Bewonersbrief Aan bewoners/eígenaren Vuursteen en Vuistbijl Van Raad van advies WE lnformatie aanleg tram boog 24 februari 2Ot4 Betreft Datum ln vervolg op de vorige brief ontvangt u hierbij informatie over de huidige stand van zaken. Werkzaamheden Met Fundus, gedelegeerd opdrachtgever namens stadsgewest Haaglanden, is tweemaal overleg gevoerd over de wijze waarop de werkzaamheden plaatsvinden. Op aangeven van de raad van advies zijn de hekwerken dusdanig geplaatst/verplaatst dat de woningen goed toegankelijk zijn. Eventuele klachten kunnen bij de huismeester worden gemeld. De WE/Raad van Advies zal aan de hand hiervan contact opnemen met Fundus. Bouwkundige opname ln de vorige bewonersbrief is melding gemaakt van de bouwkundige opname uit te voeren door de Hanselman groep. Doel hiervan is het opnemen van reeds bestaande bouwkundige beschadigingen aan het pand. Tijdens overleg met Fundus heeft de raad van advies aangegeven dat de bouwkundige opname alle eigenaren direct of indirect betreft. Om deze reden is de WE het aanspreekpunt voor deze opname en niet de individuele eigenaren. WE en Fundus hebben hierop volgend afspraken gemaakt over bouwkundige opname van diverse woningen en de parkeergarage. Fundus heeft toegezegd een trillinglogger te zullen installeren om schadelijke trillingen veroorzaakt door bouwwerkzaamheden tijdig te kunnen signaleren zodat hiertegen maatregelen genomen kunnen worden. Vandaag, 24februari, is bij enkele woningen door Hanselman groep een nulmeting gedaan. De nulmeting in de parkeergarage was reeds uitgevoerd. Juridische mogelijkheden Afgelopen vrijdag is overleg geweest met mr. W. J. Bosma en mr. M. Timmer, advocaten bij Van der Feltz advocaten in Den Haag. Dit naar aanleiding van onderzoek dat door hem was uitgevoerd aan de hand van geleverde informatie. Dit advocatenkantoor is gespecialiseerd in bestuurs- en omgevingsrecht. Kort samengevat staan aan ons de volgende opties open, die hieronder nader worden uitgelegd: - Tegen het bestemmingsplan en de aanlegvergunning kunnen we niet meer opkomen, die zijn onherroepelijk; - Met een kort geding kunnen we de rechter verzoeken om te bepalen dat de gemeente Den Haag de werkzaamheden staakt en/of laat staken, totdat het volgens de Wet geluidhinder voorgeschreven akoestisch onderzoek is uitgevoerd en er, afhankelijk van de uitkomsten van dat onderzoek, hogere waarden voor de geluidbelasting worden vastgesteld, als gevel- en/of bronmaatregelen ter beperking van de geluidbelasting niet mogelijk blijken zijn; - We kunnen bezwaar maken tegen de ontheffing om 's avonds door te gaan met werkzaamheden en bij de bestuursrechter verzoeken om een voorlopige voorziening om deze werkzaamheden gelijk te verbieden; ' 7o hebben we een pressiemiddel om mogelijk met de gemeente in een overleg tot overeenstemming te komen. De Wet geluidhinder verplicht tot het doen van akoestisch onderzoek bij de aanleg van trambanen. Dit onderzoek is, voor zover bekend, niet gedaan bij de vaststelling van het bestemmingsplan 'Ypenburg' uit 20L3 en evenmin voordat met de aanleg van de verbindingsboog is begonnen. Daarmee lijkt de gemeente niet aan zijn plicht op grond van artikel 79 Wet geluidhinder te hebben voldaan. Van der Feltz acht de kans aanwezig dat met een kort geding bij de burgerlijke rechter afgedwongen kan worden dat alsnog een akoestisch onderzoek wordt uitgevoerd en in die tijd geen aanlegwerkzaamheden kunnen plaatsvinden, hoewel het zeker geen gewonnen zaak is. Verder is op 30 januari 2014 een ontheffing van de Algemene plaatselijke verordening (APV) verleend aan de aannemer om, gedurende de periode 10 februaritot en met 25 maart 2OL4,'s nachts door te gaan met de werkzaamheden. Zie hiervoor: http://www.denhaae.nllhome/bewoners/actueel/eemeenteberichten/to/Vuursteen.htm. Tegen deze ontheffing kan bezwaar worden gemaakt, gedurende een periode van 6 weken. Daarnaast kan bij de bestuursrechter een voorlopige voorziening worden gevraagd tegen deze ontheffing; daarvoor is noodzakelijk dat ook bezwaar wordt gemaakt. lndien bezwaar wordt gemaakt tegen deze ontheffing, lijkt het noodzakelijk om ook een voorlopige voorziening te vragen, gezien de