadat u het systeem hebt
losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
De bedieningseenheid mag slechts ingeschakeld worden als
alle aansluitingen correct uitgevoerd werden.
Spanning
Spanning
De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden zonder
aarding! Indien er geen aarding aanwezig is of indien de
aarding onderbroken is, kan de bedieningseenheid beschadigd
worden!
Bovendien is er in dat geval geen aardlekbeveiliging!
De installateur is verantwoordelijk voor de controle van de
correcte aarding van alle rookgaskanalen in het ZUMIK®ON
verzorgingsgebied.
Spanning
Spanning
De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden als de
hoogspanningskabel niet aangesloten is! Hierdoor kan de
hoogspanning niet afgevoerd worden waardoor de
hoogspanningstransformator en het elektronisch circuit
beschadigd wordt.
Reiniging / onderhoud: De roetneerslag op het filterelement en in het rookkanaal
moet regelmatig schoongemaakt worden. Het reinigingsinterval hangt af van de
verwarminginstallatie en van de gebruiksduur. Indien deze reiniging verwaarloosd
wordt, kan dit leiden tot meer spanningsontladingen op het niveau van het
aansluitstuk van de filter. Dit kan gevolgen hebben op de filterwerking van de
ZUMIK®ON.
Het bedieningspaneel detecteert de overspanningen en geeft deze aan met een
URGHGLRGHRSGHSODDWYRRUDDQHQGRRUKHWIRXWEHULFKW³7HKRJHLRQLVDWLHVWURRP´
Meer informatie op pagina 6.
5
3. Zumik®on gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel en weergave
Weergave eenheid
Betekenis
Hoofd aan/uit schakelaar. Partikelfilter klaar voor gebruik.
Ventilator ingeschakeld.
Werkingstemperatuur bereikt.
*) Hoogspanning ingeschakeld!
**) Te lage ionisatiestroom.
**) Te hoge ionisatiestroom.
Tijdens de normale werking branden de vier eerste groene indicatoren permanent .
*)
Knippert ongeveer 30 seconden na inschakeling = normale werking. Knippert ook
DOVGH³7HKRJHLRQLVDWLHVWURRP´LQGLFDWRULQJHVFKDNHOGLV
**) Te lage ionisatiestroom: het kort oplichten van de indicator heeft geen betekenis. De
indicator brandt permanent = elektrode losgekoSSHOGRIHUJYXLO=LH³)LOWHUHOHPHQW
controleUHQ´RSSDJLQD
***) Te hoge ionisatiestroom: het kort oplichten van de indicator heeft geen betekenis.
Deze indicator kan bijvoorbeeld oplichten indien vochtig hout gebruikt wordt
wanneer de kachel ontstoken wordt. In dat geval kan een normale werking
automatisch bereikt worden zodra er weer droge rookgassen aanwezig zijn. De
indicator brandt permanent = de overspanningen doen zich constant voor door een
ernstige vervuiling in het filterelement of door dat een elektrode losgekomen is. Zie
³)LOWHUelement FRQWUROHUHQ´RSSDJLQD
Beide indicatoren lichten rood op of het bedieningspaneel reageert niet meer zoals
normaal: het bedieningspaneel uitschakelen via de hoofdschakelaar en na ongeveer 10
seconden opnieuw inschakelen.
Als het defect aanhoudt, moet u contact opnemen met de naverkoop service.
6
Het filterelement controleren:
Het apparaat uitschakelen met de hoofdschakelaar van het bedieningspaneel. Minimum
een minuut wachten zodat het elektrisch veld is afgebouwd. De bevestiging losmaken ter
hoogte van het rookgaskanaal, de filter lichtjes draaien in wijzerzin en verwijderen.
De volgende elementen controleren:
- Veel neerslag ter hoogte van de filter, in het bijzonder ter hoogte van de doorgang van
de isolator en op de elektrode, kunnen leiden tot een weergave van over- en
onderspanning. De filter, het adapter T-stuk- en rookkanaal schoonmaken!
- Is de elektrode centraal aangebracht in het adaptatie kanaal? Als de afstand tussen de
elektrode en het rookgaskanaal of de thermische sensor minder is dan 30 mm kan dit
overspanningen veroorzaken. De elektrode opnieuw richten indien noodzakelijk.
De filter opnieuw installeren. Het apparaat inschakelen met de hoofdschakelaar op het
bedieningspaneel. Als het defect aanhoudt, moet u contact opnemen met de naverkoop
service.
Belangrijk! U kunt de houtkachel zelfs gebruiken wanneer een defect aangegeven wordt.
In dit geval wordt het fijne stof niet of slechts in beperkte mate gefilterd.
Om schade aan het filterelement te vermijden, moet het bedieningspaneel echter
ingeschakeld blijven. In het tegenovergestelde geval moet het filterelement
gedemonteerd worden en moet het reinigingsdeksel geplaatst worden.
Spanning
Om elektrische schokken of beschadiging van het bedieningspaneel
te voorkomen, moet u de volgende acties ondernemen voor iedere
reinigingsbeurt of andere behandeling op het filterelement of de
bedieningseenheid: u moet eerst de bedieningseenheid uitschakelen
en minimum een minuut wachten zodat de elektrische velden worden
afgebouwd! Daarna moet u de elektrische verbinding onderbreken
(de schakelaar of de zekering verwijderen) omdat de aarding absoluut
noodzakelijk is om het elektrisch veld af te bouwen voor de demontage.
4. Werkingsprincipes van de Zumik®on
Werking
Het principe van de elektrostatische filtering is gebaseerd op de volgende procedures:
Opwekken van de ladingdragers ± Lading van de deeltjes ± Filtering van het fijn stof door
middel van elektrostatische krachten
Een elektrisch veld wordt gegenereerd rond de draadvormige elektrode, wanneer een
elektrische spanning aangebracht wordt. Indien de spanning voldoende hoog is, is de
veldsterkte ]RNUDFKWLJGDWHHQRQWODGLQJGRRUKHW³FRURQD-HIIHFW´RSWUHHGW+LHUGRRU
verschijnen de ladingdragers die leiden tot de oplading van de rookgasmoleculen.
Wanneer deze rookgasionen, die op deze wijze gevormd werden, in contact komen met
de stofdeeltjes in de rookgasstroom worden enkel deze stofdeeltjes geladen. Door het
elektrisch veld worden de geladen stofdeeltjes tegen de wand van het rookgaskanaal
geduwd waar ze langdurig afgescheiden worden.
7
Normaal gezien wordt het filterelement in een metalen adapter T-stuk geïnstalleerd. Op
deze wijze bereikt men een optimale ionisatie. Als het filterelement gemonteerd wordt in
een gemetseld of keramisch rookgaskanaal moet een metalen adapter T-stuk gebruikt
worden ter hoogte van de elektrode om dienst te doen als tegenpool!
Molecuul
2-afzetting
Ion
Elektron
Stofdeeltje
1-ionisatie
Deeltjesscheider (afneembaar
Kap met flexibele
aluminium 80 mm
buis (afneembaar)
Air de balayage
Elektrische
leidingdoorvoer
met isolator
Hoogspanningskabel
Metalen rookbuis
Rookgassen
Electrode
Functioneel schema van de Zumik®on
8
5.
Installatiecomponenten
De ZUMIK®ON bestaat uit drie hoofdcomponenten:
Adapter T-stuk met
filterelement
Aanvoerkanaal
-
adapter T-stuk met filterelement
en elektrode
-
aanvoerleiding
-
bedieningsmodule met kast
Bedieningsmodule
,QVWDOODWLHVFKHPDYDQGH=XPLNŠRQLQGH³LQERXZ´YHUVLH
Adapter T-stuk met
filterelement
Aanvoerkanaal
Bedieningsmodule
,QVWDOODWLHVFKHPDYDQGH=XPLNŠRQLQGHFRPSDFWH³Rpbouw´YHUVLH.
9
5.1. Filterelement en adapter T- stuk
Dit adapter T-stuk dient om het filterelement in te bouwen in het rookkanaal. Het
eigenlijke ionisatieproces en de filtering van de stofdeeltjes gebeuren ter hoogte van het
filterelement.
Adapter T-stuk
(130 à 400 mm)
Filterelement met deksel
Afdekkap, aansluiting
in D: 80 mm.
Adapter T-stuk / Zumik®on filterelement in de ³LQbRXZ´YHUVLH
Het filterelement is voornamelijk samengesteld
uit de volgende componenten:
- Basisplaat met montageplaatjes,
spoelluchtconus en aansluitstuk voor de
afdekking
- Temperatuursensor
- Houder voor de elektrode en isolator
- Elektrode
- Deksel (HQNHOYRRUGH³opbouw´YHUVLHPHW
ingebouwde vlakke ventilator)
De basismodule van het filterelement is identiek voor alle secties van kanaaldiameter.
De filterelementen verschillen uitsluitend door de positie van de elektrode die steeds in
het midden van het rookkanaal geplaatst moet zijn.
In de aansluitsokkel is het filterelement is een opening van 50 mm voorzien, waardoor de
geïsoleerde sokkel, en de elektrode in het rookkanaal geplaatst wordt. Door de vrije
doorgang stroomt er spoellucht in het rookanaal.
Belangrijk: de vrije doorstroming mag nooit verstopt of afgesloten raken.
Het filterelement is steeds verbonden met het aansluit T-stuk. Deze is beschikbaar in de
volgende diameters: 130/150/180/200/250/300/ max. 400 mm.
Deze diameters worden echter permanent uitgebreid. U kunt de momenteel beschikbare
versies raadplegen in de huidige prijslijst.
10
5.2
Aanvoerleiding
=XPLNŠRQLQ³LQERXZ´YHUVLH
De bedieningseenheid wordt aan het filterelement gekoppeld met een flexibele
aluminiumbuis met een diameter van 80mm. Via deze buis wordt de spoellucht van de
ventilator in de bedieningsunit, de hoogspannings-, signaal- en aardingskabel naar het
filterelement geleid.
Behalve de kabeldoorvoer dient deze buis voor de luchtgeleiding, deze, door een
ventilator opgewekte spoellucht in richting van het filterelement heeft volgende redenen:
- het systeem afkoelen
- de onderdelen schoonhouden
Belangrijk: deze luchtstroom mag nooit belemmerd worden. Het is dus verboden de
aansluitingbuis niet te installeren, deze op te splitsen of onnodig te verkorten. De lucht die
wordt aangevoerd via de bedieningseenheid door de aansluitingbuis moet altijd verzekerd
worden, zo niet zal het filterelement en meer in het bijzonder de isolator beschadigd
worden!
Max. operationele temperatuur voor het filterelement: 120º C.
=XPLNŠRQLQFRPSDFWH³opbouw´YHUVLH
De verbinding tussen de bedieningseenheid en het filterelement gebeurt via een
gevlochten kabel. De hoogspannings-, signaalkabels en de aardingskabel lopen hierdoor,
in deze versie bevindt de spoelluchtventilator zich in het filterelement.
Belangrijk: De luchtstroom mag nooit belemmerd worden. De ventilatiespleten van
de ventilator mogen niet afgedekt worden. De luchtstroom moet steeds verzekerd zijn, zo
niet zal het filterelement en in het bijzonder de isolator beschadigd worden!
Max. operationele temperatuur voor het filterelement: 50º C.
5.3
Bedieningseenheid
=XPLNŠRQLQ³LQERXZ´YHUVLH
De bedieningseenheid omvat de hoogspanningsgenerator en de bedieningselektronica.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet (naar keuze
achteraan of op de zijkant)
Aansluitring voor flexibel D: 80 mm (2x)
Kabeldoorvoer
Vlakke ventilator
Bedieningseenheid (inbouwversie)
Zes LED indicatoren voor de
weergave van de operationele status
Bedieningspaneel
Schakelaar
11
De bedieningseenheid bestaat uit de inbouwdoos met ingebouwde vlakke ventilator en
bedieningspaneel,QGH³LQERXZ´YHUVLHLVde bedieningseenheid volledig ingebouwd in
de schoorsteenmantel. Nadat de gehele installatie is afgewerkt, moeten de
bijgeleverde kabels aangesloten worden op de bedieningseenheid en aan het andere
uiteinde op het filterelement en moet het geheel aan het elektriciteitsnet worden
aangesloten.
Zumik®on in de FRPSDFWH³opbouw´YHUVLH
De bedieningseenheid omvat de hoogspanningsgenerator en de bedieningselektronica.
De bedieningseenheid bestaat uit het
bedieningspaneel en bedieningsdoos.
Alle elektrische aansluitingen staan
EHVFKUHYHQLQGH³LQERXZ´YHUVLH'H
aansluiting op het elektriciteitsnet
wordt uitgevoerd via een stroomkabel
met stekker.
6. Basisvoorwaarden voor de installatie van een partikelfilter
De volgende voorwaarden moeten gerespecteerd worden tijdens de montage van deze
partikelfilter:
De installatie moet verbrandingstechnisch in orde zijn. De partikelfilter dient niet om
defecte installaties te herstellen!
Geen verbranding die creosoot veroorzaakt (nat hout en te weinig luchttoevoer!)
De integratie van het filterelement in het rookkanaal moet technisch mogelijk zijn. De
montage wordt bij voorkeur uitgevoerd in de aansluitbuis van de houtkachel naar de
schoorsteen.
De montage in een schouw is toegelaten op voorwaarde dat een correcte
brandbeveiliging aanwezig is. De officiële goedkeuring van de bevoegde autoriteiten
is noodzakelijk.
De rookafvoerleiding (filtratietraject) na de partikelfilter moet minimum 2 m. bedragen.
Hoe langer het beschikbare filtratietraject, hoe efficiënter de afscheiding verloopt.
12
Afstanden met rustige rookgasstroming, dit zijn afstanden waarbinnen geen
wijzigingen in kanaaldiameter optreden of wijzigingen in richting van de rookgassen:
- voor filterelement: 1 x diameter
- na filterelement: 1 x diameter
Advies: als het traject voor en na het filterelement in rechte lijn verloopt, zal dit betere
resultaten opleveren.
Geen rookklep onmiddellijk voor of na het filterelement:
- voor filterelement: 1 x diameter
- na filterelement: 1 x diameter
De oriëntatie van het rookkanaal ter hoogte van het filterelement is onbelangrijk,
m.a.w. het filterelement mag aangesloten worden op verticale of horizontale buizen.
Belangrijk: Het filterelement mag nooit aan de onderzijde gemonteerd worden op een
horizontaal rookkanaal of een opwaarts hellend rookkanaal.
Mogelijk aan te sluiten op een rookkanaal met een diameter van:
min.130/150/180/200/250/300/ max. 400mm.
Het filterelement moet steeds toegankelijk zijn!
Een controle- en toegangsluik van minimum 30x30 moet geïnstalleerd worden voor
Installaties met inbouwhaarden en tegelkachels.
Het filterelement moet na de installatie verwijderd kunnen worden! Dit betekent dat er
voldoende ruimte beschikbaar moet zijn naast het filterelement met de elektrode, om
dat uit het rookkanaal te kunnen trekken.