beperkte periode waarin de ontheffing van kracht is. Beide sporen zullen niet (kunnen) voorkomen dat de trambaan uiteindelijk aangelegd wordt. Daarbij wij tegen het bestemmingsplan zelf en de aanlegvergunning waarmee de verbindingsboog mogelijk wordt gemaakt, niet meer kunnen opkomen. Die zijn onherroepelijk, omdat de bezwaartermijnen zijn verstreken. Daarmee is het in feite een vaststaand gegeven dat de tramboog kan worden aangelegd. De hierboven beschreven twee opties bieden echter een kans om toch niet helemaal voor een voldongen feit te komen te staan, omdat de gemeente Den Haag hiermee in een positie kan worden gemanouvreerd om alsnog in overleg met ons te gaan over onze is ook van belang, dat wensen. Wanneer de (civielrechtelijke) vordering in kort geding zal worden toegewezen , zal er niet verder kunnen worden gegaan met de werkzaamheden. Wanneer het (bestuursrechtelijke) verzoek om voorlopige voorziening wordt toegewezen , zal er's nacht niet kunnen worden doorgegaan met de werkzaamheden. ln beide gevallen ontstaat er vertraging (en dus schade voor de gemeente in verband met afspraken met de aannemer etc.), terwijl de gemeente grote haast zegt te maken. Vertraging lijkt dus zeer ongewenst voor de gemeente. Wanneer wij die vertraging zouden kunnen veroorzaken, zouden wij een onderhandelingspositie kunnen krijgen. Nu hebben wij die niet. Beide procedures bijten elkaar in principe niet. Wel is het zo, dat wanneer de civiele rechter in kort geding eerder zou oordelen dan de bestuursrechter in de procedure naar aanleiding van het verzoek om voorlopige voorziening, en de civiele rechter de vordering toewijst, waardoor de gemeente Den Haag de werkzaamheden moet (laten) staken, het voor de hand ligt dat de bestuursrechter het verzoek om voorlopige voorziening zal afwijzen. Daarbij bestaat dan immers geen belang meer, omdat de werkzaamheden toch al niet meer mogen doorgaan. Andersom geldt dat niet, althans niet helemaal, omdat het verzoek om voorlopige voorziening alleen betrekking heeft op de werkzaamheden die 's nachts mogen worden uitgevoerd. Bij het toewijzen van de vordering in kort geding bestaat dan dus nog beland, althans in ieder geval voor de werkzaamheden die overdag plaatsvinden. Wat eerst uitgezocht zal worden, is of bij het vorige bestemmingsplan niet toch al een akoestisch onderzoek is verricht. ls dat het geval, dan lijken de kansen op succes in zowel de civielrechtelijke als de bestuursrechtelijke procedure niet bijzonder kansrijk. Of er zo'n onderzoek is gedaan, zoekt Van der Feltz nu voor ons uit. Civiele procedures als deze komen volgens Van der Feltz weinig voor. Onze kansen zijn dan ook moeilijk in te schatten. Als het er niet is, moet het akoestisch rapport er gewoon komen. Maar de kortgedingrechter hoeft niet per se te bevelen tot het stilleggen van de werkzaamheden: hij weegt onze belangen af tegen die van de gemeente en de uitkomst daarvan is moeilijk te voorspellen. Datzelfde geldt voor de bestuursrechter. Als pressiemiddelen zijn de civielrechtelijke vordering en het bestuursrechtelijke verzoek om voorziening zonder meer nuttig; als we nu niets ondernemen staan we helemaal met lege handen. De raad van advies is op basis van bovenstaande informatie van mening dat er voldoende feiten zijn om een procedure te starten tegen de gemeente Den Haag. Op basis van het mandaat van de Raad van Advies is opdracht gegeven aan Van der Feltz advocaten tot het voorbereiden van deze procedure. De Raad van advies zal haar onderbouwing (schriftelijk) tijdens de eerstvolgende algemene ledenvergadering presenteren. Mocht het komen tot een rechtszitting dan dient een algemene ledenvergadering te worden gehouden om mandaat hiervoor te verwerven. Mocht u niet aanwezig kunnen zijn dan kunt u via een volmacht stemmen. De uitnodiging voor deze ledenvergadering ontvangt u dan zo spoedig mogelijk. Mocht u naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebben of betrokken willen worden bij deze zaak dan kunt u zich melden bij de raad van Advies. Peter de Zoete (voorzitter) Koos Borst ( bo rbor@casema. n l, 06-2123597 2l Henk Jonker ([email protected]. 06-43051676)
© Copyright 2024 ExpyDoc