De aansluiting van de bedieningseenheid op het filterelement wordt bij de
³LQERXZYHUVLH´XLWJHYRHUGPet een flexibele aluminium buis. Deze dient voor de
doorvoer van de kabels en de spoellucht.
Diameter van 8 cm, geen wijzigingen in de lengte!
De lengte van de buis niet wijzigen!
Luchtdichte aansluiting.
Geen extreme richtingsveranderingen!
Geen ander materiaalgebruik!
Max. gebruikstemperatuur voor het filterelement³LQbouwversie´PD[ž C,
³opbouwversie´PD[ž C.
Geen contact met het rookkanaal de thermische isolatie!
De aluminium leiding moet na het filterelement minimum 80 cm vrijhangen m.a.w. op
deze afstand mag de koker niet gekneld raken of ingemetseld worden!
13
De spoellucht (3 tot 5 m3/u) wordt aangevoerd via een kleine ventilator in de
bedieningseenheid: de spoellucht mag niet kouder zijn dan 0°C en mag niet
weggenomen worden uit een vochtige ruimte.
De gebruikstemperatuur van de bedieningseenheid mag niet hoger zijn dan
50°C! Ze moet dus ingebouwd worden in de buurt van de installatie (bijv. ter hoogte
van de sokkel) maar moet duidelijk zichtbaar zijn voor de gebruiker.
Met de standaard geleverde kabels kan het bedieningspaneel maximum 2,75 m van
het filterelement verwijderd worden.
De kabels kunnen optioneel besteld worden met een maximale lengte van 5 m.
Hierdoor is een afstand van 4,75 m tussen het bedieningspaneel en het filterelement
mogelijk.
De rooster van de verse luchttoevoer mag niet meer dan 2 m verwijderd zijn van het
bedieningspaneel.
Het moet mogelijk zijn het bedieningspaneel te verwijderen uit het bedieningseenheid
m.a.w. er mag geen vast hindernis aanwezig zijn op minder dan 50 cm voor het
bedieningspaneel.
Het nominale vermogen van een haard of kachel mag niet hoger zijn dan 35 kW, voor
pellet- en snipperhouttoestellen mag deze niet hoger zijn dan 70 kW! Hierdoor
beperken we de rookgassnelheid.
U kunt de prestaties optimaliseren door een scheiding van de rookgasstroom te
bewerkstelligen en door meerdere ZUMIK ON partikelfilters te installeren.
Temperatuur van de rookgassen lager dan 400°C.
Geen overdruk in het rookgaskanaal.
Voeding 230 V. Elektrisch verbruik in waakstand 3W, in werking <10W.
Gecontroleerd en gehomologeerd conform de vereisten van de EN-normen
(laagspanningsrichtlijn, elektrische veiligheid, EMV richtlijn).
De partikelfilter kan ingebouwd worden in praktisch iedere houtgestookte installatie. Dit
geldt ook voor de aanpassing van bestaande houtgestookte systemen.
Als aan de voorwaarden wordt voldaan, kan met deze partikelfilter de gemiddelde uitstoot
van fijn stof verminderd worden met ca. 60 tot 90% (gemeten met CPC partikelteller).
Belangrijk: Indien er aan deze vereisten niet voldaan wordt, is de garantie uitgesloten.
14
7. Haard uitgerust met partikelfilter
Haard uitgerust met partikelfilter
Zie bijlage III voor het gedetailleerde
montageschema.
7.1 Vrijstaande kachels met partikelfilter (pellets,brandhout, snippers)
Zie bijlage III voor het gedetailleerde
montageschema.
15
8.
Installatie van de partikelfilter
Bij ontvangst van de partikelfilter moet u controleren dat de levering volledig is.
Voor u de partikelfilter begint te monteren, moet de integratie in de installatie correct
gepland worden. Enkel een toepassing conform aan de vereisten van hoofdstuk 6
garandeert de veilige en probleemloze werking van de installatie.
De installateur van de partikelfilter is verantwoordelijk voor de correcte installatie
van het filterelement in de adapter T-stuk en moet er voor zorgen dat dit verwijderd
kan worden! Zorg ervoor dat dit punt steeds gecontroleerd wordt tijdens de montage
en de installatie.
=XPLNŠRQLQ³LQERXZversie´:
Veegdeksel
Adapter T-stuk D=150mm
Filterelement kompleet D=150,180mm
Inbouwdoos bedieningseenheid
Bedieningspaneel
16
=XPLNŠRQLQFRPSDFWH³XLWVWHNHQGH´YHUVLH
Veegdeksel
Bedieningseenheid
Met kast
Filterelement
8.1 Plaatsing van een haard / houtkachel met partikelfilter
Tijdens de installatie en de montage van een haard of een houtkachel zijn de
desbetreffende plaatsingsinstructies van de fabrikant ook noodzakelijk. Deze instructies
blijven echter geldig (afmetingen van de schoorsteen, aanvoer van frisse lucht,
thermische isolatie, etc.).Voor open haarden en tegelkachels gelden specifieke
technische regels.
Voorbereiding van de onderdelen
De meeste onderdelen kunnen rechtstreeks gemonteerd kunnen worden in de installatie.
Montage van de adapter T-stuk met filterelement
Na de plaatsing van de haard of de kachel en na de installatie van eventuele
bijkomende keramische verwarmingskanalen kan de installatie van de aansluitbuis
(= aansluiting tussen de haard/kachel met de schouw) plaatsvinden.
De montage van de adapter T-stuk kan uitgevoerd worden binnen in deze aansluiting,
conform de vereisten van hoofdstuk 6.
De opening van de aansluiting voor het filterelement moet zodanig georiënteerd te
worden dat een eventuele demontage mogelijk is. Indien schuine of horizontale
leidingen gebruikt worden, mag deze opening nooit naar beneden gericht zijn.
Zodra de juiste richting bepaald werd, wordt de adapter T-stuk gasdicht en
mechanisch stabiel ingebouwd in de aansluitleiding.
17
De montage van de elektrode
1. Plaatsen van beide moeren / schijfjes op de
Bevestigingsschroeven
voor de elektrode
elektrodehouder (later moeten deze in het midden
van het adapter T-stuk aangebracht worden).
2. De elektrode wordt daarna tussen beide drukringen
aangebracht en beide moeren worden stevig
aangedraaid.
3. De elektrode wordt in de richting van de adapter TGrote schroef
Élektrode
stuk geplaatst: de achterste moer aandraaien naar
voor bevestiging
de elektrode in de zin van de wijzers van de klok
van de isolator
(van achter gezien) tot de elektrode correct
georiënteerd is.
Belangrijk: Voor de oriëntatie van de elektrode mag de spanschroef van de isolator
NIET losgedraaid worden. Deze schroef mag enkel losgedraaid worden als de
isolator vervangen dient te worden.
4. De elektrode is van wolfram en is dus uiterst flexibel. Ze kan echter beschadigd
worden door een incorrecte handeling, bijv. als ze sterk gebogen wordt. Als ze in het
filterelement aangebracht is, moet deze dus zorgvuldig behandeld worden. Als de
elektrode echter gebogen is, kan ze voorzichtig rechtgebogen worden met de hand
of met een tang (1 tot 2 maal).
Montage van het filterelement
U kunt nu doorgaan met de montage van het filterelement met deksel op het adapter
T-stuk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Oriënteer het filterelement zodanig dat de thermische sensor onderin geplaatst is, in
de richting van de warmtebron, haard / kachel.
+HW³ERYHQVWH´GHHOYDQGHHOHNWURGHLQYRHUHQLQGHRSHQLQJYDQGHDGDSWDWLH
leiding. Hiervoor moet het filterelement lichtjes naar onder gedraaid worden en de
punt van de elektrode moet in de opening gevoerd worden.
Houd het filterelement schuin en til het 5 tot 10 cm op met betrekking tot de adapter
T-stuk, en dit tot de stang met schroefdraad in aanraking komt met het bovenste
uiteinde van de opening van het adapter T-stuk.
Nu kunt U het filterelement naar beneden kippen, waardoor het onderste deel van
de elektrode in de opening springt, indien niet, kunt u met de hand lichtjes helpen.
Zorg dat het filterelement nog steeds afstand heeft tov het T-stuk.
Voor u het filterelement volledig op de aansluiting van het T-stuk plaatst, dient u met
een zaklamp te controleren, dat de elektrode op de juiste plaats zit en correct
georiënteerd is.
Als de oriëntatie correct is, kan het filterelement zodanig geplaatst en door het te
draaien passen de aansluitplaatjes over de aansluitboutjes.
De vleugelmoeren aandraaien.
Belangrijk: Zodra de haard /kachel geïnstalleerd is en het filterelement geplaatst werd,
moet de aarding van deze elementen gecontroleerd worden. De aarding moet verzekerd
zijn om de correcte werking en de veiligheid te handhaven. Als het RVS/inox kanaal van
de schouw rechtstreeks op de adapter T-stuk gekoppeld wordt, maakt deze ook deel uit
van het geheel.
18
Montage van GH³inbouw´ bedieningseenheid met de ventilator
Alvorens met de montage van de schouwmantel te beginnen moet de plaatsing van
de bedieningseenheid gepland worden, rekening houdend met bovenvernoemde
vereisten: belangrijk: de omgevingstemperatuur van de bedieningseenheid met het
ingebouwde bedieningspaneel mag niet hoger zijn dan 50°C.
Alvorens de inbouwdoos te plaatsen moet men de uitgang van de stroomkabel
bepalen: onderaan of achteraan.
(af fabriek bevindt zich deze doorvoer onderaan de inbouwdoos. Dit kan echter
eenvoudig gewijzigd worden door de doorvoernippel van positie te veranderen door
hem los te schroeven en op de juiste plaats te zetten.
Tijdens de plaatsing van de inbouwdoos is erop te letten dat de ventilator steeds
aan de bovenzijde zit en in richting van de aluflexbuis blaast.
De inbouwdoos statisch voldoende stevig inbouwen in de schouwmantel, maar
ervoor zorgen dat er voldoende vrije ruimte blijft voor de 2 aansluitingen (Ø 80mm)
boven en onderaan!
Belangrijk: zorg ervoor dat tijdens de montage geen vuil in de inbouwdoos terecht
komt. Zorg dat er geen vuil in de ventilator binnendringt. Sluit deze opening
eventueel als de opening aan de voorzijde af met plakband tijdens de constructie
van de schouwmantel.
Als het noodzakelijk is om openingen te boren in de inbouwdoos om ze te
bevestigen, moeten de elektronica en de kabel vooraf losgekoppeld en
weggenomen worden. Tijdens het boren moet u ervoor zorgen geen scherpe
randen na te laten. Voor de montage van het bedieningspaneel en de kabel moet u
al het boorvijlsel verwijderen. In de buurt van het bedieningspaneel mogen geen
schroeven gedraaid worden.
De plaatsing van de rand van de bedieningsdoos deze inbouwversie moet steeds
gelijk met het pleisterwerk geplaatst worden en niet op het metselwerk. Als de rand
te veel naar achter ligt, kan het bedieningspaneel niet ver genoeg naar achteren
schoven worden om correct vast te klikken in de vergrendelveren. Van het paneel.
Het paneel moet altijd zodanig geplaatst worden dat:
1. de bedieningseenheid gemonteerd en daarna gedemonteerd kan worden
(noodzakelijke ruimte vooraan: 40 cm).
2. de frontopening mag in geen geval naar beneden hellen.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
De elektrische aansluiting op het bedieningspaneel moet uitgevoerd worden door
een erkend elektricien.
In de mate van het mogelijke moet de elektrische aansluiting uitgevoerd worden met
2
een snoer (3x1 mm ). De schroefnippel die gebruikt wordt om de stroomkabel naar
binnen te leiden, biedt de mogelijkheid een beschermbuis te gebruiken voor de
aansluiting op de inbouwdoos.
De stroomkabel wordt doorheen het bedieningspaneel geleid met een
doorvoernippel. De kabel moet aan de binnenzijde van de inbouwdoos nog 50 cm
uitsteken gerekend vanaf dit doorvoerstuk. Daarna kan de doorvoernippel
vastgedraaid worden.
Zodra de stroomkabel werd bevestigd, kan de beschermbuis worden ingevoerd tot
ze vastklikt.
Belangrijk: de stroomkabel en dito beschermbuis mogen niet warmer worden dan
50°C.
19
Veiligheidsadvies: alvorens het netsnoer op de besturingsunit aan
te sluiten, vergewis u ervan dat er zeker geen spanning op staat.
Spanning
Installatie van de flexibele aluminium leiding voor de geleiding van de kabels en de
spoellucht
Zodra het bedieningspaneel en het filterelement geïnstalleerd zijn, kunt u de
flexibele, aluminium koker installeren.
Voor de installatie van de aluminium flexibele slang op het verbindingsstuk van het
paneel moeten de kabels (hoogspanning, signaal en aarding) of twee trekkabels
ingevoerd worden. De kabels of snoeren moeten ingevoerd worden ter hoogte
van het bedieningspaneel doorheen de twee openingen (Ø 12 mm) aan de
zijde van de vlakke ventilator.
Zodra de kabels of snoeren ingevoerd zijn, kan de aluflex bevestigd worden op de
aansluitkragen van het filterelement en de bedieningseenheid met klembanden.
Let op dat de kabels of snoeren zodanig bevestigd zijn, dat ze niet terug in de
aluflex kunnen glijden.
Belangrijke aanwijzing: De koker mag niet over een lengte van meer dan 2,75 m in
totaal aangebracht worden.
Aansluiting van de spoelluchtleiding
Zodra de inbouwdoos geïnstalleerd is, kunt u de flexibele aluflex monteren voor de
aanvoer van spoellucht op het onderste aansluitstuk van de inbouwdoos.
De aluflex met een klemband bevestigen.
De onderste aluflex wordt aan de schouwmantel aangesloten en verbonden me de
opstellingsruimte, waaruit hij de noodzakelijke spoellucht trekt.
Worden deze slangen door verschillende bouwlage geleid, moeten de
brandveiligheidsvoorschriften geraadpleegd worden.
Aansluitingen rechtstreeks aan de buitenlucht moeten vermeden worden. Deze
lucht kan condensvorming op de printplaat veroorzaken. U moet ervoor zorgen dat
de luchtstroom geen condens kan vormen op het bedieningspaneel of in de
inbouwunit.
Plaatsing van de schouwmantel:
Zie de instructies van de fabrikant.
Zodra het adapter T-stuk, het filterelement en de bedieningseenheid geïnstalleerd
zijn en na de montage van de flexibele aluminium buis conform aan onze vereisten
kunt u de schouw- en kachelmantel plaatsen en afwerken.
Belangrijk: De aansluiting van het T-stuk moet een thermische isolatie omvatten
conform aan onze voorschriften.
Belangrijk: Het filterelement moet voor een demontage moeten steeds toegankelijk
zijn, zelfs na de plaatsing van de mantel (zie de documentatie, controle opening 30
x 30 cm).
De mantel ter hoogte van het filterelement moeten zodanig geplaatst worden dat de
gebruikstemperatuur van het filterelement niet hoger is dan 120°C.
U kunt de mantel normaal gezien plaatsen zoals voorzien.
20
8.2 Elektrische aansluitingen van de Zumik®on
/HHVGLWKRRIGVWXNDDQGDFKWLJ³YRRUGHHHUVWHLQJHEUXLNQHPLQJ´
Belangrijke aanwijzingen!
De werkzaamheden beschreven in dit document moeten uitgevoerd worden door
gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel!
De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden zonder aarding! Indien er
geen aarding aanwezig is of indien de aarding onderbroken is, kan de
bedieningseenheid beschadigd worden. Bovendien is er in dat geval geen
bescherming door de aardlekschakelaar.
De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden als de hoogspanningskabel niet
ingeschakeld is! Hierdoor wordt de hoogspanning niet afgevoerd en dit kan de
hoogspanningstransformator en de elektronische schakeling ernstig beschadigen.
Indien extra openingen noodzakelijk zijn voor de bevestiging van de inbouwdoos
moet u eerst de elektrische bedieningsapparatuur en de kabels uit de doos
verwijderen. Tijdens het boren moet u ervoor zorgen geen scherpe randen na te
laten.
U moet er ook op letten geen metalen vijlsel, en vuil cq plaaster achter te laten in de
inbouwdoos.
Geen bijkomende schroeven in het bedieningspaneel.
8.2.1
Elektrische aansluitingen van de bedieningseenheid
Index (a) geldt uitsluitend voor de Zumik®on in de³LQERXZversie´; index (b) voor de
FRPSDFWH³opbouwversie´. De onderstaande afbeeldingen geven de elektrische
aansluitingen weer van deze beide versies:
1)
Bedieningspaneel. Indien openingen noodzakelijk zijn voor de bevestiging van de
bedieningseenheid moet u eerst de elektrische bedieningsapparatuur en de kabels
uit de inbouwdoos verwijderen.
Tijdens het boren moet u ervoor zorgen geen scherpe randen na te laten. Voor de
montage van het elektrische bedieningspaneel en de kabel moet u al het vijlsel
verwijderen.
2a) Aluflexslang. Via deze slang wordt de spoellucht van de ventilator, de
hoogspanning- en signaalkabel en de aarding van de bedieneenheid naar het
filterelement geleid.
2b) Gevlochten mantel. De hoogspanning- en signaalkabels net als de aardingskabel
worden door deze gevlochten koker gevoerd. De spoellucht ventilator bevindt zich in
het filterelement.
3a) De stroomkabel invoeren. De kabel kan ook via de onderzijde van het paneel
ingevoerd worden.
3b) De stroomkabel invoeren.
21
4)
Aansluiting van de aardingskabel en de aarding van het bedieningspaneel via een
kabelschoen.
$IEHHOGLQJ³LQERXZversie´LQGH[D
5) Sluit de hoogspanningskabel aan op de
hoogspanningstransformator en bevestig de
rubberen beveiliging stevig.
Voor een probleemloze werking van de
aansluiting moeten de aangegeven
afmetingen van de hoogspanningsconnector
(+/- 1 mm) gerespecteerd worden.
Opgelet! De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden als de
hoogspanningskabel niet aangesloten is! Hierdoor wordt de hoogspanning niet
afgevoerd en dit kan de hoogspanning transformator en de elektronische
schakeling ernstig beschadigen.
22
$IEHHOGLQJ³opbouwversie´LQGH[E
2
6a) Het 230VAC elektrisch snoer moet aangesloten zijn (snoer, min. 3x0.75mm ). Bruin
(fase) op klem 3, lichtblauw (neutrale draad) op klem 4, groen-geel (aarding) in een
geleider op klem 5. Gebruik een meeraderige stroomkabel!
6b) Het 230VAC netsnoer met een lengte van 3 m maakt deel uit van de levering.
Opgelet! De bedieningseenheid mag niet gebruikt worden zonder aarding! Indien er
geen aarding aanwezig is of indien de aarding onderbroken is, kan de
bedieningseenheid beschadigd worden. Bovendien is er in dat geval geen
bescherming door aardlekschakelaar.
7)
100 mA zekering, vertraagde actie, 5 x 20 mm.
8a) Aansluiting van de ventilatorkabel: verstrengel eerst de twee draden in elkaar (15 tot
20 maal)! Zwart (-) op klem 1, rood (+) op klem 2.
8b) De ventilator bevindt zich in het filterelement. In dit geval wordt een 4 aderige
signaalkabel gebruikt om de voeding van de ventilator via deze kabel te geleiden.
Groene draad op klem 1 en gele draad op klem 2.
9)
Signaalkabel. Zwart (afscherming) en bruin met verbinding met M4-schroef of samen
met een kabelschoen op het paneel. Wit op klem 4, kabelbrug tussen klem 3+4.
10) In de bedieningseenheid moet de ventilator zodanig gemonteerd worden, dat de
lucht in de aluflex slang geblazen wordt (de pijl op de ventilator moet naar buiten
gericht zijn). Door twee geboorde openingen worden de kabels naar buiten geleid en
in de aluflex slang gevoerd. Ten slotte wordt de aluflexslang op de aansluitkraag
aangesloten met een klemband.
Opgelet! De luchtaanzuigopening bevindt zich op de tegenoverstelde zijde van de
inbouwdoos en moet vrij blijven!
23
8.2.2. Elektrische aansluitingen van het filterelement
1)
Filterelement.
2)
Aansluiting van de aarding via een kabelschoen zoals in de afbeelding.
3)
Sluit de hoogspanningskabel aan op de metalen draadstang. De connector erop
drukken, niet draaien! Let er op dat het contact grijpt op meerdere
draadomwentelingen.
4)
De elektrode monteren tussen beide drukringen. Het los draaien van de
bevestigingschroef geeft de isolator vrij, waaraan de elektrode bevestigd is aan het
andere uiteinde en door het verschuiven van de isolator kan de elektrode exact in
het midden van het rookkanaal geplaatst kan worden.
5)
De signaalkabels op de thermische sensor aansluiten (Pt 100) (inschakeltemperatuur
tussen 45 en 50 graden). Bruin op bruin, wit op wit. Het is ook mogelijk de
partikelfilter aan te schakelen via een signaal van de haardbesturing. In dit geval is
een interface noodzakelijk (zie hoofdstuk 11) dat tussen de haardbesturing en de
partikelfilter geplaatst wordt.
6)
De kap met de aluflex slang bevestigen op de filter. Opgelet! De slang mag niet
gekneld raken.
In de versie met ventilator in de filter moet de elektrische voeding van de ventilator
aangesloten worden via een tweepolig kroonsteentje (1). De ventilator werkt enkel als de
+ en ± correct aangesloten zijn! Rekening houden met de richting van de luchtstroom. De
ventilator moet buitenlucht aanzuigen.
9.
-
-
Eerste ingebruikneming
Werden alle aansluitingen correct uitgevoerd?
Is de elektrode gemonteerd en bevindt ze zich in het midden van het
rookgaskanaal?
De hoofdschakelaar inschakelen. De eerste groene LED indicator moet branden. Zo
niet is er geen netspanning (230V) of de zekering is defect. De installatie is nu klaar
voor gebruik.
De Haard of kachel aansteken.
24
-
Wanneer de ontstekingstemperatuur van de filter bereikt is, schakelt de bediening
eerst de ventilator aan en na 30 seconden de hoogspanning. De vier groene LED
indicatoren moeten nu branden.
Men bevindt zich dikwijls in een situatie dat men ter plaatse na de installatie van de
partikelfilter geen vuur kan maken. Om toch een operationele test te kunnen
uitvoeren, gaat u als volgt te werk:
Het deksel van het filterelement verwijderen. Een van de aansluitingen op de Pt100
temperatuursensor losmaken. De bedieningseenheid schakelt de ventilator in en 30
seconden later de hoogspanning. Na de operationele test moet de verbinding met
de thermische sensor opnieuw hersteld worden!
-
-
-
-
10.
Indien spanningsoverslagen optreden tijdens de aanmaakfase (de tweede rode LED
indicator licht kort op) kan dit veroorzaakt worden door vochtige rookgassen. Zodra
de haard of de kachel hun bedrijfstemperatuur hebben bereikt, zijn de rookgassen
normaal gezien droog en zal er geen doorslag meer optreden.
De bedieningsapparatuur wordt beschermd tegen permanente kortsluitingen. Dit
mag geen schade veroorzaken aan de partikelfilter. De hoogspanning schakelt
steeds uit als de tweede rode LED indicator ingeschakeld is. Dit veroorzaakt een
minder efficiënte werking van de filter.
Als de tweede rode LED indicator blijft branden tijdens een lange periode kunnen
andere elementen verantwoordelijk zijn voor de doorslagen. In dat geval gaat u als
volgt te werk:
Bepalen waar de doorslag zich situeert. In het bijzonder, de hoogspanningstekker
controleren in het filterelement en de verbinding van de isolator. Indien op deze
doorslag optreedt, moeten de aansluiting en/of de isolator gewoonlijk vervangen
worden omdat een doorslag gewoonlijk een geleidend spoor inbrandt.
Als de overslagen zich voordoen in het rookkanaal kan dit gewoonlijk opgelost
worden door de elektrode opnieuw correct te oriënteren of een nieuwe, kortere
elektrode te installeren.
:DWGRHQDOV«"
Hoorbare ontladingen of gekraak ter hoogte van de filter kan de volgende oorzaken
hebben.
1.
Ontladingen veroorzaakt door vochtige rookgassen kunnen zich voordoen in de
ontstekingsfase en verdwijnen normaal gezien zodra hogere rookgastemperaturen
bereikt worden.
2.
Uiterst vuile filter. De filter schoonmaken. In het bijzonder ter hoogte van de isolator.
3.
De elektrode bevindt zich niet in het midden van het rookkanaal. De elektrode
opnieuw in de correcte positie plaatsen. Voor diameters van het adapter T-stuk van
130 tot 180 mm kan het elektrische veld een trilling van de elektrode veroorzaken
ter hoogte van het uiteinde ervan en ontladingen veroorzaken. In dat geval dient
men de elektrode in te korten. Hiervoor moet de elektrode in het midden
doorgeknipt worden en beide delen moeten verschoven ten opzichte van elkaar
terugplaatsen.
25
4.
De koppelingsstekker van de hoogspanningskabel is niet correct geplaatst in het
rubberen omhulsel van de hoogspanningskabel. Als de hoogspanningskabel
aangesloten is op, of losgekoppeld werd van de filter, is het mogelijk dat deze
stekker zich uit de originele positie verplaatst. Bij verder gebruik van de filter kan dit
leiden tot overslagen op de bedieningsunit, op de signaalkabels of op de
aardingsleiding. De afstand tussen het uiteinde van de rubberen beveiliging en de
koppeling moet een diepte hebben van ca. 25 mm. Gebruik een nr. 3
schroevendraaier of een balpen om deze afstand te meten, door deze erin te
steken.
5.
De signaalkabel moet na het aansluiten van de thermische sensor met een
kabelbinder bevestigd worden aan de aardingsleiding en aan de temperatuursensor
aansluiting op de temperatuursensor. Als de signaalkabel niet bevestigd is, kan
deze te dicht bij de aansluitingen de hoogspanningskabel komen en hierdoor
kunnen storingspanningen (geknister) overgedragen worden via het elektrisch veld.
Verbrande zekering, geen groene LED indicator ingeschakeld. In dit geval bestaan
er twee mogelijkheden:
1. Dit kan door spanningspieken soms plaatsvinden tijdens het in- of uitschakelen.
Nadat de zekering vervangen wordt, werkt de bedieningsapparatuur opnieuw zonder
problemen.
2. Dit kan veroorzaakt worden door een overspanning te wijten aan defecte
onderdelen. In dit geval zal de zekering opnieuw springen onmiddellijk na
vervanging. Een van onze partners inlichten.
De netschakelaar uitschakelen alvorens u het bedieningspaneel opent!
8LWVOXLWHQG³P$]HNHULQJHQPHWYHUWUDDJGHZHUNLQJ´PRJHQJHPRQWHHUG
worden.
Het systeem reageert niet meer. Bepaalde groene en/of rode LED indicatoren
blijven permanent branden. Het systeem reageert niet meer op de temperatuur van
het rookgas.
Storing in het programmaverloop. Het bedieningspaneel uitschakelen en opnieuw
inschakelen na 10 seconden. Als het systeem nog steeds niet reageert, moet het
vervangen worden door een van onze partners.
26
11. Interface
Het systeem kan ook geactiveerd worden zonder de Pt 100 (thermische sensor). Dit kan,
bijvoorbeeld noodzakelijk zijn wanneer de ontstekingstemperatuur van de filter niet
bereikt wordt of pas na een zeer lange duur. Het systeem wordt dan geactiveerd via een
interfacerelais dat, bijvoorbeeld in parallel verbonden is met de primaire luchtventilator
van de haard.
Dit type aansluiting is echter geval per geval specifiek afhankelijk van de situatie en
vereist een voorafgaande verduidelijking van de fabrikant van de haard of kachel.
Voor meer informatie over de aansluiting van de interface, zie bijlage.
+HWV\VWHHPNDQRRNRSDDQYUDDJJHDFWLYHHUGZRUGHQPHWGH³6WDUW´WRHWVRSKHW
bedieningspaneel vooraan. De procedure kan ook onmiddellijk gelanceerd worden,
onafhankelijk van de rookgastemperatuur. Indien, na ongeveer 15 minuten (instelbare
tijdsduur), de ontstekingstemperatuur niet bereikt is ter hoogte van de temperatuursensor
schakelt de bediening opnieuw uit. Als u kiest voor deze versie moet dit bij de bestelling
worden gepreciseerd.
%HGLHQLQJPHW³6WDUW´WRHWV
12. Acceptatie- en ingebruiknemingsprotocol
- De ingebruikneming moet plaatsvinden op basis van de aanwijzingen in hoofdstuk 9.
- De klant moet ingelicht worden over het gebruik en de werking van de installatie.
- De overeenstemmende documenten moeten ingediend worden.
- De schoorsteenveger moet ingelicht worden.
- Het acceptatie- en ingebruiknemingsprotocol moet volledig ingevuld worden en
onmiddellijk teruggezonden naar saubereluft GmbH. (Uitsluitend voor Zwitserland).
Het nr. van de fabriek (PABx xxx) bevindt zich op het typeplaatje en op het
verificatieprotocol (in de verpakking van de bedieningseenheid).
27
13. Reiniging
Spanning
U moet de schoorsteenveger op de hoogte brengen dat een
ZUMIK®ON filter geïnstalleerd werd in het rookkanaal voordat de
schoorsteen de eerste maal geveegd wordt. De schoorsteenveger
moet bovendien op de hoogte gebracht worden over de
veiligheidsinstructies.
Reiniging en onderhoud: De roetneerslag moet regelmatig schoongemaakt worden in het
filterelement en in het rookkanaal. Het reinigingsinterval hangt af van de stookintensiteit
en het aantal stookuren. Indien deze reiniging verwaarloosd wordt, kan zich vuil ophopen
ter filterelement. Dit kan gevolgen hebben op de filterwerking van de ZUMIK®ON. Het
bedieningspaneel detecteert de vonkoverslagen en geeft deze aan met een rode LED
indicator op de bedieningsplaat en door de foutmelding ³7HKRJHLRQLVDWLHVWURRP´0HHU
informatie op pagina 6)
De ZUMIK®ON filter MOET eerst gedemonteerd worden voor het rookkanaal
schoongemaakt wordt en het veegdeksel moet gemonteerd zijn. Loskoppelen van het
elektriciteitsnet voor de demontage. De afzettingen op het filterelement uitsluitend
schoonmaken met een stofzuiger of een zachte borstel. Na het schoonmaken, de
ZUMIK®ON opnieuw monteren en het elektriciteitsnet opnieuw inschakelen. Zorg ervoor
dat de elektrode (fijne draad) niet geklemd raakt of afbreekt tijdens het demonteren en
het opnieuw plaatsen van het filterelement.
Reinigingintervallen (ter informatie):
- voor houthaarden en ±kachels in een woonkamer: normale reingingsinterval van 1 tot 2
maal per jaar.
- voor verwarmingsketels in de kelder (met pellets of houtblokken): reinigingsinterval van
2 tot 4 maal per jaar.
14. Reparaties
Behalve het vervangen van de elektrode, de isolator of de zekering kunnen er geen
herstellingen ter plaatse worden uitgevoerd. Om deze reparaties uit te voeren, dient men
over de nodige meetapparatuur en sensoren te beschikken (om de hoogspanning te
meten) in combinatie met een diepgaande kennis van de schakeltechnologie.
Indien zich problemen voordoen, moet u uw installateur raadplegen.
28
Bijlage I
Aansluiting van de interface met multifunctioneel relais Comat CM3
Montage en aansluiting van de interface in parallel
PHWGH³SULPDLUHOXFKW YHQWLODWRU´
De interface wordt voorbereid met
steekverbindingen en kan ook achteraf nog in de
bedieningunit worden ingebouwd. Enkel de
aansluiting op de primaire luchtventilator moet
nog gemaakt worden.
Interface met multifunctioneel relais
Na de plaatsing activeert dit systeem de ventilator en de hoogspanning zodra de
primaire luchtventilator, bijvoorbeeld van een pelletkachel, ingeschakeld wordt en
schakelt het systeem uit als de primaire luchtventilator uitgeschakeld wordt. De
bedieningseenheid schakelt uit behalve als de temperatuur van de rookgassen nog
hoger is dan 45°.
De interface op de stand³Opstartvertraging´zetten. Schakel hiervoor de
functiedraaiknop in de stand E stand (pijl naar E gericht). (Andere fabrikanten
kunnen andere aanwijzingen gebruiken)
De tijdsvertraging instellen: draai de middelste draaischakelaar op 0,6 s. De
onderste draaischakelaar op 0,5 s. instellen
A1 + A2 worden in parallel aangesloten op de primaire luchtventilator.
Opgelet!
7RHJHODWHQVSDQQLQJVEHUHLN$$9$&'&««9$&'&
De aansluiting wordt uitgevoerd met een geleverde 2-polige kabel. De kabel wordt naar
buiten geleid via de doorvoer van de stroomkabel. Naargelang de situatie wordt de
aansluiting uitgevoerd rechtstreeks op de primaire luchtventilator van de haard of kachel
(fase en neutrale draad) of parallel op de aanwezige aansluitklemmen.
De 4-polige groene steekverbinding (temperatuursensor / ventilator) loskoppelen
van de printplaat en aansluiten op de 4-polige steekverbinding op de interface. Nu
de 4-polige steekverbinding van de interface met de stuurprintplaat verbinden.
De interface bevestigen met een zelfklevende velcro-band in de
bedieningsinbouwdoos, om te vermijden dat de signaalkabel van de
temperatuursensor onnodig verlengd wordt. Dit om het risico op stoorinvloeden via
deze verlengde kabel te reduceren.
29
Montage en aansluiting van de interface met
GH³6WDUW´WRHWV. Preciseer bij de bestelling of u
voor deze optie kiest.
%HGLHQLQJPHW³6WDUW´WRHWV
De besturing wordt geVWDUWPHWGHRSWLRQHOH³6WDUW´WRHWVRSGHfrontplaat en blijft actief
gedurende ca. 10 tot 15 minuten. Tijdens deze periode moet de temperatuur van het
rookgassen in het adapter T-stuk minimum de noodzakelijke waarden bereiken voor
het bedieningspaneel kan overnemen en automatisch temperatuursgestuurd verder
zal functioneren en uitschakelen.
De oude frontplaat vervangen. De frontplaat monteren met een bijkomende tiptoets.
De aansluitkabel van de start toets kunnen doorheen de vrije boring gevoerd
worden die zich naast de vijfpolige steekverbinding bevindt.
De interface op stand ³ZLVVHQG´SODDWVHQ: schakel hiervoor de functiedraaiknop in
de K/W stand (pijl naar K/W gericht). (Andere fabrikanten kunnen andere
aanwijzingen gebruiken)
De tijdsduur instellen: schakel de centrale draaischakelaar op 60 m en de onderste
draaischakelaar op 1,5 (ca. 15 min).
A1 + A2 worden parallel op de voeding van het bedieningspaneel aangesloten. Hiervoor
moet de groene vijfpolige aansluiting met voeding loskoppelen van de bedieningsunit en
opnieuw aansluiten op de vijfpolige aansluiting van de interface. Nu de 5-polige van de
interface aansluiten op de printplaat van de bedieningseenheid. De Start toets als volgt
aansluiten: een verbinding tot stand brengen met de fase aansluiting (bruin) op de
vijfpolige steekverbinding en de tweede aansluiting op de B1 van de interface.
De 4polige groene steekverbinding (temperatuursensor / ventilator) verwijderen van
de printplaat en opnieuw aansluiten op de 4-polige aansluiting van de interface. Nu
deze 4-polige aansluiting van de interface op de printplaat van de bedieningsunit
aansluiten.
De interface bevestigen met een zelfklevende velcro-band in de
bedieningsinbouwdoos, om te vermijden dat de signaalkabel van de
temperatuursensor onnodig verlengd wordt. Dit om het risico op stoorinvloeden via
deze verlengde kabel te reduceren.
Opmerking!
Uit veiligheidsoverwegingen hebben we het elektrisch circuit van de temperatuurvoeler zo
geconstrueerd, dat in geval van kabelbreuk de bedieningunit toch blijft functioneren.
30
Werking:
Wordt de interface geactiveerd, wordt eer een contactschakelaar geactiveerd, die
aansluiting 15 met 18 (rode LED indicator knippert)verbindt. Hierdoor wordt de
WHPSHUDWXXUVHQVRUORVJHNRSSHOGYDQGHEHGLHQLQJVXQLWHQ³]ZHHIW´DOVKHWZDUH. De
bedieningseenheid schakelt de ventilator en de hoogspanning in. Als de interface niet
actief is, verbindt de contactschakelaar aansluiting 15 met 16. De temperatuursensor is
opnieuw verbonden met pool 4. Zolang de temperatuur in het rookkanaal nog steeds
hoger is dan ca. 45°C blijft de bedieningsunit functioneren tot het uitschakelpunt bereikt
wordt.
Technische achtergrond:
Met de interfaceschakelaar kan de bedieningseenheid ingeschakeld worden (vanuit de
³VWDQG-E\´SRVLWLH) zonder dat de temperatuur van de rookgassen 45°C bereikt heeft.
Om aan de verschillende vereisten te voldoenZRUGWHHQ³PXOWLIXQFWLRQHeOUHODLV´JHEUXLNW
van het Comat CM3 type. Dit betekent dat de functie geselecteerd kan worden met een
draaischakelaar, bijvoorbeeld: inschakelvertraging, uitschakelvertraging, wissend of als
knipperrelais. Het schakelcontact in het relais biedt de mogelijkheid om polen 15,16 en
18 toe te wijzen. Als het relais ingeschakeld is, hebben contacten 15 en 18 een
verbinding. In het tegenovergestelde geval zijn dit contacten 15 en 16.Het
spanningsbereik van dit relais bedraagt: Voor de Comat CM3: 24VAC/DC ± 240VAC/DC
(AC = wisselstroom, DC = gelijkstroom).
A1 + A2 zijn de aansluitingen voor de voedingspanning, bijvoorbeeld fase op A1 en
neutrale draad op A2 of +24V op A1 en GND op A2. Dit biedt de mogelijkheid voor een
parallelle aansluiting op ventilator 230VAC of een relaisspoel of een API 24VDC uitgang.
B1 is het stuurcontact, dat echter niet steeds nodig is. Bijvoorbeeld: inschakelvertraging.
Zodra de voedingspanning aanligt wordt, begint de gedefinieerde vertraging. Na het
verstrijken van de toegewezen tijdsduur schakelt de contactschakelaar in. B1 is dus niet
noodzakelijk.
Bijvoorbeeld: uitschakelvertraging. In dit geval moet het relais geïnformeerd blijven van
het beginpunt van de vertraging van de uitschakeling. B1 is dus noodzakelijk. Er is een
rode LED indicator aanwezig voor de controle. Als de rode LED indicator knippert,
betekent dit dat de voedingsspanning aanligt, dat het relais geactiveerd is en dat de
geprogrammeerde tijdsduur gestart is. Als de rode LED indicator permanent ingeschakeld
is, betekent dit dat de schakelaar geactiveerd is (aansluiting 15 met 18).
December 08 / JUS
31
Bijlage II
Technische gegevens ZUMIK
ON
Netspanning
Verbruik in waakstand
Verbruik tijdens werking
Zekering (op de printplaat van de
bedieningseenheid)
230 VAC
3Watt
< 9Watt
100 mA, vertraagde actie, 5 x 20 mm.
Rookgastemperatuur ter hoogte van het
filterelement
Rookgastemperatuur ter hoogte van het
filterelement
Inschakeltemperatuur (standaard)
max. 400 C (met standaard isolator)
Uitschakeltemperatuur (standaard)
35 C
Max. operationele temperatuur van het
bedieningspaneel
Max. operationele temperatuur voor het
filterelement
Max. operationele temperatuur voor het
filterelement
50 C
Korte elektrode
Lange elektrode
150 ± 200mm
250 ± 300mm
max. 600 C (met keramische isolator)
45 C
120 C (inbouwversie)
50 C (opbouwversie)
32
%LMODJH,,,0RQWDJHVFKHPD¶V
Zumik®on
Montagevoorschrift
Inbouwversie - Vertakkingschema
Filterzone
Schoorsteenkanaal
Filterelement
Operationele temperatuur
Max. 120°C
Elektrode
0,3 x 300mm
Controledeur
Min. 300x300mm
Metalen
aansluitkanaal
rookgasklep
Haard/kachel
Beschermingskoker voor de
elektrische kabel
Aluflex
Aluflex leiding
leiding diam.
diam.80mm
80mmlengte.
lengte. Max.
Max. 2750mm
2750mm
lengte
lengte met
met zwakke
zwakke
turbulentie
turbulentie
Min.
Min. 22 xx diam
diam kanaal
kanaal
Kamerhoogte 2400m
Adapter T-stuk
33
Hoogspanningskabel met aarding
Signaalkabel (sensor)
Spoellucht 3-5 m3/h
Bediening in ingebouwd paneel
Max. operationele temperatuur
40°C (50°C kortstondig)
Rooster met lamellen voor
buiten- of omgevingslucht
Compacte versie
Zumik®on
Op pelletstookinstallatie
Zumikron
Compacteversie - opbouwversie
Filterzone
Kabelbundel in een
gevlochten koker
Bedieningseenheid in opbouwdoos.
(max. operationele T° 40°C/50°C
Van korte duur)
min. 1x diam.
van het kanaal
min. 1x diam.
van het kanaal
Trekonderbreker
3-polige
kabel
Reinigingsluik
230V stopcontact
34
Zumik®on
Montagevoorschrift
Inbouwversie ± Gepleisterde wand
Bedieningseenheid
Steun
Pleister
Reflectieplaat
Inbouwlijst van de
bedieningseenheid
Plaat voorzijde
35
Zumik®on
Montagevoorschrift
Inbouwversie ± Minimum afstanden ten opzichte van de filter
Controlevenster
min. 300x300mm
Diam. kanaal
Vrije ruimte
36
Zumik®on
Montagevoorschrift
Inbouwversie ± Montageafstand isolator/elektrode
elektrode
(~150mm)
elektrode
(~150mm)
elektrode
(~150mm)
elektrode
(~280mm)
elektrode
(~280mm)
37
Bijlage IV Afmetingen
Zumik®on
Inbouwversie
Adapter T-stuk Ø 300
Adapter T-stuk Ø 250
Filterelement
Adapter T-stuk Ø 200
Adapter T-stuk Ø 180
Steun elektrode
Adapter T-stuk Ø 150
Kap
elektrode Ø 0,3mm
(L-200-300mm)
Sensor
Plaat met
bedieningspaneel
LED operationele status
In/uit schakelaar
Spoellucht kanaal
Bedieningseenheid
230V aansluiting bovenin
of onderin
Kabeldoortocht (hoogspanning
en bedieningskabel
Inbouwdoos
bedieningseenheid
38
Compacte versie ± ³RSERXZYHUVLH´
Zumik®on
Adapter T-stuk Ø 200
Adapter T-stuk Ø 180
Filterelement
Adapter T-stuk Ø 150
Kap
Kabelbundel (bediening
hoogspanning en
aarding Ø +/-15 mm.
Steun elektrode
Elektrode Ø 0,3mm
(L-200-300mm)
Sensor
Plaat met bedieningspaneel
LED operationele status
Bedieningseenheid
Aan/uit schakelaar
Bedieningseenheid
Kabelbundel (bediening, hoogspanning
en aarding Ø +/-15 mm.
Stroomkabel 230V
39
Compacte versie ± ³LQERXZYHUVLH´
Zumik®on
Adapter T-stuk Ø 200
Adapter T-stuk Ø 180
Filterelement
Adapter T-stuk Ø 150
Kap
Kabelbundel (bediening
hoogspanning en
aarding Ø +/- 15 mm.
Steun elektrode
Sensor
Elektrode Ø 0,3mm
(L-200-300mm)
Plaat met
bedieningspaneel
LED operationele status
Bedieningseenheid
In/uit schakelaar
Bedieningseenheid
Kabelbundel (bediening, hoogspanning
en aarding Ø +/- 15 mm.
Stroomkabel 230V
40
Bijlage V : Conformiteitsverklaring
41
Opmerkingen
42
www.ruegg-cheminee.com
2ÍEGG#HEMIN½E!'
Schwäntenmos 4
8126 Zumikon
Schweiz
Tel. +41 (0)44 919 82 82
Fax +41 (0)44 919 82 90
[email protected]
2ÍEGG#HEMIN½ES3!3
Z.I.Sud - B.P. 70031
Rue de l’Industrie
67161 Wissembourg Cedex
France
Tel. +33 (0)3 88 54 10 60
Fax +33 (0)3 88 54 23 05
[email protected]
89.90.00260/01.09
Deutschland/Österreich
2ÍEGG+AMINE'MB(
Biergasse 7
4616 Weisskirchen
Österreich
Tel. +43 (0)7243 56946
Fax +43 (0)7243 56946 10